Milieu in de Drechtsteden 2012
Milieu in de Drechtsteden 2012
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Samenvatting
4
1. Ruimte
6
2. Externe veiligheid
8
3. Lucht
14
4. Geluid
18
5. Bodem
22
6. Water
26
7. Energie
28
8. Groen
32
9. Duurzaam bouwen en ondernemen
34
10. Natuur- en Milieueducatie
36
Bronnen
40
2
Voorwoord
Milieu in de Drechtsteden 2012 is het eerste stand van zakenbericht voor het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015 en de regionale duurzaamheidsambities. Het laat zien welke activiteiten we in 2011 en 2012 hebben uitgevoerd, wat de effecten zijn van onze inspanningen en wat de agenda is voor 2013 en verder. Het combineert dus het milieujaarverslag 2011/2012, monitoringsgegevens 2011/2012 en de agenda 2013. Uitvoering van maatregelen zorgt voor duidelijke verbeteringen De Drechtsteden hebben in 2011 en 2012 op milieugebied veel resultaten geboekt. De milieukwaliteit is op een aantal terreinen, zoals externe veiligheid, lucht, geluid, bodem, groen en natuur- en milieueducatie duidelijk verbeterd. Zie daartoe ook de samenvatting. Bij de onderwerpen Energie en Water zijn keuzes gemaakt of in voorbereiding, welke komend jaar in uitvoering zullen kunnen komen. Bij Ruimte en Duurzaam ondernemen zou in 2013 wellicht meer focus kunnen worden aangebracht. Hierbij wordt steeds intensiever samen opgetrokken met andere overheden, ondernemers en maatschappelijke partners. En inwoners niet te vergeten.
corporaties, ondernemers en inwoners is nodig om de regio duurzaam en in balans te ontwikkelen. Agenda 2013 Hoewel op veel gebieden verbeteringen zijn te melden, zijn we er nog niet. Er staat nog veel op de agenda. En eigenlijk is ieder agendapunt belangrijk. Want het gaat om een leefbare toekomst voor het gebied waarin we wonen, werken en leven.
Henk Mirck Regionaal portefeuillehouder Milieu en duurzaamheid
Duurzaamheid samen aanpakken en totstandbrengen De regio heeft via het duurzaamheidsactieplan een impuls gegeven aan de interne samenwerking en het stimuleren van duurzaamheidsambities op gebied van energie en klimaat. Concrete maatregelen, zoals aanleg van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen zijn uitgevoerd of in voorbereiding. De uitvoering van het beleid is overigens niet alleen een taak van de regio en de gemeenten. Samenwerking met andere overheden, maatschappelijke partners, zoals
3
Samenvatting Milieu in de Drechtsteden 2012 Wat leest u in dit rapport? We laten zien hoe het regionaal milieubeleid in 2011 en 2012 gevorderd is. Dit voor tien onderwerpen: Ruimte, Externe Veiligheid, Lucht, Geluid, Bodem, Water, Energie, Groen, Duurzaam bouwen en ondernemen en Natuur- en Milieueducatie. Hiervoor is gebruik gemaakt van bestaande documenten. Daarnaast is gesproken met de projectleiders. De informatie is door het Onderzoekcentrum Drechtsteden samengebracht. Dit is het eerste stand van zakenbericht van het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015 (juni 2011). Met dat Milieubeleidsplan hebben de Drechtsteden gekozen voor een structurele aanpak. Een aanpak die het beter mogelijk maakt om milieuproblemen en knelpunten te voorkomen en tegelijkertijd kansen beter te herkennen en benutten. Daarnaast zijn in het verlengde van het regionaal milieubeleidsplan de regionale duurzaamheidsambities benoemd. In totaal 7. Bijzonder is dat deze geadopteerd zijn door projectwethouders. Dit is met name terug te vinden bij het onderwerp Energie. Wat zijn de activiteiten in 2011 en 2012 geweest en wat hebben die aan resultaten opgeleverd? Ruimte De Drechtsteden zijn ‘samen stad aan het water’. De regio is goed bereikbaar over land, spoor en water. Dat heeft ook een keerzijde. De infrastructuur zorgt voor milieuhinder op gebied van externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluidhinder. Centraal in het ruimtelijk beleid staat daarom de zorg voor een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. In 2011 en 2012 zijn er, mede vanwege de economische crisis, weinig ruimtelijke projecten gestart. In 2013 wordt de regionale structuurvisie opgesteld. In vergelijking met de eerdere visie zal de focus verschuiven van inhoud naar proces. Met andere woorden: wat zijn –gezien het huidige profiel en kwaliteit van de regio- de kansen voor de regio en welke stappen kunnen daartoe gezet worden? De regio gaat hier niet alleen mee aan de slag, maar doet dit in nauwe samenwerking met andere partijen.
4
Externe veiligheid De regio heeft te maken met risico’s door vervoer van gevaarlijke stoffen via wegen en vooral het spoor. Het vervoer van gevaarlijke stoffen vanuit het havengebied van Rotterdam gaat dwars door stedelijk gebied van Zwijndrecht en Dordrecht en zorgt voor risico’s die ruim uitgaan boven de norm. Door de Betuweroute nam tussen 2007 en 2012 het aantal wagons met gevaarlijke stoffen dat dwars door Zwijndrecht en Dordrecht rijdt al fors af. Bovendien nam de kans op ongelukken af door diverse maatregelen. De regio heeft een duidelijke boodschap dat op korte, middellange en lange termijn nog meer maatregelen nodig zijn. Momenteel wordt een onderzoek voorbereid naar het goederenvervoer per spoor op de verbinding RotterdamAntwerpen. Deze verbinding is inmiddels opgenomen als ruimtelijke reservering in de provinciale structuurvisie, dat wil zeggen dat deze verbinding in bestemmingsplannen niet onmogelijk mag worden gemaakt. Lucht Veel maatregelen uit het programma Luchtkwaliteit 2006-2015 zijn tot nu toe uitgevoerd, zoals walstroom, parkeren op afstand, verbetering doorstroming en hybride bussen. De luchtkwaliteit is verbeterd, zij het nog niet voldoende. De prognoses zijn dat de regio in 2015 voldoet aan de Europese norm: de maatregelen liggen op schema. Met de actualisatie van het programma heeft er een accentverschuiving plaatsgevonden richting duurzame mobiliteit. De agenda Duurzame Mobiliteit Drechtsteden (Lean en Green) en Binnenstadservice Dordrecht zijn hiervan belangrijke voorbeelden. Geluid In de afgelopen jaren is de geluidsbelasting van bijna 6.000 woningen door geluidsschermen verminderd. En bij tweederde van de bijna 1.200 woningen met een te hoge geluidsbelasting is dit door maatregelen aan de gevel opgelost. Dat neemt niet weg dat er nog steeds teveel woningen zijn met een te hoge geluidsbelasting. Alle gemeenten onderzoeken in 2013 welke maatregelen zij kunnen nemen om dit te verminderen en nemen dit op in een actieplan geluid.
Bodem Op gebied van bodembeleid is door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de gemeente Dordrecht in de afgelopen jaren systematisch gewerkt aan inzicht en het daarna saneren of beheersen van de problematiek. Er is nog een lijst met 91 verontreinigde locaties. Daarvan zijn er 9 met een (potentieel) risico voor de volksgezondheid. In 2013 vindt nader onderzoek en sanering van een aantal locaties plaats. Ook wordt een plan van aanpak gemaakt voor activiteiten en budget voor de periode hierna. Er is daarbij nu ook aandacht gekomen voor de kansen en mogelijkheden die de ondergrond biedt. Water Zee en rivieren ontmoeten elkaar in de Drechtsteden. Voor de langere termijn is de waterveiligheid een belangrijke opgave. Water biedt ook kansen voor kwaliteitsverbetering. Water wordt daarom als thema onder de aandacht gebracht via samenwerking en kennisontwikkeling en kennisverspreiding. De Wateragenda is bestuurlijk vastgesteld en in uitvoering via het Delta-deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. In 2013 wordt gewerkt aan kansrijke strategieën, waar er één van zal worden uitgewerkt. Energie De regio vindt het belangrijk om over te schakelen naar meer duurzame energiebronnen. Onder meer omdat fossiele brandstoffen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen, waardoor het klimaat verandert. Het doel is 2% energiebesparing per jaar, 20% duurzame energie in 2020 en 30% minder broeikasgassen ten opzichte van 1990. In 2012 is de Routekaart Drechtsteden opgesteld. Deze kaart geeft een goed beeld van wat de verschillende maatregelen voor energiebesparing en duurzame energie bij kunnen dragen aan de energiedoelstellingen. De weg naar de uitvoering ligt daarmee open. Maar om de energiedoelstellingen ook echt te behalen worden in 2013 al diverse maatregelen genomen. Gemeenten in de regio geven het goede voorbeeld zoals door de aanleg van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en energiebesparing, via convenanten worden afspraken met bedrijven vastgelegd (project verduurzamen bedrijven en bedrijfsterreinen) en ook inwoners zullen gestimuleerd worden tot energiebesparing of het plaatsen van zonnepanelen via korting met een groepsaankoop. En de eerste woningen zullen aangesloten worden op het warmtenet. Groen De regio heeft de ambitie uitgesproken om een groenblauw netwerk te realiseren met vier iconen:park Deltapoort, de Sophiapolder, Regiopark Merwedezone
en de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Ondanks bezuinigingen is het Groenprogramma op de belangrijkste punten in stand gebleven en is de Sophiapolder gerealiseerd en zal geïnvesteerd worden in de Nieuwe Dordtse Biesbosch (zij het wat minder uitgebreid). De regio kan trots zijn op de behaalde verbeteringen. In de periode 2013-2016 wordt gewerkt aan verdere realisatie van het groenblauw netwerk. De ambitie is vanwege bezuinigingen teruggebracht. Duurzaam bouwen en ondernemen Overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en consumenten zullen samen moeten werken aan een beter milieu. Bedrijven kunnen bijdragen door duurzamer te bouwen en duurzamer te ondernemen. De regio kan dit stimuleren door duidelijkheid en kaders te geven en kennisuitwisseling. De GPR Gebouw geeft ontwikkelaars een instrument om nieuwbouw zo duurzaam mogelijk te ontwerpen. De ervaringen met het instrument in het eerste jaar zijn goed. Zes van de zeven deelprojecten scoorde conform het gekozen ambitieniveau van de regio. In 2012 is een bedrijvenplatform voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen opgericht. Met als doel het stimuleren van duurzaam denken en handelen bij bedrijven. In 2013 zullen via een bedrijvencarrousel ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Natuur- en milieueducatie De Natuur- en milieu educatie wordt beetje bij beetje uitgespreid over de regio en daarmee worden, in samenwerking met vele partners, steeds meer doelgroepen en inwoners bereikt met de thema’s water, energie en groen. In 2012 zijn ook stappen gezet naar meer duurzame mobiliteit van de regio Drechtsteden. De verduurzaming van mobiliteit zal een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling om in vijf jaar tijd 20% minder CO2 uit te stoten. Zo wordt vaart gemaakt met de aanleg van meer laadpunten voor elektrisch vervoer. Dit is belangrijk vanwege de relatie tussen mobiliteit en risico’s, luchtkwaliteit, geluid en energie. Alles overziend hebben de Drechtsteden op de meeste terreinen een aantal noodzakelijke maatregelen getroffen waardoor de milieukwaliteit verbeterd is. Bij de onderwerpen Energie en Water zijn keuzes gemaakt of in voorbereiding, welke dit jaar in uitvoering zullen kunnen komen. Binnen de thema’s ‘Ruimte’ en ‘Duurzaam ondernemen’ zou in 2013 wellicht meer focus kunnen worden aangebracht.
5
1 Ruimte De zes Drechtsteden gemeenten hebben een gemeenschappelijke oriëntatie op het water. Ze zijn ‘samen stad aan het water’, zoals het motto van de Drechtsteden luidt. De regio is goed bereikbaar over land, spoor en water. Deze goede bereikbaarheid heeft ook een ruimtelijke keerzijde. Het intensieve gebruik van de infrastructuur zorgt op sommige plekken in de Drechtsteden voor milieuhinder, zoals op gebied van externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluidhinder. De Drechtsteden willen de sterke ruimtelijke kanten van de regio versterken: het water, het landschap en de Dordtse binnenstad. Dit zijn de drie ‘pieken’ van waaruit de regio zijn ruimtelijk (economisch) beleid vormgeeft. Het doel van het ruimtelijk beleid is verbetering van de kwaliteit van het vestigingsklimaat.
6
Activiteiten
De afgelopen jaren zijn de volgende stappen gezet: 1. De evaluatie van ‘De Drechtoevers’ is afgerond; 2. Platform DelTri is opgericht; 3. De programmasturing wonen is opgepakt; 4. Er is een gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland opgesteld; 5. Er is begonnen met de voorbereidingen van de actualisering van de regionale structuurvisie. Evaluatie van 20 jaar Drechtoeverontwikkeling De Drechtoevers zijn al eeuwenlang een belangrijke plek van de bedrijvigheid in de regio. Op de oevers langs de grote rivieren heeft zich vanaf 1900 grootschalige industrie gevestigd. Na de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw verdween er ook (weer) bedrijvigheid. Bedrijven stopten of verhuisden. Percelen langs de oevers kwamen braak te liggen.
