Geschiedenis
Deel I
Inleiding
Deel II
Informatie over de bacheloropleiding
Deel III
Informatie over studeren in deeltijd
Deel IV
Praktische informatie van de opleiding
Deel V
Aanvullingen
2005 2006
Studiegids ba chelo r
Jaarrooster Faculteit der Letteren 2005 - 2006 september 35
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
36
37
38
39
29 5 12 30 6 13 31 7 14 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
s
39
40
41
42
43
1 2
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 31 25 26 27 28 29 30
48
49
50
51
52
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31
52
1
2
3
1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
maart maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
9
10
11
12
13
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31
23
24
25
26
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
start onderwijsperiode
vet
einde onderwijsperiode
cursief
vet cursief
45
46
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
48
- Kerstmis: 25 en 26 december 2005* - Nieuwjaar: 1 januari 2006 - Goede vrijdag: 14 april 2006 - Pasen: 16 en 17 april 2006
- Koninginnedag: 30 april 2006 - Bevrijdingsdag: 5 mei 2006 - Hemelvaart: 25 mei 2006 - Pinksteren: 4 en 6 juni 2006
Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 19 december t/m vrijdag 30 december 2005. Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 26 december t/m vrijdag 30 december 2005.
49
februari 4
5
23 30 24 31 25 26 27 28 29
5
6
7
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
8
9
20 27 21 28 22 23 24 25 26
mei
13
14
15
16
17
18
19
20
1 2
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
17 18 29 20 21 22 23
24 25 26 27 28 29 30
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
21
22
22 29 23 30 24 31 25 26 27 28
augustus 31
26
27
28
29
30
1 2
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 31 25 26 27 28 29 30
introductieweek feestdagen
47
21 28 22 29 23 30 24 25 26 27
31
32
33
34
35
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31
vet cursief cursief
onderwijsvrije week Kerst-/zomerreces
weekends
Toelichting 1. Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2005/2006 zijn dat de volgende dagen:
*
1 2 3 4 5 6
juli
22
vet
44
april
juni maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
44
januari
december maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
november
oktober
2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2005/2006 is dat van 5 t/m 9 september 2005. In collegejaar 2006/2007 is dat van 4 t/m 8 september 2006. 3. Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - onderwijsperiode 1: 5 september 2005 t/m 11 november 2005 Semester I - onderwijsperiode 2: 14 november 2005 t/m 3 februari 2006 Semester II - onderwijsperiode 3: 6 februari 2006 t/m 20 april 2006 Semester I - onderwijsperiode 4: 24 april 2006 t/m 7 juli 2006 4. Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren www.let.uu.nl
Inhoudsopgave
Deel I
Inleiding Inleiding .................................................................................................... 4
Deel II
Informatie over het bachelorprogramma 1.
Het Utrechtse onderwijssysteem ............................................................... 6
2.
Over de bacheloropleiding ......................................................................... 7 2.1 Bacheloropleiding in het kort ................................................................... 7 2.2 Algemene beschrijving, doelstellingen, eindtermen major, omvang in ECTS ......................................................................................... 7 2.3 De profileringsruimte ............................................................................ 9 2.4 Studieloopbaanbegeleiding, portfolio, tutor en studieadviseur ................... 11 2.5 Toekomstperspectieven (masteropleidingen, arbeidsmarktperspectieven).... 13 2.6 Stage ................................................................................................ 13 2.7 Naar het buitenland............................................................................. 14
3.
Onderwijsprogramma .............................................................................. 15 3.1 De major geschiedenis......................................................................... 15
4.
Examen .................................................................................................... 19 4.1 Exameneisen, regeling en huisregels...................................................... 19 4.2 Aanvraagprocedure en diploma-uitreiking ............................................... 20 4.3 Titulatuur, Cum-Laude en andere judiciae............................................... 21
5.
Cursusaanbod .......................................................................................... 22 5.1 Shortlist cursussen.............................................................................. 22 5.2 Cursusbeschrijvingen........................................................................... 25
Deel III
Informatie over studeren in deeltijd Studeren in deeltijd ..................................................................................193
1.
Het bachelorprogramma in deeltijd .......................................................194 1.1 Opbouw van het programma ...............................................................194 1.2 Schematisch overzicht van het onderwijsprogramma voor aankomstjaar 2004 ...........................................................................195 1.3 Overgangsregelingen voor de deeltijdstudenten die vóór 2002 zijn begonnen...........................................................................196
2.
Voorzieningen voor deeltijdstudenten ................................................... 197 2.1 Deeltijdoverleg ..................................................................................197 2.2 Deeltijdcoördinatie en studieadviseur....................................................197
3.
Cursusaanbod ........................................................................................ 198 3.1 Shortlist cursussen.............................................................................198 3.2 Cursusbeschrijvingen..........................................................................200
Deel IV
Praktische informatie van de opleiding
1.
Plaats binnen faculteit en instituut ........................................................ 229 1.1 Bestuur ............................................................................................229 1.2 Instituutsbestuur (IB) .........................................................................229 1.3 Opleidingen.......................................................................................229
2.
Secretariaat, commissies, afdelingen ..................................................... 230 2.1 Beheer, secretariaten .........................................................................230 2.2 Commissies.......................................................................................230 2.3 Afdelingen van het Instituut Geschiedenis..............................................231
2.4 Bijzondere leerstoelen ........................................................................232
Deel V
3.
Huisregels .............................................................................................. 233 3.1 Inleiding ..........................................................................................233 3.2 Inschrijvingen ..................................................................................233 3.3 Overinschrijving................................................................................234 3.3.1 Eerstejaarscursussen en historiografie en theorie ..........................234 3.3.2 Casuscursussen, onderzoeksseminars II en III ..............................234 3.3.3 Voltijders in het avondonderwijs .................................................235 3.4 Ingangseisen....................................................................................235 3.5 Toegang tot de werkgroep..................................................................235 3.6 Colleges ..........................................................................................235 3.7 Herkansingen ...................................................................................235 3.8 Klachtenprocedure onderwijs..............................................................236 3.9 Studenteninitiatief.............................................................................236 3.10 Staking van de studie ........................................................................236 3.11 Fraude en plagiaat ............................................................................236
4.
Studieadvisering .................................................................................... 237
5.
StudiePunt Letteren ............................................................................... 238
6.
Studentenorganisaties en -bladen van de opleiding ............................... 239 6.1 Studentenorganisaties en verenigingen .................................................239 6.2 Instituutsblad ....................................................................................242
7.
Relevante instellingen............................................................................ 243 7.1 Letterenbibliotheek ............................................................................243 7.2 Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) .............................243 7.3 Wetenschapswinkel Letteren................................................................243
8.
Adressen en overzichten ........................................................................ 245 8.1 Adreslijst medewerkers.......................................................................245 8.2 Lijst van afkortingen...........................................................................248 8.3 Adreslijsten van veel gekozen bijvakken buiten Utrecht ...........................248 8.4 Adreslijst van historische instituten van andere universiteiten...................248 8.5 Adreslijst van belangrijke instellingen buiten Utrecht ...............................249
9.
Welke vraag bij wie? Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten ........... 251 Aanvullingen
1.
ICT-eindtermen ................................................................................................ 254
2.
Plagiaat- en frauderegeling .............................................................................. 254
3.
Examen ............................................................................................................. 254
4.
Medewerkers .................................................................................................... 255
Deel I
Inleiding
3
Inleiding Deze studiegids bevat informatie over de bacheloropleiding Geschiedenis. U vindt hierin onder meer informatie over de opbouw van de opleiding, studieloopbaanbegeleiding en de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van alle cursussen die door de opleiding worden aangeboden. U kunt de cursusbeschrijvingen ook raadplegen in OSIRIS Online, in de universitaire onderwijscatalogus (www.osiris.uu.nl) en in de cursuskrant (www.let.uu.nl/cursuskrant). Tot slot vindt u achter in de gids huishoudelijke informatie van de opleiding.
Het Opleidingsstatuut 2005/2006 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via StudiePunt Letteren Online (www.let.uu.nl/studiepunt). Voor mogelijkheden na de bacheloropleiding is het raadzaam de facultaire site over masterprogramma’s te raadplegen (www.let.uu.nl/master). Natuurlijk kunt u altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, bij de studieadviseur of de tutor voor nadere informatie (zie ook hoofdstuk 2 in deze gids).
Meer informatie is te vinden op de facultaire homepage: www.let.uu.nl. In 2005 – 2006 wordt de studiegids voor het laatst gedrukt. Vanaf het volgende studiejaar is alle informatie over de opleidingsprogramma’s van de Faculteit der Letteren te vinden op de facultaire homepage.
4
Deel II
Informatie over het bachelorprogramma
5
1.
Het Utrechtse onderwijssysteem
De Universiteit Utrecht biedt studenten een onderwijsmodel aan waarbij een student zijn programma voor een groot deel (binnen zekere grenzen) zelf samenstelt. Een student kan een kwart van zijn onderwijs in de bachelorfase vrij kiezen: uit cursussen binnen de eigen major, maar ook uit het overige aanbod binnen de Universiteit Utrecht en uit aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal). De Universiteit Utrecht hanteert het uitgangspunt dat zowel docenten als studenten verplichtingen aangaan bij participatie in een cursus. Docenten verplichten zich tot het verzorgen van activerend onderwijs, studenten tot het actief deelnemen aan onderwijs en toetsing. Gedurende de cursusperiode is de toetsing gespreid over verschillende momenten. De student kan in Utrecht zowel een bachelor- als een masteropleiding volgen. De bacheloropleiding duurt drie jaar. De lengte van de master hangt af van het type master dat gekozen wordt. De academische masters duren een jaar, de educatieve en de onderzoeksmasters duren twee jaar. In Utrecht • • •
heeft de bachelorfase drie doelstellingen: academische vorming het verdiepen van een specifieke (disciplinaire) interesse het voorbereiden op een verdere (studie)loopbaan
In de Utrechtse bachelorfase wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van academische vaardigheden. De student leert op academisch niveau analyseren, argumenteren, rapporteren en presenteren. De student houdt zijn ontwikkelingen en prestaties bij in een persoonlijk (elektronisch) dossier: het portfolio. Zo heeft hij na afronding van de bacherlorfase een goed inzicht in tijdens de studie verworven vaardigheden. Aan het eind van de bachelorfase krijgen studenten het bachelordiploma en mogen zij zich Bachelor of Arts (BA) noemen. In de masterfase specialiseert een bachelor zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elk masterprogramma geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in ten minste één van de Utrechtse masters. Na afronding van deze vervolgopleiding mag de student zich Master of Arts (MA) noemen. De Faculteit der Letteren biedt meer dan 50 masterprogramma’s aan: www.let.uu.nl.master.
6
2.
Over de bacheloropleiding
2.1
Bacheloropleiding in het kort
De bachelorfase duurt drie jaar (180 ECTS-studiepunten) en valt in twee delen uiteen: • Major: de major, oftewel de gekozen hoofdrichting van de studie, bestaat uit verplichte vakken en keuzevakken. De major beslaat driekwart van de bachelorfase: 135 ECTS. • Profileringsruimte: de profileringsruimte kan geheel vrij worden ingevuld met cursussen die aansluiten bij de ambities en talenten van de student. Dat kunnen vakken zijn uit het totale Utrechtse cursusaanbod, maar ook bij een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit. De profileringsruimte beslaat een vierde van de bachelorfase: 45 ECTS. De profileringsruimte kan worden gevuld met een minor: een samenhangend pakket cursussen in een bepaald vakgebied. 2.2
Algemene beschrijving, doelstellingen, eindtermen major, omvang in ECTS
Alexander de Grote, Renaissance, De stad in de 17e eeuw, De historische roman, Islam in African History, Burgerschap in bange dagen, Het einde der tijden: het zijn maar enkele van de onderwerpen waar Utrechtse studenten geschiedenis zich dit jaar in kunnen verdiepen. Tegen de tijd dat een student kiest voor één of meer van deze onderwerpen zal hij (in deze gids bedoelen we hij/zij waar we hij schrijven) al een aantal voorbereidende overzichtscursussen doorlopen hebben. Inmiddels zijn dan ook allerlei ontwikkelingen aan de orde geweest die zich binnen de geschiedwetenschap hebben voltrokken. Hieronder gaan we iets dieper in op deze ontwikkelingen van het vak. We doen dat om de structuur van het studieprogramma duidelijk te maken. Uitgangspunten In de loop der tijd heeft de geschiedbeoefening verschillende doelen gediend en is het verleden vanuit talrijke motieven bestudeerd. Sommigen wilden weten wat de oorsprong was van de oude gebouwen in hun woonplaats, anderen probeerden op grond van het verleden een politieke ideologie te rechtvaardigen. In de loop van de negentiende eeuw is daarnaast een academische vorm van geschiedbeoefening ontstaan, met eigen regels en resultaten. Steeds scherper omschreven regels voor redenering en bewijsvoering vormden de basis voor de wetenschappelijke bestudering van het verleden. Nieuwe onderzoeksmethoden en -technieken werden en worden ontwikkeld; de specialisatie neemt nog immer toe, zoals blijkt uit de verschijning van steeds nieuwe tijdschriften op uiteenlopende deelterreinen van het vak. De academisch opgeleide historici hebben zich ontwikkeld tot een spraakmakend gezelschap met een uitgesproken rol in het maatschappelijke debat. Belangrijk daarbij is uiteraard de rol van het geschiedenisonderwijs. Het schoolvak geschiedenis draagt niet alleen bij tot bewust staatsburgerschap maar is ook een wegwijzer in de wereld en zet aan tot kritisch denken. Ten slotte heeft de geschiedbeoefening een algemeen vormende, culturele waarde. Zij houdt het debat over cultureel erfgoed in velerlei vorm levend en tracht zich, in afwijking van veel andere wetenschappen, voor een breder publiek verstaanbaar te maken. Een academische opleiding geschiedenis anno 2005 legt de nadruk op het cognitieve aspect. Kennis van de stand van zaken in de geschiedwetenschap, bekendheid met kritische methoden en technieken en de vaardigheid om methodologische grondslagen kritisch te bezien zijn onmisbare elementen van academische vorming. Academische vorming vereist naast kennis en inzicht ook de vaardigheid om deze uit te dragen in een mondeling en schriftelijk betoog en om de eigen inzichten te testen aan kritiek, juist ook van buiten de eigen discipline. Daarbij is het goed een open oog te houden voor de ruimere culturele en maatschappelijke functies van geschiedbeoefening. Het denken daarover en het kunnen analyseren van de positie van geschiedwetenschap in het maatschappelijke en wetenschappelijke krachtenveld hoort tot de eindtermen van de opleiding geschiedenis. Uiteindelijk zal de student in de loop van de opleiding ervaren dat de verschillende dimensies van de geschiedwetenschap het doen van ‘vaststaande' uitspraken verhinderen. Zoals een befaamd Utrechts historicus (Pieter Geyl) het pregnant formuleerde: ‘geschiedenis is een discussie zonder
7
einde’. Niet een discussie waarin ‘anything goes', wel een waarin elk resultaat van zelfs het zorgvuldigst uitgevoerde onderzoek voor debat vatbaar blijft. Doelstellingen en eindtermen Uit het voorafgaande volgt dat onze geschiedenisopleiding verschillende doelen nastreeft. In de eerste plaats moet de studie opleiden tot academische vaardigheden. Afgestudeerden moeten zelfstandig informatie kunnen vinden en verwerken. Zij moeten concepten en theorieën kunnen herkennen, beoordelen en gebruiken. Zij dienen in staat te zijn de bevindingen van eigen onderzoek helder en goed beargumenteerd over te dragen. Daartoe hebben zij zich een kritische en rationele instelling eigen gemaakt. Ten tweede worden studenten niet aangemoedigd zich terug te trekken op het bastion van de wetenschap, maar zich juist te mengen in het maatschappelijke debat en zo te beantwoorden aan de verwachtingen die de samenleving van ‘haar' historici koestert. Vragen over de aard en het nut van de historische kennis en het eigen functioneren als historicus staan centraal in de cursussen Historiografie en Theorie van de Geschiedenis. Verder komen deze vragen ook aan de orde in casuscursussen, onderzoeksseminars, en voor sommigen wellicht in een stage of een onderzoeksproject dat geschreven wordt naar aanleiding van een directe vraag uit de samenleving, via de wetenschapswinkel of een ander kanaal. De derde doelstelling, de ‘algemene culturele vorming', is niet gericht op het bijbrengen van een dogmatisch opgevatte canon. Wel krijgen studenten inzicht in culturele waarden en tradities in heden en verleden, en de discussies die daarover werden en worden gevoerd. Studieprogramma Het combineren van alle uitgangspunten en doelstellingen van de opleiding Geschiedenis in één opleidingsprogramma is niet eenvoudig. Critici van de geschiedwetenschap wijzen graag op het hybride karakter van het vak en de opleiding. Wij zien deze veelvormigheid van doelstellingen en zienswijzen eerder als een uitdaging. Voor veel studenten is, zeker aanvankelijk, de complexiteit van de geschiedwetenschap een probleem. Daarom probeert de opleiding de kennismaking daarmee in goed gedoseerde porties aan te bieden. In het eerste collegejaar hebben de meeste cursussen een hoog overzichtsgehalte, en wordt de ‘discussie zonder einde' met terughoudendheid aan de orde gesteld. De chronologische ordening van de cursussen biedt een extra houvast. Daarnaast maakt de student in het eerste jaar kennis met methoden en technieken van het vak, in de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I. In het tweede en derde jaar, in de Themacursussen, de Casuscursussen en het Onderzoeksseminar II, is de betrekkelijkheid van historische kennis al veel duidelijker aanwezig. Daarnaast volgen studenten in het derde jaar Onderzoeksseminar III waarin het accent ligt op het schrijven van een groot individueel onderzoekswerkstuk. Hoewel de cursussen in het onderwijsprogramma in een bepaald jaar zijn ingedeeld, hebben studenten de mogelijkheid om van deze volgorde af te wijken. De keus aan thema’s binnen de vier typen van keuzecursussen (themacursussen, casuscursussen, onderzoeksseminar II en onderzoeksseminar III) biedt iedere student de mogelijkheid zich te verdiepen in een bepaald onderdeel van het vakgebied. In de masterfase kunnen studenten zich vervolgens verder specialiseren. De mengeling van algemene vakkennis en specialistische vaardigheden is ook van belang voor de vooruitzichten op een baan. De tijd dat een historicus vrijwel automatisch docent werd in het voortgezet onderwijs ligt lang achter ons. Tegenwoordig komen historici in de meest uiteenlopende functies terecht. Dat betekent dat onze opleiding afgestudeerden moet afleveren die gekwalificeerd zijn voor functies in de ambtelijke, zakelijke, culturele, politieke en wetenschappelijke wereld. De combinatie van een stevig en breed fundament in het bachelorprogramma met meer beperkte, maar daardoor ook gerichte en beter toepasbare kennis en vaardigheden uit de masterfase, soms praktisch vertaald in een stageperiode, vergroot de weerbaarheid op de arbeidsmarkt. Geschiedenisstudenten worden in Utrecht opgeleid tot herkenbare historici, niet tot vakidioten. Zij beschikken over een behoorlijke kennis over het reilen en zeilen van de samenleving, en over vaardigheden waarmee zij in uiteenlopende functies kunnen slagen. Gerichtheid, effectiviteit, en zelfstandigheid in het vergaren en verwerken van complexe informatie en in de schriftelijke en mondelinge uitdrukking van de resultaten van die speurtocht, krijgen daarom in de opleiding de nodige aandacht. Algemene opzet van het programma Het onderwijs in de bachelorfase van de opleiding geschiedenis wordt gegeven door de medewerkers van de zes afdelingen die de opleiding kent. Twee afdelingen bestrijken de periode
8
vóór 1500, te weten Oude Geschiedenis en Middeleeuwse Geschiedenis. De periode 1500-heden wordt bestreken door de afdelingen Economische en Sociale Geschiedenis (ESG), Politieke Geschiedenis (PG), Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen (GIB) en Geschiedenis van Cultuur, Mentaliteit en Ideeën (CMI). Studielast in ECTS Bij het berekenen van de studielast wordt sinds september 2002 gebruik gemaakt van ECTS: European Credit Transfer System. De bacheloropleiding Geschiedenis heeft een totale studielast van 180 ECTS, waarbij één ECTS gelijk staat aan ongeveer 28 uur studeren. De bacheloropleiding bestaat voor het grootste deel uit de gekozen major (het hoofdvak, 135 ECTS); de rest van de opleiding bestaat uit profileringsruimte (45 ECTS). Na het afsluiten van de bachelorfase kan de student zich verder specialiseren in een master. Een master heeft in de regel een omvang van 60 ECTS. De cursussen in het bachelorprogramma zijn verdeeld over drie niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad: niveau 1 (inleidend), niveau 2 (verdiepend) en niveau 3 (gevorderd). De cursussen hebben een omvang van 7,5 ECTS – ongeveer 200 uren studeren – of een veelvoud daarvan. Het collegejaar bestaat uit 2 semesters, met elk twee periodes. In de regel volgen studenten twee cursussen per periode (8 cursussen per jaar). Schematisch ziet het studieprogramma van de opleiding Geschiedenis er als volgt uit: 1. bachelorfase (3 jaar, totaal 180 ECTS), bestaande uit: - major Geschiedenis (grotendeels verplichte onderdelen) 135 ECTS - profileringsruimte (vrije ruimte) 45 ECTS 2. masterfase (meestal 1 jaar) 60 ECTS Studenten uit het aankomstjaar 2001 die in het bachelorprogramma zijn ingestroomd, hebben nog een aantal cursussen gevolgd die gewaardeerd werden in ‘oude’ studiepunten. De omrekenfactor voor de ‘oude’ punten naar ECTS is: 1 studiepunt = 1,43 ECTS. 2.3
De Profileringsruimte
Naast een major Geschiedenis met een omvang van 135 ECTS heeft de student de beschikking over een profileringsruimte met een omvang van 45 ECTS. Deze profileringsruimte kan de student geheel naar eigen inzicht invullen met cursussen uit het totale Utrechtse cursusaanbod en uit het aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal), met als doel: • cursussen te volgen buiten de major die passen bij ambities en interesses; • extra cursussen te volgen binnen de major, omdat daar de interesse ligt van de student; • voorbereiding op een specifiek masterprogramma; • voorbereiding op een ander vervolg van de (studie)loopbaan De student kan de profileringsruimte geheel naar eigen keuze invullen, mits ten minste 15 ECTS op minimaal niveau 2 zijn behaald. Hoewel de profileringsruimte niet hoeft af te hangen van het beoogde masterprogramma, kan het raadzaam zijn rekening te houden met eventuele ingangseisen van masterprogramma's (zie hiervoor paragraaf 2.4). Ook kan de profileringsruimte gebruikt worden voor een oriëntering op een stage in de masterfase of een verblijf in het buitenland. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de paragrafen 3.2 en 3.3. De minor Binnen het bachelorprogramma dat het Instituut Geschiedenis aanbiedt wordt de student in de gelegenheid gesteld om in de profileringsruimte een minor te volgen. Een minor bestaat uit een omlijnd geheel aan cursussen die samen een beperkte specialisatie in de bachelorfase vormen. De minor kan worden gezien als voorbereiding op een bepaalde masteropleiding. De meeste éénjarige masteropleidingen binnen de opleiding geschiedenis zijn echter zonder specifiek voortraject toegankelijk voor studenten die hun bachelor geschiedenis met succes afronden. De minor is daarom in de eerste plaats een mogelijkheid waarmee studenten zich op onderwijs buiten het eigen instituut of de eigen faculteit kunnen oriënteren, terwijl zij daarin dan wel een zekere verdieping en samenhang brengen. Formeel bestaat een minor uit 30 ECTS waarvan tenminste 7,5 ECTS op 3 niveau worden afgelegd. De opleiding Geschiedenis biedt een algemene minor aan voor studenten van elders. Meer informatie over het minor aanbod is te vinden op: Facultaire Minorsite Letteren: http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/index.htm Universitaire Minorsite: http://www.uu.nl/minors
9
Enkele interessante minors buiten de opleiding Wijsbegeerte (Faculteit Geesteswetenschappen): Minor Politieke filosofie Minor Esthetica (filosofie van de kunsten) http://www.phil.uu.nl/onderwijs/wijsbegeerte/20042005/onderwijsaanbod/minors/minorprogr.shtml Culturele Antropologie (Faculteit Sociale Wetenschappen): Minor Ontwikkelingsvraagstukken http://www.uu.nl/uupublish/onderwijs/opleidingen/cultureleantropo/onderwijs/minors/30811main. html Sociale Geografie en Planologie (Faculteit Geowetenschappen): Minor Europese regionale studies (Geowetenschappen) http://www.geo.uu.nl/onderwijs/bachelor/minors/21435main.html Conflictstudies (Letteren, Faculteit Geesteswetenschappen): Minor Conflictstudies http://www2.let.uu.nl/solis/homelet/minor/conflictstudies-text.htm Rechten (Faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuur & Organisatie): Minor Inleiding Internationaal en Europees recht http://www2.law.uu.nl/student/bachelor/minor.html School van Journalistiek (Hogeschool van Utrecht): Minor Journalistiek http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/ (Letteren, Kunst & Cultuur: Journalistiek) N.B.: Voor 2006/2007! Inschrijvingen vinden één maal per jaar in april plaats! Vreemde Talen (Letteren, Faculteit Geesteswetenschappen): Minor Literatuurwetenschap Er zijn twee hoofdtypes binnen het minortraject: Type 1: nadruk op literatuurwetenschap Type 2: nadruk op westerse literatuur en cultuur http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/ Nederlands (Letteren, Faculteit Geesteswetenschappen): Minor Nederlandse Letterkunde http://www2.let.uu.nl/Solis/nederlands/Minoraanbod.htm Culturele Antropologie, Geschiedenis en Vreemde Talen (Portugees, en Spaans), Sociale Geografie en Planologie Minor Latijns-Amerikaanse Geschiedenis http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/minor/ Economie (Utrecht School of Economics, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuur & Organisatie) Minor Economie http://www.uu.nl/uupublish/onderwijs/studiepuntonline/onderwijsprogram/groteminorsdocto/3255 5main.html Let op: inschrijvingsdata bij andere faculteiten kunnen afwijken van Letteren, kijk op de website van de desbetreffende opleiding!
10
Lerarenopleiding Oriëntatie op de Educatieve Praktijk’, collegejaar 2005-2006 Cluster Schoolvakken
Wanneer
Punten Ingangseisen
Doel
Inhoud
Osiriscode Informatie en aanmelden
alfa en gamma Nederlands moderne vreemde talen (Frans, Engels, Duits, Spaans) muziek aardrijkskunde algemene economie bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het Christendom filosofie geschiedenis kunstgeschiedenis maatschappijleer wordt 2x per cursusjaar aangeboden periode 1 en 3 halftijds (studiebelasting 20 uur per week) contactdagen dinsdag en donderdag de hele dag 7,5 ECTS Voor deelname moet de student minimaal 120 ECTS behaald hebben bij de opleiding waarvoor men ingeschreven staat. Een breed georiënteerde kennismaking met de educatieve beroepsmogelijkheden en trainingen van vaardigheden t.a.v. effectieve informatieoverdracht in allerlei educatieve functies. Deze cursus vormt een oriëntatie op een afstudeertraject in een communicatie- en educatie richting. Deze cursus is voorwaardelijk voor het volgen van de universitaire lerarenopleiding. Deze cursus bereidt voor op het tweejarige educatieve masterprogramma, dat gezamenlijk door de faculteit en het IVLOS wordt aangeboden. De cursus bestaat uit een practicum op het instituut en een stage. informatie over verschillende beroepsmogelijkheden in de educatieve sector; training van basale didactische vaardigheden op het gebied van presentatie en begeleiding; oriëntatie op (vak)didactische inzichten; stage op een school voor voortgezet onderwijs waarin studenten lessen observeren en een aantal lessen zelfstandig verzorgen; of stage in een museum; of stage op een andere plaats (bijv. hoger onderwijs of bedrijfsleven), maar dit laatste alleen in overleg. Bekend bij IVLOS Secretariaat VO 030-2533776 of 030-2531743 www.ivlos.uu.nl
2.4 Studieloopbaanbegeleiding, Tutor, Portfolio en Studieadviseur, Eerstejaars Studieadvies Bij de Utrechtse bachelorfase hoort een gedegen studiebegeleiding. Dat is van groot belang omdat de keuzevrijheid relatief groot is. Tutor Een belangrijke taak is binnen de studieloopbaanbegeleiding weggelegd voor de persoonlijke begeleider van de student, de tutor. Een tutor is een docent die verbonden is aan de major die de student volgt; de tutor is voor de student het eerste aanspreekpunt. De begeleiding is er op gericht de student systematisch en op actieve wijze te laten denken over de eigen studieloopbaan. Ook leert de student knelpunten te signaleren om ze vervolgens aan te pakken. De tutor biedt informatie en advies, maar zal bij sommige zaken doorverwijzen naar de studieadviseur.
11
De studieloopbaanbegeleiding begint in de eerste week van het collegejaar, tijdens de introductie. De student maakt dan kennis met de opleiding, de tutor, de tutorgroep (studiegenoten die dezelfde begeleider hebben) en het digitaal vormgegeven portfolio. Het doel van het portfolio is het inzichtelijk maken van het proces van academische vorming. Eigen ontwikkelingen en prestaties dienen te worden bijgehouden in het portfolio. De studieloopbaanbegeleiding in het eerste jaar bestaat vooral uit enkele individuele gesprekken met de tutor. De student heeft tenminste drie contacten met de tutor: tijdens de introductie, halverwege het studiejaar en aan het eind van het studiejaar. Het tweede contact heeft tot doel met de student het (dringend) studieadvies te bespreken. Tijdens het laatste contact staat de (definitieve) majorkeuze centraal. Verder kan de begeleiding bestaan uit individueel commentaar van de tutor via het portfolio. In het tweede en het derde jaar gaat de aandacht vooral uit naar de studievoortgang en naar de keuzes bij de invulling van de profileringsruimte of voorbereiding op een bepaald masterprogramma. Gespreksonderwerpen met de tutor zijn onder meer: • studievoortgang en studieadvies; gebruik portfolio • evaluatie van het eerste jaar • oriëntatie op de keuzemogelijkheden in de profileringsruimte • oriëntatie op keuzemogelijkheden binnen de major • oriëntatie op studiemogelijkheden in het buitenland en stagemogelijkheden • oriëntatie op masteropleidingen De studieadviseur Naast de tutor kan de student terecht bij de studieadviseur. De studieadviseur kan de student helpen bij vragen over de formele kanten van de studieplanning, exameneisen, ingangs- en toelatingseisen van de masterprogramma’s, gang van zaken rond afstuderen, enz. Daarnaast kunnen studenten zich tot de studieadviseur wenden met vragen en problemen rond studiemotivatie, studiestaking, studievertraging, vrijstellingen, aanvragen afstudeersteun, studiefinanciering, studeren in het buitenland, stage, beroepsperspectieven enz. Bij specifieke vragen of persoonlijke problemen kan de studieadviseur studenten naar de juiste instantie of persoon doorverwijzen. Studenten die door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oplopen, wordt ten zeerste aanbevolen zich zo spoedig mogelijk met de studieadviseur in verbinding te stellen. In dergelijke bijzondere gevallen kan de studieadviseur dispensatie van ingangseisen verlenen. De studieadviseur voor de opleiding Geschiedenis is: mw. drs. M.B. Kleine Adres: Kromme Nieuwegracht 66, kamer 1.07 Telefoon: 030-2536353 E-mail:
[email protected] www.let.uu.nl/StudiePunt
Inloopspreekuren zijn op dinsdag van 11.30 uur – 12.30 uur en op donderdag van 14.00 uur – 15.00 uur. Telefonisch spreekuur is op maandag van 11.30 uur – 12.30 uur. Voor deeltijdstudenten Geschiedenis is het mogelijk een afspraak te maken op donderdagavond. Voor specifieke vragen over studiefinanciering kan de student terecht bij het Studenten Service Centrum (locatie binnenstad: Achter St. Pieter 25, telefoon: 030-2537000) www.uu.nl/ssc
Eerstejaars studieadvies In februari krijgt iedere eerstejaars voltijdstudent van de opleiding Geschiedenis een voorlopig studieadvies. Dit advies is gebaseerd op de studieresultaten van de blokken 1 en 2 met daarbij de volgende criteria voor het te behalen aantal studiepunten in relatie tot het voorlopige studieadvies. Bij het behalen van alle studiepunten van de eerste twee blokken van het eerste jaar, 30 ECTS, met een gemiddeld cijfer van 7 of hoger, wordt een positief ‘plus’ advies gegeven. Voor een algemeen positief advies dient de student minimaal 22,5 ECTS te behalen. Als 15 ECTS, waaronder in ieder geval de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I zijn behaald, krijgt de student een voorwaardelijk advies. Bij het behalen van 15 ECTS zonder de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I en bij minder dan 15 ECTS volgt een negatief advies. Aan het eind van het eerste jaar wordt een definitief studieadvies gegeven op basis van de studieresultaten van het hele eerste jaar met daarbij de volgende criteria voor het te behalen
12
aantal studiepunten in relatie tot het definitieve studieadvies. Bij het behalen van alle studiepunten van het eerste jaar, 60 ECTS, met een gemiddeld cijfer van 7 of hoger, ontvangt de student een positief ‘plus’ advies. Voor een algemeen positief advies dient de student minimaal 45 ECTS te behalen met daarbij in ieder geval de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I. Studenten die minimaal 30 ECTS hebben behaald waaronder Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I kunnen zonder bezwaar doorstuderen; zij dienen echter wel met hun tutor en/of de studieadviseur de planning voor het tweede jaar door te spreken. Bij het behalen van 30 ECTS zonder de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I en bij minder dan 30 ECTS volgt een negatief advies. Studenten die te weinig studiepunten hebben behaald door bijzondere persoonlijke omstandigheden, zoals aantoonbare ziekte van de student zelf of van directe familieleden, krijgen een voorwaardelijk advies, ongeacht het aantal behaalde studiepunten. Het is dan ook van belang studievertraging veroorzaakt door persoonlijke omstandigheden tijdig te melden bij de tutor en de studieadviseur. Het studieadvies komt tot stand na een overleg van de cursusdocenten van het eerste jaar, de tutoren en de studieadviseur. Over het studieadvies heeft de student een gesprek met de tutor. 2.5
Toekomstperspectieven (arbeidsmarktperspectieven, masterprogramma’s)
De bachelor-masterstructuur is ingevoerd in september 2002. De meeste masterprogramma’s zijn per september 2004 van start gegaan. Er is dus nog nauwelijks ervaring opgedaan met studenten die na het afronden van hun bachelorprogramma uitstromen naar de arbeidsmarkt. Na het afronden van hun bachelorprogramma kunnen studenten doorstromen naar een masterprogramma. Naast masterprogramma's die worden aangeboden door de opleiding Geschiedenis zelf, zijn er ook programma's die door andere opleidingen ontwikkeld zijn. Dit betekent dat de student een ruim aanbod krijgt aan masterprogramma’s. De onderstaande masterprogramma’s zijn (mede) vanuit het Onderwijsinstituut Geschiedenis ontwikkeld: Éénjarige opleidingen: • Ancient Culture and Society • Middeleeuwse Studies • Vroeg Moderne Geschiedenis (1350-1850) • Moderne Tijden (politieke en cultuurgeschiedenis, 1750-heden) • Cultureel Erfgoed • Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief • Comparative History • American Studies • Journalistiek (beperkte toegang) • Conflictstudies and Human Rights (beperkte toegang) Tweejarige opleidingen: • Geschiedenis Educatief (lerarenopleiding) • Researchmaster Historical and Comparative Studies of the Sciences and Humanities • Researchmaster History: Cities, states, and citizenship • Researchmaster Medieval Studies Voor de keuze van een masteropleiding hoeft je horizon niet tot Utrecht beperkt te blijven: bekijk eens het aanbod van andere opleidingen in Nederland, of overweeg de mogelijkheid om in het buitenland een masteropleiding te volgen. Zie ook onder 3.3 studeren in het buitenland. 2.6
Stage
Een stage biedt studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen op het terrein van hun studie, verschaft studenten inzicht in hun kennis en vaardigheden en vormt zo een goede voorbereiding op een baan na de studie. Alle bachelorstudenten hebben de mogelijkheid om een stage op te nemen in het examenprogramma. Gedetailleerde informatie over de stage is te vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat - samen met het aanbod van stageplaatsen - ook op internet. De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van
13
stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren, de stagezuil in de hal van het Instituut Geschiedenis (Kromme Nieuwegracht 66) en in het U-blad. Buiten dit aanbod om bestaat de mogelijkheid voor de student zelf een stageplaats aan te dragen. Kijk voor de stagehandleiding of het huidige aanbod van stageplaatsen op www.let.uu.nl/stage.
Facultaire stagecoördinator: Floris Tijl Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6103 e-mail:
[email protected]
Spreekuur op afspraak: maandag 11.00-12.00 uur Inloopspreekuur: donderdag 11.00-12.00 uur Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel. (030) 253 6285 2.7
Naar het buitenland
Iedere student heeft de mogelijkheid om een gedeelte van zijn studie in het buitenland te volgen. Behalve vakken volgen is het ook mogelijk om in het buitenland onderzoek te doen of een stage te volgen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Eventuele plannen voor een verblijf in het buitenland dienen tijdig te worden besproken met de tutor in verband met de studieplanning. Uitgebreide informatie is op te vragen bij het facultaire International Office. Kijk op de website van het International Office: www.let.uu.nl/international.
International Office Coördinator: Marlies Bussemaker Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6046 e-mail:
[email protected]
Inloopspreekuur: dinsdag 10.00-12.00 uur en donderdag 12.30-14.30 uur. Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel. (030) 253 6285 Voor de uitwisselingsprogramma’s op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kan de brochure Studeren in het buitenland worden geraadpleegd. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office.
14
3.
Het onderwijsprogramma (schematisch overzicht en toelichting)
Het collegejaar is opgesplitst in twee semesters met elk twee periodes. Elke periode telt 11 weken waarvan 10 weken voor het volgen van colleges of het maken van werkstukken en tentamens zijn bestemd. Indien noodzakelijk kunnen tentamens ook buiten de normale werkuren worden afgenomen op doordeweekse avonden of op zaterdag. Een jaarrooster met de aanvangsdata van de periodes in 2005-2006 is opgenomen aan het begin van deze studiegids. 3.1
De major Geschiedenis
De major Geschiedenis is opgebouwd uit zogeheten disciplinegebonden vakken en academische contextvakken. Een deel van deze vakken is verplicht (en dus gelijk voor alle studenten binnen de major), de rest bestaat uit verplichte keuzevakken. Een verplicht keuzevak houdt in dat de student weliswaar verplicht is om dit vak te volgen maar daarbij mag kiezen uit een aantal thema's. Dit is het geval bij themacursussen, casuscursussen, en de onderzoeksseminars II en III. De major Geschiedenis bestaat uit 16 cursussen eerste collegejaar Oudheid Middeleeuwen Historisch Ambacht Onderzoeksseminar I Vroegmoderne tijd I Vroegmoderne tijd II Moderne geschiedenis Eigentijdse geschiedenis
niveau 1 1 1 1 1 1 1 1
ECTS 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
Vanaf tweede collegejaar Themacursus* Themacursus* Onderzoeksseminar II Casuscursus Casuscursus Historiografie Theorie van de Geschiedenis Onderzoeksseminar III
2 2 2 3 3 3 3 3
7,5 7,5 15 7,5 7,5 7,5 7,5 15
* in plaats van de themacursus kan ook een literatuurlijst worden gevolgd; hiervoor geldt hetzelfde niveau en aantal ECTS Schematisch ziet het bachelorprogramma Geschiedenis 2005-2006 er als volgt uit:
jaar 1
2
3
BACHELOROPLEIDING semester 1 (september-januari) semester 2 (februari-juni) Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne tijd I Vroegmoderne tijd II Historisch Ambacht Onderzoeksseminar I Moderne Eigentijdse Geschiedenis geschiedenis Themacursus Casuscursus Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar II II Vrije ruimte Vrije ruimte Historiografie Theorie van de Geschiedenis Themacursus Casuscursus Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar III III Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte
15
Een student volgt minimaal twee keer een themacursus (of literatuurlijst), minimaal twee keer een casuscursus, één keer Onderzoeksseminar II en eveneens één keer Onderzoeksseminar III. De volgorde van onderzoeksseminar II en onderzoeksseminar III dient gerespecteerd te worden, terwijl flexibel kan worden omgegaan met de volgorde van themacursussen en casuscursussen. De verschillende cursustypen worden gedurende het gehele jaar aangeboden. De student mag zelf bepalen wanneer hij een college volgt, mits aan de ingangseisen is voldaan. De vrije ruimte mag zowel worden gebruikt voor het volgen van andere cursussen binnen het programma Geschiedenis als voor het volgen van cursussen die elders worden aangeboden. Het eerste jaar Het eerste jaar wordt besteed enerzijds aan de naar tijdvak ingedeelde cursussen Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne tijd I, Vroegmoderne tijd II, Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis en anderzijds aan de op specifieke vaardigheden gerichte cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I. In de naar tijdvak ingedeelde cursussen wordt een inleidend overzicht in belangrijke deelgebieden van het vak geschiedenis gegeven. Dit overzicht behelst noodzakelijke basiskennis om een verder onderzoek van het vakgebied mogelijk te maken. Het onderwijs bij deze cursussen valt uiteen in hoorcolleges en werkgroepen. In de hoorcolleges wordt de verplichte tentamenliteratuur aangevuld. In de werkcolleges wordt niet alleen de tentamenliteratuur gemeenschappelijk voorbereid maar worden ook door het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke opdrachten basisvaardigheden aangeleerd. Deze cursussen worden afgesloten met onder andere een schriftelijk tentamen. De cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bieden een kennismaking met vakspecifieke werkwijzen en onderzoekmethodes, waaronder ook nieuwe ICT-toepassingen in het vakgebied. In de cursus Historisch Ambacht staan vaardigheden centraal als het formuleren van een probleemstelling, het vinden van literatuur en schriftelijke en mondelinge verslaglegging. De vaardigheden worden onder meer getoetst aan de hand van opdrachten en een werkstuk. In de cursus Onderzoeksseminar I worden deze vaardigheden verder uitgebouwd: studenten schrijven en herschrijven onder intensieve begeleiding een klein werkstuk. Onderwerpen kunnen uit alle historische tijdvakken en specialisaties komen. De opleiding verstrekt aan de student een stevig gefundeerd studieadvies na het eerste semester en aan het einde van het eerste collegejaar. Het tweede en derde jaar Het tweede en derde jaar zijn opgebouwd rond Themacursussen, Casuscursussen, Onderzoeksseminar II, Onderzoeksseminar III, Historiografie en Theorie van de geschiedenis. Deze cursussen worden aangeboden op niveau 2 of 3. Er worden hogere eisen gesteld aan intellectuele vaardigheden zoals het kunnen innemen van een eigen standpunt ten aanzien van een wetenschappelijk betoog en het kunnen reflecteren op de plaats die deelnemers aan het wetenschappelijk discours innemen. Ingangseisen Hoewel een student zelf de volgorde mag bepalen waarin de cursussen gevolgd worden, dient rekening te worden gehouden met de ingangseisen. Naast de algemene ingangseisen, die hieronder bij de cursusbeschrijvingen nader gepreciseerd worden, kunnen specifieke eisen worden gesteld bij afzonderlijke cursussen. Deze eisen zijn opgenomen bij de cursusbeschrijvingen van elke cursus. Een student die vanwege bijzondere omstandigheden (zoals ziekte) niet voldoet aan de genoemde ingangseisen, dient zich zo spoedig mogelijk voor een gesprek te melden bij de studieadviseur. Themacursussen Studenten volgen verplicht twee themacursussen. De themacursus biedt een inleiding op een bepaald vakgebied (zoals de cursus Internationale Betrekkingen) of een zeer breed thema (bijvoorbeeld Film als Cultuurgeschiedenis). De themacursus kan een rol spelen in de voorbereiding op MA-programma’s. Het onderwijs binnen de themacursussen heeft meestal de vorm van een responsiecollege: het gaat om relatief grote groepen studenten (40-120). Themacursussen kennen een schriftelijk tentamen als belangrijkste toets.
16
De Literatuurlijst De literatuurlijst vormt een alternatief voor de themacursus. Studenten mogen één literatuurlijst volgen in plaats van één themacursus. De vorm van de literatuurlijst wijkt af van de themacursus, maar het inhoudelijk doel is vergelijkbaar: het verwerven van inzicht in een periode of breed thema. De literatuurlijst kent geen wekelijks cursorisch onderwijs: de student bespreekt met de docent een keuze uit een thematische literatuurlijst, die vervolgens goeddeels individueel wordt voorbereid. De literatuurlijst wordt per blok aangeboden, een coördinator verdeelt de studenten over de betrokken docenten. Afronding geschiedt door middel van een mondeling tentamen of paper, een deeltoets kan de vorm krijgen van leesverslag of boekbespreking. Als ingangseisen voor themacursussen en de literatuurlijst gelden de volgende regels: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Casuscursussen Iedere student volgt tijdens zijn studie minimaal twee casuscursussen. In elke periode wordt een breed scala aan casuscursussen aangeboden. De student mag zelf kiezen welke casuscursussen hij volgt. Hierbij geldt als principe: vol is vol. Het maximale aantal studenten per groep is 30, tenzij anders bepaald. Bij de casuscursus geldt een aanwezigheidsplicht: als zonder geldige redenen collegebijeenkomsten worden gemist, is uitsluiting mogelijk, zulks ter beoordeling van de docent. In ieder geval kunnen extra werkzaamheden worden verlangd. Ondanks de grote verscheidenheid aan thema's die worden aangeboden, hebben alle casuscursussen dezelfde basisstructuur. In de casuscursusssen wordt de discussie over een specifiek historisch probleem in kaart gebracht. Aan de hand van een aantal voorbeelden leren studenten wat de structuur is van wetenschappelijke debatten en hoe zij dat aan anderen kunnen uitleggen. In de cursussen speelt presentatie een rol: studenten presenteren de kennis die zij hebben opgedaan in de vorm van een paper of referaat. Als ingangseisen voor casuscursussen gelden de volgende regels: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 3 na het behalen van tenminste 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten dienen, naast 7,5 ECTS op niveau 2, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Onderzoeksseminar II Studenten volgen in hun studie ten minste één Onderzoeksseminar II. Aangezien het onderwijs in deze seminars een intensief karakter heeft, zijn de groepen beperkt tot maximaal 25 studenten. De vrije keuze is wel aan beperkingen gebonden: als de lijst van één thema vol is, moet men in een ander onderzoeksseminar II onderdak vinden. Er wordt naar gestreefd om de thema’s van de Onderzoeksseminars II zo goed mogelijk naar onderwerp en tijd te spreiden. Bij deze onderzoeksseminars geldt een aanwezigheidsplicht: als zonder geldige redenen collegebijeenkomsten worden gemist, is uitsluiting mogelijk, zulks ter beoordeling van de docent. In ieder geval kunnen extra werkzaamheden worden verlangd. Onderzoeksseminar II is een vervolg op de eerstejaarscursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I. Het gaat daarbij om het zelfstandiger leren zoeken, conceptualiseren en schrijven. Bronnen en literatuur worden gewogen met het doel daar een eigen interpretatie aan te geven. Onderzoeksseminars II hebben enkele algemene kenmerken. In de eerste helft van de cursus krijgt de student de gelegenheid om zich nader in te lezen in de voorgeschreven algemene literatuur over het thema. Deze literatuurstudie wordt begeleid door de docent. Tijdens deze voorbereiding zal men zich reeds nader beraden over de keuze van meer individuele onderzoeksthema’s waaraan, in de daarop volgende weken, aandacht wordt besteed. In de tweede helft van de cursus wordt de werkwijze vaak individueler maar niet minder intensief. Een eigen thema moet door middel van zelfstandig onderzoek worden uitgediept; de resultaten van het onderzoek worden bovendien in verschillende vormen gepresenteerd. Als ingangseisen voor Onderzoeksseminar II gelden de volgende regels: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide
17
cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Historiografie en Theorie van de Geschiedenis In de cursussen Historiografie en Theorie van de Geschiedenis staat de geschiedenis van de geschiedschrijving en de theorievorming daarover centraal. Het gaat om de grondslagen van de geschiedenis en het herkennen van de paradigma’s van het vak. De intellectuele basisvaardigheden worden uitgebreid naar het debatteren over het vakgebied en de plaats daarvan in de samenleving. Historiografie houdt niet alleen een overzicht in van tradities en genres van geschiedschrijving, maar ook reflectie op de plaats en betekenis van geschiedbeschouwing in cultureel en maatschappelijk opzicht. De cursus Theorie van de Geschiedenis vormt een tweeluik met de meer cultuurhistorisch georiënteerde cursus Historiografie. Het stelt de problematiek van de fundering van de geschiedbeoefening aan de orde. Daartoe wordt een overzicht van de wetenschapsfilosofie gegeven. Vervolgens wordt de geschiedtheorie in dat veld geplaatst en geanalyseerd. Tenslotte wordt een verbinding gelegd met actuele stromingen en debatten in de geschiedschrijving. Onderzoekkseminar III In het derde (eventueel het tweede) jaar van de bachelorfase volgen studenten verder minimaal één keer een Onderzoeksseminar III. Onderzoeksseminar III is een van de meest veeleisende onderdelen van de opleiding. Aangezien het onderwijs in deze seminars een intensief karakter heeft, zijn de groepen klein gehouden: maximaal 25 studenten. De vrije keuze is dus ook hier aan beperkingen gebonden. In het seminar ligt de nadruk op de eigen keuze van onderwerp, bronnen, vraagstelling en plaats in het discours. Ook binnen het thema van één Onderzoeksseminar III kan de student veelal kiezen uit een scala van onderwerpen. De nadruk ligt op het zelfstandig zoeken en verwerken van bronnen, het formuleren van een vraagstelling en het kritisch verwerken van het materiaal. Toetsing vindt in hoofdzaak plaats aan de hand van een schriftelijk werkstuk of eindverslag. Een precieze beschrijving van de opzet is opgenomen in de cursusbeschrijvingen in Osiris. Als ingangseis voor Onderzoeksseminar III gelden de volgende regels: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Eindwerkstuk In de Bachelor opleiding is sinds het cursusjaar 2004-2005 het niet-cursorische eindwerkstuk (15 ECTS) komen te vervallen. De student schrijft een substantieel werkstuk in het Onderzoeksseminar III. In de Masterfase staat wel een eindwerkstuk gepland. De overgangsregelingen voor de jaren van aankomst 2002-2003 en 2003-2004 vermelden nadere bijzonderheden. Ook voor studenten van deze jaargangen is het niet meer noodzakelijk binnen de Bachelor een eindwerkstuk te schrijven. Profileringsruimte en Minors Zie voor informatie over profileringsruimte en minors het voorgaande hoofdstuk, paragraaf 2.3
18
4.
