Taalwetenschap
Deel I
Inleiding
Deel II
Informatie over de bacheloropleiding
Deel III
Praktische informatie van de opleiding
Deel IV
Aanvullingen
2005 2006
Studiegids ba chelo r
Jaarrooster Faculteit der Letteren 2005 - 2006 september 35
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
36
38
39
29 5 12 30 6 13 31 7 14 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
s
39
40
41
42
43
1 2
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 31 25 26 27 28 29 30
52
1
48
49
50
51
52
2
3
4
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
9
10
11
12
13
13
14
15
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 1 2
3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16
22
23
24
25
26
26
27
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 1 2
3 4 5 6 7 8 9
maart maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
vet vet cursief
45
46
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
5
6
start onderwijsperiode einde onderwijsperiode
vet cursief
7
23 30 24 31 25 26 27 28 29
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
16
17
18
19
20
17 18 29 20 21 22 23
24 25 26 27 28 29 30
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
28
29
30
31
32
33
34
35
10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 31 25 26 27 28 29 30
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31
48
8
9
20 27 21 28 22 23 24 25 26 21
22
22 29 23 30 24 31 25 26 27 28
augustus 31
vet cursief cursief
onderwijsvrije week Kerst-/zomerreces
weekends
- Kerstmis: 25 en 26 december 2005* - Nieuwjaar: 1 januari 2006 - Goede vrijdag: 14 april 2006 - Pasen: 16 en 17 april 2006
- Koninginnedag: 30 april 2006 - Bevrijdingsdag: 5 mei 2006 - Hemelvaart: 25 mei 2006 - Pinksteren: 4 en 6 juni 2006
Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 19 december t/m vrijdag 30 december 2005. Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 26 december t/m vrijdag 30 december 2005.
49
mei
introductieweek feestdagen
47
21 28 22 29 23 30 24 25 26 27
februari 5
juli
Toelichting 1. Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2005/2006 zijn dat de volgende dagen:
*
44
april
juni maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
44
januari
december maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
november
oktober
37
2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2005/2006 is dat van 5 t/m 9 september 2005. In collegejaar 2006/2007 is dat van 4 t/m 8 september 2006. 3. Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - onderwijsperiode 1: 5 september 2005 t/m 11 november 2005 Semester I - onderwijsperiode 2: 14 november 2005 t/m 3 februari 2006 Semester II - onderwijsperiode 3: 6 februari 2006 t/m 20 april 2006 Semester I - onderwijsperiode 4: 24 april 2006 t/m 7 juli 2006 4. Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren www.let.uu.nl
Inhoudsopgave
Deel I
Inleiding ......................................................................................................... 4
Deel II
Informatie over het bachelorprogramma 1. Het Utrechtse onderwijssysteem .............................................................. 6 2. Over de bacheloropleiding ........................................................................ 7 2.1 Algemene beschrijving, doelstellingen, eindtermen major ...................... 7 2.1.1 Traject Algemene Taalwetenschap .............................................. 8 2.1.2 Traject Fonetiek ..................................................................... 10 2.1.3 Informatie voor oude-stijl studenten (doctoraal) ......................... 10 2.2 De major ...................................................................................... 11 2.3 De profileringsruimte ...................................................................... 16 2.3.1 Cursussen buiten de major ...................................................... 16 2.3.2 Extra cursussen binnen de major.............................................. 16 2.3.3 Minor ................................................................................... 16 2.3.4 Studeren in het buitenland ...................................................... 16 2.3.5 Stage ................................................................................... 17 2.4 Studieloopbaanbegeleiding, portfolio, tutor en studieadviseur ............... 17 2.5 Toekomstperspectief (masteropleidingen, arbeidsmarktperspectieven) ... 18 2.5.1 Uitstroom direct naar de arbeidsmarkt ...................................... 18 2.5.2 Uitstroom naar aansluitende masters aan de Universiteit Utrecht .. 18 3. Examen ................................................................................................... 20 3.1 Exameneisen ................................................................................. 20 3.2 Aanvraagprocedure ........................................................................ 20 3.3 Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking ................................................ 20 4. Cursusaanbod en inschrijfprocedure ....................................................... 21 4.1 Inschrijfprocedure .......................................................................... 21 4.2 Shortlist cursussen ......................................................................... 21 4.2.1 Shortlist traject Taalwetenschap............................................... 21 4.2.2 Shortlist traject Fonetiek ......................................................... 22 4.3 Cursusbeschrijvingen...................................................................... 23
Deel III
Praktische informatie 1. Plaats opleiding binnen faculteit en instituut .......................................... 82 1.1 Het Bestuur ................................................................................... 82 1.2 De Beheersorganisatie .................................................................... 82 2. Secretariaat, commissies, afdelingen, voorzieningen.............................. 83 2.1 Secretariaat .................................................................................. 83 2.2 Postvakken ................................................................................... 83 2.3 Prikbord Taalwetenschap ................................................................. 83 2.4 Studiekosten ................................................................................. 83 2.5 Roosters ....................................................................................... 83 2.6 Internet ........................................................................................ 83 2.7 Opleidingscommissie Taalwetenschap................................................ 84 2.8 Examencommissie Taalwetenschap ................................................... 84 2.9 Contactpersonen ............................................................................ 84 3. StudiePunt Letteren ................................................................................ 84 4. Studentenorganisaties en -bladen van de opleiding ................................ 85 4.1 LINK............................................................................................. 85 4.2 Studentvertegenwoordiging ............................................................. 85
4.3
Babel............................................................................................ 85
5. Relevante instellingen............................................................................. 86 6. Medewerkers .......................................................................................... 87 7. Welke vraag bij wie? Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten ............ 89 Deel IV
Aanvullingen 1.
ICT-eindtermen ...................................................................................... 92
2.
Plagiaat- en frauderegeling .................................................................... 92
3.
Examen................................................................................................... 92
Deel I
Inleiding
Inleiding Deze studiegids bevat informatie over de bacheloropleiding Taalwetenschap. U vindt hierin informatie over de opbouw van de opleiding en over de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van alle cursussen die door de opleiding worden aangeboden. Tot slot vindt u achter in de gids praktische informatie van de opleiding. Het Opleidingsstatuut 2005/2006 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via de website van het StudiePunt Letteren: www.let.uu.nl/studiepunt. Heeft u na het lezen van deze gids nog vragen? Natuurlijk kunt u voor nadere informatie altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, bij de studieadviseur of uw tutor. Of kijk op de facultaire website: www.let.uu.nl. In 2005 – 2006 wordt de studiegids voor het laatst gedrukt. Vanaf het volgende studiejaar is alle informatie over de opleidingsprogramma’s van de Faculteit der Letteren te vinden op de facultaire homepage.
4
Deel II
Informatie over het bachelorprogramma
5
1.
Het Utrechtse onderwijssysteem
De Universiteit Utrecht biedt studenten een onderwijsmodel aan waarbij een student zijn of haar programma voor een groot deel (binnen zekere grenzen) zelf samenstelt. Een student kan een kwart van zijn onderwijs in de bachelorfase vrij kiezen: uit cursussen binnen de eigen major, maar ook uit het overige aanbod binnen de Universiteit Utrecht en uit aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal). De Universiteit Utrecht hanteert het uitgangspunt dat zowel docenten als studenten verplichtingen aangaan bij participatie in een cursus. Docenten verplichten zich tot het verzorgen van activerend onderwijs, studenten tot het actief deelnemen aan onderwijs en toetsing. Gedurende de cursusperiode is de toetsing gespreid over verschillende momenten. U kunt in Utrecht zowel een bachelor- als een masteropleiding volgen. De bacheloropleiding duurt drie jaar. De lengte van de master hangt af van het type master dat u kiest. De academische masters duren een jaar, de educatieve en de onderzoeksmasters duren twee jaar. In Utrecht heeft de bachelorfase drie doelstellingen: • academische vorming • het verdiepen van een specifieke (disciplinaire) interesse • het voorbereiden op een verdere (studie)loopbaan In de Utrechtse bachelorfase wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van academische vaardigheden. U leert op academisch niveau analyseren, argumenteren, rapporteren en presenteren. Uw ontwikkelingen en prestaties houdt u bij in een persoonlijk (elektronisch) dossier: het portfolio. Zo heeft u na afronding van de bachelorfase een goed inzicht in uw verworven vaardigheden. Aan het eind van de bachelorfase krijgen studenten het bachelordiploma en mogen zij zich Bachelor of Arts (BA) noemen. In de masterfase specialiseert een bachelor zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elk masterprogramma geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in ten minste één van de Utrechtse masters. Na afronding van deze vervolgopleiding mag u zichzelf Master of Arts (MA) noemen. De Faculteit der Letteren biedt meer dan 50 masterprogramma’s aan: www.let.uu.nl/master
6
2.
Over de bacheloropleiding
De bacheloropleiding heeft een totale studielast van 180 ECTS studiepunten (= 24 standaardcursussen), waarbij 1 ECTS gelijk staat aan ongeveer 28 uur studeren. De bacheloropleiding bestaat voor het grootste deel uit de gekozen major (het hoofdvak, maximaal 135 ECTS studiepunten = 18 cursussen); de rest van de opleiding bestaat uit profileringsruimte (minimaal 45 ECTS studiepunten = 6 cursussen). De cursussen in het programma zijn verdeeld over drie niveau’s, oplopend in moeilijkheidsgraad: niveau 1 (inleidend), niveau 2 (verdiepend) en niveau 3 (gevorderd). Het niveau van de cursussen Niveau 1: inleidend Vak: Brede introductie in vakgebied: aanleren taal van het vak, basisbegrippen, introductie in fundamentele concepten, aanreiken referentiekader. Academische vorming: Instructie in en kleinschalige oefening van academische vaardigheden, kennismaking met contextaspecten van het vak. Niveau 2: verdiepend Vak: Academische vorming: Niveau 3: gevorderd Vak: Academische vorming:
Inzoomen op deelgebieden, state of the art m.b.t. kennis/inzichten, lopende wetenschappelijke debatten, aanleren specifieke methoden en technieken. Zelfstandig mondeling en schriftelijk presenteren, eigen reflectie op maatschappelijke/filosofische/ ethische implicaties. Integreren/synthetiseren: voorspellen op basis van theorie, theorievorming op basis van onderzoeksgegevens, eigen bijdrage aan conceptual framework. Eigen bijdrage aan vraagstelling, in samenhang evalueren van wetenschappelijke informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen en bovendien vanuit verschillende wetenschappelijke theorieën en perspectieven.
Activerende onderwijsvormen De meeste cursussen op niveau 2 en 3, en veel cursussen op niveau 1 hebben het karakter van werkgroepen, waarin bij ieder college een van te voren voorbereide bijdrage van elke student wordt verwacht. Het onderwijs binnen de opleiding is doorgaans kleinschalig. Practica met behulp van ICT spelen bij veel onderwijs binnen de Taalwetenschap een belangrijke rol. Een innovatief element in de opleiding is het systeem van georganiseerde zelfwerkzaamheid. Bij bepaalde cursussen wordt aan ouderejaarsstudenten een rol toebedeeld bij de begeleiding van zelfwerkzaamheidsuren van jongerejaarsstudenten. Zowel voor de begeleiders als de begeleiden blijkt deze onderwijsvorm positieve resultaten op te leveren ten aanzien van motivatie, attitude en het beklijven van kennis en vaardigheden. Toegankelijkheid Er zijn geen restricties op de toegankelijkheid voor niet-major studenten, anders dan vervat in de ingangsadviezen. 2.1
Algemene beschrijving, doelstellingen, eindtermen major
De major Taalwetenschap omvat de vakgebieden Algemene Taalwetenschap en Fonetiek. Voor beide vakgebieden zijn onderscheiden trajecten geprogrammeerd, die met name verschillen in de vakken die de disciplinaire kern vormen. De major beslaat driekwart van de bachelorfase: 135 ECTS. Zie voor meer informatie 2.2.
