naam Datum
werkblaadje 3
mijn wetenschappelijke experimenten het spijsverteringsstelsel
Uitleg: We hebben twee verschillende ‘buisjes’ in onze keel. De slokdarm en de luchtpijp. Onze luchtpijp dient om zuurstof die we inademen naar de longen te vervoeren. De slokdarm dient om ons voedsel dat we opeten naar onze maag te brengen. De slokdarm is uitgerust met een klein klepje dat ervoor zorgt dat er geen eten door het verkeerde buisje gaat. Dus nadat we geslikt hebben gaat dit klepje terug dicht. Maar, als we ons verslikken, ‘schiet je eten dus in het verkeerde keelgat’, dat wil zeggen dat dit klepje zijn werk niet goed heeft gedaan en dat er eten door het verkeerde buisje is gegaan. Wat gebeurt er als je je verslikt? Moet je hoesten? Dat is normaal, je lichaam probeert om de indringer uit je luchtpijp te krijgen.
het verkeerde keelgat schiet’) •
wat merk je op?
•
Hoe kan je dit uitleggen? (denk aan het onaangename gevoel als je eten ‘in
probeer nu terzelfdertijd in te ademen en door te slikken. slik je speeksel gedurende enkele ogenblikken niet in.
experiment: onderzoekSvraag: adem in en slik, lukt dit terzelfdertijd? materiaal: /
experiment 2: het Slikken Uitleg: Behalve als je neus verstopt is, krijg je water in je mond! Maar waarom? In je mond heb je speekselklieren, wanneer je neus de geur van eten opvangt, beginnen deze klieren speeksel aan te maken. Dit speeksel helpt je om je eten zachter te maken en door te slikken, om je tanden te beschermen tegen zuren die in je eten zitten, om bacteriën te bestrijden en nog een hele hoop andere dingen! Maar, het speeksel helpt je vooral om je voedsel af te breken in kleinere stukjes (voedingsstoffen). De hoeveelheid speeksel dat je mond aanmaakt hangt af of je voedsel ruikt dat je wel of niet graag eet. Wist je dat als je slaapt, je bijna geen speeksel aanmaakt?
•
wat gebeurt er in je mond?
•
waarom denk je dat dit gebeurt?
diep in via je neus. neem een flesje met citroensap of azijn. Houd het flesje onder je neus en adem
experiment: onderzoekSvraag: water in de mond krijgen, bestaat dat echt? •
citroensap of azijn
materiaal:
experiment 1: het SpeekSel werkblaadje 3 b
werkblaadje 3 c
experiment 3: het doorSlikken materiaal:
/
onderzoekSvraag: ik houd mijn tong vast. experiment: neem je tong tussen duim en wijsvinger, houd ze goed vast en probeer door te slikken. •
wat merk je op?
•
probeer dit uit te leggen? Uitleg: Onze tong helpt ons door te slikken door ons eten richting de achterkant van onze mond te duwen naar de slokdarm. Je tong vasthouden terwijl je doorslikt lukt dus niet omdat je tong de neiging heeft om naar achter te gaan wanneer je slikt.
experiment 4: de reiS van onze voeding materiaal: •
2 of 3 pingpong-, of andere kleine, balletjes van gelijkaardige grootte
•
nylon kous (open aan beide uiteinden)
onderzoekSvraag: Hoe verloopt de reis van onze voeding door ons lichaam?
experiment: we kunnen even goed verteren of we nu rechtstaan of neerliggen. we kunnen dus weten dat het niet dankzij de zwaartekracht is dat ons eten van onze mond naar de anus gaat. >
maar, als het niet door de zwaartekracht is, hoe gaat het eten dan van onze mond naar onze maag en van onze maag naar de darmen?
a. stel enkele hypotheses op. b. Voer volgend experiment uit: neem de pingpong-, of andere, balletjes en steek ze in het begin van de nylon kous. Zoek nu uit hoe je de balletjes van het begin naar het einde van de kous kunt laten bewegen terwijl je deze horizontaal houdt.
Uitleg: De beweging die er voor zorgt dat ons voedsel zich door ons lichaam beweegt heet de ‘peristaltiek’. De slokdarm en de darmen vernauwen zich op verschillende plaatsen om het voedsel te verplaatsen.
werkblaadje 3 c
experiment 5: wat haalt onS lichaam uit het voedSel dat we eten? materiaal: •
een blaadje sla
•
azijn
•
een kom
onderzoekSvraag: in wat verandert ons voedsel in ons lichaam? experiment: a. formuleer je hypotheses. b. Voer volgend experiment uit: neem een kom en leg er een blaadje sla in. Voeg azijn toe, zodat de sla volledig ondergedompeld is. •
wat gebeurt er?