Het examen
4.1
Exameneisen en huisregels
De eisen voor de examens van de opleiding staan geformuleerd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Het onderwijsprogramma van het Instituut wordt vastgesteld door de directeur van het Instituut onder eindverantwoordelijkheid van het Faculteitsbestuur. Daarnaast bestaan er algemene regelingen zoals die door de Faculteitsraad zijn vastgelegd in het Opleidingsstatuut. Voor de precieze regelingen en de uitgebreide bepalingen verwijzen wij naar de officiële bescheiden. Deze liggen ter inzage op het secretariaat van de opleiding. De examenregelingen en opleidingsstatuten van alle opleidingen zijn te vinden op www.let.uu.nl/studiepunt > Onderwijs- en examenregelingen (OER). Voor de huisregels rond inschrijving, deelname aan colleges en voor een algemeen overzicht van de ingangseisen voor cursussen wordt verwezen naar deel V van deze studiegids (Huishoudelijke informatie). Gedetailleerde informatie over plagiaat staat op: http://www.let.uu.nl/geschiedenis/plagiaat.
Examencommissie en algemene bepalingen De examencommissie van de opleiding Geschiedenis bestaat uit de volgende leden: dr. E.A. Hemelrijk (voorzitter), prof.dr. L.J. Dorsman, dr. E. Kloek, dr. G. de Bruin en prof.dr. M. Prak. Voor de meest recente samenstelling van de commissie kunt u zich tot het secretariaat wenden. Voor onderstaande zaken kunt u terecht bij de volgende personen: Goedkeuring onderwijsonderdelen buiten de faculteit en buitenland HBO-instroom toezicht bachelor-master beroepszaken eerstejaars studieadvies lid
prof.dr. M. Prak dr. E. Kloek dr. E.A. Hemelrijk dr. E.A. Hemelrijk dr. G. de Bruin prof.dr. L.J. Dorsman
Algemene zaken betreffende examens zijn opgenomen in het Opleidingsstatuut. Een volledige versie van het officiële Onderwijs- en Examenreglement van de opleiding Geschiedenis ligt ter inzage op het secretariaat Geschiedenis (Kromme Nieuwegracht 66, kamer 0.04). Overgangsregelingen voor studenten uit de aankomstjaren 2002 en 2003 Studenten die in 2002 of 2003 met hun studie zijn begonnen, kunnen via een overgangsregeling uitstromen in het bachelorprogramma van 2005-2006. Dit betekent dat zij het individueel eindwerkstuk (15 ECTS) kunnen vervangen doorhet behalen van 15 ECTS op niveau 3, bijvoorbeeld door middel van twee casuscursussen op niveau 3. Het bachelorprogramma ziet er dan schematisch als volgt uit:
jaar
1
2
3
BACHELOROPLEIDING vanaf 2004-2005 semester 1 (september-januari) semester 2 (februari-juni) Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne tijd I Vroegmoderne tijd II Historisch Ambacht Onderzoeksseminar I Moderne Eigentijdse Geschiedenis geschiedenis Themacursus Casuscursus Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar II II Vrije ruimte Vrije ruimte Historiografie Theorie van de Geschiedenis Themascursus Casuscursus Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar III III Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte
19
Desgewenst kunnen studenten uit deze aankomstjaren kiezen voor hun oude programma, met behoud van het 15 ECTS individuele eindwerkstuk. Ter verduidelijking volgt hier een omschrijving van het Eindwerkstuk: In het Eindwerkstuk ligt de nadruk op de eigen keuze van onderwerp, op bronnen, vraagstellingen en plaats in het discours. Belangrijk is in dit verband het vermogen om wetenschappelijk te kunnen reflecteren op eigen denken en werken. Studenten komen in het stadium dat ze actief vorm kunnen geven aan zelfstandige producten. Naast de klassieke vorm van de scriptie kunnen in overleg met de begeleidende docent andere vormen van een eindwerkstuk ontwikkeld worden. Het Eindwerkstuk behandelt een (deel)onderwerp van een breder thema, dat nader uitgediept wordt. In deze fase is sprake van (semi-)individuele begeleiding. Studenten werken meestal alleen, gecoached door hun begeleider. Het afstudeerproduct is een scriptie, verslag, brochure of een ander werkstuk. Bij het secretariaat kan een handleiding voor het Eindwerkstuk worden opgehaald waarin nadere aanwijzingen worden gegeven voor het succesvol afronden van dit onderdeel van de studie. Overgangsregelingen voor studenten uit het collegejaar 2001 Studenten die in 2001 met hun opleiding zijn begonnen hebben in hun eerste jaar het oude propedeuseprogramma gevolgd. Zij stromen in het tweede jaar van het nieuwe onderwijssysteem (bachelor-master) in. Deze studenten studeren na drie jaar af als bachelor en kunnen zich in een master verder specialiseren. Studenten die in het eerste jaar niet alle cursussen met een voldoende hebben afgesloten, hebben in het jaar 2002-2003 herkansingsmogelijkheden voor deze cursussen gekregen. Indien zij de cursussen niet met een voldoende hebben afgesloten, dienen zij deze cursussen nogmaals, in de nieuwe vorm, te volgen. Desgewenst kunnen studenten die in 2001 aan hun opleiding Geschiedenis begonnen zijn, het oude doctoraalprogramma afronden (en de titel doctorandus behalen). Hiervoor dient u contact op te nemen met de studieadviseur en de examencommissie. Het bachelorprogramma vanaf het tweede jaar ziet er schematisch als volgt uit: BACHELOROPLEIDING semester 1 (september-januari) semester 2 (februari-juni) Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 2 Historisch Ambacht Casuscursus Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar (aangepaste versie) II II Vrije ruimte Vrije ruimte Historiografie Theorie van de Geschiedenis 3 Onderzoeksseminar Onderzoeksseminar Eindwerkstuk* Eindwerkstuk* III III Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte Vrije ruimte *zie ook de bovenstaande overgangsregeling voor de jaren van aankomst 2002 en 2003: ook voor studenten met het jaar van aankomst 2001 is het vervangen van het eindwerkstuk door 15 ECTS op niveau 3 mogelijk!
jaar
4.2
Aanvraagprocedure en diploma-uitreiking
Het bacherlorexamen is geformaliseerd. Wanneer u aan alle verplichtingen voor het examen heeft voldaan, dient u vóór de desbetreffende aanmeldingsdatum (zie 4.3) een afspraak te maken met het examensecretariaat, kamer 0.04, 030-2536222. U dient hiervoor mee te nemen: 1. een geldig bewijs van inschrijving. 2. een volledig dossieroverzicht. Het dossieroverzicht kan worden aangevraagd bij het StudiePunt Letteren, Drift 8 (dagelijks geopend tussen 10.00 en 16.00 uur), of kan worden uitgeprint met OSIRIS online. 3. kopie van tentamenbriefjes, voorzover niet op het dossieroverzicht vermeld; eventuele verklaringen van vrijstellingen, overgangsregelingen, correspondentie met examencommissie of studieadviseur e.d. 4. een verklaring van de tutor dat is voldaan aan de portfolioverplichting.
20
Data diploma-uitreiking Laatste aanmeldingsdatum a)
Uitreikingsdata
19 mei 2005 30 juni 2005 31 augustus 2005 b) 10 november 2005 2 februari 2006 18 mei 2006 29 juni 2006 31 augustus 2006 b)
16 juni 2005 25 augustus 2005 6 oktober 2005 8 december 2005 2 maart 2006 15 juni 2006 24 augustus 2006 19 oktober 2006
a) b)
Op deze datum dient aan alle verplichtingen te zijn voldaan. Wie op deze datum aan alle verplichtingen heeft voldaan, studeert nog af in het betreffende academische jaar.
De student dient ervoor te zorgen dat vóór de datum waarop de formaliteiten moeten worden afgehandeld alle voorlopige toetsverklaringen binnen zijn. Er dienen dus goede afspraken met de docenten te worden gemaakt over het beoordelen van de laatste studieonderdelen. Voor studenten die ter afronding nog een 15 ECTS eindwerkstuk schrijven geldt dat zij over het tijdpad van correctie, herziening, beoordeling en afstuderen in een vroegtijdig stadium met hun begeleider moeten overleggen. Van het secretariaat van het Instituut ontvangt men een schriftelijke bevestiging van datum, tijdstip en plaats van de uitreiking. Indien aan alle verplichtingen is voldaan vóór 1 september behoeft voor het komende cursusjaar geen inschrijf- en examengeld te worden betaald aan de Universiteit Utrecht. NB: studenten die per september 2006 aan hun masteropleiding willen beginnen, dienen hun bul vóór 1 juli 2006 aan te vragen. Aanvragen die later binnenkomen kunnen tot problemen leiden. Aan docenten van de meest relevante onderdelen (zoals onderzoeksseminar III) zal worden gevraagd optimaal mee te werken. 4.3
Titulatuur, Cum Laude en andere judiciae
Titulatuur Indien aan alle verplichtingen voor het bachelorexamen is voldaan, mag de afgestudeerde de internationaal erkende titel Bachelor of Arts (BA) voeren. Regeling voor Cum laude en andere Judiciae Bij het vaststellen van het judicium volgt de examencommissie van de opleiding Geschiedenis de facultaire richtlijnen met uitzondering van de Cum Laude regeling: Artikel 1 - Bachelorexamen 1. Aan de uitslag van het bachelorexamen kan het predikaat “met lof” worden toegekend, indien • de cijfers voor 20 van de 24 onderdelen van de bacheloropleiding gemiddeld een 8 of hoger zijn; • het cijfer voor het eindwerkstuk een 8,5 of hoger is. • voor de studenten die geen eindwerkstuk schrijven geldt echter dat voor het schriftelijk werkstuk van Onderzoeksseminar III een 8,5 of hoger behaald moet zijn. 2. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd worden niet in de berekening van het judicium opgenomen. 3. De examencommissie kan, al dan niet op voorstel van een docent, in individuele gevallen van deze regeling afwijken in het voordeel van de student. 4. Het predikaat “met lof” wordt op het getuigschrift vermeld.
21
5.
Cursusaanbod
5.1
Shortlist cursussen
U dient zich in te schrijven voor de cursussen via Osiris on Line (www.osiris.uu.nl) Meer informatie over de cursusinschrijving vindt u op www.let.uu.nl/studiepunt. Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens de twee officiële inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kunt u zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Houd daar rekening mee. Stel een goede planning op en bespreek die met uw tutor of studieadviseur. Voor gedetailleerde cursusinformatie verwijzen wij u naar Osiris Online en de universitaire onderwijscatalogus. De beschrijvingen van de casuscursussen, de onderzoeksseminars en het eindwerkstuk zijn in dit deel van de studiegids terug te vinden bij punt 3.1 (De major Geschiedenis). Voltijdstudenten kunnen na de eerste inschrijvingsronde , indien er nog plaats is, deelnemen aan deeltijdcursussen. Zie hiervoor de huishoudelijke regels in deel IV. De shortlist van deeltijdcursussen is te vinden in deel III van deze gids, onder punt 3.
Cursusaanbod in de major Geschiedenis Voltijd Verplicht gedeelte Jaar 1 Code 200300414 200400113 200500142 200400112 200200442 200500215 200200545 200500157
Titel - Historisch Ambacht (academische context) - Oudheid - Onderzoeksseminar I (academische context) - Middeleeuwen - Vroegmoderne Tijd I - Moderne Geschiedenis - Vroegmoderne Tijd II - Eigentijdse Geschiedenis
Periode 1 1 2 2 3 3 4 4
Pagina 25 27 29 31 33 35 37 39
Jaar 2 en verder Code Titel 200400120 - Historiografie (academische context) 200400123 - Theorie van de geschiedbeofening (academische context) 200300546 - Eindwerkstuk BA Geschiedenis *
Periode 3 4 1, 2, 3, 4
Pagina 41 43 45
1,2,3,4
47
Niet verplicht 200300574
- Stage Bachelor
* Eindwerkstuk BA Geschiedenis In de Bachelor opleiding is sinds het cursusjaar 2004-2005 het niet-cursorische eindwerkstuk (15 ECTS) komen te vervallen. De student schrijft een substantieel werkstuk in het Onderzoeksseminar III. In de Masterfase staat wel een eindwerkstuk gepland. De overgangsregelingen voor de jaren van aankomst 2002-2003 en 2003-2004 vermelden nadere bijzonderheden. Ook voor studenten van deze jaargangen is het niet meer noodzakelijk binnen de Bachelor een eindwerkstuk te schrijven.
22
Themacursussen en Literatuurlijsten Code 200400811 200400085 200400081 200400077 200400138 200400122 200400144 200500064 200500054 200500055 200500058 200500074 200400170 200400148 200400143 200500073 200300273 200500240 200500139 200400182 200400183 200300223 200500084
Titel - Literatuurlijst Middeleeuwen - Literatuurlijst 1400-1850 - Literatuurprogramma 19e en 20e eeuw - Literatuurlijst Oude Geschiedenis - Internationale betrekkingen - Ideologieën in de 19e en 20e eeuw - Nederland in de wereld - Film als cultuurgeschiedenis - Geschiedenis van de actualiteit - Staatsvorming na 1750 - Inleiding Oost- Europese geschiedenis - Themacursus cultureel erfgoed - De Tweede Wereldoorlog - Latijns-Amerikaanse geschiedenis - Geschiedenis van de mensenrechten - De historiografie van de Koude Oorlog - Amerikaanse geschiedenis en cultuur na 1900 - Bijbel en ritueel - Literatuurtentamen Oude Geschiedenis - Who’s who in de Bijbel - Who’s who in de Mythologie - Europese integratie - Globalisering in de 19e eeuw
Niveau 2 2 2 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Afdeling ME PG PG GOAC GIB PG GIB CMI PG PG PG/GIB CMI CMI GIB GIB CMI CMI
Periode 1,2,3,4 1,2,3,4 1,2,3,4 1,2,3 1,3 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 3 3
Pag. 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76 78 79
2 2 1 1 2 2
MED GOAC GOAC GOAC GIB CMI/GIB
3 4 4 4 4 4
81 83 85 87 89 91
Titel - Paleografie Middeleeuwen (academische context) - Staatsvorming in Europa 1500-1750 - Veiligheidsproblematiek - Een beslissende demarrage? - De Renaissance - De godsdienstoorlogen (1550-1700) - Russische cultuur en geschiedenis - Paleografie 16e en 17e eeuw (academische context)
Niveau 2
Afdeling ME
Periode 1-2
Pag. 93
3 3 3 3 3 1 3
PG GIB ESG CMI GIB
1 1 1 1 1 1 1-2
95 97 99 101 103 105 106
Titel - Oorlog en samenleving - Internationale economie - De Romantiek - Amerikaanse geschiedenis en cultuur tot 1900 - Empire - Friese identiteit voor de Friese vrijheid - Klassiek Athene in 3D - Melancholie en depressie - Hoe breng ik dictators ten val? - De boekdrukkunst in beeld
Niveau 3 3 3 3
Afdeling PG ESG CMI CMI
Periode 2 2 2 2
Pag. 108 110 112 114
3 3 3 3 3 3
GIB ME GOAC CMI GIB UB
2 2 2 2 2 2
116 118 120 122 124 126
Casuscursussen per periode Periode 1 Code 200300203 200500057 200400134 200400471 200500062 200500070 200400174 200400727
Periode 2 Code 200400125 200400813 200500061 200500086 200400140 200500050 200500214 200500075 200500081 200500082
23
Periode 3 Code 200500143 200500076 200500141 200500071 200500078 200500281 200500227 200500092
Titel - Caius Iulius Caesar - De historische roman - Nieuwe taken Nederlandse leger - From the West to the Rest - Secularisering en fundamentalisme - Trade, trust and strangers - De Langbroekerwetering 1600-1900 - Russische literatuur 19e en 20e eeuw
Niveau 3 3 3 3 3 3 3 3
Afdeling GOAC CMI GIB CMI/GIB CMI ESG
Periode 3 3 3 3 3 3 3 3
Pag. 128 130 132 134 136 138 140 142
Periode 4 Code 200500063 200500069 200500077 200500048 200500392 200400127
Titel - Shop ‘till you drop! - Het tijdperk Brezjnev, 1964-1982 - Burgerschap in bange dagen - Geweld, geloof, gezag en gezwoeg - Islam in African history - Totalitaire systemen
Niveau 3 3 3 3 3 3
Afdeling ESG GIB CMI ME ESG PG
Periode 4 4 4 4 4 4
Pag. 144 146 148 150 152 154
Onderzoeksseminar II (niveau 2) Code 200400104 200400198 200500091 200500094 200500096 200500087 200300339 200500283 200500088
Titel - Het Spaanse wereldrijk 1500-1700 - De stad in de 17e eeuw - De export van democratie - Het einde der tijden - Romanisering en inheems verzet - Fascisme - Terrorisme - Peper of zout - Regime change
Afdeling PG CMI GIB ME GOAC PG GIB ESG PG
Periode 1-2 1-2 1-2 1-2 1-2 1-2 3-4 3-4 3-4
Afdeling PG ESG PG GIB GOAC GIB PG/GIB CMI ME
Periode 1-2 1-2 1-2 1-2 2-3 3-4 3-4 3-4 3-4
Pagina 156 158 160 162 164 166 168 170 172
Onderzoeksseminar III (niveau 3) Code 200500205 200500163 200500167 200500165 200500171 200500168 200300346 200500177 200500166
Titel - Daders in de jodenvervolging - Globalisering: vloek of zegen? - Hof en hoveling - Humaniteit met een bijsmaak - Africa Romana - Clausewitz - Joegoslavië propaganda - The American Frontier - Tiende eeuwse toestanden
24
Pagina 174 176 178 180 182 184 186 188 190
5.2
Cursusbeschrijvingen
HISTORISCH AMBACHT voltijd Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300414 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: niet toegankelijk voor studenten TCS (aparte cursus Historisch Ambacht voor TCS, of Basiscursus Historisch Onderzoek) Inhoud: De cursus is een eerste inleiding op de geschiedwetenschap, op de wijze waarop historici aan hun informatie komen, en hoe zij deze presenteren. Thema’s als het zoeken van materiaal en bronnenkritiek nemen een belangrijke plaats in in de cursus. In hoorcolleges wordt een aantal theoretische problemen uitgewerkt, in werkcolleges worden praktische vaardigheden aangeleerd. Daarnaast is er een ICT-gedeelte waarin de student kennis maakt met moderne zoek- en presentatietechnieken. Cursusdoelen: De student leert de volgende vaardigheden: hanteren van naslagwerken en 'apparaat', vinden van de weg in wetenschappelijke bibliotheken, werken met inventarissen/bronnengidsen, informatie zoeken via internet, bronnenkritiek, heuristiek (inclusief digitale bronnen), wetenschappelijk annoteren/titelbeschrijvingen maken, zakelijk weergeven van historische gegevens, gebruik maken van hulpwetenschappen, ICT-technieken, schriftelijk en mondeling presenteren. Eerste aanzet wetenschappelijke attitude. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Henrichs Docent nog onbekend Feedback: Commentaar op gemaakte opdrachten. Daarnaast individueel gesprek in week 8 of 9. Bereikbaarheid: Verschilt per docent. Coördinator van de cursus is H. Henrichs, 030253.6047 of
[email protected]
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: De voor die bijeenkomst opgegeven stof lezen, respectievelijk opdrachten maken. Bijdrage aan groepswerk: Beoordeling mondelinge presentatie medestudenten, paticipatie in discussie.
25
Toetsen: Toets per computer (30 pt.) Actieve deelname (10 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Schriftelijke rapportage (20 pt.)
Deadlines: Opdrachten: inleverdata zoals aangegeven in de reader. Wat wordt er beoordeeld: Historische onderzoeksvaardigheden, presentatie (schriftelijk en mondeling), ICT-vaardigheden, academische attitude. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - P. de Buck e.a., Zoeken en Schrijven, handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (Baarn 1996). Reader - Reader Historisch Ambacht en reader 'Bits and Pieces'(beide niet verkrijgbaar bij studiepunt Letteren, wel op de KNG66, kamer 2.08) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 45,00
26
INTRODUCTIE IN DE GESCHIEDENIS VAN DE OUDHEID Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400113 1 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Meer dan vijftienhonderd jaar uit de Grieks-Romeinse geschiedenis worden in deze cursus behandeld, van de Donkere Eeuwen tot en met de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk. Vanuit verschillende invalshoeken (politiek, sociaal, economisch en cultureel) zal worden geprobeerd een zo compleet mogelijk overzicht te geven van de Grieks-Romeinse Oudheid. Tijdens de hoorcolleges zal de handboekstof mede aan de hand van beeldmateriaal worden toegelicht en aangevuld. In de werkcolleges wordt dieper ingegaan op bepaalde aspecten van de Grieks-Romeinse geschiedenis met behulp van een reader en een werkboek. De rol van de wetgevers in het archaïsche Griekenland, de kosten van de Atheense democratie, de heersercultus in de Hellenistische en Romeinse wereld, de sociaal-economische gevolgen van de Tweede Punische Oorlog, vervolging en martelaarschap in de Antieke wereld - dit zijn maar enkele van de onderwerpen die behandeld zullen worden. Tijdens de werkcolleges zullen opdrachten worden verstrekt die tot doel hebben de deelnemers wegwijs te maken in de grote hoeveelheid gegevens die in gedrukte of digitale vorm beschikbaar is. Cursusdoelen: Het verwerven van kennis over en inzicht in de ontwikkelingen tijdens de Oudheid; hiervan in woord en geschrift verslag kunnen doen. Contactpersoon: Docenten:
dr. A.W.H. Evers prof. dr. J.H. Blok dr. A.W.H. Evers dr. E.A. Hemelrijk drs. D.E. Kretschmann drs. R. Strootman
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiding hoorcolleges en werkcolleges; lezen handboek en maken opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Discussie van opdrachten.
27
Toetsen: Eindtoets (50 pt.) Toets 1 (25 pt.) Toets 2 (25 pt.)
Deadlines: zie werkboek bij cursus Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden
Verplicht studiemateriaal: Boek - L. de Blois en R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude Wereld (Muiderberg 2001). - P.J. Reimer, Prisma van de Klassieke Oudheid. Namen en begrippen uit de Griekse en Romeinse Oudheid van A tot Z. (Utrecht/Antwerpen 1985). Reader - Reader Introductie Oudheid Werkboek - Werkboek Introductie Oudheid Aanbevolen studiemateriaal: Atlas - Historische atlas Kosten:
EUR 50,00 (Verplicht materiaal) EUR 30,00
28
ONDERZOEKSEMINAR I Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500142 2 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basisprincipes van het historisch onderzoek. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Historisch Ambacht Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Werkcollege: de docent bepaalt het koepelthema van de werkcolleges. Voorts wordt in alle werkgroepen aandacht besteed aan de techniek van het schrijven van een werkstuk. Cursusdoelen: Zie de algemene omschrijving in het hoofdstuk over het studieprogramma. Contactpersoon: Docenten:
drs. I.G.B.M. Duyvesteyn drs. I.G.B.M. Duyvesteyn Feedback: Tijdens werkcollege en op afspraak Bereikbaarheid: In overleg met de betrokken docent
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcolleges: kritisch en analytisch lezen van inleesliteratuur, zelfstandig zoeken en afwegen van relevante literatuur, voorbereiding werkstuk, maken van opdrachten ter voorbereiding van het werkstuk, mondelinge presentaties over de voortgang.Hoorcolleges: geen voorbereiding. Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan plenaire discussie, meedenken met en kritisch reageren op presentaties en werk van medestudenten.
Toetsen: Opdracht(en) (15 pt.) Referaat (15 pt.) Schriftelijk werkstuk (70 pt.)
Deadlines: Wordt tijdig bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Opdrachten, referaat en eindwerkstuk Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
29
Verplicht studiemateriaal: Boek - P. de Buck e.a. red., Zoeken en Schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (Baarn 2000). Dit boek moet ook worden aangeschaft voor de cursus Historisch Ambacht. Wordt nader bekendgemaakt - Door de docent te bepalen inleesliteratuur over het koepelthema. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 40,00
30
INTRODUCTIE IN DE GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400112 2 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Een algemeen idee van de westerse geschiedenis en de christelijke godsdienst. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Zie de lijst in het werkboek. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus beoogt een overzicht te bieden van de westerse geschiedenis - en deels van de geschiedenis van het Midden-Oosten - vanaf de Late Oudheid tot in de vijftiende eeuw. De belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen op politiek, economisch, sociaal en religieuscultureel gebied zullen hierbij de revue passeren. Te denken valt aan de veranderingen van en in het Romeinse Rijk en de overgang naar de verschillende rijken en gebieden, die in het Westen hiervoor in de plaats komen. Franken, Arabieren, Byzantijnen, Vikingen, Ieren, Magyaren, pausen en horigen krijgen hierbij een plek. De komst van het christendom is eveneens een zeer ingrijpende, en voor de geschiedenis van Europa bepalende, ontwikkeling geweest. In later eeuwen gaat het om het ontstaan van universiteiten, een geweldige uitbouw en bloei van de economie met grote ontginningen, de vorming van het cultuurlandschap, handelsexpedities, ontdekkingsreizen, demografische groei en de urbanisatie van delen van Europa; daarnaast zijn er staatkundige ontwikkelingen, variërend van de opkomst van Statenvergaderingen en de langzame groei die het gezag van koningen en heersers doormaakt, tot opstanden en oorlogen. Op religieus en cultureel gebied spelen onder andere de grote concilies, maar ook de gregoriaanse hervorming, de investituurstrijd en de zogenoemde Renaissance van de twaalfde eeuw. Dit overzicht moet de basis bieden voor een meer diepgaande bespreking van een aantal thema's in de werkcolleges. Acht weken lang wordt daarom, naast het hoorcollege en delen uit het handboek, gebruik gemaakt van artikelen in een reader. Dergelijke thema's kunnen bijvoorbeeld de `transformatie' van de Romeinse wereld, spanningen tussen de islam en het westen of de activiteiten van koningen zijn. Hierbij wordt een actieve inbreng van de kant van de student verwacht. In het schriftelijk tentamen, dat als `open boek' tentamen zal worden afgenomen, wordt nagegaan in hoeverre kennis en inzicht elkaar in evenwicht houden: belangrijke ontwikkelingen en gebeurtenissen moet u kunnen duiden en uitleggen. Daarnaast moet u in staat zijn om de stof van de artikelen te interpreteren, te vergelijken en te bespreken. Cursusdoelen: Het bieden van een overzicht van de geschiedenis van de Middeleeuwen in Europa; het vinden van de hoofdlijnen in een grote hoeveelheid informatie; het vergelijken van handboek en readerteksten, het analyseren hiervan en het stellen van vragen hierover en hieraan en ten slotte het schrijven van een duidelijk werkstuk over een onderwerp uit deze periode. Contactpersoon:
dr. A.J. van den Hoven van Genderen
31
Docenten:
dr. A.J. van den Hoven van Genderen dr. M. Mostert drs. A.C. van Rhijn Feedback: Tijdens colleges, spreekuur, via e-mail en na telefonische afspraak. Bereikbaarheid: via spreekuur, na telefonische afspraak en via e-mail
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het lezen van alle literatuur; een overzicht en samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen, termen en ideeën, en het overdenken en kritisch benaderen hiervan; een actieve opstelling tijdens de colleges onder andere blijkend uit het stellen van vragen en het meedenken over problemen.
Toetsen: Open boek tentamen (60 pt.) Take-home tentamen (40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van en inzicht in de Middeleeuwen; de vaardigheid om zich in woord en geschrift uit te drukken; de analyse van teksten en het stellen van relevante vragen hierbij. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Barbara H. Rosenwein, A Short History of the Middle Ages (Peterborough, Ontario 2002) Reader - Reader Middeleeuwse Geschiedenis Werkboek - Werkboek Middeleeuwse Geschiedenis (wordt gepubliceerd op de website van het OWI Geschiedenis) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht literatuur)
32
INTRODUCTIECURSUS VROEGMODERNE TIJD I (1400-1700) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200442 3 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Behandeling van de geschiedenis van West-Europa in de Vroeg-moderne tijd (1400-1700). Speciale aandacht voor de Renaissance, de Reformatie en Contra-Reformatie, het handelskapitalisme en de prijsrevolutie, het staatsvormingsproces, de godsdienstoorlogen, de Nederlandse Opstand, het absolutisme en de economische crisis van de zeventiende eeuw. Cursusdoelen: Zie de algemene omschrijving introductiecursussen. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. de Bruin dr. G. de Bruin dr. R.E.M.A. de Peuter drs. J.H. von Santen
Bereikbaarheid: Zie lijst met spreekuren Werkvormen: Toelichting: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen bestudering van de stof en zorgvuldige uitwerking van Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur de opdrachten. Werkcollege 1 x per week 3 uur Bijdrage aan groepswerk: Toetsen: Essay 1 (Opstel 1; 20 pt.) Essay 2 (Opstel 2; 20 pt.) Schriftelijk tentamen (60 pt.)
Deadlines: Worden nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Communicatieve vaardigheden Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Discussieren, debatteren
33
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - John P. McKay, Bennet D. Hill en John Buckler, History of western society. (7e druk.; Boston 2003). Complete edition in hardcover of Edition Since 1300 in paperback. Reader - Reader bij de introductiecursus Vroegmoderne tijd I. Werkboek - Werkboek bij de introductiecursus Vroegmoderne tijd. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 75,00 (Verplicht materiaal)
34
INTRODUCTIECURSUS MODERNE GESCHIEDENIS (1789-1918) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500215 3 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: nvt Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: nvt Bronnen voor zelfstudie: nvt Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In deze cursus krijgen de deelnemers een overzicht van de geschiedenis van Europa in 'de lange negentiende eeuw', vanaf de Franse Revolutie tot en met de Eerste Wereldoorlog. Ten eerste zal nagegaan worden hoe de nalatenschap van de Revolutie - algemeen staatsburgerschap en Terreur - en het Napoleontisch bewind, is verwerkt in de Restauratie-regimes. Verder wordt gekeken naar de opkomst van moderne politieke ideologieën, zoals het nationalisme, liberalisme, conservatisme en socialisme. Dan komen de gevolgen van de deels mislukte revoluties van 1848 aan bod en de nationale eenwording van Duitsland en Italië. Ook zal gekeken worden naar de politiek en cultuur van het Franse en Duitse Keizerrijk, en naar de imperialistische en koloniale strevingen waardoor de Europese ontwikkeling aan het eind van de negentiende eeuw wereldwijde repercussies krijgt. Ten slotte wordt gekeken naar de oplopende spanningen die bijdragen aan het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog. De cursus sluit aan bij de inleidende cursussen Vroegmoderne Geschiedenis en Eigentijdse Geschiedenis en wordt verzorgd door de afdelingen van het Instituut Geschiedenis die het tijdvak na 1500 bestrijken: Economische en Sociale Geschiedenis (ESG), Geschiedenis van Internationale Betrekkingen (GIB), Politieke Geschiedenis (PG) en Cultuur-, Mentaliteit- en Ideeëngeschiedenis (CMI). De cursus bestaat uit een reeks hoorcolleges en parallel lopende werkcolleges. In de werkcolleges wordt aan de hand van vragen en opdrachten in de reader de literatuur behandeld. Het hoorcollege biedt een overzicht van de collegestof, en aanvulling en commentaar op de literatuur. De hoorcolleges vormen derhalve geen herhaling van de literatuur en zijn een zelfstandig onderdeel van de tentamenstof. Cursusdoelen: Overzicht van de Europese geschiedenis in de lange negentiende eeuw; inzicht in centrale historiografische vragen van deze geschiedenis; vermogen tot het leggen van verbanden en het analyseren van historische vraagstukken. Contactpersoon: Docenten:
drs B.A. de Graaf Docent nog onbekend Opmerking: De hoorcolleges worden verzorgd door prof. dr. I. de Haan. Feedback: Commentaar in werkgroepenOp verzoek individueel schriftelijk en/of mondeling commentaar op toetsen Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt.
35
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen, analyseren en overdenken van de literatuur; voorbereiden van vragen en discussie bijdragen Bijdrage aan groepswerk: Actief deelnemen aan de discussie, presenteren van vragen en inzichten bij de stof
Toetsen: Eindtoets (80 pt.) Toets (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis en inzicht in de literatuur en collegestof, analytische vaardigheden Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Remieg Aerts e.a., Land van kleine gebaren (Nijmegen 1999); R. Gildea, Barricades and Borders. Europe 1800-1914 (Oxford 2003, 3e editie); Reader Introductiecursus Moderne Geschiedenis (verkrijgbaar Studiepunt Letteren) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50
36
INTRODUCTIECURSUS VROEGMODERNE TIJD II (1700-1850) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200545 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Behandeling van de geschiedenis van West-Europa in het tijdperk van de Verlichting en de revoluties (1700-1848). Speciale aandacht voor de Republiek in de Gouden Eeuw, het staatsvormingsproces in Midden- en Oost-Europa, de Wetenschappelijke Revolutie en de Verlichting, de economische voorspoed in de achttiende eeuw, de traditionele maatschappij in Frankrijk, de Franse Revolutie en Napoleon, het Restauratietijdperk, de Industriële Revolutie en de revoluties van 1848. Cursusdoelen: Zie de algemene omschrijving introductiecursussen. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. de Bruin dr. G. de Bruin dr. R.E.M.A. de Peuter drs. J.H. von Santen Bereikbaarheid: Zie lijst met spreekuren.
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen bestudering van de stof en zorgvuldige uitwerking van de opdrachten.NB verwachte prestaties gelden voor alle werkvormen. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Essay 1 (20 pt.) Essay 2 (20 pt.) Schriftelijk tentamen (60 pt.)
Deadlines: wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Communicatieve vaardigheden Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Discussieren, debatteren
37
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - John P. McKay, Bennet D. Hill en John Buckler, (ed) History of Western Society. (7e druk; Boston 2003). Complete edition in hardcover of Edition Since 1300 in paperback. Reader - Reader bij de introductiecursus Vroegmoderne Tijd II. Werkboek - Werkboek bij de Introductiecursus Vroegmoderne Tijd. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 75,00 (Verplicht materiaal)
38
INTRODUCTIECURSUS EIGENTIJDSE GESCHIEDENIS (1914-HEDEN) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500157 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus wordt geïntegreerd aangeboden door de afdelingen die het tijdvak van na 1500 bestrijken: Economische en Sociale Geschiedenis (ESG), Geschiedenis van Internationale Betrekkingen (GIB), Politieke Geschiedenis (PG) en Cultuur-, Mentaliteit- en Ideeëngeschiedenis (CMI). De cursus begint met de gevolgen en de naweeën van de Eerste Wereldoorlog en biedt vervolgens een overzicht van de geschiedenis na 1914 aan. Tevens wordt ingegaan op enkele historiografische problemen. Geografisch uitgangspunt is het Westen, maar de veranderende (machts)relaties met en in de rest van de wereld worden zeker niet veronachtzaamd. De Nederlandse geschiedenis krijgt apart aandacht. De cursus bestaat uit een serie van acht thematische hoorcolleges, die een nauwe samenhang met de stof van de handboeken kennen. Het doel van de hoorcolleges is om de grote lijnen te schetsen en de studenten meer houvast te bieden bij het bestuderen van de stof. Elke week kan de student tijdens de werkcolleges door de beantwoording van de vragen, die vergelijkbaar van karakter zijn met het afsluitend tentamen, toetsen of hij/zij de stof voldoende beheerst. Deze behandeling van de vragen neemt twee van de drie uur werkcollege in beslag. Daarnaast wordt een uur besteed aan debat. Daartoe worden van tevoren aan telkens twee studenten een set van stellingen uitgereikt. De set van de ene student bevat stellingen die op het eerste gezicht strijdig lijken met die van de andere student. Beiden dragen tijdens het werkcollege argumenten ter ondersteuning van hun stellingen aan. Voor de onderbouwing maken zij gebruik van de handboekstof die op het programma staat. De andere studenten dienen zich eveneens in het debat te mengen en de prestaties van de debaters te beoordelen. Het werkstuk wordt geschreven op basis van een aantal opvattingen over een thema, dat reeds in de cursus aan bod is geweest. Cursusdoelen: Het bijbrengen van overzicht en inzicht over/in deze periode; het vergroten van de schrijfvaardigheid; analyse van een historisch debat alsmede participatie hierin. Contactpersoon: Docenten:
dr. F.H. Baudet dr. F.H. Baudet Feedback: Tijdens de werkcolleges en tijdens eventuele vervolggesprekken Bereikbaarheid: e-mail, spreekuur en na het maken van een telefonische afsrpaak
39
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van de relevante delen van de handboeken. Vervaardigen van essay in week 4. Bijdrage aan groepswerk: Prepareren van discussiebijdragen.
Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Referaat (10 pt.) Tentamen (70 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis en inzicht; analytische vaardigheden; spreken en schrijven Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: - wordt nader bekend gemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50 (Verplicht materiaal)
40
GESCHIEDENIS VAN DE GESCHIEDSCHRIJVING Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400120 3 (V, D)
Onderdeel van Programma: - Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de historische problemen en werkwijzen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen geschiedenis, Historisch Ambacht, Onderzoeksseminar 1, Casuscursussen Bronnen voor zelfstudie: Genoemde literatuur, gespecialiseerde encyclopedieen (dictionaries); handboeken over geschiedschrijving, waaronder E. Breisach, Historiography (Chicago 1984); J. Tollebeek, De toga van Fruin (Amsterdam 1990). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Het doel van deze cursus is om studenten vertrouwd te maken mer de eigenaardigheden van het vak geschiedenis. De 19e en 20e eeuw vormen de periode waarin de academisce discipline geschiedenis door verzelfstandiging, professionalisering en verwetenschappelijking gevestigd raakte in zijn huidige vorm. De huidige structuur, thematiek en problemen van de geschiedbeoefening hebben in die tijd hun beslag gekregen. Die ontwikkeling wordt in kaart gebracht door de behandeling van elkaar opvolgende en bestrijdende geschiedbeschouwingen en tradities in de geschiedschrijving. De nadruk ligt hierbij op historische schoolvorming en ontwikkeling van methoden en vraagstellingen. Deze paradigma-wisselingen worden in het verband gebracht met de sociale, politieke en culturele context, waaruit de behandelde historici hebben gewerkt. Cursusdoelen: Kunnen benoemen van de belangrijkste historiografische tradities en posities, deze in de praktijk kunnen herkennen, duiden en evalueren. Kunnen uitleggen welke intellectuele invloed historici in uiteenlopende maatschappelijke situaties hebben uitgeoefend. Contactpersoon: Docenten:
dr. E. Jonker prof. dr. L.J. Dorsman dr. E. Jonker Feedback: Bij referaten evaluatie in werkgroep, gevolgd door individuele bespreking. Schriftelijk tentamen ter inzage, bespreking op verzoek. Bereikbaarheid: spreekuur, telefoon, e-mail volgens studiegids
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van opgegeven literatuur; voorbereiding referaten en het leveren van kritiek, deelname discussies, actieve leerhouding (= vragen stellen). Bijdrage aan groepswerk:
41
Toetsen: Essay tentamen (80 pt.) Referaat (20 pt.)
Deadlines: Referaten en kritieken op afspraak verdeeld over cursus; schriftelijk tentamen in week 10. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de literatuur, mogelijkheid die actief te gebruiken in betoog, leggen van verbanden tussen uiteenlopende standpunten. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - E. Breisach, Historiography. Ancient, medieval, modern. (Chicago 1994) - G.G. Iggers, Historiography in the twentieth century (Hannover/London 1997). - J. Tollebeek e.a. (red.), De palimpsest. Geschiedschrijving in de Nederlanden 1500-2000 (Hilversum 2002). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 100,00 (Verplicht materiaal)
42
THEORIE VAN DE GESCHIEDBEOEFENING Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400123 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de historische problemen en werkwijzen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen geschiedenis, Historisch Ambacht, Onderzoeksseminar 1, Casuscursussen en Historiografie Bronnen voor zelfstudie: Genoemde literatuur, gespecialiseerde encyclopedieen (dictionaries); handboeken wetenschapsfilosofie en geschiedfilosofie, waaronder C. Lorenz, De constructie van het verleden (Amsterdam 1994). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Overzicht en kritische analyse van de belangrijkste wetenschapsfilosofische problemen. Kennismaking met de geschiedtheorie maakt studenten wegwijs in wetenschapsfilosofische vraagstukken en brengt hen in contact met verwante problemen in aanpalende disciplines. Deze confrontatie heeft tot doel hen weerbaar te maken in het academische debat en nieuwsgierigheid te wekken naar andere benaderingen. Tegelijkertijd zal hierdoor de eigen identiteit van de historische beanderingswijze voor hen meer reliëf krijgen. Uitgangspunt is dat de behandeling van wetenschapsfilosofische vraagstukken alleen zinvol is, als deze in verband gebracht worden met hun maatschappelijke context. Speciale nadruk zal gelegd worden op de methodische controverses binnen de geschiedwetenschap en hun gevolgen voor de praktijk van de geschiedschrijving. Maximum capaciteit 6 groepen; bij overtekening hebben studenten geschiedenis voorrang Cursusdoelen: Kunnen benoemen en herkennen van de belangrijkste theoretische posities. Vorming van een beredeneerd oordeel over de merites van de uiteenlopende paradigma's. Contactpersoon: Docenten:
dr. E. Jonker prof. dr. L.J. Dorsman dr. E. Jonker Feedback: Bij essays individuele nabespreking; bij mondelinge tentamens (individueel) beoordeling ter plekke. Bereikbaarheid: spreekuur, telefoon, e-mail volgens studiegids
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van opgegeven literatuur, schrijven van essay, actieve deelname, leidend tot het kunnen afleggen van mondeling tentamen. Bijdrage aan groepswerk:
43
Toetsen: Mondeling tentamen (80 pt.) Nota (20 pt.)