7
2.1.1 Traject Algemene Taalwetenschap De taalwetenschap bestudeert de menselijke taal. Het verschijnsel van menselijke taal kan op verschillende manieren worden benaderd. Men kan onderzoeken welke eigenschappen kenmerkend zijn voor alle talen (en dus voor menselijke taal in het algemeen) en zich daarbij afvragen of die eigenschappen voortkomen uit het systeem zelf dat aan taal ten grondslag ligt, dan wel of ze bepaald worden door de manier waarop taal gebruikt wordt in een gemeenschap. De eerste vraagstelling heeft betrekking op taal als een natuurobject: wat zijn de intrinsieke eigenschappen van het taalsysteem en hoe verhouden deze zich tot het vermogen van de mens om een taal te verwerven en te gebruiken? De andere vraagstelling richt zich op taal als cultuurobject: welke eigenschappen van het verschijnsel taal worden bepaald door de manier waarop taal in een gemeenschap gebruikt wordt voor verschillende doeleinden? Een volgende vraag is uiteraard hoe deze twee aspecten van taal zich tot elkaar verhouden. Hoe zijn de natuurlijke eigenschappen van het taalsysteem van invloed op de manier waarop taal als cultuurobject zich manifesteert in verschillende vormen van taalgebruik? Hoe kan het culturele perspectief op taal inzicht bieden in de manier waarop het taalsysteem zich openbaart op verschillende niveaus van perceptie en productie? Is er sprake van wederzijdse beïnvloeding, en leidt dit soms ook tot conflicten? De kenmerken van taal als natuursysteem kunnen immers haaks staan op de kenmerken van taal als cultuursysteem. Hoe worden zulke conflicten door de taal, en de mens, opgelost? Kenmerkend voor de studie ATW in Utrecht is dat in het onderwijsprogramma beide aspecten en de spanning daartussen uitvoerig aan bod komen. Waarom Algemene Taalwetenschap? Wat maakt ATW anders dan de taalkundecomponent in een specifieke talenstudie? De algemene taalwetenschap bestudeert de gemeenschappelijke bouwprincipes die aan natuurlijke talen ten grondslag liggen. Er zijn enkele duizenden talen, de meeste niet of nauwelijks beschreven. Oppervlakkig beschouwd lijken die talen erg verschillend. Toch zijn er goede redenen om aan te nemen dat alle menselijke talen op diepgaande wijze met elkaar overeenstemmen. De algemene taalwetenschap probeert de kenmerken van taalsystemen op zo’n manier vast te leggen dat tot uitdrukking komt in hoeverre de verschillende talen variaties zijn op een algemeen thema, en binnen welke marges de diversiteit van talen zich kan manifesteren. In het majortraject ATW tref je globaal de eerder genoemde dimensies aan. Het cognitieve perspectief bestudeert de structuur en werking van het taalvermogen, één van de centrale menselijke cognitieve vermogens. Het sociolinguïstische perspectief bestudeert het sociale en culturele aspect van taal. Deze twee perspectieven worden hieronder nog wat verder toegelicht. Het cognitieve perspectief op het taalvermogen We merkten net op dat er duizenden verschillende talen bestaan. Toch blijkt dat kinderen in de kritieke ontwikkelingsfase, ongeacht hun afkomst, de taal leren die hun door de omgeving wordt aangeboden. Het proces van taalverwerving (de ontwikkeling van het taalvermogen) vertoont daarbij, ongeacht de taal waar het om gaat, een aantal constante kenmerken. Dit is één van de (vele) redenen om te veronderstellen dat kinderen zijn toegerust met een algemeen vermogen om taal te leren: een vermogen dat niet is toegesneden op een specifieke taal, maar dat toereikend is voor iedere willekeurige menselijke taal. Dit vermogen moet, ofschoon het zo flexibel is dat je er elke taal mee kunt leren, toch tamelijk "ingevuld" zijn, anders is de snelheid en de moeiteloosheid waarmee kinderen talen leren moeilijk te verklaren. Daarmee is er een onmiddellijk verband tussen de studie van de primaire taalverwerving en de theoretische taalkunde, het onderzoeksterrein van de studie van de universele kenmerken van taalsystemen. Taalsystemen hebben een vormaspect en een betekenisaspect, met een systematische relatie tussen die twee. Je maakt in het ATW-curriculum met beide aspecten kennis, en met hun wezenlijke verband; een verband dat onder meer gelegd wordt via het lexicon en de wijze waarop dat onze conceptualisering van de wereld structureert. Het onderzoek naar de structuur van het vormaspect van menselijke taal houdt in dat men onderzoekt hoe natuurlijke talen van elkaar kunnen verschillen, wat de grenzen zijn aan de variatie, en in welke opzichten alle natuurlijke talen met elkaar overeenstemmen. Dit gebeurt op het niveau van de zinsbouw (syntaxis), woordvorming (morfologie) en klankstructuur (fonologie). Het onderzoek naar de grenzen van de variatie heeft direct te maken met de vraag hoe taal geleerd wordt, maar houdt ook nauw verband met het begrijpen van de patronen die gevonden worden bij taalverandering. Een belangrijk thema is de stelling dat de verschillen tussen taalsystemen herleid kunnen worden tot het samenspel van een beperkt aantal parameters voor variatie. Het onderzoek streeft naar de constructie van een model dat de universele, invariante kenmerken van menselijke taal weerspiegelt, dat inzicht geeft in de taalspecifieke eigenschappen van de
8
menselijke geest en, wat indirecter, ook in de processen die zich afspelen bij het verwerken van taal. (Deze processen kunnen tegenwoordig overigens met diverse methoden ook direct zichtbaar worden gemaakt.) Wat de betekenisaspecten betreft, kunnen vergelijkbare vragen gesteld worden. Dit is het domein van de semantiek. Wat zijn de universele principes die de betekenisopbouw beheersen, en hoe kunnen talen van elkaar verschillen in de manier waarop vormpatronen met betekenissen worden verbonden? Een belangrijk beginsel daarbij is compositionaliteit: voor de kleinste taalelementen is de verhouding tussen vorm en betekenis willekeurig, maar voor complexe taalbouwsels kan de betekenis van het geheel berekend worden uit de betekenis van de samenstellende delen en de manier waarop die zijn samengevoegd. Bij de uitwerking van dit idee is het erg vruchtbaar de verhouding tussen vorm en betekenis in natuurlijke talen te bestuderen aan de hand van de technieken die in logica en informatica gebruikt worden voor de interpretatie van kunstmatige talen. De connecties tussen taalkunde, logica en informatica worden verder uitgediept in de computationele taalkunde. Deze component van het ATW-programma richt zich op het ontwerpen van computationele modellen van het taalvermogen. De achterliggende gedachte daarbij is dat cognitie in letterlijke zin beschouwd kan worden als een vorm van computatie. In deze zin is de grens tussen de computationele en de hierboven genoemde theoretische taalkunde niet scherp. De computationele taalkunde heeft daarnaast uiteraard ook een meer technologische invalshoek, namelijk die van automatische verwerking van natuurlijke taal, ook wel aangeduid als taaltechnologie. De studie van de sociale en culturele aspecten van taal De studie van het sociale en culturele aspect van taal wordt aangeduid met de term ‘sociolinguïstiek’. Elke taal vervult een aantal functies voor de individuen die haar spreken en voor de gemeenschap waarin zij wordt gebruikt. Er zijn opvallende verschillen op het niveau van taalgebruik tussen de verschillende gemeenschappen (alleen al bijvoorbeeld op het punt van aanleidingen om te spreken: waar in een bepaald type situatie in de ene gemeenschap gezwegen wordt, moet er in de andere gemeenschap juist gesproken worden). Maar er zijn ook constanten, zoals functies die elke taal vervult en die daarom ook tot de universele kenmerken van taal moeten worden gerekend, en algemene principes van taalgebruik. Eén van de functies van taal is uiteraard die van communicatie. Naast kennis van het systeem is er ook communicatieve kennis nodig: het kunnen produceren en begrijpen van grammaticale constructies heeft weinig zin wanneer het niet duidelijk is in welke situaties die constructies wel of juist niet gebruikt kunnen worden. De sociale, en vaak ook de fysieke afstand tussen mensen is doorslaggevend voor de keuze van een bepaalde constructie of variëteit. Zo’n variëteit kan een taal zijn, maar ook een dialect, of een "manier van spreken" (deftig of plat, etc.). Het onderzoek naar die variëteiten (zoals gebruik, afbakening, vermenging, verwerving en verlies) is een centraal thema in de sociolinguïstiek. Samenvattend komen binnen het programma van het traject ATW de volgende kennis en vaardigheden aan de orde: • kennis van het grammaticale systeem en de variatie tussen talen, zowel op het gebied van fonologie en syntaxis als van semantiek, en de vaardigheid om op basis van deze kennis taalverschijnselen te analyseren; • kennis van de structuur en werking van het taalvermogen, onder andere aan de hand van de wijze waarop taal verworven en verwerkt wordt, en vaardigheden met betrekking tot experimenteel onderzoek op dit gebied; • kennis van formele en computationele modellen waarmee taalkennis en -verwerking gerepresenteerd kunnen worden, en van mogelijke toepassingen van dergelijke modellen in de informatie- en communicatietechnologie (ICT); • kennis van de sociale en culturele aspecten van taal, en vaardigheden met betrekking tot empirisch (veld)onderzoek op dit gebied; • het vermogen om wetenschappelijke discussies over taal zowel inhoudelijk als methodisch te kunnen volgen en beoordelen; • het vermogen om de verworven kennis en vaardigheden op de diverse gebieden te integreren, en daarover mondeling en schriftelijk te rapporteren. ATW in Utrecht Wat maakt ATW in Utrecht anders dan ATW elders? Bij de opbouw van het curriculum is vóór alles gestreefd naar een brede taalwetenschappelijke vorming waarin zowel het cultuur- als het natuuraspect van taal tot zijn recht komt. Je wordt in je studie geconfronteerd met verschillende
9
taalkundige theorieën, die het hoofdaccent elk op hun eigen manier leggen bij de vorm-, betekenis- en gebruiksaspecten van het taalsysteem, of bij de computationele modellering daarvan. Tegen de achtergrond van een brede basisopleiding kun je dan na de afronding van het bachelorprogramma je specifieke belangstelling verder verdiepen. Vervolgtrajecten zijn te vinden zowel in éénjarige academische master-opleidingen(met bijvoorbeeld een taaltechnologisch of taalpathologisch accent), als in tweejarige, onderzoeksgerichte masters (onder meer op het gebied van taalwetenschappen, cognitieve neurowetenschappen, of kunstmatige intelligentie). 2.1.2 Traject Fonetiek Fonetiek is de studie van spreken en verstaan. Daarbij staat de samenhang tussen de innerlijke wereld van de taal en de uiterlijke wereld van de spraak centraal. De nadruk ligt op de mentale processen die ten grondslag liggen aan het produceren en waarnemen van spraak: hoe worden de bedoelingen van de spreker gerepresenteerd in fysische signalen, hoe zijn die signalen samengesteld, en hoe neemt de luisteraar die signalen waar? Kunnen we deze processen zodanig simuleren op de computer dat er praktische toepassingen ontstaan? Spraak manifesteert zich in de vorm van standen en bewegingen van de spraakorganen, geluidstrillingen, en gehoorsensaties. In fonetisch onderzoek wordt vaak een beroep gedaan op kennis en vaardigheden uit andere disciplines, zoals algemene taalwetenschap, psychologie, psychofysica, natuurkunde. De Fonetiek gebruikt empirische onderzoeksmethoden, gebaseerd op de methoden en technieken van die verschillende disciplines. Voor de studie betekent dit, dat er een behoorlijke basiskennis wordt aangekweekt van begrippen en technieken uit de Fonetiek en de Spraakautomatisering, maar ook uit gerelateerde vakgebieden. Bovendien doet de student praktische vaardigheden op in het opzetten, uitvoeren en rapporteren van experimenteel-fonetisch en spraaktechnologisch onderzoek. Fonetisch onderzoek kenmerkt zich, meer dan veel ander letterenonderzoek, door het gebruik van kwantitatieve methoden en technieken. Zo worden metingen verricht aan de akoestische vorm van spraak (het spraakgeluid), meestal met behulp van de computer. Ook worden onderzoeksgegevens verkregen uit luisterproeven waarbij het aangeboden spraakgeluid nauwkeurig wordt gecontroleerd. De akoestische en/of perceptieve resultaten van dergelijk onderzoek worden vervolgens statistisch geanalyseerd. De computer staat ook centraal in de ontwikkeling van spraaktechnologische toepassingen, zoals een sprekende computer of een systeem dat spraak of sprekers herkent. De verschillende vaardigheden die hiervoor nodig zijn (bijvoorbeeld akoestische analyse en bewerking van spraakgeluid, opzetten en afnemen van experimenten, gebruik van computerprogramma’s voor statistische analyse, enz.) komen alle aan bod in de studierichting Fonetiek. Vervolgtrajecten zijn er zowel in de vorm van éénjarige academische master-opleidingen(bijv. op het gebied van spraaktechnologie, of spraak- en taalpathologie) als van onderzoeksgerichte masters (o.m. op het gebied van de taalwetenschappen, de cognitieve neurowetenschappen, of de kunstmatige intelligentie) 2.1.3 Informatie voor oude-stijl studenten (doctoraal) Studenten die, met inachtneming van de Onderwijs- en Examenregeling van de BA-opleiding Taalwetenschap, gerechtigd zijn om nog een doctoraalexamen (oude stijl) af te leggen, worden in de gelegenheid gesteld hun studie (c.q. specialisatie) af te ronden door deelname aan alle cursussen opgenomen in de shortlists van de BA- en MA-opleidingen Taalwetenschap. De examencommissie Taalwetenschap beslist op basis van het onderwijsdossier of deze studenten tot het doctoraalexamen kunnen worden toegelaten. Het verdient aanbeveling ruim voor de gewenste afstudeerdatum hierover contact op te nemen met de secretaris van de examencommissie.
10
2.2
De Major
De major is opgebouwd uit disciplinegebonden vakken en academische contextvakken. Een deel van deze vakken is verplicht (uniform voor alle studenten binnen de major), de rest bestaat uit keuzevakken. Het eerstejaarsprogramma van de major Taalwetenschap is zo veel als mogelijk gemeenschappelijk voor de twee trajecten Algemene Taalwetenschap en Fonetiek. In principe kunnen de verplichte keuzevakken in het eerste jaar vervangen worden door andere cursussen uit het cursusaanbod, maar om opleidingsinhoudelijke en praktische redenen ontraden we dit. Gemeenschappelijk eerstejaarsprogramma van de trajecten Algemene Taalwetenschap en Fonetiek: (NB: V= Verplicht, VK= Verplichte Keuze, [V]AC = [verplicht] academisch contextvak) 1.
Spreken en verstaan: Een inleiding in de Fonetiek (V) Blok 1, Niveau 1
2.
Van Taal naar Theorie (V) Blok 1, Niveau 1
3.
Statistiek (VK) Blok 2, Niveau 1
4.
De Psychologie van Taal (V) Blok 2, Niveau 1
5.
Taal- en Spraaktechnologie (VAC) Blok 3, Niveau 2
6.
Inleiding Sociolinguïstiek (V) Blok 3, Niveau: 1
7.
Spraakproductie en Transcriptie (VK-ATW; V-FON) Blok 4, Niveau 1
8.
Inleiding Algemene Literatuurwetenschap (VAC) Blok 4, Niveau 1
9.
Taal- en Academische Vaardigheden voor Linguïsten (AC) Blok 2-4, Niveau 1
Het traject Algemene Taalwetenschap omvat in het tweede (of derde) studiejaar de volgende verplichte cursussen: 10.
Principes van syntactische beschrijving Blok 1, Niveau 2
11.
Inleiding Fonologie en Morfologie Blok 2 Niveau 2
12.
Betekenis in Context Blok 2, Niveau 2
Het traject Fonetiek omvat in het tweede (of derde) studiejaar de volgende verplichte cursussen: 13.
Waarneming van Spraak Blok 1, Niveau 2
14.
Onderzoeksvaardigheden Experimentele Taalkunde Blok 1, Niveau 2
11
In beide trajecten behoort een BA-eindwerkstuk tot de verplichte componenten: 15.
Eindwerkstuk BA Taalwetenschap Blok 1-4, Niveau 3 De keuze van de student voor het onderwerpsgebied en de vorm is vrij. Het werkstuk is wel gekoppeld aan een keuzecursus op niveau 3. Het werkstuk dient als een proeve van bekwaamheid waarvan vorm en inhoud gerelateerd worden aan de ambities van de student na het behalen van de bachelorgraad. Het voorstel voor het eindwerkstuk moet worden goedgekeurd door een docent van de betrokken voorbereidende cursus, dan wel door de examencommissie. Ingangseisen: Een van de Niveau-3 cursussen Linguistic Issues, Taalvariatie en taalverandering, Computationele grammatica’s, Experimentele psycholinguistiek of Meertaligheid, of Akoestiek van Spraak en Muziek. Deze bereiden voor op het eindwerkstuk.
Major-gebonden keuzevakken In aanvulling op de verplichte programma-onderdelen kiest de student 6 cursussen (45 ECTS) uit het onderstaand pakket van major-gebonden (verplichte) keuzecursussen. (Maar zie de opmerking over verplichte keuzecursussen in het eerste jaar in het bovenstaande.) Daarbij geldt dat cursussen op niveau 2 die in een van beide trajecten verplicht zijn, in het andere traject tot de verplichte keuzecursussen gerekend worden. N.B. Bij het kiezen van een major-pakket moet de student er rekening mee houden dat dit pakket voor tenminste 45 ECTS studiepunten (traject Algemene Taalwetenschap) of 37,5 ECTS studiepunten (traject Fonetiek) cursussen op verdiepend niveau (niveau 2) bevat, en voor tenminste 22,5 ECTS studiepunten (beide trajecten) cursussen op gevorderd niveau (niveau 3). Deze cijfers zijn exclusief het eindwerkstuk. Let op: Binnen de Bachelor, oftewel binnen de Major èn de Profileringsruimte dient de student tenminste 45 ECTS op niveau 3 te behalen (inclusief het eindwerkstuk).
Het is van belang bij het samenstellen van een cursuspakket acht te slaan op de ingangseisen of – adviezen, zoals vermeld in de complete cursusbeschrijvingen (zie paragraaf 4.3) Cursussen op niveau 2 16.
Talen in Contact (Blok 1)
17.
Natuurlijke taalverwerking: Parsing as Deduction (blok 2)
18.
Leren Luisteren naar Taal (Blok 2)
19.
Discourse Analyse (Blok 3)
20.
Inleiding Taalontwikkeling (Blok 3)
21.
De Zangstem (Blok 3)
Cursussen op niveau 3 22.
Akoestiek van Spraak en Muziek (Blok 1)
23.
Linguïstische Argumentatie (Blok 1) N.B. wordt in 2005/2006 niet gegeven!
12
24.
Grammaticaformalismen in de Taaltechnologie (Blok 2)
25.
Taalvariatie en Taalverandering (Blok 2)
26.
Issues in the Theories of Language Structure and Language Development (Blok 3)
27.
Melodie en Ritme in Talen (Blok 3)
28.
Meertaligheid: Psycholinguïstische en Sociolinguïstische Aspecten (Blok 4) N.B. deze cursus alterneert jaarlijks met ‘Experimentele Psycholinguistiek’.
29.
Experimentele Psycholinguïstiek: Het verwerken en Interpreteren van Zinnen (Blok 4) N.B. deze cursus alterneert jaarlijks met ‘Meertaligheid’; niet gegeven in 2005/6.