In 1990 ontstonden de eerste gedachten over herontwikkeling van de Drechtoevers. Industrie moest op de oevers worden vervangen door wonen en voorzieningen. De beschikbaar gekomen percelen langs de oevers maakten het voor de regio mogelijk om zich met het gezicht naar de rivier(en) te draaien. Het project Drechtoevers was geboren. De ontwikkeling van de Drechtoevers is, op verzoek van het Drechtstedenbestuur, in 2011 geëvalueerd. In de evaluatie ‘De Drechtoevers; 20 jaar oeverontwikkeling, lessen voor de toekomst’ zijn de ontwikkelingen rond de Drechtoevers van de afgelopen 20 jaar, de locaties waar plannen voor zijn ontwikkeld en de bereikte resultaten beschreven. Een belangrijk advies uit de evaluatie luidt ‘blijf het levende water en de oevers als grote gemeenschappelijke waarde van de Drechtsteden benoemen, zie het water als de verbindende schakel tussen de Drechtsteden, en zorg dus voor levendigheid en beleefbaarheid van het water en voor aantrekkelijke kwaliteiten op de oevers’. Platform DelTri: Samenwerken aan een maritieme en logistieke topregio Nederland heeft internationaal een sterke maritieme positie. De regio’s West-Brabant, Rotterdam en Drechtsteden zijn belangrijke maritieme en logistieke regio’s. Deze drie regio’s hebben de ambitie om samen dé maritieme en logistieke topregio te worden. Tot 2010 ontbrak er een richtinggevend platform voor de bovenregionale ruimtelijk economische en infrastructurele opgaven die samenhangen met de ontwikkeling van een maritieme en logistieke topregio in het gebied Maasvlakte 2 – Drechtsteden - WestBrabant. Deze leemte vormde in 2010 de aanleiding voor het oprichten van het DelTri-Platform. DelTri staat voor het samenwerkingsverband tussen drie steden in de Delta: Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant, waarin drie urgente opgaven (economie, bereikbaarheid en leefkwaliteit) middels tripartiete samenwerking (overheid, marktpartijen en maatschappelijke organisaties) worden opgepakt. Integrale Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland Om de samenhang in de ruimtelijke ordening te bevorderen hebben Rijk en regio besloten een gebiedsagenda op te stellen voor alle delen van Nederland. Zo ook voor de Zuidvleugel/Zuid-Holland. Deze gebiedsagenda is in november 2010 gereed gekomen. Met de gebiedsagenda willen de Rijksoverheid en de betrokken regio’s de verkokerde planvorming doorbreken en de uitvoering verbeteren en versnellen.
De gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland brengt de beleidsopgaven van de verschillende partijen met elkaar in verband. In de agenda staat dus geen nieuw beleid. Wel vormt de gebiedsagenda een richtlijn voor beleidsmaatregelen en afspraken die worden vastgelegd in onder meer het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Agenda
In 2013 wordt de regionale structuurvisie opgesteld. Uitgangspunt van de visie is de ruimtelijke ontwikkeling van de Drechtsteden, met als horizon 2040. Het gaat er bij de visie niet om exact te voorspellen hoe de Drechtsteden er in 2040 uitzien, maar om te bedenken waar de regio in 2040 wil staan en welke stappen daartoe gezet moeten worden. Een visie op de toekomst van de Drechtsteden gaat, met andere woorden, voor een groot deel over ambities en doelen. De regio gaat hier niet alleen mee aan de slag, maar doet dit in nauwe samenwerking met andere partijen. In breder verband haakt de regio bijvoorbeeld aan bij het Topsectorenbeleid van de Rijksoverheid. De ambities en doelen zijn niet los te zien van (maatschappelijke) trends en ontwikkelingen. De vertaling van trends en ontwikkelingen naar kansen voor de regio, is een van de eerste acties die ondernomen wordt. Thema’s die daarna aan de orde komen zijn: • Het profiel en de positie van de regio en gemeenten; • De ruimtelijke kwaliteit van de regio; • De regionale agenda tot 2020. De actualisering van de structuurvisie biedt de kans om de Drechtsteden goed op de kaart te zetten richting andere overheden en de (ruimtelijk-economische) vakgemeenschap.
7
2 Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over de beheersing van risico’s voor de omgeving. De risico’s worden veroorzaakt door de opslag en productie van gevaarlijke stoffen bij bedrijven en transport van gevaarlijke stoffen via weg, spoorweg, water en buisleidingen. Zwijndrecht en Dordrecht behoren tot de meest risicovolle gemeenten in Nederland. Dit komt door de nabijheid van de Rotterdamse haven en het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. En ondanks de ingebruikname van de Betuwelijn zal -op basis van afspraken Basisnet Spoorhet vervoer van gevaarlijke stoffen door Zwijndrecht en Dordrecht tot ver na 2020 nog kunnen toenemen. Het doel van het externe veiligheidsbeleid is het voorkomen, reduceren en beheersen van externe veiligheidsrisico’s als gevolg van transport, opslag en productie van gevaarlijke stoffen.
8
Activiteiten
De Drechtsteden werken op meerdere manieren aan het verbeteren van de externe veiligheid. 1. De omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft in beeld gebracht waar de risico’s van vervoer van gevaarlijke stoffen en productie en opslag bij bedrijven zich nu of in de toekomst voordoen. 2. Er zijn via het Basisnet Spoor afspraken vastgelegd over het maximaal toelaatbaar risico door vervoer gevaarlijke stoffen over weg en spoor. 3. Er zijn maatregelen genomen om risico’s bij Kijfhoek en nabij LPG stations te beperken. 4. Er zijn afspraken gemaakt om het risico bij Kijfhoek te monitoren en onder de norm te houden.
1 In beeld brengen van risico’s
Plaatsgebonden risico en groepsrisico Bij de beoordeling van de veiligheid zijn twee aspecten van belang: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor de gevaarsituatie. Het geeft de kans aan dat een burger overlijdt door een ongeval bij een risicovolle activiteit. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico is 10 -6 en wordt aangeduid als de 10 -6 contour. Het groepsrisico (GR) is een maat voor maatschappelijke ontwrichting door een ernstig ongeval. Het geeft kans aan op een ongeval waarbij meerdere mensen om het leven komen. Het groepsrisico is in stedelijke gebieden dus groter dan in dunbevolkte gebieden. Groepsrisico De omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft in beeld gebracht waar zich, nu of in de toekomst een knelpunt in het groepsrisico van vervoer gevaarlijke stoffen, voordoet.
Dat is bij: a. de spoorlijn Rotterdam-Breda bij Zwijndrecht en Dordrecht Bij deze knelpunten ligt het groepsrisico in de huidige situatie boven de oriëntatiewaarde. De externe onveiligheid kan daarmee een knelpunt zijn voor nieuwe planvorming. b. een trajectdeel van de A15 (rond het stationsgebied van Sliedrecht) c. zuidelijk deel in Dordrecht van de spoorlijn Rotterdam-Breda d. de Betuwespoorlijn (ten noorden van Sliedrecht) Het groepsrisico ligt nu nog onder de oriëntatie, maar is wel aandachtspunt omdat bij toekomstige planvorming het groepsrisico wel boven 1 kan komen.
Hoogte groepsrisico Drechtsteden Liesveld
Nieuw-Lekkerland
Alblasserdam
Graafstroom
Giessenlanden
Hendrik-Ido-Ambacht
Gorinchem
Papendrecht Sliedrecht Hardinxveld-Giessendam Zwijndrecht
¯
Binnenmaas Dordrecht
Legenda Groepsrisico spoor BN 2012 GR kleiner dan 0.1 x OW GR tussen 0.1 en 1 x OW GR tussen 1 en 5 x OW
groepsrisico weg BN 2012 GR kleiner dan 0.1 x OW GR tussen 0.1 en 1 x OW Strijen
GR tussen 1 en 5 x OW
groepsrisico aardgas 2012 GR kleiner dan 0.1 x OW GR tussen 0.1 en 1 x OW
groepsrisico water BN 2012 !
Cromstrijen
0
2
4 Kilometers
!
!
GR kleiner dan 0.1 x OW Gemeentegrenzen
Figuur 1: Hoogte van het groepsrisico rond risicobronnen transport, huidige situatie 2012 Toelichting: De kleur oranje duidt erop dat het GR= Groepsrisico tussen 1 tot 5x hoger ligt dan de toegestane OW=Oriëntatiewaarde. De berekening is gemaakt m.b.v. BN=basisnet.
9
Veiligheidszones externe veiligheid Drechtsteden Liesveld
Nieuw-Lekkerland
Alblasserdam
Graafstroom
Giessenlanden
Hendrik-Ido-Ambacht
Gorinchem
Papendrecht Sliedrecht Hardinxveld-Giessendam Zwijndrecht
Binnenmaas Dordrecht
Figuur 2: Veiligheidszones rond risicobronnen in de Drechtsteden
0
2
Strijen
Cromstrijen
4 Kilometers
Legenda Buisleidingen Gemeentegrenzen Veiligheidszone
Plaatsgebonden risico In figuur 2 zijn de veiligheidzones plaatsgebonden risico opgenomen, vanwege het vervoer (weg, water, rail en buisleiding), de opslag en productie van gevaarlijke stoffen. Deze zones liggen in de Drechtsteden op voldoende afstand van woningen en andere kwetsbare bebouwing en daarmee wordt voldaan aan de wettelijke grens- en richtwaarden. Bij de bedrijven wordt er een 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico gevonden die binnen of in de nabijheid van het eigen bedrijfsterrein blijft.
van extra vervoer als naar de mogelijkheden tot vermindering van de overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico in Basisnet spoor worden gekeken. Bij de behandeling van de wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen in juni 2012 hebben de Drechtsteden zich ingezet om de risicosituaties in de Drechtsteden in de Tweede Kamer voor het voetlicht te brengen. Dit heeft geresulteerd in een kamerbreed gesteunde motie die de regering oproept om voor eind 2012 duidelijk te maken hoe de veiligheid in Dordrecht en Zwijndrecht verder zal worden verbeterd en om hiervoor de benodigde financiële middelen te reserveren.
2 Afspraken Basisnet Spoor
Naast inbreng aan het Basisnet spoor is er ook aandacht gevraagd voor de (toekomstige) veiligheidssituatie in de regio binnen het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Samen met het bedrijfsleven en de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant heeft de regio zich hard gemaakt voor de aanleg van een Zuidwestelijke verbinding tussen de Betuweroute en het gemengde net (de zogenaamde boog bij Meteren). Door de aanleg van deze boog zal het aantal goederentreinen met gevaarlijke stoffen dat Dordrecht en Zwijndrecht passeert, verminderen.
Het Basisnet spoor legt per spoorvak het maximaal toelaatbare plaatsgebonden risico vast dat het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor mag veroorzaken. Overleg tussen de betrokken partijen waaronder de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht heeft geleid tot bestuurlijke afspraken tussen Rijk en gemeenten. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu levert een bijdrage aan het pakket aanvullende veiligheidsmaatregelen voor de korte termijn voor Dordrecht, Zwijndrecht en Tilburg. Deze maatregelen moeten leiden tot een vermindering van het groepsrisico. Anderzijds zullen ook de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Tilburg zich inspannen om een bijdrage te leveren aan de vermindering van het toekomstig groepsrisico door aanpassing van hun bouwplannen binnen de 200 meter zone rond het spoor. Wanneer het Rijk nieuwe infrastructuur realiseert zal zowel naar de mogelijkheden
10
¯
Ontwikkeling risico spoorwegen Dordrecht-Zwijndrecht Sinds 2007 is –afhankelijk van het soort gas/vloeistof- het aantal wagons met gevaarlijke stoffen door Dordrecht en Zwijndrecht met gemiddeld 60% afgenomen. Met name is het aantal wagons met brandbare gassen en zeer brandbare vloeistoffen afgenomen. (zie figuur 3)
gevaarlijke stoffen tracé Dordrecht Kijfhoek 20000 18000 16000
wagons
14000 12000 10000
Kijfhoek Dordrecht
8000 6000
Jaar
2007
2008
2009
2010
2011
Brandbare gassen
13150
9600
7500
8350
5500
(zeer) toxische gassen
2050
3200
2100
3000
1000
4000 2000 0 2007
2008
2009
2010
2011
jaar Brandbare gassen toxische vloeistoffen
Toxische gassen zeer toxische vloeistoffen
zeer brandbare vloeistoffen
zeer brandbare vloeistoffen 18850 13900
5900
8700
5800
Toxische vloeistoffen
3600
3900
3000
2800
2000
Zeer toxische vloeistoffen
1800
1250
500
1500
1100
Figuur 3: Spoorvervoer van gevaarlijke stoffen traject Dordrecht-Kijfhoek
Deze afname heeft twee oorzaken: 1. De economische crisis die ook in het spoorvervoer merkbaar is. 2. De volledige ingebruikname van de Betuweroute. De Rijksoverheid houdt rekening met een verdere groei van het transport van gevaarlijke stoffen in de toekomst. Deze groeicijfers komen tot uitdrukking in het Basisnet transport gevaarlijke stoffen. Voor het jaar 2020 wordt er vanuit gegaan dat de transportvolumes in Dordrecht en Zwijndrecht zullen stijgen tot boven de niveaus uit 2007. Dit is vastgelegd in een wijziging van de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen die op 31 juli 2012 van kracht is geworden. Met het vastleggen van de nieuwe transportvolumes zullen de risico’s weer evenredig toenemen. Ter compensatie van deze toename worden twee algemene veiligheidsmaatregelen genomen: 1. Door het gehele spoortraject in het stedelijk gebied van Dordrecht en Zwijndrecht te voorzien van betere seinen neemt de kans op een incident sterk af; 2. De kans op een explosie neemt sterk af door het zoveel mogelijk rijden (80%) in bloktreinen. Dit zijn treinen met wagons gevuld met één soort gevaarlijke stof. Ondanks de in het Basisnet vastgelegde risicoplafonds en algemene maatregelen zal de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico nog steeds fors worden overschreden. Hiermee blijven Zwijndrecht en Dordrecht het meest risicovolle punt in het spoorweg netwerk in Nederland.