Deadlines: Nota gespreid in te leveren vanaf week 4, uiterlijk week 8; mondeling tentamen in week 9 en 10. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de literatuur, het vermogen die actief te gebruiken in een betoog, leggen van verbanden tussen uiteenlopende probleemvelden.NB Dit geldt voor alle toetsen Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - M. Leezenberg, G. de Vries, Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen (Amsterdam 2001). - E. Jonker, Historie. Over de blijvende behoefte aan geschiedenis (Assen 2001). Aanbevolen studiemateriaal: Literatuur - G.G. Iggers, Historiography in the twentieth century (Hanover/London 1997). Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht materiaal)
44
EINDWERKSTUK BA GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau:
15 3
Cursustype:
Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300546 1 (V, D), 2 (V, D), 3 (V, D), 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Zie inhoud Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Dit werkstuk is de individuele afronding van de bachelor geschiedenis. Zo kan het eindwerkstuk bijvoorbeeld voortvloeien uit thema’s die reeds in het kader van een voorafgaand OZS III zijn bestudeerd. De zelfstandigheid van het onderzoek blijft naast de wetenschappelijke kwaliteit én de leesbaarheid van het eindresultaat niettemin een vereiste. In de structuur van het werkstuk moeten herkenbaar aanwezig zijn: probleem- of vraagstelling; een kritische beschrijving van de stand van de kennis en de inzichten met betrekking tot het gestelde probleem, de zogenaamde status questionis; een kritische verantwoording en waardering van het gebruikte empirische materiaal (literatuur, bronnen); een korte reflectie op de gebruikte onderzoeksmethode; een betoog waarin het empirische materiaal wordt gepresenteerd en wordt gerelateerd aan de probleem- of vraagstelling; een conclusie, waarin in het kort de gevonden resultaten op een rij worden gezet, wederom in het licht van de vraagstelling; een bibliografie en een notenapparaat. De Handleiding voor het eindwerkstuk (verkrijgbaar bij het secretariaat) bespreekt de knelpunten van het onderzoek en het schrijfproces. Hoewel het eindwerkstuk in principe 15 ECTS omvat, bestaat in bijzondere gevallen de mogelijkheid om dit puntental in twee eenheden van 7.5 ECTS op te splitsen: hiervoor dient dan wel vooraf toestemming te worden verleend door de examencommissie geschiedenis. Een dergelijke splitsing biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid projecten, stages, en onderzoeksverslagen te gebruiken als onderdelen van het eindwerkstuk. Het individueel onderzoek en het wetenschappelijk gehalte van de tekst blijven ook voor deze eventueel in te passen onderdelen een vereiste. Volledige ingangseisen: OZS III Cursusdoelen: De student beheerst het vakgebied en is in staat zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappelijke wijze verslag te doen. Contactpersoon: Docenten:
. Individueel . Individueel
45
Werkvormen: Individueel
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Schriftelijk werkstuk
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappelijke wijze verslag te doen. Aspecten van academische vorming:
Verplicht studiemateriaal: Geen verplicht studiemateriaal Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
46
STAGE GESCHIEDENIS (BACHELOR) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Stage
Code: Blok:
200300574 1, 2, 3, 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De stage biedt een oriëntatie op een mogelijke beroepsuitoefening en participatie in het arbeidsproces. In de stage wordt toegepast hetgeen aan kennis en vaardigheden in (delen van) het cursorisch onderwijs is opgedaan. De stagewerkzaamheden worden bij voorkeur verricht bij een instelling of een bedrijf buiten de faculteit. De feitelijke werkzaamheden van de stagiaire worden beschreven in het stagewerkplan dat voorafgaand aan de stage door de student in overleg met de begeleidende docent en de begeleider in de stagebiedende instelling wordt opgesteld. Dit werkplan omvat onder andere: - een omschrijving van het in de stage te bereiken resultaat, c.q. het door de student op te leveren eindprodukt, c.q. de omschrijving van de leerdoelen; - een beschrijving van de inhoud en de fasering van de te verrichten werkzaamheden. In de regel worden voor stages studiepunten op 3-niveau gegeven, in uitzonderingsgevallen op 2niveau. Het niveau wordt bepaald op basis van het werkplan en is dus voor aanvang van de stage bekend. Een student die erover denkt een gedeelte van zijn/haar vrije ruimte op te vullen met een stage, doet er het beste aan ruim van tevoren contact op te nemen met de facultaire stagecoördinator en met de beoogde begeleidende docent(e). Meer informatie over stages wordt gegeven in de facultaire stageregeling, in het opleidingsstatuut en in de studiegids. De facultaire stagehandleiding is te verkrijgen bij het Studiepunt Letteren op Drift 8. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
drs. F. Tyl drs. F. Tyl
Werkvormen: Stage
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Schriftelijk werkstuk 1
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming:
Verplicht studiemateriaal: Reader - Stageregeling, handleiding voor studenten (5e herziene editie). Aanbevolen studiemateriaal: Nog onbekend Kosten:
47
LITERATUURLIJST MIDDELEEUWSE GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau:
7,5 2
Code: Blok:
Cursustype:
Cursorisch onderwijs
200400811 1 (V, D), 2 (V, D), 3 (V, D), 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Een overzicht van de Middeleeuwse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Middeleeuwen of een vergelijkbare cursus Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Verdieping van de kennis van de Middeleeuwen door zelfstandige bestudering van een leeslijst. De te lezen boeken en artikelen (circa 1300-1500 pagina's) dienen in onderling overleg te worden bepaald. Daartoe kan gebruik worden gemaakt van een uitvoerige lijst met suggesties die ter inzage ligt op het secretariaat van de opleiding Mediëvistiek (KNG 66, kamer 1.22, geopend op dinsdag en woensdag) of bij de coördinator kan worden gehaald. Voor de verdere afhandeling kunt u contact opnemen of een email sturen met de coördinator. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Vergroting van de kennis over de Middeleeuwen door het lezen van recente, belangrijke werken; kritisch leren kijken en oordelen hierover; verbreding van de horizon. Contactpersoon: Docenten:
Werkvormen: Zelfstudie
dr. A.J. van den Hoven van Genderen dr. A.J. van den Hoven van Genderen prof.dr. M.B. de Jong dr. R. Meens dr. M. Mostert Feedback: Tijdens afspraak en tentamen Bereikbaarheid: e-mail, spreekuur en na het maken van een afspraak. Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: nvt Bijdrage aan groepswerk: nvt
48
Toetsen: Mondeling tentamen
Deadlines: in onderling overleg Wat wordt er beoordeeld: kennis en inzicht van de ontwikkelingen in de Midddeleeuwen en de vaardigheid van de student om deze in onderling verband te plaatsen en over de gelezen auteurs een oordeel uit te spreken of vragen over hun werk te stellen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Literatuurlijst - De literatuurlijst Middeleeuwse Geschiedenis is op de site van het Onderwijsinstituut Geschiedenis te vinden als: http://www2.let.uu.nl/solis/geschiedenis/onderwijsaanbod.htm Kosten:
Nog onbekend
49
LITERATUURLIJST 1400-1850 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau:
7,5 2
Code: Blok:
Cursustype:
Cursorisch onderwijs
200400085 1 (V, D), 2 (V, D), 3 (V, D), 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Er zijn talloze interessante boeken over de vroegmoderne tijd geschreven waaraan tijdens werkcolleges geen aandacht kan worden besteed. Aan studenten wordt daarom de mogelijkheid geboden een stuk of vier tot zes belangrijke werken (totaal 1200 tot 1400 blz.) zelfstandig te bestuderen en daarover een mondeling tentamen af te leggen. Men kan kiezen voor studies uit de hele periode, uit de politieke geschiedenis, uit de sociaal-economische geschiedenis, uit de cultuurgeschiedenis, uit de overzeese geschiedenis, uit de vrouwengeschiedenis of uit een veel beperkter thema, zoals de Renaissance, de Republiek, de hofcultuur, de Verlichting en de Franse Revolutie. De cursus kan op elk moment dat de student uitkomt worden gedaan. De boeken worden in samenspraak tussen de betrokken docent en de student vastgesteld. Men kan zich aanmelden bij de coordinator, die de betrokkene naar zijn of haar voorkeuren zal vragen en dan zal doorverwijzen naar de meest geschikte docent. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen.
Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
Werkvormen: Zelfstudie
dr. G. de Bruin dr. G. de Bruin Feedback: Wordt nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk:
50
Toetsen: Mondeling tentamen
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Mondeling tentamen Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
51
LITERATUURPROGRAMMA POLITIEKE GESCHIEDENIS, 19E EN 20E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau:
7,5 2
Cursustype:
Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400081 1 (V, D), 2 (V, D), 3 (V, D), 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en Eigentijdse Geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Moderne Geschiedenis en Inleiding Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In dit programma bestuderen studenten zelfstandig een literatuurlijst over een onderwerp uit de Europese politieke geschiedenis van de 19e en de 20e eeuw. Een lijst met onderwerpen en literatuur, met daarbij de docent die op betreffend gebied in staat is te begeleiden, is te vinden op de website van de afdeling Politieke geschiedenis. In overleg met de docent stelt de student een lijst op van ongeveer 1000 pagina's. In uitzonderlijke gevallen en in overleg met de coördinator, prof.dr Ido de Haan, kan van de aangeboden lijst worden afgeweken. Daarna volgt ten minste nog één tussentijdse bespreking over de voortgang en/of een schriftelijk werkstuk; en een slotbespreking waarin de kennis van de literatuur mondeling getoetst wordt. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Het doel van de cursus is het uitbreiden van kennis en van inzicht in de politieke geschiedenis van Europa in de 19e en 20e eeuw; het ontwikkelen van het vermogen tot zelfstandige bestudering en verwerking van secundaire literatuur; het schriftelijk en mondeling presenteren van bevindingen. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. I. de Haan prof.dr. I. de Haan Feedback: In individuele besprekingen, in commentaar op werkstuk. Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
52
Werkvormen: Zelfstudie
Toelichting: Het aantal contacturen geschiedt in overleg met de docent, tenminste 1 gesprek ter vaststelling van een leeslijst en de datum van het tentamen en 1 voortgangsgesprek c.q. bespreking van een deeltoets tijdens het blok. Het aantal contacturen geschiedt in overleg met de docent, tenminste 1 gesprek ter vaststelling van een leeslijst en de datum van het tentamen en 1 voortgangsgesprek c.q. bespreking van een deeltoets tijdens het blok. Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Mondeling tentamen (50 pt.) Paper (50 pt.)
Deadlines: nader te bepalen Wat wordt er beoordeeld: Begrip van de literatuur, inzicht en overzicht van de behandelde thema's, vermogen om theoretische en historiografische benaderingen te onderscheiden en met elkaar te confronteren, vemogen om bevindingen schriftelijk over te brengen. NB: Dit geldt voor alle toetsen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Wordt nader bekendgemaakt. Kosten:
Nog onbekend
53
INDIVIDUELE LITERATUURLIJST OUDE GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau:
7,5 3
Cursustype:
Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400077 1 (V, D), 2 (V, D), 3 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Afgeronde casuscursus of onderzoeksseminar II op het gebied van de Antieke cultuur. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductie Oude Geschiedenis en themacursus, casuscursus of Onderzoeksseminar 2 op het gebied van de geschiedenis van de Oudheid en de Antieke cultuur. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Individuele leeslijst op 300 niveau over een door de student gekozen thema of periode van de oude geschiedenis. De leeslijst van ca. 1100 pp. wordt door de student individueel samengesteld in overleg met één van de docenten van de opleiding Geschiedenis van de Oudheid en de Antieke Cultuur. Aanmelding geschiedt per e-mail bij de coördinator. Toetsing vindt plaats in de vorm van korte leesverslagen en een mondeling tentamen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. E.A. Hemelrijk dr. A.W.H. Evers Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] dr. E.A. Hemelrijk Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] drs. R. Strootman Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
54
Werkvormen: Zelfstudie
Toelichting: Lezen literatuur, schrijven leesverslagen, mondeling tentamen. Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Mondeling tentamen (90 pt.) Verslag (10 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aantoonbare kennis en begrip van de gelezen literatuur; goede en kritische leesverslagen. NB: Dit geldt voor alle toetsen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
55
INLEIDING IN DE GESCHIEDENIS VAN DE INTERNATIONALE BETREKKINGEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400138 1, 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de 19e en de 20e eeuw. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I Bronnen voor zelfstudie: Zie de website http://ww.let.uu.nl/~arend-jan.boekestijn/personal/ Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In deze cursus wordt een inleiding gegeven in de geschiedenis van de internationale betrekkingen van de vroegmoderne tijd tot het heden. De cursus maakt gebruik van het internet. Zie http://www.let.uu.nl/~arend-jan.boekestijn/personal/ Op de website treft U de essayopdracht en studiemateriaal aan. Het boek van Kissinger dient U zelf aan te schaffen. Cursusdoelen: Het doel van deze cursus is de student vetrouwd te maken met de ontwikkelingen in de internationale betrekkingen van 1500 tot het heden. Aandacht zal worden besteed aan het Westfaalse systeem, het Concert van Europa, de Eerste Wereldoorlog, het interbellum, de Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog, de val van de muur en de betekenis van 11 september. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Contactpersoon: Docenten:
drs. A.J. Boekestijn drs. A.J. Boekestijn Feedback: Tijdens het college worden essayopdracht en tentamens besproken. Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], thuis: 071-5766657, werk: 0302537789.
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen literatuur Bijdrage aan groepswerk:
56
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (40 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (60 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Bestudeerde literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - H. Kissinger, Diplomacy (New York 1995). De syllabus kunt u vinden op de website http://www.let.uu.nl/~arend-jan.boekestijn/personal/ Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 30,00
57
IDEOLOGIEEN IN DE 19E EN 20E EEUW: DROMEN EN NACHTMERRIES Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400122 1 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: NVT Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: NVT Bronnen voor zelfstudie: NVT Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus biedt een overzicht van de belangrijkste ideologische stromingen van de 19e en 20e eeuw. Het zogenaamde “einde van ideologie” én de gedachten over de wereld na 11 september worden bij de historische plaatsbepaling van de ideologieën betrokken. In hoeverre valt het ontstaan (en het einde?) van het moderne politieke discours, zoals we dat kennen vanaf het einde van de 18e eeuw, überhaupt samen met het ontstaan van ideologieën? De ontsporingen en experimenten van ideologieën in de 20e eeuw worden behandeld, daarnaast is er aandacht voor de ideologische hoofdstromingen in de Nederlandse politieke geschiedenis. Ook worden primaire teksten behandeld. Om verder te gaan dan enkel een introductie en een encyclopedische vogelvlucht is het belangrijk om ideologische argumentatie en expressie direkt in de bronnen te bekiijken. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. F.W. Lantink dr. F.W. Lantink Feedback: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt.
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Actieve voorbereiding verplichte literatuur en orginele tekstfragmenten. Bijdrage aan groepswerk:
58
Toetsen: Schriftelijk tentamen
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 70,00 (Verplicht materiaal)
59
NEDERLAND IN DE WERELD; GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE BUITENLANDSE BETREKKINGEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400144 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de 19e en 20e eeuw Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductie Moderne Geschiedenis en Introductie Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Internetsite ministerie Buitenlandse Zaken Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Overzicht van belangrijkste theoretische benaderingen op terrein van de Internationale Betrekkingen, gecombineerd met historisch overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse buitenlandse betrekkingen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. D.A. Hellema prof.dr. D.A. Hellema Opmerking: Feedback: Commentaar op papers, commentaar naar aanleiding van mondelinge presentatie. Bereikbaarheid: Normale wijze: e-mail, spreekuur, e.d.
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen literatuur en voorbereiden discussie door middel van bestudering vragen uit syllabus. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussie
60
Toetsen: Paper (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Schriftelijk tentamen in week 9 Wat wordt er beoordeeld: Analytisch vermogen van studenten; met name hun vermogen om de theoretische literatuur toe te passen op historisch overzicht Nederlandse buitenlandse betrekkingen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - D. Hellema, Neutraliteit & vrijhandel. De geschiedenis van de Nederlandse buitenlandse betrekkingen (Utrecht 2001). - R. Baylis en S. Smith (red.), The globalization of world politics (2e druk Oxford 2001). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 50,00 (Verplicht literatuur)
61
FILM ALS CULTUURGESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500064 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Sinds het begin van de 20e eeuw wordt de geschiedenis niet meer uitsluitend tot leven gewekt in teksten en stilstaande beelden maar ook in speelfilms. De historische speelfilm kan een indringend beeld van het verleden oproepen dat echter niet per se gestoeld is op een getrouwe reconstructie van de historische realiteit. Net zoals bij de geschreven geschiedenis zegt een film vaak net zoveel over de tijd waarin zij gemaakt is als over de tijd die zij verbeeldt. In deze cursus zullen acht medewerkers van de afdeling CMI hun licht laten schijnen op hun favoriete historische speelfilm, regisseur of genre om inzicht te verschaffen in de veelzijdigheid van de historische representatie op het witte doek. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Inzicht bieden in de mogelijkheden, beperkingen en veelzijdige uitingsvormen van de historische speelfilm Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Segal dr. J. Segal Feedback: Rond colleges en op afspraak Bereikbaarheid: via e-mail
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Video/Filmvertoning 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden van inleesliteratuur, uitwerken eigen essay Bijdrage aan groepswerk: Goed luisteren
62
Toetsen: Paper (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van collegestof en inleesliteratuur, essayopdracht Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
63
GESCHIEDENIS VAN DE ACTUALITEIT. LOPENDE ZAKEN IN HISTORISCH PERSPECTIEF Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500054 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Robert Gildea, Barricades and Borders (Oxford 1987); J.Joll, Europe since 1870 (London 1983); E. Hobsbawm, Age of Extremes (London 1994); Aerts e.a., Land van kleine gebaren (Nijmegen 1999). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Geschiedschrijving biedt meer dan de krant van gisteren. Men mag althans hopen dat het inzicht in de politieke en maatschappelijke actualiteit wordt vergroot door kennis van historische achtergronden. Als het goed is begrijpen we bijvoorbeeld meer van het Midden-Oostenconflict als we inzicht hebben in de geschiedenis van het Britse Palestijnse protectoraat, de politieke organisatie in de Arabische wereld of de reactie van de internationale wereld op de jodenvervolging. We kunnen de politieke onrust van 2002 in Nederland beter begrijpen in het licht van de kritiek op de democratie in de jaren negentig, de plaats van het populisme in het Nederlandse politieke bestel, of de vergelijking met radicale bewegingen elders in Europa. In dit college wordt ingegaan op de historische achtergrond van enkele actuele en uit de aard der zaak derhalve wisselende thema’s. Er wordt ingegaan op de historiografische tradities waarin deze thema’s aan de orde zijn gesteld, en op (het nut van) de vergelijking met andere historische episodes. Het programma wordt onderverdeeld in drie onderwerpen, die elk steeds door een docent in drie bijeenkomsten uitgewerkt wordt. Bespreking van de stof vindt o.a. plaats aan de hand van te verdedigen of aan te vallen stellingen. Ieder onderwerp wordt afgesloten met een klein werkstuk, gebaseerd op zelfstandig literatuur- en bronnenonderzoek. Mogelijke onderwerpen voor het komende jaar zijn 'politieke moorden', 'regime change' en 'populisme'. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Het eerste doel van de cursus is te leren op een historisch geïnformeerde en verantwoorde wijze tot een oordeel te komen over zaken van actueel belang, en om actuale ontwikkelingen te interpreteren in een historische context. Een tweede doel is het vergroten van kennis over capita selecta uit de contemporaine geschiedenis. Contactpersoon:
prof.dr. I. de Haan
64
Docenten:
prof.dr. I. de Haan Feedback: 1. Discussie tijdens college 2. Individuele bespreking werkstukken Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] Spreekuur: dinsdag van 15-16 uur dr. J. van Zanten Feedback: 1. Discussie tijdens college 2. Individuele bespreking werkstukken Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] Spreekuur op afspraak
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de literatuur; voorbereiden van opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Actief luisteren, vragen stellen, meediscussiëren.
Toetsen: Paper 1 (33 pt.) Paper 2 (33 pt.) Paper 3 (34 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de literatuur, overzicht van de thematiek, vaardigheid in analyseren van bronnen en historiografische gegevens. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
65
STAATVORMING NA 1750: STAAT, NATIE EN BURGERSCHAP IN EUROPA Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500055 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Moderne en Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Robert Gildea, Barricades and Borders (Oxford 1987); J.Joll, Europe since 1870 (London 1983); E. Hobsbawm, Age of Extremes (London 1994); Aerts e.a., Land van kleine gebaren (Nijmegen 1999). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De politieke geschiedenis van Europa wordt vanaf het midden van de achttiende eeuw beheerst door de opkomst, consolidatie en transformatie van de nationale staat. Dit is geen rechtlijnige geschiedenis van voortdurende uitbreiding van de staat, maar een opeenvolgende reeks tegenstellingen en dilemma's waarop staten, vorsten en onderdanen, regeringen en burgers een antwoord proberen te vinden. De staat grijpt steeds meer in het maatschapppelijke leven in, om de opbrengst van belastingen en militaire inzet te vergroten, maar wordt tegelijkertijds steeds afhankelijker van de bevolking, die als natie het hoogste politieke gezag krijgt toebedeeld en als electoraal een steeds grotere stem in de besluitvorming krijgt. De staat wordt zowel verzorgingsstaat, gericht op de bevordering van het individueel en nationaal welzijn, als een vernietigingsstaat, gericht op het elimineren van de individuen die niet tot de natie worden gerekend. De burger doet via groeiende democratische rechten een steeds groter beroep en probeert zich tegelijkertijd met behulp van burgerlijke rechten af te schermen van de greep van de staat. In dit college wordt de spanningsvolle geschiedenis van nationale staten, vanaf de opkomst rond 1750 tot aan de huidige crisis van de natiestaat behandeld. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: In deze cursus krijgen de deelnemers inzicht in het proces van staats- en natievorming vanaf 1750 tot heden. Zij leren uiteenlopende historiografische en theoretische benaderingen te onderscheiden en te verbinden met verschillende interpretaties van cruciale episodes in het staatvormingsproces. Zij ontwikkelen dieper inzicht in de geschiedenis van Europa sinds 1750 en raken vertrouwd met de methode van de vergelijkende geschiedschrijving. Contactpersoon:
prof.dr. I. de Haan
66
Docenten:
dr. J.F.J. Duindam Feedback: 1. Discussie tijdens college 2. Individuele schriftelijk en/of mondeling commentaar op toetsen Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] Spreekuur op afspraak prof.dr. I. de Haan Feedback: 1. Discussie tijdens college 2. Individuele schriftelijk en/of mondeling commentaar op toetsen Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] Spreekuur: dinsdag van 15.00-16.00 uur
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van de literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussie over de literatuur.
Toetsen: Eindtoets (70 pt.) Toets (30 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de literatuur, overzicht van de thematiek, vaardigheid in analyseren van bronnen en historiografische gegevens. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
67
INLEIDING OOST-EUROPESE GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500058 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de 19e en 20e eeuw Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Moderne en Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Per 1 mei 2004 treden 8 `oost-europese' landen toe tot de Europese Unie. Daarmee lijkt een eeuwenoude scheidslijn tussen `Oost' en `West' overbrugd. De nieuwe lidstaten zijn onderling echter sterk verschillend - sommige waren in het verleden machtige staten, andere bestonden niet voor 1991. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat hun territoria een tijd lang tot Rusland, Duitsland of het Habsburgse Rijk behoorden. In de cursus zal vanuit een vergelijkend perspectief worden stilgestaan bij deze imperiale erfenis en bij de belangrijkste ontwikkelingen die zich sinds 1800 in de regio hebben voorgedaan. Aan de orde komen daarbij het ontstaan van het nationalisme, de vorming van nationale staten, de koude oorlog en de europese integratie. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Zie algemene omschrijving bij themacursussen. Contactpersoon: Docenten:
dr. F.H. Baudet dr. F.H. Baudet Feedback: Wordt nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Kritische studie van de literatuur. Bijdrage aan groepswerk:
68
Toetsen: Eindtoets (80 pt.) Take-home tentamen (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de hoofdlijnen van de geschiedenis van oostelijk Europa, en inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen en processen die zich daar hebben voorgedaan, zowel intern als in relatie tot westelijk Europa. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
69
THEMACURSUS CULTUREEL ERFGOED Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500074 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Bij voorkeur kennis opgedaan in cursussen met relevantie ten opzichte van cultureel erfgoed, bijvoorbeeld op het gebied van geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuur, theater- film- en televisiewetenschap, muziek etc. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bij voorkeur kennis opgedaan in cursussen met relevantie ten opzichte van cultureel erfgoed, bijvoorbeeld op het gebied van geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuur, theater- film- en televisiewetenschap, muziek etc. Bronnen voor zelfstudie: Kranten, tijdschriften, museum- en theaterbezoek, boeken en TV-programma's Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze inleidende cursus behandelt theoretische en historische aspecten van het maatschappelijk functioneren ‘cultureel erfgoed’ Dit brede begrip omvat tegenwoordig niet alleen de kunsten, literatuur, monumenten en museale collecties, maar ook immateriële zaken als tradities, gebruiken, rituelen en identiteiten. De engelstalige cursusliteratuur behandelt het verschijnsel erfgoed in internationaal vergelijkend perspectief. Studenten wordt gevraagd Nederlandse casussen in dit internationale perspectief te plaatsen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Studenten maken in deze cursus kennis met verschillende internationale opvattingen over erfgoed. Na deze cursus kennen zij de belangrijkste historische achtergronden van het begrip en kunnen ze zich een oordeel vormen over de waarden en belangen die bij erfgoed spelen. Op basis van deze kennis kunnen zij besluiten zich voor te bereiden op de Utrechtse Master Cultureel erfgoed. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Henrichs dr. H. Henrichs Feedback: Schriftelijk (via e-mail en/of cursussite) Bereikbaarheid: Na werkcollege, op spreekuur, via e-mail en/of cursussite.
70
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Studenten worden geacht de wekelijkse hoeveelheid literatuur te hebben voorbereid. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Opdracht(en) 1 (20 pt.) Opdracht(en) 2 (30 pt.) Opdracht(en) 3 (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de wetenschappelijke benadering(en) van vragen op het gebied van cultureel erfgoed en historische cultuur; analytisch vermogen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 35,00
71
DE TWEEDE WERELDOORLOG. EEN PROBLEMATISEREND OVERZICHT Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400170 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Wordt nader bekend gemaakt. Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In veel studieboeken wordt de Tweede Wereldoorlog nogal stiefmoederlijk behandeld. Het is soms of veel historici het niet geheel en al fatsoenlijk vinden om het daadwerkelijke krijgsverloop in verhelderend detail uit de doeken te doen. Er kan naar aanleiding van dat krijgsverloop ook een aantal interessante vragen gesteld worden: was het inderdaad zo dat Duitsland de oorlog wel moest verliezen? Had Engeland het in 1940 op een akkoordje met Hitler moeten gooien? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Verwerving van kennis over de Tweede Wereldoorlog. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. M. van Rossem prof.dr. M. van Rossem Feedback: E-mail Bereikbaarheid: E-mail
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van de opgegeven literatuur Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Essay tentamen
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Lees- en luistervaardigheid, alsmede kennis van de Tweede Wereldoorlog Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
72
Verplicht studiemateriaal: Boek - Richard Overy, Why the Allies won the War (London 1995) - Peter Calvocoressi e.a., The Penguin History of the Second World War. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 50,00 (Voor beide titels)
73
INTRODUCTIE VAN DE GESCHIEDENIS LATIJNS-AMERIKA Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400148 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene kennis van de moderne geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De introductiecursussen Moderne en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Handboeken moderne geschiedenis Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De cursus geeft een overzicht van de postkoloniale geschiedenis van Latijns-Amerika. Aan de orde komen: de dekolonisatie en de processen van staatsvorming; de economische ontwikkeling; het ontstaan van nationalisme en populisme; militarisme, mensenrechten en democratisering. Een bijzonder accent wordt gegeven aan de relaties van de Verenigde Staten met LatijnsAmerika. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Het bevorderen van een kritisch inzicht in de bestaande literatuur. Contactpersoon: Docenten:
dr. R.E.M. van Vuurde dr. R.E.M. van Vuurde Feedback: wordt bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Bereikbaarheid: spreekuur: dinsdag 14.30-15.00 uur; e-mail
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de opgegeven literatuur. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Essay tentamen (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Worden bij aanvang van de cursus bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Kritische beheersing van de literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
74
Verplicht studiemateriaal: Boek Aanbevolen studiemateriaal: Reader Kosten:
EUR 30,00
75
GESCHIEDENIS VAN DE MENSENRECHTEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200400143 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: algemene kennis moderne geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: introductiecursussen Moderne en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: handboeken Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De cursus geeft een overzicht van de geschiedenis van de mensenrechten. Aandacht zal worden besteed aan de filosofische en politieke achtergronden. Daarnaast worden actuele vraagstukken op het gebied van de rechten van de mens in beschouwing genomen vanuit een centraal thema: het al dan niet universele karakter van de rechten. De twintigste eeuw, inclusief Nederland, komt uitgebreid aan bod: vluchtelingen- en minderhedenkwesties; vraagstukken van de derde wereld etc. Het doel is de bestudering van de maatschappelijke en historische voorwaarden die het respecteren van de rechten van de mens bevorderen dan wel tegengaan, en van de juridische en politieke instrumenten die bijdragen tot het bevorderen en respecteren van de mensenrechten. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Kennis verwerven op een breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. F.H. Baudet dr. F.H. Baudet Feedback: Wordt nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Kritische studie van de literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie in de besprekingen.
76
Toetsen: Eindtoets (50 pt.) Paper (50 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht materiaal)
77
DE HISTORIOGRAFIE VAN DE KOUDE OORLOG NA DE KOUDE OORLOG Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500073 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De geschiedenis van de koude oorlog wordt in deze cursus behandeld. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. M. van Rossem prof.dr. M. van Rossem Bereikbaarheid: Spreekuur en e-mail:
[email protected]
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van opgegeven literatuur Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Essay tentamen
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Behoorlijke kennis van het onderwerp Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Literatuur Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 100,00
78
CONSENSUS EN DIVERSITEIT: AMERIKAANSE GESCHIEDENIS EN CULTUUR NA 1900 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200300273 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In de twintigste eeuw werden de Verenigde Staten een moderne, industriële mogendheid die politiek en cultureel een krachtig stempel op de wereld zou gaan drukken. Deze snelle veranderingen leidden binnen Amerika tot debatten over de aard van de Amerikaanse beschaving en de uniekheid van de Amerikaanse instituties en idealen. Soms lag daarbij de nadruk op consensus binnen een gedeeld ‘American Creed’, maar vaak ook op diversiteit en multiculturele verdeeldheid. In deze cursus worden deze politieke, intellectuele en ideologische ontwikkelingen binnen de Verenigde Staten bestudeerd. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de opkomst en ontwikkeling van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Centraal staan hierbij vooral de intellectuele en culturele reacties op de snelle modernisering van de Amerikaanse samenleving, die gepaard ging met industrialisatie, immigratie, groeiende etnische diversiteit en opkomst van een expansieve massacultuur. Aan de hand van bronnen worden verschillende interpretaties en waarderingen van de Amerikaanse samenleving gecontrasteerd. Thema’s zijn Progressivism; Crisis en New Deal; Consensus; End of Ideology en Koude Oorlog; Burgerrechten- en protestbewegingen; de Mythe van het Amerikaanse verval; en Neoconservatisme en Multiculturalisme. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Zie de inhoud. Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Verheul prof.dr. M. van Rossem Feedback: wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: e-mail; spreekuur
79
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Video/Filmvertoning 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voor de colleges wordt verwacht dat de student de te bespreken primaire en secundaire literatuur grondig leest. Studenten dienen zich in te stellen op zelfstandige voorbereiding op het tentamen. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Schriftelijk tentamen
Deadlines: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Feitenkennis, historisch inzicht, historisch inzicht zelfstandig in verband kunnen brengen met de cultuur-historische context, inzicht in academisch debat, mondelinge en schriftelijke vaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Beheersen van het Nederlands en een moderne vreemde taal, in woord en geschrift Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Maatschappelijke / culturele context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium – vakspecifiek
Verplicht studiemateriaal: Boek - M.B. Norton e.a., A People and a Nation. A History of the United States (meest recente druk). Reader - Carl Bode ed., American Perspectives. The United States in the Modern Age (Washington 1990). Verkrijgbaar bij de readerverkoop, studiepunt Letteren. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 80,00 (Verplicht materiaal)
80
BIJBEL EN RITUEEL IN DE MIDDELEEUWEN Onderwijsinstituut: Taal- en cultuurstudies ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500240 3
Onderdeel van Programma: Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: a. Bijbel Voor de middeleeuwse mens bevatte de bijbel het totaal van alle kennis en wetenschap; zij was immers Gods woord. Omdat de bijbel zo centraal stond in het hele leven, is het noodzakelijk goed op de hoogte te zijn van de opbouw van de bijbel, de wijze van uitleg - het zg. geestelijk verstaan - en de manieren waarop mensen via onderwijs en beeldende kunst met de bijbel in aanraking werden gebracht. b. Ritueel Capita selecta uit de geschiedenis van liturgie en geloofsbeleving in de Middeleeuwen. Vanuit verschillende disciplines worden onder meer aan de orde gesteld: monastiek ritueel, kerkelijk jaar, misviering, kerkgebouw, liturgische boeken, boetedoening en pelgrimage. Cursusdoelen: Kennis van de opbouw en inhoud van de bijbel en in de wijze van uitleg; inzicht in de invloed van de bijbel op verschillende aspecten van de middeleeuwse cultuur; kennis van kerkelijke rituelen in de middeleeuwen; inzicht in de rol van ritueel in de middeleeuwse cultuur. Contactpersoon: Docenten:
dr. R. Meens dr. A.F.W. Bosman dr. R. Meens Opmerking: contactpersoon Feedback: Schriftelijk commentaar bij de gemaakte toetsen. Bereikbaarheid: via e-mail dr. R. Meens dr. H.G.E. Rose
Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Individueel 1 x per week 1 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden aangegeven literatuur Bijdrage aan groepswerk:
81
Toetsen: Nota (Nota; 25 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (Schriftelijk tentamen 1; 25 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (Schriftelijk tentamen 2; 50 pt.)
Deadlines: Schriftelijk tentamen 1 in week 3; schriftelijk tentamen 2 in week 9; nota in week 10 Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de bijbel en van de wijzen van interpretatie; inzicht in de invloed van de bijbel op uiteenlopende aspecten van de middeleeuwse cultuur; kennis van de ordening van kerkelijk en liturgisch leven in de middeleeuwen; inzicht in de rol van rituelen in de middeleeuwse samenleving. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Th. M. Van Leeuwen, Van horen zeggen. Geschiedenis en uitleg van de bijbel. (Uitg. Balans, 1997); goedkope editie als Rainbow-pocket. - T.J. Heffernan, E. Ann Mater, The liturgy of the medieval Church (Kalamazoo 2001) Aanbevolen studiemateriaal: Boek - J.H. Lynch, The medieval church. A brief history (London-New York, Longman, 1992) Kosten:
EUR 50,00 EUR 30,00
82
LITERATUURTENTAMEN OUDE GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500139 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene kennis van de geschiedenis van de Oudheid. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Eerstejaars Introductiecursus Oude Geschiedenis. Bronnen voor zelfstudie: L. de Blois & B. van der Spek, Een kennismaking met de Oude Wereld (Muiderberg 1983) Voertaal: Nederlands Opmerking: Dit is een literatuurtentamen op niveau 2 dat vooraf gaat aan het literatuurtentamen op niveau 3. Inhoud: Voor het literatuurtentamen OG 200 bestudeert men een vaste literatuurlijst over een van de hoofdonderdelen van de Oude Geschiedenis. Het gaat steeds om tenminste vier (onderling samenhangende) titels met een inleidend karakter, van tezamen minimaal 1000, maximaal 1200 pagina's. Het gaat dus om een zelfstandig uit te voeren studie-activiteit. Aan het begin van blok 4 vindt een oriënterende bijeenkomst plaats van alle deelnemers en de docent. Studenten kiezen dan een van de volgende onderwerpen: - Sociale geschiedenis van de Oudheid - Religie: heidenen, joden en christenen - Militaire geschiedenis - Archaïsch en Klassiek Griekenland - Alexander de grote en het Hellenisme - De Romeinse Republiek - Het Romeinse Keizerrijk - De Late Oudheid De literatuurlijst wordt op verzoek door de coördinator toegezonden en bekend gemaakt tijdens de eerste bijeenkomst. Er zijn twee 'toetsmomenten': het schrijven van korte verslagen van de te lezen literatuur en een digitaal mc-tentamen aan het einde van het blok. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Vergroten kennis van de Oudheid; kritisch omgaan met secundaire literatuur. Contactpersoon: Docenten:
drs. R. Strootman drs. R. Strootman Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
83
Werkvormen: Individueel
Toelichting: Één inleidende bijeenkomst aan het begin van het blok; verdere begeleiding in Vista. Voorbereiding bijeenkomsten: Zelfstudie Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Eindtoets (75 pt.) Verslag (25 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Feitenkennis en begrip van de gelezen literatuur Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Nader te bepalen. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
84
WHO'S WHO IN DE BIJBEL. EEN SNELLE BIJSPIJKERCURSUS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
3,5 1 Themacursus
Code: Blok:
200400182 4
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Communicatie- en informatiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Geschiedenis, Italiaanse taal en cultuur, Keltische talen en cultuur, Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Wie waren Eva, Kaïn, Gabriël, Sara, Abraham, Jacob, Jozef, Mozes, Mirjam, Jozua, Rut, Judit, David, Absalom, Izebel, Jeremia, Ester, Judas, Maria, Petrus, Paulus? De namen van de belangrijkste personages uit de Bijbel klinken de meeste mensen wel bekend in de oren. Maar niet altijd even goed bekend zijn de verhalen waarin zij optreden. De Bijbel staat boordevol verhalen: meeslepende, ontroerende, spannende, inspirerende of juist afschuwwekkende verhalen – maar altijd beroemde verhalen. Want samen met de klassieke mythologie staat de Bijbel aan de wieg van de westerse cultuurgeschiedenis: bijbelse vertellingen en motieven vormen een rode draad in twintig eeuwen beeldende kunst, literatuur en muziek in Europa. In deze cursus doen studenten elementaire kennis op van de belangrijkste vertellingen, motieven en personen in de Bijbel, van de Schepping tot de Apocalyps. Onder begeleiding worden de belangrijkste verhalen uit het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de apocriefe boeken in hun oorspronkelijke vorm (in vertaling) gelezen: over de boom van de kennis van Goed en Kwaad, de Ark van Noach, de Toren van Babel, de omzwervingen van de Aartsvaderen, de ondergang van Sodom en Gomorra, de twaalf plagen van Egypte, de Tien Geboden, het Gouden Kalf, Samson en Delila, David en Goliat, Daniël in de leeuwenkuil, de rampspoed van Job, de Kindermoord te Betlehem, de Bergrede, de Verloren Zoon, de Barmhartige Samaritaan, de Bruiloft te Kana, het Laatste Avondmaal, de Kruisiging en Opstanding van Jezus, et. etc. etc. etc. Tijdens de hoorcolleges wordt achtergrondinformatie gegeven bij de gelezen teksten. Wat is de Bijbel voor een boek en hoe is de Bijbel ontstaan? Wat is de historische en culturele context van de gelezen verhalen? Hoe kan worden gedacht over de betekenis van deze verhalen? Daarnaast wordt een eerste kennismaking gegeven met de verwerking van bijbelse verhalen en motieven in de Europese kunst en cultuur. Who's Who in de Bijbel sluit aan bij de cursus Who's Who in de Mythologie; beide cursussen kunnen ook los van elkaar worden gevolgd. Cursusdoelen: Kennis van de voornaamste verhalen, figuren en thema's in de Bijbel. Inzicht in de ontstaansgeschiedenis en achtergrond van bijbelse verhalen. Inzicht in de verwerking van bijbelse motieven in de Europese kunst van later tijd. Contactpersoon:
drs. R. Strootman
85
Docenten:
drs. R. Strootman Bereikbaarheid: e-mail
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het lezen van belangrijkste Bijbelverhalen aan de hand van een leesrooster (wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt). Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Toets per computer
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de voornaamste thema's, verhalen en personen uit de Bijbel (Oude Testament en Nieuwe Testament). Kennis van de ontstaansgeschiedenis, context en achtergrond van deze verhalen. Enige kennis van de verwerking van Bijbelse motieven in de kunst, muziek en literatuur van latere tijd. Aspecten van academische vorming: Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Bijbel. Bij voorkeur de recente Willibrordvertaling (Katholieke Bijbelstichting 1995). Er bestaan zowel paperback als hardcover edities van deze vertaling. Aanbevolen studiemateriaal: Boek - K. van Dalen-Oskam en M. Mooijaart, Bijbels Lexicon. Woorden en uitdrukkingen uit de Bijbel in het Nederlands van nu (Amsterdam 2000). - L. Goosen, Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater (Nijmegen 1990). - L. Goosen, Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten (Nijmegen 1991). Kosten:
EUR 25,00
86
WHO'S WHO IN DE KLASSIEKE MYTHOLOGIE. EEN SNELLE BIJSPIJKERCURSUS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
4 1 Themacursus
Code: Blok:
200400183 4
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Communicatie- en informatiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Geschiedenis, Italiaanse taal en cultuur, Keltische talen en cultuur, Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De klassieke mythologie van de Grieken en de Romeinen is niet weg te denken uit de Europese cultuurgeschiedenis. Samen met de Bijbel ligt de klassieke mythologie aan de basis van meer dan tweeduizend jaar beeldende kunst, literatuur en muziek in Europa. In deze cursus doen studenten elementaire kennis op van de belangrijkste vertellingen, motieven en personages uit de klassieke mythologie. Onder begeleiding worden navertellingen van de belangrijkste verhalen gelezen, en verwerft men inzicht in de achtergronden en betekenissen van de mythologische vertellingen: de Schepping, de strijd tussen de Goden en de Titanen, het Paard van Troje, Jason en het Gulden Vlies, de omzwervingen van Odysseus, het noodlot van Oedipus, Leda en de Zwaan, Theseus en de Minotaurus, Orpheus in de Onderwereld, Amor en Psyche, Aeneas en Dido, Remus en Romulus etc. etc. etc. Tijdens de hoorcolleges worden de verhalen in een bredere context geplaatst. Wat is mythologie? Hoe zijn de klassieke mythologische verhalen ontstaan en bewaard gebleven? In wat voor historische en culturele context horen ze thuis? Wat is de betekenis van de verschillende verhalen? Welke plaats namen ze in binnen de Griekse en Romeinse godsdienst? Daarnaast wordt een eerste kennismaking gegeven met de verwerking van mythologische verhalen en motieven in de Europese kunst en cultuur van de Oudheid tot het heden. Cursusdoelen: Kennis van de voornaamste verhalen, figuren en thema's in de klassieke mythologie. Inzicht in de ontstaansgeschiedenis en achtergrond van deze verhalen. Inzicht van de verwerking van mythologische motieven in de Europese kunst van later tijd. Contactpersoon: Docenten:
drs. R. Strootman drs. R. Strootman Bereikbaarheid: e-mail
87
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van de opgegeven literatuur: kennis nemen van de belangrijkste verhalen uit de Grieks-Romeinse mythologie, en van de achtergrond en betekenis van deze verhalen. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Toets per computer
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de voornaamste thema's, verhalen en personen uit de klassieke mythologie. Kennis van de ontstaansgeschiedenis, context en achtergrond van deze verhalen. Kennis van de verwerking van mythologische motieven in de kunst, muziek en literatuur van latere tijd. Aspecten van academische vorming: Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - M. Morford en R. Lenardon, Classical Mythology (Oxford 2000). Aanbevolen studiemateriaal: Boek - T.H. Carpenter, Art and Myth in Acient Greece (London 1991; paperback 1996). - O. Damsté, Romeinse sagen en verhalen (Zutphen 1958). - R. Graves, The Greek Myths (Harmondsworth 1955). - G.S. Kirk, The Nature of Greek Myths (Londen 1974). - E.M. Moormann en W. Uitterhoeve, Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater (Nijmegen 1987). Kosten:
EUR 30,00 (verplicht materiaal)
88
GESCHIEDENIS VAN DE EUROPESE INTEGRATIE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200300223 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de 19e en 20e eeuwse geschiedenis. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen Moderne en Eigentijdse geschiedenis of vergelijkbare cursussen Bronnen voor zelfstudie: zie de website http://www.let.uu.nl/~arend-jan.boekestijn/personal/ Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog moest Europa van de ondergang gered worden doorde Amerikanen. Het had echter ook anders kunnen lopen. Voor het uitbreken vande Eerste Wereldoorlog bood Berlijn aan Londen aan om het Britse empire te steunen (tegen de Amerikanen) in ruil voor Britse steun voor Duitse dominantie op het continent ten koste van Frankrijk en Rusland. Indien de Britten daarop in waren gegaan hadden zij nu een veel sterkere positie gehad. De twee wereldoorlogen hebben het Verenigd Koninkrijk immers behoorlijk uitgeput.En indien de Eerste Wereldoorlog niet had hoeven plaats te vinden, was Hitler misschien niet aan de macht gekomen. De situatie op het continent zou dan echter sterk lijken op de huidige situatie, namelijk een Europese gemeenschappelijke markt onder leiding van Duitsland. Inderdaad dezelfde situatie maar dan wel zonder twee bloedige wereldoorlogen. Het heeft allemaal niet zo mogen zijn. De Britten weigerden om te onderhandelen met de Duitsers en werden dus afhankelijk van de Amerikanen om de Duitse hegemoniale poging te doen mislukken. De Amerikanen knapten het vuile werk op.Na de Tweede Wereldoorlog trok Parijs de conclusie dat het oude Duitse argument dat Europa een moet worden om samen sterker testaan tegenover de Verenigde Staten en Rusland nog niet zo gek was. Londen gooit echter roet in het eten. Aangezien het Verenigd Koninkrijk tot op de dag van vandaag de oude politiek van het inroepen van Amerikaanse steun continueert, blijft het Europese integratieproces echter een moeizame aangelegenheid. De Koude Oorlog bracht ons stabiliteit en even leek Europa geen groot probleem meer te zijn. Aan het einde van de Koude Oorlog zou Europa weer in zijn oude normale gewelddadige patroon kunnen terugvallen.Er is dus alle reden om Europa eens goed onder de loep te nemen. Waaruit bestaat dat oude normale gewelddadige patroon van Europa eigenlijk? Hoe staat het eigenlijk met de natiestaat en zijn ongemakkelijke relatie met het kapitalisme? Hoe gaat Europa om met de Russische implosie en de Duitse eenwording? Zal Europa ooit een staat worden? Of zijn de regeringsleiders daar helemaal niet op uit? Europa en de VS lijken een verschillende visie te hebben op de oorlog tegen het terrorisme. Komt het tot een breuk? En welke gevolgen heeft zo'n breuk voor Europa? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen.
89
Cursusdoelen: Studenten vertrouwd te maken met de historische dynamiek van de Europese Integratie. Relativering van de rol van het federalistische ideaal als motor van het integratieproces. Integratie heeft natiestaat meer versterkt dan verzwakt. Contactpersoon: Docenten:
drs. A.J. Boekestijn drs. A.J. Boekestijn Feedback: tijdens college Bereikbaarheid: e-mail:
[email protected]
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Spreekuur 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de literatuur. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (50 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (50 pt.)
Deadlines: zie website http://www.let.uu.nl/~arendjan.boekestijn/personal/ Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de literatuur Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - D.P. Calleo, Rethinking Europe (Princeton 2001). - A. Moravscik, The Choice for Europe (Cornell, New York 1999). Aanbevolen studiemateriaal: Literatuur - zie website http://www.let.uu.nl/~arend-jan.boekestijn/personal/ Kosten:
EUR 60,00 (verplichte literatuur)
90
GLOBALISERING IN DE NEGENTIENDE EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Themacursus
Code: Blok:
200500084 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands In case of sufficient interest, this course will be given in English. A description in English will be made available.
Inhoud: Het laatste decennium zijn begrippen als globalisering en de nieuwe wereldorde gangbaar geworden. Beide begrippen zijn ook sterk gepolitiseerd. Globalisten en anti-globalisten zijn voortdurend met elkaar in debat en schrikken ook niet voor geweld terug. Globalisering en de ermee verbonden problemen als ongelijke ontwikkeling, milieuproblematiek en anti-westerse sentimenten kan echter niet simpelweg worden verbonden met de val van de Berlijnse Muur. De moderne wereldorde heeft zijn oorsprong in de periode 1780-1914. Wat zich daarna afspeelt zijn variaties op voor de Eerste Wereldoorlog reeds bekende thema's Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. W.W. Mijnhardt prof.dr. D.A. Hellema Bereikbaarheid: Spreekuur, na de colleges en per e-mail prof.dr. W.W. Mijnhardt Bereikbaarheid: Spreekuur, na de colleges en via e-mail
Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen en verwerken van opgegeven literatuur Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Actieve deelname (30 pt.) Eindtoets (40 pt.) Paper (30 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
91
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 75,00
92
PALEOGRAFIE, DIPLOMATIEK EN ARCHIEFKUNDE MIDDELEEUWEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Casuscursus
Code: Blok:
200300203 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van Latijn op VWO niveau strekt tot aanbeveling. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Deelname gebonden aan maximum. Indien vol probeer 1 van de andere casuscursussen (of OZS II of OZS III). Inhoud: Leert vaardigheid met lezen oud-schrift aan; noodzakelijk voor iedereen, bachelor of master, die zelfstandig archiefonderzoek wil kunnen verrichten. Nota Bene:deze cursus telt slechts één bijeenkomst per week, maar dient wel gedurende twee blokken te worden gevolgd. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot cursussen op niveau 2 na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waarin in ieder geval onderzoeksvaardigheden aan bod komen. Cursusdoelen: Student, bachelor of master, beheerst vaardigheden, noodzakelijk om zelfstandig archiefonderzoek te kunnen verrichten. Contactpersoon: Docenten:
drs. C.C. de Glopper-Zuijderland drs. C.C. de Glopper-Zuijderland Feedback: wordt aan het begin van de cursus meegedeeld Bereikbaarheid: telefonisch en per e-mail
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden meerdere teksten per week en doen van kleine opdrachten in het archief. Bijdrage aan groepswerk: nvt
93
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (40 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (20 pt.)
Deadlines: Schriftelijk tentamen na week 8, schriftelijk tentamen na week 18 en werkstuk moet af zijn in week 20 Wat wordt er beoordeeld: Vaardigheid qua lezen van oud-schrift in zowel Nederlands als Latijn, kennis oorkondenleer, chronologie en inzicht in het opzetten van archiefonderzoek. Aspecten van academische vorming: Onderzoeksvaardigheden integraal Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken Beheersen van methoden en technieken
Verplicht studiemateriaal: Boek - J.A.M.Y. Bos-Rops en M. Bruggeman, Archiefwijzer. Handleiding voor het gebruik van archieven in Nederland (Bussum 1994). Fotokopieën - Fotokopieën van te lezen teksten Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00
94
STAATSVORMING IN EUROPA 1500-1750 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500057 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis na 1500. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen geschiedenis. Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Geen ontwikkeling in de Vroegmoderne tijd (1500-1800) was van verstrekkender betekenis dan het staatsvormingsproces. In heel Europa namen de macht van de staat en de vorst met horten en stoten toe. De oorzaak lag in de bijna constante oorlogvoering, die staatsversterking tot een dwingende noodzaak maakte. De krijg vereiste steeds grotere staande huurlegers en daarmee een uitdijend belastingsysteem en ambtenarenapparaat. De bevolking voelde zich bij dit proces van centralisatie en integratie nauwelijks betrokken, maar moest zich schikken; opstanden werden in bloed gesmoord. Tijdens de cursus wordt het proces van staatsversterking in de voornaamste staten van Europa gevolgd: Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Engeland, Spanje en Nederland. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporten over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. de Bruin dr. G. de Bruin Bereikbaarheid: Zie lijst met spreekuren en e-mailadressen.
