Bezwaarschrift Aan het college van B&W van de gemeente Haaren Mgr. Bekkersplein Haaren Haaren 5 april 2013 Geacht college, Mijn bezwaarschrift is gericht aan het college van B&W van Haaren en wel tegen uw besluit (kenmerk UIT2013/13607/GW) van 14 maart 2013 om een gedeelte van de Antwerpse Baan (zie bijgaande tekening) te Helvoirt niet aan te wijzen als gemeentelijk monument. Advies Monumentencommissie In uw besluit verwijst u naar het advies van de gemeentelijke monumentencommissie die geen aanleiding ziet om een gedeelte van de Antwerpse Baan in Helvoirt aan te wijzen als gemeentelijk monument. Dit kan alleen maar betekenen dat deze commissie er van overtuigd is dat dit gedeelte van de Antwerpse Baan niet monumentwaardig is. Een van de redenen waarom deze bescherming volgens de gemeente en monumentencommissie niet nodig is kan een gebrek aan informatie en inzicht zijn. Als de gemeentelijke monumentencommissie wel op de hoogte of overtuigd is van de grote historische waarde van deze zeer oude zandbaan dan is hun afwijzing nog onbegrijpelijker. Om eenieder op de hoogte te brengen of te overtuigen van het historisch belang stuurde ondergetekende enkele brieven naar het gemeentebestuur en de monumentencommissie van Haaren waarin wordt ingegaan op de ontstaanswijze, het zeldzame karakter en het grote historische belang van het restant van de Antwerpse Baan in Helvoirt : het oudste zichtbare middeleeuwse relict binnen de grenzen van de gemeente Haaren. Daarom verzoek ik u -in het kader van dit bezwaar- mij te informeren over eventuele externe adviezen- welke de gemeentelijk monumentencommissie heeft ingewonnen aangaande het historische belang van de Antwerpse Baan in Helvoirt. Hieruit zou namelijk kunnen blijken dat ondergetekende het historische belang van het beschermen van een gedeelte van de Antwerpse Baan overschat. Hoewel niet meer zo piepjong ben ook ik niet te oud om bij te leren. Daarnaast wil ondergetekende u nogmaals wijzen naar de eerder aan u verzonden steunbetuigingen van Brabants Landschap, Brabantse Milieufederatie en Stichting Landschap Natuur Milieu Haaren. Mijn naar de gemeente Haaren verzonden uitvoerige informatie over de geschiedenis van de Antwerpse Baan. 1. 2. 3. 4.
Brief van 7 november 2010 Brief van 5 april 2011 Brief van 29 november 2011 Brief aan monumentencommissie 24 november 2012
Ook wil ik ingaan op een aspect in mijn brief aan de gemeentelijke monumentencommissie van 24 november 2012 en uw antwoord daarop van 14 december 2012. Deze brief is door mij gestuurd naar de gemeentelijke commissie. Het antwoord krijg ik vervolgens op 14 december
2012 van mevr. Van der Linden van de afdeling Gemeentewinkel. Mijn vraag is waarom ik geen antwoord krijg van de gemeentelijke monumentencommissie? Mevr. Van der Linden -schrijvend namens burgemeester en wethouders- geeft mij in uw brief van 14 december 2012 op pagina 2. , Ad1 het volgende advies. ‘Als u het van belang vindt dat de bevolking van Haaren bewust wordt van het unieke restant van de Antwerpse Baan, staat het u vrij om dit zelf te publiceren. Misschien dat de Heemkundekring iets voor u kan betekenen’. Op zichzelf is uw advies om mij aan te melden bij de Heemkundekring uitstekend. Echter in het kader van mijn kennelijk noodzakelijke pogingen om de gemeente Haaren te informeren over een belangwekkend fenomeen binnen haar grenzen, is deze opmerking op zijn zachtst gezegd niet erg wellevend. Uw motivering Uw college geeft aan dat het huidige bestemmingsplan “Buitengebied” voldoende bescherming biedt tegen het verharden van deze zeer oude 13e eeuwse zandbaan. Overigens is mijn verzoek tot opname op de monumentenlijst ook gebaseerd op het unieke open karakter van het landschap waarin het betreffende gedeelte van de Antwerpse Baan ligt. Ook eventuele bebouwing langs een gedeelte van de Antwerpse Baan is zeer onwenselijk. Over