3 Beperking risico Kijfhoek en LPG stations
De belangrijkste knelpunten externe veiligheid die naar voren kwamen in de Regionale analyse externe veiligheid zijn inmiddels opgelost. Daartoe zijn onder andere een discotheek en een sportschool nabij rangeerterrein Kijfhoek gesloten, zijn risicovolle activiteiten zoals de levering van LPG voor twee benzinestations nabij kwetsbare bestemmingen niet langer toegestaan, en zijn vergunningen en bestemmingsplannen aangepast. Er liggen nu geen kwetsbare bestemmingen meer binnen de maatgevende contouren voor het plaatsgebonden risico.
4 Beheerplan groepsrisico Kijfhoek
Ook het groepsrisico van Kijfhoek is nu geen knelpunt. Maar om te voorkomen dat door teveel bouwplannen het groepsrisico in de toekomst de norm zal overschrijden is in 2011 de afspraak gemaakt dat de omliggende gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Barendrecht hun bouwplannen op elkaar zullen afstemmen. Deze afspraak is bestuurlijk vastgelegd in juni 2012 met de vaststelling van het beheerplan groepsrisico Kijfhoek. Bestuurders hebben de gezamenlijke intentie uitgesproken om het groepsrisico blijvend onder de oriëntatiewaarde te houden. In geval plannen leiden tot een toename van groepsrisico zal, ook in gezamenlijkheid, naar compensatie worden gezocht. De omgevingsdienst draagt zorg voor het (technisch) beheer en de monitoring van het groepsrisico.
11
Agenda
De aanpak van de externe veiligheidsproblematiek in de Drechtsteden richt zich op infrastructurele maatregelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in maatregelen die op de korte, middellange en lange termijn kunnen worden genomen. • Korte termijn: in 2013 ligt het accent op de uitvoering van de in de Tweede kamer aangenomen motie over het treffen van de in het Basisnet Spoor gedefinieerde korte termijn veiligheidsmaatregelen. • Middellange termijn: wat betreft het Programma Hoogfrequent Spoor zal de aandacht uitgaan naar de in gang gezette procedures rondom de aanleg van de ‘boog’ bij Meteren (zie ook website van ProRail Goederenroute Zuid-Nederland: MeterenBoxtel). Deze boog zorgt ervoor dat meer goederenvervoer kan plaatsvinden via de Betuwelijn, niet alleen in oostelijke richting, maar ook naar het zuiden (richting Boxtel, Eindhoven en verder). Doelstelling hierbij is het “verzilveren van de veiligheidswinst” die de aanleg van de boog ook voor Dordrecht en Zwijndrecht met zich mee brengt. • Het lange termijn doel is het realiseren van een duurzaam veilige oplossing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor door de regio. In dit kader zullen de Drechtsteden de lobby voor een nieuwe spoorlijn Rotterdam- België (Robel) voortzetten.
Handreiking Beleidsvisie externe veiligheid regio Zuid-Holland Zuid De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft voor de gemeenten in de Drechtsteden een kaart en beleidsformat waarmee risico’s van nieuwe planontwikkelingen op locaties kan worden bepaald. In 2013 zal dit voor gemeenten beschikbaar komen. Dit levert, samen met de Regionale analyse externe veiligheid de bouwstenen waarmee gemeenten beleid op maat kunnen formuleren en vervolgens bestuurlijk vaststellen. De regionale analyse bevat een instrumentarium en oplossingsrichtingen voor aandachts- en knelpunten.
12
Protocol Externe veiligheid Het protocol Externe veiligheid is een hulpmiddel voor medewerkers Ruimtelijke Ontwikkeling om externe veiligheid goed te kunnen verankeren in ruimtelijke plannen. Sinds 2010 wordt door de gemeentelijke afdelingen Ruimtelijke ontwikkeling, de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio ervaring opgedaan met dit protocol bij ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. In 2012 is het document uit 2009 geactualiseerd, o.a. in samenwerking met afdeling RO van de gemeente Dordrecht. De suggestie kwam naar voren om een digitaal aanvraagformulier onderzoek naar PR/GR van risicorelevante ontwikkelingen te ontwerpen. Deze vraag wordt onderzocht. Gebiedsgericht groepsrisico In vervolg op het vastleggen van een beheerplan voor monitoring van het groepsrisico rond Kijfhoek is ook het groepsrisico rond Dupont in Dordrecht berekend. Ook voor dit bedrijf, waarvan het invloedsgebied over meerdere gemeenten ligt, is monitoring van het groepsrisico een optie. Dit wordt in 2013 vervolgd. In samenwerking met DCMR en Provincie Zuid-Holland wordt onderzocht of een eenvoudig robuust model is te maken dat groepsrisico gebiedsgericht in kaart kan brengen. Dit wordt onderzocht in een pilotstudie Kijfhoek. Basisnet spoor Dordrecht-Zwijndrecht Gezien de afspraken en maatregelen Basisnet Spoor is het belangrijk om de omvang van vervoer gevaarlijke stoffen en het groepsrisico te blijven monitoren. Het toekomstig groepsrisico is door invoering van maatregelen afgenomen, maar blijft een aandachtspunt omdat het met 5 maal de oriëntatiewaarde, nog ruim boven de waarde van maximaal 1 blijft liggen. De regio pleit dan ook om op lange termijn te investeren in spoorveiligheid zoals door aanleg van een “dedicated” spoorlijn inclusief tunnel voor goederentreinen, d.w.z. een aparte goederenspoorlijn tussen Rotterdam en België, die niet door de stedelijke omgeving rijdt.
13
3 Lucht Bedrijven, voertuigen en schepen stoten fijn stof en stikstofdioxide uit. Een te hoge en langdurige concentratie van deze stoffen kan voor gezondheidsproblemen zorgen, bij bijvoorbeeld jonge kinderen en mensen met ademhalingsproblemen. Aangetoond is dat luchtvervuiling astma kan verergeren en tot een grotere kans leidt dat kinderen astma krijgen. De luchtkwaliteitsproblematiek in de Drechtsteden wordt vooral veroorzaakt door (auto) mobiliteit en spitst zich toe op stikstofdioxide. De Drechtsteden werken via het Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 aan een gezonder woon- en leefklimaat door het verbeteren van de luchtkwaliteit, waarbij tenminste wordt voldaan aan de geldende grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit en Europese regelgeving in 2015.
14
De nadruk ligt op algemene maatregelen op het gebied van openbaar vervoer zoals de waterbus en Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Verder wordt ingezet op aspecten van duurzame mobiliteit, zoals door invoeren van walstroom voor binnenvaart en het realiseren van aardgasvulpunten in de regio. Ook wordt ingezet op het oprichten van een warmtebedrijf (restwarmte).
Activiteiten
Om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren heeft het Rijk het Nationaal Programma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet. In dit programma werken Rijk, Provincies en gemeenten samen aan de uitvoering van het Nationaal Programma dat in 2009 door het Rijk is vastgesteld. Doelstelling van het NSL is het in 2015 voldoen aan de Europese regelgeving voor luchtkwaliteit. De Drechtsteden richten zich op de uitvoering van regionale maatregelen die in het Programma Luchtkwaliteit 2006-2015 zijn neergelegd. In 2012 is een actualisatie van het Programma uitgebracht. Veel activiteiten zijn uitgevoerd, zoals walstroom, hybride bussen, parkeren op afstand Weeskinderendijk en Noordendijk (Dordrecht) en doorstroming laan de Verenigde Naties (Dordrecht). De conclusie is dat de uitvoering van het programma op schema ligt en dat de berekende concentraties voor stikstofdioxide en fijn stof (net) onder de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit zijn gelegen. Wel blijkt dat er nog aanzienlijke onzekerheden bestaan in de voor 2015 geprognosticeerde concentraties.
De eerste figuur laat zien dat er in 2010 nabij aansluitingen van wegen op de rijksinfrastructuur sprake is van overschrijdingen van de toekomstige norm voor stikstofdioxide (NO2 = 40 µ/m3). Het NSL inclusief de maatregelen uit het Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 is er op gericht om uiterlijk in 2015 een eind te maken aan deze ongewenste situatie. Volgens de prognose zal met de maatregelen in 2015 de concentratie NO2 zo goed als overal onder de norm blijven (zie figuur 5).
Figuur 4: NO2 2010 (bron: Monitoringtool, RVMK) Actualisatie Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015, p 4
15
Figuur 5: NO2 2015 (bron: Monitoringtool, RVMK) Actualisatie Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015, p 6
Voor fijn stof blijkt dat in 2010 overal in de Drechtsteden aan de norm wordt voldaan. Voor 2015 wordt nog een sterke verbetering geprognosticeerd. In hoofdlijnen volstaat dus het programma om veranderingen in de luchtkwaliteit het hoofd te bieden. Wel is op enkele onderdelen een herijking van maatregelen en middelen noodzakelijk. Een toelichting op twee wijzigingen: Parkeren op afstand aangepast Het was de bedoeling een openbare parkeervoorziening te realiseren bij de nieuwbouw op het voormalige Euryzaterrein, op loopafstand van de waterbus Zwijndrecht. Gewijzigde marktomstandigheden leiden ertoe dat deze woningen en parkeervoorziening niet binnen de programmaperiode van het NSL zal worden gerealiseerd. Er is een vervangende maatregel gevonden in de uitbreiding met 230 plaatsen van de parkeervoorziening aan de Weeskinderendijk. Nieuwe impuls aan duurzame mobiliteit Drechtsteden stimuleert in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en andere partijen het rijden op aardgas/groengas. Dit kan door het uitbreiden van het aantal aardgasvulpunten.
16
In Sliedrecht is een aardgasvulpunt gerealiseerd. Voor Dordrecht en Alblasserdam liggen er plannen, maar is vertraging opgetreden. De introductie van groengas in gemeentelijke wagenparken blijft door het ontbreken van voldoende vulpunten ook achter. Dat landelijk de focus meer is komen te liggen op electromobiliteit speelt dit project ook parten. Om duurzame mobiliteit te bevorderen is nu ook een start gemaakt met twee nieuwe projecten: Binnenstad service Dordrecht en Lean en Green in aansluiting op het Mobiliteitsplan Drechtsteden en de agenda Duurzame Mobiliteit. Eind 2012 is de agenda Duurzame mobiliteit voor de Drechtsteden vastgesteld. Doel is in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven de uitstoot van schadelijke stoffen en de overlast van verkeer te verminderen. Er is een intentieovereenkomst ondertekend met EVO en TLN, twee koepelorganisaties in de transportsector. Op de agenda duurzame mobiliteit staan ook zaken als hybride stadsbussen, elektrisch rijden, walstroom, oplaadpunten voor elektrisch varen en verduurzaming van het gemeentelijk wagenpark. De verbeteringen moeten kort gezegd worden bereikt door minder en schonere kilometers, onder meer door bundeling van goederen en een hogere beladingsgraad en door bereikbaarheid en veiligheid te verbeteren voor vrachtverkeer.
Lean & Green Logistic Award voor de Drechtsteden Tijdens het congres The Next Connektion in Rijswijk reikte de heer Nico Anten, directeur van Connekt, 16 Lean and Green Stars, 86 Lean and Green Logistics Awards en de eerste drie Lean and Green Personal Mobility Awards uit. Met deze nieuwe Awards en Star Winners heeft het Lean and Green programma de doelstelling die het ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2008 aan Connekt meegaf bereikt: landelijk 250 koplopers , die zich aan de doelstelling van minimaal 20% minder CO2 reductie in vijf jaar tijd. Het Lean and Green netwerk telt inmiddels 294 koplopers. 110 bedrijven die hun besparingen via de Lean and Green monitoring registreren hebben gezamenlijk inmiddels een totale reductie van 18,2 % gerealiseerd, ca. 169.104 CO2 .