•
beeld je in dat je een blaadje sla eet. blijft dit hetzelfde gedurende de reis door het spijsverteringsstelsel? Hoe verandert het in je lichaam?
•
met welke stof in ons lichaam kunnen we de azijn vergelijken?
Uitleg: Het blaadje sla wordt volledig zacht, zwart en krimpt. Verschillende van onze organen (de maag, de lever en de pancreas) maken zuren, spijsverteringssappen genoemd, aan. Deze hebben een gelijkaardig effect op ons eten als de azijn op het blaadje sla. Ze vallen het voedsel aan om het op te lossen en heel klein te maken. Na deze transformatie, is het voedsel veranderd in ‘voedingsstoffen’. Maar daar hebben we het later nog over.
werkblaadje 3 d
experiment 6: hoe gebruikt onS lichaam onze voeding
materiaal: •
koffiefilter
•
gemalen koffie
•
een klein flesje water
•
bokaal of plastic potje
onderzoekSvraag:
Hoe gebruikt ons lichaam onze voeding?
experiment:
Dankzij de spijsverteringssappen van onze maag, lever en pancreas, breekt ons lichaam het eten af in heel kleine stukjes die we voedingsstoffen noemen. maar hoe absorbeert ons lichaam deze voedingsstoffen om te voldoen aan zijn behoeften? •
Voer volgend experiment uit: neem een koffiefilter en doe er wat gemalen koffie in. Zet een bokaal of een plastic pot onder de filter. giet het water in de filter. De koffie lost op en loopt door de filter. er blijft een rest koffie over in de filter.
•
als je weet dat de filter de dunne darm voorstelt, die een darmwand heeft die even doorlaatbaar is als de filter, en het water de spijsverteringssappen voorstelt. wat stelt de koffie voor?
•
met wat kunnen we de opgeloste koffie vergelijken die door de filter is gelopen?
•
wat stelt de bokaal voor als je weet dat de filter de darmwand van de dunne darm voorstelt?
•
ten slotte, wat zou de overblijvende koffie in de filter kunnen voorstellen?
Uitleg: De koffie stelt het eten voor dat zich in de dunne darm (filter) bevindt, nadat het door de maag gepasseerd is. De spijsverteringssappen die het voedsel oplossen en afbreken in voedingsstoffen worden voorgesteld door het water. De opgeloste koffie die door de filter loopt symboliseren de voedingsstoffen die door de darmwand van de dunne darm passeren. Deze voedingsstoffen worden opgevangen door het bloed (de bokaal), het bloed loopt vervolgens door het hele lichaam om de voedingsstoffen naar de verschillende lichaamsdelen en organen te brengen. De overblijvende koffie, ten slotte, komt overeen met de afvalstoffen die achterblijven in de dunne darm en die hun weg verder zetten naar de dikke darm, waar ze wachten om langs de anus terug naar buiten te gaan.
werkblaadje 3 e
Speeltijd! Woordzoeker, het spijsverteringsstelsel Vind en onderlijn de onderstaande woorden in het raster. De woorden staan van links naar rechts, van onder naar boven en diagonaal. voedsel
slikken
maag
lever
slokdarm
mond
bloedsomloop
neus
tong
pancreas
vertering
kauwen
peristaltiek
afvalstoffen
darmwand
voedingsstoffen speeksel
organen
klier
sappen
l
a
s
n
x
s
r
p
s
j
m
v
f
t
p
e
t
k
p
e
x
a
b
p
e
r
a
e
r
s
v
m
g
r
p
u
f
c
v
e
n
c
a
s
w
e
r
v
o
e
d
s
e
l
t
c
w
s
g
p
r
t
d
o
r
g
a
n
e
n
m
o
n
d
a
v
o
e
d
i
n
g
s
s
t
o
f
f
e
n
e
i
v
t
s
p
e
e
k
s
e
l
i
j
c
q
v
e
r
t
e
r
i
n
g
i
o
a
i
r
k
e
z
d
a
r
m
w
a
n
d
w
s
l
e
a
f
v
a
l
s
t
o
f
f
e
n
s
f
a
u
n
r
q
t
t
w
s
t
o
n
g
a
j
s
w
f
s
l
i
k
k
e
n
u
t
l
p
e
s
e
b
l
o
e
d
s
o
m
l
o
o
p
u
o
n
s
l
o
k
d
a
r
m
k
l
i
e
r
u
l
a
x
d
t
i
e
o
f
f
e
n
n
s
g
werkblaadje 3 F
oefening: Met de kennis die je opgedaan hebt kan je nu proberen om onderstaand schema aan te vullen aan de hand van volgende woorden: Mond, bloed, dunne darm, slokdarm, organen, voedingsstoffen, maag, dikke darm, anus.
Voedsel
bloedsomloop
énergie (spieren, ...)
uitwerpselen (afvalstoffen)