bescherming tegen bouwwerken langs de Baan vindt ik in uw afwijzing niets terug. In die zin is uw afwijzende besluit onvolledig en verzoek ik u ook op het aspect van m.i. onwenselijke eventuele bebouwing in te gaan. Uit de pogingen in het verleden om langs de Antwerpse Baan te bouwen in het kader van een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) bewijst dat bescherming door een bestemmingsplan een relatief begrip is. Tevens geeft dit aan dat uw opvatting dat het bestemmingsplan “Buitengebied” voldoende bescherming geeft onjuist is. Gemeentelijke en provinciale overheden kunnen een bestemmingsplan aanpassen en ontheffingen verlenen. Als een bestemmingsplan wordt herzien kunnen er wijzingen worden doorgevoerd. Een bestemmingsplan is geen enkele garantie op bescherming van zandbaan en het open karakter van een gedeelte van de Antwerpse Baan in Helvoirt. Een plaats op de monumentenlijst is dit wel. Ik verzoek u daarom uw besluit van 14 maart 2013 in heroverweging te nemen en het landschap en de zandbaan van het op tekening aangegeven gedeelte van de Antwerpse Baan in Helvoirt alsnog te plaatsen op de lijst van gemeentelijke monumenten en de Gemeentelijke Historische Waardenkaart. Kunt u mij de ontvangst van dit bezwaarschrift bevestigen? Peter Verhagen Wikke 6 5076 HW Haaren Verzonden aan:
Gemeente Haaren Brabantse Milieufederatie Brabants Landschap Stichting Landschap Natuur Milieu Haaren De heer Franken, Heemkundevereniging “De Kleine Meijerij” De heer Noud Smit, Heemkundevereniging “De Kleine Meijerij” De heer H. van Helvert, Heemkundevereniging “De kleine Meijerij” De heer en mevrouw Dik-Loman De heer Wilfried de Backer De heer Jan Hein Verlinden De heer Domien van der Meijden, Brabants Dagblad De heer dr. A.J.C. van Leeuwen, provincie Noord-Brabant De heer Martin Meffert, provinciaal archeoloog Provincie Noord-Brabant De heer Frans Abrahams, Schijndel Wie heeft geen haast? Een zandweg is niets voor iemand met haast, het schiet niet op. De wandelaar, de toerist, de schilder zoekt ze op. Ze liggen tussen akkers, bossen en heiden. Het is er rustig, in de bermen groeien kruiden en bloemen. Het zandpad wordt steeds zeldzamer. Alleen al in de Meierij zijn er honderden verdwenen en ze komen nooit meer terug. De zandpaden en zandwegen die ooit dorpen en steden verbonden, naar kerk of boerenland voerden. Het zijn juwelen op ecologisch, landschappelijk en cultuurhistorisch gebied. Erfgoed van de bovenste plank dus. Ze verdienen onze voortdurende aandacht, de allergrootste bescherming en een gedegen archeologisch onderzoek. Paul Spapens, Brabants Dagblad januari 2007
Aan het college van B& W van de gemeente Haaren Mgr Bekkersplein - Haaren Haaren 7 november 2010 Geacht college, Bezwaarschrift tegen bebouwing langs/aan de Antwerpsebaan in Haaren en mogelijk verdere verharding van deze unieke route. Krantenberichten over de mogelijkheid tot het bouwen van een intensief veehouderijbedrijf aan de Antwerpsebaan in Haaren (z.g. Landbouwontwikkelingsgebied) en onjuiste historische informatie m.b.t. de locatie nopen tot de volgende opmerkingen. Bezwaarmakers stellen -volgens een bericht in het Brabants Dagblad (1)- terecht dat de Antwerpsebaan en aanliggende gronden een belangrijk weidevogelgebied zijn met een hoge landschappelijke waarde. Zij menen echter ook dat deze weg in 1827 zou zijn aangelegd en spreken ook over een brede berm voor voetgangers en vee. Daarbij hebben ze echter de aanleg van de straatweg Vught - Tilburg (nu N65) op het oog waarvan de aanleg begint in 1822 en die na veel perikelen in 1827 gereed is (2). Daarom -weliswaar met grote stappenterug in de geschiedenis. Opkomst steden Milleniumwisselingen zijn een bron van angstige voorspellingen. Wij herinneren ons de voorspellingen op het einde van het tweede millennium. Er zijn mensen die denken dat computeruitval, neerstortende vliegtuigen