Mobiliteitsweek 2012: besparing en bewustwording Dit jaar organiseerden de zes Drechtstedengemeenten de Mobiliteitsweek voor het eerst gezamenlijk. De thema’s duurzame mobiliteit en verkeersveiligheid zijn met succes onder de aandacht gebracht: bijna 1.000 leerlingen namen deel aan een activiteit, 300 fietsen werden gecontroleerd en van meer dan 450 auto’s is de bandenspanning gecontroleerd. Een juiste bandenspanning bespaart brandstof, vermindert de bandenslijtage, verkort de remweg en verbetert de wegligging. Schoner, veiliger en goedkoper! En dat blijkt ook uit de cijfers. In de regio zijn de banden van 450 auto’s gecheckt. Door de banden op een juiste spanning te brengen is 2315 liter brandstof bespaard en ruim 8,5 ton CO2 -uitstoot voorkomen. Wat dat betekent voor de portemonnee? Een besparing van € 10.913,- aan brandstof en bandenslijtage. Dat is meer dan € 23,- per auto! Landelijk wordt het gebruik van schonere en kleinere auto’s door belastingmaatregelen gestimuleerd via. Dat heeft ook effect: sinds 1998 is de uitstoot van broeikasgassen per gereden kilometer in Europa immers gedaald van 180 gram tot 135 gram nu (-25%). Voor Nederland bedroeg die afname in die periode in totaal 55 gram, wat neerkomt op een vermindering van 30,3 procent.
Agenda
Het programma Luchtkwaliteit Drechtsteden voor 2012-2015 bevat nog zeven regionale maatregelen en daarnaast ook enkele lokale maatregelen van regionaal of lokaal belang (hier niet opgenomen): 1. nieuwe aansluiting A16/N3 (in studie); 2. ontvlechting verkeersstromen door infrastructurele maatregelen A15/N3 (start in 2014); 3. verbetering aansluiting Mijlweg/A16 door verbreding Mijlweg naar vier rijstroken (uitvoering gestart); 4. duurzame mobiliteit, waaronder brandstofbesparing in goederenverkeer, inzet duurzame vervoermiddelen, stimuleren gebruik duurzame brandstoffen, aansluiting bij Lean en green; 5. Klimaatbeleid bedrijven; 6. HOV-Drechtsteden: in Zwijndrecht doortrekken busbaan naar de Volgerlanden en in Hendrik-Ido-Ambacht HOV-halte in de Volgerlanden; 7. Project brug open, motor af: het plaatsen van borden bij de Papendrechtsebrug en de stadsbrug Dordrecht-Zwijndrecht.
17
4 Geluid Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de gezondheid in Nederland. Een hoge geluidsbelasting veroorzaakt vooral hinder en slaapverstoring. Daarnaast kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Een hoge geluidsbelasting kan ook leiden tot een verminderd prestatievermogen bij kinderen. Al deze effecten kunnen worden samengevat als geluidhinder. De Drechtsteden willen de geluidoverlast bij woningen door lawaai van wegverkeer, railverkeer en industrie zoveel mogelijk verminderen. Door bestaande overlastsituaties te saneren en te voorkomen dat nieuwe overlastsituaties ontstaan. Het kader hiervoor is de Wet geluidhinder. In de wet zijn normen opgenomen waaraan de gemeenten, maar ook anderen, zich moeten houden.
18
Activiteiten
De aanpak van geluidsbelasting volgt drie sporen: • zonebeheer bij bedrijventerreinen; • de uitvoering van sanering bij woningen; • actieplannen om geluidsbelasting vanwege verkeer te verminderen. Zonebeheer bij bedrijventerreinen In de afgelopen jaren zijn geluidzones berekend voor het industrielawaai per bedrijventerrein in de Drechtsteden. Dat zijn contouren rondom het bedrijventerrein waarbij alle bedrijven tesamen niet meer geluid mogen produceren dan de vastgestelde waarde. Op dit moment voldoen alle bedrijventerreinen in de Drechtsteden aan de gestelde normen.
Uitvoering van sanering bij woningen De aanpak van de situaties van geluidoverlast als gevolg van verkeer is het speerpunt in het geluidbeleid voor de komende jaren. De totale saneringsopgave voor de Drechtsteden bevat: • woningen waar door bronmaatregelen of schermmaatregelen de geluidsbelasting tot acceptabel niveau kan worden teruggebracht; • woningen waar maatregelen aan de woning nodig zijn, door railverkeer of wegverkeer. Op grond van de Wet geluidhinder zijn in de jaren negentig lijsten aan het Ministerie van I&M (voorheen VROM) gemeld, de zogenoemde A- en B-lijst en de raillijst, met woningen waar gevelmaatregelen noodzakelijk zijn. Ook is een lijst opgesteld met woningen die met bronmaatregelen, zoals geluidsarm asfalt, of door aanleg van een geluidscherm te saneren zijn. Voor deze lijsten zijn afzonderlijke saneringsprogramma’s ingediend en heeft het Ministerie subsidie verleend. Inmiddels zijn de woningen van de lijst met scherm en/of bronmaatregelen allen gesaneerd.
Ook zijn eindmeldingen voor weg- en railverkeer bij het Ministerie ingediend. Deze hebben als doel om een actueel en definitief beeld te verkrijgen van de totale omvang van de (landelijke) saneringsvoorraad. Op basis daarvan kan het Ministerie een definitieve inschatting maken van de financiële middelen en de tijd die de totale landelijke sanering nog gaat vergen. De woningen op de B-lijst en de eindmeldingslijsten hadden tot voor kort voor het Rijk geen hoge prioriteit. Echter het is nu ook mogelijk om hiervoor subsidie aan te vragen.
Bij geluidwerende maatregelen aan de woning kan het gaan om: • betere naad- en kierdichting • geluiddempende ventilatievoorzieningen (suskasten) • isolerende (dubbele) beglazing • dak- of plafondisolatie
Tabel 1: Overzicht totale saneringsvoorraad (ontstaan voor 1986) Gemeente
A lijst
Alblasserdam
303
0
70
590
27
0
990
734
Dordrecht
188
52
1.634
1.294
1.451
1.256
5.875
1.458
78
0
242
80
7
0
407
155
6
0
1
360
23
0
390
364
520
0
389
1.549
55
26
2.539
1.787
33
0
528
1.967
64
1.157
3.749
1.988
1.128
52
2.864
5.840
1.627
2.439
13.950
6.486
Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Drechtsteden totaal
Rail lijst
B lijst
Lijst met scherm- en bron maatregelen
Eindmelding wegverkeer
Eindmelding railverkeer
Totale sanerings voorraad
Onderzocht /gesaneerd
De woningen van de lijst met scherm en/of bronmaatregelen zijn allen gesaneerd De raillijst is ook geheel gesaneerd
Tabel 2: Voortgang sanering A-lijst en raillijst Gemeente
Totaal aantal woningen
Gesaneerde woningen t/m 2012
Te saneren woningen in 2013-2014
Resteert na 2014
Alblasserdam
303
205
59
39
Dordrecht
188
186
2
0
78
75
3
0
Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Drechtsteden totaal Dordrecht raillijst
6
4
2
0
520
277
96
147
33
21
12
0
1.128
768
174
186
52
52
0
0
19
De sanering van woningen van de A-lijst vindt projectmatig plaats, waarbij in alle gevallen gevelmaatregelen zijn getroffen. Van de A-lijst zijn de volgende (deel)projecten in Alblasserdam, Dordrecht en Sliedrecht eind 2012 zo goed als uitgevoerd: • Oost-Kinderdijk fase 1 t/m 3, Alblasserdam; • West-Kinderdijk fase 1 en 2, Alblasserdam; • Vrieseweg e.o., Dordrecht; • Rivierdijk fase 1 t/m 3, Sliedrecht; • Geulstraat, Sliedrecht. Geluidsbelastingkaarten/actieplannen omgevingslawaai wegverkeer Op basis van de Wet geluidhinder is het sinds 2004 voor de Drechtsteden (met uitzondering van Alblasserdam) verplicht om eens in de 5 jaar geluidsbelastingkaarten met bijbehorende actieplannen op te stellen. In 2007 en
in 2012 zijn voor de vijf gemeenten geluidsbelastingkaarten vervaardigd en door de gemeenten vastgesteld. Op deze kaarten zijn de geluidscontouren te zien met de gemiddelde geluidsbelasting per gemeente. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de verschillende bronsoorten (wegverkeer, spoorwegverkeer en industrielawaai). In de actieplannen die in 2013 worden opgesteld wordt ingegaan op mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting te verminderen. Ook Alblasserdam heeft uit eigen beweging besloten tot het opstellen van geluidsbelastingkaarten en een actieplan om de geluidsbelasting te verminderen. Tabel 3 laat per gemeente de aantallen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen met een geluidsbelasting (Lden) boven de plandrempel van 65 dB vanwege wegverkeerslawaai zien.
Tabel 3: Woningen met een geluidsbelasting (Lden) boven de plandrempel vanwege wegverkeerslawaai Gemeente
Aantal andere geluidsgevoelige bestemmingen > 65 dB
Aantal woningen > 65 dB
Alblasserdam
356
6
2301
6
Hendrik-Ido-Ambacht
53
0
Papendrecht
15
0
Dordrecht
Sliedrecht
869
7
Zwijndrecht
899
6
4493
25
Drechtsteden totaal
Toelichting: Ondanks het feit dat de huidige kaarten een verhoogd detailniveau kennen ten opzichte van de kaarten uit 2007, wordt benadrukt dat de kaarten nog steeds een indicatief karakter hebben. De op de kaarten gepresenteerde geluidsbelastingen (contouren) geven een eerste indicatie omtrent de leefkwaliteit. De kaarten zijn echter niet nauwkeurig genoeg en niet bedoeld om exact geluidsbelastingen af te leiden voor bijvoorbeeld akoestische doeleinden bij bouwplannen e.d. Dit komt mede omdat gerekend is overeenkomstig een uniforme methode volgens de Europese wetgeving, zodat resultaten uit verschillende landen met elkaar te vergelijken zijn. Deze rekenmethode wijkt enigszins af van de volgens de Nederlandse wetgeving voorgeschreven methode. Lden= gemiddelde over de dag (Day), avond (Evening) en nacht (Night). Onder de genoemde aantallen bevinden zich ook woningen uit de bestaande saneringsvoorraad uit tabel 1.
Er zijn volgens de gevolgde methodiek in 2012 in de Drechtsteden bijna 4.500 woningen met een geluidsbelasting boven de 65 dB. Daarnaast zijn er 25 andere geluidsgevoelige bestemmingen met een geluidsbelasting boven de 65 dB. Onder de genoemde aantallen bevinden zich ook woningen uit de bestaande saneringsvoorraad uit tabel 1.Voor de situaties waarbij de plandrempel van 65 dB overschreden wordt, zullen in de actieplannen mogelijke oplossingen worden beschreven en een kostenbaten analyse gegeven. Voor de maatregelen besluiten de genoemde
20
Drechtsteden zelf per situatie of en zo ja, welke maatregelen in de komende vijf jaar worden getroffen. Die beslissing hangt mede af van de technische, financiële, logistieke en esthetische haalbaarheid. Rijkswaterstaat en Prorail zijn verantwoordelijk voor het beperken en voorkomen van geluidoverlast door wegverkeer op rijkswegen en railverkeer. Daarom hebben ook zij een ontwerpactieplan Geluid opgesteld.
Agenda
Uitvoering van sanering bij woningen Er staat nog een sanering van 360 woningen van de A-lijst op het programma. In 2013-2014 worden (minimaal) 174 geluidsbelaste woningen van de A-lijst via het ISV-programma gesaneerd. Na 2014 resteren naar verwachting dan nog maximaal 186 woningen, ofwel nog 16% van de saneringsopgave. In Dordrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Papendrecht en Zwijndrecht is na 2014 de sanering van de A-lijst naar verwachting geheel afgerond. Om het voor 2013-2014 geplande saneringsdoel (minimaal 174 woningen) te realiseren worden de volgende (deel)projecten opgestart/afgerond: • West-Kinderdijk (afrondende fase), Alblasserdam; • Rijnstraat, Alblasserdam; • Vrieseweg e.o. (afrondende fase), Dordrecht; • Langeweg/Veersedijk (afrondende fase), Hendrik-Ido-Ambacht; • Burgemeester Keijzerweg (afrondende fase), Papendrecht; • Rivierdijk (afrondende fase), Sliedrecht; • Rembrandtlaan, Sliedrecht; • Baanhoek, Sliedrecht; • Dorpsstraat (afrondende fase), Zwijndrecht; • Develsluis, Zwijndrecht. Voor een deel van de nog te saneren woningen van de A-lijst is sprake van een zogenoemde papieren oftewel administratieve sanering. Het betreft een besluitenprocedure waardoor oude ‘weigeraars’ alsnog aanspraak kunnen maken op vergoeding van de kosten van gevelmaatregelen door het rijk. Doen ze dit niet, dan zal de woning na het verstrijken van de formele reactietermijn wettelijk als gesaneerd worden beschouwd. Ook deze operatie zal in 2013-2014 plaatsvinden. Tenslotte zullen in 2013 saneringsprogramma’s worden opgesteld ten behoeve van het indienen van een aanvraag om (aanvullende) subsidie voor de sanering van de woningen van de B-lijsten en de eindmeldingslijsten.