Inwisseling van cursussen voor externe cursussen In principe komen alle cursussen daarvoor in aanmerking, onder voorwaarde van goedkeuring door de examencommissie (bekijk in dit verband ook de lijst van academische contextvakken hieronder). Academische contextvakken Naast de verplichte componenten en de verplichte keuzevakken bevat het majorprogramma van de student Taalwetenschap 4 academische contextvakken, waarvan er twee verplicht zijn. In het algemeen vloeit de academische context van de Taalwetenschap voort uit de positie van het taalvermogen temidden van de andere cognitieve systemen, het taalvermogen als kennisdragend en -verwerkend systeem, en de taal als drager van sociale en culturele identiteit. Het is met name vanuit het laatste perspectief, de rol van taal in de tekst en de context, dat de opleiding ervoor gekozen heeft Algemene Literatuurwetenschap als verplicht contextvak op te nemen. Het tweede verplichte academische contextvak is een inleiding in de taal- en spraaktechnologie. Dat vak geeft goed aan wat de relevantie is van de taalwetenschap in de informatiemaatschappij. Verplicht 1. Inleiding Algemene Literatuurwetenschap (de sociaal-culturele context van taal en taalgebruik). 2. Taal- en spraaktechnologie (vanwege de relatie tot technologische vraagstellingen). Keuze 3. Taal- en Academische vaardigheden voor Linguïsten 4. Leidende Ideeën uit de Geschiedenis van de Taalkunde 5. Inleiding Taalonderwijskunde: Takendesign en Curriculumontwikkeling in het Taalonderwijs 6. Historische taalkunde 7. Taal en Gender 8. Samenhang in Tekst en Discours 9. Communiceren in een Academisch Domein 10. Who’s who in de bijbel. Een snelle bijspijkercursus.* 11. Who’s who in de mythologie. Een snelle bijspijkercursus.* 12. Literatuur en filosofie 13. Kennis, Letteren en Maatschappij: De Letteren als Wetenschappen 14. Postcolonial Theory
TLW TLW
200501114 200300800
DUI ITA NED NED NED GES GES LIT TCS POR
200200391 (Alterneert) 200500254 200500341 200500333 200400182 200400183 200400987 200500119 200200266
ITA ITA POR
200501231 200300369 200300226
*) Deze twee cursussen zijn samen 7,5 ECTS. Verdere opties 15. Taalkundige cursussen van een van de talenopleidingen, bijv.: • Inleiding Italiaanse taalkunde • Taalvariatie in het Italiaans • Seminar Portugese Taalkunde
13
• • • • • •
Taalkunde van het Spaans TK4 Variatie in Betekenis Engelse Taalkunde: Fonologie en Syntaxis Introduction to Second Language Acquisition Linguistiek en Gebarentaal Varieties of English
SPA FRA ENG ENG ENG ENG
200200208 200300295 200300196 200500311 200200224 200400561
16. Relevante contextvakken vanuit andere faculteiten: • • • •
Een cursus (bijvoorbeeld verzorgd vanuit Psychonomie, FSW) die de positie van taal als cognitief systeem behandelt. Een cursus die ingaat op formele modelvorming (bijvoorbeeld verzorgd vanuit CKI) Wetenschapsfilosofie en kennistheorie (Wijsbegeerte). Cursussen op de volgende gebieden (vooral van belang voor het traject Fonetiek): - biofysica; - psychofysica; - audiologie en foniatrie; - informatica.
Een bijzonder formaat onder de academische contextvakken heeft de cursus Taal- en Academische Vaardigheden voor linguïsten. De cursus is goed voor de standaard 7,5 ECTS punten. Die punten verdien je niet in één welbepaald blok, maar bouw je op gedurende de onderwijsperioden 2-4 in wekelijkse bijeenkomsten. De cursus is erop gericht de deelnemers elementaire vaardigheden bij te brengen op twee terreinen: lees-, spreek- en schrijfvaardigheid in het Engels als voertaal van de internationale taalwetenschappelijke discussie, en vaardigheid in het gebruik van de technische hulpmiddelen die de taalkundige ter beschikking staan om op communicatief efficiënte manier aan die discussie deel te nemen. Omdat de cursus vaardigheden bijbrengt die je voor de verdere onderdelen van je majorprogramma nodig hebt, volg je deze cursus in het eerste jaar van je studie. Academische vorming De in de major opgenomen cursussen zijn erop gericht door middel van inhoud en werkvorm te garanderen dat de studenten in de loop van het programma een academisch denk- en werkniveau ontwikkelen, het binnen de Algemene Taalwetenschap of de Fonetiek gangbare wetenschappelijke instrumentarium leren kennen en hanteren, wetenschappelijk gevormd worden, en wetenschappelijke inzichten in een maatschappelijke context leren te plaatsen. Toetsing Toetsing van de academische vorming is een integraal onderdeel van de toetsing van de diverse onderdelen van de major, onder meer aan de hand van opdrachten en werkstukken. Hierdoor wordt bevorderd dat de student bij afsluiting van het bachelorsprogramma in staat is het taalwetenschappelijke kennisaanbod gericht te doorzoeken, taalwetenschappelijke beweringen op hun waarde te toetsen, en taalwetenschappelijke kennis probleemgericht toe te passen en in een wetenschappelijke en maatschappelijke context te plaatsen. Voor velen neemt het taalvermogen een belangrijke plaats in temidden van de andere cognitieve systemen, daarnaast is taal een instrument voor het representeren, maar ook intern verwerken van kennis. Taal is eveneens een belangrijke drager van sociale en culturele identiteit. Mede met het oog op dit laatstgenoemde aspect, is er een aantal cursussen opgenomen die specifiek gericht zijn op het plaatsen van de taalwetenschap in de hiermee aangegeven context.
14
Schematische opbouw van de bacheloropleiding Taalwetenschap 2005/2006 JAAR 1: Onderwijsperiode
1
Spreken en Verstaan
Van Taal naar Theorie
niveau 1 cursuscode 200300287
niveau 1 cursuscode 200300434
Statistiek
Psychologie van Taal
niveau 1 cursuscode 200300427
niveau 1 cursuscode 200400300
Taal- en Spraaktechnologie
Inleiding Sociolinguïstiek
2
3
niveau 2 cursuscode 200501117
4
niveau 1 cursuscode 20050388
Spraakproductie en Transcriptie (V-FON)
Inleiding Algemene Literatuurwetenschap
Spraakproductie en Transcriptie (VK-ATW)
niveau 1 cursuscode 200501150
Taal- en Academische Vaardigheden (AC) niveau 1 cursuscode 200501114
niveau 1 cursuscode 200501115
JAAR 2 (alleen de verplichte cursussen zijn vermeld): Onderwijsperiode
1
2
Onderzoeksvaardigheden Experimentele Taalkunde (V-FON)
Waarneming van Spraak (V-FON)
Principes van Syntactische Beschrijving (V-ATW)
niveau 2 cursuscode 200500389
niveau 2 cursuscode 200200297
niveau 2 cursuscode 200300669
Inleiding Fonologie en Morfologie (V-ATW)
Betekenis in Context (V-ATW)
niveau 2 cursuscode 200500192
niveau 2 cursuscode 200200737
3 4
JAAR 3: Ruimte voor majorgebonden en vrije keuzecursussen en Eindwerkstuk. Legenda: Vet = major verplicht Cursief= majorgebonden keuze Vet cursief= academische context verplicht
15
2.3
De Profileringsruimte
De profileringsruimte (45 ECTS) kan de student naar eigen inzicht invullen met cursussen uit het totale Utrechtse cursusaanbod (inclusief de cursussen van de Opleiding Taalwetenschap) en uit het aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal). Er is een beperking, namelijk dat 15 ECTS binnen de profileringsruimte gevuld moet worden met cursussen op verdiepend niveau (niveau 2). Het doel van de profileringsruimte kan zijn: • • • •
cursussen te volgen buiten de major die passen bij ambities en interesses; extra cursussen te volgen binnen de major omdat daar de interesse ligt van de student; zich voor te bereiden op een specifiek masterprogramma; zich voor te bereiden op een ander vervolg van de (studie)loopbaan.
2.3.1 Cursussen buiten de major De student kan vrije keuzevakken kiezen uit de Universitaire Onderwijscatalogus van de Universiteit Utrecht. Daarnaast kan er ook uit het cursusaanbod van andere universiteiten en hogescholen (nationaal of internationaal) gekozen worden. In dit geval is goedkeuring van de examencommissie vereist: deze beoordeelt of er geen sprake is van overlap met reeds gevolgde cursussen en of de cursussen van voldoende niveau zijn. 2.3.2 Extra cursussen binnen de major De student kan ook extra cursussen volgen binnen de eigen major ter verdieping of ter voorbereiding op een bepaalde master. 2.3.3 Minor Een van de mogelijkheden voor het inrichten van de profileringsruimte, is het volgen van een minor. Een minor is een (door het onderwijsinstituut) erkend samenhangend pakket van vier cursussen waarvan er tenminste één op niveau 3 moet worden gevolgd. Soms is een minor een ingangseis voor een masterprogramma. Minors kunnen specifieke ingangseisen en een vastgestelde capaciteit hebben. Via de facultaire homepage kun je het actuele minoraanbod bekijken. Kijk op www.let.uu.nl > onderwijs > minor 2.3.4 Studeren in het buitenland Een gedeelte van de profileringsruimte kan benut worden om een tijdje in het buitenland te studeren. Studenten Taalwetenschap kunnen met vragen daarover terecht bij dr. Paola Monachesi. Behalve vakken volgen kunt u natuurlijk ook naar het buitenland om onderzoek te doen of stage te lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Bespreek uw plannen over uw buitenlandverblijf tijdig met uw tutor in verband met uw studieplanning. Uitgebreide informatie kunt u opvragen bij het facultaire International Office. Kijk op de website van het International Office: www.let.uu.nl/international International Office Coördinator: Marlies Bussemaker Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6046 e-mail:
[email protected] Inloopspreekuur: dinsdag 10.00-12.00 uur en donderdag 12.30 – 14.30 uur. Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) 253 6285
16
Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office. 2.3.5 Stage Een stage biedt studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen op het terrein van hun studie, verschaft studenten inzicht in hun kennis en vaardigheden en vormt zo een goede voorbereiding op een baan na de studie. Alle bachelorstudenten hebben de mogelijkheid om een stage op te nemen in het examenprogramma. Voor studenten Taal- en cultuurstudies is de stage een verplicht onderdeel binnen de bacheloropleiding. Gedetailleerde informatie over de stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat – samen met het aanbod van stageplaatsen – ook op internet. De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod om kunt u ook zelf een stageplaats aandragen. Kijk voor de stagehandleiding of het huidige aanbod van stageplaatsen op www.let.uu.nl/stage Facultaire stagecoördinator: Floris Tijl Drift 8, kamer 0.04 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6103 e-mail:
[email protected] Spreekuur op afspraak: maandag 11.00 - 12.00 uur Inloopspreekuur: donderdag 11.00 - 12.00 uur Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) 253 6285 2.4 Studieloopbaanbegeleiding, portfolio, tutor en studieadviseur Bij de Utrechtse bachelorfase hoort een gedegen studiebegeleiding. Dat is van groot belang omdat de keuzevrijheid voor studenten relatief groot is. Een belangrijke taak is daarin weggelegd voor de persoonlijke begeleider van de student, de tutor. Een tutor is een docent die verbonden is aan de major en voor de student het eerste aanspreekpunt. Aan de hand van een speciaal studieloopbaanprogramma wordt de student door de tutor begeleid. De begeleiding is erop gericht de student systematisch en op actieve wijze te laten reflecteren op de eigen studieloopbaan. Ook leert de student knelpunten te signaleren om ze vervolgens aan te pakken en zal de tutor aansturen op reflectie op academische vorming en kennisvergaring. Hierdoor wordt de student zich bewust van wat er werkelijk geleerd wordt tijdens de studie. De studieloopbaanbegeleiding begint voor alle studenten in de eerste week van het collegejaar, tijdens de introductie. De student maakt dan kennis met de opleiding, de studieadviseur, de tutor, de tutorgroep (studiegenoten die dezelfde begeleider hebben) en het digitale portfolio. Het bijhouden van het portfolio is een vereiste voor het behalen van het bachelorexamen. Het doel van het portfolio is het proces van academische vorming inzichtelijk te maken. Eigen ontwikkelingen en prestaties dienen daarom te worden bijgehouden in het portfolio. Ook is het portfolio een belangrijk begeleidingsinstrument waarin studieplanning wordt vastgelegd en waarin studenten reflecteren op hun studievoortgang en –prestaties. De studieloopbaanbegeleiding in het eerste jaar is intensief en bestaat uit zowel individuele gesprekken met de tutor als bijeenkomsten met de tutorgroep. De student heeft tenminste drie individuele gesprekken met de tutor: tijdens de introductie, halverwege het studiejaar en aan het eind van het studiejaar. Het tweede gesprek heeft tot doel de student een (dringend) studieadvies te geven. Tijdens het laatste gesprek staat de (definitieve) majorkeuze centraal. In het tweede en het derde jaar gaat de aandacht binnen de studieloopbaanbegeleiding vooral uit naar de studievoortgang en naar de keuzes bij de invulling van de profileringsruimte of voorbereiding op een bepaald masterprogramma.