en exploderende kerncentrales ons het leven buitengewoon onaangenaam gaan maken. Rondom het jaar 1000 is het niet anders. Ondanks de ‘Openbaringen van Johannes’ over een ‘Duizendjarig Rijk’ gaat de wereld niet ten onder, het tegendeel is het geval. Toenemende opbrengsten in de landbouw, met als gevolg een groeiende bevolking, is de grondslag voor het ontstaan van een fenomeen: de stad. Vanuit het Midden Oosten komt dit nieuwe verschijnsel via Griekenland, Turkije en Italië naar ons gebied. Achterland en bevaarbare waterwegen bepalen de plaats van de stad die volkomen afhankelijk is van aanvoerlijnen en afzetmogelijkheden. Steden zijn in de eerste plaats handelsnederzettingen en stedelingen zijn zeker geen landbouwers. Voedsel uit de directe omgeving en import vanuit verder weg gelegen gebieden is noodzakelijk. Zonder dat heeft de stad geen bestaansrecht, laat staan groeimogelijkheden. De stad afhankelijk van haar verbindingen over water en weg In ons gebied heeft de stad ’s-Hertogenbosch grote invloed op het ommeland. Als de stad op het einde van de 12e eeuw stadsrechten krijgt is zij al volop een handelsnederzetting en is haar bestaansrecht bewezen. Weliswaar heeft deze stad goede waterverbindingen met het westen, noorden en oosten, de verbinding met het zuiden via water geeft problemen. De Maas is tot haar kanalisatie -pas in de 20e eeuw voltooid- een onbetrouwbare vaarroute. Aa en Dommel zijn maar gedeeltelijk bevaarbaar. Bovendien zijn de molenrechten op deze beken zowat onaantastbaar en niet alleen voor de schippers een grote hindernis. De verbinding van de stad met het zuiden, zuidwesten en oosten wordt gevormd door een stelsel van brede zandwegen waarvan de aanzet in het begin van de 13e eeuw ligt (3). Hetgeen via waterwegen naar ’sHertogenbosch wordt vervoerd moet uit schepen op karren overgeladen worden om verder
naar het zuid-westen (Breda-Antwerpen) en zuiden (vooral Luik) gebracht te worden. Retour komen vooral industrieproducten uit Luik en over zee aangevoerde handelswaar uit Antwerpen. Banen zijn de levensaders van ’s-Hertogenbosch met het zuiden en zuidwesten. Over de oude zandwegen in Brabant is weinig bekend, dat heeft twee belangrijke reden. Onbetrouwbaar kaartmateriaal uit de Middeleeuwen en het volledige gebrek aan aandacht van archeologen voor de ontwikkeling van het oude wegennet. De beroemde kaartmaker Christiaan Sgrooten heeft in zijn Brusselse Atlas uit circa 1573 in Brabant en Limburg nauwelijks wegen ingetekend (4). In zijn ‘Atlas van Madrid’ uit 1592 zit een kaart van Brabant waarop geen weg is te bekennen. De Banen Zoals gezegd is vanaf de vroege 13e eeuw het verschijnsel van de Banen direct verbonden met de opkomst van de steden. Het woord Baan is afkomstig van het werkwoord baanderen / boenderen hetgeen glad maken, preparen of vlakmaken betekent. Oorspronkelijk zijn deze wegen nog veel ouder dan de 13e eeuw. Kempische grafheuvels en urnenvelden liggen bijna altijd in de directe omgeving van de Middeleeuwse Banen. Hoge droge grond heeft als tracé de voorkeur, daarom is het niet verwonderlijk dat de Banen dwars door heidevelden lopen. Deze grond is bezit van de Landsheer, de Banen zijn dus ook zijn bezit en worden daarom ook wel ‘Heerbanen’ genoemd. Omdat zowel weg en aanliggende grond, of dat nu heide, woeste of gemeene grond (5) van de landsheer is kan de weg zo recht mogelijk worden aangelegd. Zoeken naar een begaanbaar spoor veroorzaakt, tot ergernis van de boeren, brede sporenbundels. Op de route van de Oude Bossche Baan van ’s-Hertogenbosch naar Eindhoven zijn, in 1989 op de Nieuwe Heide te Best, nog evenwijdig lopende sporenbundels van wel 100 meter breed te vinden (6). De landsheer heeft de regie bij de aanleg en standaardiseert de afmetingen. Oorspronkelijk is de Antwerpse Baan circa 12 meter breed (7). Het gedeelte vanaf de bocht tot de Hoge Raam heeft