Geluidsbelastingkaarten/actieplannen omgevingslawaai wegverkeer In 2013 zullen de gemeenten actieplannen omgevingslawaai wegverkeer opstellen, waarin zij het beleid voor beperking van geluidsbelasting en de voorgenomen maatregelen moeten beschrijven voor de periode 2013-2018. In de actieplannen van de Drechtsteden zal de nadruk worden gelegd op de geluidsknelpunten die worden veroorzaakt door wegverkeer op wegen in eigendom en/of beheer van de gemeente. Een knelpunt is een situatie waarin het geluid op de gevel de gekozen plandrempel van 65 dB voor wegverkeerslawaai overschrijdt. Voor geluidsbelastingen van 65 dB of hoger gelden namelijk grotere gezondheidsrisico’s. Deze waarde sluit ook aan bij de plandrempel die Rijkswaterstaat voor het wegverkeer over het rijkswegennet heeft gekozen. Gemeenten kunnen de knelpunten op termijn oplossen door bij toekomstig onderhoud aan de hoofdontsluitingswegen geluidarm asfalt te gebruiken. In het beheer- en onderhoudsplan van de gemeentelijke wegen kan een inspanningsverplichting worden opgenomen voor het toepassen van stille wegdekken op de hoofdontsluitingsstructuur. Gestreefd wordt om in de Drechtsteden, via het gebiedsgerichte geluidbeleid, hier gezamenlijk invulling aan te geven. De in het verleden opgestelde gebiedstypering voor de Drechtsteden kan hierbij worden gebruikt. Naast de actieplannen omgevingslawaai hebben de gemeenten een actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit worden veelal veroorzaakt door het verkeer. Deze zullen daarom in een aantal gevallen samenvallen met de in dit actieplan genoemde knelpunten. Het oplossen van een geluidknelpunt kan dus tevens een knelpunt vanuit het actieprogramma luchtkwaliteit oplossen. Het verdient daarom aanbeveling de actieprogramma’s naast elkaar te leggen en waar mogelijk gezamenlijk uit te voeren. In het ontwerp-actieplan omgevingslawaai van de gemeente Dordrecht is bijvoorbeeld gekeken naar bronmaatregelen zoals stiller asfalt, stillere voertuigen en gevelmaatregelen die ervoor moeten zorgen dat de overschrijding bij de geluidbelaste woningen vermindert. De verbetering van luchtkwaliteit en minder geluidsbelasting gaan bij sommige maatregelen -vooral als verkeersintensiteiten afnemen- samen.
21
5 Bodem Het Rijk heeft geld beschikbaar gesteld voor het saneren of beheersen van bodemverontreinigingen. In de regio zijn twee bodemsaneringsprogramma’s, één voor de gemeente Dordrecht en één voor de overige gemeenten van de Drechtsteden. De gemeente Dordrecht is sinds 2003 zelf bevoegd gezag voor planning en uitvoering. Dordrecht heeft daarom een eigen bodemsaneringsprogramma opgesteld. Voor wat betreft de andere gemeenten heeft de provincie Zuid-Holland haar bevoegd gezag taken per 1 januari 2011 overgedragen aan de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). De OZHZ beheert de totale lijst met werkvoorraad spoedlocaties binnen de regio Zuid-Holland Zuid. Het doel van het beleid is het realiseren, behouden en stimuleren van een duurzame bodemkwaliteit en duurzaam gebruik van de ondergrond.
22
Voor wat betreft locaties met (potentieel) ernstige bodemverontreinigingen (afspraken Nationaal Milieubeleidsplan: • in 2030 dient de geïnventariseerde werkvoorraad ernstige bodemverontreinigingen gesaneerd dan wel beheerd te zijn; • 2015: alle locaties met gezondheidsrisico’s zijn aangepakt (gesaneerd of beheerst); • in 2015: alle locaties met ecologische of verspreidingsrisico’s zijn geïnventariseerd.
Activiteiten
Bodembeheernota Halverwege 2010 zijn de Bodembeheernota en Bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Daarmee voldoet de regio aan het Besluit bodemkwaliteit dat tot doel heeft om maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk te maken zonder hierbij de bodemkwaliteit te schaden. De nota is tot stand gekomen in samenwerking met de 19 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid, het Waterschap Hollandse Delta, het Waterschap Rivierenland en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. In de loop van 2011 is dit beleid door de gemeenten vastgesteld. Het voordeel van deze samenwerking is dat vrijkomende grond en baggerspecie gemakkelijker kan worden toegepast in een andere gemeente binnen de regio. Dat in de regio dezelfde regels en procedures gelden, is ook voor marktpartijen een voordeel. Het voorkomt rechtsongelijkheid en vergemakkelijkt de taken van het bevoegd gezag, die daardoor efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Voor de gemeenten kan het een kostenbesparing opleveren, omdat hergebruik volgens de Bodemkwaliteitskaart mogelijk is en niet elke partij grond middels een partijkeuring behoeft te worden onderzocht. Het uitgangspunt van het beleid is dat zoveel mogelijk grond uit de regio ook binnen de regio wordt hergebruikt. Aanpak van spoedlocaties convenant Bodemontwikkelingsbeleid Halverwege 2009 is het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties in het kader van de Wet bodembescherming ondertekend door de ministeries van VROM, LNV en andere overheidspartijen. Hiermee is afgesproken dat de spoedlocaties met risico’s voor de volksgezondheid welke in 2010 in beeld zijn gebracht, uiterlijk in 2015 zijn gesaneerd dan wel beheerst. Voor de spoedlocaties met alleen ecologische- of verspreidingsrisico’s, zonder risico voor de volksgezondheid) moet dit overzicht uiterlijk 31 december 2015 gereed zijn. Dordrecht heeft een werkvoorraad van 68 locaties met een (potentieel) ecologisch of verspreidingsrisico. Daarvan zijn er geen locaties met risico’s voor de volksgezondheid. Binnen de overige Drechtsteden zijn er 23 locaties met een (potentieel) ecologisch of verspreidingsrisico. Daarvan zijn er 9 met een (potentieel) risico voor de volksgezondheid. Onderzoek en aanpak mogelijke verontreinigingen Dordrecht Na archiefonderzoek en oriënterend bodemonderzoek resteerde in Dordrecht nog 128 locaties waar nader bodemonderzoek noodzakelijk was.
Als resultaat van het nader bodemonderzoek in 2012 kon deze lijst teruggebracht worden naar 68 locaties. In 2012 wordt op 48 van deze locaties nog aanvullend bodemonderzoek verricht in opdracht van de gemeente Dordrecht en onder coördinatie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Naar verwachting blijft slechts een kleine hoeveelheid locaties over met een risico voor de ecologie of verspreiding die voor 2015 inzichtelijk moeten zijn en waar de risico’s waar mogelijk in 2015 moeten zijn beheerst. Het betreft voornamelijk locaties waarvan de gemeente geen eigenaar is en waar ze afhankelijk is van acties van de eigenaar.
Inspiratieboek en Atlas van Dordrecht Tot nu toe werd voor wat betreft ondergrond vooral gekeken of de bodem verontreinigd is en wat de gevolgen daarvan zijn voor de uitvoerbaarheid van een bouwplan. Het bodemonderzoek leidt nogal eens tot vertraging, hoge kosten of onduidelijkheid over de uitvoering van het plan. Op deze manier is er vooral aandacht voor negatieve aspecten van de ondergrond. Met het uitkomen van het inspiratieboek en atlas van de ondergrond van Dordrecht is dit verleden tijd. Het inspiratieboek gaat in op de kansen die benut kunnen worden wanneer de ondergrond direct al vanaf het ruimtelijke ontwerp meegenomen wordt.
Het atlasgedeelte bevat kaarten van een aspect van de ondergrond met een beschrijving van beschikbaarheid en gebruik. Het gaat bijvoorbeeld om de geologie en grondsoort, kaarten over de sporen van de menselijke geschiedenis in de ondergrond. Kaarten over de bodem, waterkwaliteit en grondwaterstand. En daarnaast ook kaarten over de geschiktheid van de ondergrond voor bodemenergie, kaarten over ondergronds ruimtegebruik en bovengronds ruimtegebruik met invloed op de ondergrond en ruimtegebruik. Men kan daarbij denken aan: stadswarmte/restwarmte, kabels en leidingen, funderingen, tunnels en parkeergarages, ondergrondse containers en bodemgebruik. Het boek is een belangrijke informatiebron voor iedereen die zich bezig houdt met toekomstige ontwikkelingen.
23
Tabel 4: Overzicht werkvoorraad spoedlocaties Drechtsteden Gemeente
verontreinigde locaties
Dordrecht
waarvan met een (potentieel) humaan risico
ISV-budget toegekend
68
0
nvt
Alblasserdam
3
1
0
Hendrik-Ido-Ambacht
5
3
2
Papendrecht
1
1
0
Sliedrecht
6
3
2
Zwijndrecht
8
1
1
91
9
5
Drechtsteden totaal Bron: Omgevingsdienst ZHZ en gemeente Dordrecht
Voorbereiden en uitvoeren saneringen In 2011 en 2012 zijn ondermeer de volgende Dordtse locaties onderzocht, dan wel gedeeltelijk gesaneerd: Stadswerven, Van Neurenburgpad 2-4 en de Wieldrechtse Zeedijk. Voor de herontwikkeling van Noordeinde en Noordoevers in Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht vond in 2011 en 2012 onderzoek plaats naar de aanwezige verontreinigingen. Mogelijk vindt in een later stadium sanering plaats. Plan van aanpak en budgetraming voor activiteiten na 2015 In 2011 en 2012 zijn alle locaties waar periodieke nazorg wordt uitgevoerd door de gemeente Dordrecht onder de loep genomen om na te gaan of het pakket aan nazorgmaatregelen kan worden afgebouwd of dat nazorg eventueel geheel kan worden gestopt. Vanaf 2015 zal geen budget voor nazorg meer beschikbaar worden gesteld aan gemeenten en dienen de gemeenten dit zelf te financieren. Voor alle locaties binnen Dordrecht en de Drechtsteden wordt daarom voor 2013 een plan van aanpak en budgetraming gemaakt voor activiteiten na 2015. Sanering van vervuilde locaties In 2013 wordt gewerkt aan de sanering van enkele grote locaties, zoals: • Stadswerven te Dordrecht; • Woongedeelte Wieldrechtse Zeedijk te Dordrecht; • Noordeinde te Hendrik-Ido-Ambacht; • Noordoevers Hendrik-Ido-Ambacht/Zwijndrecht. Beleid opstellen voor toepassing van bodemenergieprojecten De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid zal het voortouw nemen om een regionaal beleid op te gaan stellen voor de toepassing van bodemenergieprojecten, zoals Warmte Koude Opslag.
24
Agenda
Uitvoeren nadere onderzoeken en saneringen Begin 2013 zal een overzicht beschikbaar zijn van locaties met een daadwerkelijk risico voor de volksgezondheid (humaan risico) en dient inzichtelijk te zijn welke kosten voor rekening van de overheid komen. Voor die tijd dienen nadere onderzoeken te zijn uitgevoerd en middels het uitvoeren van juridische toetsen duidelijk te worden of en bij wie kosten kunnen worden verhaald. In 2013 zal een start worden gemaakt met het voorbereiden van saneringen voor locaties waarvoor de overheid verantwoordelijk is. Locaties waar derden aan zet zijn, zullen door de Omgevingsdienst worden gestimuleerd om benodigde onderzoeken en saneringen uit te voeren, eventueel met inzet van het juridisch instrumentarium. Locaties met een (potentieel) ecologisch of verspreidingsrisico zullen verder worden onderzocht. Voor locaties met een ecologisch risico kan mogelijk middels een maatschappelijke afweging worden bekeken of het risico daadwerkelijk zo groot is dat (sanerings)maatregelen noodzakelijk zijn. Voor dit deel van de werkvoorraad dient voor 2015 inzichtelijk te zijn welke locaties door de overheid gesaneerd dienen te worden en welke kosten hiermee gepaard gaan.