17
Gespreksonderwerpen met de tutor zijn onder meer: • portfolio–opbouw, studievoortgang en studieadvies • evaluatie van het eerste jaar • oriëntatie op de keuzemogelijkheden in de profileringsruimte • oriëntatie op keuzemogelijkheden binnen de major • oriëntatie op studiemogelijkheden in het buitenland en stagemogelijkheden • oriëntatie op masteropleidingen De studieadviseur Naast de tutor kan de student voor advies terecht bij de studieadviseur. De studieadviseur kan de student helpen die vragen heeft over onder meer de formele kanten van de studieplanning, exameneisen, gang van zaken rond scriptie en afstuderen. Daarnaast kunnen studenten zich tot haar wenden met vragen en problemen rond studiemotivatie, studiestaking, studievertraging, vrijstellingen, aanvragen afstudeersteun, studiefinanciering, studeren in het buitenland, stage en beroepsperspectieven. Bij specifieke vragen of persoonlijke problemen kan de studieadviseur studenten naar de juiste instantie of persoon doorverwijzen. Studenten die door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oplopen, wordt ten zeerste aanbevolen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur. Voor specifieke vragen over studiefinanciering kunnen studenten terecht bij het Studenten Service Centrum (SSC). Op de website van de opleiding Taalwetenschap (http://www.let.uu.nl/taalwetenschap) vind je meer informatie over tutoraat en studie-adviseur. 2.5 Toekomstperspectieven (masteropleidingen, arbeidsmarktperspectieven) Na het afronden van je bachelorprogramma Taalwetenschap kun je onmiddellijk een baan zoeken op de arbeidsmarkt, of je studie voortzetten met een 1- of 2-jarige master. 2.5.1 Uitstroom direct naar de arbeidsmarkt Algemene Taalwetenschap: uitvoerende en ondersteunende functies op startersniveau waarbij ofwel kennis van en affiniteit met de problematiek van taal in relatie tot minderheden van belang is dan wel kennis van en affiniteit met talige aspecten van technologie. Fonetiek: Fonetici kunnen plaatsen vinden in onder meer uitvoerende en ondersteunende functies bij onderzoeksinstituten, in de spraaktechnologie, in de IT-sector in het algemeen en in de gezondheidszorg. 2.5.2 Uitstroom naar aansluitende masters aan de Universiteit Utrecht Mogelijkheden voor 1-jarige masterprogramma's zijn: * Taal- en Spraaktechnologie * Taalstructuur en Taalvariatie * Taal en Ontwikkeling * Taal en Spraak: Verwerking en Stoornissen. Taal- en Spraaktechnologie Coördinatie: prof. dr. M.J. Moortgat, dr. G. Bloothooft. De Master of Arts Taal- en Spraaktechnologie richt zich op studenten die enerzijds belangstelling hebben voor de structuur en de communicatieve functie van taal en spraak, en anderzijds deze kennis willen inzetten voor het ontwikkelen van technologische toepassingen. In het bijzonder gaat het daarbij om informatie- en communicatietechnologie rond toepassingen waarbij tekst, taal en spraak een belangrijke rol spelen, zoals: • tekst- en spraakgebaseerde ’data mining’ • ontwikkeling van linguïstische gegevensbanken (zoals lexica en geannoteerde spraakcorpora), • multimediale systemen met spraak-invoer en -uitvoer, • systemen en hulpmiddelen voor automatisch vertalen, • hulpmiddelen voor visueel of auditief gehandicapten,
18
•
e-learning
Kennis van het menselijk taalvermogen is hierbij onontbeerlijk, zowel voor het ontwikkelen van de toepassingen, als om te begrijpen hoe de mens als gebruiker met deze systemen om zal gaan, en met welke beperkingen en mogelijkheden rekening moet worden gehouden. Maar meer algemeen zijn studenten later in staat om complexe systemen, die ontwikkeld worden met bijdragen vanuit verschillende disciplines, te doorgronden en daar in teamverband aan bij te dragen. Ze kunnen een brug slaan tussen technologie enerzijds en gebruikers anderzijds. Taal en Ontwikkeling Coördinatie: dr. R.W.J. Kager. Het doel van dit programma is daartoe geschikte kandidaten op te leiden tot Master of Arts in de Taal en Cultuur (van het Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Portugees, of Spaans) of de Taalwetenschap, met als specialisme Taal en Ontwikkeling. De masterstudenten verwerven deskundigheid op het gebied van de ontwikkeling van een specifieke taal in brede zin (d.w.z. gestuurde en ongestuurde verwerving, meertaligheid, taalkennis, taalvariatie en taalgebruik), waardoor zij problemen kunnen aanpakken en oplossen op het gebied van • het taalonderwijs (adviseren over en opzetten van taalverwervingsprogramma's) over X als moeder-, tweede- of vreemde taal • de optimalisering van leersituaties van X als een moeder-, tweede- of vreemde taal • de structurering van taaldatabestanden, electronische programma’s voor communicatie en vreemde talen etc Taalstructuur en Taalvariatie Coördinatie: prof. dr. E.J. Reuland. Het doel van dit programma is daartoe geschikte kandidaten op te leiden tot Master of Arts in de Taal en Cultuur van het Nederlands of de Taalwetenschap, met als specialisme Taalstructuur en Taalvariatie. De masterstudenten verwerven deskundigheid op het gebied van de gemeenschappelijke bouwprincipes van alle talen en van de wijze waarop talen ten opzichte van elkaar kunnen variëren en elkaar kunnen beïnvloeden. Daarnaast kunnen ze expertise verwerven in het opzetten van talige data bases en de manier waarop je met data bases als instrument kunt omgaan. Daardoor kunnen zij problemen aanpakken en oplossen op het gebied van: • de invloed van taalcontact en meertaligheid • standaardisatie en spelling • de positie van streektaal ten opzichte van de standaard taal • de structurering van taaldatabestanden, corpora, woordenboeken, enz. Taal en Spraak: Verwerking en Stoornissen Coördinatie: prof. dr. F.N.K. Wijnen, dr. H. Quené. Dit masterprogramma is bedoeld voor studenten die geïnteresseerd zijn in de verwerking van taal en spraak, d.w.z. in de cognitieve, zintuiglijke en motorische vermogens en processen die mogelijk maken dat wij spreken, luisteren, schrijven en lezen. Deelnemende studenten zijn tevens geïnteresseerd in stoornissen van die processen, aangeboren (bijv. Specific Language Impairment, dyslexie), dan wel verworven (m.n. afasie). Afgestudeerden zijn deskundig op het gebied van de gangbare experimentele onderzoeksmethoden; zij kennen de mogelijkheden en onmogelijkheden daarvan, en zijn daardoor in staat om onderzoeksresultaten op waarde te schatten. Ook kunnen zij zich een gemotiveerd oordeel vormen over de relevantie van taalwetenschappelijke onderzoeksresultaten voor praktische vraagstukkken, bijvoorbeeld, in de zorgsector: ontwikkeling van diagnostiek, interventie, en de evaluatie hiervan. Mogelijkheden voor 2-jarige onderzoeksmasters zijn: • Linguistics • Artificial Intelligence • Neuroscience and Cognition De laatste twee hebben een track specifiek op taal gericht. Deze lijst is niet uitputtend. Met een bachelor Taalwetenschap kun je ook denken aan masters op het gebied van de informatica, de audiologie, de biofysica, en overige masters waarvoor een taalwetenschappelijke of fonetische scholing van belang is, afhankelijk van de daarvoor geldende toegangseisen en de individuele invulling van de profileringsruimte door de student (zie http://www.masters.uu.nl/ ). Buiten Utrecht bestaat er de mogelijkheid van vervolgtrajecten in diverse masters aangeboden door andere universiteiten, zowel in binnen- als buitenland, op het gebied van taal- en
19
cognitiewetenschappen, spraakonderzoek, taal- en spraakpathologie, spraaktechnologie, informatica, audiologie, foniatrie en biofysica.
3.
Examen
3.1
Exameneisen
De exameneisen van de opleiding staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. De examenregeling van alle opleidingen is te vinden op www.let.uu.nl/studiepunt > Onderwijs- en examenregelingen (OER). 3.2
Aanvraagprocedure examen
Een student die het bachelorexamen wil afleggen ("afstuderen") dient hiertoe een aanvraagformulier in te vullen. Deze formulieren zijn verkrijgbaar bij het secretariaat van de opleiding. De student dient de volgende documenten in te leveren bij het secretariaat: • het ingevulde aanvraagformulier, • een recent dossieroverzicht van de Studieadministratie Letteren (Osiris), • eventuele uitslagbrieven, tentamenbriefjes, voorlopige toetsverklaringen, vrijstellingen, e.d. • een bewijs van geldige inschrijving voor de opleiding tot en met de beoogde examendatum (zie hierna); NB: alleen een collegekaart is geen bewijs van geldige inschrijving, De aanvraag moet ingediend zijn tenminste 2 weken voor de beoogde examendatum. Indien de aanvraag ontvangen is uiterlijk op de 10e dag van een maand, dan kan het examen nog in diezelfde maand behaald worden. Uitzonderingen op deze regel zijn de maanden december (uiterlijk 7 december aanvragen), en juli en augustus (geen afstuderen). Alleen complete aanvragen worden in behandeling genomen. 3.3
Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking
Vervolgens stelt de examencommissie (in vergadering) zo spoedig mogelijk vast, of de student voldoet aan de eisen voor het bachelorexamen. De examencommissie besluit vervolgens om het aangevraagde bachelorexamen toe te kennen. Originele diploma’s worden tijdens de vergadering ondertekend. NB: De vergaderdatum is ook de datum van het examen en de datum op het diploma. Er zullen geen andere criteria worden gehanteerd voor de datering. De student moet nog geldig zijn ingeschreven op de datum van het examen. Deze examendatum wordt ook doorgegeven aan de Centrale Studentenadministratie. Diploma’s worden uitgereikt tijdens een plechtige afstudeerceremonie. Deze kan plaatsvinden in elke laatste week van een blok. Er worden geen zgn. "afstudeerverklaringen" uitgereikt. Indien gewenst kan de student een gewaarmerkte kopie van het bachelordiploma ontvangen, vanaf 2 werkdagen na de examendatum. Het originele diploma berust bij (het secretariaat van) de Examencommissie, tot de uitreiking. Cum laude-regeling 1. Aan de uitslag van het bachelorexamen kan het predikaat “met lof” worden toegekend indien: de cijfers voor 20 van de 24 onderdelen van de bacheloropleiding gemiddeld een 8 of hoger zijn; het cijfer van het eindwerkstuk een 8,5 of hoger is. 2. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd worden niet in de berekening van het judicium opgenomen. 3. De examencommissie kan, al dan niet op voorstel van een docent, in individuele gevallen van deze regeling afwijken in het voordeel van de student. 4. Het predikaat “met lof” wordt op het getuigschrift vermeld.
20
4.
Cursusaanbod en inschrijfprocedure
4.1
Inschrijfprocedure
U dient zich in te schrijven voor de cursussen via Osiris on Line (www.osiris.uu.nl) Meer informatie over de cursusinschrijving vindt u op www.let.uu.nl/studiepunt Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens de twee officiële inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kunt u zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Houd daar rekening mee. Stel een goede planning op en bespreek die met uw tutor of studieadviseur. 4.2
Shortlist cursussen
4.2.1 Shortlist traject Taalwetenschap MAJOR VERPLICHT Code
Cursusnaam
200400300
DE PSYCHOLOGIE VAN TAAL
Niveau 1
ECTS Periode 7,5
2
200500388
INLEIDING SOCIOLINGUISTIEK
1
7,5
3
200300287
SPREKEN EN VERSTAAN: EEN INLEIDING IN DE FONETIEK
1
7,5
1
200300434
VAN TAAL NAAR THEORIE
1
7,5
1
200200737
BETEKENIS IN CONTEXT
2
7,5
2
200500192
INLEIDING FONOLOGIE EN MORFOLOGIE
2
7,5
2
200300669
PRINCIPES VAN SYNTACTISCHE BESCHRIJVING
2
7,5
1
200200756
EINDWERKSTUK BA TAALWETENSCHAP
3
7,5
1234
MAJOR KEUZE Code
Cursusnaam
200200283
SPRAAKPRODUCTIE EN TRANSCRIPTIE
Niveau 1
ECTS Periode 7,5
4
200300427
STATISTIEK
1
7,5
2
200300506
DE ZANGSTEM
2
7,5
3
200200738
DISCOURSE ANALYSE
2
7,5
3
200200797
INLEIDING TAALONTWIKKELING
2
7,5
3
200500169
LEREN LUISTEREN NAAR TAAL
2
7,5
2
200501115
NATUURLIJKE TAALVERWERKING: PARSING-AS-DEDUCTION
2
7,5
2
200500389
ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN EXPERIMENTELE TAALKUNDE
2
7,5
1
200500423
TALEN IN CONTACT
2
7,5
1
200200297
WAARNEMING VAN SPRAAK
2
7,5
1
200500190
AKOESTIEK VAN SPRAAK EN MUZIEK
3
7,5
1
200400303
EXPERIMENTELE PSYCHOLINGUISTIEK: HET VERWERKEN EN
3
7,5
4
INTERPRETEREN VAN ZINNEN 200300698
GRAMMATICA FORMALISMEN IN DE TAALTECHNOLOGIE
3
7,5
2
200200839
ISSUES IN THE THEORIES OF LANGUAGE STRUCTURE AND
3
7,5
3
3
7,5
4
LANGUAGE DEVELOPMENT 200500338
MEERTALIGHEID: PSYCHOLINGUISTISCHE EN SOCIOLINGUISTISCHE ASPECTEN
200500180
MELODIE EN RITME IN TALEN
3
7,5
3
200400495
TAALVARIATIE EN TAALVERANDERING: CONVERGENTIE EN
3
7,5
2
DIVERGENTIE IN DE UITSPRAAK VAN HET STANDAARD-NEDERLANDS
21
ACADEMISCHE CONTEXT VERPLICHT Code 200501150
Cursusnaam
Niveau
INLEIDING ALGEMENE LITERATUURWETENSCHAP (VOOR TAAL EN
ECTS Periode
1
7,5
4
2
7,5
3
CULTUURSTUDENTEN EN STUDENTEN TAALWETENSCHAP) 200501117
TAAL- EN SPRAAKTECHNOLOGIE
ACADEMISCHE CONTEXT KEUZE Code
Cursusnaam
200500333
COMMUNICEREN IN EEN ACADEMISCH DOMEIN
Niveau 1
ECTS Periode 7,5
4
200501114
TAAL- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN VOOR LINGUISTEN
1
7,5
234
200400182
WHO'S WHO IN DE BIJBEL. EEN SNELLE BIJSPIJKERCURSUS
1
3,5
4
200400183
WHO'S WHO IN DE KLASSIEKE MYTHOLOGIE. EEN SNELLE
1
4
4
2
7,5
BIJSPIJKERCURSUS 200200391
INLEIDING TAALONDERWIJSKUNDE: TAKENDESIGN EN
23
CURRICULUMONTWIKKELING IN HET TAALONDERWIJS 200300800
LEIDENDE IDEEËN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE TAALKUNDE
2
7,5
1
200500341
SAMENHANG IN TEKST EN DISCOURS voor TCS en NED
2
7,5
4
200500119
KENNIS, LETTEREN EN MAATSCHAPPIJ I; DE LETTEREN ALS
3
7,5
24
WETENSCHAPPEN 200400987
LITERATUUR EN FILOSOFIE
3
7,5
1
200200266
POSTCOLONIAL THEORY
3
7,5
3
200500254
TAAL EN GENDER
3
7,5
2
4.2.2 Shortlist traject Fonetiek MAJOR VERPLICHT Code
Cursusnaam
Niveau
ECTS Periode
200400300
DE PSYCHOLOGIE VAN TAAL
1
7,5
200500388
INLEIDING SOCIOLINGUISTIEK
1
7,5
3
200200283
SPRAAKPRODUCTIE EN TRANSCRIPTIE
1
7,5
4
2
200300287
SPREKEN EN VERSTAAN: EEN INLEIDING IN DE FONETIEK
1
7,5
1
200300434
VAN TAAL NAAR THEORIE
1
7,5
1
200500389
ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN EXPERIMENTELE TAALKUNDE
2
7,5
1
200200297
WAARNEMING VAN SPRAAK
2
7,5
1
200200756
EINDWERKSTUK BA TAALWETENSCHAP
3
7,5
1234
MAJOR KEUZE Code
Cursusnaam
Niveau
ECTS Periode
200300427
STATISTIEK
1
7,5
200200737
BETEKENIS IN CONTEXT
2
7,5
2
200300506
DE ZANGSTEM
2
7,5
3
2
200200738
DISCOURSE ANALYSE
2
7,5
3
200500192
INLEIDING FONOLOGIE EN MORFOLOGIE
2
7,5
2
200200797
INLEIDING TAALONTWIKKELING
2
7,5
3
200500169
LEREN LUISTEREN NAAR TAAL
2
7,5
2
200501115
NATUURLIJKE TAALVERWERKING: PARSING-AS-DEDUCTION
2
7,5
2
200300669
PRINCIPES VAN SYNTACTISCHE BESCHRIJVING
2
7,5
1
200500423
TALEN IN CONTACT
2
7,5
1
200500190
AKOESTIEK VAN SPRAAK EN MUZIEK
3
7,5
1
200400303
EXPERIMENTELE PSYCHOLINGUISTIEK: HET VERWERKEN EN
3
7,5
4
INTERPRETEREN VAN ZINNEN 200300698
GRAMMATICA FORMALISMEN IN DE TAALTECHNOLOGIE
3
7,5
2
200200839
ISSUES IN THE THEORIES OF LANGUAGE STRUCTURE AND
3
7,5
3
LANGUAGE DEVELOPMENT
22
200500338
MEERTALIGHEID: PSYCHOLINGUISTISCHE EN
3
7,5
4
SOCIOLINGUISTISCHE ASPECTEN 200500180
MELODIE EN RITME IN TALEN
3
7,5
3
200400495
TAALVARIATIE EN TAALVERANDERING: CONVERGENTIE EN
3
7,5
2
DIVERGENTIE IN DE UITSPRAAK VAN HET STANDAARD-NEDERLANDS ACADEMISCHE CONTEXT VERPLICHT Code
Cursusnaam
200501150
INLEIDING ALGEMENE LITERATUURWETENSCHAP (VOOR TAAL EN
Niveau
ECTS Periode
1
7,5
4
2
7,5
3
CULTUURSTUDENTEN EN STUDENTEN TAALWETENSCHAP) 200501117
TAAL- EN SPRAAKTECHNOLOGIE
ACADEMISCHE CONTEXT KEUZE Code
Cursusnaam
200500333
COMMUNICEREN IN EEN ACADEMISCH DOMEIN
Niveau 1
ECTS Periode 7,5
4
200501114
TAAL- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN VOOR LINGUISTEN
1
7,5
234
200400182
WHO'S WHO IN DE BIJBEL. EEN SNELLE BIJSPIJKERCURSUS
1
3,5
4
200400183
WHO'S WHO IN DE KLASSIEKE MYTHOLOGIE. EEN SNELLE
1
4
4
2
7,5
23
2
7,5
1
BIJSPIJKERCURSUS 200200391
INLEIDING TAALONDERWIJSKUNDE: TAKENDESIGN EN CURRICULUMONTWIKKELING IN HET TAALONDERWIJS
200300800
LEIDENDE IDEEËN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE TAALKUNDE
200500341
SAMENHANG IN TEKST EN DISCOURS voor TCS en NED
2
7,5
4
200500119
KENNIS, LETTEREN EN MAATSCHAPPIJ I; DE LETTEREN ALS
3
7,5
24
WETENSCHAPPEN 200400987
LITERATUUR EN FILOSOFIE
3
7,5
1
200200266 200500254
POSTCOLONIAL THEORY TAAL EN GENDER
3 3
7,5 7,5
3 2
4.3
Cursusbeschrijvingen
Op de volgende pagina’s vind je de beschrijvingen van de cursussen in de shortlist, alfabetisch gerangschikt. Van de cursussen in de categorie Academische Context Keuze zijn alleen die cursussen opgenomen die worden aangeboden door de opleiding Taalwetenschap. Meer informatie over de ontbrekende cursussen is te vinden in de cursuskrant van de faculteit Letteren op: www.let.uu.nl/cursuskrant
23
AKOESTIEK VAN SPRAAK EN MUZIEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500190 1
Onderdeel van Programma: Nederlandse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: 1. TLW-SPREKEN EN VERSTAAN (200300287) Veronderstelde voorkennis: ervaring met digitaal opnemen en editen van geluid Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de Fonetiek Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands/Engels This course will be in taught in English if there are participants who do not speak Dutch
Inhoud: Algemeen: Deze cursus gaat over de akoestiek van de spraak en meer algemeen over de wijze waarop we muzikale klanken produceren en waarnemen. Een voorbeeld: bij het spreken gebruiken we een vervormbare buis (de mond- keelholte) voor de klank/klinkervorming, ook bij blaasinstrumenten speelt een akoestische buis een essentiële rol in de toon- en klankvorming. Echter, stembanden gedragen zich geheel anders dan bijvoorbeeld een trillend riet. De overeenkomsten en verschillen in de manier waarop in beide gevallen de klank wordt geproduceerd, vinden we terug in de akoestiek. Dat geldt ook voor de wijze waarop we muzikale klanken en spraakklanken beschrijven en waarnemen. Door telkens de overstap tussen spraak en muziek te maken ontstaat een verbreding van kennis en inzicht. Specifiek: Voor de synthese (productie) en analyse van akoestische signalen is kennis van een aantal basisbegrippen uit de signaalverwerking noodzakelijk. De Fourieranalyse (het spectrum) neemt daarbij een centrale plaats in. Stapsgewijs worden een aantal essentiële begrippen geïntroduceerd. Daarbij wordt telkens eenvoudig klankmateriaal afkomstig van stem, instrument of model als voorbeeld genomen om de afstand tussen theorie en praktijk zo kort mogelijk te houden. Startend vanuit de termen grondtoon, formanten, ruis, filtering, die worden verklaard en geoefend, wordt het bron-filter model en uiteindelijk de daarop gebaseerde spraakanalyse/resynthese techniek: LPC behandeld. Parallel met de cursus loopt een practicum. In een zestal practicumopdrachten wordt de student getraind de in de cursus gepresenteerde modellen te gebruiken. Practicum en college wisselen elkaar daarbij af.