nog steeds deze maat. Om sporenbundels tegen te gaan zijn aan weerszijden bomen (meestal eiken / duurzaam bouwhout) geplant. De sloten langs de Antwerpse Baan in Haaren kunnen regenwater afvoeren maar staan vrijwel altijd droog. De functie van bomen en sloten is oudtijds vooral om het verkeer te verhinderen nieuwe sporen op de naastgelegen akkers te maken. De belangrijke Antwerpsebaan tussen Antwerpen en Keulen welke loopt via Turnhout, Oerle, Helmond en Venlo, is vrijwel identiek aangelegd. In onze omgeving zijn de belangrijkste Banen de Loonse Baan, die loopt van ’sHertogenbosch naar Loon op Zand en Breda, de Antwerpse Baan van ’s-Hertogenbosch via Vught, Haaren, Tilburg, Baarle, Hoogstraten naar Antwerpen, de Graafse Baan van ’sHertogenbosch naar Grave en de Oude Bossche Baan van ’s-Hertogenbosch naar Eindhoven. Ze blijven tot het begin van de 19e eeuw in gebruik. Dan pas gaat door de snelle ontwikkeling van het wegenstel vervoer over de weg concurreren met het vervoer over water. Boeren en Banen Oudtijds gaan reizigers te voet of te paard, goederen worden op de rug van lastdieren of op karren geladen. Middeleeuwers hebben geen haast, dat komt goed uit want de staat van de wegen is erbarmelijk. Er is altijd een alternatief zodat een onbegaanbaar spoor tijdelijk verlaten kan worden. Zo ontstaat het verschijnsel van zomer- en winterwegen. Kooplieden leggen per dag, afhankelijk van de kwaliteit van de weg, hooguit 20 tot 40 km. af. Het tracé
van de Banen ligt vrijwel altijd langs en niet door de dorpen en dat heeft een goede reden. Boeren zijn niet blij met een Baan in de buurt, ze moeten niets hebben van al dat vreemd volk dat langs komt. Die zien er anders uit, praten anders, gedragen zich anders en introduceren nieuwigheden, van ver weg komt niets goeds. Vooral op nieuwigheden zitten de zeer behoudende agrarische bevolking niet te wachten. Behalve als er iets aan te verdienen valt! Zo kan in het geval van Haaren van de hoofdroute worden afgeweken en een handelaar die van ’s-Hertogenbosch komt en wil eten, overnachten of inkopen doen, het dorp in via de Oude Baan en vervolgens via de Bosse Baan weer verder gaan naar Oisterwijk. De achterdochtige en conservatieve boeren zien het nut van doorgaande wegen niet in,leiden schade aan akkers en weide door voerlui die de hoofdroute verlaten en draaien tot overmaat van ramp ook nog op voor het onderhoud van de Banen. Ze doen dit werk met zoveel tegenzin dat er nauwelijks van onderhoud sprake is. Een oud gezegde is: ‘Wat doet de boer met ongenoegen ? , waterlopen ruimen, panieren (wegonderhoud) en sterven’ (8). Twee manieren om vanuit ’s-Hertogenbosch in Antwerpen te komen 1. Via Loon op Zand en Breda. 2. Via Tilburg en Hoogstraten Als het over de Antwerpse Baan in Haaren gaat is de route via Tilburg en Hoogstraten van belang. Zoals eerder gezegd ligt haar huidige verschijningsvorm in de vroege 13e eeuw met dien verstande dat haar oorsprong als pad ligt in de prehistorie. De route tussen ’sHertogenbosch en Antwerpen gaat over de Vughterheide, ten zuiden van waar nu de IJzeren man ligt via de Groenendaalse weg naar restaurant het Groene Woud en verder via De Dijk naar Helvoirt (9). Van Helvoirt gaat de route via de Antwerpse Baan naar Haaren. Verder via Vogelenzang, Mgr. Berkvenstraat en Holleneind naar de Kerkhovense molen. Tenslotte via Heukelom, Tilburg, Baarle en Hoogstraten naar Antwerpen. Wat is er over van de oorspronkelijke Antwerpse Baan in Haaren? Van de oorspronkelijke zandbaan tussen ’s-Hertogenbosch en Antwerpen is niet veel meer over. Zoals overal in Nederland heeft bevolkingsgroei en mobiliteit ook hier haar tol geëist. Enige jaren gelden is het gedeelte tussen de Rijksweg N 65 en Hoge Raam nog steeds een zandbaan. Inmiddels is echter over een groot gedeelte een half- of puinverharding aangebracht. Oorzaak van deze aantasting -door de