25
6 Water De Drechtsteden liggen op een knooppunt van waterwegen. Zee en rivieren ontmoeten elkaar in de Drechtsteden. De regio kent ook getijden. De binnendijkse gebieden genieten bescherming van stormvloedkeringen en dijken. De regio werkt ook aan de bescherming van de buitendijkse gebieden. Dit is nodig, omdat de stijging van de zeespiegel, hoog water in de rivieren en het dalen van dijken en polders risico’s met zich meebrengen. Voor de langere termijn is de waterveiligheid in de Drechtsteden een belangrijke opgave. Voor het eiland van Dordrecht en voor de Alblasserwaard moeten we rekening houden met aanzienlijke waterveiligheidsopgaven in de toekomst. Goede oplossingen voor het waterveiligheidsvraagstuk zijn essentieel voor de economische concurrentiepositie en ruimtelijke kwaliteit van de gemeenten in de regio. Tegelijkertijd biedt deze opgave ook kansen voor kwaliteitsverbetering.
26
De Drechtsteden kunnen ‘water’ nog meer dan nu een goede rol laten spelen bij in de (stedelijke) ontwikkeling van de regio. Het doel is om Water als thema meer onder de aandacht te brengen door: • de kwaliteit van water in de regio beter te benutten; • eenduidigheid en sturing brengen in aanpak (gezamenlijk optrekken naar anderen); • opgedane kennis verspreiden en toepassen; • Drechtsteden laten meer zien wat er is en wat ontwikkeld is.
Activiteiten
De voornaamste stappen die gezet zijn: Wateragenda 2010-2014 De Wateragenda 2010-2014 is eind 2010 bestuurlijk vastgesteld. De Wateragenda is met name een netwerkagenda. Er wordt ingezet op samenwerking en kennisuitwisseling. Waterforum Drechtsteden Via de bijeenkomsten die door het Waterforum Drechtsteden zijn georganiseerd heeft ambtelijke kennisuitwisseling plaats gevonden. In het Waterforum komen gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en Bureau Drechtsteden samen voor uitwisseling en afstemming. Kennis wordt verder verspreid via NME-activiteiten, in samenhang met het Waterarrangement Drechtsteden. Het Waterarrangement Drechtsteden is een verbreding van het project Waterzigt, dat door Weizigt samen met de gemeente Dordrecht en waterpartners waterschap Hollandse Delta, waterbedrijf Evides en Rijkswaterstaat is opgezet. De gemeenten in de regio werken samen op het gebied van kennis wanneer dit meerwaarde oplevert. De regio streeft er naar dat kennis die lokaal is ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld bij buitendijkse woningbouwprojecten, regionaal benut kan worden. Deelname aan Deltaprogramma De Drechtsteden worden centraal vertegenwoordigd in het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Mare Kennisontwikkeling over omgang met hoog water in stedelijk gebied. Het onderzoekstraject Mare richt zich op kennisontwikkeling waarbij steden leren om te gaan met de veranderende overstromingsrisico’s als gevolg van klimaatverandering. Belangrijk in het kennisproject is het feit dat steden moeten leren omgaan met de onzekerheid van de klimaatveranderingen (zie ook: www.mare-project.eu). De partnersteden zijn Bergen (NO), Hannover (D) en Sheffield en Rottherham (UK). De gemeente Dordrecht is initiator en leider van het Europese MARE project.
Agenda
Uitvoeren nadere onderzoeken en saneringen Kennis uitwisselen De Drechtsteden zetten actief in op kennisuitwisseling. Complexe wateropgaven vragen om kennisuitwisseling. Kennisuitwisseling tussen gemeentelijke ambtenaren, en met deskundigen buiten de regio. Overheden en bedrijven ontwikkelen veel kennis over wateropgaven. Maar, vaak is deze kennis nog versnipperd en vindt er weinig uitwisseling plaats. Een totaalbeeld ontbreekt. De Drechtsteden verwachten dat er meerwaarde kan ontstaan door intensievere kennisuitwisseling. Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden Het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden, onderdeel van het Nationaal Deltaprogramma, is een belangrijke ontwikkeling waar de belangen van de regio Drechtsteden actief worden ingebracht. De Drechtsteden worden centraal vertegenwoordigd in het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Het Deltaprogramma verkent onder leiding van de Deltacommissaris wat de lange termijn gevolgen zijn van klimaatverandering op de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening in Nederland, en hoe deze gevolgen kunnen worden opgevangen. Het Deltaprogramma bestaat uit zes deelprogramma’s. Rijnmond-Drechtsteden is een van de zes deelprogramma’s. Het Deltaprogramma richt zich op ‘strategische Deltabeslissingen’, die uiteindelijk door het kabinet zullen worden genomen. Voor de regio zijn de belangrijkste Deltabeslissingen over de Rijn-Maasdelta: hoe kan het water uit de rivieren Rijn en Maas veilig naar zee stromen?, wat moet de bescherming tegen de zee zijn?, hoe kan de zoetwatervoorziening zo betrouwbaar mogelijk gemaakt worden? Er wordt stapsgewijs toegewerkt naar een Deltabeslissing in 2014. Dit proces ziet er als volgt uit: In 2013 wordt er gewerkt aan kansrijke strategieën. De input hiervoor komt uit de aangescherpte probleemanalyse voor RijnmondDrechtsteden, de beschrijving van de mogelijke strategieën en het aanleveren van gebiedskennis door de gemeenten.
27
7 Energie Het klimaat verandert. Dit is een mondiaal vraagstuk waar ook de Drechtsteden mee te maken hebben. Klimaatverandering wordt onder andere veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2. Dit komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. De regio wil een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2 uitstoot. De regio vindt het belangrijk om versneld over te schakelen naar duurzame en toekomstvaste energievoorziening. De maritieme regio Drechtsteden is namelijk een energie-intensieve regio die momenteel afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Deze afhankelijkheid maakt de regio gevoelig voor speculatie, schaarste en geopolitiek. Een duurzame energievoorziening kent stabielere energietarieven (investeringskosten en onderhoudskosten zijn vooraf bekend) en is op termijn goedkoper.
28
Door te investeren in energiezuinige gebouwen, bedrijven en producten, vergroten de Drechtsteden haar concurrentiepositie en dragen zij bij aan een robuuste en vitale samenleving in de Drechtsteden. De bijdrage die de Drechtsteden willen leveren aan de energietransitie is uitgewerkt in het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013. De Drechtstedengemeenten (met uitzondering van Alblasserdam) hebben het Energieprogramma vastgesteld. In het programma zijn de energiedoelstellingen van de regio vastgelegd. Voor de uitvoering van het programma ontvangen de gemeenten van de Rijksoverheid een financiële bijdrage, een SLOK-uitkering. SLOK staat voor Stimuleren van Lokale Klimaatinitiatieven.
Conform Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011: • 2% energiebesparing per jaar • 20% duurzame energie in 2020 • Dordrecht heeft gekozen voor een hogere ambitie: 3% energiebesparing per jaar en 5% duurzame energie in 2013; klimaatneutraal in 2050. Ook Sliedrecht heeft als doelstelling neergelegd om klimaatneutraal te worden.
Activiteiten
1. Routekaart Drechtsteden De Drechtstedengemeenten hebben samen met HVC de Routekaart Drechtsteden opgesteld. De Routekaart geeft een kwantitatieve inschatting van de bijdrage die de verschillende maatregelen voor energiebesparing en duurzame energie kunnen hebben voor de regionale energiedoelstellingen voor de periode 2012-2015 met een doorkijk naar 2020. Anders gezegd, de Routekaart schetst de mogelijkheden die de Drechtsteden hebben voor energiebesparing en duurzame energie. De Routekaart Drechtsteden presenteert een realistisch pakket maatregelen voor de korte termijn.
Hierbij wordt nadrukkelijk aangesloten bij de regionale duurzaamheidsambities. De Routekaart bevat ook specifieke lokale maatregelen, zoals de zonneweide in Zwijndrecht en de plaatsing van windmolens in Alblasserdam en Dordrecht. 2. Regionale Duurzaamheidsambities De totale regionale energieopgave (opgave gekoppeld aan de duurzaamheidsambitie) is in 2015 een besparing van 1586 TJ. De gekozen maatregelen voorzien in een besparing van 1587 TJ (zie figuur 6 en tabel 5): Figuur 6: Overzicht bijdrage energiebesparing en duurzame energie Regio Drechtsteden 2015 Doelstelling Maatregelen 1500 1000 500 0
Tabel 5: Overzicht bijdrage aan doelstelling per gekozen maatregel
Besparing
Duurzame energie
Doelstelling Resultaat gekozen maatregelen
1.586 TJ 1.587 TJ
TJ
(% doel stelling)
18
1%
5.800
huishoudens (van de 116597) besparen energie door gedragsaanpassing
250
elektrische auto’s in Regio Drechtsteden
7.600
6
1%
van de 38288 corporatiewoningen 2 labels verbeterd
196
16%
168
14%
6.500
van de 64388 particuliere woningen 2 labels verbeterd
650
Duurzame warmtevoorziening woningen
5
Duurzame warmtevoorziening kantoren (in procenten)
7
1%
34
3%
0,64
Duurzame collectieve warmtevoorziening “kralen” (projecten met prioriteit)
287
23%
10,0
% energiebesparing bedrijven (commerciëlle en niet-comm. dienstverlening)
251
20%
210
17%
1
Warmtelevering DuPont (ja=1, nee=0)
Resterende opgave energiebesparing
7
Windturbines op land (á 3 MW)
53
4%
166
47%
-
Kleine windturbines
0
0%
-
MW Wind op zee op eigen kosten gemeente
0
0%
160
45%
1
Wind op zee via aandeelhouderschap HVC
20.000
m2 zonneweide
8
2%
15.000
m2 zon op het totaal aan 30000 m2 gemeent. Gebouwen
6
2%
2.330
woningen van de 116597 woningen met zonnecellen
9
3%
1
Duurzame energie uit snoeihout (ja=1, nee=0)
6
2%
1
Duurzame energie uit afvalhout (ja=1, nee=0)
22
6%
1
vergisting GFT (ja=1, nee=0)
32
9%
Resterende opgave duurzame energie
-53
-15%
Bron: Bijlage Routekaart Drechtsteden
29
De regionale duurzaamheidsambties zijn uitgewerkt in projectvoorstellen: voor campagne energiebesparing bestaande woningen; zonnepanelen voor particulieren; zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. 3. Samenwerkingsovereenkomst Warmtelevering Drechtsteden Gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars hebben in maart 2012 een overeenkomst getekend om samen aan de slag te gaan met duurzame warmtevoorziening in de Drechtsteden. Cor Knobbe
Persbericht
Overheden en bedrijven in de Drechtsteden slaan handen ineen voor een duurzame warmtevoorziening. In tijden waarin het steeds lastiger is om duurzame energie-infrastructuren te realiseren is het in de Drechtsteden gelukt om met meerdere partijen stappen te zetten naar een duurzame warmtevoorziening. De provincie Zuid-Holland, HVC, de Drechtsteden gemeenten (Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht, Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht) zijn met vijf lokale woningcorporaties (Trivire, Tablis Wonen, Woonbron, Woonkracht10 en Rhiant) en twee projectontwikkelaars (ABB en ROMD) op 6 maart 2012 een overeenkomst aangegaan om samen op lokaal niveau woningen, winkels en bedrijven van duurzame warmte te voorzien. Aan weerszijden van de rivieren gaan gemeenten, corporaties en projectontwikkelaars aan de slag in een zogenaamde kralenstrategie. Straten, wijken en bedrijfsgebouwen worden aangesloten op een duurzame warmtevoorziening op lokaal niveau, zoals Warmte-Koude Opslag. In de samenwerkingsovereenkomst zijn 6 kralen benoemd die op de korte termijn gerealiseerd kunnen worden, met name Volgerlanden-Oost in Hendrik-Ido-Ambacht, Constantijn Huygenslaan in Papendrecht, het Restwarmtenet Dordrecht en Burgemeester Winklerplein in Sliedrecht, Nedstaal-Oceanco in Alblasserdam en Groote Lindt in Zwijndrecht.
30
Op termijn worden deze kralen uitgebreid en aan elkaar geregen tot lokale warmtenetten die met elkaar gekoppeld kunnen worden tot 1 regionaal warmtenet. Misschien dat aansluiting op het warmtenet van Rotterdam zelfs mogelijk wordt. Door een groot net kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd en kan echte marktwerking plaatsvinden. Duurzame warmte zorgt voor tot 50% aan CO2 besparing vergeleken met het gebruik van aardgas. Als alle kralen in de Drechtsteden aan elkaar worden geregen, wordt het equivalent van ongeveer 25.000 woningen voorzien van duurzame warmte en koude. Daardoor wordt 36.000 ton CO2 per jaar bespaard, gelijk aan de jaarlijkse CO2 uitstoot van 16.000 auto’s, of het installeren van 32 windturbines. In tijden van crisis proberen corporaties stabiliteit en zekerheid voor huurders te realiseren. Omdat de prijs van gas de komende jaren naar verwachting sterk zal stijgen, kunnen huurders met duurzame warmte hun energiekosten in de hand houden. Ook zorgt de warmtevoorziening voor extra werkgelegenheid en bedrijvigheid in de regio, een van de redenen voor de provincie Zuid-Holland om actief te participeren.