Cursusdoelen: Kennis van akoestische eigenschappen van spraaksignalen, begrijpen en kunnen toepassen van het brion-filter model en LPC. Basiskennis signaaltheorie en de akoestiek van buizen. Vaardigheid in het doen van akoestische analyses van spraaksignalen en muzikale signalen en verslageveing daarvan. Contactpersoon:
drs. J.P.H. Pabon
24
Docenten:
drs. J.P.H. Pabon Bereikbaarheid: Is available only on Fridays, rest of the week: via e-mail at
[email protected]
Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 3 uur Practicum 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van opgegeven cursusmateriaal, uitwerking practicumopdrachten / reading course material and doing practicum assignments Bijdrage aan groepswerk: Lezen van opgegeven cursusmateriaal, uitwerking practicumopdrachten / reading course material and doing practicum assignments
Toetsen: Opdracht(en) (50 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.)
Deadlines: Omdat iedere practicumopdracht voortborduurd op eerdere opdrachten en parallel loopt met college, dient elke Practicumopdracht voor de aanvang van het volgende college uitgewerkt te zijn. / Because practicum assignments are based on knowledge from previous assignments and knowledge from the parallel lecture, each assignment should be finished before the start of the next lecture/practicum. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de relevante akoestische eigenschappen van spraaksignalen, kennis van een aantal specifieke modellen en signaalanalysemethoden voor de beschrijving van spraak en muziek. Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
25
BETEKENIS IN CONTEXT Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200737 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Inleiding in de taalwetenschap; inzicht in positie en functie van de semantiek als linguïstische discipline. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Principes van syntactische beschrijving. Inleiding fonologie/morfologie, dan wel gelijkwaardige voorkennis. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands/evt. Engels
Inhoud: De cursus beoogt duidelijk te maken hoe men natuurlijke taal kan beschouwen als ware het een formele, logische taal. Hierbij ligt de nadruk meer op betekenistoekenning (semantiek) dan op structuur (syntaxis). In het bijzonder zal daarbij de rol van de (talige) context aan de orde komen. Algemene thema's zijn: (1) wat voor soort objecten in de werkelijkheid kunnen worden gezien als betekenissen van taalvormen; (2) hoe beinvloedt aanwezige kennis de interpretatie van taalvormen; en (3) verloopt de betekenistoekenning parallel aan de syntactische opbouw? De cursus verschaft inzicht in het filosofische vraagstuk van betekenis, de eisen waaraan een linguïstische betekenistheorie dient te voldoen, de mogelijkheden en beperkingen van het gebruik van de propositielogica en de eerste-orde predikatenlogica als linguïstisch-semantische instrumenten, de semantiek van kwantificatie en anafora inclusief de verschijnselen die bepalend zijn geweest voor het ontstaan van de dynamische semantiek, de theorie van gegeneraliseerde kwantoren en de basisprincipes van de intensionele semantiek.
Cursusdoelen: Inzicht in de basisbegrippen van de formele semantiek. In het werkcollege heeft de student geleerd om empirische problemen op deze gebieden op te lossen. In het computerpracticum heeft de student geleerd om zulke oplossingen te formaliseren en te implementeren. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Hendriks dr. H. Hendriks Feedback: Mondelinge bespreking van de correctie van het eerste schriftelijk tentamen, opdrachten retour met commentaar, schriftelijke uitwerking bij de correctie van het tweede schriftelijk tentamen. Bereikbaarheid: Per e-mail permanent bereikbaar (
[email protected]), per telefoon op de dagen dat de docent aan de Universiteit Utrecht werkt (in principe de dagen waarop de contacturen plaatsvinden). Inloopspreekuur op een van de dagen waarop de contacturen plaatsvinden.
26
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoorcollege 2 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Elk hoorcollege voorbereiden door 3 uur te besteden aan het lezen van het boek. Elk werkcollege en elk computerpracticum voorbereiden door 3 uur te besteden aan het maken van opdrachten. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Opdracht(en) (Opdrachten; 30 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (30 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (40 pt.)
Deadlines: Opdrachten Eerste schriftelijk tentamen halverwege de cursus, tweede schriftelijk tentamen na afloop van de cursus, deadlines opdrachten nog onbekend. Wat wordt er beoordeeld: Opdrachten Theoretische kennis van de in het boek behandelde onderwerpen, toepassing van besproken theorieen op uiteenlopende verschijnselen, formaliseren van verschijnselen in theoretische termen, implementeren van formalisaties. Aspecten van academische vorming: Opdrachten Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Discussieren, debatteren Beheersen van het Nederlands en een moderne vreemde taal, in woord en geschrift Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie ('computer literacy') Planmatig werken Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Wetenschapsfilosofische context Wetenschappelijke context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Beheersen van methoden en technieken
Verplicht studiemateriaal: Boek - Henriette de Swart, Introduction to Natural Language Semantics. CSLI Publications, Stanford (California), 1998. Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Wordt tijdens het college aangegeven. Kosten:
EUR 35,00
27
DE PSYCHOLOGIE VAN TAAL Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400300 2
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Communicatie- en informatiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Keltische talen en cultuur, Liberal Arts & Sciences, Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: n.v.t. Bronnen voor zelfstudie: n.v.t. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus is bedoeld voor alle studenten die geinteresseerd zijn in de psychologische mechanismen (en hun biologische verankering) die ten grondslag liggen aan de structuur en het gebruik van taal. De vragen die achtereenvolgens aan bod komen, zijn (1) Hoe denken psychologen en taalkundigen over de structuur en werking van de menselijke geest en de plaats van het taalvermogen daarin? (2) Hoe wordt een taal geleerd; is er een verschil tussen taalverwerving door kinderen en taalverwerving door volwassenen? (3) Welke processen spelen zich af in ons hoofd wanneer we geschreven of gesproken taal waarnemen en interpreteren? (4) Welke stoornissen in het vermogen om taal te gebruiken zijn er, en hoe hangen die samen met stoornissen (verworven of aangeboren) in de hersenen? (5) Hoe en waar wordt taal in de hersenen gerepresenteerd en verwerkt, en hoe kun je dit op een onschadelijke manier zichtbaar maken? (6) Heeft taal een genetische basis? (7) Wat zijn de relaties tussen enerzijds taal en anderzijds het denken over en de waarneming van de wereld om ons heen?
Cursusdoelen: Verwerving van de kennis over mentale processen in hun relatie tot taal die noodzakelijk is om het verschijnsel taal in zijn psychologische context te plaatsen. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. F.N.K. Wijnen prof. dr. F.N.K. Wijnen Feedback: Feedback op opdrachten en proeftentamen. Bereikbaarheid: E-mail, spreekuur wordt later bekendgemaakt.
28
Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van verplichte literatuur (syllabus of boek); uitwerken van opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: n.v.t.
Toetsen: Opdracht(en) (Huiswerkopdracht; 35 pt.) Proeftentamen (15 pt.) Tentamen (Eindtentamen (essayvragen); 50 pt.)
Deadlines: Eindtentamen (essayvragen) Einde blok. Wat wordt er beoordeeld: Eindtentamen (essayvragen) Kennis van de verplichte leesstof, adequate uitwerking van opdrachten. Aspecten van academische vorming: Eindtentamen (essayvragen) Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Boek/syllabus (nader te bepalen/te ontwikkelen). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
29
DE ZANGSTEM Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300506 3
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de verschillende onderdelen van de Fonetiek Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de Fonetiek Bronnen voor zelfstudie: Via de website van de cursus: http://www.let.uu.nl/~Gerrit.Bloothooft/personal/onderwijs/zangstem Voertaal: Nederlands Opmerking: www.let.uu.nl/~Gerrit.Bloothooft/personal/onderwijs/zangstem Inhoud: In deze cursus wordt besproken hoe de klanken van de menselijke stem tijdens spreken en zingen tot stand komen. We behandelen hoe het stemapparaat fysiologisch in elkaar zit, en hoe klank door de stemplooien wordt gegenereerd, zowel voor de gezonde stem als de pathologische stem. Daarbij zijn er verschillen tussen stemregisters, tussen mannen- en vrouwen- en kinderstemmen, en daarbinnen weer tussen tenor en bas, en sopraan en altzangers. Technieken om stemplooibeweging zichtbaar te maken worden besproken en gedemonstreerd. We stellen de vraag hoe we de karakteristieke akoestische eigenstappen van de (zang)stem kunnen beschrijven en in kaart kunnen brengen. Dit wordt besproken en gedemonstreerd aan de hand van automatische fonetografie, zowel van gezonde stemmen, van zangstemmen, als van pathologische stemmen. Er zijn vier practicumsessies waarin akoestische analyses worden gemaakt van (zang)stemmen en waarin van elke deelnemer een fonetogram wordt gemaakt. De manier van articuleren beïnvloedt een spraak- of zangklank sterk. We behandelen die articulatorische invloed zowel in de klassieke zang, de lichte zang als in onconventionele technieken zoals boventoonzang. Tenslotte de pedagogische aspecten: hoe kunnen we leren de mogelijkheden van de stem te gebruiken en waar liggen bij zangonderricht de grenzen van beeldspraak en wetenschappelijke realiteit? En hoe heeft dit zich in de loop der tijden ontwikkeld?
Cursusdoelen: Begrijpen van de manier waarop spraakklanken en zangklanken tot stand komen, zowel fysiologisch als articulatorisch, en het akoestisch resultaat daarvan. De stemgeving bestrijkt hierbij verschillende stemregisters, zangtechnieken, en de pathologische stem.Kennis van methoden om de stem in kaart te brengen, in het bijzonder akoestisch. Contactpersoon:
dr.ir. G. Bloothooft
30
Docenten:
dr.ir. G. Bloothooft Feedback: Tijdens elk college. Bereikbaarheid: De docent is doorgaans aanwezig en aanspreekbaar en via e-mail bereikbaar. drs. J.P.H. Pabon Feedback: Tijdens elk college Bereikbaarheid: Via e-mail.
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 3 uur Hoorcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Computerpracticum 3 uur gedurende 4 weken. Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering reader en website. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Schriftelijk tentamen (20 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (Schriftelijk tentamen; 20 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (Schriftelijk tentamen; 20 pt.) Verslag (20 pt.) Verslag 1 (Verslag; 20 pt.)
Deadlines: Elke volgende week. Wat wordt er beoordeeld: Begrip van de akoestische aspecten van de stemgeving bij verschillende fonatietechnieken (ook pathologische) en hun fysiologische en articulatorische basis. Begrip van aspecten van pedagogische aanpak bij zangonderricht. Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Reader - Reader: De Stem Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00
31
DISCOURSE ANALYSE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200738 3
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Inleiding in de taalwetenschap, kennis van de semantiek; globaal inzicht in positie en functie van de pragmatiek als linguïstische discipline. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Betekenis in context, dan wel gelijkwaardige cursus. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands/evt. Engels
Inhoud: De cursus beoogt duidelijk te maken welke rol natuurlijke taal speelt in de communicatie tussen mensen en daarbij de nadruk te leggen op niet zozeer de semantische, beschrijvende functie van taaluitingen als wel hun pragmatische, handelende functie. De student maakt kennis met de volgende pragmatische taalverschijnselen en met de theorievorming waartoe deze verschijnselen aanleiding hebben gegeven: (1) deixis: de directe verwijzing naar de gebruikscontext ("wij zijn nu hier"); (2) implicatuur: de communicatieve cooperatie tussen spreker en hoorder ("hij stapte in bed en trok zijn schoenen uit"); (3) presuppositie: wat verondersteld wordt ("plaag jij je kleindochters nog steeds?"); (4) taalhandelingen: woorden zijn daden ("u bent geslaagd" "hartelijk gefeliciteerd"); en (5) systematiek in dialogen ("hallo" - "hallo" - "dag" - "dag").
Cursusdoelen: Na het afronden van de cursus heeft de student een gedetailleerd overzicht verkregen in de positie en de functie van de pragmatiek als linguïstische discipline met een filosofische oorsprong. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. F.N.K. Wijnen Docent nog onbekend
Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Elk hoorcollege voorbereiden door 5 uur te besteden aan het lezen van het boek. Elk werkcollege voorbereiden door 4 uur te besteden aan het maken van oefeningen. Bijdrage aan groepswerk:
32
Toetsen: Opdracht(en) 1 (15 pt.) Opdracht(en) 2 (15 pt.) Opdracht(en) 3 (15 pt.) Opdracht(en) 4 (15 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.)