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen bestudering van de stof en zorgvuldige uitwerking van de opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: nvt
95
Toetsen: Schriftelijk tentamen (70 pt.) Schriftelijk werkstuk (30 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Bestuderen en analyseren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 80,00
96
GESCHIEDENIS VAN DE VEILIGHEIDSPROBLEMATIEK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400134 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de 19e en 20e eeuwse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Eigentijdse en Moderne Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In deze cursus wordt de geschiedenis van de oorlog, en in het bijzonder het denken over dit verschijnsel sedert 1815, behandeld. Centraal staan het begrip strategie, het denken van Clausewitz en moderne ontwikkelingen op het terrein van de veiligheidsproblematiek. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over al deze werken. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. J.G. Siccama prof.dr. J.G. Siccama Feedback: wordt nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: via student assistent
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Kritsche bestudering opgegeven literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie in discussies.
97
Toetsen: Nota (30 pt.) Schriftelijk tentamen (70 pt.)
Deadlines: Wordt bij aanvang bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Kennis en inzicht; schrijfvaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Discussieren, debatteren
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - J. Bayliss a.o.,Strategy in the Contemporary World (Oxford 2002) - Luttwak, Strategy, The Logic of War and Peace, (Cambridge 1987). - C. von Clausewitz, Vom Kriege. (of vertaling ) alleen Boek 1 te bestuderen - J.G. Siccama, Internationale veiligheid (in kopievorm) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht literatuur)
98
EEN BESLISSENDE DEMARRAGE VAN HET WESTEN? DE BETEKENIS VAN DE INDUSTRIELE REVOLUTIE VOOR EUROPA EN DE REST VAN DE WERELD Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400471 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Overzicht van de algemene geschiedenis vanaf 1700 tot heden Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleidende cursussen over geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd 1 en 2 en Moderne Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Handboeken en readers van de bij voorkennis genoemde cursussen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De macht en rijkdom in de wereld zijn ongelijk verdeeld, waarbij het ‘Westen’ al heel lang een dominante positie inneemt. Als de beslissende fase waarin het ‘Westen’ een beslissende voorsprong nam, wordt gewoonlijk gewezen op de ‘industriële revolutie’ van de 19e eeuw. Maar daarmee worden nieuwe vragen opgeworpen. Bereikten de industrialiserende landen die voorsprong geheel op eigen kracht, of vooral dankzij de ongelijke handelsrelaties met de huidige ‘Derde Wereld’? Hoe belangrijk was de rol van het overheidsingrijpen, of was juist de onbelemmerde werking van de vrije markt de grootste stuwende kracht? Hoe belangrijk waren de technologische, economische en politieke innovaties van de Vroegmoderne Tijd? In het controversiële boek van David Landes, Arm en Rijk wordt betoogd, dat het ‘Westen’ al sedert de Middeleeuwen op eigen kracht een weg is ingeslagen, die radicaal verschilde met die van andere hoogontwikkelde beschavingen. Hierdoor werd de grondslag gelegd voor de innovatieve en ondernemende mentaliteit die de grondslag vormde voor de westerse vooruitgang van de daarop volgende eeuwen. De ‘industriële revolutie’ van de 19e eeuw was daarvan het logische sluitstuk, dat het ‘Westen’ definitief op voorsprong heeft gezet. De ongelijkheid in de wereld zou te verklaren zijn uit het onvermogen van deze andere beschavingen om een soortgelijke weg in te slaan. Deze visie heeft tot heftige polemieken geleid. Sommigen zagen hierin het ultieme bewijs geleverd van de superioriteit van de westerse beschaving, anderen verweten hem vooringenomenheid, waardoor hij blind was voor de prestaties van niet-westerse culturen en voor de rol van de ongelijke machtsverhoudingen. In deze cursus zullen de opvattingen van Landes tegen het licht worden gehouden door het bestuderen van dergelijke commentaren en door het verrichten van case-studies die zijn stellingen nader kunnen toetsen. Elke student beschouwt een aspect van het boek van Landes, en doet op basis van nadere literatuur een eigen onderzoek naar de houdbaarheid van diens stellingen. Het resultaat wordt neergelegd in een kort paper, waarover ook in de werkgroep gerapporteerd wordt. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden.
99
Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. E. Nijhof dr. E. Nijhof Feedback: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt.
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Literatuur lezen, vragen over de stof formuleren, samenvatting maken, presentatie voorbereiden, werkstuk schrijven. Bijdrage aan groepswerk: Presentatie, samenvatting, deelname aan discussie, commentaar leveren op presentatie van anderen.
Toetsen: Presentatie (20 pt.) Tentamen (40 pt.) Verslag (samenvatting; 10 pt.) Schriftelijk werkstuk (30 pt.)
Deadlines: samenvatting week 4, werkstuk week 8, tentamen in week 10 Wat wordt er beoordeeld: Overzichtskennis, samenvatting, presentatie en werkstuk Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Gestructureerd beoordelen van activiteiten en prestaties (van anderen en van zichzelf) Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Kennis hanteren in een bredere context Wetenschappelijke context Maatschappelijke / culturele context Analyseren en beoordelen van onderzoeksrapportages Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken Rapporteren over onderzoek - schriftelijk Rapporteren over onderzoek - mondeling
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - D. Landes, Arm en Rijk (Utrecht 2000). Aanbevolen studiemateriaal: EUR 21,00 (Verplicht materiaal) Kosten:
100
DE RENAISSANCE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500062 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de Vroegmoderne periode Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Vroegmoderne Tijd I Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In zijn beroemde boek Die Cultur der Renaissance in Italien (1860) gaf Jacob Burckhardt de klassieke formulering van de Renaissance als het geboorteuur van de moderne mens en de moderne wereld. Sindsdien is onze kennis van de Renaissance en van de Italiaanse geschiedenis aanmerkelijk toegenomen. Dat heeft zowel tot nuancering als tot bevestiging van Burckhardts inzichten geleid. De cursus biedt een overzicht van de Italiaanse Renaissance in haar historische en maatschappelijke context. Daarbij zullen naast klassieke teksten ook recente benaderingen aan de orde komen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Inzicht verwerven in het wetenschappelijk debat over de Renaissance. Toepassen van analytische en schriftelijke vaardigheden. Contactpersoon: Docenten:
drs. J.H. von Santen drs. J.H. von Santen Feedback: wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Bereikbaarheid: wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen bestudering van de stof en zorgvuldige uitwerking van de opdrachten Bijdrage aan groepswerk:
101
Toetsen: Opdracht(en) (10 pt.) Paper (20 pt.) Schriftelijk tentamen (70 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Synthetiseren en structureren van informatie Wetenschappelijke context Onderzoeksvaardigheden integraal
Verplicht studiemateriaal: Boek - J. Burckhardt, The Civilization of the Renaissance in Italy. - J.R. Hale, The Thames & Hudson dictionary of the Italian Renaissance (Londen 1997) Aanbevolen studiemateriaal: EUR 50,00 Kosten:
102
DE GODSDIENSTOORLOGEN (1550-1700) ALS EUROPEES FENOMEEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500070 1 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de vroegmoderne tijd Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen Vroegmoderne Tijd I & II Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: ‘Parijs is wel een mis waard’, zo merkte de protestantse Hendrik IV lakoniek op toen hij zich bekeerde tot het katholicisme als voorwaarde om de Franse troon te bestijgen. Zo gemakkelijk ging het meestal niet. In de zestiende en zeventiende eeuw werd Europa overspoeld door godsdienstoorlogen, meestal als gevolg van de scheiding tussen protestanten en katholieken. Burgeroorlogen waar religie als een splijtzwam werkte vonden plaats in Frankrijk aan het einde van de zestiende eeuw, en in Engeland tegen het midden van de zeventiende eeuw. Ook in grootschalige internationale conflicten speelden godsdienstige tegenstellingen een dominante rol, zoals tijdens de Nederlandse Opstand tegen Spanje en de Dertigjarige Oorlog in het Keizerrijk. Na de Vrede van Westfalen (1648) was religie nog een factor van betekenis tijdens bijvoorbeeld de Glorieuze Revolutie in Engeland en grootschalige protestantse opstanden in Hongarije en Frankrijk rond het begin van de achttiende eeuw. Deze cursus beoogt dit complexe verschijnsel te analyseren en een inschatting te maken van de invloed van religieuze factoren op de politiek. Is de term ‘godsdienstoorlogen’ een accurate omschrijving voor deze conflicten? In hoeverre waren deze conflicten verbonden met binnenlandse machtsverhoudingen, de relatie tussen aristocratie, parlement en vorst, of het internationale machtsevenwicht? Eindigden de godsdienstoorlogen werkelijk na 1648? De student maakt kennis met dit fascinerende verschijnsel in comparatief verband in Europese context. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: analyseren van complexe politieke processen, comparatieve vaardigheden, mondelinge presentatie, schriftelijke vaardigheden, academisch denken Contactpersoon: Docenten:
dr. D.M.L. Onnekink dr. D.M.L. Onnekink Feedback: Na deeltoets en toets Bereikbaarheid: Telefoon: 030-253 7589E-mail:
[email protected]
103
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen en kritische bestudering van opgegeven literatuur Bijdrage aan groepswerk: Actieve bijdrage aan discussies
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Paper (30 pt.) Schriftelijk tentamen (60 pt.)
Deadlines: Worden bij begin van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de voorgeschreven en besproken literatuur; verwerking daarvan in paper Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Nog onbekend Kosten:
104
RUSSISCHE CULTUUR EN GESCHIEDENIS Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400174 1
Onderdeel van Programma: Geschiedenis, Taal- en cultuurstudies Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De cursus is een inleiding in de Russische geschiedenis en cultuur. Het culturele gedeelte zal in hoofdzaak aan de literatuur zijn gewijd. Cursusdoelen: Basiskennis Russische geschiedenis en cultuur. Contactpersoon: Docenten:
dr. A. Langeveld dr. A. Langeveld Feedback: Spreekuur en e-mail Bereikbaarheid: telefonisch en per e-mail
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toetsen: Toets A (50 pt.) Toets B (50 pt.)
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondige bestudering van opgegeven literatuur. Bijdrage aan groepswerk: nvt Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Feitenkennis Russische geschiedenis, cultuur en literatuur Aspecten van academische vorming: Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - A. Ascher, Russia. A short history Syllabus - Syllabus Russische cultuur Aanbevolen studiemateriaal: EUR 20,00 Kosten: EUR 13,00
105
PALEOGRAFIE, CHRONOLOGIE EN ARCHIEFKUNDE 16E EN 17E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400727 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Leert vaardigheid met lezen oud-schrift aan; noodzakelijk voor iedereen, bachelor of master, die zelfstandig archiefonderzoek wil kunnen verrichten. Nota Bene: deze cursus telt slechts één bijeenkomst per week maar duurt wel twee blokken.
Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Student, bachelor of master, beheerst vaardigheden, noodzakelijk om zelfstandig archiefonderzoek te kunnen verrichten. Contactpersoon: Docenten:
drs. C.C. de Glopper-Zuijderland drs. C.C. de Glopper-Zuijderland Feedback: Wordt aan het begin van de cursus meegedeeld. Bereikbaarheid: telefonisch en per e-mail
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Wekelijks meerdere teksten voorbereiden, af en toe in het archief kleine opdrachten uitvoeren. Bijdrage aan groepswerk: nvt
106
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (40 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (20 pt.)
Deadlines: Na week 8 een schriftelijk tentamen, in week 18 een schriftelijk tentamen en in week 20 moet het werkstuk gereed zijn. Wat wordt er beoordeeld: Goed en in redelijk tempo oud-schrift kunnen lezen, toepassen archivistiek en chronologie, en inzicht tonen in het opzetten van archiefonderzoek. Aspecten van academische vorming: Onderzoeksvaardigheden integraal Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken Beheersen van methoden en technieken
Verplicht studiemateriaal: Boek - J.A.M.Y. Bos-Rops en M. Bruggeman, Archiefwijzer. Handleiding voor eht gebruik van archieven in Nederland (Bussum 1994). Fotokopieën - Fotokopieën van te lezen teksten. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00 (verplicht materiaal)
107
OORLOG EN SAMENLEVING IN DE VROEGMODERNE TIJD Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400125 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de Vroegmoderne geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductie Vroegmoderne Tijd 1 en 2 Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Oorlogen zijn moeilijk weg te denken uit de Europese geschiedenis. De politieke landkaart is er deels door bepaald, terwijl de levensloop van vele direct en indirect betrokkenen er ingrijpend door is beïnvloed. Deze cursus beoogt inzicht te bieden in de ontwikkelingen die de oorlogvoering van de Honderdjarige Oorlog tot en met de Napoleontische oorlogen heeft doorgemaakt. Allereerst zal daarbij de concrete kant van wapens, technieken, organisatie, tactiek, en strategie worden besproken. Vervolgens komt de meer ingewikkelde vraag naar de relatie tussen deze veranderingen en gelijktijdige processen zoals staatsvorming aan de orde. Daarbij wordt nauw aangesloten bij het debat over de ‘military revolution’ die de Europeanen hun voorsprong op de buiten-Europese wereld zou hebben bezorgd. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
dr. J.F.J. Duindam dr. J.F.J. Duindam
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Zelfstudie opgegeven literatuur en inleveren opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie in bespreking en discussie stof.
108
Toetsen: Essay tentamen (70 pt.) Opdracht(en) (10 pt.) Paper (20 pt.)
Deadlines: Worden aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Kennis voorgeschreven materiaal. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken
Verplicht studiemateriaal: Boek - G. Parker, The Military Revolution. Military Innovation and the Rise of the West 1500-1800 (Cambridge 1996). - J. Black ed., European Warfare 1453-1815 (Houndmills Basingstoke 1999). Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht materiaal)
109
GESCHIEDENIS EN THEORIE VAN DE INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400813 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Basiskennis economie Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: VWO Economie of Inleiding economie voor historici Bronnen voor zelfstudie: Literatuur van de onder voorkennis genoemde cursus Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Het is opvallend dat er geregeld over allerlei internationale ontwikkelingen wordt gesproken en geschreven door mensen die het aan de meest elementaire economische kennis ontbreekt. Daardoor ontstaan veel misverstanden. Voor degenen die de internationale context waarin Nederland opereert bestuderen, is een gedegen kennis van de internationale economische verhoudingen essentieel. Die relaties vormen de kern van de internationale contacten van ons land en dat feit heeft grote politieke en sociale gevolgen. In deze cursus is het mogelijk een gedegen basiskennis van de internationale economische betrekkingen op te doen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon: Docenten:
Externe docent (buiten faculteit) Externe docent (buiten faculteit) Opmerking: Docent: Daan Marks Feedback: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt
110
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen en bestuderen verplichte literatuur. Voorbereiden van een referaat over een aangewezen deel van de stof. Maken van een uittreksel van een deel van de stof. Bijdrage aan groepswerk: presentatie, maken uittreksel, participeren in het college
Toetsen: Exposé (10 pt.) Presentatie (20 pt.) Schriftelijk tentamen (70 pt.)
Deadlines: Docent stelt op het eerste college voor elke student een datum vast voor de presentatie en het uittreksel. Wat wordt er beoordeeld: Presentatie, uittreksel, tentamen Aspecten van academische vorming: Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium – vakspecifiek
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - P.H. Lindert enTh .A. Pugel, International Economics (11e druk, Chicago 1996). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 45,00 (Verplichte literatuur)
111
DE ROMANTIEK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500061 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Cursus Introductie Vroegmoderne Tijd II. Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Het woord ‘romantisch’ roept noties op van gevoel en sentiment, fantasie en vlucht uit de alledaagse werkelijkheid. Geleerden hebben al tweehonderd jaar geredetwist over de definitie en betekenis van de Romantiek. Is het een literair-artistieke beweging, een levenshouding of een unieke historische periode, zoals eerder de Renaissance en de Verlichting (waartegen de romantici zich nadrukkelijk afzetten)? Vast staat dat de Romantiek een zwaar stempel heeft gedrukt op het intellectuele leven van Europa in de negentiende eeuw, speciaal de periode 17801850: kunst, religie, geschiedenis, politiek en filosofie werden er diepgaand door beïnvloed en alle grote ideologieën zijn er door gekleurd. In deze cursus zullen uiteenlopende definities en facetten van de Romantiek worden geanalyseerd. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Inzicht verwerven in het wetenschappelijke debat over de Romantiek.Toepassen van analytische en schriftelijke vaardigheden. Contactpersoon: Docenten:
drs. J.H. von Santen drs. J.H. von Santen Feedback: Wordt aan het begin van de cursus medegedeeld Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus medegedeeld
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Gedegen bestudering van de stof en zorgvuldige uitwerking van de opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: nvt
112
Toetsen: Opdracht(en) (10 pt.) Paper (20 pt.) Schriftelijk tentamen (70 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Synthetiseren en structureren van informatie Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Maatschappelijke / culturele context Onderzoeksvaardigheden integraal
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Boek - Hugh Honour, Romanticism (Harmondsworth 1981) (Penguin Books). Kosten:
EUR 25,00
113
AMERIKA IN WORDING: AMERIKAANS GESCHIEDENIS EN CULTUUR TOT 1900 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500086 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: geen Bronnen voor zelfstudie: geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In deze cursus staat de wording van een Amerikaanse nationale identiteit en cultuur centraal. Vanaf de vestiging van Jamestown in 1607 groeiden de Europese koloniën in de Nieuwe Wereld uit tot een zelfstandige natie die zich ontworstelde aan de Europese voogdij en zich aan het einde van de negentiende eeuw de machtigste industriële mogendheid ter wereld kon noemen. In deze cursus wordt de ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten tot 1900 bestudeerd. Tegen de achtergrond van de politieke, economische en diplomatieke ontwikkelingen wordt in het bijzonder aandacht besteed aan intellectuele en culturele tradities in de achttiende en negentiende eeuw. Het accent ligt daarbij op de wijze waarop de Amerikanen langzaam aan de bewustwording van hun eigen nationale identiteit en ‘exceptionalism’ vorm gaven. Deze nationale zelfontwaking zal geïllustreerd worden met korte teksten uit deze periodes en secondaire teksten die vanuit verschillende invalshoeken hierop commentaar leveren. Dit gebeurt aan de hand van thema's als de puriteinse mentaliteit, federalisme, slavernij, Burgeroorlog, de trek naar het Westen, immigratie en industrialisatie. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: De student kennis en inzicht te verschaffen in de Amerikaanse geschiedenis en cultuur tot 1900. De student heeft basiskennis van de belangrijkste feiten en ontwikkelingen in de Amerikaanse geschiedenis tot 1900; kan een aantal canonieke teksten herkennen, interpreteren en in de tijd plaatsen; heeft enige kennis van de belangrijkste academische vraagstukken en stellingnamen rond deze periode; en kan een eigen mening vormen ten aanzien van deze kernvragen. Contactpersoon:
dr. J. Verheul
114
Docenten:
dr. J. Verheul Opmerking: Feedback: discussion papers: mondelinge feedback tijdens de werkgroep; midterm paper: een week na inleveren retour met schriftelijk commentaar. Bereikbaarheid: Via e-mail/WebCT, spreekuur op afspraak.
Werkvormen: Video/Filmvertoning 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voor het werkcollege wordt verwacht dat de student de te bespreken primaire en secundaire literatuur grondig leest. De werkgroepen worden voorts in groepsverband voorbereid, waarbij studenten de te lezen teksten analyseren en stellingen fomuleren die via WebCT worden verspreid. Bijdrage aan groepswerk: In groepsverband voorbereiden van stellingen, communiceren via WebCT.
Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Essay tentamen (30 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Worden bij het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Feitenkennis, historisch inzicht, historisch inzicht zelfstandig in verband kunnen brengen met de cultuur-historische context, inzicht in het academisch debat, mondelinge en schriftelijke vaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Bestuderen en analyseren van informatie Beheersen van het Nederlands en een moderne vreemde taal, in woord en geschrift Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Maatschappelijke / culturele context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Mary Beth Norton, e.a., red., A People and a Nation. A History of the United States (meest recente druk). Reader - Reader: J.A. Leo Lemay, An Early American Reader - M. Thomas Inge ed., A Nineteenth-Century American Reader (Washington 1989). (verkrijgbaar bij de Readerverkoop, StudiePunt Letteren). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 80,00 (Verplicht literatuur)
115
EMPIRE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400140 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Lange tijd was het in de mode om vooral de schaduwzijden van het Britse empire te benadrukken. Sinds 11 september lijkt er sprake te zijn van een herleving van de belangstelling voor de meer positieve kanten van het Britse rijk. Sommige denkers en staatlieden menen dat de VS terrorisme zou moeten voorkomen door zelf bijvoorbeeld in het Midden Oosten orde op zaken te stellen. Amerika zou dus net als het VK vroeger een imperiale ordening opleggen. Anderen menen dat een dergelijke neo-koloniale politiek alleen maar contraproductief zou zijn. Deze hoogst actuele problematiek zal in dit college aan de orde worden gesteld aan de hand van interessante denkers als Niall Ferguson en Fareed Zakaria. In dit college wordt een poging ondernomen om de herwaardering van het Britse empire te confronteren met de huidige situatie in de wereld. Kan men democratie wel van buitenaf opleggen? Zal democratisering terrorisme op termijn doen afnemen? Is een grondwet eigenlijk niet veel belangrijker dan verkiezingen? Bij die laatste vraag zullen we uitgebreid stilstaan bij Zakaria’s herwaardering van het werk van De Tocqueville. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisoverdracht en het leren schrijven van een goed werkstuk. Contactpersoon: Docenten:
drs. A.J. Boekestijn drs. A.J. Boekestijn Feedback: Via tentamen en werkstuk Bereikbaarheid: Spreekuur na college
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering literatuur, tentamen en werkstuk. Bijdrage aan groepswerk: Lezen en becommentariëren van elkaars werkstukken.
116
Toetsen: Paper (60 pt.) Toets (40 pt.)
Deadlines: Zie website: www.let.uu.nl/arend-jan.boekestijn/personal/ Wat wordt er beoordeeld: Schriftelijk tentamen en werkstuk Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Niall Ferguson, Colossus (Penguin 2004) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00
117
FRIESE IDENTITEIT VOOR DE FRIESE VRIJHEID: CA. 700 - CA. 1200 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500050 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Enige kennis van de middeleeuwen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus middeleeuwse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Zeker sinds de 19de eeuw is de heersende opvatting dat de Friezen al sinds voor het begin van de jaartelling een ethnische eenheid, een volk, vormen. Resultaten van onderzoek naar de ethnogenese van andere Europese volkeren in de vroege Middeleeuwen geeft echter aanleiding tot twijfels hierover. Sommige archeologen hebben ervoor gepleit dat de middeleeuwse (en dus moderne) Friezen geen afstammelingen waren van de Friezen uit de Oudheid, maar van immigranten die zich vanaf ca. 500 in het oude Frisia vestigden. In hun visie zou de Friese, ethnische identiteit zich gevormd hebben tussen ruwweg 500 en 700. Maar is uit historische bronnen die vanaf ongeveer 700 weer voorhanden zijn, af te leiden dat middeleeuwse Friezen zich als één volk beschouwden voordat vanaf ongeveer 1200 het idee van de Friese Vrijheid langzamerhand werd ontwikkeld? Wat is de rol van moderne opvattingen over etniciteit bij de beantwoording van die vraag? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Het leren omgaan met zowel middeleeuwse bronnen als moderne historische literatuur, en het op basis hiervan leren schrijven van een wetenschappelijk verantwoord werkstuk. Enig inzicht verwerven in de ontwikkeling van etnische identeiten, en in de wisselwerking tussen moderne voorstellingen hierover enerzijds en het onderzoek naar het verleden anderzijds. Contactpersoon: Docenten:
drs. W.S. van Egmond drs. W.S. van Egmond Feedback: Gedurende de cursus korte gesprekken met docent over voortgang. Een week na inlevering van paper retour met commentaar. Bereikbaarheid: Spreekuur aansluitend aan bijeenkomsten. Dringende vragen via e-mail of telefoon.
118
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Een grondige lezing en kritische overdenking van een uitgebreide hoeveelheid literatuur en bronteksten. Het vinden van extra informatie over het onderwerp. Bijdrage aan groepswerk: Actieve bijdrage aan discussie tijdens de bijeenkomsten naar aanleiding van de bestudeerde literatuur en bronteksten.
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Paper (60 pt.) Schriftelijk tentamen (30 pt.)
Deadlines: Inleveren paper in week 9 Schriftelijk tentamen in week 4 Wat wordt er beoordeeld: Kritische reflectie op literatuur en bronteksten. Vaardigheid in het schriftelijk uitdrukken van kritische vaardigheden. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50
119
KLASSIEK ATHENE IN 3D. KUNST EN ARCHITECTUUR VAN HET ANTIEKE ATHENE VANUIT HISTORISCH PERSPECTIEF Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500214 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Vanaf de achtste eeuw v. Chr. ontwikkelden de Griekse stadstaten zich tot welvarende handelsnaties met internationale handelscontacten en een kosmopolitische mentaliteit. Aanvankelijk zorgden deze contacten voor een verregaande beïnvloeding van de Griekse kunst en cultuur, maar vanaf de veroveringen van Alexander de Grote (336-323 v. Chr.) kan men spreken van een omgekeerde ontwikkeling en waren het juist de oude beschavingen van het MiddenOosten en Egypte die geconfronteerd werden met de verbreiding van de Griekse cultuur. Tussen deze twee bewegingen in heeft Griekenland een eigen vorm weten te vinden die kenmerkend is voor de klassieke oudheid en een blijvende indruk achtergelaten op latere periodes, met name de Renaissance. De keuze voor Athene als exemplarisch geval weerspiegelt de leidende rol die deze stadstaat binnen de Griekse cultuur innam. De opzet is deels chronologisch, deels thematisch van aard. De cursus biedt inzicht in de ontwikkeling van de materiële cultuur met speciale aandacht voor architectuur, beeldende kunst en aardewerk aan de hand van verschillende opgravingen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: De cursus beoogt studenten kennis te laten maken met de Griekse cultuur aan de hand van de archeologie van het antieke Athene. Daarbij ligt de nadruk op het verzamelen en ordenen van gegevens en de presentatie van het gevonden materiaal in gesproken en geschreven vorm. Eigen inbreng tijdens de discussies is van groot belang en wordt meegewogen in het eindcijfer. Contactpersoon: Docenten:
Docent nog onbekend Docent nog onbekend Opmerking: Docent: drs. F. van den Eijnde Feedback: Evaluatie na afloop van het referaat; mondelinge bespreking van de paper Bereikbaarheid: Per e-mail, telefoon en tijdens spreekuur
120
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: De studenten bereiden zich gedurende de eerste vier weken voor op de hoorcolleges met behulp van het handboek en aanvullende literatuur. Daarna gaat het college over op individuele presentaties. De studenten bereiden zich hierop voor door een klassieke opgraving grondig te bestuderen en voor de groep te presenteren. De cursus wordt afgesloten met een kort werkstuk dat uit de presentatie kan voortvloeien. Bijdrage aan groepswerk: niet van toepassing
Toetsen: Paper (40 pt.) Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.)
Deadlines: Tentamen aan het eind van week 4Referaat in overleg met docentPaper: uiterlijk inleveren aan het eind van week 10 Wat wordt er beoordeeld: Het schriftelijk tentamen toetst de beheersing van historische en archeologische feiten die tijdens de eerste vier collegeweken en in literatuur aan de orde zijn gesteld. Het referaat toetst de behendigheid van de studenten in het verzamelen, ordenen en presenteren van archeologisch materiaal en het sturen van een groepsdiscussie. In de paper toont de student aan dat zij of hij in staat is om binnen het gekozen onderwerp een specifieke vraagstelling uit te werken en te beantwoorden. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - J.M. Camp, The Archaeology of Athens (New Haven 2001)reader Aanbevolen studiemateriaal: Literatuurlijst - J. Whitley, The Archaeology of Ancient Greece (Cambridge 2001) Kosten:
EUR 26,95 EUR 40,00
121
MELANCHOLIE EN DEPRESSIE VAN RENAISSANCE TOT IKTIJDPERK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500075 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Basisprincipes van het historisch onderzoek Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Dit college behandelt de ideeën over melancholie, over haar aard, de wijze waarop men haar verklaarde en behandelde, en de plaats van de melancholie in cultuur en samenleving, van 1500 tot 2000. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Melancholie is al in de oudheid beschreven. Melancholie had een veranderlijke (culturele) betekenis en kon zowel duiden op een ziekte als op een karaktereigenschap. Het spectrum van gevoelens loopt van verdriet tot diepe depressiviteit. In dit college behandelen we de melancholie van 1500 tot en met de twintigste eeuw. Gekeken wordt naar de ideeën over de aard van de kwaal, de wijze waarop men somberheid verklaarde en behandelde, en de plaats van de melancholie in cultuur en samenleving. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. J. Vijselaar prof.dr. J. Vijselaar Feedback: Tijdens college en op afspraak
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering en analyse van primaire en secundaire literatuur, die voor de cursus is voorgeschreven, en het vormen van een eigen mening daarover. Eigen onderzoek op basis van literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Inbreng in discussie en gezamelijke analyse. Ook het geven van een korte presentatie behoort tot de mogelijkheden.
122
Toetsen: Paper (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
123
HOE BRENG IK DICTATORS TEN VAL? EEN COMPARATIEF ONDERZOEK NAAR OPKOMST EN ONDERGANG VAN NON-DEMOCRATISCHE REGIMES Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500081 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De twintigste eeuw telde tientallen dictators en non-democratische regimes. Stalins Sovjet-Unie en Hitlers Duitsland zijn de gruwelijkste voorbeelden. Aan het einde van die eeuw leek het erop alsof de democratie toch de overheersende staatsvorm was geworden en dat de meeste dictotariale of authoritaire regimes ineen waren gestort. Wat waren de mechanismen die leidden tot de ondergang van onder meer Stalins imperium, Franco's Spanje, de Latijns-Amerikaanse militaire junta's, Nassers Egypte en de Afrikaanse personalistische regimes? Daarvoor zullen we eerst de opbouw, de doelstellingen en het systeem van deze regimes doorlichten. Vervolgens kijken we, met behulp van recente theorieën, naar de manier waarop deze regimes werden uitgehold. In hoeverre gaven daarbij externe pressiemiddelen, zoals economische boycot, internationaal isolement, internationale ngo's de doorslag? Welke lijnen kunnen we uit de bestudering van dit verleden naar het heden doortrekken? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Zie inhoud Contactpersoon: Docenten:
drs B.A. de Graaf drs B.A. de Graaf Feedback: Mondeling en schriftelijk commentaar op tentamen, referaat en essay Bereikbaarheid: Spreekuur
124
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden leesstof/referaat/essay, zoeken van extra literatuur Bijdrage aan groepswerk: Bijdrage aan de discussie, houden van een referaat, presentatie eigen studieresultaten
Toetsen: Essay tentamen (40 pt.) Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.)
Deadlines: Wordt bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Nog onbekend Kosten:
125
DE BOEKDRUKKUNST IN BEELD Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500082 2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de vroegmoderne tijd Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Vroegmoderne Tijd I & II Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands De universiteitsbibliotheek is verzorgend en coördinerend onderdeel; de cursus vindt in de bibliotheek plaats.
Inhoud: Er zijn weinig uitvindingen die een grotere invloed op de samenleving hebben gehad, dan die van de boekdrukkunst. De snelheid waarmee kennis en informatie vanaf dat moment verspreid konden worden, nam enorm toe. De veranderingen die vanaf de vijftiende eeuw plaatsvinden op de terreinen van politiek, handel, kunsten en wetenschappen zijn ondenkbaar zonder deze nieuwe techniek. Zo vond het gedachtegoed van humanisten en kerkhervormers zijn snelle weg naar het vlug groeiende aantal lezers en wordt de Reformatie algemeen gezien als een krachtig bewijs van de maatschappelijke impact van de boekdrukkunst. Hoewel vele Nederlanders nog heimelijk hopen dat er eens een document opduikt waaruit onomstotelijk blijkt dat Laurens Janszoon Coster toch de vader van de boekdrukkunst is, wordt door de wetenschap deze eer toegekend aan Johann Gutenberg. Een fragment van een Duits gedicht dat bekend is onder de naam Sibyllenbuch staat te boek als het oudste overgeleverde product van de nieuwe uitvinding. Het fragment is echter ongedateerd. Het eerste gedateerde werk vermeldt het jaar 1454. De boekdrukkunst in beeld gaat over de techniek van het drukken, over de boekhandel en over de boeken en hun makers. Speciale aandacht is er voor de Nederlanden. De Republiek was in de zeventiende eeuw met drukkers als Joannes Blaeu en de Elzeviers het centrum van boekproductie. Aan de hand van vele voorbeelden uit de rijke collectie van de Utrechtse universiteitsbibliotheek wordt een overzicht gegeven van de geleerde, wonderlijke, vuilspuitende, dappere, maar vooral prachtige voortbrengselen van de zwarte kunst. Het eerste deel van de cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. In het tweede deel wordt in tweetallen gewerkt aan een digitale tentoonstelling. De thema’s, die aan het begin van de cursus worden aangereikt, worden onderzocht, uitgediept en verwerkt in een presentatie die na voldoende beoordeling wordt gepubliceerd via de website van de Utrechtse universiteitsbibliotheek. Ten slotte zal een commissie van eminente deskundigen een shortlist van de presentaties wegen en vaststellen welke de beste is. De winnaars worden in de gelegenheid gesteld hun tentoonstelling ’in het echt’ vorm te geven in de aula van de Utrechtse universiteitsbibliotheek. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden.
126
Cursusdoelen: Kennis van geschiedenis van de boekdrukkunst; zelfstandig leren omgaan met secundaire en primaire bronnen; maken van een digitale tentoonstelling. Contactpersoon: Docenten:
Externe docent (buiten faculteit) Externe docent (buiten faculteit) Feedback: Tijdens de colleges en n.a.v. de verschillende toetsonderdelen Bereikbaarheid: E-mail Hans Mulder:
[email protected] Telefoon: 030-253 6634
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voor de eerste weken dienen de studenten de voorgeschreven literatuur te bestuderen; het tweede gedeelte van de cursus staat in het teken van hun zelfwerkzaamheid. Ze maken dan hun eigen digitale tentoonstelling. Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname en uitwisseling met andere studenten
Toetsen: Essay tentamen (40 pt.) Referaat (10 pt.) Toets (50 pt.)
Deadlines: Wordt bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis, presentatie, uitvoering praktische opdracht Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Boek - S.H. Steinberg, Five Hundred Years of printing (Londen 1996) Kosten:
EUR 27,50
127
CAIUS IULIUS CAESAR Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500143 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Broad knowledge of the history and culture of Classical Antiquity Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: All courses in Ancient History and Culture Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands/Engels In case foreign exchange students register for this course, it will be taught exclusively in English.
Inhoud: Caius Iulius Caesar - de veroveraar, de politicus, de diplomaat, de redenaar, de schrijver, de mens: hij spreekt nog voortdurend tot de verbeelding. Hij geldt vandaag de dag nog steeds als één van de grootste figuren in de geschiedenis. In deze cursus zullen een aantal van de belangrijkste facetten van het leven en werken van deze man worden belicht. Niet alleen de persoon van Caesar zelf, maar ook de context van de Romeinse wereld om hem heen vormt een wezenlijk onderdeel van de beschouwingen: de bondgenoten, de vijanden, de directe en indirecte gevolgen van zijn heerschappij voor Rome. In deze cursus zal vooral gebruik worden gemaakt van primair literair bronnenmateriaal (in vertaling), ook van Caesar's hand zelf. Daarnaast vormen een aantal standaardbiografieën van Caesar (in het Duits en in het Engels) en recente werken over de dictator en zijn tijd een belangrijk uitgangspunt voor een overzicht van en deelname aan de discussie omtrent deze cruxiale figuur en periode in de geschiedenis van Rome. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Het doel van deze cursus is om een wezenlijk inzicht te krijgen in de persoon van Iulius Caesar, alsook de politieke, militaire, sociale en culturele context van Rome ten tijde van de Late Republiek en de daaropvolgende periode. Contactpersoon: Docenten:
dr. A.W.H. Evers dr. A.W.H. Evers Bereikbaarheid: Via e-mail and during office hours
128
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Students are expected to attend meetings more than well prepared. The literature forms the starting point of substantial, but also theoretical and methodological debates. This is only possible when each session is properly prepared in advance. Students are expected to participate in an active way. Bijdrage aan groepswerk: Students are expected to participate in an active way.
Toetsen: Nota (20 pt.) Paper (70 pt.) Referaat (10 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Syllabus Aanbevolen studiemateriaal: Nog onbekend Kosten:
129
DE HISTORISCHE ROMAN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500076 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Het verleden kan op veel verschillende manieren worden weergegeven: de wetenschappelijke monografie, het artikel, de film. Eén van de meest populaire vormen is de historische roman, een genre dat nooit helemaal is weggeweest, maar de laatste tijd weer onverminderd in de belangstelling staat. Van De Da Vinci-code stonden op een gegeven moment drie versies in de top tien. In dit college onderzoeken we de aantrekkingskracht van de historische roman, de plaats in de historiografie (hoe serieus wordt dit soort romans eigenlijk genomen door de vakhistorici?) en we kijken naar de "wetten van de historische roman": zijn er regels waaraan zij moet voldoen? Wat bepaalt het succes of de vergetelheid? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving; "gelaagd" leren lezen, inzicht in de aard van de verschillende vormen van geschiedschrijving. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. L.J. Dorsman prof. dr. L.J. Dorsman Feedback: Tijdens de cursus Bereikbaarheid: Via e-mail en spreekuur
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van literatuur en het voorbereiden van groepsdiscussie Bijdrage aan groepswerk:
130
Toetsen: Essay tentamen (40 pt.) Paper (60 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de behandelde stof, feitelijke kennis, schrijfvaardigheid Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 62,50
131
DE NIEUWE TAKEN EN DE HERVORMING VAN DE NEDERLANDSE STRIJDKRACHTEN NA HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500141 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Na het einde van de Koude Oorlog werd – na een eerste fase van onzekerheid – een begin gemaakt met de hervorming van het Nederlandse leger. De Nederlandse strijdkrachten dienden te worden aangepast aan nieuwe taken, zoals die onder meer binnen het kader van de NAVO werden vastgesteld. Een cruciale nieuwe taak was de deelname aan vredesmissies en humanitaire interventies. Nederland nam in de jaren negentig ook inderdaad aan verschillende van dergelijke vredesmissies en humanitaire interventies deel. In deze cursus wordt ingegaan op de hervorming van het Nederlandse leger, en op de deelname aan vredesmissies in de jaren negentig. Wat waren de exacte oogmerken van de hervorming van de strijdkrachten? Zijn die doelstellingen gerealiseerd? Waren Nederlandse militairen adequaat voorbereid op hun deelname aan vredesmissies? Hebben ze deze nieuwe taken naar behoren uitgevoerd? Deze vragen zullen in de cursus worden behandeld met behulp van verschillende bronnen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Zie inhoud Contactpersoon: Docenten:
Docent nog onbekend Docent nog onbekend Bereikbaarheid: Per e-mail, per telefoon en tijdens het college.
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het voorbereiden van de voorgeschreven literatuur en opdrachten Bijdrage aan groepswerk:
132
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Eindtoets (50 pt.) Paper (40 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Zie de toetsonderdelen Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
133
FROM THE WEST TO THE REST, DENKEN OVER WORLD HISTORY Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500071 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands In case of sufficient interest, this course will be given in English. A description in English will be made available.
Inhoud: Het curriculum van de opleiding Geschiedenis is primair gericht op de geschiedenis van de westerse beschaving. De westerse geschiedschrijving heeft zich dan ook lange tijd slechts mondjesmaat (met name via de geschiedenis van kolonialisme en dekolonisatie) bezig gehouden met niet-westerse culturen. Deze beperking is de laatste decennia in toenemende mate bekritiseerd. Deze cursus heeft als uitgangspunt dat het niet alleen wenselijk maar noodzakelijk is om in een tijd van toenemend pluriforme samenlevingen en van globalisering los te komen van een al te eng westers perspectief. Maar hoe doe je dat zonder te verzanden in een encyclopedische veelheid aan feiten en perspectieven? Is 'wereldgeschiedenis' wel in staat om relevante inzichten te verschaffen? En aan welke criteria moet zij dan voldoen? In deze cursus wordt een aantal recente debatten op het terrein van de 'world history' kritisch onder de loep genomen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennismaking met, en reflectie over recente theorievorming en historiografie op het gebied van 'world history'. Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Segal dr E.B. Locher-Scholten Feedback: Tijdens de zittingen en op afspraak Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected] dr. J. Segal Feedback: Tijdens de zittingen en op afspraak Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
134
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden inleesliteratuur, presentatie eigen deelonderzoek Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan de discussies
Toetsen: Paper (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de inleesliteratuur, eigen deelonderzoek Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Nog onbekend Kosten:
135
SECULARISERING, FUNDAMENTALISME EN TOLERANTIE. RELIGIE EN DE WESTERSE SAMENLEVING VANAF DE VERLICHTING TOT HEDEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500078 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Handboekkennis Europese geschiedenis vanaf de godsdienstoorlogen tot heden Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Vroegmoderne tijd, Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De vraag naar de plaats van religie in de westerse samenleving beheerst sinds een aantal jaren het publieke debat. De binnenkomst van migranten met een vitale geloofsbeleving, de (her)verkiezing van een herboren christen tot president van de Verenigde Staten, demonstratief optreden van joodse, christelijke en islamitische fundamentalisten en een internationaal-politieke situatie, gecompliceerd door een onmiskenbaar religieuze dimensie, hebben de even onjuiste als gemakzuchtige consensus dat vooruitgang naar westers voorbeeld automatisch secularisatie en tolerantie in haar kielzog zou verbreiden als een illusie uiteen doen spatten. Hoe nu verder met de geloven? Die vraag wordt op alle opiniepagina's gesteld. Dit debat over godsdienst en samenleving, religieuze pluriformiteit en tolerantie, fundamentalisme en secularisatie kent een lange geschiedenis, beginnend tijdens en na de godsdienstoorlogen. Centraal in dit college staat evenwel de periode vanaf de Franse Revolutie. Scheiding van kerk en staat werd algemeen aanvaard, religieuze vrijheid gewaarborgd. Ruimte was er ook voor een moderne, seculiere cultuur. Godsdienst werd onderwerp van onderzoek, discussie en kritiek. Verzet kon niet uitblijven. Orthodoxe gelovigen keerden zich tegen de moderne wereld: hun interpretatie van de periode na de Franse revolutie leest als een 'fundamentalistische tegengeschiedenis'. Godsdient en modernisering is het thema van dit college. Ook zullen de volgende vragen aan de orde komen. Hoe kon religieuze tolerantie ontstaan? Waarom werd religie in Europa (niet in de VS) zo sterk gemarginaliseerd? Biedt dit verleden aanknopingspunten voor het huidige debat? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
dr. J.P.M. Koch dr. J.P.M. Koch Feedback: Tijdens de werkgroep, tijdens spreekuur en op afspraak
136
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Actieve studiehouding Bijdrage aan groepswerk: Actieve studiehouding
Toetsen: Paper (20 pt.) Schriftelijk tentamen (80 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: De prestatie van de student Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50
137
TRADE, TRUST AND STRANGERS IN WORLD HISTORY Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500281 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
English
Inhoud: Throughout world history, societies have shared the need to engage in long-distance trade. It is precisely for this reason that, as George Simmel once wrote, "everywhere the stranger is the trader and the trader the stranger." The organization of long-distance trade was never an easy enterprise. Whether it involved outfitting a camel caravan for a trans-Saharan voyage or rounding shareholders for a maritime merchant shipping expedition, long distance trade required a careful combination of trust, information and luck. Indeed, merchants typically were targets of criminal assaults, arbitrary confiscations, slow transportation, bad weather, lousy accommodations, prejudice, imperfect market information, and perhaps most importantly, the constant fear that their trading partners would deceive them by cheating. To prevent fraud and minimize deceit traders have always and everywhere looked for ways to build the necessary trust to engage in trade with partners. It is precisely in their need to trust others that one finds remarkable similarities in the cooperative strategies of long-distance traders the world over. This course will examine long-distance trade and cross-cultural exchange in world history from Antiquity to more recent times, with a focus on the way traders created the trust needed to transact with strangers. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: The course aims - to familiarize students with social science theories about social capital, cooperative behavior, and trust;- to provide students with a historical overview of the way in which merchants from different cultural backgrounds created the trust needed to engage in trade with each other;- to teach student to apply in writing and in oral presentations their theoretical and historical knowledge about cross-cultural exchange to specific historical times and places. Contactpersoon:
drs. O.C. Gelderblom
138
Docenten:
gastdocent Opmerking: Ghislaine Lydon (UCLA) Feedback: First two weeks: choice of books for review. After presentation: discussion of first draft of review. End of term: grading and evaluation Bereikbaarheid: Office hours
drs. O.C. Gelderblom Feedback: First two weeks: choice of book for review. After presentation: discussion of first draft of review. End of term: grading and evaluation Bereikbaarheid: Office hours t.b.a. Werkvormen: Toelichting: Spreekuur 1 x per week 1 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege 2 x per week 2 uur Will be anounced Bijdrage aan groepswerk: Will be anounced Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Paper 1 (30 pt.) Paper 2 (30 pt.) Referaat (20 pt.)
Deadlines: Students will hand in reading reports (one day before the reading of that particular session. Together these reading constitute one of the two papers. In the first two weeks students will discuss their choice for a book to be reviewed (the 2nd paper) with the teachers. The book review is circulated (via email) at least 3 days ahead of its presentation. In light of the criticism of the teachers and that of your peers, the review will be revised and resubmitted by end of term. Wat wordt er beoordeeld: For paper 1: Several written reports with questions and agendas for discussion formulated on the basis of the assigned readings. For paper 2: A review of a recent book, relevant to the central theme of the course. For participation: active discussion on the common readings in class. For your presentation: A 15 minutes presentation of your book review and your defence of it. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Philip D. Curtin, Cross-Cultural Trade in World History (Cambridge 1984)Olivia Constable, Housing the Stranger in the Mediterrean World. Lodging, trade and Travel in Late Antiquity and the Middle Ages (Cambridge 2004) - Diego Gambetta (ed.), Trust: Making and breaking cooperative Relations (electronic edition, Department of Sociology, University of Oxford 2000)http://www.sociology.ox.ac.uk/papers/trustbook.html Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 90,00 (Alle verplichte literatuur)
139
DE LANGBROEKERWETERING, 1600-1900. KASTELEN, LANDSCHAP, BEWONERS Onderwijsinstituu Geschiedenis t: ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500227 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Deelname gebonden aan maximum. Indien vol probeer 1 van de andere casuscursussen (of OZS II of OZS III). Inhoud: Het centrale thema is de ontwikkeling van landgoederen in hun omgeving van 1600 tot 1950: aan- en verkopen van land; verbouwingen, nieuwbouw en afbraak van huizen; de rol van de elite en de agrarische bevolking. De aanpak is interdisciplinair. De doelgroep wordt gevormd door studenten geschiedenis (politiek, sociaal-economisch, cultuur), kunstgeschiedenis (m.n. architectuur) en historische geografie. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Ervaring opdoen met interdisciplinaire samenwerking bij historisch onderzoek. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. R.E. de Bruin prof. dr. R.E. de Bruin Bereikbaarheid:
[email protected] Externe docent (buiten faculteit) Bereikbaarheid:
[email protected]
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Archiefonderzoek
140
Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Paper (40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Individueel werk en groepswerk. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Saskia Meester, Langbroek. Geschiedenis en Architectuur (Utrecht 1990).Het boek is uitverkocht maar kan in overleg met de uitgeverij gereproduceerd worden. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 15,00
141
RUSSISCHE LITERATUUR 19E EN 20E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500092 3
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Russische cultuur en geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Algemene Literatuurwetenschap of vergelijkbare cursussen op het gebied van de literatuur Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Overzicht van de belangrijkste stromingen in twee eeuwen Russische literatuur. Diepergaande bespreking van een aantal verhalen en novellen van een aantal klassieke en moderne auteurs. Besproken wordt werk van onder anderen Poesjkin, Toergenjev, Dostojevski, Tolstoj, Tsjechov, Blok, Babel en Brodsky. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Een gedegen overzicht van de Russische literatuur. Het vermogen om over een onderwerp daaruit een essay te schrijven. Contactpersoon: Docenten:
dr. A. Langeveld dr. A. Langeveld Opmerking: Feedback: Evaluatie verslagen tijdens of na college Bereikbaarheid: Spreekuur en e-mail
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondige bestudering van de opgegeven teksten; het analytisch lezen van deze teksten. Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan de discussie. Wekelijks wordt een kort leesverslag ingeleverd aan de hand waarvan een discussie op het gelezen werk wordt gevoerd.