Agenda
Bij de uitvoering van het Energieprogramma Drechtsteden zijn diverse regionale en gemeentelijke organisatieonderdelen betrokken. De uitvoering ligt daarom deels in handen van de regio en deels in handen van de gemeenten. De rol van de regio in onderstaande projecten en maatregelen is vooral faciliterend en stimulerend. 1. Campagne Energiebesparing Bestaande Woningen In 2013 start in samenwerking met de Energiecoörperatie Dordrecht de campagne Energiebesparing Bestaande Woningen. 2. Collectieve inkoop zonnepanelen voor burgers In februari 2013 start de communicatiecampagne rondom de collectieve inkoop van zonnepanelen.
De Drechtsteden bekijken per branche welke afspraken er met bedrijven en instellingen kunnen worden gemaakt over energiebesparing en duurzame energie. Zo is er al een convenant met supermarkten over betere isolatie van de koelvitrines en zijn er afspraken gemaakt met zorginstellingen over het nemen van uiteenlopende energiebesparende maatregelen. De gemeenten geven zelf het goede voorbeeld door zonnepanelen te plaatsen op daken van gemeentelijke gebouwen. Ook worden negen gemeente- en regiokantoren onderworpen aan een energiescan. Ook inwoners van Dordrecht en in 2013 en 2014 de rest van de regio kunnen voor 25 euro een energiescan laten maken. Om het voor huiseigenaren aantrekkelijk te maken om zonnepanelen op hun dak te plaatsen, wordt er gewerkt aan een systeem om collectief, en dus goedkoper, panelen te kunnen inkopen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu brengt jaarlijks een monitor uit waarin de CO2 emissies per gemeente voor zover centraal beschikbaar zijn, worden gemonitord.
3. Zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. Er worden drie modellen verkend, waaronder het model van de Energiecoörperatie Dordrecht en het HVC-model dat wordt toegepast in Zwijndrecht. Voor het derde model worden gesprekken gevoerd met andere aanbieders uit de markt. Uiteindelijk kunnen gemeenten een keuze maken uit de drie modellen. 4. Verduurzamen Bedrijven en Bedrijventerreinen • Er wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin aangegeven wordt hoe de regio en gemeenten bedrijven, belangen- en koepelorganisaties willen stimuleren en faciliteren tot intensivering van energiebesparing, duurzame energieopwekking en duurzame mobiliteit, alsmede het verduurzamen van bedrijfsterreinen. • Energiebeparing Wet Milieubeheer: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid richt zich op grootverbruikers en branches, onder meer supermarkten, zorginstellingen, voortgezet onderwijs. • Bijeenkomsten platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
5. Warmtenet Drechtsteden • Restwarmtenet Drechtsteden (aanleg in Dordrecht gestart); • Er vindt een haalbaarheidsstudie restwarmtelevering Nedstaal. plaats 6. Interne Duurzaamheid Er vindt een energiebesparingsonderzoek plaats bij in totaal negen gemeente- en regiokantoren.
31
8 Groen De Drechtsteden streven naar een aantrekkelijk woon-en werkklimaat. Groen vormt daarin een belangrijk onderdeel. De regio heeft daarom de ambitie uitgesproken om een groenblauw netwerk te realiseren. Deze ambitie is opgenomen in het ‘Uitvoeringsprogramma Groenblauw netwerk Drechtsteden 2012-2016’. Het groenblauw netwerk kent vier iconen, namelijk het Regiopark Merwedezone, de Nieuwe Dordtse Biesbosch, het Park Deltapoort en de Sophiapolder. De groenprojecten in de Drechtsteden die worden uitgevoerd door gemeenten, waterschappen en recreatieschappen hebben als doel om de kwaliteit en samenhang in het groenblauwe netwerk te verbeteren.
32
De economische waarde en potentie van de vier iconen kunnen namelijk nog beter worden benut, als deze met elkaar zijn verbonden. Naast de groen/recreatieve projecten betekent dit dat het programma zich met name richt op ecologische en recreatieve verbindingen tussen de stad en de landschappen en tussen de landschappen onderling.
Activiteiten
Het ‘Uitvoeringsprogramma Groenblauw netwerk Drechtsteden 2012-2016’ kent vele projecten. De Drechtsteden hebben de afgelopen periode ingezet op realisatie van projecten. Hierbij is rekening gehouden met nieuwe beleidsontwikkelingen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals de financiële crisis.
De meest opvallende verandering op financieel gebied is de bezuinigingstaakstelling van de Rijksoverheid op de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en de Recreatiegebieden (Recreatie om de Stad). De bezuinigingen hebben geleid tot aanpassingen in de projectplannen van de iconen Park Deltapoort en de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Het merendeel van de projecten uit het Uitvoeringsprogramma loopt. Indien mogelijk zijn de projecten gekoppeld aan één van de iconen. De stand van zaken van de vier iconen van het Groenblauw netwerk: 1. Regiopark Merwedezone: Visie gereed 2. Nieuwe Dordtse Biesbosch: Op schema, projecten in uitvoering 3. Park Deltapoort: Op schema, projecten in uitvoering 4. Sophiapolder: Gerealiseerd • Het Uitvoeringsprogramma Groenblauw netwerk Drechtsteden is in rMJP 2012 opgenomen. Diverse projecten zijn ook in de Provinciale Groenagenda opgenomen.
Sophiapolder is geopend
In juni 2012 is Natuureiland Sophiapolder geopend. Dit eiland in de Noord bij Hendrik-Ido-Ambacht is omgevormd tot een nieuw natuurgebied voor mensen, planten en dieren. De Sophiapolder krijgt als zoetwatergebied te maken met een grotere invloed van eb en vloed, waardoor bijzondere natuur zich kan ontwikkelen. De Sophiapolder is een belangrijke schakel in de ecologische verbindingszone 70, die de Hoeksche Waard via Deltapoort met de Alblasserwaard verbindt. Met de inrichting van de Sophiapolder is een aantrekkelijk recreatiegebied middenin de Drechtsteden ontstaan. Om de Sophiapolder nog beter te laten functioneren als trekpleister, zijn extra maatregelen nodig op het gebied van beleving en bereikbaarheid. De mogelijkheden van een aanvullend Waterbussysteem worden verkend. Op de Sophiapolder kan horeca de aantrekkelijkheid van het gebied vergroten. De ervaringen uit het project duurzaam toerisme is ‘Estuary Parks’ kunnen mogelijk inspirerend zijn voor dergelijke initiatieven.
• Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hebben ingestemd met subsidie aan elf projecten in het gebied tussen Rotterdam en Dordrecht. Deze zogenaamde Quick Win-projecten, gekoppeld aan het icoon Park Deltapoort, staan voor verbetering van de groene inrichting, recreatieve verbindingen zoals ruiterpaden en fietspaden, wandelpaden, speelvoorzieningen en een zwemstrand in het projectgebied Deltapoort. Momenteel zijn de meeste Quick Win-projecten in uitvoering. Inhoudelijk gezien is er de afgelopen periode een verandering opgetreden in de manier waarop er naar de recreatieopgaven wordt gekeken. De aandacht gaat nu veel meer uit naar de bereikbaarheid en ontsluiting van de buitengebieden in hun huidige functie in plaats van de transformatie naar dure hectares groen. Ook de rol van de overheid verandert. Steeds meer is er samengewerkt met marktpartijen. De (regionale) overheid heeft een meer faciliterende rol gekregen. In het kader van de projecten Deltapoort en de Nieuwe Dordtse Biesbosch zijn dialogen gestart met marktpartijen.
Agenda
In de periode 2013-2016 wordt er gewerkt aan verdere realisatie van het Groen blauw netwerk in de Drechtsteden. De bezuinigingen van de Rijksoverheid op de uitgaven voor inrichting en beheer én de decentralisatie van groentaken naar de provincie, hebben gevolgen voor de rolneming van de regio en gemeenten. De regio zal, vanuit de groenblauwe ambitie, scherpe keuzes gaan maken voor de komende periode. In overleg met de gemeenten werkt de regio aan een nieuwe strategie voor realisatie en beheer van het groen in de Drechtsteden. Focus en prioritering zijn ook in de komende periode sleutelbegrippen. De lopende projecten worden hierbij uiteraard gerespecteerd. Een aantal projecten zijn geborgd in het Uitvoeringsprogramma Groen 2013 van de provincie Zuid-Holland.
“De Drechtsteden streven naar een aantrekkelijk woon- en werkklimaat voor huidige en toekomstige generaties. Groen draagt daar in belangrijke mate aan bij. Daarom is investeren in groen belangrijk”, aldus regionaal portefeuillehouder voor groen, Sjoerd Veerman 33
9 Duurzaam bouwen en duurzaam ondernemen Een gezamenlijke inzet van overheid, maatschappelijke bedrijven en consumenten is nodig om milieuproblemen aan te pakken en verbeteringen te bereiken in het leefklimaat. Dat geldt bijvoorbeeld voor het investeren in nieuwe duurzame materialen, duurzame energie of duurzame mobiliteit. Bedrijven kunnen bijdragen door duurzamer te bouwen en duurzamer te ondernemen. Met de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw stimuleren de Drechtsteden dat opdrachtgevers en ontwikkelaars de nieuwbouw zo duurzaam mogelijk ontwerpen en uitvoeren op gebied van milieu, energie, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. De doelstelling van het Bedrijvenplatform MVO Drechtsteden is het stimuleren van duurzaam denken en handelen bij het bedrijfsleven in de Drechtsteden.
34
Activiteiten
Duurzaam bouwen Drechtsteden besteedt al geruime tijd aandacht aan duurzaam bouwen. Tot voor kort speelden de checklist Duurzaam Bouwen Nieuwbouw en Kwaliteitseisen Nieuwbouw Drechtsteden daarin een centrale rol. Om beter aan te sluiten bij landelijke ontwikkelingen en meer samenhang aan te brengen in de eisen en wensen vanuit verschillende invalshoeken, zijn deze checklists vervangen door de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Gebouw GPR 4.0. GPR is een meetinstrument dat de kwaliteit van een gebouw op meetbare manier in beeld brengt op de gebieden: milieu, energie, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.
In het eerste jaar (van september 2011 tot mei 2012) zijn twaalf projecten met de GPR Gebouw getoetst, met daarin 36 deelprojecten. Vijf van de deelprojecten scoorden onvoldoende, dat wil zeggen onder het minimaal aantal afgesproken punten. De overige 31 scoorden conform het gekozen ambitieniveau van de regio.
Tijdens de Woondag Drechtsteden 2012 heeft Woningstichting Trivire een prijs ontvangen voor de hoogste GPR score voor haar project Zuiderpoort in Dordrecht. GPR is een systeem om een gebouw te beoordelen op het gebied van energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. De woningen in Zuiderpoort hebben bijzondere kwaliteiten. Ze zijn sociaal veilig, toekomstgericht, hebben een goede toegankelijkheid en zijn comfortabel. De woningen worden aangesloten op het warmtenet van HVC. Ze worden voorzien van vloerverwarming, zijn energiezuinig en bij de bouw wordt gebruik gemaakt van duurzame materialen. De toekomstgerichtheid blijkt uit het feit dat de woningen onder meer geschikt zijn voor mensen in een rolstoel. Andere goed scorende projecten in de Drechtsteden zijn Nassau aan de Singel, Dr. Schaepmanstraat en Stormhoek in Dordrecht, Havenkwartier in Sliedrecht, Dorpsstraat in Heerjansdam en de Koninginneweg in Zwijndrecht.
Duurzaam ondernemen Duurzaam ondernemen, ook wel maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) genoemd, is niet alleen van belang vanuit het oogpunt van het milieu. Duurzaam ondernemen is ondernemen waarbij evenwicht bestaat tussen economische, sociale en milieubelangen. “People, Planet, Profit”. De Drechtsteden stimuleert bedrijven om duurzaam te ondernemen. Halverwege 2008 is gestart met een pilot op bedrijventerrein Groote Lindt/De Geer in Zwijndrecht. In 2012 is door het Duurzaamheidscentrum Weizigt een platform opgericht voor bedrijven uit de Drechtsteden. Doelstelling van het platform is de stimulering van duurzaam denken & handelen bij de bedrijven. In 2012 zijn drie bijeenkomsten over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gehouden. Bekende sprekers gaven inspiratie.
Begin 2012 is het Bedrijvenplatform MVO Drechtsteden gelanceerd. Het bedrijfsleven uit de Drechtsteden kwam massaal naar Duurzaamheidscentrum Weizigt om gastsprekers Willem Lageweg (Directeur MVO Nederland) en Cora Jongenotter (MVO Manager van VORM) te zien en te horen. De doelstelling van het Bedrijvenplatform MVO Drechtsteden is het stimuleren van duurzaam denken en handelen bij het bedrijfsleven in de Drechtsteden. Het Bedrijvenplatform MVO Drechtsteden heeft de volgende functies: het verbinden van bedrijven met MVO-ambities, het delen van praktijkervaringen en het informeren over actuele ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Tijdens de tweede bijeenkomst gaf duurzaamheidsexpert Pierre Hupperts (Oxfam Novib, The Body Shop, IDH, the Terrace) de zaal via praktijkcases inzicht in hoe bedrijven succesvol duurzaam kunnen ondernemen. Kern van zijn verhaal is dat vele bedrijven die voor duurzaam gaan, ondanks de recessie, prima omzetcijfers behalen. Belangrijk is wel dat de bedrijven hun duurzaamheidsbeleid in een korte, krachtige boodschap formuleren voor zowel het eigen bedrijf als de buitenwereld. Daarnaast zijn enkele MVO-werkgroepen van deelnemende bedrijven gestart.