Deadlines: Schriftelijk tentamen na afloop van de cursus, opdrachten verspreid over het hele blok. Wat wordt er beoordeeld: Theoretische kennis van de in het boek behandelde onderwerpen, toepassing van besproken theorieën op uiteenlopende verschijnselen, reflectie op filosofische en methodologische problemen rond betekenis en gebruik van taal. Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Discussieren, debatteren Beheersen van het Nederlands en een moderne vreemde taal, in woord en geschrift Planmatig werken Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Wetenschapsfilosofische context Wetenschappelijke context Maatschappelijke / culturele context
Verplicht studiemateriaal: Boek - Stephen Levinson, Pragmatics, Cambridge: Cambridge University Press, 1983. Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Wordt tijdens het college aangegeven. Kosten:
EUR 40,00 (Verplicht materiaal)
33
EINDWERKSTUK BA TAALWETENSCHAP Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200756 1, 2, 3, 4
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De student maakt in overleg met een docent een werkstuk op basis van zelfstudie, in principe bouwt dit onderzoek voort op een eerder onderzoekscollege (bijv. een college op niveau 3).
Cursusdoelen: De student beheerst het vakgebied en is in staat zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappeljke wijze verslag te doen. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. F.N.K. Wijnen Individueel
Werkvormen: Individueel
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: De individuele gesprekken met de begeleider worden voorbereid zoals onderling afgesproken, bijvoorbeeld door tijdige inlevering van een hoofdstuk of onderzoeksverslag.
Toetsen: Schriftelijk werkstuk
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappelijke wijze verslag te doen.
Kosten:
Nog onbekend
34
EXPERIMENTELE PSYCHOLINGUISTIEK: HET VERWERKEN EN INTERPRETEREN VAN ZINNEN Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400303 4
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: - niveau 2 cursus op het gebied van de taalkunde- niveau 1 cursus op het gebied van methodologie en/of statistiek- niveau 1 cursus psycholinguïstiek Bronnen voor zelfstudie: Enige voorkennis over theorieën en onderzoeksmethoden m.b.t. het parseren en interpreteren van zinnen (door mensen). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De psycholinguïstiek bestudeert de mentale processen die ten grondslag liggen aan taalproductie en taalbegrip, en de wijze waarop deze in de hersenen geïmplementeerd zijn. In deze cursus gaat het om taalbegrip, en dan weer speciaal over de verwerking van zinnen. Van oudsher ligt het accent in het zinsverwerkingsonderzoek op het ‘mentale ontleedproces’ (‘parsing’). Sinds kort staat de semantische verwerking meer in de belangstelling. Beide aspecten komen in de cursus aan bod. Door middel van gecoacht lezen van recente artikelen uit de wetenschappelijke tijdschriften raakt de student vertrouwd met toonaangevende theorieën over zinsverwerking en interpretatie, de data aan de hand waarvan deze theorieën getoetst worden, en de experimentele technieken waarmee deze data gegenereerd worden. Daaronder vallen zowel gedragsgeoriënteerde technieken (bijv. oogbewegingregistratie), als neurofysiologische technieken (ERP, neuro-imaging).
Cursusdoelen: Kennen: laatste ontwikkelingen in het onderzoek van zinsverwerking en -interpretatie.Kunnen: kritisch lezen en samenvatten en becommentariëren van de relevante literatuur, resultaten van experimenteel onderzoek op waarde schatten, onder meer door een goed begrip van de mogelijkheden en grenzen van experimentele technieken. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. F.N.K. Wijnen prof. dr. F.N.K. Wijnen Feedback: - Schriftelijke samenvatting: binnen een week na inlevering- Mondelinge presentatie: direct- Eindpaper: binnen 2 weken na inleveren Bereikbaarheid: Spreekuur wordt later bekendgemaakt; email.
35
Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: - zelfstandig lezen van artikelen uit de internationale vakliteratuur- maken van samenvattingen van de artikelen- het formuleren van vragen (informatieve en kritische) over de leesstof- het mondeling presenteren van een heldere, goed gestructureerde en kritische samenvatting van een van de artikelen op de leeslijst- het kritisch beluisteren van presentaties van mede-studenten, bijdragen aan de discussie Bijdrage aan groepswerk: - actieve bijdragen aan de discussies over de gelezen artikelenactief en kritisch beluisteren van de presentaties van medecursisten; bijdrage aan de discussie
Toetsen: Opdracht(en) (Huiswerkopdracht; 25 pt.) Paper (Eindpaper; 50 pt.) Presentatie (Mondelinge presentatie; 25 pt.)
Deadlines: Mondelinge Schriftelijke samenvatting: door de gehele cursus heenMondelinge presentatie: i.d.Eindpaper: tentamenperiode aan het eind van de cursus Wat wordt er beoordeeld: Mondelinge Huiswerk; mondelinge presentatie; eindwerkstuk = 25:25:50 Aspecten van academische vorming: Mondelinge presentatie Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Fotokopieën - Kopieën van een later te bepalen lijst artikelen. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 25,00
36
GRAMMATICA FORMALISMEN IN DE TAALTECHNOLOGIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300698 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van algemene taalwetenschap, computertaalkunde en taaltechnologie. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Een cursuspakket equivalent aan het geheel van verplichte cursussen TLW, aangevuld met Natuurlijke taalverwerking: parsing as deduction, Taal- en spraaktecnologie en/of Wiskundige methoden in de taalwetenschap, dan wel gelijkwaardige kennis. Bronnen voor zelfstudie: Zie de webpagina van eerdere edities van de cursus:http://www.let.uu.nl/~Paola.Monachesi/personal/courses.html Voertaal: Nederlands/Engels Opmerking: Inhoud: This course provides an introduction to the techniques and tools that are necessary for the implementation of precise and extensible grammars which are required both in research and in industrial applications. Computational grammars constitute an essential component of text understanding systems, spell-checkers, grammar-checkers, machine translation systems and communication tools for disabled individuals. The course will combine background lectures with practical exercises on how to formalize linguistic knowledge working mainly within the framework of Head-driven Phrase Structure Grammar (HPSG) (Pollard and Sag 1987, 1994). This framework has the advantage of being well suited both for theoretical linguistic work and for computational implementations. HPSG can be defined as a constraint-based, lexicalist approach to grammatical theory. It is based on the assumption that human linguistic sentence processing has a powerful lexical basis. It is for this reason that its notion of phrase structure is built around the concept of a lexical head which encodes information that determines crucial grammatical properties of the phrase it projects. Furthermore, HPSG is a surface-based grammar formalism in that it provides a direct characterization of the actual surface order of string elements in a sentence. It can also be viewed as a declarative approach to grammar since the association between strings and informational elements are defined in terms of what associations are possible and not how they are computed. The HPSG informational elements are feature structures, which are partial function from features to their value. The implementation of HPSG grammar fragments will be conducted within the processing system HDrug, which has been developed at the University of Groningen for formalization and visualisation of constraint-based grammars. The course will compare HPSG to other grammatical models, such as Tree Adjoining Grammar (TAG) and Lexical Functional Grammar (LFG).
37
Cursusdoelen: general knowledge of the computational properties of the formalisms and of their similarities and differences; * general knowledge of the way specific linguistic phenomena are formalized and implemented in unification based grammar models acquired by means of self investigation of already implemented grammar fragments; * relation between the various grammar models and their use in the language technology world; * hands-on experience with the implementation of a (unification-based) grammar fragment; *
presentation of papers by means of visual tools;
*
writing of a scientific article.
Contactpersoon: Docenten:
dr. P. Monachesi dr. P. Monachesi Feedback: Opdrachten week na inleveren retour met commentaar. Bereikbaarheid: Spreekuur.
Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Practicum 1 x per week 2 uur
Toelichting: Hoorcollege: kennisoverdracht van de basisbegrippen van unificatiegrammatica's.Werkcollege: illustratie van toepassingen van deze kernbegrippen; discussie van formalisatie/imlpementatie van meer complexe taalkundige verschijnselen.Computerpracticum: implementatie van (elementaire) grammaticafragment aan de hand van ontwikkelomgeving voor unificatiegrammatica's. Voorbereiding bijeenkomsten: Literatuur lezen; huiswerkopdrachten maken; referaten/presentaties voorbereiden. Bijdrage aan groepswerk: Bijdrage leveren aan computationeel werkstuk.
Toetsen: Computeropdracht (Computeropdrachten; 30 pt.) Opdracht(en) (Opdrachten; 30 pt.) Toets A (20 pt.) Toets B (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Computeropdrachten Kennis van datastructuren en algoritmen op het terrein van unificatiegrammatica's. Vaardigheid om theoretische begrippen in de praktijk te brengen in de vorm van een werkend computationeel grammaticafragment. Aspecten van academische vorming:
Verplicht studiemateriaal: Internet pagina's - Electronisch cursusmateriaal. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00
38
INLEIDING ALGEMENE LITERATUURWETENSCHAP (VOOR TAAL EN CULTUURSTUDENTEN EN STUDENTEN TAALWETENSCHAP) Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200501150 4
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: n.v.t. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: n.v.t. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands/Engels
Inhoud: Deze cursus biedt de studenten een eerste blik in het werkterrein van de literatuurwetenschap. Dit werkterrein is grensoverschrijdend: internationaal, interdisciplinair en intermediaal. Internationaal wil zeggen: de literatuurwetenschap richt zich niet op teksten uit één taalgebied, maar vergelijkt juist teksten uit meerdere taalgebieden. Interdisciplinair wil zeggen dat de literatuurwetenschap opereert op het grensgebied van filosofie, geschiedschrijving, sociologie, psychologie en literatuur. Intermediaal wil zeggen dat de literatuurwetenschap de relaties tussen literatuur en andere media (film, schilderkunst, muziek, digitale media) bestudeert. Kortom: literatuurwetenschap is de spin in het web van de hedendaagse cultuurstudies. Tijdens de cursus maken de studenten kennis met al deze aspecten van de literatuurwetenschap. Hierbij bestuderen zij literaire teksten uit verschillende taalgebieden en leren zij werken met centrale begrippen uit de literatuurtheorie. De volgende onderwerpen staan per week centraal: 1] 2] 3] 4] 5] 6] 7] 8]
Wat en wanneer is 'literatuur'? Teksten, tekenleer en intertekstualiteit Intermedialiteit Verhaalanalyse Lezers en lezersonderzoek Interpretatieleer Literatuurgeschiedenis Discoursanalyse (koloniale en postkoloniale literatuur)
Cursusdoelen: Het doel van de cursus is dat studenten leren werken met een aantal centrale begrippen uit de literatuurwetenschap, dat zij in staat zijn deze begrippen toe te passen in de praktijk en dat zij hun opgedane kennis kunnen terugkoppelen naar de literatuurstudie binnen hun eigen taalgebied. Contactpersoon: Docenten:
dr. K. Brillenburg Wurth Docent(en) van de vakgroep
39
Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur WebCT 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: -Studenten bestuderen en lezen wekelijks de opgegeven stof uit de syllabus en de roman die bij de cursus wordt gelezenStudenten hebben een participatieplicht tijdens de werkcolleges Bijdrage aan groepswerk: -Studenten bereiden vragen en/of discussiepunten voorStudenten bereiden voorbeelden bij een vooraf opgegeven aantal kernbegrippen voor.
Toetsen: Opdracht(en) (10 pt.) Paper (20 pt.) Schriftelijk tentamen (70 pt.)
Deadlines: Opdrachten: wekelijksPaper (interpretatie van Wide Sargasso Sea): week 7Schriftelijk tentamen: week 9 Wat wordt er beoordeeld: Studenten worden beoordeeld op hun inzicht in de verschillende aspecten van de literatuurwetenschap, op hun inzicht in de gegeven theorie, op hun kennis van de kernbegrippen uit de literatuurwetenschap, en op hun vermogen deze kennis te operationaliseren (door bij deze begrippen voorbeelden te bedenken en ze toe te kunnen passen op gegeven teksten). Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Jean Rhys, Wide Sargasso Sea (1966) Syllabus - Ann Rigney & Kiene Brillenburg Wurth, Het leven van teksten. Een inleiding tot de literatuurwetenschap (2005) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 60,00 (voor verplicht materiaal)
40
INLEIDING FONOLOGIE EN MORFOLOGIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500192 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Kennis op een inleidend niveau van het vak taalwetenschap Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Algemene Taalwetenschap of een Inleiding in de taalkunde Bronnen voor zelfstudie: Fromkin et al. (2000) Linguistics: An introduction to Linguistic Theory. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Cursusdoelen: - kennis van het basisapparaat van de fonologie en de morfologie; - kunnen maken van een fonologische analyse van een set gegevens uit een willekeurige taal; - kennis van morfologische verschijnselen in natuurlijke talen; - kunnen geven van een overzicht van een aantal belangrijke geschilpunten in de theoretische morfologie Contactpersoon: Docenten:
dr. J. Grijzenhout dr. J. Grijzenhout
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: De studenten worden geacht voor elk college te hebben gewerkt aanopdrachten. Die opdrachten worden op het college besproken, de doorde studenten aangeleverde oplossingen bediscussieerd enbecommentarieerd. Bijdrage aan groepswerk: Veelal zullen de studenten de thuis individueel voorbereide opdrachtenop college met elkaar moeten bespreken en gezamenlijk tot een (betere)oplossing moeten zien te brengen. De bedoeling is dat ze van elkaarsoplossingen leren en een beter inzicht krijgen in de manier waarop devoorgeschotelde problemen aangepakt kunnen worden.
Toetsen: Nota (35 pt.) Opdracht(en) (30 pt.) Schriftelijk tentamen (35 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Analysevaardigheid, omgang met het begrippenapparaat en het instrumentarium van de fonologie. Kennis van enkele belangrijke issues uit de morfologie. Aspecten van academische vorming: Opdracht(en) Academisch denken, werken en handelen
41
Verplicht studiemateriaal: Boek - - Kooij, Jan & Marc van Oostendorp (2003) "Fonologie: uitnodiging tot de klankleer van het Nederlands", Amsterdam University Press. Syllabus - Syllabus fonologie. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
Nog onbekend
42
INLEIDING SOCIOLINGUISTIEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500388 3
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In deze cursus staat de relatie tussen taal en maatschappij in het Nederlandse taalgebied centraal. De centrale vraag is hoe variatie ontstaat en welke factoren een rol spelen bij de verspreiding van variatiepatronen in een taalgemeenschap en leiden tot taalverandering. We zullen kennismaken met heel wat onderwerpen: dialecten en accenten, standaardtaal, verschillen tussen Nederland en Vlaanderen, jongerentaal, ethnolecten, verschillen tussen de taal van mannen en vrouwen, de relatie tussen taalvariatie en taalverandering, stilistische verschillen binnen een taal, taalseksisme en de sociale waardering van taalverschillen. Maar ook onderwerpen zoals taalplanning en taalpolitiek, meertaligheid, codeswitching, de positie en het onderwijs van minderheidstalen, taalverlies en taalverschuiving bij immigranten in Nederland en bij Nederlanders in het buitenland komen aan bod.
Cursusdoelen: Inzicht krijgen in de relatie tussen taal en maatschappij.Kennis van basisbegrippen, onderzoeksmethoden en kerninzichten uit de sociolinguïstiek.Verwerven basisinzicht in de sociolinguïstiek van het Nederlandse taalgebied.Zich wetenschappelijk gefundeerd kunnen mengen in debatten over de relatie tussen taal en maatschappij (bijv. meertalig onderwijs, Nederlands in de grondwet, taalnormen, discriminatie op basis van taalgebruik, enz.) Contactpersoon: Docenten:
dr. H. van de Velde dr. H. van de Velde Feedback: 1. Tijdens colleges2. Na afspraak / spreekuur3. Via e-mail Bereikbaarheid: Email:
[email protected]: 030-2536094Tijdens spreekuur.
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoorcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Uitvoeren van kleine opdrachtenReader lezenBijhouden van de sociolinguïstische actualiteit. Bijdrage aan groepswerk:
43
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (30 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (50 pt.) Verslag (20 pt.)