142
Toetsen: Presentatie (20 pt.) Verslag (20 pt.) Schriftelijk werkstuk (60 pt.)
Deadlines: Worden bij het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Een samenhangend, goed beargumenteerd betoog te schrijven over een onderwerp betreffende de Russische literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken
Verplicht studiemateriaal: Syllabus - Russische literatuur 19e en 20e eeuw Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 13,00
143
SHOP 'TILL YOU DROP! CONSUMENTEN EN WINKELIERS (CA. 1700HEDEN) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500063 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Overzicht van de algemene geschiedenis vanaf 1700 tot heden Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleidende cursussen over geschiedenis van Vroegmoderne tijd, 19e en 20e eeuw Bronnen voor zelfstudie: Handboeken en readers van de onder voorkennis genoemde cursussen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Tegenwoordig kijkt niemand meer op van de duizenden mensen die zich op zondag naar winkelcentra en meubelboulevards spoeden om inkopen te doen of alleen maar te kijken. De laatste jaren hebben warenhuizen en supermarkten hun openingstijden enorm uitgebreid. En via internet is het zelfs mogelijk om 24 uur per dag te shoppen. Het lijkt alsof zich in de afgelopen decennia een revolutie in de consumptiecultuur heeft voltrokken. Niets is minder waar. In de negentiende eeuw al openden in heel West Europa – en ook in Nederland – de eerste grootwarenhuizen hun deuren voor een groeiende stroom bezoekers en bezoeksters. Maar ook in de eeuw daarvoor waren grote groepen van de bevolking steeds meer materieel bezit – vooral huisraad en kleding – gaan aanschaffen. Winkeliers en fabrikanten hanteerden ingenieuze reclametactieken om hun producten aan de man en de vrouw te brengen en het publiek richtte consumentenbonden op om zich tegen de macht van de aanbieder te wapenen. Vanaf het begin van deze ‘consumer revolution’ waren er ook kritische geluiden en werd er gewaarschuwd voor maatschappelijke gevaren: het grote aanbod gaf aanleiding tot een nieuw vergrijp, de winkeldiefstal; mensen spaarden hun geld niet meer en gingen – meer nog dan voorheen – op krediet kopen. De ontwikkeling van het aanbod van consumptiegoederen via winkels, warenhuizen en andere bedrijven is de rode draad in dit casuscollege. Studenten zullen ingaan op de veranderende positie van de consument door onderzoek te doen naar bijvoorbeeld reclametactieken van fabrieken en winkels, winkeldiefstallen, organisaties van consumenten en campagnes tegen de consumptiecultuur. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon:
drs. S.H.M. Dieteren
144
Docenten:
drs. S.H.M. Dieteren Feedback: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt.
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Literatuur lezen,vragen over stof formuleren, recensie schrijven, werkstuk schrijven. Bijdrage aan groepswerk: Presentatie, recensie, deelname aan discussie
Toetsen: Portfolio (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.)
Deadlines: recensie week 4 tentamen in week 10 werkstuk in week 8 Wat wordt er beoordeeld: recensie Overzichtskennis werkstuk Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Rapporteren over onderzoek – schriftelijk
Verplicht studiemateriaal: Reader Werkboek Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 50,00 (Verplicht literatuur)
145
BREZJNEV: GOUDEN JAREN OF TIJD VAN STAGNATIE? DE SOVJET-UNIE 1964-1982 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500069 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Recente opiniepeilingen wezen uit dat de Russen met weemoed terugdenken aan de periode waarin Brezjnev het land bestuurde. De Sovjet-Unie stond aan het begin van de jaren zeventig op het hoogtepunt van haar macht, was een internationaal erkende grote mogendheid en leek een oase van stabiliteit. Het land had het machtigste leger op de Verenigde Staten na. Maar die waren nog steeds verwikkeld in een zeer onpopulaire oorlog in Vietnam. Tien jaar later was ineens alles anders. Nepotisme, gerontokratie en corruptie hadden hun tol geëist. De Sovjet-Unie stond economisch, moreel en militair op instorten. Hoe is dat zo gekomen? Deze cursus beoogt inzicht te verschaffen in de mechanismen die leidden tot ondergang van deze wereldmacht. Hierbij zullen aan de orde komen de buitenlandse betrekkingen, de binnenlandse politiek (met name de opkomst van de dissidenten), het economisch beleid en de culturele ontwikkelingen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Zie inhoud Contactpersoon: Docenten:
drs B.A. de Graaf drs B.A. de Graaf Feedback: Mondeling en schriftelijk commentaar op tentamen, referaat en paper Bereikbaarheid: Op afspraak en spreekuur dr. A. Langeveld Feedback: Mondeling en schriftelijk commentaar op tentamen, referaat en paper Bereikbaarheid: Op afspraak en spreekuur
146
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden leesstof/referaat/werkstuk, zoeken van extra literatuur Bijdrage aan groepswerk: Bijdrage aan de discussie, houden van een referaat, presentatie eigen studieresultaten
Toetsen: Essay tentamen (40 pt.) Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.)
Deadlines: Wordt bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
147
BURGERSCHAP IN BANGE DAGEN. POLITIEKE THEORIEVORMING AAN HET BEGIN VAN DE 21E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500077 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Globale kennis van de moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Moderne geschiedenis & Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: relevante handboeken Voertaal: Nederlands Opmerking: In case of sufficient interest, this course will be given in English. A description in English will be made available. Inhoud: Het zelfvertrouwen van de westerse wereld bereikte rond 1989 een hoogtepunt. De Koude Oorlog was gewonnen, het communisme was geen concurrent meer en het religieuze fundamentalisme leek op z'n retour. Onder de oppervlakte heerste echter ongewisheid. De globalisering bracht niet alleen triomfen, maar ook sociaal-economische onzekerheid. Leefden we niet in een 'Risikogesellschaft', waarin de oude vertrouwde instituties van de verzorgingsstaat onder druk kwamen te staan? Was de traditionele 'heavy modernity' niet ongemerkt overgegaan in een fase van 'liquid modernity', die ongrijpbaar en onvoorspelbaar was? Vroeg deze situatie niet om nieuwe sociale regels, frisse politieke concepten en eigentijdse culturele opvattingen? Dit soort vragen heeft geleid tot een heroriëntatie in het politieke en culturele denken. De liberale theorie is onderworpen aan postmoderne kritiek, die deze universalistische traditie 'ontmaskerde' als westers eigenbelang. Liberale democraten maken bezwaar tegen dit cultureel relativisme, dat de deur open zet voor kritiekloze bewondering van etnische identiteiten ('tribalisme'). Debatten over multiculturalisme, particularisme, procedureel liberalisme, 'rational choice', 'postethnicity', communitarisme buitelen over elkaar heen. In deze theorieën over identiteit en burgerschap wordt vaak verwezen naar oudere standpunten, zoals die van de Verlichting, de Romantiek, het klassieke liberalisme, het conservatisme en de sociaal-democratie. Hebben Locke, Smith, De Maistre, Kant, Hegel, Tocqueville e tutti quanti ons nog werkelijk iets te zeggen? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
dr. E. Jonker dr. E. Jonker Feedback: Tijdens het werkcollege, na referaat en na paper Bereikbaarheid: Spreekuur
148
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen en verwerken van de opgegeven literatuur. Voorbereiden van vragen en stellingen. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussie. Becommentariëren van referaten.
Toetsen: Paper (70 pt.) Referaat (30 pt.)
Deadlines: Nader vast te stellen Wat wordt er beoordeeld: Inhoud, vorm en presentatie van het referaat en de daarop volgende discussie. Inhoud, vorm en analytisch niveau van het paper. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 62,50
149
GEWELD, GELOOF, GEZAG EN GEZWOEG: KENNIS, OPVATTINGEN EN GEDRAGSPATRONEN IN MIDDELEEUWSE SAMENLEVINGEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500048 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Overzicht van de middeleeuwse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de middeleeuwse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Een lijst is opgenomen in de syllabus Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De beschaving van middeleeuws Europa was geenszins een eenheid. Lang niet iedereen beschikte over de mogelijkheid, zijn denkbeelden schriftelijk of in afbeeldingen vast te leggen. Kunnen we desalniettemin iets te weten komen over de manieren waarop de verschillende groepen in de naar tijd, plaats en complexiteit over zichzelf en anderen dachten? Over welke kennis beschikten zij, en hoe kwamen zij aan die kennis? Zijn er verschillende soorten groepsgedrag waarneembaar? Deze en dergelijke vragen worden gesteld binnen de historische antropologie. In het werkcollege zal aan de hand van een aantal bronfragmenten en recente studies aandacht worden besteed aan enkele hoofdthema's, zoals: individu, familie en samenleving; religiositeit; angst; arbeid; communicatie; de ruimte; de tijd; natuur; sterven en dood; arbeid en feest; sexualiteit en liefde. Naast de behandeling van deze thema's zullen enkele benaderingen van de middeleeuwse cultuur de revue passeren. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Het specifieke doel is de studenten in te leiden in de historische antropologie van de middeleeuwen; meer algemeen is het de bedoeling inzicht te verwerven in de complexiteit van de middeleeuwse samenlevingen, en het ontwikkelen van een kritische houding ten aanzien van wetenschappelijke literatuur en de bronnen waarop die literatuur gebaseerd is. Contactpersoon: Docenten:
dr. M. Mostert dr. M. Mostert Feedback: Tijdens college en op afspraak Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]: 030-2537858
150
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de per college opgegeven literatuur; voorbereiding van essays, opdrachten en verslag. Bijdrage aan groepswerk: Tijdens de colleges zullen kleine opdrachten worden verstrekt aan de studenten. Zij werken deze uit en doen hiervan verslag middels mondelinge presentaties in het navolgende college.
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Opdracht(en) (30 pt.) Verslag (40 pt.)
Deadlines: Wordt op de eerste bijeenkomst bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de historische antropologie van de Middeleeuwen.Kritische reflectie op secundaire literatuur en bronnen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Syllabus Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 40,00
151
ISLAM AND MUSLIM COMMUNITIES IN AFRICAN HISTORY Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500392 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
English
Inhoud: Shortly after the birth of Islam, in the seventh century AD, Muslims became increasingly present among African communities across the continent. What were at first a few isolated Muslim travelers exchanging wares and knowledge, eventually would come to form large religious majorities in some areas. So much so that today a great number of African countries are Muslim. North African countries are largely Muslim, such as Egypt (85%). Senegal, in West Africa, is 95% Muslim, whereas in Nigeria two-thirds of the population adheres to the religion of Islam, that is to say over 75 million people. In East Africa, Tanzania is about 65% Muslim. Even South Africa has a significant Muslim community. What were the main undercurrents of this massive process of religious conversion? Did patterns of Islamization differ between regions and from East to West Africa? Is there such a thing as an “African Islam,” in other words, to what extent can one say that Islam has been “Africanized”? How did Islam influence the creation and operation of social, political and economic institutions? Did women have equal access to these institutions? Indeed how did Islam impinge on the status of African women across diverse cultures? What did being Muslim mean in the context of the trans-Saharan and the trans-Atlantic slave trades? These are some of the general questions that we will be exploring throughout the course of this seminar. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: aim of this seminar is to analyze and discuss some major currents in the history of Islam in Africa Contactpersoon: Docenten:
drs. O.C. Gelderblom gastdocent Opmerking: Ghislaine Lydon Feedback: Will be anounced Bereikbaarheid: Will be anounced
152
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Students need to come to the seminar well prepared, write a short paper on the week's readings and prepare a short presentation. Bijdrage aan groepswerk: All students have to direct one seminar by leading group discussions
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Will be anounced Wat wordt er beoordeeld: Will be anounced Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
153
TOTALITAIRE SYSTEMEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400127 4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en Eigentijdse Geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Moderne en Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism (New York 1951) Voertaal: Nederlands Opmerking: In case of sufficient interest, this course will be given in English. A description in English will be made available. Inhoud: Totalitaire systemen hebben in de twintigste eeuw een vernietigende kracht ontwikkeld, waarin alle leden van de samenleving gemobiliseerd werden voor het voortbestaan en de expansie van de staat, en degenen die niet in het geheel pasten werden geëlimineerd. Nazi-Duitsland en de Soviet Unie onder Stalin hebben miljoenen doden op hun geweten. In deze cursus worden deze twee belangrijkste totalitaire staten vergeleken. Wat voor soort leiders waren Hitler en Stalin? Op welke manier werd de bevolking gemobiliseerd? Welke groepen werden bedreigd? Wat was de rol van terreur en propaganda? Wat was de kracht, wat de zwakte van totalitaire systemen? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Deelnemers aan deze cursus verwerven inzicht in de geschiedenis van de 20e eeuw, met name van Nazi-Duitsland en de Sovjet Unie. Zij bekwamen zich in de vergelijkende geschiedschrijving, leren uiteenlopende theoretische benaderingen te onderscheiden en conflicterende interpretaties van specifieke episodes in de geschiedenis van totalitaire systemen te evalueren. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel Feedback: Tijdens colleges en in individuele bespreking van werkstukken. Bereikbaarheid: Wordt nader bekend gemaakt
Werkvormen: Spreekuur 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van de literatuur, voorbereiden van opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Bijdragen aan de discussie over de literatuur, presenteren van opdrachten.
154
Toetsen: Essay tentamen (40 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (10 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Wordt nader bekend gemaakt Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - R. Overy, The Dictators. Hitler's Germany, Stalin's Russia (Londen 2004). Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 15,80
155
HET SPAANSE WERELDRIJK 1500-1700 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200400104 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: kennis vroegmoderne tijd Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: cursus Vroegmoderne Tijd I Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Het Spaanse Rijk verkeerde in de 16e en 17e eeuw op het toppunt van zijn macht en reikte van Mexico en Peru tot de Nederlanden en Italië. Binnen Europa streefde het naar de hegemonie; buiten Europa speelde het een dominante rol op het westelijk halfrond. In allerlei opzichten sloot de Spaanse ontwikkeling aan bij het algemeen patroon. Dat geldt voor het staatsvormingsproces, de centralisatie, de financiële uitputting, de bevolkingsgroei, de commerciële en prijsrevolutie, de aristocratisering en de religieuze indoctrinatie. In andere opzichten week de Spaanse ontwikkeling af van het algemeen patroon. Dat geldt voor de overspannen hegemoniale politiek, de communicatieproblemen, de economische achterlijkheid, de starre sociale structuur, de contrareformatorische strijdbaarheid en de met islamitische en joodse trekken verzengde christelijke cultuur. De onverwachte opkomst van het Spaanse Rijk heeft evenzeer tot de verbeelding gesproken als de trage neergang ervan. Het is de bedoeling uit te gaan van het prachtige handboek van John Lynch. Elke student zal naar keuze een thema onder handen nemen en daarover een werkstuk vervaardigen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: grondige kennis van de Spaanse geschiedenis; bronnenanalyse; oefenen van mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. de Bruin dr. G. de Bruin
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: de studenten worden geacht goed voorbereid ter zitting te verschijnen. Bijdrage aan groepswerk: de studenten worden geacht alle opdrachten goed uit te voeren.
156
Toetsen: Toets 1 (30 pt.) Toets 2 (30 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden
Verplicht studiemateriaal: - wordt nader bekend gemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00
157
BEELDVORMING OVER DE STAD IN DE NEDERLANDSE REPUBLIEK VAN DE 17E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200400198 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De Nederlandse steden van de zeventiende eeuw waren onrustige en opwindende plekken om in te wonen en te werken. Vele immigranten, makkelijke contacten met verre werelden, verschillende geloven, voortdurende afbraak en nieuwbouw, criminaliteit en vooral veel vuil op de straten. Wanneer we de literaire en visuele cultuur van die tijd er op na zoeken, vinden we van die onrust maar weinig terug. Daar zijn steden oases van kalmte en rust. In de wetenschappelijke literatuur zijn de literaire en visuele voorstellingen uit de zeventiende eeuw vaak als ‘realistisch’ gekenschetst. In dit werkcollege worden deze contemporaine ‘getuigenissen’ als commentaren beschouwd op de dramatische veranderingen die zich in het stedelijk leven voltrokken. Geven ze de werkelijkheid weer of zijn het dromen van de stad zoals die had behoren te zijn? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Inzicht in de stadsgeschiedschrijving en de problemen rond de stad als culturele uitvinding. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. W.W. Mijnhardt prof.dr. W.W. Mijnhardt Feedback: Tijdens college en tijdens individuele gesprekken met de docent. Bereikbaarheid: Spreekuur en e-mail
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Verwerken grote hoeveelheden primaire en secundaire literatuur, zelfstandig formuleren van onderzoeksvragen, uitvoeren van onderzoek en het mondeling en schriftelijk rapporteren daarover. Bijdrage aan groepswerk:
158
Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (30 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzet, doorzettingsvermogen, intellectuele creativiteit en schrijf- en spreekvaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 75,00
159
DE EXPORT VAN DEMOCRATIE. WESTERSE STATEN EN DE VERBREIDING VAN DE LIBERALE DEMOCRATIE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500091 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Deze cursus gaat in op de recente pogingen van de westerse landen om rechtsorde en democratie in te voeren in crisisgebieden zoals Bosnië, Kosovo en Irak. De cursus zal eerst in meer algemene zin aandacht besteden aan de historische ontwikkeling van het verschijnsel democratie en aan eerdere pogingen de verbreiding ervan te bevorderen, zoals in Duitsland en Japan na de Tweede Wereldoorlog. De deelnemers zullenj vervolgens worden gevraagd zich met een bepaald geval bezig te houden en daarover onderzoek te doen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: De doelstelling van de cursus is inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden en onmogelijkheden van het bevorderen of exporteren van de westerse liberale democratie in landen of gebieden die worden of zijn geteisterd door ernstige conflicten. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. D.A. Hellema prof.dr. D.A. Hellema Feedback: Mondeling en schriftelijk commentaar op tussentijds tentamen, referaat en paper Bereikbaarheid: Spreekuur na afspraak
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen voorgeschreven literatuur, voorbereiden referaten, zoeken extra literatuur, schrijven werkstuk Bijdrage aan groepswerk: Houden referaten, bijdrage discussie, presentatie eigen onderzoeksresultaten
160
Toetsen: Paper (50 pt.) Referaat (20 pt.) Toets (30 pt.)
Deadlines: Wordt bekend gemaakt bij aanvang van de cursus Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
161
HET EINDE DER TIJDEN: DE HISTORIEN VAN RODULFUS GLABER (CA. 990-1046/7) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500094 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de Middeleeuwen of bereidheid zich hierin te verdiepen. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Middeleeuwse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Wordt later bekend gemaakt Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Rodulfus Glaber schreef zijn Vijf Boeken Historiën over de gebeurtenissen die zich rond het millennium van Christus' geboorte hadden voorgedaan; later voegde hij eraan toe wat zich rond het millennium van Christus' dood had afgespeeld. Toen het einde der tijden na beide millennia was uitgebleven, voegde hij aan zijn hoofdwerk vlak voor zijn dood persoonlijk gekleurde anecdotes toe over alles, wat hem zoal interesseerde. Hij schreef over het uitblijvende einde der tijden, over valse relieken, kerkbouw, visioenen, duivels en demonen - en over nog veel meer. In het college zullen we trachten het beeld over de tijd rond de millennia, zoals dat oprijst uit Rodulfus' werk te vergelijken met wat tijdgenoten én moderne historici over dezelfde periode denken te weten. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
dr. M. Mostert dr. M. Mostert Feedback: Tijdens en na afloop van de colleges Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], telefoon: 030-253 7858
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondige lezing van de opgegeven literatuur, kritische analyse teksten, voorbereiden van vragen, zoeken naar literatuur, bezoek aan bibliotheek en het doen van onderzoek in (vertaalde) middeleeuwse verhalende bronnen. Bijdrage aan groepswerk: Samenwerking en uitwisseling gegevens
162
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Paper (60 pt.) Referaat (10 pt.)
Deadlines: Schriftelijk tentamen in week 6 blok 1; paper in week 7 blok 2 Wat wordt er beoordeeld: Schriftelijke en mondelinge vaardigheden; analyse literatuur; vinden van materiaal; omvang maximaal 7500 woorden Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Editie en vertaling: Rodulfus Glaber, Opera, ed. J. France e.a. (Oxford 1989)Wordt gezamelijk aangeschaft Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 62,50
163
ROMANISERING EN INHEEMS VERZET IN HET ROMEINSE RIJK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500096 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Overzichtskennis oude geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Oudheid Bronnen voor zelfstudie: L. de Blois en R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude Wereld (Bussum 2001) of een vergelijkbaar handboek Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In de laatste twee eeuwen voor Chr. veroverde Rome het hele Middellandse Zeegebied. De onderworpen volkeren hebben zich in de daaropvolgende eeuwen allemaal in meer of mindere mate aan de Romeinse levenswijze en cultuur aangepast. De succesvolle Romeinse expansie en de romanisering van vooral de westerse provincies had echter ook een keerzijde: naast angst en bewondering ontstonden er bij inheemse bevolkingsgroepen ook gevoelens van verzet die soms leidden tot gewapende opstanden. Hoewel deze opstanden in het begin vaak succes hadden werden ze uiteindelijk door de Romeinse legioenen neergeslagen. Kunnen deze opstanden wel allemaal als verzet tegen romanisatie gezien worden of speelden ook andere (politieke, economische, sociale of religieuze) motieven een rol? Opvallend is in ieder geval dat de meest succesvolle opstandelingenleiders zelf in vrij hoge mate geromaniseerd waren. In dit college zullen we de romanisatie van met name de westelijke provincies onderzoeken en een aantal grotere opstanden (o.a. de Bataafse opstand en opstanden in Gallië en Brittannië) onder de loep nemen, waarbij getracht wordt patronen te ontdekken ten aanzien van het tijdstip en de aanleiding van de opstand, de motieven van de opstandelingen, het leiderschap en de organisatie van de opstand, de Romeinse reactie, het verloop van de opstand en de afloop. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: verdieping kennismaking met de antieke cultuur, leren werken met het wetenschappelijk apparaat en antieke bronnen, schriftelijk en mondeling presenteren Contactpersoon: Docenten:
dr. E.A. Hemelrijk dr. E.A. Hemelrijk Feedback: 1. Schriftelijk: op tentamen, opdrachten en eindwerkstuk 2. Mondeling: op referaat en participatie aan seminar Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
164
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Wordt aan het begin van de cursus besproken Bijdrage aan groepswerk: Wordt aan het begin van de cursus besproken
Toetsen: Opdracht(en) (10 pt.) Paper (40 pt.) Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen (30 pt.)
Deadlines: Wordt aan het begin van de cursus meegedeeld Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - R. MacMullen, Romanization in the Time of Augustus (New York 2000) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 32,00
165
VAN PROTOFASCIST TOT RECHTSEXTREMIST; FASCISME IN DE LANGE TWINTIGSTE EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500087 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden overal in Europa radicale politieke bewegingen, die een fel nationalisme koppelden aan een scherpe kritiek op de parlementaire democratie. Alleen in Duitsland en Italië wisten fascistische bewegingen de macht te grijpen om de staat in totalitaire richting te veranderen. Hoe konden deze bewegingen tot ontwikkeling komen? Waarom wisten zij wel in Duitsland en Italië een regime te vestigen, maar in andere landen niet? Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het Duitse nazisme en het Italiaanse fascisme? Waarom stortten beide regimes Europa in een genocidale oorlog? Was het fascisme in 1945 behalve militair ook politiek en ideologisch verslagen of zijn er erfgenamen? Zijn er overeenkomsten tussen dit 'oude' fascisme en het rechtsextremisme in hedendaags Europa? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: In deze cursus wordt inzicht ontwikkeld in de geschiedenis en de geschiedschrijving van het fascisme en van de politieke geschiedenis van met name Europa in de eerste helft van de twintigste eeuw. De deelnemers maken kennis met de methode van de vergelijkende geschiedschrijving en dienen op basis van verschillende soorten bronnen en secundaire literatuur zowel mondeling als schriftelijk een zelfstandig betoog over het onderwerp te houden. Contactpersoon: Docenten:
dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel Feedback: 1. Tijdens het college, 2. In mondelinge besprekingen van opdrachten en papers, Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], telefoon: 030-2536027 KNG66, 119 op afspraak
166
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van de literatuur, voorbereiden van opdrachten Bijdrage aan groepswerk: Bijdragen aan discussies en het maken van opdrachten; actief participeren aan voorbereiding van presentaties
Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Paper (60 pt.) Schriftelijk tentamen (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de literatuur, vaardigheid in bronnengebruik, overzicht van behandelde thematiek Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - R.O. Paxton, The Anatomy of Fascism (New York 2004) Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 55,00 (Totaal van de verplichte literatuur)
167
TERRORISME IN HISTORISCH PERSPECTIEF Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200300339 3-4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de 19e en 20e eeuw Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Moderne Geschiedenis en Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Het doel van deze cursus is het plaatsen van het fenomeen terrorisme in een historisch kader. Uitgangspunt is de veelgehoorde stelling dat de uitingen van terrorisme aan het begin van de 21ste eeuw fundamenteel verschillen van die van de afgelopen decennia en eeuwen. Aan de hand van een behandeling van een serie belangrijke terroristische organisaties, zoals de Russische anarchisten, de IRA en Al Qaida, in de moderne tijd zal worden getracht de historische ontwikkeling te schetsen. Wat is terrorisme? Wat zijn de doelstellingen van terroristen? Hoe gaan ze te werk en hebben ze effect? Naast de discussie over terrorisme zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die er bestaan om terrorisme tegen te gaan. Hoe zijn die mogelijkheden gebruikt en hoe succesvol zijn ze? De opzet van deze cursus gaat uit van een intensieve werkvorm waarin studenten aan de hand van de literatuur proberen antwoorden te vinden op de bovenstaande vragen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Het vergaren van kennis en inzicht in de historische ontwikkeling van het terrorisme. Contactpersoon: Docenten:
drs. I.G.B.M. Duyvesteyn drs. I.G.B.M. Duyvesteyn Feedback: wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Bereikbaarheid: wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: het voorbereiden van de van te voren opgegeven literatuur en het voorbereiden van een referaat. Bijdrage aan groepswerk: actieve inzet en het houden van een referaat.
168
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Verslag (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (50 pt.)
Deadlines: wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: kennis van het fenomeen terrorisme, deelname aan de groepsdiscussie en een werkstuk. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Wordt nader bekend gemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Literatuurlijst - Leeslijst beschikbaar bij docente Kosten:
Nog onbekend
169
PEPER OF ZOUT. DE BIJDRAGE VAN AZIE, AFRIKA EN AMERIKA AAN DE WELVAART VAN EUROPA Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500283 3-4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Onder historici woedt al tientallen jaren een fel debat over het profijt dat Europa trok van de verovering van grote gebieden in Azië, Afrika, en Amerika. Opvallend is dat dit debat vooral gaat over de negatieve gevolgen van de koloniale expansie voor de niet-westerse wereld. Veel minder aandacht is er voor de invloed die de koloniale handel had op de Europese economie. Historici vermoeden wel dat koloniale mogendheden als Spanje, Engeland, Frankrijk en Nederland profiteerden van de invoer van specerijen, edelmetaal, genotsmiddelen en andere exotische waren, maar zijn er niet of nauwelijks in geslaagd te berekenen hoe groot het koloniale gewin was. In dit college wordt geprobeerd antwoord te geven op deze vraag door te onderzoeken hoeveel profijt de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden trok uit de handel met haar overzeese gebiedsdelen. Was het de invoer van peper, tabak, suiker en koffie die aan de basis stond van de Gouden Eeuw of was de traditionele Europese handel in graan, zout, haring en wijn veel belangrijker voor de Hollandse economie. Studenten schrijven een werkstuk over één van de vele Europese of koloniale producten waarin de Hollanders handelden en onderzoeken hoe groot de bijdrage van dit product aan de welvaart van de Republiek was. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: - studenten kunnen, in algemene termen en aan de hand van voorbeelden, aangeven welke effecten koloniale expansie had op de Europese economie tussen 1500 en 1800- studenten kunnen, schriftelijk én mondeling, een gefundeerd oordeel geven over de wetenschappelijke kwaliteit van onderzoek naar de economische effecten van koloniale handel - studenten kunnen zelfstandig, op basis van secundaire literatuur en gepubliceerd bronnenmateriaal, onderzoek doen naar de handelsgeschiedenis van de Republiek Contactpersoon:
drs. O.C. Gelderblom
170
Docenten:
drs. O.C. Gelderblom Feedback: Week 4: bespreking onderzoeksopzet, week 6/9: bespreking voorlopige resultaten. Einde college: bespreking paper en deelname Bereikbaarheid: Spreekuur wordt nog bekend gemaakt
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Algemeen:- voorbereiden van vragen en discussie-agenda's op basis van de voorgeschreven literatuur. - mondelinge en schriftelijke tussenrapportages van het uitgevoerde onderzoek. Met betrekking tot het onderzoek:- keuze van onderzoeksonderwerp in week 2- voorlopige literatuurlijst in week 3- uitgewerkte opzet onderzoek in week 4- presentatie voorlopige onderzoeksresultaten in week 6 t/m 9- inleveren eindverslag: einde week 10 Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Actieve deelname (25 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (25 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Literatuur - J. de Vries en A. van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam 1995); sterk aanbevolen wordt echter om de Engelstalige versie aan te schaffen. Kosten:
EUR 40,00
171
REGIME CHANGE VAN NAZI-DUITSLAND TOT IRAK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500088 3 - 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Moderne & Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Robert Gildea, Barricades and Borders: Europe 1800-1914 (Oxford 1987); J. Joll, Europe since 1870: an international hsitory(London 1983); E. Hobsbawm, Age of Extremes: teh short twentieth century, 1914-1991 (London 1994) Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben een groot aantal landen in de hele wereld regimewisselingen meegemaakt, die in veel vallen hebben geleid tot een democratisch bewind. De ineenstorting van het Nazi-bewind in Duitsland en de daarop volgende stichting van de BRD is vaak als paradigma voor dergelijke regimewisselingen beschouwd. Sindsdien hebben veel voormalige koloniën, diverse Zuid-Europese landen, staten in Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de landen in Oost-Europa, en recentelijk Afghanistan en Irak een, al of niet met militaire middelen afgedwongen, regimewisseling en meer of minder geslaagde overgang naar een democratisch bestel doorgemaakt. In dit onderzoeksseminar staat de vraag centraal of er bij dergelijke regimewisselingen terugkerende fasen, mechanismen en processen te onderscheiden zijn. Hoe wordt er om gegaan met de leden van het oude regime? Op welke manier worden de slachtoffers van het oude regime bejegend? Wat is de rol van buitenlandse mogendheden, de politie, het leger, de bureaucratie en de rechterlijke macht bij regimewisselingen? Wat is de functie van waarheids- en onderzoekscommissies, die rekenschap van het verleden tot stand proberen te brengen? Op welke manier worden nieuwe politieke instellingen en stabiele politieke verhoudingen tot stand gebracht? Wat zijn factoren die democratisering, of juist het ontbreken daarvan verklaren? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Deelnemers aan deze cursus verwerven inzicht in de geschiedenis van regimewisselingen sinds de Tweede Wereldoorlog. Zij bekwamen zich in vergelijkende geschiedschrijving en de toepassing van sociaal-wetenschappelijke benaderingen in de geschiedschrijving. De deelnemers verdiepen zich in specifieke voorbeelden van regimewisselingen in Europa of daarbuiten. De cursus wordt zo mogelijk afgesloten met een symposium, waarin de resultaten aan een breder publiek worden gepresenteerd. Contactpersoon:
prof.dr. I. de Haan
172
Docenten:
prof.dr. I. de Haan Feedback: 1. Discussie tijdens college, 2. Individueel schriftelijk en/of mondeling commentaar op toetsen en werkstukken, 3. Eindbespreking van paper Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], spreekuur: dinsdag van 15-16 uur
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van de literatuur, voorbereiden van opdrachten Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan de discussie, presentatie van opdrachten, reflecteren op de literatuur
Toetsen: Opdracht(en) (10 pt.) Paper (70 pt.) Toets (20 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in de literatuur, vaardigheid in bronnengebruik, overzicht van de behandelde thematiek Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Juan J. Linz & Alfred Stepan, Problems of Democratic Transition and Consolidation: Southern Europe, South America, and Post-Communist Europe (Baltimore/Londen 1996) Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 60,00
173
DADERS IN DE GESCHIEDENIS VAN DE JODENVERVOLGING (19331945). PSYCHOPATEN, BUREAUCRATEN OF GEWONE DUITSERS? Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500205 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Moderne en eigentijdse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Moderne Geschiedenis; Eigentijdse Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In 1996 publiceerde de Amerikaanse historicus en politicoloog Daniel Goldhagen zijn boek 'Hitler's willing executioners'. Daarin poneerde hij de stelling dat ten tijde van het nazi-regime 'gewone' Duitsers, geïnfecteerd door een virulent soort antisemitisme, gewillig hun medewerking aan de jodenvervolging hadden verleend. Het boek sloeg in als een bom en de auteur kwam zwaar onder vuur te liggen, maar alle kritiek ten spijt: het boek had ook opnieuw de aandacht gevestigd op de persoon van de dader. In de cursus staat deze persoon centraal. De moord op zes miljoen joden door Nazi-Duitsland behoort tot de grootste misdaden uit de geschiedenis. Hoe was deze genocide in het 'beschaafde' Europa van de twintigste eeuw mogelijk? Was zij een uiterste consequentie van het (Europese) antisemitisme, een episode uit de Duitse geschiedenis, een uitwas van de moderne geïndustrialiseerde samenleving of een soort bij-produkt van een totalitair regime? Wat was de rol van Hitler in deze geschiedenis? Hoe werd de moord georganiseerd? In de cursus wordt gezocht naar oorzaken en verklaringen. Een gezamelijk onderzoeksproject concentreert zich vervolgens op de daders en hun handlangers. Wie waren deze mannen die meewerkten aan een massamoord? Sadistische psychopaten, felle jodenhaters, kille bureaucraten of 'gewone' Duitsers? Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Deelnemers vergaren kennis over de geschiedenis van de jodenvervolging en verwerven inzicht in historiografische discussies over dit onderwerp. Zij verrichten (archief-)onderzoek, zelfstandig en in groepsverband, en leren kritisch om te gaan met historische bronnen. Deelnemers dienen zowel mondeling als schriftelijk een wetenschappelijk betoog te houden. Het plan bestaat het onderzoeksproject te laten uitmonden in een publicatie. Contactpersoon:
dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel
174
Docenten:
dr. G. von. Frijtag Drabbe Kuenzel Feedback: Tijdens het college en in schriftelijke en mondelinge besprekingen van opdrachten en papers Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], telefoon: 030-2536027, KNG66, 119 op afspraak
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Kritisch en analytisch lezen van de verplichte stof; maken van opdrachten; zelfstandig en in groepsverband verrichten van (archief-)onderzoek; voorbereiden van presentaties. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie aan plenaire discussies; actieve deelname aan (archief-)onderzoek; inbreng bij (de voorbereiding van) presentaties.
Toetsen: Opdracht(en) (15 pt.) Paper (70 pt.) Schriftelijk tentamen (15 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Omgang met bronnen; schrijf- en spreekvaardigheid; creativiteit; teamgeest Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
175
GLOBALISERING: VLOEK OF ZEGEN? Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500163 1 - 2 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene geschiedenis van 1800 tot nu Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen Moderne en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Literatuur van de onder voorkennis genoemde cursussen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De laatste jaren wordt veelvuldig gesproken over ‘globalisering’, waarmee de toenemende internationale vervlechting van de nationale economieën wordt aangeduid. Afhankelijk van de opvatting van de auteur worden dan aan deze ontwikkeling positieve of negatieve gevolgen toegeschreven: aan de ene kant bedrijfssluitingen en verlies van werkgelegenheid door concurrentie uit de lagelonenlanden, hordes politieke vluchtelingen en werkzoekenden, aan de andere kant de uitdagingen van een vrije wereldmarkt met een ongekend grote uitwisseling van goederen, mensen en informatie die uiteindelijk in ieders voorstel zullen zijn. In dit onderzoeksseminar III zullen deze uitersten nader worden getoetst en genuanceerd door deelonderzoek naar situaties waarin de internationalisering van de economie aanwijsbare effecten heeft gehad op de maatschappelijke positie van bepaalde groepen, in positieve of negatieve zin. Bedrijfssluitingen zullen worden vergeleken met nieuwe werkgelegenheid. De situatie in ontwikkelingslanden zal in een historische context worden geanalyseerd. De grote spelers op het wereldtoneel: de multinationals, de mondiale instituties en de grote mogendheden en blokken krijgen de nodige aandacht. Ook zal worden ingegaan op de vraag, of de globalisering wel zo’n nieuw verschijnsel is, door een vergelijking te maken met eerdere periodes die werden gekenmerkt door snelle internationalisering (bijv. de jaren 1870-1914). In deze cursus kiest iedere deelnemer een eigen deelthema dat wordt uitgewerkt tot een eindpaper. Ieder brengt daarbij op gezette tijd een schriftelijk en mondeling rapportage uit. Gastsprekers zullen hun visie op bepaalde onderdelen geven. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Zie hiervoor de algemene omschrijving onderzoeksseminars. Contactpersoon: Docenten:
dr. E. Nijhof dr. E. Nijhof Feedback: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt.
176
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Literatuur lezen, vragen over de stof formuleren, presentatie voorbereiden, werkstuk schrijven. Bijdrage aan groepswerk: Presentatie, deelname aan discussie, commentaar leveren op presentatie en werkstukken van anderen.
Toetsen: Opdracht(en) (15 pt.) Referaat (15 pt.) Toets (30 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Overzichtskennis, referaat en werkstuk Aspecten van academische vorming: Intellectuele vaardigheden Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Communicatieve vaardigheden Discussieren, debatteren Sociaal-contactuele vaardigheden Samenwerken met anderen, werken in teamverband Planmatig werken Kennis hanteren in een bredere context Onderzoeksvaardigheden integraal Analyseren en beoordelen van onderzoeksrapportages Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data analyseren en verwerken Rapporteren over onderzoek - schriftelijk Rapporteren over onderzoek – mondeling
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
177
HOF EN HOVELING: VORSTELIJK HUISHOUDEN EN REGERING IN DE VROEGMODERNE TIJD Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500167 1 - 2 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Basiskennis overzicht vroegmoderne tijd; basiskennis tenminste ofwel Frans ofwel Duits (naast Engels en Nederlands); onderzoeks- en schrijfervaring op niveau onderzoeksseminar II Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Vroegmoderne Tijd I & II; Onderzoeksseminar I Bronnen voor zelfstudie: Brief voorafgaand aan de cursus zal dit verduidelijken. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Rondom alle heersers in de vroeg-moderne tijd stond een veelkleurige groep familieleden, dienaren en bezoekers. De kern van deze groep, het huishouden, diende in de slaapkamer, eetkamer, stal of kapel. Zij volgden hun heersers op rondreizen en veldtochten, en woonden veelal in of rond de winter-residenties. Deze dienaren van de persoon van de vorst waren medeverantwoordelijk voor het landsbestuur. Zo kon een kamerheer grote financiële bevoegdheden hebben, en was de maarschalk van betekenis in rechtspraak en oorlogvoering. De instellingen en functionarissen die we met de ‘moderne’ staat verbinden, zoals raden, ministers en secretarissen, waren tot in de zestiende of zeventiende eeuw slechts een klein en in status ondergeschikt onderdeel van het vorstelijk huishouden: het waren ‘schrijvers’ die besluiten van anderen vastlegden, en zo een geschreven geheugen van bestuur opbouwden. Zij werden echter spoedig belangrijker, en zouden in de loop van de achttiende en negentiende eeuw de persoonlijke dienaren van de vorst naar de achtergrond dringen – ten slotte zou ook de vorst zelf verdwijnen, of beperkt worden tot een welomschreven rol binnen het politiek bestel. In de laatste decennia is er een levendig historisch debat ontstaan over de plaats van het hof in bredere Europese ontwikkelingen, waarin naast staatsvorming ook ‘civilisatie’ en ‘disciplinering’ figureerden. In dit seminar zullen we proberen deze kwesties tot concrete proporties terug te brengen. Welke groepen, ambtsdragers, en staven waren er aan het hof, en wat waren hun bezigheden? Hoe zag een ‘week’ of een ‘jaar’ aan zo’n hof eruit? Hoe kunnen we de ceremonien van het hof begrijpen? Valt het besluitvormingsproces te traceren, en hoe was daarin het evenwicht tussen hovelingen en ministers? Wat zegt dit alles ons over de juist rond het hof zo hoog opgehemelde macht van de vorst, en over de structuur van machtsuitoefening in deze periode? Het seminar kiest een vergelijkend perspectief, waarbij in ieder geval het Franse ValoisBourbon hof, en het Weens-Habsburgse hof aan bod zullen komen. Een vergelijking met buitenEuropese hoven behoort ook tot de mogelijkheden. De algemene literatuur zal zo veel mogelijk in het Engels worden aangeboden; voor het eigen onderzoek is basiskennis van Frans of Duits wenselijk. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent.
178
Cursusdoelen: De student krijgt op basis van eigen onderzoek en vergelijking inzicht in de structurele ontwikkelingen die huishouden en staat doormaakten. Dit komt tot uiting in een individueel eindwerkstuk waarin analyse centraal zal staan Contactpersoon: Docenten:
dr. J.F.J. Duindam dr. J.F.J. Duindam Feedback: Voor en na referaat; regelmatig na eerste opzet scriptie Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected], telefoon instituut: 030-2536033, wekelijks spreekuur
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Zorgvuldige zelfstudie van de voorgeschreven literatuur. Actief zelfstandig onderzoek Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan discussies
Toetsen: Referaat (20 pt.) Schriftelijk werkstuk (80 pt.)
Deadlines: Worden bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis, presentatievaardigheden: bibliografische compleetheid en precisie, analytische vaardigheden, schrijfvaardigheid Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
179
HUMANITEIT MET EEN BIJSMAAK. HUMANITAIRE BELANGEN ALS RECHTVAARDIGING VOOR MILITAIR INGRIJPEN IN DE 19E EEUW Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500165 1-2
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene kennis van de 19e eeuw Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursus Moderne Geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: handboeken Voertaal: Nederlands Opmerking: Je hebt geen toegang als je de casuscursus Humanitaire interventies in de 19e eeuw, 200400147, al hebt gevolgd. Inhoud: In de 19e eeuw ontwikkelden mensenrechten zich tot een vraagstuk in de internationale politiek. Staten gingen zich beroepen op morele belangen als rechtvaardiging voor diplomatieke of militaire interventies in andere staten. We zullen in casestudies de besluitvorming en het publieke debat analyseren, vooral in Engeland en Nederland. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Inzicht verschaffen in de historische ontwikkeling van het instrument van humanitaire interventies in de internationale politiek. Training in het doen van historisch onderzoek met literatuur en bronnen (diplomatieke bescheiden en periodieken) en het presenteren van onderzoeksresultaten. Contactpersoon: Docenten:
dr. R.E.M. van Vuurde dr. R.E.M. van Vuurde Feedback: Wordt nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: E-mail
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de opgegeven inleesliteratuur; literatuur en bronnenonderzoek over een case waarover schriftelijk en mondeling verslag moet worden uitgebracht. Bijdrage aan groepswerk: Wordt nader bekend gemaakt
180
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Opdracht(en) (10 pt.) Schriftelijk werkstuk (60 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Wordt nader bekend gemaakt Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
181
AFRICA ROMANA. ONTWIKKELING EN CULTUUR VAN ROMEINS NOORD AFRIKA Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500171 2 - 3 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Ruime kennis van de geschiedenis en cultuur van de Oudheid Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Alle cursussen van de afdeling Geschiedenis van de Oudheid en Antieke Cultuur Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands Een excursie naar Tunesië is onderdeel van de cursus
Inhoud: Noord Afrika is door de eeuwen heen altijd één van de welvarendste gebieden van het Romeinse rijk geweest, vanaf het moment van de veroveringen op Carthago tot aan de Arabische invasies. Ingeklemd tussen de woestijn en de Middellandse Zee strekte Romeins Afrika – Egypte en Cyrene niet inbegrepen – zich uit van de Golf van Sydra (Syrtes) tot aan het moderne Casablanca. In de ruim vijfhonderd jaar dat de Romeinen het gebied bestuurd hebben, werd het de graanschuur van Rome en tevens één van de belangrijkste producenten van olijfolie. Daarnaast ontstond er een enorm rijke Romeins-Afrikaanse cultuur, die zich wellicht het beste manifesteerde in tal van steden, grote en kleine, die dicht op elkaar gepakt over de regio verspreid waren. In deze cursus zal uitvoerig aandacht worden besteed aan de enorme ontwikkeling van dit gebied: de romanisering van de Afrikaanse provincies. In razendsnel tempo wisten de Romeinen een reusachtig stempel te drukken op vrijwel alle facetten van het leven. De politieke, economische, sociale, culturele en religieuze structuren raakten en bleven er zo sterk ontwikkeld, dat tot in de "late Late Oudheid" sprake is geweest van een bloeiende Romeinse beschaving. De verstedelijking van Romeins Afrika heeft uiteindelijk ook sterk bijgedragen aan de christianisering van de regio. Steden waren de centra van waaruit het geloof verkondigd werd. Christenen maakten dankbaar gebruik van de goede infrastructuur. Tegen het einde van de tweede eeuw was de "nieuwe" religie tot vrijwel alle delen van Afrika doorgedrongen, geografisch alsook maatschappelijk. Het is van belang om ook dit aspect van religie, met daarbij zeker ook de wisselwerking tussen heidense culten en het Christendom, aan de orde te stellen. Dit komt niet alleen omdat Romeins Afrika de grootste christelijke denkers van het Latijnse Westen heeft voortgebracht (zoals Cyprianus en Augustinus), maar ook omdat men zich af kan vragen in hoeverre het Christendom de continuïteit van de Romeinse cultuur heeft gegarandeerd. Tot op de dag van vandaag vormt Romeins Afrika een ware schatkamer voor allerhande onderzoek. Aan het eind van de cursus zal er met de studenten dan ook een studiereis naar Tunesië worden ondernomen om de Romeinse steden met eigen ogen te kunnen zien. De studenten zullen zelf referaten houden bij de verschillende opgravingen. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent.