Agenda
Nieuwe ontwikkelingen op het vlak van duurzaam bouwen zijn: • ervoor zorgen dat de GPR richtlijn voor alle nieuwbouwprojecten wordt ingevuld; • Cradle to Cradle; • Klimaatbestendig bouwen (zie daarvoor hoofdstuk Water). In 2013 zal het Bedrijvenplatform MVO Drechtsteden definitief vorm gaan krijgen. Er worden kennisavonden en een bedrijvencarrousel met een aantal duurzame koplopers georganiseerd. Bedrijven kunnen via de bedrijvencarrousel ervaringen uitwisselen, bijvoorbeeld over energiebesparing, duurzame energie, LED-verlichting, duurzaam vervoer en andere duurzame maatregelen. In 2013 wordt een plan van aanpak verduurzamen bedrijven en bedrijfsterreinen opgesteld.
35
Ik hoor en ik vergeet Ik zie en ik onthoud Ik doe en ik begrijp Confucius
10 Natuur- en milieueducatie Duurzaamheidscentrum Weizigt verzorgt voor vijf van de zes Drechtsteden educatieve programma’s. Hierbij wordt aangesloten bij thema’s uit het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015: Klimaat, Energie, Water, Groen en Duurzaamheid. De programma’s zijn bestemd voor het primair en voortgezet onderwijs, maar in toenemende mate ook gericht op samenwerking tussen gemeenten, corporaties, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers. Het doel van natuur- en milieu-educatie is het stimuleren van duurzaam denken en handelen bij inwoners van de Drechtsteden in het algemeen en leerlingen primair onderwijs en voortgezet onderwijs in het bijzonder.
36
Activiteiten
Opening nieuwe Stadsboerderij met voorbeelden van duurzame toepassingen In 2011 is de nieuwe Stadsboerderij geopend. Deze kent een aantal duurzame toepassingen op het gebied van energie, water en afval. Zoals het groene dak, dat isoleert en hemelwater opvangt wat vervolgens hergebruikt wordt. De stadsboerderij is daarmee op zichzelf een educatief voorbeeld van duurzame toepassingen. Lessen voor primair en voortgezet onderwijs worden hier verzorgd en informatiepanelen lichten bezoekers uit de regio in. Het aantal bezoekers van Duurzaamheidscentrum Weizigt is met de komst van de nieuwe Stadsboerderij verdrievoudigd ten opzichte van de voorgaande jaren tot 167.000 in 2011 en 145.000 in 2012.
Daarvan nemen per jaar gemiddeld 20.000 kinderen en volwassenen deel aan de educatieve programma’s van Weizigt. Weizigt stimuleert gedragsverandering door het organiseren van ontmoeting en interactie tussen doelgroepen. Te denken valt aan diverse bijeenkomsten over duurzaamheid zoals die van het Platform Duurzaamheid en over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Energieke scholen Na een pilot in 2010 is het programma Energieke Scholen aangeboden aan alle scholen van de Drechtsteden. Met Energieke Scholen doen leerlingen van de bovenbouw van het primair onderwijs onderzoek naar energiebesparing, duurzame energie en een gezond binnenklimaat op de eigen school. Leerlingen presenteren hun verbeterpunten aan school en soms ook aan bestuurders en ambtenaren van de gemeente. Inzetten op gedrag levert een flinke energiebesparing op en een gezonder binnenklimaat. Door aan dit project vervolgmaatregelen te koppelen (duurzaam bouwen, energiebesparing, ventilatie, etc.), wordt gestreefd naar extra energiebesparing. Per school kan er hierdoor 10% op de gasrekening en 20% op de elektriciteitsrekening worden bespaard.
Waterarrangement Met subsidie van Agentschap NL is in 2010 het Waterarrangement Drechtsteden van start gegaan. Bij het Waterarrangement waren het Waterschap Hollandse Delta, Evides Waterbedrijf, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, de gemeente Dordrecht en de Drechtstedengemeenten betrokken (met uitzondering van Sliedrecht). Uiteindelijk doel was het vergroten van de bewustwording van de inwoners van de Drechtsteden met het thema water. Zoals zuinig omgaan met water, bewustworden van de nadelige effecten van klimaatverandering op de waterhuishouding in Nederland en de positieve mogelijkheden van waterrecreatie. Inmiddels is de samenwerking sinds 2012 gecontinueerd onder de naam Watereducatie Drechtsteden met Waterschap Rivierenland als nieuwe partner. Projecten • Waterprogramma voor de scholen • Waterfietstocht Drechtsteden – Kinderdijk • Watersponsorloop • Tentoonstelling “Zicht op Water” • Symposium Duurzaam omgaan met water • Het educatieve schip “de Watervlo” De watersponsorloop is een landelijke actie van Aqua for All en wordt jaarlijks gehouden. Leerlingen lopen 6 km met 6 liter water en worden zo bewust van het belang van goed water in hun leefomgeving en schoon drinkwater. In 2011 waren er 350 deelnemende leerlingen van scholen uit Dordrecht en Zwijndrecht, in 2012 410. Doelgroepen Het Waterarrangement Drechtsteden beoogde de volgende doelgroepen te bereiken: • Bewoners Drechtsteden • Primair onderwijs • Voortgezet onderwijs • Bestuurders (Drechtstedengemeenten)
Wethouder Harry Wagemakers van de gemeente Dordrecht reikte een cheque uit aan de basisscholen Dubbeldam en De Driehoek. De scholen namen de cheque in ontvangst namens alle deelnemers van het project Energieke Scholen. Voor dit project gingen basisschoolleerlingen aan de slag met energie en binnenmilieu om hun schoolgebouw energiezuiniger en gezonder te maken. Door middel van eenvoudige scans met de CO2 meter en een energiemeter onderzochten ze zes onderwerpen op het gebied van binnenmilieu en energie binnen de school. Met het geld kunnen de scholen de voorgestelde energiebesparende maatregelen uitvoeren.
Focus op Bèta In dit project werkten de afgelopen jaren vier scholen voortgezet onderwijs (Insula College, Stedelijk Dalton Lyceum, Johan de Witt Gymnasium uit Dordrecht en Develsteincollege uit Zwijndrecht) Duurzaamheidscentrum Weizigt samen met het doel Bèta vakken praktischer en aantrekkelijker te maken om zo meer leerlingen voor een Bèta-profiel te laten kiezen. Met dit project worden natuur, techniek en duurzaamheid aan elkaar gekoppeld. Deze unieke samenwerking wordt ook de komende jaren gecontinueerd.
37
Agenda
Het beleid en de inzet zijn opgenomen in het Meerjarenplan Natuur- en Milieueducatie en Duurzaamheidscommunicatie Drechtsteden 2011-2015. Het beleid richt zich op: • het versterken van de betrokkenheid van de deelnemende gemeenten; • het versterken van het educatief basisaanbod voor de scholen; • het opzetten van een goede doelgroepgerichte communicatie. De belangrijkste thema’s in 2013 zijn water, energie, duurzame mobiliteit en groen. Het werkplan Natuur- en Milieueducatie en Duurzaamheidscommunicatie Drechtsteden 2013 geeft het overzicht van de activiteiten die het komende jaar plaatsvinden.
Regionale samenwerking Duurzaamheidscentrum Weizigt werkt samen met andere NME-organisaties uit de regio. Om de samenwerking te versterken zal in 2013 een netwerkbijeenkomst energie worden georganiseerd. Deze bijeenkomst is de eerste in een reeks van jaarlijkse netwerkbijeenkomsten. Ieder jaar zal een specifiek thema centraal staan.
Water De activiteiten rond water worden ontwikkeld en afgestemd in het programma Watereducatie Drechtsteden. Hierin werken de waterpartners samen aan het vergroten van de kennis en bewustwording van scholieren en inwoners van de Drechtsteden over de waterkringloop en de waterketen. Via tal van activiteiten en producten wordt het belang van water en van een goede samenwerking duidelijk gemaakt. Ook leren scholieren en inwoners wat zij zelf kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst waarin voldoende en schoon water beschikbaar is voor iedereen. Energie Voor het thema Energie wordt het lesprogramma “Energieke scholen” dat in 2012 verder ontwikkeld is, verder in de Drechtsteden uitgevoerd. Duurzame mobiliteit Het thema duurzame mobiliteit is een belangrijk en actueel thema binnen de Drechtsteden. Rond dit thema zijn nog niet veel educatieve producten beschikbaar. In 2013 zal gezamenlijk worden verkend wat een geschikt product voor het onderwijs en/of BSO’s zou kunnen zijn. Groen Het thema groen heeft dit jaar als gezamenlijk thema binnen de drechtsteden een wat lagere prioriteit dan de bovengenoemde thema’s. Omdat het vaak gaat om lokale gebiedsontwikkeling is dit meer een gemeentelijke dan een regionale aangelegenheid. Er worden daarom geen nieuwe activiteiten ontwikkeld. Via het educatief aanbod worden de bestaande lessen, leskisten, projecten en activiteiten rond dit thema aangeboden aan alle scholen in de Drechtsteden.
Organisaties natuur- en milieueducatie in de regio Drechtsteden Bezoekerscentrum ’t Weetpunt Zwijndrecht www.natuur-zw.nl Educatief Streekcentrum Alblasserbos Papendrecht Papenhoeve Papendrecht www.papendrecht.nl/kinderboerderij Kinderboerderij Alblasserdam www.kinderboerderijalblasserdam.com Jeugdspeelpark Hendrik-Ido-Ambacht www.jeugdspeelpark.nl Frelustal Hendrik-Ido-Ambacht www.frelustal.ambacht.net Kinderboerderij de Kiboehoeve Zwijndrecht www.kiboe-hoeve.nl De Hooizolder Sliedrecht www.feitsmapark.nl/de-hooizolder.htm Biesboschcentrum Dordrecht www.np-debiesbosch.nl Sterrenwacht Mercurius Dordrecht www.sterrenwacht-mercurius.nl Twintighoeven natuur- en cultuurhistorisch museum Dordrecht www.twintighoeven.nl Duurzaamheidscentrum Weizigt www.weizigtnmc.nl
38
39
Bronnen Onderwerp
Bron voor meer informatie
Website GR Drechtsteden
GR Drechtsteden
Website Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Website Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Website Onderzoekcentrum Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Website Duurzaamheidscentrum Weizigt
NMC Weizigt
Algemeen Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2022
Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015
Algemeen Vorig verslag
Milieu in de Drechtsteden 2009
Provincie Zuid-Holland
Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu 2013-2017
Ruimte Evaluatie Drechtoevers
Evaluatie Drechtoevers
Ruimte DelTri
DelTri
Externe Veiligheid Regionaal Mobiliteitsplan 2012-2022
Regionaal Mobiliteitsplan 2012-2022
Externe Veiligheid Veiligheid rond het spoor
Veiligheid rond het spoor
Lucht Programma Luchtkwaliteit 2006-2015
Programma Luchtkwaliteit 2006-2015
Actualisatie Programma Luchtkwaliteit 2006-2015
Programma Luchtkwaliteit 2006-2015
Geluid Geluidsbelastingkaart
Geluidsbelastingkaarten per gemeente
Water Wateragenda 2010-2014
Wateragenda 2010-2014
Energie
Regionaal Energie Programma
Groen
Persbericht
Groen Visie Deltapoort
Visie Deltapoort
Groen Merwedezone
Merwedezone
Groen Nieuwe Dordtse Biesbosch
Nieuwe Dordtse Biesbosch
Duurzaam Bouwen Informatie over GPR Gebouw
Informatie over GPR Gebouw
Colofon Deze Milieu in de Drechtsteden is uitgebracht door GR Drechtsteden onder redactie van het Onderzoekcentrum Drechtsteden (Jan Schalk en Marius Bakx) en tot stand gekomen door medewerking van de projectleiders, de zes gemeenten, de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en Duurzaamheidscentrum Weizigt, met name Emma Forsten, Ronald Kooman, Martijn ten Bloemendaal, Roy Kunkels, Rob Mank, Ester Legerstee, Martijn van den Bosch, Jessica van der Hout, Irma Zanders, Lisette Louwman, Ellen Kelder, Sander Verschuren, Melanie Morlog, Annemarie Lammers, Vincent Kraan, Harry Nuyten, Ester Kardienaal, Janneke Petter, Anita Groffen-Hopmans, Dinand Roza, Arnold Groenewegen en Jonne van Bochove. Maart 2013.
40
Bureau Drechtsteden Postbus 619 3300 AP Dordrecht Telefoon 078 770 80 01 Fax 078 770 80 91 Internet www.drechtsteden.nl