Deadlines: Deeltentamen: week 5, Verslag: Eind week 9, Eindtentamen: week 10 Wat wordt er beoordeeld: Kennis van basisbegrippen en kernfiguren uit de sociolinguïstiek.Basiskennis sociolinguïstisch onderzoeksterrein in het Nederllandse taalgebied.Problemen rond taal en maatschappij gefundeerd kunnen becommentariëren. Aspecten van academische vorming: tentamen 2 Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context
Verplicht studiemateriaal: Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 30,00
44
INLEIDING TAALONTWIKKELING Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200797 3
Onderdeel van Programma: Liberal Arts & Sciences, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Enige bekendheid met de beginselen van de moderne taalwetenschap, en enige vaardigheid in taalkundige analyse. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Een inleiding in de taalwetenschap gecombineerd met een inleiding in de taalkunde van een bepaalde taal, of gelijkwaardige voorkennis. Bronnen voor zelfstudie: Fromkin, V. (ed) Linguistics. An Introduction to Linguistic Theory. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Het gemak en de uniformiteit waarmee kinderen hun moedertaal leren is verbazingwekkend, en stelt taalkundigen voor een serie raadsels. Eigenlijk kan men nauwelijks praten van "leren"; de kennis van de moedertaal wordt spelenderwijs verworven, zij groeit of ontwikkelt zich als een automatisme. Deze cursus beoogt vanuit het perspectief van de taaltheorie beter grip te krijgen op de vraag wat die verwerving van de moedertaal nu precies inhoudt. Welke eigenschappen of regels precies verworven worden, en welke eigenschappen of principes al in het taalvermogen zitten ingebakken. Uiteraard doen verschillende theorieën daar verschillende uitspraken over; die worden in de cursus getoetst en geïllustreerd aan enkele markante verschijnselen uit experimenteel onderzoek. De vraag hoe taaltheoretisch onderzoek kan bijdragen tot betere inzichten in de verwerving van moedertaal heeft ook een wedervraag: hoe kan onderzoek in de primaire taalverwerving bijdragen tot hernieuwde inzichten in de algemene theorie van taalsystemen? Beantwoording van beide vragen komt aan de orde in de cursus. Cursusdoelen: De cursus beoogt studenten kennis bij de brengen van courante ideeën en theorieën op het gebied van de taalontwikkeling, met name die van de moedertaal. Studenten worden wegwijs gemaakt in de vaak gehanteerde terminologie, en zij raken meer bekend met algemene issues in taalverwervingsonderzoek, de plaats van het huidige onderzoek in de ontwikkeling van de cognitiewetenschappen, en aspecten van empirisch onderzoek (natuurlijke taalgegevens, experimenteel onderzoek). Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. P.H.A. Coopmans Docent nog onbekend
Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van opgegeven literatuur, maken van opdrachten die in hoor/werkcollege worden besproken. Bijdrage aan groepswerk: Individueel ingediende opdrachten worden in hoor/werkcollege onderling besproken en becommentarieerd.
45
Toetsen: Opdracht(en) (30 pt.) Schriftelijk tentamen (50 pt.) Schriftelijk werkstuk (20 pt.)
Deadlines: Nader vast te stellen. Wat wordt er beoordeeld: Kennis en inzicht van theorievorming op het gebied van (primaire) taalontwikkeling. Kennis van concepten en het noodzakelijke instrumentarium. Enige vaardigheid in het analyseren van gegevens uit taalontwikkelingsonderzoek (natuurlijke taaldata of verkregen uit experimenten). Aspecten van academische vorming: werkstuk Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 50,00
46
ISSUES IN THE THEORIES OF LANGUAGE STRUCTURE AND LANGUAGE DEVELOPMENT Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200839 3
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Inzicht in het hoe en waarom van voorgestelde principes in theorieën van taalstructuur en taalontwikkeling. Vaardigheid in taalkundige analyse. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Principes van Syntactische beschrijving, Inleiding Fonologie/Morfologie, Linguïstische Argumentatie, of vergelijkbare cursussen. Bronnen voor zelfstudie: Haegeman, L. (1992) An Introduction to Government-Binding Theory, BlackwellFromkin, V. (2000) Linguistics, An Introduction to Linguistic Theory.O'Grady, W. (1997) Syntactic Development, Chicago Univ. Press. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In deze cursus is de centrale vraag hoe grammatica theoretische principes ontwikkeld in eerdere principes-en-parameters modellen (localiteitscondities op verplaatsing, binding, verschillende vormen van agreement relaties etc.) beschouwd en afgeleid worden binnen het zogenaamde Minimalistische kader (Chomsky 1995). De "issues" die aan bod komen zijn van puur theoretische aard, of hebben een empirische basis in onderzoek van taalvergelijking en taalverwerving.
Cursusdoelen: Het doel van de cursus is de kennis en het inzicht van de student te verdiepen in recente ontwikkelingen in theorieën over syntactische structuur en syntactische ontwikkeling, door actief deel te nemen aan de ontleding van een aantal issues waarbij algemeen geaccepteerde generalisaties op een nieuwe manier worden afgeleid. Hierdoor wordt de student in staat gesteld met deels nieuwe theoretische bagage te leren kijken naar oude en nieuwe problemen van taalstructuur en taalontwikkeling. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. P.H.A. Coopmans Drs. M.A.C. Huybregts Feedback: Wekelijks op ingediende opdrachten, op tussentijdse onderdelen van het werkstuk, op mondelinge presentatie. Bereikbaarheid: per email; per telefoon; per individuele afspraak
47
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van opgegeven literatuur, maken van opdrachten, die in de werkcolleges worden besproken; voorbereiding presentatie eindwerkstuk . Bijdrage aan groepswerk: Individueel ingediende opdrachten worden in werkcollege onderling besproken en becommentarieerd.
Toetsen: Actieve deelname ( Aktieve deelname; 10 pt.) Opdracht(en) (15 pt.) Presentatie (25 pt.) Schriftelijk werkstuk (50 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Verdieping vaardigheid in linguistische analyse, kennis van literatuur, vermogen in het waarderen en creatief omgaan met een beperkt aantal issues en hypothesen die spelen in hedendaagse theorievorming over linguïstische competentie en acquisitie. Aspecten van academische vorming: werkstuk Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Nader vast te stellen hoofdstukken uit:Chomsky, N. (1995) The Minimalist Program, MIT PressGuasti, M.T. (2002) Language Acquisition: A Linguistic Perspective, Cambridge, Mass: MIT Press. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 40,00
48
LEIDENDE IDEEËN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE TAALKUNDE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300800 1
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Communicatie- en informatiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Keltische talen en cultuur, Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Wetenschappelijk werk- en denkniveau met belangstelling voor taal in bredere wetenschappelijke context. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Onder meer: Inleidende cursussen op het gebied van de algemene taalwetenschap dan wel taalkunde van een bepaalde taal. Inleiding op gebied van cognitiewetenschap, wetenschapsfilosofie. Principes van syntactische beschrijving. Bronnen voor zelfstudie: Zie de opgegeven literatuur bij de voorkennis genoemde cursussen Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Moderne ontwikkelingen in de generatieve taalwetenschap kunnen heel goed geïnterpreteerd worden als een revolutionaire reprise van enkele leidende ideeën van het Cartesiaanse gedachtegoed uit de 17de eeuw. De rationalistische psychologie (inclusief de “universele grammatica”) stond toen tegenover meer empiristische benaderingen net zoals in de vorige eeuw de cognitieve psychologie (inclusief de generatieve taalkunde) zich succesvol heeft verzet tegen behavioristische opvattingen van taal. Naast enkele verschillen (Cartesiaans dualisme, de menselijke geest als een universeel instrument vs. unificatie van geest/brein, modulariteit van de menselijke geest) heeft de recentere cognitieve revolutie op tal van punten grote overeenkomsten met zijn eerdere Cartesiaanse evenknie: verschuiving naar computationele theorieën, aandacht voor aangeboren structuren, eigenschappen van mentale vs. (andere) biologische systemen. Het accent verschoof in beide gevallen van taal als een verzameling producten van taalgedrag naar de beginselen en mechanismen die hieraan ten grondslag liggen. Taal werd gezien als een module van de menselijke geest. Universele kenmerken van taal werden toegeschreven aan aangeboren kenmerken van een menselijk taalvermogen. De vragen: Wat is taal?, Hoe wordt taal gebruikt?, en Hoe ontwikkelt taal zich in het opgroeiend kind? kwamen centraal te staan. Men zoekt nu naar verklarende principes die in overeenstemming zijn met beschrijvende adequaatheid. Taalwetenschap wordt gezien als een onderdeel van de cognitieve psychologie en meer in het algemeen van de humane biologie. De verschuiving van de structurele benadering van taal naar mentalisme was feitelijk een opwaardering van “natural history” (beschrijving) in de richting van de “natural sciences” (verklaring). Het huidige “Principes-&Parameters Model” is een natuurlijk antwoord op vragen naar de aard, gebruik en ontwikkeling van het menselijk taalsysteem. Taal is een genetisch bepaald computationeel proces dat ons in staat stelt onze gedachten te structureren en uit te drukken; het is een recent en plotseling resultaat van evolutionaire ontwikkeling met biologisch unieke eigenschappen. Deze benadering vindt zijn antecedenten in recente ontwikkelingen in de biologie (selectieve vs. instructieve benaderingen in b.v. immunologie en de evolutionaire biologie). De cursus stelt zich als doel belangrijke verschuivingen en moderne ontwikkelingen in (pre-)generatieve vormen van taalwetenschap vanuit dit historisch perspectief te herkennen en te evalueren.
49
Cursusdoelen: Verkrijgen van kennis en inzicht in kernthema's die een sturende rol gespeeld hebben in de ontwikkeling van de taalkunde; vaardigheid in het kunnen toepassen van deze parameters op huidige ontwikkelingen binnen de taalkunde en meer algemene de cognitieve wetenschappen. Contactpersoon: Docenten:
Drs. M.A.C. Huybregts Drs. M.A.C. Huybregts Feedback: wekelijkse terugkoppeling stof in de opdrachten van het werkcollege
Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Hoorcollege: lezen van te behandelen collegestof (boek, artikelen). Werkcollege: uitwerken van opdrachten, voorbereiding groepswerkstuk. Bijdrage aan groepswerk: Gemeenschappelijk overleg over, analyse van, en uitwerking van een opgegeven thema.
Toetsen: Opdracht(en) (Opdrachten; 20 pt.) Presentatie (20 pt.) Schriftelijk tentamen (60 pt.)
Deadlines: Opdrachten Opdrachten: eind week 4, eind week 7Presentaties: week 8, 9, 10Tentamen: week 11 Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: Opdrachten Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - A. Belletti & L. Rizzi (2002), Noam Chomsky: On Nature and Language. C.U.P. Fotokopieën - Artikelen in fotokopie-vorm. Aanbevolen studiemateriaal: Artikelen - N. Chomsky (1980), Rules and Representations, in: The Behavioural and Brain Sciences 3, pp. 1-58 Boek - N. Chomsky (1968), Language and Mind. Harcourt Brace Jovanovich Kosten:
EUR 25,00 EUR 20,00
50
LEREN LUISTEREN NAAR TAAL Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500169 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de fonetiek en de fonologie Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de Fonetiek, Inleiding Taalwetenschap Bronnen voor zelfstudie: Worden nog bekend gemaakt Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In het eerste deel van deze cursus wordt de ontwikkeling van het luisteren naar je moedertaal bestudeerd. Tijdens de eerste levensjaren leert een kind zijn/haar moedertaal verstaan. Maar hoe leert een kind luisteren naar de klanken en woorden van die taal? Op welke manier ontwikkelt zich de waarneming van spraak gedurende de eerste jaren? En welke factoren spelen een rol bij deze ontwikkeling? In deze cursus zal aan de hand van voorbeelden uit de literatuur geprobeerd worden een antwoord te geven op de bovengenoemde vragen. Ook zullen verschillende methoden aan de orde komen die worden gebruikt in het onderzoek naar het taalvermogen van baby’s. In het tweede deel van de cursus wordt het leren luisteren naar een tweede taal behandeld. Hierbij zullen we proberen inzicht te krijgen in issues als: hoe leert een volwassen luisteraar omgaan met voor hem onbekende klanken uit een tweede taal? In hoeverre heeft de moedertaal invloed op het leren van een tweede taal, en zijn er grenzen aan wat je kunt leren verstaan van een tweede taal?
Cursusdoelen: Inzicht verwerven in de ontwikkeling van de spraakwaarneming in zowel een eerste als een tweede taal. Daarnaast leert de student kritisch om te gaan met de op dit vakgebied relevante literatuur. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Quené drs. W.L.F. Heeren Feedback: 1. Bespreken van vragen n.a.v. literatuur tijdens college2. Commentaar op mondelinge presentatie3. Tentamenuitslag binnen 2 weken na tentamen Bereikbaarheid: 1. Beschikbaar na afloop van college, enkel voor korte vragen2. Via email, of volgens afspraak.
51
Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondig bestuderen van literatuur m.b.t. het onderwerp en een korte samenvatting kunnen geven van de inhoud hiervan. Bijdrage aan groepswerk: Actieve deelname.
Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Toets 1 (40 pt.) Toets 2 (40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming:
Verplicht studiemateriaal: Artikelen - Te kopieren artikelen. Boek - Jusczyk, P.W. (1997). The discovery of spoken language. Cambridge (MA): The MIT Press. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 40,00
52
MEERTALIGHEID: PSYCHOLINGUISTISCHE EN SOCIOLINGUISTISCHE ASPECTEN Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500338 4
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: 1. TLW-PSYCHOLOGIE VAN TAAL (200400300) en TLW-SOCIOLINGUISTIEK (200500388) Veronderstelde voorkennis: Basiskennis op het gebied van psycho- en sociolinguistiek is vereist. Kennis op het gebied van taalcontact en taalverwerving is aanbevolen. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: 200200797: Inleiding Taalontwikkeling;200500423: Talen in Contact Bronnen voor zelfstudie: S. Pinker. (1994) "The Language Instinct"; S. Gillis & A.M. Schaerlaekens. (2000) "Kindertaalverwerving. Een handboek voor het Nederlands"; Sarah G. Thomason. (2001) "Language Contact: an introduction". Voertaal: Nederlands Opmerking: Deze cursus alterneert jaarlijks met de cursus "Experimentele Psycholinguistiek. Inhoud: In deze cursus bekijken we het verschijnsel meertaligheid vanuit de sociolinguïstiek en de psycholinguïstiek. De leidraad is de vraag of er bij meertaligheid sprake is van één geïntegreerd linguistisch systeem, of meerdere autonome systemen. Specifiek richten we ons op de volgende vragen: (1) Wat is meertaligheid, zowel in psychologisch als sociologisch opzicht? We staan stil bij typen van meertaligheid, het objectief vaststellen van meertaligheid, en taaldominantie in verwerving, verwerking en gebruik. (2) Hoe ontstaat de meertalige taalgebruiker? Wat is het verschil tussen tweedetaalverwerving en meervoudige moedertaalverwerving? In welke mate zijn de taalsystemen bij kinderen en volwassenen gescheiden? Wat is de rol van de 'kritische periode' voor taalverwerving? (3) Hoe werkt het meertalige brein? Zijn meerdere talen op verschillende wijzen en/of plaatsen in het brein opgeslagen? Hoe verlopen productie en perceptie in de diverse talen; is er een effect van taaldominantie? (4) Wat gebeurt er op psycholinguïstisch gebied bij taalverlies en taalverschuiving? (5) Hoe interageren psycholinguistische 'make-up' en sociale context bij de taalkeuze in meertalige gesprekssituaties? In welke mate verschilt dit voor leden van linguistische meerderheden en minderheden? (6) Welke gevolgen heeft de toenemende dominantie van het Engels in maatschappij en onderwijs voor taalverwerking en taalgebruik? Zijn we allemaal tweetalig aan het worden?