182
Cursusdoelen: Het doel van de cursus is, om studenten in eerste instantie degelijke kennis bij te brengen van de geschiedenis en archeologie van Romeins Noord Afrika. Daarnaast is het van het grootste belang dat zij zich bewust worden van de effecten van het Romeinse Rijk en de Romeinse beschaving op de overige gebieden rondom de Middellandse Zee. De romanisering heeft weliswaar geleid tot regionale en lokale varianten, toch zijn er overal gemeenschappelijke elementen herkenbaar. Contactpersoon: Docenten:
dr. E.A. Hemelrijk dr. A.W.H. Evers Feedback: Wordt nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: Via e-mail en tijdens spreekuren dr. E.A. Hemelrijk Feedback: Wordt nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: Via e-mail en tijdens spreekuren
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 3 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Zowel voor vol- als deeltijd studenten:Studenten dienen goed voorbereid op de bijeenkomsten te verschijnen. De gelezen literatuur is het uitgangspunt voor inhoudelijke, maar ook theoretische en methodologische discussies. Dit kan alleen wanneer iedereen de stof gedegen heeft voorbereid. Van studenten wordt een actieve opstelling verwacht Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Nota (10 pt.) Referaat (10 pt.) Toets (20 pt.) Schriftelijk werkstuk (60 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Wordt nader bekend gemaakt Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - S. Raven, Rome in Africa (Londen 1993 3e editie) Syllabus Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00
183
DE ROL VAN MILITAIRE THEORIE IN DE 19E EN 20E EEUW; DE ROL VAN CARL VON CLAUSEWITZ Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500168 3-4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Aan het begin van de negentiende eeuw bracht Carl von Clausewitz, Pruissisch generaal en veteraan van de Napoleontische oorlogen, voor het eerste onder woorden wat naar zijn mening de essentie van oorlog was; oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen. Deze zienswijze heeft generaties van militaire denkers beinvloed. Herhaalde malen is zijn stelling bevestigd even zo vaak is het einde van het Clausewitzeaanse denken aangekondigd. In deze cursus staat het gedachtegoed van Clausewitz centraal. Gezamenlijk zal zijn nagelaten oeuvre worden bestudeerd evenals zijn invloed op belangrijke militaire bevelhebbers, militaire confrontaties en militaire theorie in de negentiende en twintigste eeuw. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Het vergaren van kennnis en inzicht in de ontwikkeling van militaire theorie in de negentiende en twintigste eeuw aan de hand van het werk van Carl von Clausewitz. Contactpersoon: Docenten:
drs. I.G.B.M. Duyvesteyn drs. I.G.B.M. Duyvesteyn Feedback: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het voorbereiden van de van te voren opgegeven literatuur en het voorbereiden van een referaat Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname en het houden van een referaat
184
Toetsen: Paper (70 pt.) Referaat (30 pt.)
Deadlines: Worden aan het begin van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de ontwikkeling van militaire theorie in de vorm van een mondelinge en schriftelijke presentatie Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - Literatuurlijst beschikbaar bij de docent Kosten:
Nog onbekend
185
JOEGOSLAVIE, MEDIA EN PROPAGANDA, 1918-1991 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200300346 3-4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Een recente publicatie over voormalig Joegoslavië stelt in verband met het uiteenvallen daarvan dat de 'morbid influence' van de media niet kan worden overschat. In dit college zal aandacht worden besteed aan de werkelijkheid en de beeldvorming met betrekking tot een aantal thema's dat een grote rol speelde in deze propaganda, zoals de slag op het Merelveld, de 'Turkse onderdrukking', het Groot-Servische streven, het Kroatische onafhankelijkheidsstreven, de monarchie, de Ustasa-staat, de rol van de partizanen, de gewelddadigheid van de volkeren van Joegoslavië, Joegoslavië als brug tussen West en Oost, Tito, het Joegoslavisme, de breuk met de Kominform, Joegoslavië's positie in de beweging van Niet-Gebonden Landen, de regionale ongelijkheid, de grondwet van 1974, de onderdrukking van de Serven in Kosovo en de bedreiging van Joegoslavië vanuit het buitenland (Vaticaan, Vierde Rijk, etc.) Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Na deze cursus zijn studenten in staat om zich zelfstandig een oordeel te vormen over het relatieve belang van de media bij het uiteenvallen van Joegoslavië, over de verhouding van waarheid en verzinsel omtrent de belangrijkste onderwerpen uit de propaganda die daartoe bijdroeg. Zie verder de algemene omschrijving in de studiegids over het studieprogramma Contactpersoon: Docenten:
dr. F.H. Baudet dr. F.H. Baudet Feedback: Halverwege de cursus na het tentamen; aan het eind van de cursus een week na inlevering van het schriftelijk werkstuk. Bereikbaarheid: Via e-mail
186
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het maken van opdrachten, het voorbereiden van referaten, voorbereiding te bespreken literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Het houden van referaten, het leveren van discussiebijdragen, het uitvoeren van opdrachten.
Toetsen: Referaat (10 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van en inzicht in de rol die de media en propaganda hebben gespeeld bij het uiteenvallen van Joegoslavië. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - David Bruce MacDonald, Balkan Holocausts? Serbian and Croatian Victim Centered Propaganda and the War in Yugoslavia (Manchester 2002)Mark Thompson, Fotging War: The Media in Serbia, Croatia, Bosnia, and Hercegovina, 2003 Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. Kosten:
Nog onbekend
187
RACE, GENDER, AND THE AMERICAN FRONTIER Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500177 3-4
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Basic knowledge of American history in the 19th century is recommended Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
English Please be aware that all the work for this seminar must be completed before the end of May (i.e. one month early).
Inhoud: The settlement of American frontiers was an historical experience that not only shaped the lives of those who came to tame what they considered the wilderness but also profoundly affected those who already inhabited the lands white settlers coveted. This historical experience spawned images, stories, and cultural and racial perceptions that continued to play a part in American life long after the frontier itself had disappeared. This upper-level undergraduate course focuses on the themes of race and gender in an exploration of the historical and cultural meanings of the American frontier. Readings will include primary and secondary sources, visual materials and films. Please be aware that all work for this seminar must be completed before the end of May (i.e. one month before the end of teaching period 4). This means that students are expected to invest more hours per week in this seminar than the standard workload. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Zie inhoud Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Verheul Externe docent (buiten faculteit) Opmerking: Docent: Prof. dr. Julie Jeffrey Feedback: During sessions, via WebCT/e-mail and office hours Bereikbaarheid: WebCT/e-mail and office hours
188
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Wordt nader bekend gemaakt Bijdrage aan groepswerk: Wordt nader bekend gemaakt
Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Opdracht(en) (30 pt.) Paper (50 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 125,00
189
TIENDE EEUWSE TOESTANDEN: DE WERELD VAN THIETMAR VAN MERSEBURG Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500166 3 - 4 (V, D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de middeleeuwse geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Middeleeuwse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Algemeen wordt aangenomen dat Europa na het uiteenvallen van het Karolingische rijk in een chaotische periode terechtkwam. De ooit zo sterke dynastie van Karel de Grote was niet meer, en het zou nog enige tijd duren voordat nieuwe vorstenhuizen zich stevig op de respectievelijke tronen van Europa hadden gevestigd. Maar hoe erg was het eigenlijk gesteld met Europa in deze tijd? Was het werkelijk oorlog, verval en chaos dat het beeld bepaalde? Als een van de weinigen heeft Thietmar van Merseburg een kroniek aan ons nagelaten waaruit we wijzer kunnen worden over allerlei grote en kleine aspecten van deze tijd. We komen vorsten op oorlogspad tegen, maar ook gewone dorpsbewoners en hun plaatselijke magische vijver. Thietmar beschrijft zijn wereld uitvoerig, maar natuurlijk wel altijd door zijn eigen 'bril'. In deze cursus nemen we zijn kroniek als uitgangspunt om een aantal aspecten uit de 'chaotische tiende eeuw' nader te onderzoeken Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Breed onderzoekscollege met bronnenanalyse, gericht op het schrijven van een eindwerkstuk onder begeleiding. Contactpersoon: Docenten:
drs. A.C. van Rhijn drs. A.C. van Rhijn Opmerking: De docenten zijn C. van Rhijn en I. van Renswoude Feedback: Tijdens colleges, spreekuur en per e-mail Bereikbaarheid: Per e-mail en telefonisch
190
Werkvormen: Spreekuur (+0, +1) 1 x per week 1 uur Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur Werkcollege (+0, +1) 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Studenten dienen de weekstof grondig te bestuderen en actief te participeren in de discussie tijdens college Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Open boek tentamen (40 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (10 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Mondelinge, analytische, schriftelijke en overige academische vaardigheden; kennis van, en inzicht in de behandelde stof; schrijfvaardigheid Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - David A. Warner, Ottonian Germany. The Chronicon of Thietmar of Merseburg (Manchester 2001). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 35,00
191
Deel III. Informatie over studeren in deeltijd
192
Studeren in deeltijd Sinds 1985 is het mogelijk aan de Universiteit Utrecht Geschiedenis te studeren in deeltijd. Het programma is zo veel mogelijk geënt op dat van de voltijdopleiding, maar volgt een afwijkende didactiek. Het aanvangs- en eindniveau van beide opleidingen zijn gelijk. Een groot verschil met de voltijdopleiding is dat er in de deeltijdopleiding minder contacturen zijn. Daarnaast is het aantal toetsmomenten en vaardigheidstrainingen kleiner dan bij de voltijdopleiding. Algemene opzet van het deeltijdprogramma Deeltijdstudenten volgen in principe één module onderwijs per periode, soms twee modulen. Een module is een cursuseenheid van 7,5 ECTS (circa 200 uur studie). De ervaring heeft uitgewezen dat deeltijdstudenten gemiddeld circa 25 uur per week voor hun studie nodig hebben. De colleges vinden plaats buiten de dagelijkse werkuren, in de regel op donderdagavond. Het onderwijs van de major wordt vrijwel altijd op donderdagavond aangeboden; in de profileringsruimte (vrije ruimte) kan het voorkomen dat een cursus op een andere avond is geroosterd, gewoonlijk de dinsdagavond. Overigens staat het deeltijdstudenten in principe vrij ook overdag colleges te volgen. Met name in de profileringsruimte (vrije ruimte) van de studie kan het nuttig zijn ook overdag wat uren voor het volgen van colleges vrij te maken, omdat daarmee de keuzemogelijkheden aanzienlijk worden vergroot. Studielast in ECTS Bij het berekenen van de studielast wordt sinds september 2002 gebruik gemaakt van ECTS: European Credit Transfer System. Alle cursussen van de Faculteit der Letteren hebben een studielast van 7,5 ECTS studiepunten- ongeveer 200 studie-uren, of een veelvoud daarvan. Voor inlichtingen over studieopbouw en examenregelingen wende men zich tot de studieadviseur, mw.drs. M.B. Kleine, tel.: 030-2536353. Opbouw collegejaar Net als bij de voltijdopleiding is het collegejaar opgesplitst in twee semesters met elk twee periodes. Elke periode telt 11 weken waarvan 10 weken voor het volgen van colleges of het maken van werkstukken en tentamens zijn bestemd. Een jaarrooster met de aanvangsdata van de periodes in 2005-2006 is opgenomen aan het begin van deze studiegids.
193
1.
Het bachelorprogramma in deeltijd
1.1
Opbouw van het programma
Het bachelorprogramma van het deeltijdonderwijs is direct afgeleid van dat van de dagopleiding. Dit houdt in dat deeltijdstudenten dezelfde verplichte studieonderdelen volgen als de dagstudenten. Het grote verschil is dat dagstudenten twee cursussen per periode, deeltijdstudenten één of twee cursussen per periode volgen. De bacheloropleiding heeft een totale studielast van 180 ECTS. De bacheloropleiding bestaat voor het grootste deel uit de gekozen major (het hoofdvak, 135 ECTS), de rest van de opleiding bestaat uit profileringsruimte (45 ECTS). Na het afsluiten van de bachelorfase kan de student zich verder specialiseren in een master. Een master heeft in de regel een omvang van 60 ECTS. De cursussen in het programma zijn verdeeld over drie niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad: niveau 1 (inleidend), niveau 2 (verdiepend) en niveau 3 (gevorderd). De cursussen hebben een omvang van 7,5 ECTS of een veelvoud daarvan. Schematisch ziet het studieprogramma van de opleiding Geschiedenis er als volgt uit: 1. 2.
bachelorfase (5 of 6 jaar, totaal 180 ECTS), bestaande uit: - major Geschiedenis (grotendeels verplichte onderdelen) - profileringsruimte (vrije ruimte) eenjarige masterfase (tweejarige: 120 ECTS)
135 45 60
ECTS ECTS ECTS
Het adviestraject voor deeltijdstudenten voor het afronden van de bachelorfase is gericht op een studie van 5 jaar. Desgewenst kunnen zij het programma over 6 jaar uitspreiden. Studenten met aankomstjaar 2001 en later stromen in deze nieuwe bachelor-masterstructuur in. Zij studeren na 5 jaar af als bachelor en kunnen zich daarna verder specialiseren in een master (zie hieronder). Major Geschiedenis: de major Geschiedenis bestaat voor het grootste gedeelte uit verplichte onderdelen. Wel heeft de student bij sommige colleges (themacursussen, casuscursussen, onderzoeksseminars) de keuze uit een aantal thema's. Voor een volledige beschrijving van de cursussen uit het majorprogramma Geschiedenis wordt verwezen naar deel II, hoofdstuk 3 (het bachelorprogramma) van deze studiegids. De volledige cursusbeschrijvingen zijn terug te vinden op www.osiris.uu.nl. Profileringsruimte: de profileringsruimte kan door de student naar eigen inzicht worden ingevuld. Voor meer informatie wordt verwezen naar deel II, hoofdstuk 3 (het bachelorprogramma) van deze studiegids. Masterprogramma: Masterprogramma's worden aangeboden vanaf september 2004. Voltijdtudenten met aankomstjaar 2001 en later kunnen instromen in de nieuwe masterstructuur. Er wordt per september 2005 géén aparte master aangeboden voor deeltijdstudenten. Het Instituutsbestuur zal per september 2006 een deeltijdmaster aanbieden. Informatie over de thans lopende voltijdmasterprogramma’s is te vinden via de facultaire website en de geschiedenis site, of direct op: http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/master/overzicht/index.htm.
Belangstellenden voor de deeltijdmaster geschiedenis die niet doorstromen vanuit de deeltijd bachelor opleiding geschiedenis kunnen zich voor het studiejaar 2005-2006 wel aanmelden voor een zogenaamd ‘premaster-traject’. Zij dienen daartoe een volledige aanmelding zoals toegelicht op http://www2.let.uu.nl/Solis/homelet/master/overzicht/index.htm in te dienen. De toelatingscommissie bekijkt de dossiers. Als de kandidaat wordt toegelaten stelt de commissie een traject van ten hoogste 60 ECTS in bachelorvakken vast. Afronding van deze vakken is vervolgens voorwaarde voor daadwerkelijke toelating tot de masteropleiding.
Het studieprogramma in deeltijd wordt in paragraaf 1.2 schematisch voorgesteld (5- en 6-jarige variant).
194
1.2 Schematisch overzicht van het onderwijsprogramma voor aankomstjaar 2004 5-jarige variant jaar periode I 1 2 3 4 II 1 2 3 4 III 1 2 3 4 IV 1 2 3 4 V 1 2 3 4
cursus Oudheid Middeleeuwen Moderne Geschiedenis Eigentijdse Geschiedenis Historisch Ambacht Onderzoeksseminar I Vroegmoderne Tijd I Vroegmoderne Tijd II Casus/themacursus (niv. 2) Casus/themacursus (niv. 2) Onderzoeksseminar II Onderzoeksseminar II Casuscursus (niv. 3) Casuscursus (niv. 3) Historiografie Theorie van de Geschiedenis Profileringsruimte Profileringsruimte Onderzoeksseminar III Onderzoeksseminar III
6-jarige variant jaar periode I 1 2 3 4 II 1 2 3 4 III 1 2 3 4 IV 1 2 3 4
cursus Oudheid Middeleeuwen Moderne Geschiedenis Eigentijdse Geschiedenis Historisch Ambacht Onderzoeksseminar I Vroegmoderne Tijd I Vroegmoderne Tijd II Casus/themacursus (niv. 2) Casus/themacursus (niv. 2) Onderzoeksseminar II Onderzoeksseminar II Casuscursus (niv. 3) Casuscursus (niv. 3) Historiografie Theorie van de Geschiedenis
contacturen 4 4 4 4 2-4 2-4 4 4 2 2 2-4 2-4 2 2 4 4
Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Onderzoeksseminar III Onderzoeksseminar III
2 2 2 2 2 2 2 -4 2 -4
V
VI
-
1 2 3 4 1 2 3 4
cursus Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte
contacturen 4 4 4 4 2-4 2-4 4 4 2+2 2 2-4 2-4 2+2 2+2 4 4 2 2+2 2 -4 2 -4
De profileringsruimte kan worden gevuld met een themacursus, literatuurlijst, casuscursus, Onderzoeksseminars II of III of een cursus elders. Onderzoeksseminars, themacursussen, en casuscolleges hoeven niet in deze volgorde te worden gevolgd; zij kunnen op elk willekeurig moment in het programma worden gevolgd, mits aan de toegangseisen is voldaan.
195
1.3 Overgangsregelingen voor de deeltijdstudenten die vóór 2002 zijn begonnen Studenten die in 2001 met de opleiding Geschiedenis zijn begonnen, stromen in de nieuwe bachelor-masteropleiding in. Zij volgen in hun tweede studiejaar een iets aangepast programma (zie onder 1.3). Desgewenst kunnen studenten uit dit aankomstjaar afstuderen als doctorandus (dus volgens de ‘oude stijl’). Zij dienen zich hiervoor te wenden tot de studieadviseur en de examencommissie. Het studieprogramma vanaf het tweede jaar is veranderd in verband met de invoer van het bachelor-mastersysteem (zie het schema hieronder). Studenten dienen vooral te letten op de gewijzigde programmering en veranderde benaming van de cursussen. Schematische voorstelling overgangsregeling voor aankomstjaar 2001 jaar II
Periode 1234
III
1234
IV
1234
V
1234
VI
1234
cursus Oudheid Onderzoeksseminar I Vroegmoderne tijd I Vroegmoderne tijd II Historisch Ambacht Casuscursus Onderzoeksseminar II Onderzoeksseminar II Profileringsruimte Profileringsruimte Historiografie Theorie van de geschiedenis Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Profileringsruimte Onderzoeksseminar III Onderzoeksseminar III Eindwerkstuk* Eindwerkstuk*
contacturen 4 2-4 4 4
2-4 2 2-4 2-4
2244
2222
4422
* Desgewenst kunnen studenten die in 2002 en 2003 met hun studie zijn begonnen via een overgangsregeling doorstromen in het bachelorprogramma. Dit betekent dat zij het individueel eindwerkstuk (15 ECTS) kunnen vervangen door het behalen van 15 ECTS op niveau 3. De profileringsruimte kan worden gevuld met een themacursus, literatuurlijst, casuscursus, Onderzoeksseminars II of III of een cursus elders. Onderzoeksseminars, themacursussen, en casuscolleges hoeven niet in deze volgorde te worden gevolgd; zij kunnen op elk willekeurig moment in het programma worden gevolgd, mits aan de toegangseisen is voldaan.
196
2.
Voorzieningen voor deeltijdstudenten
2.1
Deeltijdoverleg
Het bestuur van het Instituut Geschiedenis heeft met ingang van collegejaar 1994/1995 een deeltijdoverleg ingesteld. Het overleg is bedoeld om het contact tussen de deeltijdstudenten onderling en het contact met het Instituut te bevorderen. De vergaderingen vinden drie keer per jaar plaats en worden gebruikt om informatie uit te wisselen, knelpunten in het onderwijs of de organisatie van het Instituut te signaleren en sociale activiteiten (lezingen, borrels en dergelijke) te initiëren. Het deeltijdoverleg bestaat uit vertegenwoordigers van alle studiejaren: twee studenten van het eerste jaar, twee studenten van het tweede jaar en voor het derde tot en met het zesde jaar van elk jaar één student. Studieadviseur mevrouw Kleine fungeert als voorzitter van het overleg. 2.2
Deeltijdcoördinatie en studieadviseur
De coördinatie van de deeltijdstudie Geschiedenis is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de deeltijdcoördinator (alle organisatorische aspecten) en de studieadviseur (zaken als studieplanning, studievoortgang, examenregelingen en vrijstellingen). Voor nadere informatie omtrent de deeltijdstudie wende men zich tot de coördinator van de deeltijdopleiding, dr. R.E.M.A. de Peuter (tel. 030-2536459, spreekuur op donderdag, 17.00-18.00 uur), of tot de studieadviseur, mw.drs. M.B. Kleine, (tel. 030-2536353, telefonisch spreekuur maandag van 11.30 tot 12.30 uur); op donderdagavond spreekuur op afspraak via het StudiePunt Letteren (030-2536285) of via het secretariaat Geschiedenis (030-2536222).
197
3.
Cursusaanbod
Een lijst met Themacursussen, Casuscursussen en Onderzoeksseminars die in de avonduren worden aangeboden is hieronder te vinden. Voor de beschrijvingen van de cursussen uit het voltijdprogramma van de major Geschiedenis wordt verwezen naar deel II van deze studiegids, punt 5.1. U dient zich in te schrijven voor de cursussen via Osiris on Line (www.osiris.uu.nl) Meer informatie over de cursusinschrijving vindt u in deel IV onder punt 3.2 en op op www.let.uu.nl/studiepunt. Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens de twee officiële inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kunt u zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Houd daar rekening mee. Stel een goede planning op en bespreek die met uw tutor of studieadviseur. 3.1
Shortlist cursussen
Cursusaanbod in de major Geschiedenis Deeltijd Verplicht gedeelte Jaar 1 Code 200400113 200400112 200500215 200500156
Titel - Oudheid - Middeleeuwen - Moderne Geschiedenis - Eigentijdse Geschiedenis
Periode 1 2 3 4
Pagina 27 31 35 200
Jaar 2 200400115 200500142 200200442 200200545
-
1 2 3 4
202 29 33 37
3 4 1,2,3,4
41 43 45
Periode 1 1,2,3 1,2,3,4 1,2,3,4 1,2,3,4 4
Pagina 58 54 48 50 52 83
Periode 1 2
Pagina 103 204
Historisch Ambacht (academische context) Onderzoeksseminar I (academische context) Vroegmoderne Tijd I Vroegmoderne Tijd II
Jaar 3 en verder 200400120 - Historiografie (academische context) 200400123 - Theorie van de geschiedbeoefening (academische context) 200300546 - Eindwerkstuk Bachelor Literatuurlijsten en themacursussen(niveau 2) Code 200400122 200400077 200400811 200400085 200400081 200500139
Titel - Ideologieën in de 19e en 20e eeuw - Literatuurlijst Oude Geschiedenis (niveau 3) - Literatuurlijst Middeleeuwen - Literatuurlijst 1400-1850 - Literatuurprogramma 19e en 20e eeuw - Literatuurtentamen Oude Geschiedenis
Afdeling PG GOAC ME PG PG GOAC
Casuscursussen (niveau 3) Code 200500070 200500145
Titel - De godsdienstoorlogen (1550-1700) - Etnisch geweld in nieuwe staten
198
Afdeling GIB GIB
200500053 200400815 200500097 200500045 200500052 200500079
-
Internationale betrekkingen en ethiek In verzet Islam in Zuidoost-Azië 1900-2000 “Oud nieuws” Koloniale veiligheid Na de grote oorlog
GIB ESG GIB GOAC GIB CMI
2 2 3 4 4 4
206 208 210 212 214 216
Afdeling GIB GOAC CMI PG
Periode 1-2 3 3-4 3-4
Pagina 218 220 222 172
Afdeling ESG PG GOAC GIB CMI ME
Periode 1-2 1-2 2-3 2-3 3-4 3-4
Pagina 176 178 182 224 226 190
Onderzoeksseminar II (niveau 2) Code 200500095 200500146 200500093 200500088
Titel - Verwerking van genocide - Alexander de Grote - Geschiedenis en film - Regime change
Onderzoeksseminar III (niveau 3) Code 200500163 200500167 200500171 200500172 200500170 200500166
Titel - Globalisering: vloek of zegen? - Hof en hoveling - Africa Romana - De Russen in Duitsland - Stijl en ideologie - Tiende eeuwse toestanden
N.B. Deeltijdinschrijving en voltijdstudenten Deeltijdstudenten hebben voorrang bij het inschrijven op cursussen uit het deeltijdprogramma. Voltijdstudenten kunnen slechts deelnemen indien er na de deeltijdinschrijving in de reguliere inschrijvingsronde nog plaats is.
199
3.2
Cursusbeschrijvingen
INTRODUCTIECURSUS EIGENTIJDSE GESCHIEDENIS (1914-HEDEN) Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500156 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus wordt geïntegreerd aangeboden door de afdelingen die het tijdvak van na 1500 bestrijken: Economische en Sociale Geschiedenis (ESG), Geschiedenis van Internationale Betrekkingen (GIB), Politieke Geschiedenis (PG) en Cultuur-, Mentaliteit- en Ideeëngeschiedenis (CMI). De cursus begint met de gevolgen en de naweeën van de Eerste Wereldoorlog en biedt vervolgens een overzicht van de geschiedenis na 1914 aan. Tevens wordt ingegaan op enkele historiografische problemen. Geografisch uitgangspunt is het Westen, maar de veranderende (machts)relaties met en in de rest van de wereld worden zeker niet veronachtzaamd. De Nederlandse geschiedenis krijgt apart aandacht. De cursus bestaat uit een serie van acht thematische hoorcolleges, die een nauwe samenhang met de stof van de handboeken kennen. Het doel van de hoorcolleges is om de grote lijnen te schetsen en de studenten meer houvast te bieden bij het bestuderen van de stof. Elke week kan de student tijdens de werkcolleges door de beantwoording van de vragen, die vergelijkbaar van karakter zijn met het afsluitend tentamen, toetsen of hij/zij de stof voldoende beheerst. Deze behandeling van de vragen neemt twee van de drie uur werkcollege in beslag. Daarnaast wordt een uur besteed aan debat. Daartoe worden van tevoren aan telkens twee studenten een set van stellingen uitgereikt. De set van de ene student bevat stellingen die op het eerste gezicht strijdig lijken met die van de andere student. Beiden dragen tijdens het werkcollege argumenten ter ondersteuning van hun stellingen aan. Voor de onderbouwing maken zij gebruik van de handboekstof die op het programma staat. De andere studenten dienen zich eveneens in het debat te mengen en de prestaties van de debaters te beoordelen. Het werkstuk wordt geschreven op basis van een aantal opvattingen over een thema, dat reeds in de cursus aan bod is geweest. Cursusdoelen: Het bijbrengen van overzicht en inzicht over/in deze periode; het vergroten van de schrijfvaardigheid; analyse van een historisch debat alsmede participatie hierin. Contactpersoon: Docenten:
dr. F.H. Baudet dr. B.G.J. de Graaff Feedback: tijdens de werkcolleges en tijdens eventuele vervolggesprekken Bereikbaarheid: email, spreekuur en na het maken van een telefonische afspraak Docent nog onbekend
200
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van de relevante delen van de handboeken. Vervaardigen van essay in week 4. Bijdrage aan groepswerk: Prepareren van discussiebijdragen.
Toetsen: Paper (20 pt.) Tentamen (80 pt.)
Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Kennis en inzicht; analytische vaardigheden; spreken en schrijven Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: - wordt nader bekend gemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50 (Verplicht materiaal)
201
HISTORISCH AMBACHT VOOR DEELTIJDSTUDENTEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400115 1 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Geen Bronnen voor zelfstudie: Geen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De cursus is een eerste inleiding op de geschiedwetenschap, op de wijze waarop historici aan hun informatie komen, en hoe zij deze presenteren. Thema’s als het zoeken van materiaal en bronnenkritiek nemen een belangrijke plaats in in de cursus. In hoorcolleges wordt een aantal theoretische problemen uitgewerkt, in werkcolleges worden praktische vaardigheden aangeleerd. Cursusdoelen: De student leert de volgende vaardigheden: het hanteren van naslagwerken en 'apparaat', het vinden van de weg in wetenschappelijke bibliotheken, werken met inventarissen/bronnengidsen, informatie zoeken via internet, bronnenkritiek, heuristiek (inclusief digitale bronnen), wetenschappelijk annoteren/titelbeschrijvingen maken, zakelijk weergeven van historische gegevens, gebruik maken van hulpwetenschappen, schriftelijk en mondeling presenteren. Eerste aanzet wetenschappelijke attitude. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Henrichs Docent nog onbekend Feedback: Commentaar op gemaakte opdrachten. Bereikbaarheid: Verschilt per docent. Coördinator van de cursus is H. Henrichs 030253.6047 of
[email protected].
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: De voor de bijeenkomst opgegeven stof lezen, respectievelijk opdrachten maken. Bijdrage aan groepswerk: Beoordeling mondelinge presentatie medestudenten, participatie in discussie.
202
Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Verslag (40 pt.)
Deadlines: Opdrachten: inleverdata zoals aangegeven in de reader. Wat wordt er beoordeeld: Historische onderzoeksvaardigheden, presentatie (schriftelijk en mondeling), ICT-vaardigheden, academische attitude. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - P. de Buck e.a., Zoeken en Schrijven, handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (Baarn 1996). Reader - Reader Historisch Ambacht en Reader 'Bits and Pieces' (beide niet verkrijgbaar bij studiepunt Letteren, wel op KNG66, kamer 2.08). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 45,00
203
ETNISCH GEWELD IN NIEUWE STATEN: EEN VERGELIJKING TUSSEN POSTKOLONIALE CONFLICTEN IN AZIE, AFRIKA EN DE BALKAN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500145 2 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Overzichtskennis van de moderne geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Veel landen die zich aan de koloniale overheersing hebben ontworsteld, kampen met interne conflicten. Dikwijls lopen deze conflicten langs etnische (incl. godsdienstige) lijnen. Iedereen is bekend met de recente geweldsuitbarstingen in Ivoorkust, Rwanda, Indonesië, Sri Lanka en Bosnië. Hoe verschillend de oorzaken en het verloop van de conflicten er ook zijn, de landen hebben ook enkele belangrijke dingen gemeen: de culturele verscheidenheid, een verleden als kolonie, en een moeizame start als onafhankelijke staat. Het college zal de verschillende verschijningsvormen van etnisch geweld onderzoeken en de oorzaken onderzoeken. Vragen die aan de orde komen, zijn: wat verstaan we onder etnische identiteit? Wat waren de gevolgen van de koloniale overheersing op de identiteit van de lokale bevolkingsgroepen? Op welke manier spelen deze identiteitskwesties een rol in de problemen van de nieuwe (postkoloniale) staten? Tijdens het college zullen de conflicten in een aantal landen in Azië, Afrika en de Balkan worden geanalyseerd. De deelnemers maken een take-home tentamen waarin de nadruk op vergelijking en algemene historische ontwikkelingen ligt. Ze maken een werkstuk over een conflictsituatie in één van de gekozen landen. Waar mogelijk zullen we ook enkele actuele conflicten volgen en onderzoeken. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Het doel van de cursus is inzicht te verschaffen in: Het historisch proces van kolonisatie, dekolonisatie en staatsvorming. Een globale geschiedenis van Azië, Afrika en de Balkan in de twintigste eeuw. Algemene kennis van nationalisme en etniciteit. Voorts wordt veel aandacht geschonken aan de techniek van het ontwikkelen van onderzoeksvragen, de plaats van theorie in het onderzoek, en het presenteren van onderzoeksresultaten in woord en geschrift. Contactpersoon:
Externe docent (buiten faculteit)
204
Docenten:
Externe docent (buiten faculteit) Opmerking: Docent: dr. R. Raben Feedback: Bespreking na afloop cursus Bereikbaarheid: E-mail
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondig bestuderen van de opgegeven literatuur.Uitvoeren van zoekopdrachten.Volgen van de actualiteit. Bijdrage aan groepswerk: Presentatie over literatuur en eigen opdrachtenDiscussie
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Essay tentamen (70 pt.) Referaat (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de literatuur; onderzoeksvaardigheden; presentatie onderzoeksresultaten Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
205
INTERNATIONALE BETREKKINGEN EN ETHIEK Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500053 2 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De internationale politiek wordt niet alleen gereguleerd maar ook door ethiek en legitimiteit beïnvloed. Dit college biedt een introductie in de rol van mensenrechten (universeel of regionaal), (gerechtvaardigde) oorlog, oorlogsrecht, genocide, de moraliteit van collectieve veiligheid, het recht van en de verplichting tot internationale interventie vs. nationale soevereiniteit, export van democratie, de verwezenlijking van zelfbeschikkingsrecht, Verantwortungsethiek vs. Gesinnungsethik, het sluiten van vrede, internationale arrestaties en tribunalen, de rol van NGO's en bedrijven. Dit geschiedt aan de hand van concrete casus. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Verwerving van kennis en inzicht. Verwerving van onderzoeksvaardigheden . Verbetering mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden. Ontwikkeling comparatieve methoden. Contactpersoon: Docenten:
dr. B.G.J. de Graaff dr. B.G.J. de Graaff Feedback: 1. tentamencijfer2. commentaar op referaat3. commentaar op werkstuk Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Inlezen in de literatuur. Bijdrage aan groepswerk: Voorbereiding discussiebijdragen.
206
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Referaat (10 pt.) Schriftelijk werkstuk (60 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzichtverwerving in ethische vraagstukken in de internationale politiek; het vermogen van de student om vraagstukken van ethiek toe te passen op de internationale betrekkingen; het onderscheiden van maatschappelijk relevante en wetenschappelijke elementen in debatten omtrent ethiek en internationale betrekkingen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Cathal J. Nolan (ed.), Ethics and Statecraft. The Moral Dimension of International Affairs (Westport 2004)Joel H. Rosenthal (ed.), Ethics and International Affairs: a reader (Washington D.C. 1999) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00
207
IN VERZET: PROTESTBEWEGINGEN VANAF DE MIDDELEEUWEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200400815 2 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene geschiedenis van 1500 tot heden Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductiecursussen geschiedenis Vroegmoderne Tijd, Moderne en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Gewelddadige demonstraties tegen globalisering krijgen veel aandacht van de media, maar als daad van protest zijn ze zeker niet ongewoon. In de jaren zestig overgoot een boeddhistische monnik zichzelf in het centrum van Saigon (nu Ho Tsje Minhstad) met benzine en stak zichzelf in brand, uit protest tegen de oorlog in Vietnam. Dat maakte toen diepe indruk. Door de eeuwen heen hebben mensen op allerlei manieren geprobeerd aandacht te vragen voor hun opvattingen. Wanneer zij het gevoel hadden machteloos te staan tegenover de autoriteiten, waren zij soms bereid daarvoor extreme middelen te gebruiken. Hoewel de autoriteiten ons graag willen doen geloven dat de bestaande orde de enige natuurlijke is, blijkt die opmerkelijk vaak het produkt te zijn van protest en revolutie. Nederland dankt zijn bestaan als zelfstandig land aan een opstand; de democratie werd in Europa gemeengoed dankzij de Franse Revolutie; het communisme kwam in Oost-Europa aan de macht dankzij een revolutie en werd er ook weer door ten val gebracht. Het vreemde is, dat protest lang niet altijd uitbreekt in de armste landen, of in de slechtste tijden. Ook zijn het lang niet altijd alleen maar de armen die protesteren: Osama bin Laden is een steenrijke Arabier en Willem van Oranje was indertijd de belangrijkste edelman in de Lage Landen. In deze cursus worden de verschillende drijfveren en verschijningsvormen van sociaal protest in Europa na de Middeleeuwen onderzocht. Daarbij wordt in de literatuur gezocht naar mogelijke verklaringen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennisverwerving op breed terrein, onafhankelijke studie van belangrijke werken, rapporteren over deze werken. Contactpersoon:
prof.dr. M.R. Prak
208
Docenten:
prof.dr. M.R. Prak Feedback: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt Bereikbaarheid: Wordt aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Literatuur lezen, vragen over de stof formuleren, werkstuk schrijven. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussie.
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.)
Deadlines: Worden aan het begin van de cursus nader bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Overzichtskennis, het tentamen en het werkstuk. Aspecten van academische vorming: Intellectuele vaardigheden Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Discussieren, debatteren Samenwerken met anderen, werken in teamverband Planmatig werken Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken Rapporteren over onderzoek - schriftelijk
Verplicht studiemateriaal: Boek - David Parker (ed.), Revolutions and the Revolutionary Tradition in the West, 1560-1991 (Londen 2000). Reader Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
EUR 60,00 (Verplicht materiaal)
209
ISLAM IN ZUIDOOST-AZIE, 1900-2000 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500097 3 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De Islam heeft vele verschijningsvormen. Zo verschilt de Islam in het Midden Oosten van de Islam in Europa en die weer van de Islam ten zuiden van de Sahara. Weer een andere verschijningsvorm is de Islam in Zuidoost-Azie, meer in het bijzonder in het eilanden-gedeelte van dit sub-continent. De aanhangers van deze godsdienst hebben van land tot land met zeer uiteenlopende geschiedenissen en omstandigheden te maken. Zo is Indonesië het land met de grootste islamitische bevolking ter wereld, maar is in Singapore en de Filippijnen sprake van moslim-minderheden in landen waar de meerderheid van de bevolking andere godsdiensten aanhangt. Deze verschillen bieden respectievelijk mogelijkheden en beperkingen voor de realisering van islamitische idealen. Welke waren, dan wel zijn deze idealen? En hoe gingen de overheden daarmee om? Zijn er verschillen in aanpak tussen de huidige nationale regeringen en de koloniale overheersers van toen? Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Inzicht, kritisch beoordelen van politieke verhoudingen Contactpersoon: Docenten:
Externe docent (buiten faculteit) Externe docent (buiten faculteit) Feedback: Aan het einde van de cursus Bereikbaarheid: Docent: dr. Gerrit Knaap E-mail
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondig bestuderen opgegeven literatuur, goede voorbereiding referaten. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussie, presentatie van referaat
210
Toetsen: Actieve deelname (25 pt.) Mondeling tentamen (50 pt.) Referaat (25 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis, presentatie en participatie Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
211
"OUD NIEUWS": COMMUNICATIE EN NIEUWSVOORZIENING IN HET KLASSIEKE GRIEKENLAND Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500045 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene kennis van de klassieke Oudheid; meer specifiek kennis van het archaïsche en klassieke Griekenland. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductie Oudheid Bronnen voor zelfstudie: De Blois, L. en R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld (Zesde geheel herziene druk; Muiderberg 2001).Hornblower, S., The Greek World 479-323 BC (Derde druk; Londen 2002).Osborne, R., Greece in the Making 1200-479 BC (Londen 1996). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In het klassieke Griekenland vond op grote schaal communicatie plaats. Zo brachten reizigers en handelaren kennis mee uit exotische oorden en wisselden Griekse burgers de laatste nieuwtjes met elkaar uit op het marktplein van hun polis. Naast deze informele uitwisselingen, was er ook een constante stroom van officiele informatie. Deze was afkomstig van de centrale autoriteiten die intern hun eigen burgers informeerden over zaken als wetgeving, benoemingen van magistraten, militaire expedities en andere burgerzaken. Zij onderhielden echter ook internationale betrekkingen met andere Griekse poleis en naburige rijken zoals de Perzen door middel van herauten en gezantschappen. Op Panhelleense schaal werd informatie gereguleerd door goddelijke instanties. Het orakel van Delphi is hiervan het belangrijkste voorbeeld: zij moet dan ook gezien worden als het communicatiecentrum van Hellas. Het college houdt zich bezig met de volgende vraag: "welke verschillende vormen van communicatie kende het klassieke Griekenland?". Het is opvallend dat ondanks de kennis van het schrift klassieke communicatie primair een oraal karakter had. Schriftelijke communicatie speelde echter een cruciale rol in de ontwikkeling van de klassieke polis. Aan de hand van o.a. het Atheense bronnenmateriaal zal gekeken worden hoe de polis haar volk informeerde. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Verdieping in de sociale, politieke en culturele geschiedenis van het klassieke Griekenland; inzicht in het moderne, oudhistorische debat rondom verschriftelijking en de Griekse poliscultuur; interpreteren van antieke bronnen. Contactpersoon:
drs. D.E. Kretschmann
212
Docenten:
drs. D.E. Kretschmann Feedback: Tijdens collegebijeenkomsten; individuele voortgangsgesprekken Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van verplichte literatuur; voorbereiden van opdrachten; voorbereiden van referaat. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie in discussie van literatuur en opdrachten; responderen op referaten van medestudenten.
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (20 pt.) Take-home tentamen (20 pt.)
Deadlines: Paper in de voorlaatste week van het blok Wat wordt er beoordeeld: Actieve paticipatie, spreek- en schrijfvaardigheid, kennis en inzicht in de literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Sian Lewis, News and Society in the Greek Polis (Londen 1996). Reader - Reader met diverse wetenschappelijke artikelen. Aanbevolen studiemateriaal: Literatuur - Adcock, F.E. en Mosley, D.J., Diplomacy in Ancient Greece (Londen 1975).Fontenrose, J., The Delphic Oracle (Berkeley 1978).Pritchett, W.K., Greek Archives, Cults, and Topography (Amsterdam 1996). - Sickinger, J.P., Public Records and Archives in Classical Athens (Chapel Hill en Londen 1999).Thomas, R., Literacy and Orality in Ancient Greece (Cambridge 1992). Kosten:
EUR 40,00 (Verplichte literatuur)
213
KOLONIALE VEILIGHEID Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500052 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis van de 19e en 20e eeuw. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Moderne geschiedenis en eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Centraal in deze cursus staat het veiligheidsprobleem van de koloniale staat. Veiligheid, ‘rust en orde’ waren daarin niet alleen een belangrijke voorwaarde voor effectief koloniaal bestuur maar ook voor handhaving van het koloniale machtsevenwicht. Hoe en in hoeverre wist een door een Europese minderheid geleide staat deze binnenlandse veiligheid te garanderen dan wel af te dwingen? In de cursus zullen we dit probleem van drie kanten benaderen: (1) De discussie over onveiligheid. Hierin zullen koloniale definities en beelden van onveiligheid, onrust en criminaliteit onderzocht worden. Welke personen of instellingen bepaalden de definities van criminaliteit en onveiligheid? Wiens veiligheid was in het geding en waarom? (2) In samenhang daarmee: de discussie over veiligheidsbeleid. Welke veiligheidsmiddelen werden in de loop van de tijd bepleit en ontwikkeld om de koloniale status quo te kunnen handhaven? Hoe zijn deze te begrijpen in de context van koloniale staatsvorming? (3) De middelen en praktijk: leger, politie en geheime politie. Wanneer, hoe en waarom werd welk van deze middelen ingezet op dat moment? De hoofdcase is Nederlands-Indië in de periode 1870-1949, de periode waarin de koloniale staat Nederlands-Indië gevormd, bestreden en gedekoloniseerd werd. Ter vergelijking zal ook (de bestudering van) het veiligheidsprobleem in de Britse koloniale staten aan de orde komen. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: kennisverwerving, onafhankelijke studie van wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp, rapportage hierover Contactpersoon: Docenten:
dr. M. Bloembergen dr. M. Bloembergen Feedback: Tijdens de cursus Bereikbaarheid: Tijdens de cursus.Daarbuiten: telefonisch en per e-mail:
[email protected]
214
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Studenten lezen wekelijks de voor de cursus voorgeschreven literatuur en leveren op basis daarvan een beargumenteerde stelling in op 1 A4; ze dienen zich 1 x voor te bereiden voor een referaat en schrijven 1 x een kort essay. Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan de discussie tijdens de cursus naar aanleiding van literatuur, videomateriaal en de referaten en essays van medestudenten.
Toetsen: Essay tentamen (50 pt.) Opdracht(en) (20 pt.) Referaat (30 pt.)
Deadlines: Wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Wekelijkse opdracht: inzicht in en reflectie over de behandelde stof. Essays; inzicht in de behandelde stof, feitelijke kennis, opbouw en argumentatie betoog, schrijfvaardigheid; referaat: inzicht in de behandelde stof, eigen bijdrage, opbouw en argumentatie betoog. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
215
NA DE GROTE OORLOG. DE EUROPESE CULTUUR INDE JAREN 1920 Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Casuscursus
Code: Blok:
200500079 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Algemene kennis Moderne geschiedenis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursussen Moderne geschiedenis en Eigentijdse geschiedenis Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Hoe nu verder? Dat was de vraag toen op 11 november 1918, na vier jaar strijd, de kanonnen zwegen. Op politiek niveau waren er wel plannen. Met de hulp van de Verenigde Staten had de entente gewonnen. In heel Europa zou de democratie gevestigd worden. Een succes werd het niet. De erfenis van de oorlog, de dreiging van revolutie drong de Europese politiek in een onverwachte richting. Scherp met de politieke malaise contrasteerde de culturele bloei in Europa. De jaren twintig waren een periode van artistiek en intellectueel experiment. Fin de siecle decadentisme had afgedaan, een ''nieuwe mensch'' werd verwacht, hetzij in de vorm van de Arbeiter-Soldat, hetzij als homo sovieticus. Tegelijk moet geconsteerd worden dat allerlei culturele ontwikkelingen ongestoord voortgingen, ook in landen die zwaar onder de oorlog geleden hadden. De belangrijkste daarvan was ongetwijfeld de geleidelijke ontvouwing van een massacultuur, met geillustreerde lectuur, sport en via reclame aangeprezen waar. In dit college zullen verschillende interpretaties van culturele betekenis van de Eerste Wereldoorlog aan de orde worden gesteld. Na bijna een eeuw blijkt het debat daarover nog volop in beweging. Volledige ingangseisen: Een student geschiedenis (major/oude stijl) heeft toegang tot een casuscursus op niveau 3 na het behalen van tenminste 30 ECTS (20 stp) op niveau 1; hieronder moet zich de cursus Historisch Ambacht of Onderzoeksseminar I (oude stijl: Scriptie Schrijven) bevinden, plus 7,5 ECTS op niveau 2. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten:
dr. J.P.M. Koch dr. J.P.M. Koch Feedback: Tijdens de werkgroep, tijdens spreekuur en op afspraak
Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Actieve studiehouding Bijdrage aan groepswerk: Actieve studiehouding
216
Toetsen: Paper (20 pt.) Schriftelijk tentamen (80 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: De prestatie van de student Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 62,50
217
VERWERKING VAN GENOCIDE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500095 1 - 2 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Steeds meer ontwikkelt zich een instrumentarium om om te gaan met de situatie na genocide. Naast de persoonlijke herinnering en verwerking is er de maatschappelijke of collectieve herinnering. Instrumenten om 'af te rekenen' met genocide zijn onder meer: betaling van schadevergoedingen, berechting, zuivering, waarheids- en verzoeningscommissies en herinrichting van het onderwijs. Voor diverse postgenocidale situaties zal worden nagegaan welke methoden zijn gehanteerd en wat het 'rendement' daarvan is geweest. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Verwerving van kennis en inzicht. Verwerving van onderzoeksvaardigheden. Verbetering mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Ontwikkeling comparatieve methoden. Contactpersoon: Docenten:
dr. B.G.J. de Graaff dr. B.G.J. de Graaff Feedback: 1. Tentamencijfer 2. Commentaar op referaat 3. Commentaar op werkstuk Bereikbaarheid: E-mail:
[email protected]
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Inlezen in de literatuur Bijdrage aan groepswerk: Voorbereiding discussiebijdragen. Lezen van elkaars werkstukken.