overheid toegestaan- is gebrek aan historisch inzicht en onverschilligheid. De eigenaren van huizen langs de Antwerpse Baan en Hoge Raam laten -op een uitzondering na- zien dat milieu en natuur voor hen belangrijk zijn. Zij richten hun grond parkachtig of natuurlijk in. Halverwege de Antwerpse Baan is zelfs een schitterend perceel voor iedereen gedeeltelijk toegankelijk gemaakt. Als er vooraf een historisch onderzoek zou zijn uitgevoerd zou het aanbrengen van de halfverharding naar hun woning niet zijn toegestaan. De wetenschap dat de weg voor hun deur zo oud en historisch zo belangrijk is kan bij goede voorlichting begrip opleveren voor het afwijzen van verharding. Tussen de Rijksweg (N 65) en de Hoge Raam heeft de Antwerpse Baan een lengte van bijna 1,5 km, waarvan circa de helft nog uit oorspronkelijke zandbaan bestaat. Historische betekenis Het Haarense gedeelte van de Antwerpse Baan is uniek en verdient de hoogste bescherming. Hier loop je -terug in de tijd- in de voetsporen van de Middeleeuwer over een zanderige
landweg omzoomd door eiken in een gebied met open en duidelijk herkenbare bolle akkers op de flanken van het beekdal van de Raamse Loop. Het is van een ongekende schoonheid. Hier trok Albrecht Dürer, beroemd Duits kunstschilder en humanist en fanatiek reiziger in 1521 langs op zijn reis door Europa (10). Deze zandweg van ’s-Hertogenbosch naar Antwerpen staat -als een van de zeer weinige wegen in Nederland- in de reisgids van Frans Hogenberg (Itinerarium Orbis Chritiani) uit 1579/1580. Er hoeft geen twijfel te bestaan over de historische betekenis van deze weg (11). Wie heeft geen haast Een zandweg is niets voor iemand met haast, het schiet niet op. De wandelaar, de toerist, de schilder zoekt ze op. Ze liggen tussen akkers, bossen en heiden. Het is er rustig, in de bermen groeien kruiden en bloemen. Het zandpad wordt steeds zeldzamer. Alleen al in de Meierij zijn er honderden verdwenen en ze komen nooit meer terug. De zandpaden en zandwegen die ooit dorpen en steden verbonden, naar kerk of boerenland voerden. Het zijn juwelen op ecologisch, landschappelijk en cultuurhistorisch gebied. Erfgoed van de bovenste plank dus. Ze verdienen onze voortdurende aandacht, de allergrootste bescherming en een gedegen archeologisch onderzoek (12). Ik verzoek uw college zo snel mogelijk te verbieden om nog gedeelten van de Antwerpse Baan te verharden of half te verharden. Eveneens verzoek ik u verdere bebouwing langs de Antwerpse Baan niet toe te staan. Waarom toch moet alles voortdurend veranderen? Ik woon niet in een land, ik woon in een bedrijf. Die vervloekte Hollandse ijver! Waarom kunnen Nederlanders de handen nooit eens in de mouwen laten? Maar ik hoor u vragen, moet alles blijven zoals het is? Voor een tijd zou het geen kwaad kunnen (13). Voetnoten: 1. Brabants Dagblad 21-10 2010. 2. De bochtige De Dijk op de grens van Helvoirt en Vught is nog een restant van het tracé van deze straatweg. . 3. G. Beex, ‘De Hooge Dorpen’, p. 228. 4. Frits H. Horsten, ‘Doorgaande wegen in Nederland, 16e tot 19e eeuw’ p. 17. 5. Gemeynt, gemeene grond, vroente etc. is woeste grond, heide, beemd, broek- en moergronden in het bezit van de landsheer of zijn leenman en staan in beginsel ten dienste van de gemeenschap. 6. Drs. H.J.M. Thiadens, Boschboombladeren 37, p. 24.. 7. Nu plaatselijk versmald tot circa 10 meter. 8. Drs. P.M.M. Klep, ‘Groeidynamiek en stagnatie in een agrarisch gebied’, p. 3 en 4. 9. De rijksweg Tilburg - Vught is pas tussen1822 en 1827 aangelegd. 10. Dürer schrijft in zijn dagboek over deze reis o.a. ‘da sah ich viele köstliche Dinge’. 11. In de 19e eeuw De Oisterwijkse Baan genoemd (zie Topografische Atlas 1898-1926. 12. Bewerkt naar Paul Spapens, Brabants Dagblad, januari 2007. 13. Daan Remmerts de Vries, tekenaar, illustrator en schrijver, Leeuwarden 1962
Peter Verhagen Wikke 6 – 5076 HW Haaren