218
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Referaat (10 pt.) Scriptie (60 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzichtverwerving in de methoden van verwerking van genocide. Analyse van wetenschappelijke debatten over nut, noodzaak en effectiviteit van uiteenlopende middelen tot georganiseerde verwerking. Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - M. Minow, Breaking the Cycles of Hatred. Memory, Law and Repair (Princeton/Oxford 2002)M. Minow, Between Vengeance and Forgiveness. Facing History after Genocide and Mass Violence (Boston 1998) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00
219
ALEXANDER DE GROTE Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500146 3 - 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Kennis van de geschiedenis en cultuur van de Oude Wereld Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introductie Oudheid Bronnen voor zelfstudie: R.J. van der Spek en l. de Blois, Een kennismaking met de Oude Wereld (Bussum 2001)F. Naerebout en H.W. Singor, De Oudheid (Amsterdam 1995) Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Over geen andere persoon uit de Oudheid is zoveel te doen als over Alexander III van Macedonië (336-323 v.Chr.), de veroveraar van de wereld. Al tijdens zijn korte leven werd hij zowel vereerd als gehaat op een schaal die voordien geen mens ooit te beurt was gevallen. Alexander werd na zijn dood als een god aanbeden en gold ook na de Oudheid als "ideale koning" in zowel het Islamitische Midden-Oosten als in Middeleeuws Europa. Ondanks de overstelpende hoeveelheid literatuur die de afgelopen eeuw over Alexander verscheen bestaan er nog altijd hevige meningsverschillen over de betekenis van zijn optreden. Was hij een heldhaftige, idealistische jongeling of een kille, op persoonlijke macht en roem beluste massamoordenaar? In dit college zullen studenten zich verdiepen in de hete hangijzers van de Alexanderstudie: Alexanders drijfveren en 'last plans', zijn aanspraken op goddelijke eer, zijn Macedonische achtergrond en zijn relatie tot de Grieken, zijn wreedheid, zijn veldheerschap, zijn betekenis voor de geschiedenis, zijn boeiende houding ten opzichte van drank en vrouwen, et cetera. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Kennis van de geschiedenis en de cultuur van het Midden-Oosten en Griekenland ten tijde van Alexander. Eigen onderzoek naar een deelaspect daarvan en eigen stellingname in het historische debat. Omgaan met antieke bronnen (in vertaling). Mondeling en schriftelijk overtuigen. Contactpersoon: Docenten:
drs. R. Strootman drs. R. Strootman Feedback: Tijdens college, per e-mail en individuele (na)besprekingen Bereikbaarheid: Spreekuur op afspraak, wekelijks e-mail spreekuur
220
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Het inlezen over Alexander en zijn tijd in het algemeen. Het maken van opdrachten en het voorbereiden van korte presentaties over deelaspecten. Elke student verdiept zich vervolgens door literatuurstudie, bestudering van de bronnen en eigen denkwerk in één van de kwesties rond Alexander, waarover hij/zij een referaat houdt en een paper schrijft. Bijdrage aan groepswerk: n.v.t.
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Opdracht(en) (10 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (10 pt.) Toets (20 pt.)
Deadlines: De algemene inleesliteratuur en de opdrachten in de loop van blok 3; het tentamen vindt plaats aan het einde van blok 3.In blok 4 werken de studenten aan het eigen onderzoek en houden zij een referaat daarover. De papers moeten worden ingeleverd aan het einde van blok 4. Wat wordt er beoordeeld: De gelezen literatuur, de gemaakte opdrachten en de presentatie daarvan. Het uitvoeren van een eigen onderzoek, met inbegrip van het vinden van relevante literatuur, het omgaan met bronnen, het formuleren van een probleem- en vraagstelling, schrijfvaardigheid etc. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Richard Stoneman, Alexander the Great (Londen en New York 1997; tweede druk 2004) Syllabus - "Alexander de Grote" Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 30,00
221
DE CINEMATOGRAFISCHE PERCEPTIES VAN HET VERLEDEN Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 2 Onderzoeksseminar II
Code: Blok:
200500093 3 - 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 30 punten voor categorie 1 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Zonder dat we het ons altijd bewust zijn levert film (zowel speelfilm als documentaire) een belangrijke bijdrage aan onze voorstellingen van het verleden. Dat beeld van het verleden is vaak vertekend. In de cursus bekijken we een aantal bekende historische films, dat we vervolgens bestuderen aan de hand van: * historische vakliteratuur over de desbetreffende periode of episode * theoretische literatuur, met name over debatten op het gebied van geschiedenis en film Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar II na het behalen van tenminste 30 ECTS op niveau 1; hieronder moeten zich de cursussen Historisch Ambacht en Onderzoeksseminar I bevinden. Niet-geschiedenisstudenten mogen deze beide cursussen vervangen door gelijkwaardige cursussen van elders, zoals vastgesteld door de opleiding, waaronder in ieder geval onderzoeksvaardigheden. Cursusdoelen: Inzicht en kennis verwerven over verschillende aspecten van Geschiedenis en film; hierover op academisch niveau kunnen communiceren in woord en geschrift. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Henrichs dr. H. Henrichs Feedback: 1. Blok 3: n.a.v. deelname aan discussies, 2. Blok 4: n.a.v. referaat, 3. Blok 4: n.a.v. paper Bereikbaarheid: Via vast spreekuur op dinsdag van 14-15 uur en via e-mail:
[email protected]
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Studenten moeten de afgesproken teksten grondig lezen en hierover in de bijeenkomst vragen kunnen beantwoorden en deelnemen aan een discussie over kernpunten uit deze teksten. Bijdrage aan groepswerk: Studenten moeten kritisch kunnen reageren op referaten en werkstukken van medestudenten
222
Toetsen: Essay tentamen (30 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (20 pt.)
Deadlines: Het eerste blok (3) wordt afgesloten met een tentamen. In het tweede blok (4) werken studenten aan een individueel paper. Ook houden zij in dit blok een referaat over hun paper. Wat wordt er beoordeeld: Tentamen, referaat en paper Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 75,00
223
DE RUSSEN IN DUITSLAND. DE POLITIEK VAN DE SOVJET-UNIE TEN AANZIEN VAN DE SOVJET BEZETTINGSZONE EN DE DDR Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500172 2 - 3 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Wat wilde Stalin met het verslagen Duitsland? Al tijdens de Tweede Wereldoorlog bedacht de communistische leider verschillende plannen voor de toekomstige overwonnen vijand. Na de oorlog claimde Moskou het Oosten van Duitsland en bouwde daar een communistisch systeem op. Plunderingen, verkrachtingen en demontage waren aan de orde van de dag. Hoe reageerden de geallieerden en de Duitse bevolking? Wat waren de pijlers van het communistische beweging? De rol van het Rode Leger, de communistische partij, de KGB/Stasi en de reactie van de bevolking worden behandeld. Ook worden de oorzaken van de val van de Muur in 1989 besproken. In deze cursus zal aan de hand van recente publicaties en origineel bronnenmateriaal uit Duitse en Russische archieven de verhouding tussen (Oost-)Duitsland en de Sovjet-Unie geanalyseerd worden Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Zelfstandig toetsen van archiefmateriaal en onderzoekshypothesen. Herkennen van onderzoeksperspectieven. Opzetten van een eigen onderzoek. Presentatie van onderzoeksvoorstel. Inhoudelijk Duitse kwestie kunnen omschrijven; Russische Duitslandpolitiek en zijn ontwikkeling kunnen samenvatten; afhankelijkheidsrelatie DDR-Sovjet-Unie kunnen beschrijven; Russische bezettingsdoelen kennen. Contactpersoon: Docenten:
drs B.A. de Graaf drs B.A. de Graaf Feedback: Mondeling en schriftelijk commentaar op referaat/paper/toets Bereikbaarheid: Spreekuur
224
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden leesstof/referaat/paper, zelfstandig zoeken van extra literatuur en bestuderen archiefmateriaal Bijdrage aan groepswerk: Bijdrage aan discussie, houden van referaat, presenteren eigen onderzoeksresultaten
Toetsen: Paper (50 pt.) Referaat (20 pt.) Take-home tentamen (30 pt.)
Deadlines: Worden bij aanvang van de cursus bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Literatuur - Norman Naimark, The Russians in Germany: A History of the Soviet Zone of Occupation, 19451949 (Cambridge, Massachusetts 1997) - Willem Melching, Van het socialisme en de dingen die voorbijgaan (Amsterdam 2004) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
225
STIJL EN IDEOLOGIE, POLITIEKE ASPECTEN VAN 20E EEUWSE KUNST Onderwijsinstituut: Geschiedenis ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
15 3 Onderzoeksseminar III
Code: Blok:
200500170 3 - 4 (D)
Onderdeel van Programma: Geschiedenis Toegangseisen: U moet minimaal 22,5 punten voor categorie 2 hebben behaald Veronderstelde voorkennis: Principes van historisch onderzoek Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Historisch Ambacht, Onderzoeksseminar I & II Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De keuze van een artistieke stijl is niet alleen een kwestie van traditie of van persoonlijke voorkeur van de kunstenaar, het is ook vaak een politieke keuze. Stijl geeft uitdrukking aan een collectief zelfbeeld of een politieke ideologie, maar kan ook op politieke gronden worden veroordeeld. Kunstenaar, critici, politici en geheime diensten hebben zich ingespannen om artistieke stijlen op eigen wijze politiek te interpreteren. In deze cursus zal dat worden toegelicht aan de hand van een aantal extreme voorbeelden. Aan de orde komen onder meer de Eerste Wereldoorlog, het Derde Rijk, de Koude Oorlog, het gedeelde Duitsland en de Volksrepubliek China. Volledige ingangseisen: Een student Geschiedenis (major) heeft toegang tot het Onderzoeksseminar III na het behalen van tenminste 22,5 ECTS op niveau 2, inclusief het Onderzoeksseminar II. Nietgeschiedenisstudenten dienen, naast 22,5 ECTS op niveau 2 waaronder een Onderzoeksseminar II, te beschikken over een competente kennis van de algemene geschiedenis en over adequate onderzoeks- en schrijftraining, zulks ter beoordeling van de docent. Cursusdoelen: Inzicht verschaffen in de politieke implicaties van stilistische keuzes in internationaal perspectief. Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Segal dr. J. Segal Feedback: Tijdens bijeenkomsten en op afspraak Bereikbaarheid: Per e-mail:
[email protected]
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Voorbereiden inleesliteratuur, opzetten en uitvoeren onderzoek Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname aan discussies
226
Toetsen: Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen (30 pt.) Schriftelijk werkstuk (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de inleesliteratuur, presentatie van eigen onderzoek, verslag van eigen onderzoek Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten:
Nog onbekend
227
Deel IV
Praktische informatie van de opleiding
228
1.
Plaats binnen faculteit en instituut
1.1
Bestuur
Door de invoering van de M.U.B (wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur) op 1 januari 1998 is de vroegere vakgroep Geschiedenis omgevormd in het Instituut Geschiedenis. Daarmee is ook de bestuursstructuur van het Instituut veranderd. Het Instituut Geschiedenis (één van de vijf Onderwijsinstituten van de Letterenfaculteit) herbergt de opleiding Geschiedenis. Lid van het Instituut zijn de leden van het wetenschappelijk personeel (wp) die op grond van hun werkzaamheden bij de taken van het Instituut betrokken zijn, en alle studenten die staan ingeschreven bij de opleiding Geschiedenis. 1.2
Instituutsbestuur (IB)
Het IB bestaat uit een directeur (hoogleraar), een secretaris-beheerder (wp in vaste dienst) en een student. Het IB is belast met de organisatie en uitvoering van het onderwijs en de examens van de opleiding die deel uitmaakt van het Instituut. De meest recente samenstelling van het IB is bekend bij het secretariaat. 1.3
Opleidingen
Het onderwijsprogramma wordt gecoördineerd door de opleidingscoördinator. De opleidingscoördinator werkt onder verantwoordelijkheid van het IB. Voor geschiedenis is dit dr. J. Segal. Bij de opleiding Geschiedenis wordt de opleidingscoördinator terzijde gestaan door de programmacoördinator, mw.drs. M. Romijn voor de voltijdopleiding en dr. R.E.M.A. de Peuter voor de deeltijdopleiding.
229
2.
Secretariaat, commissies, afdelingen
2.1
Beheer, secretariaten
Kamer 0.01, Receptie: Dhr. K. Mahtabi, tel. 030-2536409 Kromme Nieuwegracht 80, Gebouwenbeheer: Dhr. T. Groenman (Hoofd HBZ Letteren), Drift 8, kamer 1.11, tel. 030-2536009 Postvakken Postvakken van medewerkers bevinden zich op de begane grond, tussen de receptie en het secretariaat. Postvakken van voltijd- en deeltijd- en masterstudenten bevinden zich in de koffiekamer op de 1e etage. Postvakken van studentengroeperingen: kamer 2.08. Kamer 0.02, Coördinator Organisatie & Ondersteuning Geschiedenis en Cultuur Mw. drs. L. Van der Kaaden, tel. 030-2536422 Kamer 0.04, Secretariaat Mw. A. van den Hurk, hoofd secretariaat Mw. R. Linnenbank, 1e medewerker secretariaat, onderwijs Mw.drs. M. Zwierstra, medewerker secretariaat, algemeen Het secretariaat is geopend van maandag tot en met vrijdag van 10.00-12.30 uur en 13.30-16.00 uur. Tevens is het secretariaat dan telefonisch bereikbaar op nummer 030-2536222. E-mail:
[email protected] Kamer 1.07, Studieadviseur: mw.drs. M.B. Kleine, kamer 1.07, tel. 030-2536353. telefonisch spreekuur: maandag van 11.30-12.30 uur inloopspreekuur: dinsdag van 11.30-12.30 uur en donderdag van 14.00-15.00 uur spreekuur deeltijdstudenten: op afspraak, donderdagavond, tel. 030-2536353. Reproductie: Het reproductiewerk wordt verzorgd door Artilex, Nobeldwarsstraat 25 tel. 030-253 6121. Opdrachten van minder dan 50 afdrukken per origineel kunnen dagelijks tussen 09.00-16.00 uur worden aangeboden. Adreswijzigingen In geval van verhuizing worden studenten dringend verzocht hun adres zelf in OSIRIS on-line te wijzigen. 2.2
Commissies
Opleidingcommissie (OC) Voor elke opleiding bestaat een paritair samengestelde opleidingscommissie (OC). De OC Geschiedenis bestaat uit vier stemhebbende wp-leden (inclusief de voorzitter) en vier stemhebbende student-leden. De docent-leden in het collegejaar 2005-2006 zijn: dr. M. Mostert (voorzitter), dr. S. Evers, dr. F. Baudet en dr. R. van Vuurde. De student-leden zijn: I. Raaijmakers, J. van Egmond, E. van Diepen en B. Brummelhuis (deeltijdstudent). Studie-adviseur M. Kleine, de programmacoördinatoren en de opleidingscoördinator wonen de vergaderingen ook bij. Voor de meest recente samenstelling van de commissie kunt u zich tot het secretariaat wenden.
230
De OC adviseert het IB in zaken betreffende organisatie en inrichting van het onderwijs. De vergaderingen van de OC zijn openbaar. Leden van het Instituut Geschiedenis kunnen schriftelijk (via het secretariaat) opmerkingen betreffende het onderwijs aan de OC doen toekomen. Examencommissie De examencommissie van de opleiding Geschiedenis bestaat uit de volgende leden: dr. E.A. Hemelrijk (voorzitter), prof.dr. L.J. Dorsman (secretaris), dr. E. Kloek, dr. G. de Bruin en prof.dr. M. Prak. Het kan voorkomen dat de samenstelling van de commissie in de loop van het collegejaar wisselt. Voor de meest recente samenstelling kunt u zich tot het secretariaat wenden. Voor onderstaande zaken kunt u terecht bij de volgende personen van de examencommissie: Goedkeuring onderwijsonderdelen buiten de faculteit en buitenland HBO-instroom Toezicht bachelor-master Beroepszaken Eerstejaars studieadvies Secretaris
prof.dr. M. Prak dr. E. Kloek dr. E.A. Hemelrijk dr. E.A. Hemelrijk dr. G. de Bruin prof.dr. L.J. Dorsman
Algemene zaken betreffende examens zijn opgenomen in het Opleidingsstatuut. Een volledige versie van het officiële Onderwijs- en Examenreglement van de opleiding Geschiedenis ligt ter inzage op het secretariaat Geschiedenis (Kromme Nieuwegracht 66, kamer 0.04). Het examenreglement van alle opleidingen is te vinden via www.let.uu.nl/studiepunt > Onderwijs- en examenregelingen (OER).
ICT in het onderwijs Bij de opleiding Geschiedenis worden steeds meer ICT-vaardigheden in het onderwijs geïntegreerd. Daarnaast leggen studenten een digitaal portfolio aan, waarin zij hun studievoortgang en -vaardigheden registreren. PR-commissie De PR-commissie coördineert de voorlichting bij de opleiding Geschiedenis. De commissie bestaat uit: mw. drs. M. Kleine studieadviseur mw. dr. M. Romijn programmacoördinator mw. drs. M. Zwierstra medewerkster Secretariaat prof. dr. D. Hellema docent vacature studentlid 2.3
Afdelingen van het Instituut Geschiedenis
Geschiedenis van de Oudheid en Antieke Cultuur (GOAC) Afdelingshoofd: mw.prof.dr. J.H. Blok Geschiedenis van de Middeleeuwen (ME) afdelingshoofd: mw.prof.dr. M.B. de Jong Economische en Sociale Geschiedenis na 1500 (ESG) afdelingshoofd: prof.dr. M. Prak, prof.dr. J.L. van Zanden Politieke Geschiedenis na 1500 (PG) afdelingshoofd: prof.dr. I. de Haan. Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen na 1500 (GIB) afdelingshoofd: prof.dr. D.A. Hellema Geschiedenis van Cultuur, Mentaliteit en Ideeën na 1500 (CMI) afdelingshoofd: prof.dr. W.W. Mijnhardt
231
2.4
Bijzondere leerstoelen
Utrecht Studies Prof.dr. R.E. de Bruin Universiteitsgeschiedenis Prof.dr. L.J. Dorsman Leer der Internationale Betrekkingen prof.dr. J.Q.Th. Rood Nederlandse Cultuur van de 20e eeuw in Internationale Context prof.dr. M. van Rossem Vrouwengeschiedenis Prof.dr. M. Schwegman (afwezig tot 2007) Veiligheidsproblematiek prof.dr. J.G. Siccama Bedrijfsgeschiedenis Prof.dr. K.E. Sluyterman Geschiedenis van de Psychiatrie prof.dr. J. Vijselaar
232
3.
Huisregels
3.1
Inleiding
Dit deel bevat de meest voorkomende regelingen die van belang zijn voor het volgen van onderwijs. Het is mogelijk dat deze regelingen in de loop van het jaar worden bijgesteld of veranderd. Hiermee zijn we meteen bij één van de belangrijkste regels: het is voor iedere student noodzakelijk om regelmatig kennis te nemen van mededelingen die het onderwijs betreffen, daartoe dient elke student: 1. regelmatig zijn universitaire e-mail (
[email protected]) te lezen; 2. regelmatig de Websites van de Opleiding Geschiedenis (http://www.let.uu.nl/geschiedenis/) en van het Studiepunt Letteren (www.let.uu.nl/studiepunt/) te bekijken; 3. regelmatig zijn postvak (in de kantine van KNG 66) te legen; 4. de Inforubriek van het U-blad bij te houden (Het U-blad is af te halen in universitaire gebouwen) In toenemende mate geschiedt de informatievoorziening via de e-mail en het web: ook van belangrijke wijzigingen wordt de student niet meer via de post op de hoogte gesteld. Binnen cursusverband gaat de communicatie tussen docent en student ook dikwijls via de e-mail. Het is dus noodzakelijk dat elke student deze vormen van communicatie kent en frequent benut.
3.2
Inschrijvingen
De cursusinschrijving wordt verzorgd door de studieadministratie van de Faculteit der Letteren via OSIRIS (Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en InschrijfSysteem). Inschrijving geschiedt tijdens vaste periodes voorafgaand aan ieder blok. Inschrijvingen vinden in principe twee keer per jaar plaats in juni voor periode 1 en 2 en in november voor periode 3 en 4. De cursusinschrijving voor blok 1 en 2 (semester 1) opent maandag 6 juni 2005 om 9.00 uur, de inschrijving blijft open tot zondag 26 juni 2005 24.00 uur. Cursussen waarvan wordt verwacht dat de plaatsingsmogelijkheden niet toereikend zijn voor de belangstelling onder studenten kennen een aangepaste inschrijvingsprocedure; zie hiervoor up-todate informatie op www.let.uu.nl/studiepunt > Meer > onderwijs algemeen > cursusinschrijving. Hier treft u ook de data van de tweede inschrijfperiode.
Tijdens de twee inschrijfperiodes kan men zich inschrijven op alle cursussen. Beide inschrijvingsronden kennen daarnaast wijzigingsdata die veelal vier weken na de inschrijvingsronden plaatsvinden. Tijdens deze wijzigingsdagen kunt u zich uitschrijven voor cursussen; daarnaast is inschrijven beperkt mogelijk, namelijk slechts voor cursussen waarin nog plaats is. Houd rekening met het beperkte karakter van inschrijving gedurende de wijzigingsdagen. Stel een goede planning op en bespreek die met uw tutor of studieadviseur; ga daarbij uit van inschrijving gedurende de vaste inschrijfperiodes! De beschikbare cursusinformatie wordt gepubliceerd in een cursuskrant op Internet: www2.let.uu.nl/cursuskrant/
Bij de inschrijving zijn de volgende regels van toepassing: Studenten schrijven zich zelf in voor de cursussen waaraan zij willen deelnemen via OSIRIS. Studenten schrijven zich in voor maximaal 3 cursussen per periode. Bij de cursusinschrijving controleert de student zelf of het mogelijk is om verschillende cursussen van zijn keuze tegelijkertijd te volgen zijn. Dit is te controleren via de cursusinformatie in de cursuskrant en via OSIRIS waar, op het moment van inschrijving, ook de roostering van de cursus in de periode vermeld staat. Cursussen die verzorgd worden door één afdeling van het instituut zijn in principe naast elkaar te volgen. Dit is niet noodzakelijkerwijs het geval bij cursussen van andere afdelingen, waardoor de kansen op overlap groot zijn. Studenten dienen hiermee rekening te houden bij hun jaarplanning.
233
Let wel: eerstejaars geschiedenisstudenten behoeven zich voor de eerstejaarscursussen van blok 1 en 2 niet in te schrijven. Voor hen begint inschrijving dus pas in november met de inschrijving voor de eerstejaarstcursussen in periode 3 en 4! 3.3
Overinschrijving
Het geschiedenisonderwijs is druk beklant. Binnen de opleiding hebben we enkele middelen ingezet om de studentenstromen, intern en van buiten, optimaal te kunnen geleiden. Bij de inschrijving voor geschiedeniscursussen krijgen geschiedenisstudenten voorrang. Taal- en Cultuurstudiesstudenten gelden als examenstudenten geschiedenis; zij hebben dus gelijke rechten. Studenten uit andere opleidingen worden bij de inschrijving slechts geplaatst indien er boven het aantal ingeschreven geschiedenis- en TCS-studenten nog ruimte is. 3.3.1
Eerstejaarscursussen en historiografie en theorie
Voor alle eerstejaarscursussen en de tweedejaarscursussen historiografie en theorie wordt het aantal deelnemers beperkt door de docentencapaciteit van het instituut. Hier geldt logischerwijze dat alle geschiedenis- en TCS-studenten kunnen worden geplaatst. Toelating van andere studenten is afhankelijk van het aantal geschiedenis- en TCS- studenten. Een uitzondering op deze regel maken we voor twee categorieën: 1. 2.
Studenten die een premaster traject volgen waarvan deze cursussen deel uitmaken hebben evenzeer recht op een plaats. Met de opleiding Liberal Arts en Sciences worden afspraken gemaakt over een beperkt aantal toe te laten studenten per cursus.
Naar alle waarschijnlijkheid is de instroom van eerstejaars ook in 2005-2006 zodanig hoog dat géén externe studenten kunnen worden geplaatst. Studenten die zich niettemin inschrijven, krijgen bericht na de eerste fase van de inschrijving. Zij dienen echter reeds bij aanvang van inschrijving rekening te houden met het feit dat de kans op plaatsing zeer gering is. Let wel: eerstejaars geschiedenisstudenten worden vanaf het eerste blok in vaste groepen geplaatst. Deze vaste eerstejaarsgroepen bepalen de plaatsing van andere studenten: plaats en tijd van de groepen voor recidivisten en TCS-studenten worden voor aanvang van de cursus door het Instituut geschiedenis via http://www2.let.uu.nl/Solis/geschiedenis/onderwijsaanbod.htm bekend gemaakt. Wisselen van groep is alleen mogelijk na schriftelijke toestemming van de studieadviseur en/of opleidingscoördinator!
3.3.2 Casuscursussen, onderzoeksseminars II en III Alle andere geschiedeniscursussen in het tweede en derde jaar van de opleiding zijn aan een maximum aantal deelnemers gebonden. Hiermee bereiken we twee doelen: de didactische verscheidenheid van het programma en de spreiding van thema’s over een breed aanbod. Voor 2005-2006 houden we vast aan de volgende maxima: -
themacursussen kennen meestal geen maximum, behalve wanneer de aantallen niet in de beschikbare zalen passen. Groepsgroote varieert tussen de 40 en de 150 casuscursussen bevatten maximaal 30 studenten onderzoeksseminar II en onderzoeksseminar III kennen een maximum van 25 studenten
Binnen elke cursusvorm worden varianten aangeboden die plaatsingsmogelijkheden in verschillende perioden voor examenstudenten afdoende moeten waarborgen. Voor deze cursusvarianten gelden altijd de bovengenoemde maxima. Zie voor nadere informatie over inschrijfdata en procedures www.let.uu.nl/studiepunt > Meer > onderwijs algemeen > cursusinschrijving.
234
3.3.3
Voltijders in avondonderwijs
Inschrijving voor het deeltijdonderwijs verloopt volgens dezelfde principes; bij plaatsing van het deeltijdonderwijs geldt dat deeltijders te allen tijde voorrang hebben boven voltijdstudenten. 3.4
Ingangseisen
Wanneer studenten deelnemen aan cursussen van het Instituut Geschiedenis moeten zij voldoen aan de ingangseisen die voor de cursus worden gesteld. Voor toelating tot cursussen dient men andere onderwijsonderdelen reeds met een voldoende resultaat te hebben afgesloten. Inschrijving voor die cursussen heeft dan ook alleen maar zin, wanneer men reeds aan de gestelde ingangseisen voldoet of wanneer men op het moment van inschrijving redelijkerwijs ervan uit kan gaan dat men bij aanvang van die cursussen daaraan zal hebben voldaan. Voor de precieze ingangseisen wordt verwezen naar de cursusbeschrijvingen. De algemene ingangseisen per cursustype zijn beschreven in het eerste deel van deze studiegids.
3.5
Toegang tot de werkgroep
Bij de werkgroepbijeenkomsten van alle werkcolleges worden door de docenten de onderstaande ‘huisregels' gehanteerd. Van de studenten wordt verwacht dat zij deze regels in acht nemen. 1 a b
2 a b 3 a b
Aanwezigheid: Aanwezigheid is verplicht; afwezigheid dient tevoren met opgave van redenen te worden gemeld bij de docent. Indien een student afwezig is zonder opgave van redenen, kan hem verdere deelname aan het college ontzegd worden. In ieder geval zal hij slechts na een bezoek aan de studieadviseur weer kunnen worden toegelaten. Voorbereiding: Iedereen dient voorbereid op het college te verschijnen. Bij onvolledige voorbereiding moet dit bij het begin van het college aan de docent worden gemeld. Bij herhaald evident gebrek aan voorbereiding kan de docent studenten verzoeken het werkcollege te verlaten en zelfstandig het tentamen en de opdrachten voor te bereiden. Opdrachten: Opdrachten en andere vooraf overeengekomen verplichtingen dienen uiterlijk tijdens de werkgroepbijeenkomst te zijn ingeleverd. Niet of te laat inleveren zonder vooraf gemelde reden leidt tot een zwaardere opdracht; herhaald niet inleveren leidt tot uitsluiting van het werkcollege.
De student participeert in de werkgroep waarvoor hij is ingedeeld. De opleidingscoördinator en de studieadviseur bepalen in overleg met de cursuscoördinator of een student tot een werkgroep mag toetreden of van werkgroep mag wisselen. De docent geeft een eventuele werkgroepwijziging door aan het secretariaat Geschiedenis. Bij vroegtijdig beëindigen van de cursus dient men dit bij de docent(e) te melden. 3.6
Colleges
Het Instituut Geschiedenis gaat er van uit dat een voltijdstudent ook voltijd beschikbaar is. In principe vergt één cursus dus de helft van een normale werkweek, dat wil zeggen zo’n 20 uur. Daartoe behoort naast de bijeenkomsten prominent de zelfstudie – alle cursussen binnen het geschiedeniscurriculum kennen zelfstudie immers als voorwaarde voor en basis van het onderwijs. 3.7
Herkansingen
In het nieuwe onderwijsmodel gelden voor herkansingen de volgende uitgangspunten. De noodzaak van het organiseren van herkansingen is afgenomen omdat er per cursus meestal twee tot drie toetsmomenten zijn ingesteld. Hierdoor wordt het afsluiten van de cursus met een goed resultaat bevorderd: de student kan immers op meerdere tijdstippen en op verschillende
235
onderdelen scoren. De weging van de deeltoetsen voor het eindcijfer wordt door de docent vastgesteld. De student heeft geen recht op herkansing als het behaalde eindcijfer van de cursus lager is dan een 5,0. Voor deeltoetsen die 50% of meer van het eindcijfer uitmaken wordt aan de docent aanbevolen om een herkansingsmogelijkheid in te stellen. De docent beslist echter of, wanneer, en voor welke onderdelen er herkansingsmogelijkheden zijn. Indien die mogelijkheid wordt ingesteld zal gepoogd worden deze zo veel mogelijk binnen de 11 of 22 weken van de cursusduur te organiseren. 3.8
Klachtenprocedure onderwijs
Ontevredenheid over organisatie en inhoud van het onderwijs, de docent, of de toetsing van onderwijsonderdelen zal allereerst bij de betrokken docent moeten worden aangekaart. Mocht deze echter in de ogen van de klager geen afdoende reactie vertonen, dan zijn andere stappen mogelijk. Klachten over het onderwijs van het instituut Geschiedenis worden, afhankelijk van de aard van de klacht, behandeld door de Examencommissie, de Opleidingscommissie, en het Instituutsbestuur. Bij een klacht over beoordeling/toetsing van een cursus of van toetsonderdelen uit de cursus kan de student zich direct richten tot de voorzitter van de Examencommissie, Dr. E.A. Hemelrijk Klachten over de organisatie en inhoud van het onderwijs, of over de rol van de docent, kunnen worden gedeponeerd bij de voorzitter van de Opleidingscommissie, Dr. M. Mostert; de Opleidingscommissie zal de klacht onderzoeken. Daaruit kan een evaluatie van de cursus voortvloeien, en/of een uitwisseling met de docent-coördinator van de cursus. De Opleidingscommissie kan daarnaast besluiten een klacht door te sturen naar het Instituutsbestuur. Daarnaast kunnen klachten worden gedeponeerd bij het digitale klachtenloket van de studentenvereniging UHSK (www.let.uu.nl/uhsk/, doorklikken op Onderwijs, vervolgens op Klachenloket). Van daaruit worden de klachten desgewenst doorgeleid naar de betreffende instantie. Desgewenst is het ook mogelijk een klacht betreffende het onderwijs te deponeren bij de klachtencoördinator van de faculteit; Drift 8, 3512 BS Utrecht. Telefoon: (030) 253 6332, E-mail:
[email protected]
3.9
Studenteninitiatief
Studenten kunnen ook zelf onderwerpen voor een cursus indienen bij de desbetreffende afdeling. De onderwerpen moeten ruim van tevoren worden ingediend zodat het mogelijk is om een docent bereid te vinden het onderwerp te begeleiden. In de praktijk betekent dit dat reeds in het najaar van een lopend studiejaar moet worden gesproken over onderwijs in het daaropvolgende studiejaar. Van de studenten wordt verwacht dat zij een rol spelen bij het opzetten van de werkgroep. Een studenteninitiatief maakt meer kans door een afdeling geaccepteerd te worden als er al (± 10) studenten van tevoren belangstelling hebben getoond voor het onderwerp. 3.10
Staking van de studie
Studenten die hun studie staken worden dringend verzocht dat niet alleen te melden bij het StudiePunt Letteren op Drift 8 (tel. 030-2536285) maar ook rechtstreeks bij het secretariaat van het Instituut Geschiedenis, Kromme Nieuwegracht 66, kamer 0.04 (tel. 030-2536222). 3.11
Fraude en plagiaat
Plagiaat en andere vormen van academische fraude zijn zware vergrijpen die streng worden bestraft. Volgens art. 6.3.3. en 5.5 van het Opleidingsstatuut is de mogelijke sanctie voor fraude tijdens tentamens, schriftelijke werkstukken of andere toetsen uitsluiting van één toets of tentamen, tot zelfs uitsluiting van alle tentamens gedurende een jaar, afhankelijk van de omvang van de fraude en eventuele eerdere overtredingen. Op de website van Geschiedenis staat meer informatie over plagiaat en de manieren waarop dit te voorkomen is. Zie http://www.let.uu.nl/geschiedenis/plagiaat.
236
4.
Studieadvisering
De opleidingen in de Faculteit zijn verdeeld over vijf studieadviseurs. De student kan bij de studieadviseur terecht met vragen over het studieprogramma, de studievoortgang, de studiemotivatie, de examenregelingen, de invulling van de vrije ruimte, persoonlijke problemen en ziekte. Voor korte gesprekken kan de student naar de inloopspreekuren gaan. Voor vragen die meer tijd in beslag nemen zoals specialisatiekeuze, studieplanning, studievertraging en dergelijke, is het raadzaam een afspraak te maken van 30 minuten. Dit kan via het StudiePunt Letteren, Drift 8, telefoon 030-2536285 (dagelijks geopend op werkdagen van 10.00-16.00 uur) of het secretariaat van de opleiding Geschiedenis, Kromme Nieuwegracht 66, telefoon 030-2536222 tijdens de openingstijden (zie hoofdstuk 2). Ook telefonisch kan contact worden opgenomen met de studieadviseur. Indien er vragen zijn over de planning van de studie moet de student voorafgaand aan het gesprek met de studieadviseur een planning hebben gemaakt. Er is een planningsformulier verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren. Een planning kan niet via de e-mail worden voorgelegd. De studieadviseur van de opleiding Geschiedenis is mw.drs. M.B. Kleine Adres: Kromme Nieuwegracht 66, kamer 107 Telefoon: 030-2536353; e-mail:
[email protected] Inloopspreekuren zijn op dinsdag van 11.30 - 12.30 uur en op donderdag van 14.00 - 15.00 uur. Telefonisch spreekuur is op maandag van 11.30 - 12.30 uur. Voor deeltijdstudenten Geschiedenis is het mogelijk een afspraak te maken via het StudiePunt Letteren op donderdagavond of via het secretariaat Geschiedenis. Het is noodzakelijk zo spoedig mogelijk bij de studieadviseur te melden als er sprake is van studievertraging door ziekte of persoonlijke (familie)omstandigheden. Voor specifieke vragen over studiefinanciering kan de student contact opnemen met het Studenten Service Centrum (locatie binnenstad: Achter St. Pieter 25, tel. 030 - 2537000, openiningstijden dagelijks 11.00-14.00 uur).
237
5.
StudiePunt Letteren
Het StudiePunt is het facultaire informatiecentrum voor onderwijszaken. Studenten en mensen die in de toekomst aan de faculteit willen studeren kunnen hier terecht voor allerlei informatie, bijvoorbeeld met vragen over inschrijvingen, dossieroverzichten of het volgen van vakken aan een andere faculteit. Maar het is ook mogelijk om een afspraak te laten maken met bijvoorbeeld de stagecoördinator of een studieadviseur. Aan de balie van het StudiePunt worden bovendien alle readers en werkboeken voor cursussen verkocht. Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief naar alle letterenstudenten. Het is van groot belang dat studenten kennis nemen van de inhoud van dit bulletin. Praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse Letterenstudenten is via de website van het StudiePunt te vinden. Ook zijn hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen aan te treffen. Kijk op www.let.uu.nl/studiepunt.
Adresgegevens Drift 8 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6285 e-mail:
[email protected]
Openingstijden Dagelijks geopend van 10.00-16.00 uur Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van 17.00-19.00 uur.
238
6.
Studentenorganisaties en -bladen van de opleiding
6.1
Studentenorganisaties en verenigingen
Utrechtse Historische Studenten Kring: (UHSK) De Utrechtse Historische Studenten Kring is de studievereniging voor geschiedenisstudenten aan de Universiteit Utrecht (UU). De UHSK werd opgericht op 5 maart 1926 en is een bloeiende vereniging: met bijna 1000 leden is de UHSK de grootste studievereniging binnen de Faculteit Letteren en de grootste historische studievereniging van het land. Omdat contacturen over het algemeen schaars zijn bij de studie Geschiedenis, organiseert de UHSK een scala aan activiteiten en schept de vereniging zo ruimschoots gelegenheid studiegenoten beter te leren kennen De UHSK heeft als doelstellingen het behartigen van de belangen van haar leden op onderwijsgebied enerzijds, en het ontplooien van gezellige en/of studie-inhoudelijke activiteiten voor haar leden anderzijds. Deze activiteiten worden vormgegeven door de ongeveer twintig commissies die de UHSK rijk is. De commissies organiseren excursies, symposia, lezingen en carrièredagen. Zo is er de excursie naar het buitenland (afgelopen jaren werden onder andere Boedapest, Lissabon, Istanbul en Tunesië bezocht) en het weekend op Ameland. Op het jaarlijkse symposium verschenen de afgelopen jaren al gerenommeerde sprekers als Ed van Thijn, Jozias van Aartsen, Camiel Eurlings en Cees Flinterman. Verder worden met regelmaat lezingen en politieke cafés georganiseerd. Ook biedt de vereniging mogelijkheden tot het opdoen van ervaring in schrijven en redactiewerk, in de twee ledenbladen die de UHSK kent. Het wetenschappelijk tijdschrift Aanzet bestaat al meer dan twintig jaar, en geeft jonge historici de kans op wetenschappelijk niveau te publiceren. Het ledenblad Argus informeert de leden over het reilen en zeilen van de vereniging, en bevat zowel serieuze als luchtige artikelen. Naast de studie-inhoudelijke kant kent de UHSK bovendien veel gezelligheid in de vorm van borrels, feesten, gala’s, toneelvoorstellingen, ouderdagen, weekenden en theatervoorstellingen. Het gala wordt georganiseerd rondom de dies van de vereniging (5 maart) en is ieder jaar weer een groot succes. Specifiek voor eerstejaars studenten is er een Eerstejaarsraad, die activiteiten organiseert waar nieuwe studenten elkaar kunnen leren kennen. In de commissies is het mogelijk om ervaring op te doen met organiseren en samenwerken, en andere studenten te leren kennen. Ook in samenwerking met andere verenigingen wordt het nodige ondernomen. Zo is er het FullHouse feest van vijf verenigingen, de PHV-activiteiten die samen met de andere geschiedenisverenigingen in Nederland worden georganiseerd en het jaarlijkse sporttoernooi waaraan verenigingen van de Letterenfaculteit deelnemen. Verder maakt de UHSK deel uit van de International Students of History Association, die het mogelijk maakt buitenlandse geschiedenisstudenten te ontmoeten. Naast het organiseren van gezellige en interessante activiteiten houdt de UHSK zich intensief bezig met het onderwijs Het onderwijs wordt behartigd door de boekverkoop voor vakken aan het Instituut Geschiedenis, die de UHSK aan het begin van elk blok organiseert. Ook is er een onderwijscommissie, die nauw samenwerkt met de opleidingscommissie van het Instituut Geschiedenis. In de onderwijscommissie wordt de gang van zaken in het onderwijs besproken en geëvalueerd. Hieruit vloeit jaarlijks de onderwijsevaluatiedag voort, in samenwerking met docenten. Daarnaast vervullen veel actieve leden van de UHSK een functie in inspraakorganen binnen het Instituut, de Faculteit en de Universiteit. De UHSK wordt voorgezeten door een bestuur, dat bestaat uit vijf personen. Zij zijn dagelijks aanwezig en zijn verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de vereniging. Verder is er iedere week een stuurgroep waarin het bestuur, de commissies en geïnteresseerden de gang van zaken binnen de vereniging bespreken. Lid worden van de UHSK kan het hele jaar door! Het lidmaatschap kost 15 euro per jaar. Als lid kun je met korting boeken bestellen, ontvang je de ledenbladen Aanzet en Argus, kun je deelnemen aan alle activiteiten en natuurlijk actief worden in commissies! De meeste geschiedenisstudenten worden lid tijdens het jaarlijkse introductiekamp, maar anders kun je ook
239
gewoon langskomen op de UHSK-kamer en even iemand van het bestuur vragen. Of kom eens langs op het geschiedeniscafé op dinsdagavond in Lokaal Negen aan de Trans, of op de UHSKkamer voor een kop koffie en een krantje! De UHSK-kamer is elke dag open van 10.00 uur tot 17.00 uur. Utrechtse Historische Studenten Kring Kromme Nieuwegracht 66 (kamer 2.08) 3512 HL Utrecht tel.: 030-2536449 giro 5360314 e-mail:
[email protected] website: www.uhsk.nl
Studieboekenverkoop via de UHSK Een andere belangrijke bezigheid van de UHSK is de boekverkoop. Per blok worden de boeken van verschillende vakken door de UHSK besteld en verkocht tegen sterk gereduceerde prijzen. Aangezien de boeken gedurende de eerste week van elk blok klaarliggen op de UHSK-kamer in het Instituut Geschiedenis biedt de UHSK een makkelijke en goedkope manier om aan studieboeken te komen. Per september 2003 verloopt de UHSK-studieboekenverkoop via een online module, waarlangs ouderejaarsstudenten zelf hun boeken kunnen bestellen. Voor eerstejaars zal de bekende bulkbestelling blijven bestaan; zij hoeven zich hiervoor niet in te schrijven. In overleg met de betreffende studenten zal de UHSK pogen zo veel mogelijk boeken tegen reductie aan te bieden middels deze module. Het inschrijven voor een of meer boeken verloopt via een eenvoudig 4-stappenplan, waarover meer informatie te vinden is in het speciale boekje hierover. De module is te vinden op de UHSKsite op de pagina ‘boekverkoop’. Voor meer vragen kunt u terecht bij de onderwijscommissaris van de UHSK. Stichting Historisch Platform De Stichting Historisch Platform is een landelijke netwerk- en serviceorganisatie waarbij historici, geschiedenisstudenten en geïnteresseerden zich kunnen aansluiten. Het Historisch Platform richt zich op zowel historici die binnen hun vakgebied werkzaam zijn als ook op degenen die daarbuiten een werkkring gevonden hebben. Ook studenten heeft het Historisch Platform veel te bieden. Voor (aankomende) historici die zich goed willen voorbereiden op de arbeidsmarkt is ‘Maak werk van geschiedenis - Historici en arbeidsmarkt’ interessant. Deze gids geeft een realistisch beeld van de positie van historici op de verschillende arbeidsdeelmarkten. In de gids worden suggesties gedaan om tijdens en na de studie de kans op aansluiting bij de arbeidsmarkt te vergroten. De gids is online te raadplegen via www.historischhuis.nl Het Historisch Platform probeert via haar website www.historischhuis.nl te fungeren als wegwijzer binnen de Nederlandse historische wereld. Op deze site vindt u onder meer onze almanak. In dit nuttig naslagwerk vindt u handzaam en overzichtelijk gepresenteerd informatie over archieven, universiteiten, bibliotheken, stichtingen en verenigingen. Daarnaast is er op www.historischhuis.nl een recensiebank met besprekingen van historische boeken en een gids waarmee men sprekers voor lezingen over historische onderwerpen aan kan vragen. Voor studenten bijzonder interessant is de mogelijkheid om de eigen scriptie online te publiceren in de scriptiebank van het historisch huis. Het Historisch Platform probeert met activiteiten zoals congressen, debatten en lezingen het contact tussen professionele historici en historisch geïnteresseerden te bevorderen. Meer informatie vindt u op onze internetsites www.historischplatform.nl en www.historischhuis.nl. Om in contact met ons te komen kunt u mailen naar
[email protected], bellen naar tel. 020-4208598 of schrijven naar Historisch Platform, Postbus 1757, 1000 BT Amsterdam Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap Het KNHG, het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, behartigt de belangen van alle beoefenaren van de geschiedenis. Het Genootschap vertegenwoordigt Nederland in het International Committee of Historical Sciences, de internationale organisatie van historici die om
240
de vijf jaar een internationaal historisch congres organiseert. Geschiedenisstudenten kunnen ook lid worden van het KNHG. Het KNHG biedt haar leden het volgende: het algemene vaktijdschrift voor Nederlandse geschiedenis: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, waarin artikelen en essays over de geschiedenis van de Lage Landen en recensies van belangrijke recent verschenen historische publicaties. twee congressen per jaar, met thema’s variërend van ‘Monarchiestudies’ tot ‘Natuur en nationale identiteit in Nederland en België in de negentiende en twintigste eeuw’. kortingen van 25% op diverse publicaties van de uitgevers op het terrein van de Nederlandse geschiedenis. het HG-nieuws en een website voor informatie over recente ontwikkelingen, tentoonstellingen en activiteiten: www.knhg.nl. Lidmaatschap voor studenten en promovendi kost 31 euro, voor anderen is dat 57,50 euro per jaar. Nieuwe leden ontvangen een aantrekkelijk welkomstgeschenk. Voor aanmelden of meer informatie kan je contact opnemen met het KNHG, Postbus 90406, 2509 LK in Den Haag, tel. 070-314 0363, E-mail:
[email protected], website: www.knhg.nl Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) is een wetenschappelijk instituut met als taak het stimuleren van onderzoek naar de geschiedenis van Nederland. Het ING verzorgt verschillende uitgaven die het verleden voor onderzoekers toegankelijk maken: bronnenpublicaties, onderzoeksgidsen en verschillende naslagwerken. De uitgaven van het ING verschijnen in boekvorm of online op www.inghist.nl. Op de website – gratis te raadplegen – vindt men onder meer de volgende publicaties: Repertorium Geschiedenis Nederland – het meest complete overzicht van literatuur over de Nederlandse geschiedenis Dutch Asiatic Shipping – een overzicht van alle scheepsbewegingen onder VOC-vlag tussen de Republiek en Azië 1595-1795 Biografisch Woordenboek van Nederland – korte levensbeschrijvingen van markante Nederlanders uit afgelopen anderhalve eeuw Sociale zekerheid 1890-1967 – een onderzoeksgids die een belangrijk maar complex beleidsterrein in kaart brengt Kleine politieke partijen 1918-1967 – een database met gegevens over de partijen langs de zijlijn van de Nederlandse politiek Centrale Inlichtingendienst 1919-1940 – een ‘reconstructie’ van het vernietigde archief van de voorloper van BVD en AIVD
Uiteraard biedt de website ook de nodige informatie over andere uitgaven en projecten van het ING. Een bezoek aan www.inghist.nl is de moeite meer dan waard.
Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Postbus 90755 ▪ 2509 LT Den Haag tel.: 070 315 64 00 e-mail:
[email protected] web: www.inghist.nl Alumnivereniging Geschiedenis Utrecht De Alumnivereniging Geschiedenis Utrecht VIGU is opgericht in 1996. Zij houdt zich bezig met het organiseren van activiteiten voor aan de UU afgestudeerde historici en andere geïnteresseerden. Door middel van een nieuwsbrief (in principe twee keer per jaar) worden de leden op de hoogte gehouden van onder meer de ontwikkelingen binnen het Instituut Geschiedenis, van universitaire activiteiten als lezingen, promoties, Studium Generale activiteiten en contractonderwijs. De Alumnivereniging organiseert ieder jaar het middagprogramma voor de universitaire alumnidag, sector geschiedenis, die jaarlijks eind maart of begin april op een zaterdag plaatsvindt. Het programma bestaat uit enkele voordrachten over interessante historische onderwerpen en wordt afgesloten met een borrel. De onderwerpen voor de lezingen worden meestal gekozen naar aanleiding van recent verschenen publicaties of recentelijk afgesloten onderzoek. Naast deze hernieuwde kennismaking met het vakgebied is de borrel natuurlijk de gelegenheid om vroegere
241
studiegenoten te ontmoeten. In het najaar organiseert de Alumnivereniging een tweede bijeenkomst met een soortgelijke opzet. De Alumnivereniging is van plan in het collegejaar 2005-2006 een eigen website te maken. Deze website zal onder meer toegankelijk zijn vanuit de website van het instituut: www.let.uu.nl/geschiedenis. Ook daar kan dus informatie gevonden worden over de vereniging en de geplande activiteiten. Het lidmaatschap van de VIGU kost EUR 18,00 per jaar. Gedurende de eerste twaalf maanden na afstuderen of het behalen van het bachelorsdiploma (in de praktijk de eerste twaalf maanden na de buluitreiking) is het lidmaatschap gratis (kennismakingstraject). De leden ontvangen de nieuwsbrief, kunnen gratis de beide lezingenmiddagen en borrel bijwonen, en hebben recht op kortingen bij overige alumniactiviteiten van de VIGU. Lid wordt u door een briefje te sturen naar: Alumnivereniging Geschiedenis Utrecht, p.a. Instituut Geschiedenis, Kromme Nieuwegracht 66, 3512 HL Utrecht. Telefonische inlichtingen worden verstrekt via het secretariaat van het Instituut Geschiedenis, Annelies van den Hurk, tel: 030-2536153. 6.2
Instituutsblad
Aanzet Aanzet is al meer dan vijftien jaar een begrip bij het Instituut Geschiedenis. Het landelijk verschijnende blad wordt gemaakt door studenten die verbonden zijn aan de Utrechtse Historische Studenten Kring en verschijnt drie keer per jaar. Aanzet biedt jonge historici de mogelijkheid redactionele ervaring op te doen of zelf binnen een vastgesteld thema een artikel te schrijven. Ook het schrijven van boekrecensies en diverse andere rubrieken behoort tot de bezigheden van de redactie. Hiermee is het redacteurschap van Aanzet een goede manier om ervaring op te doen die bij latere werkzaamheden in schrijverskringen wordt vereist. Het Historisch Tijdschrift Aanzet werd door de Marge omschreven als ‘professioneel’ en door het Historisch Nieuwsblad als ‘verplichte kost voor iedereen die twijfelt aan het niveau van de Nederlandse Geschiedenisstudent’. Aanzet houdt haar lezers op de hoogte van het onderzoek van jonge historici en biedt inzicht in de huidige ontwikkelingen en discussies binnen het vakgebied. Themanummers die in de afgelopen jaargangen onder andere door Aanzet zijn uitgebracht zijn ‘Provocatie’, ‘Migratie’, ‘Verbroedering’, ‘Oorlog’ en ‘Religieuze minderheden’. Hierin zijn artikelen, recensies en reportages met uiteenlopende onderwerpen binnen het thema gebundeld. Aanzet verschijnt drie keer per jaar en is voor € 3,40 te koop bij boekhandels Broese-Wristers en De Rooie Rat. Een abonnement op Aanzet is inbegrepen bij het lidmaatschap van de Utrechtse Historische Studenten Kring (zie Studentengroeperingen). Een los abonnement op Aanzet kost € 7,00 en is te verkrijgen door contact op te nemen met Aanzet, op telefoonnummer 030-2536449 of per e-mail:
[email protected] of
[email protected]. Voor meer informatie kan je tevens kijken op de website van de UHSK: www.uhsk.nl.
242
7.
Gegevens relevante instellingen
7.1
Letterenbibliotheek
De Utrechtse Letterenbibliotheek is de enige letterenbibliotheek in Nederland met een omvangrijke open opstelling. Het beleid van de bibliotheek is erop gericht om naast een grote gedrukte collectie, ook steeds meer bronnen digitaal aan te bieden. De bibliotheek beschikt over een aantal bijzondere collecties, waaronder kunsthistorische foto- en diatheken, oude en bijzondere drukken, een orgelarchief en een uitgebreide collectie geluidsdragers, video’s, dvd’s, en games. In de Letterenbibliotheek zijn bijna vijftig ruime werkplekken ingericht die zijn voorzien van pc’s met netwerkaansluiting, geschikt voor groepswerk en individueel werk. Daarnaast zijn er ruim dertig werkplekken bij de uitleen- en informatiebalies ten behoeve van literatuuronderzoek en catalogusraadpleging. Bij de verschillende collecties zijn studiewerkplaatsen ingericht voor studenten. Meer informatie op: www.let.uu.nl/bibliotheek
7.2
Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM)
Het CIM op Kromme Nieuwegracht 80 biedt studenten de mogelijkheid om op computers te werken (o.a. Word, Powerpoint, internet) in een van de computerleerzalen. Deze zalen worden tevens als onderwijsruimte gebruikt. Verder wordt algemene ondersteuning geboden bij studiewerkzaamheden. Technische vragen over het gebruik van het universitaire e-mailadres van studenten en andere ICT-voorzieningen (portfolio, WebCT etc.) kunnen worden gesteld aan de helpdesk van het CIM. Op de website van het CIM staan ook uitgebreide instructies voor studenten. Kijk voor meer informatie op: www.let.uu.nl/cim
7.3
Wetenschapswinkel Letteren
Contactpersonen: Adres: Telefoon: E-mail: Website: Geopend:
mw. drs. H.C. Bijl, mw. drs. J.H. Schipper. Wittevrouwenstraat 9, 3512 CS Utrecht (030) 253 6171
[email protected] www.uu.nl/wetenschapswinkels/letteren maandag tot en met vrijdag, van 9.00 tot 17.00 uur (maar: niet op woensdagmiddag en donderdagochtend)
Een onderzoek via de Wetenschapswinkel Letteren Zowel binnen de Bachelor als binnen de Masteropleidingen kun je als student praktijkgericht onderzoek doen voor een opdrachtgevende organisatie. De Wetenschapswinkel Letteren is een projectbureau voor onderzoeksopdrachten van externe organisaties. Daarmee kun je als student ervaring opdoen in je eigen vakgebied en ook leer je allerlei praktische vaardigheden. Je doet dit project binnen je studie en dus krijg je voor het onderzoek ook studiepunten. Wat heeft de Wetenschapswinkel Letteren te bieden? De Wetenschapswinkel van de Faculteit der Letteren biedt onderzoeksprojecten aan van organisaties die een vraag hebben op het gebied van taal, geschiedenis, kunst en cultuur. Deze organisaties geven studenten de kans om als onderzoeker/adviseur op hun eigen vakgebied projecten uit te voeren. Het gaat vaak non-profitorganisaties die geen gelegenheid hebben zelf onderzoek uit te voeren. We werken projectmatig met de vraag van de organisatie als uitgangspunt: in een projectgroep zit de student, de opdrachtgever, de inhoudelijk begeleider van de universiteit en iemand van de wetenschapswinkel. Vanuit de verschillende invalshoeken wordt de student gecoacht en begeleid. De wetenschapswinkel zorgt voor de organisatie en ondersteuning van het proces.
243
Voorbeelden van organisaties zijn Stichting Herdenkingsmonument Rhijnauwen, de Fietsersbond, Stichting Vluchteling, de Europese Muziekschool Unie, het Moluks Historisch Museum. Wat levert dit voor een student op? Voor het onderzoek krijgt de student studiepunten. De vorm van wetenschapswinkelonderzoek kan per project anders zijn, het hangt ervan af hoe het het beste in iemands studiepad past: een individueel werkstuk, een bachelor-eindwerkstuk, een stage, een doctoraalscriptie oude stijl of het eindwerkstuk voor de Masters. Je bouwt als student tijdens het onderzoek een netwerk van contacten op waar je later op de arbeidsmarkt voordeel van kunt hebben. Door het onderzoek doe je vaardigheden op, bijvoorbeeld in projectmatig werken, die een goede aanvulling vormen op wat je in je studie leert. Je leert zelfstandig werken en je leert je keuzes te verantwoorden. Vaal verschijnt ook een officiële publicatie van de onderzoeksresultaten. Enkele voorbeelden van projecten * Twee studenten Geschiedenis deden onderzoek naar de fusillades die in de tweede wereldoorlog plaatsvonden bij Fort Rhijnauwen. In opdracht van Stichting Herdenkingsmonument Rhijnauwen. Resultaat: onderzoeksverslag. Vorm: Bachelor-eindwerkstuk. * Twee studenten Geschiedenis werkten mee aan het samenstellen van database met een overzicht van vrouwenlevens tot 1850. In opdracht van Vereniging Vrouwengeschiedenis. Resultaat: toegankelijke website van Digitaal Vrouwenlexicon Nederland. Vorm: Stage. * Een student Geschiedenis werkte aan het in kaart brengen van de geschiedenis van het ICCAN, een interkerkelijke organisatie die veel heeft gedaan op het gebied van welzijn. In opdracht van het Moluks Historisch Museum. Resultaat: onderzoeksrapport, publicatie. Vorm: stage plus scriptie. Actuele onderzoeksprojecten Openstaande projecten van de Wetenschapswinkel zijn te vinden: in het U-blad, via posters en op de website www.uu.nl/wetenschapswinkels/letteren.
244
8.
Adressen en overzichten
8.1
Adreslijsten medewerkers
SPREEKUREN-, KAMERNUMMER- EN TELEFOONLIJST MEDEWERKERS naam
kamer 253….
tel.nummer
spreekuur/E-mail
Baudet FH PG/GIB/dr
012
6440
op afspraak E-mail:
[email protected]
Bercken RM van den (Drobysjevskaja) GIB
116
6478
ma 13.00-13.30 E-mail:
[email protected]
Blok JH GOAC/prof.dr
207
6497
ma 12.00–17.00 E-mail:
[email protected]
Boekestijn AJ GIB/drs
112
7789
na elk college Email:
[email protected]
Bouwman BS 116 collectiespecialist/drs p/a Letterenbibliotheek, Drift 27
6345
n.v.t. E-mail:
[email protected]
Bruin G de PG/dr
119
6027
di 15.00-16.00 E-mail:
[email protected]
Bruin RE de PG/CG/prof dr
017
6499
op afspraak E-mail:
[email protected]
Buijs, dr. M GOAC/dr.
202
6471
di 11.00–13.00
[email protected]
Dieteren SHM ESG/drs
201
6448
op afspraak E-mail:
[email protected]
Dorsman LJ CMI/prof. dr
021
6441
wo 16.00-17.00 E-mail:
[email protected]
Duindam JFJ GIB/dr
114
6033
op afspraak E-mail:
[email protected]
Duyvesteyn IGBM GIB/dr
110
6476
op afspraak E-mail:
[email protected]
206
6481 di 12.00–13.00 E-mail:
[email protected]
6027
op afspraak
Evers AWH GOAC/dr Frijtag Drabbe Künzel G. von PG/dr
119
Ginneken AHM van GIB/dr
112
Email:
[email protected] 6544
op afspraak Email:
[email protected]
245
naam
kamer 253….
tel.nummer
spreekuur/E-mail
Glopper-Zuijderland CC de ME/drs
122
6465
n.v.t. E-mail:
[email protected]
Graaf, BA de GIB/drs.
116
6462
di 11.00–12.00 E-mail:
[email protected]
Graaff, BGJ GIB/dr
116
6493
afspraak (email) E-mail:
[email protected]
Haan, I. de PG/prof.dr.
013
7854
di 15.00–16.00 E-mail:
[email protected]
Hellema DA GIB/prof.dr.
113
6542
op afspraak E-mail:
[email protected]
Hemelrijk EA GOAC/dr
206
6480
op afspraak E-mail:
[email protected]
Henrichs H CMI/dr
011
6047
di 14.00-15.00 E-mail:
[email protected]
Hoven van Genderen AJ van den ME/dr
121
7860
do 10.00–10.30 of op afspraak E-mail:
[email protected]
Jong MB de ME/prof.dr.
124
6470
op afspraak E-mail:
[email protected]
Jonker E CMI/dr
021
6441
wo 16.00-17.00 E-mail:
[email protected]
Kleine MB stud.adviseur Geschiedenis/drs
107
6353
zie paragraaf 2.1 E-mail:
[email protected]
Kloek EM CMI/dr
009
6451/6457
di 14.00-14.30 E-mail:
[email protected]
Koch JPM CMI/dr
123
7851
op afspraak* E-mail:
[email protected]
Kretschmann DE GOAC/drs
202
6471
di 15.00-16.00 E-mail:
[email protected]
Kuitenbrouwer M GIB/dr
109
6476
afspraak E-mail:
[email protected]
Langeveld A GIB/dr
116
6493
di 10.00-11.00 E-mail:
[email protected]
Lantink F.W. PG/CMI/dr mr
021
6440
di 15.00-16.00 E-mail:
[email protected]
Locher- Scholten EB GIB/dr
110
6476
di 11.00-11.30 E-mail:
[email protected]
Mijnhardt WW CMI/prof.dr.
016
6496
di 11.00-11.30 E-mail:
[email protected]
246
naam
kamer 253….
tel.nummer
spreekuur/E-mail
Mostert M ME/dr
015
7858
di 12.00-13.00 E-mail:
[email protected]
Nijhof E ESG/dr
201
6472
wo 11.30-12.30 E-mail:
[email protected]
Peuter REMA de ESG/dr
210
6459
do 13.00-14.00 E-mail:
[email protected]
Prak M ESG/prof.dr.
211
6410
do 14.00-15.00 E-mail:
[email protected]
Rood JQTh GIB/prof.dr.
113
6542
op afspraak E-mail:
[email protected]
Rossem M van CMI/prof.dr.
019
6456
di 13.00-14.00 E-mail:
[email protected]
Santen JH von CMI/drs
017
6499
di 14.00-14.30 E-mail:
[email protected]
Segal J CMI/dr
020
7851
op afspraak E-mail:
[email protected]
Siccama JG GIB/prof.dr.
104
6542
vr 15.00-16.00 tijdens collegeweken, geen e-mail
Strootman R GOAC/drs
206
6480
nog niet bekend E-mail:
[email protected]
Tielemans MGM* GIB/drs
116
6493
wo 11.00-12.00 E-mail:
[email protected]
Trienekens GMT ESG/dr
212
6474
ma 11.00-12.00 E-mail:
[email protected]
Verheul J CMI/dr
020
6034
ma 11.00-12.00 E-mail:
[email protected]
Vijselaar J CMI/prof.dr.
016
6496
op afspraak E-mail:
[email protected]
Vuurde REM van GIB/dr
117
7861
afspraak(e-mail) E-mail:
[email protected]
Zanden JL van ESG/prof.dr.
213
6458
do 11.00-12.00 E-mail:
[email protected]
Zanten JC van PG/dr
012
7853
op afspraak E-mail:
[email protected]
* spreekuur Koch vanaf 1 maart 2006: dinsdag 14.00-15.00 * spreekuur Tielemans alleen in de periode 1 september 2005 tot 1 februari 2006
247
8.2
Lijst van afkortingen
AIO Ba CCS CMI DOE ESG GIB GOAC IB KNAW Ma ME NWO OBP OC OGC OIO Ond.Coörd. O&O O-team PAO PG Post.doc. Posth. WP 8.3
-
Assistent in Opleiding Bachelor Centre for Conflict Studies Cultuur-, Mentaliteits- en Ideeëngeschiedenis Docent- en onderwijsevaluatie Economische en Sociale Geschiedenis Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Geschiedenis van de Oudheid en Antieke Cultuur Instituutsbestuur Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen Master Geschiedenis van de Middeleeuwen Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Ondersteunend en Beheers Personeel Opleidingscommissie Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur Onderzoeker in Opleiding Onderwijscoördinator Onderwijs en Onderzoek Ondersteuningsteam Post Academisch Onderwijs Politieke Geschiedenis na 1500 Post doctoraal Posthumus Instituut Wetenschappelijk personeel
Adreslijsten van veel gekozen bijvakken buiten Utrecht
Universiteit van Amsterdam: Amerikanistiek, Spuistraat 134, 1012, VB Amsterdam. Secretariaat: 020-5254371, Prof. R. Kroes 020-5254370 Slavische taal-en letterkunde (Nieuw-Grieks) Spuistraat 210, 1012 VT Amsterdam, 020-525 4650. Erasmus Universiteit Rotterdam: Faculteit Historische en Kunstwetenschappen, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Studieadviseurs: mw.drs. A. Novak, 010-4082512 of mw.drs. N. Dijkstra, 010-4082491. Radboud Universiteit Nijmegen: Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Erasmusplein 1, 6525 HE Nijmegen, 024-3612463. E-mail:
[email protected] Technische Universiteit Delft: Restauratie, Berlageweg 1, 2628 CR Delft, 015-2784237. Rijksuniversiteit Leiden: Egyptologie, Witte Singel 25, 2311 BG Leiden, 071-5272260. 8.4
Adreslijst van historische instituten van andere universiteiten en studieadviseurs
Universiteit van Amsterdam Onderwijsinstituut Geschiedenis, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5253767 Studieadviseur mw.drs. M. Pigge, tel. 020-5252607. E-mail:
[email protected] Vrije Universiteit Opleiding Geschiedenis, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, tel.020-4446424 Studiebegeleider drs. S.S.J. Mol. E-mail:
[email protected]
248
Groningen Opleiding Geschiedenis, Oude Kijk in 't Jatstraat 26, 9712 EK Groningen. Secretariaat geschiedenis 050-3635994. Studieadviseurs: mw.drs. C. Mast, kamer 15/501, tel. 050-3635994 / 3637694. E-mail:
[email protected] Leiden Onderwijsinstituut Geschiedenis, Doelensteeg 16, Postbus 9515, 2300 RA Leiden. Secretariaat geschiedenis 071 - 5272651 Studieadviseur: mw.drs. E. Woestenburg, kamer 022a, spreekuur: dinsdag, woensdag en donderdag 10.00-16.00u en donderdag (telefonisch) 14.00-15.00u., tel. 071-5272661 E-mail:
[email protected] Nijmegen Opleiding Geschiedenis, Erasmusplein 1, 6525 HT Nijmegen, 024-3612172/3612825. Studieadviseur: dr. G. de Kleijn, kamer 10.04, spreekuur: maandag 13.00-14.00u en dinsdag 11.00-12.00u. E-mail:
[email protected] Rotterdam Onderwijsinstituut Geschiedenis, Burg. Oudlaan 50, 3062 PA Rotterdam, onderwijssecretariaat 010-4082482. Studieadviseur: drs. Leonie Lispet, kamer L3-057, telefoon 010 - 408 2491. Inloopspreekuur: donderdag 13.00-14.00 uur. E-mail:
[email protected] 8.5
Adreslijst van belangrijke instellingen buiten Utrecht
Nationaal Archief Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE Den Haag 070-3315400 E-mail:
[email protected] www.nationaalarchief.nl Koninklijke Bibliotheek (KB) Prins Willem Alexanderhof 5 2595 BE Den Haag 070-3140911 E-mail: info kb.nl www.kb.nl Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) Prins Willem Alexanderhof 5 Postbus 90755 2509 LT Den Haag 070-3156400 E-mail:
[email protected] www.inghist.nl Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) Obiplein 4 1094 RB Amsterdam 020-6650820 E-mail:
[email protected] www.iiav.nl Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) Cruquiusweg 31 1019 AT Amsterdam 020-6685866 E-mail:
[email protected] www.iisg.nl
249
Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) Het Trippenhuis Kloveniersburgwal 29 1011 JV Amsterdam 020-5510700 E-mail:
[email protected] www.knaw.nl Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Herengracht 380 1016 CJ Amsterdam 020-5233800 www.niod.nl Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (KNHG) Postbus 90406 2509 LK Den Haag Willem Alexanderhof 5 2595 BE Den Haag 070-3140363 E-mail:
[email protected] www.knhg.nl
250
9.
Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten
Aanspreekpunten voor bachelorstudenten Tutor
Vragen over: • • •
De tutor is gedurende de hele bacheloropleiding het eerste aanspreekpunt van de student voor wat betreft de vakinhoudelijke aspecten van de studieloopbaan. De tutor ondersteunt hen bij het maken van studiekeuzen en begeleidt hen bij het opdoen van hun academische vorming
Studie-adviseur
Vragen over: • •
Anneriek van Bommel (KNG 29, 0.11) Kunstgeschiedenis, Muziekwetenschap en Theater-, film- en televisiewetenschap
• • • • •
Marijn Smeets en Margreet Kuiper (DRIFT 8, 0.02) Taal- en cultuurstudies Matty Kleine (KNG 66, 1.07) Arabische-, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Geschiedenis, Keltisch Dorothée Luykx (TRANS 10, 1.20) Nederlands en Communicatie- en informatiewetenschappen
Studie: keuzemogelijkheden, vakken etc. Studievoortgang (portfolio) Vragen rondom onderwijs
Studieplanning Financiële regelingen (studiefinanciering, bijzondere regelingen etc.) Klachtenbemiddeling Studievertraging Persoonlijke omstandigheden Examenregelingen Inschrijfprocedures (opleiding)
Voor meer informatie over bereikbaarheid van de studieadviseurs (adres, spreekuren etc.): www.let.uu.nl/studieadviseurs
Bernadette de Zeeuw (TRANS 10, 1.18/KNG 29, 0.12) Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Spaans, Literatuurwetenschap en Taalwetenschap Studiepunt
Vragen over:
Studiepunt Letteren Drift 8 3512 BS Utrecht (030) 253 6285
[email protected]
• • • • •
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 10.00-16.00 uur
Administratieve procedures (aanmelding, beurzen) Afspraken voor: studieadviseurs, stagecoördinator. Inschrijfprocedures (cursussen, osiris online) Readers Voorlichting (brochures etc.) www.let.uu.nl/studiepunt
251
STAGECOÖRDINATOR Vragen over: Floris Tijl Drift 8 (kamer 0.04) 3512 BS Utrecht (030) 253 6103
[email protected]
• • •
Arbeidsmarkt Beschikbare stageplaatsen Procedures, stagecontracten, begeleiding, etc. www.let.uu.nl/stage
Afspraken via Studiepunt Letteren International Office Marlies Bussemaker Coördinator International Relations Drift 8 3512 BS Utrecht, The Netherlands
Vragen over: Studeren in het buitenland, o.a.: • Keuzemogelijkheden • Administratieve procedures • Financiën
Tel: +31 30 253 6046 Fax: +31 30 253 9131 E-mail:
[email protected]
www.let.uu.nl/international
Office Hours / Inloopspreekuur • Tuesday 10:00 - 12:00 • Thursday 13:00 - 15:00 Klachtencoördinator Klachtencoördinator Drift 8 3512 BS Utrecht
•
Klachten rondom onderwijs
Tel.: (030) 253 6332 E-mail:
[email protected]
Secretariaat Opleiding Geschiedenis
Vragen over:
Kromme Nieuwegracht 66 3512 HL Utrecht
• •
Tel.: (030) 253 6222 E-mail:
[email protected] Voor studenten geopend en telefonisch bereikbaar maandag t/m vrijdag: van 10.00 tot 12.30 uur en van 12.30 tot 16.00 uur
De opleiding Geschiedenis, het onderwijs en de organisatie daarvan Bulaanvragen en -uitreikingen
Informatie over onderwijs- en tentamenroosters, werkgroepindelingen en andere belangrijke informatie te vinden via: www.let.uu.nl/geschiedenis (onderwijs/studenten)
252
Deel V
Aanvullingen
253
1.
ICT-eindtermen
Tot de eindtermen van de opleiding (zie hoofdstuk 2.1) behoren ook de volgende ICT-eindtermen: 1. Het beheersen van tekstverwerking, zodanig dat werkstukken, rapporten en scriptie volledig elektronisch kunnen worden geproduceerd. Naast tekst en opmaak behoort daarbij het kunnen maken van een duidelijke presentatie van gegevens met tabellen, eenvoudige grafieken en figuren, literatuurlijst en inhoudsopgave. 2. Het beheersen van e-mail, zowel het ontvangen en verzenden van berichten met aanhangsels, het gebruik van aliaslijsten, als het ordenen van berichten in een archief. 3. Het kunnen zoeken naar informatie op het Internet, het kritisch kunnen beoordelen van de kwaliteit van het gebodene en het kunnen kopiëren voor eigen gebruik. 4. Het kunnen maken van eigen webpagina’s met daarin presentatie van werkstukken en rapporten. Deze werkstukken kunnen zowel een webdocument zijn, als wel aangeboden worden in een vorm die te downloaden is. Bij het beëindigen van de studie moet de student over een elektronisch portfolio beschikken. 5. Het kunnen presenteren van onderzoeksresultaten met behulp van elektronische dataprojectie. Deze eindtermen zijn verwerkt in twee verplicht te volgen cursussen die het ICT-Centrum aanbiedt: Basis ICT en Website maken. Zie voor de inhoud en de bijbehorende regeling het onderdeel ICT-Centrum/Educatie op www.let.uu.nl
2. Plagiaat- en frauderegeling Met ingang van het studiejaar 2005 – 2006 heeft Letteren een nieuwe plagiaat- en frauderegeling. Deze regeling is opgenomen in de zogenaamde regelen en richtlijnen van de examencommissies. De informatie is te vinden via www.let.uu.nl/studiepunt/
3. Examen Het is verplicht om een electronische versie van het eindwerkstuk in te leveren bij de Letterenbibliotheek. Informeer bij het secretariaat van de opleiding naar de regeling.
254
4.
Medewerkers afdeling oude geschiedenis en antieke cultuur (goac) Prof. dr. J.H. Blok, hoogleraar bij de afdeling Oude Geschiedenis en Antieke Cultuur. Haar belangstelling gaat vooral uit naar de politieke en cultuurgeschiedenis van de Griekse oudheid, gendergeschiedenis van de oudheid, mythologie en godsdienstgeschiedenis. Daarnaast houdt zij zich bezig met de beoefening van de klassieke studies in de negentiende eeuw.
Dr. M. Buijs, docent onderzoeker bij de afdeling Geschiedenis van de Oudheid en Antieke Cultuur. Hij is de coördinator van het masterprogramma Ancient Culture and Society, en is tevens stagecoördinator bij GOAC en de coördinator van het vaknetwerk KCV (Klassieke Culturele Vorming). Daarnaast is hij docent Klassieke Talen bij de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Zijn specialisatie is discourse linguïstiek en Griekse taalbeschrijving. Hij is lid van de VCKT (Vervolg Commissie Klassieke Talen) en redactielid van het klassieke tijdschrift Hermeneus. Hij is gepromoveerd op het proefschrift Clause Combining in Ancient Greek Narrative Discourse. The Distribution of Subclauses and Participial Clauses in Xenophon's Hellenica & Anabasis. Dr. A.W.H. Evers, docent-onderzoeker bij de afdeling GOAC. Na zijn studie Oude Geschiedenis in Utrecht heeft hij jarenlang in Oxford en Rome gewerkt en gewoond. Hij is gepromoveerd in Oxford op de positie van het volk binnen de kerk en steden van Romeins Afrika in de 3e en 4e eeuw. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de politieke, sociale, culturele en religieuze aspecten van het Romeinse keizerrijk, vooral in de Late Oudheid. De opkomst en verspreiding van het Christendom en de wisselwerking met de klassieke Romeinse cultuur, als ook de steden van Romeins Afrika, staan centraal in zijn onderzoek.
Dr. E.A. Hemelrijk, docent-onderzoeker bij de afdeling GOAC. Haar speciale belangstelling gaat uit naar de sociale en mentaliteitsgeschiedenis van de Romeinse wereld: vrouwen- en gendergeschiedenis, elite, familie, geletterdheid, houding tegenover vreemde volken. Zij is gepromoveerd op het proefschrift Matrona docta. Educated women in the Roman élite from Cornelia to Julia Domna (Londen: Routledge 1999/ paperback 2004)
afdeling oude geschiedenis en antieke cultuur (goac)
Drs. D.E. Kretschmann, docent en assistent in opleiding bij de afdeling GOAC. Haar specialisatie bestaat uit de sociaal-historische geschiedenis van archaïsch en klassiek Griekenland met een speciale interesse in Griekse epigrafie, prosopografie en cultuurgeschiedenis. Haar promotieonderzoek is gericht op de ontstaansgeschiedenis van de Atheense burgergemeenschap en de cruciale rol die naamgeving en sociaal-politieke identiteit hierbij speelt in de beginjaren van de democratie.
Drs. R. Strootman, is docent bij de afdeling GOAC. Zijn specialisatie is de geschiedenis en de cultuur van het oude Nabije Oosten, vooral in het hellenistische tijdvak. Daarbinnen houdt hij zich bezig met de politieke en militaire geschiedenis van monarchale staten, en thema’s als koningschap, imperialisme, ideologie, machtssymboliek en politiek ritueel.
afdeling geschiedenis van de middeleeuwen (me) Prof.dr. M.B. de Jong, hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis bij de afdeling ME. Richt zich in haar onderzoek vooral op de periode tot ca. 1050. Zij publiceert o.a. over kloosterleven en hofcultuur in de Karolingische tijd, de raakvlakken tussen geschiedschrijving en bijbelcommentaren, en de invloed van het Oude Testament op vroegmiddeleeuwse denkbeelden omtrent de maatschappelijke orde.
Drs. C.C. de Glopper-Zuijderland, docent bij de afdeling ME. Doceert paleografie van de zestiende en zeventiende eeuw en van de middeleeuwen in combinatie met andere hulpwetenschappen voor mediëvisten, nl. diplomatiek (oorkondenleer), chronologie (tijdrekenkunde), en kennis van het archiefwezen. Doet onderzoek naar de officialiteiten in het bisdom Utrecht van de dertiende eeuw tot aan de Hervorming. Zij is tevens werkzaam als archivaris in Oegstgeest en Wassenaar
Dr. A.J. van den Hoven van Genderen, docent-onderzoeker bij de afdeling ME. In van alles en nog wat geïnteresseerd. Houdt zich vooral bezig met de late Middeleeuwen, geestelijken, de verhouding tussen mens en natuur, broederschappen, de geschiedenis van de Nederlanden, en die van stad en provincie Utrecht in het bijzonder.
Dr. M. Mostert, senior docent-onderzoeker bij de afdeling ME, leidde het Pionier Project Verschriftelijking. Zijn onderzoek ligt op het gebied van de middeleeuwse schriftcultuur, met nadruk op de relaties tussen niet verbale, orale en schriftelijke vormen van communicatie. Meer in het bijzonder houdt hij zich bezig met schriftmagie, de intellectuelen in de vroege Middeleeuwen, de geschiedenis van de (middeleeuwse) bibliotheken en de handschriftelijke overlevering van de middeleeuwse (Latijnse) teksten.
afdeling economische en sociale geschiedenis (esg) Prof.dr. M. Prak, hoogleraar economische en sociale geschiedenis bij de afdeling ESG. Hij probeert de ontwikkelingen op het gehele vakgebied, maar in het bijzonder de sociale geschiedenis, te volgen en in het onderwijs aan bod te laten komen. Zijn onderzoek concentreert zich op de lotgevallen van de bewoners van Europese - en vooral Nederlandse steden in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw.
Prof.dr. J.L. van Zanden, hoogleraar economische en sociale geschiedenis bij de afdeling ESG. Hij houdt zich vooral bezig met de economische geschiedenis waarover hij een aantal boeken heeft gepubliceerd. Daarnaast raakt hij steeds meer geïnteresseerd in de milieugeschiedenis en in de geschiedenis van de sociale ongelijkheid.
Drs. S.H.M. Dieteren, docent bij de afdeling ESG. Zij is geïnteresseerd in de geschiedenis van sociale en culturele ontwikkelingen in de 19e en 20e eeuw en doet onderzoek naar maatschappelijke bewegingen in die eeuwen, variërend van vrouwenorganisaties tot het Leger des Heils.
afdeling economische en sociale geschiedenis (esg)
Dr. E. Nijhof, docent-onderzoeker bij de afdeling ESG. Hij is gespecialiseerd in de sociale geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw en promoveerde in 1988 op een dissertatie over de arbeidsverhoudingen in de Rotterdamse haven van 1945 tot 1965. Tevens werkzaam op het gebied van techniekgeschiedenis, wereldgeschiedenis en cultureel (industrieel) erfgoed.
Dr. R.E.M.A. de Peuter, docent-onderzoeker bij de afdeling ESG. Promoveerde in 1994 op een dissertatie over de negocianten en entrepreneurs te Brussel in de achttiende eeuw. Heeft gepubliceerd over de economie van de vroegmoderne stad, internationale handel in de vroegmoderne periode, textielgeschiedenis en elites in de negentiende eeuw. Doceert over de stedelijke samenleving in de vroegmoderne tijd, elites en middengroepen negentiende eeuw, handelskapitalisme en bedrijfsgeschiedenis voor ca. 1850.
Dr. G.M.T. Trienekens, senior docent-onderzoeker bij de afdeling ESG. Zijn specialismen zijn de agrarische geschiedenis, lokale en regionale geschiedenis, de geschiedenis van het dagelijks leven en van het economische leven in de bezettingstijd 1940-1945.
afdeling politieke geschiedenis na 1500 (pg)
Prof. dr. Ido de Haan hoogleraar in de geschiedenis na de Middeleeuwen, in het bijzonder de geschiedenis van interne politieke verhoudingen. Hij is gespecialiseerd in de moderne geschiedenis van West-Europa. Zijn bijzondere aandacht gaat uit naar de gevolgen van regimewisselingen, revoluties en grootschalig geweld, in het bijzonder de jodenvervolging. Daarnaast houdt hij zich bezig met de geschiedenis van het politieke denken, de ontwikkeling van burgerschap, staat en burgerlijke maatschappij in West-Europa en de Nederlandse politieke geschiedenis in de 19e en 20e eeuw.
Dr. F.H. Baudet, docent-onderzoeker bij de afdeling PG en GIB. Promoveerde in 2001 op ‘Het heeft onze aandacht’, een onderzoek naar het Nederlandse mensenrechtenbeleid ten aanzien van Oost-Europa. Tevens geïnteresseerd in de Koude Oorlog, Staat en Natievorming, Balkan en persvrijheid.
Dr. G. de Bruin, docent-onderzoeker bij de afdeling PG. Gepromoveerd op Geheimhouding en Verraad. De geheimhouding van staatszaken ten tijde van de Republiek (1600-1750). Gespecialiseerd in de vroegmoderne geschiedenis (1500-1750), vooral van Nederland. Bijzondere aandacht voor staatsvorming, bestuursontwikkeling, militaire en maritieme groei, rechtspraak, persgeschiedenis, natiebesef en oorlogsinvloed op de economie.
Prof. dr. R.E. de Bruin, bijzonder hoogleraar Utrecht Studies, bij de afdeling PG en CMI. Hij is tevens conservator stadsgeschiedenis bij het Centraal Museum te Utrecht. In 1986 is hij gepromoveerd op Burgers op het kussen. Volkssoevereiniteit en bestuurssamenstelling in de stad Utrecht 1795-1813. Hij houdt zich in interdisciplinair verband bezig met langetermijn ontwikkelingen in stad en provincie Utrecht.
afdeling politieke geschiedenis na 1500 (pg) Dr. J. Duindam is senior docent-onderzoeker bij de afdeling PG, en programmacoördinator van de master Vroegmoderne Geschiedenis. Hij doet vergelijkend onderzoek naar modernisering en staatsvorming in Europa, 1450-1850. In dat kader publiceerde hij o.a. Myths of Power. Norbert Elias and the Early Modern European Court (Amsterdam 1995) en Vienna and Versailles: The Courts of Europe’s Dynastic Rivals 1550-1780 (Cambridge 2003). Daarnaast geeft hij onderwijs op tal van terreinen, waaronder internationale beeldvorming en perceptie, oorlog en oorlogvoering, heersers en heerserscultus. Bij deze thema’s tracht hij ook Buiten-Europese geschiedenis te betrekken.
Dr. Mr. F.W. Lantink, docent bij de afdeling PG. Gepromoveerd op een studie over Oswald Spengler op het snijvlak tussen literatuur, politiek en geschiedenis. Hij was verbonden aan een internationaal onderzoek naar elites tussen 1750-1850 in Mainz, Duitsland. Zijn belangstelling gaat uit naar moderne Duitse geschiedenis, historiografie en theorie, de geschiedenis van elites, burgerij en burgerschap en politieke ideologieën.
Dr. G. von Frijtag is docent-onderzoeker bij de afdeling PG. Haar specialisatie is de geschiedenis van Europa (begin) twintigste eeuw. Daarbinnen interesseert zij zich vooral voor de geschiedenis van het Nationaal-Socialisme en thema’s als de bezettingsgeschiedenis, totalitarisme, jodenvervolging en de fascistische ideologie en heerschappij.
Dr. Jeroen van Zanten is jr. docent-onderzoeker bij de afdeling Politieke Geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in de politieke cultuur van het negentiende-eeuwse Nederland en de Europese Restauratie. Momenteel houdt hij zich als post-doc binnen het pioniersproject van Prof. Dr. Ido de Haan bezig met politieke transities in Frankrijk en Nederland 1813/1945.
afdeling cultuur-, mentaliteits- en ideëengeschiedenis na 1500 (cmi) Prof.dr. W.W. Mijnhardt, hoogleraar in de geschiedenis na de middeleeuwen, in het bijzonder die van de cultuur-, mentaliteits- en ideeëngeschiedenis bij de afdeling CMI. Is gepromoveerd op `Tot heil van 't menschdom'. Culturele genootschappen in Nederland 1750-1815 (1988). Hij is gespecialiseerd in de cultuurgeschiedenis van 1650 tot 1850. De laatste jaren gaat zijn aandacht vooral uit naar de intellectuele geschiedenis van Verlichting en Romantiek, de wetenschapsgeschiedenis en de geschiedenis van de culturele en wetenschappelijke infrastructuur.
Prof.dr. L.J. Dorsman, bijzonder hoogleraar universiteitsgeschiedenis bij de afdeling CMI. Doceert historiografie theorie van de geschiedenis. In 1990 gepromoveerd met een proefschrift over de historicus G.W. Kernkamp. Zijn belangstelling gaat uit naar onderwerpen die zich bevinden op het snijvlak van literatuur en geschiedenis. Verzorgde in de afgelopen jaren werkgroepen over `verhalende geschiedschrijving' en `de biografie'.
Dr. H. Henrichs, senior docent-onderzoeker bij de afdeling CMI, promoveerde in 1989 op de biografie over de schrijver, historicus, hispanist en verzetsman Johan Brouwer (1898-1943). Hij bestudeert de cultuurgeschiedenis van de 20e eeuw en richt daarbij zijn aandacht op vraagstukken op het gebied van cultureel erfgoed, cultuur- en erfgoededucatie, musea en de verhouding tussen Cultuur (met een grote C) en -oude en nieuwe- media.
Dr. E. Jonker, senior docent-onderzoeker bij de afdeling CMI. Doceert theorie en historiografie van de geschiedenis. Zijn belangstelling gaat met name uit naar de intellectuele geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw. Vooral de vermenging van wetenschap, politiek en cultuur acht hij een boeiend verschijnsel, dat zich goed laat bestuderen aan de hand van de inhoud en maatschappelijke functie van moderne wereldbeelden. In zijn dissertatie De Sociologische Verleiding (1988) en in Historie. Over de blijvende behoefte aan geschiedenis (2001) is getracht een dergelijke analyse te maken. De belangstelling voor deze problematiek blijkt ook uit de onderwerpen van recente doctoraalwerkcolleges.
afdeling cultuur-, mentaliteits- en ideëengeschiedenis na 1500 (cmi) Dr. E.M. Kloek, senior docent-onderzoeker bij de afdeling CMI. Zij doet onderzoek naar vrouwen in de Nederlandse geschiedenis, ca. 1500-1800. Zij is eindredacteur van de populair-wetenschappelijke serie ‘Verloren Verleden’, die gewijd is aan spraakmakende momenten en figuren uit de vaderlandse geschiedenis en projectleider van het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
Dr. J.P.M. Koch, docent-onderzoeker bij de afdeling CMI. Promoveerde in 1994 op een dissertatie over de Duitse historicus Golo Mann. Houdt zich bezig met intellectuele geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw, ideeëngeschiedenis en historiografie. Heeft daarnaast ook bijzondere belangstelling voor moderne literatuur, dat wil zeggen, voor de Europese en Amerikaanseliteratuur sinds 1850. Werkt thans aan een nieuwe biografie van Abraham Kuyper.
Prof. dr. M. van Rossem, senior docent-onderzoeker bij de afdeling CMI en bijzonder hoogleraar Nederlandse Cultuur in Internationale Context. Hij is geïnteresseerd in alle aspecten van de contemporaine geschiedenis.
Drs. J.H. von Santen, docent bij de afdeling CMI. Zijn specialisatie is de cultuurgeschiedenis van Renaissance en Barok; geschiedenis van Italië; liberalisme en Nederland in de negentiende eeuw. Publiceerde over de Nederlandse liberalen in de negentiende eeuw en over de geschiedenis van stad en provincie Utrecht.
afdeling cultuur-, mentaliteits- en ideëengeschiedenis na 1500 (cmi) Dr. J. Verheul, docent-onderzoeker bij de afdeling CMI. Doceert cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw en cultuurgeschiedenis van de Verenigde Staten en is coördinator van het amerikanistiekprogramma. Hij promoveerde op een studie over de rol van het particulier initiatief bij de bevordering van Nederlandse cultuur na 1945. Zijn huidige onderzoek is gericht op denkbeelden over cultuur en nationale identiteit, in het bijzonder in de Verenigde Staten en Nederland, en op de geschiedenis van de Verenigde Staten.
Dr. J. Segal, docent-onderzoeker bij de afdeling CMI. Promoveerde in 1997 op het proefschrift Krieg als Erlösung. Die deutschen Kunstdebatten 19101918, over het Duitse cultuurdebat rond de Eerste Wereldoorlog. Houdt zich onder meer bezig met moderne kunst- en cultuurgeschiedenis, culturele grenzen en identiteitsconstructies en met de raakvlakken tussen (beeldende) kunst en politiek in Europa, de VS, de Sovjet Unie en China sinds 1945.
Prof. dr. J. Vijselaar, bijzonder hoogleraar bij de afdeling CMI. Zijn leeropdracht betreft de geschiedenis van de psychiatrie. Hij houdt zich in het bijzonder bezig met de geschiedenis van het psychiatrisch ziekenhuis in Nederland sinds 1800. Daarnaast heeft hij onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het dierlijk magnetisme of Mesmerisme en de hypnose.
afdeling geschiedenis van de internationale betrekkingen na 1500 (gib) Prof.dr. D.A. Hellema is hoogleraar Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen. Hij houdt zich vooral bezig met de internationale betrekkingen in de twintigste eeuw en met de geschiedenis van de Nederlandse buitenlandse politiek.
Dr. F.H. Baudet, docent-onderzoeker bij de afdeling PG en GIB. Promoveerde in 2001 op ‘Het heeft onze aandacht’, een onderzoek naar het Nederlandse mensenrechtenbeleid ten aanzien van Oost-Europa. Tevens geïnteresseerd in de Koude Oorlog, Staat en Natievorming, Balkan en persvrijheid.
Drs. A.J. Boekestijn is docent bij de afdeling GIB. Studeerde geschiedenis en politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Publiceert over de geschiedenis van het Europese statensysteem in de negentiende en twintigste eeuw en vooral over de geschiedenis van de Europese integratie.
Dr. I.G.B.M. Duyvesteyn, docent-onderzoeker bij de afdeling GIB. Specifieke interesse gaat uit naar de militaire en veiligheidsaspecten van de internationale betrekkingen. Onderzoek richt zich op terrorisme, humanitaire interventies, het gebruik van (militaire) dwangmaatregelen als instrument van buitenlandse politiek. Zij publiceerde over allerlei onderwerpen waaronder militaire interventies, de dynamiek van burgeroorlogen, militaire doctrine en terrorisme.
afdeling geschiedenis van de internationale betrekkingen na 1500 (gib) Dr. A.H.M. van Ginneken, docent-onderzoeker bij de afdeling GIB. Is gespecialiseerd in de internationale betrekkingen en de diplomatie van de 19e en 20e eeuw, internationale organisaties, het Midden-Oosten in de 20e eeuw en de Franse buitenlandse politiek. Zij promoveerde op het mandatensysteem van de Volkenbond.
Drs. B.A. de Graaf, docent-onderzoekster bij de afdeling GIB, is gespecialiseerd in de moderne Duitse geschiedenis en cultuur en verblijft graag in Berlijn. Ze doet verder onderzoek naar de geschiedenis van de Koude Oorlog, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de rol van niet-statelijke organisaties in de internationale politiek en naar dictatoriale regimes. In september 2004 promoveert ze.
Dr. B.G.J. de Graaff, senior docent-onderzoeker bij de afdeling GIB, is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Nederlandse buitenlandse politiek van de twintigste eeuw, conflictstudies, spionagegeschiedenis, geschiedenis van Pacific Azië en van Joegoslavië. Zijn onderzoek richt zich op de opbouw van staten en samenlevingen na afloop van conflicten.
Dr. M. Kuitenbrouwer, docent-onderzoeker bij de afdeling GIB. Promoveerde in 1985 op Nederland en de opkomst van het moderne imperialisme. Koloniën en buitenlandse politiek, 1870-1902 en publiceerde in 1994 De ontdekking van de Derde Wereld, Beeldvorming en beleid in Nederland, 1950-1990. Zijn onderwijs en onderzoek is geconcentreerd op twee deelterreinen: 1. geschiedenis van de mensenrechten (zowel in de westerse als de niet-westerse wereld); 2. geschiedenis van de westerse betrekkingen met de niet-westerse wereld (vooral slavenhandel en slavernij, het modern imperialisme en de ontwikkelingssamenwerking).
afdeling geschiedenis van de internationale betrekkingen na 1500 (gib) Dr. E.B. Locher-Scholten, senior docent-onderzoekster bij de afdeling GIB, is gespecialiseerd in de geschiedenis van (koloniaal) Indonesië in de negentiende en twintigste eeuw. Doet binnen dat algemene veld onderzoek naar verschillende onderwerpen: koloniale politiek, mensenrechten, dekolonisatie, de koloniale herinnering en de constructie van sekse 19001942.
Prof. dr. J.G. Siccama, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de veiligheidsproblematiek bij de afdeling GIB. Tot 1 september 1997 hoofd van de afdeling onderzoek aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen `Clingendael'. Sedert oktober 2000 is hij plaatsvervangend directeur algemene beleidszaken bij het Ministerie van Defensie. Zijn specialisatie is de wapenbeheersing, kwantitatief conflictonderzoek en Europese veiligheid. Talrijke publicaties, waaronder het proefschrift Studies of War (1986, geschreven in vereniging met H.W. Houweling).
Dr. R.E.M. van Vuurde, docent bij de afdeling GIB. Zijn specialisaties zijn de geschiedenis van Latijns Amerika; de internationale politiek en de beeldvorming daarover, in het bijzonder tussen 1870 en 1914. Hij heeft gepubliceerd op het gebied van de vroege Nederlandse arbeidersbeweging, de postkoloniale geschiedenis van Latijns Amerika, de Britse buitenlandse politiek en de relaties van Europese landen met het westelijk halfrond.
afdeling geschiedenis van de internationale betrekkingen na 1500 (gib)/afdeling slavisch R.M. van den Bercken-Drobisjevskaja, docent bij de afdeling Russisch. Doceert Russische taal en cultuur. Is gespecialiseerd in de praktische taalvaardigheid en vertaling Nederlands/Engels-Russisch.
Dr. A. Langeveld, docent-onderzoeker bij de afdeling Russisch. Hij is gespecialiseerd in de Russische taal- en letterkunde met name van de twintigste eeuw en in de vertaaltheorie en de vertaalpraktijk. In 1988 gepromoveerd op het proefschrift Vertalen wat er staat (over vertaaltheorie).
Drs. M.G.M. Tielemans, docent bij de afdeling Russisch.
studieadviseur, onderwijscoördinator en vakreferent geschiedenis Drs. M.B. Kleine, studieadviseur voor de bacheloropleiding Geschiedenis en de masteropleidingen.
Dr. J. Segal, opleidingscoördinator.
Drs. M.J. Romijn, onderwijscoördinator voltijd
Dr. R.E.M.A. de Peuter, onderwijscoördinator deeltijd
Drs. B.S. Bouwman, collectiespecialist Geschiedenis, Letterenbibliotheek