Cursusdoelen: Inzicht in verschillende definities van meertaligheid en in de psycholinguistische en sociolinguistische kenmerken van meertaligheid.Onderzoek en uitspraken over meertaligheid kunnen interpreteren en op wetenschappelijke waarde beoordelen.Met wetenschappelijk gefundeerde inzichten kunnen deelnemen aan het maatschappelijk debat over meertaligheid.Resultaten van wetenschappelijk onderzoek helder kunnen presenteren en een wetenschappelijke discussie kunnen leiden.
53
Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. F.N.K. Wijnen dr. H. van de Velde Feedback: Opdrachten: onmiddelijk in/na betreffende werkcollege.Referaat: onmiddelijk.Paper: binnen 14 dagen na inlevering; één mogelijkheid tot herziening. Bereikbaarheid: Per email:
[email protected]: 030-2536049 prof. dr. F.N.K. Wijnen Feedback: Opdrachten: onmiddelijk in/na betreffende werkcollege.Referaat: onmiddelijk.Paper: binnen 14 dagen na inlevering; één mogelijkheid tot herziening. Bereikbaarheid: Spreekuur op dinsdag tussen 12:00 en 13:00
Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen verplichte literatuur c.q. uitwerken leesopdrachten; voorbereiden mondelinge presentatie (passief dan wel actief). Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan discussies over literatuur, al dan niet op basis van door docenten geformuleerde vragen en stellingen.
Toetsen: Opdracht(en) (25 pt.) Paper (50 pt.) Referaat (25 pt.)
Deadlines: Leesopdrachten: ter bespreking voorleggen tijdens werkcollege.Referaat: volgens afspraak.Eindpaper: inleveren laatste cursusweek. Wat wordt er beoordeeld: Kritische verwerking van en reflectie over verlichte leesstof (opdrachten, discussies); zelfstandige verwerking en kritische analyse van primaire wetenschappelijke literatuur (referaat, paper). Aspecten van academische vorming: Referaat Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Wordt later bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 50,00
54
MELODIE EN RITME IN TALEN Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500180 3
Onderdeel van Programma: Nederlandse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Hoofdstukken 1 t/m 12 van Algemene Fonetiek, A.C.M. Rietveld en V.J. van Heuven, 1997 Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: 200300287: Inleiding in de Fonetiek Bronnen voor zelfstudie: Hoofdstukken 1 t/m 12 van Algemene Fonetiek, A.C.M. Rietveld en V.J. van Heuven, 1997 Voertaal: Nederlands/Engels Opmerking: Inhoud: In lopende spraak zijn er voortdurend wisselingen van spreektempo, er zijn korte en langere pauzes en de spreker varieert toonhoogte en luidheid. Er zal aandacht gegeven worden aan het hoe en waarom van deze aspecten van spraak, zowel vanuit het perspectief van de spreker als van de luisteraar. Verschillende communicatieve functies van prosodie worden besproken, mede tegen de achtergrond van de samenhang tussen taalstructuur en prosodische structuur.Verder wordt ingegaan op twee modellen of grammatica’s van intonatiestructuur en frasering en er wordt kort aandacht geschonken aan de transcriptie daarvan. Ook komen ritmische verschillen tussen talen aan de orde. Tenslotte wordt ingegaan op de wijze waarop belangrijke aspecten van intonatie en temporele organisatie van spraak in een bepaalde taal in regels gevangen kunnen worden, met het oog op tekst-naar-spraak-toepassingen.
Cursusdoelen: Kennen: belangrijkste inzichten en onderzoeksmethoden op het gebied van de prosodie van spraak. Kunnen: kritisch lezen en samenvatten van de relevante literatuur, resultaten van experimenteel onderzoek op waarde schatten, vraagstelling formuleren, praktijkopdrachten uitvoeren en hierover rapporteren. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Quené Docent nog onbekend
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: - zelfstandig lezen van geselecteerde artikelen uit de internationale vakliteratuur- maken van korte samenvattingen van de artikelen- het formuleren en/of beantwoorden van vragen (informatieve en kritische) over de leesstof - het mondeling presenteren van een samenvatting van een van de artikelen op de leeslijst - uitvoering praktijkopdrachten en rapportage Bijdrage aan groepswerk: - actieve bijdragen aan de discussies over de gelezen artikelen - actief en kritisch beluisteren van de presentaties van medecursisten; bijdrage aan de discussie
55
Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Referaat (20 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (30 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (30 pt.)
Deadlines: Deeltentamen halverwege het blok.Eindtentamen aan het eind van het blok.Presentatie/referaat halverwege het blok. Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen om relevante wetenschappelijke literatuur kritisch te lezen, samen te vatten en te presenteren en het vermogen om praktijkopdrachten uit te voeren en hierover te rapporteren. Aspecten van academische vorming: tentamen 1 Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Fotokopieën - Fotokopieen van artikelen. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 25,00
56
NATUURLIJKE TAALVERWERKING: PARSING-AS-DEDUCTION Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200501115 2
Onderdeel van Programma: Nederlandse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Elementaire kennis van de propositielogica en de verzamelingenleer, logisch en/of functioneel programmeren. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Cursussen als, of gelijkwaardig aan: Inleiding logica (CKI), Logisch en functioneel programmeren (CKI), Taal- en spraaktechnologie (TLW). Bronnen voor zelfstudie: Naslagwerken:- Encyclopedia of Cognitive Science: artikel Categorial Grammar and Formal Semantics. Nature Publishing Group (online: www.cognitivescience.net).- Van Benthem & ter Meulen (eds) Handbook of Logic and Language (Elsevier, MIT Press): hoofdstukken 'Categorial type logics', 'Mathematical linguistics and proof theory', 'Montague grammar', 'Type theory'.Zie ook de webpagina van eerdere versie van de cursus: http://www.let.uu.nl/~Michael.Moortgat/personal/course/cg04 Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De talen die we gebruiken om van gedachten te wisselen zijn systemen om door middel van concrete vorm patronen (zoals geluid, schrift) betekenis over te dragen. De structuur van talen lijkt op het eerste gezicht erg verschillend. Toch is het bouwplan in zekere zin steeds hetzelfde: een taal beschikt over een eindige voorraad woorden (of vergelijkbare kleinste elementen) en over een eindige voorraad bewerkingen om grotere configuraties te bouwen uit kleinere. Bij de kleinste elementen is de verhouding tussen vorm en betekenis willekeurig. Maar bij de bewerkingen is er een systematisch verband tussen de vorm- en de betekenisopbouw. In dit college bestuderen we een wiskundige modellering van het cognitieve ‘rekenapparaat’ dat ons in staat stelt met taalpatronen om te gaan. Het uitgangspunt daarvoor is de categoriale grammatica: een taalkundig formalisme met stevige wortels in de typentheorie en de constructieve logica. Allereerst brengen we de invarianten van het grammaticale rekensysteem in kaart: constante eigenschappen die voor alle talen gelden. Vervolgens combineren we de invariante kern van het computationele systeem met een structurele module. We laten zien hoe structurele verschillen in de opbouw van vorm en betekenis herleid kunnen worden tot lexicale verschillen tussen talen. We onderzoeken welk licht dit model werpt op het leren van een grammatica, en op de menselijke taalverwerkingsmodule.
Cursusdoelen: De student verwerft kennis van de kernbegrippen van de categoriale grammatica: syntactische en semantische typen; basistypen en type-vormende operaties; maakt kennis met modellen voor de typentaal, met de axiomatiseringen van het computationele systeem en met de interpretatie van categoriale afleidingen; leert hoe deze wiskundige technieken gebruikt worden in taalkundige analyse. Op praktisch niveau leert men omgaan met computationele hulpmiddelen voor taalkundig modelleren. Contactpersoon:
prof.dr. M.J. Moortgat
57
Docenten:
prof.dr. M.J. Moortgat Feedback: Opdrachten werkcollege week na inleveren retour met commentaar. Computeropdrachten on line evalueerbaar. Bereikbaarheid: Spreekuur.
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Hoorcolleges: lezen van de achtergrondliteratuur (4 uur p/w).Werkcolleges: maken van individuele huiswerkoefeningen (4 uur p/w). Bijdrage aan groepswerk: Computeropdrachten: taalkundige problemen oplossen in de vorm van een werkend computationeel grammatica fragment; schrijven van toelichting op het fragment (samen 4 uur p/w). Presenteren van de uitwerking van de eigen computeropdrachten tijdens het werkcollege; evalueren van de uitwerkingen van de concurrerende groepen.
Toetsen: Computeropdracht (30 pt.) Opdracht(en) (Opdrachten; 20 pt.) Presentatie (10 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk eindtentamen; 40 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Opdrachten Begrip van de theoretische concepten genoemd onder Cursusdoelen. Vaardigheid om deze theoretische kennis om te zetten in werkende computationele analyses, gebruik makend van de bij cursus horendesoftware voor grammatica ontwikkeling. Aspecten van academische vorming: Opdrachten Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie ('computer literacy') Organisatorische vaardigheden Samenwerken met anderen, werken in teamverband Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Internet pagina's - Electronisch leesmateriaal. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 10,00
58
ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN EXPERIMENTELE TAALKUNDE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500389 1
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: 1. TLW-STATISTIEK (200300427) Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van belangrijke onderdelen van de Fonetiek, elementair inzicht en vaardigheid in statistische analyse. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: De cursus Inleiding Algemene Taalwetenschap (200500407, 200500412, 200500410 of 200500421), of een equivalente cursus. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In deze cursus moet je met een collega-student een experimenteel taalwetenschappelijk onderzoek uitvoeren. Je kunt zelf een onderzoeksvoorstel doen, of je krijgt suggesties aangereikt. In ieder geval moet je een onderwerp gedegen uitwerken in een onderzoeksvraag en uitwerkingsvoorstel, inclusief overwegingen ten aanzien van de statistische bewerking van de te verzamelen gegevens. Dit onderzoek moet een analytische component hebben (gegevens verzamelen, eigenschappen bepalen en in kaart brengen), en een empirische component waarin proefpersonen gevraagd wordt om oordelen te geven over het te onderzoeken verschijnsel. Indien nodig zulllen bepaalde vaardigheden ten aanzien van verzamelen, (akoestisch) analyseren, en bewerken van materiaal ten behoeve van luister- of beoordelingsproeven, in practicumverband worden begeleid. Er zal veel aandacht zijn voor de schriftelijke en mondelinge presentatie in alle fasen van het onderzoek, die optimaal met digitale middelen ondersteund moet zijn.
Cursusdoelen: Algemene vaardigheden voor het opzetten en uitvoeren van empirisch onderzoek, integratie van taalkundige, analytische, statistische en andere vaardigheden, helder en wetenschappelijk verantwoord verslag doen van experimenteel experimenteel-fonetisch linguistisch onderzoek. Contactpersoon: Docenten:
dr.ir. G. Bloothooft dr.ir. G. Bloothooft Feedback: Tijdens onderzoekbegeleiding Bereikbaarheid: Via spreekuur, per e-mail. prof. dr. F.N.K. Wijnen Feedback: Tijdens onderzoekbegeleiding Bereikbaarheid: Via spreekuur, per e-mail.
59
Werkvormen: Practicum 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Leesstof bestuderen, onderzoek voorbereiden, presentaties voorbereiden, schrijven van concepthoofdstukken van eindverslag. Bijdrage aan groepswerk: De studenten werken in tweetallen, die elk hun eigen onderzoek doen.
Toetsen: Actieve deelname (30 pt.) Verslag 1 (Mondeling Verslag 1; 20 pt.) Verslag 2 (Mondeling Verslag 2; 20 pt.) Verslag 3 (MondelingVerslag 3; 30 pt.)
Deadlines: Actieve deelname Mondelinge verslagen na respectievelijk 4, 6 en 8 weken. Wat wordt er beoordeeld: Actieve deelname De beoordeling wordt deels gebaseerd op je aanpak en uitvoering van het onderzoek. Daarnaast wordt gelet op (tussentijdse) digitaal ondersteunde presentaties en het eindverslag, waarin over het onderzoek samenhangend en wetenschappelijk verantwoord gerapporteerd wordt. Aspecten van academische vorming: Actieve deelname Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Nog op te geven literatuur. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 25,00
60
PRINCIPES VAN SYNTACTISCHE BESCHRIJVING Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300669 1
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Enige bekendheid met de beginselen van de moderne taalwetenschap Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Een inleiding in de taalwetenschap gecombineerd met een inleiding in de taalkunde van en bepaalde taal, of gelijkwaardige voorkennis Bronnen voor zelfstudie: Fromkin, V. (ed) Linguistics. An Introduction to Linguistic Theory Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Deze cursus geeft een inleiding in de huidige syntactische theorievorming. De cursus is geschikt als een verdere kennismaking met de formele taalkunde na een inleiding Taalwetenschap en een andere inleiding in de taalkunde (van het Nederlands of een vreemde taal). Een belangrijk inzicht van de huidige syntactische theorie is dat op zich ingewikkelde taalverschijnselen verklaard kunnen worden uit de wisselwerking van een aantal eenvoudige principes, of modulen, waaruit de grammatica is opgebouwd. De interactie tussen deze modulen wordt onder meer toegelicht aan de hand van variatie tussen talen. Het inzicht dat de theorie verschaft in de werking van het taalsysteem wordt mede ondersteund door opdrachten in een computerpracticum. De cursus vormt een centraal startpunt voor verdere specialismen op de gebieden van taalstructuur, taalontwikkeling, taalgebruik en computertaalkunde waar inzicht in de werking van het taalsysteem vereist is.
Cursusdoelen: De cursus beoogt de student verder kennis te bij te brengen van de belangrijkste principes van syntactische theorie, inzicht te verschaffen in de werking van dit onderdeel van het grammatica systeem. De student kan deze toepassen op een aantal taalverschijnselen om via de gebruikelijke analyse- en redeneermethoden van de hedendaagse taalwetenschap hun specifeke en universele kenmerken te onderscheiden. Contactpersoon: Docenten:
prof. dr. P.H.A. Coopmans Docent nog onbekend
61
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van opgegeven literatuur, maken van opdrachten, die in hoor/werkcollege worden besproken. Bestuderen van opgegeven literatuur, maken van opdrachten, die in hoor/werkcollege worden besproken. Bijdrage aan groepswerk: Individueel ingediende opdrachten worden in werkcollege onderling besproken en becommentarieerd. Individueel ingediende opdrachten worden in werkcollege onderling besproken en becomentarieerd.
Toetsen: Computeropdracht (20 pt.) Opdracht(en) (Opdrachten; 30 pt.) Schriftelijk tentamen (25 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (25 pt.)
Deadlines: Opdrachten nader vast te stellen Wat wordt er beoordeeld: Opdrachten Vaardigheid in syntactische analyse; kennis van en inzicht in gebruik van principes en begrippen in syntactische theorievorming, en grammatica theorie in het algemeen; enige creativiteit in het omgaan hiermee bij de oplossing van redelijk afgebakende verzameling nieuwe problemen. Aspecten van academische vorming: Opdrachten Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 40,00
62
SPRAAKPRODUCTIE EN TRANSCRIPTIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200283 4
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de verschillende onderdelen van de Fonetiek. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de Fonetiek Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: De cursus houdt zich bezig met de productie van spraak, dus met stemgeving en articulatie, en met de schriftelijke weergave daarvan in de vorm van een fonetische transcriptie. Allereerst wordt aandacht geschonken aan bouw en werking van de spraakorganen. Bij de realisatie van een enkel spraaksegment zijn verschillende articulatie-organen betrokken. Deze moeten ieder een eigen beweging uitvoeren op het juiste tijdstip. Door de vele mogelijkheden van de articulatie-organen kan de mens een groot aantal verschillende spraakklanken produceren, waarvan elke taal slechts een deel gebruikt. Fonetische transcriptie is de kunst om deze articulatiebewegingen schriftelijk weer te geven. Deze kunst is, met enige aanleg en veel volharding, goed te leren. Doel ervan is het omzetten van gesproken taal in schriftelijke gegevens die voor uiteenlopende wetenschappelijke doelen gebruikt kunnen worden. Hoe je een uiting precies moet transcriberen hangt af van het doel dat je ermee hebt, zolang je je maar houdt aan een aantal algemene conventies en je gehoor zodanig hebt aangescherpt dat je weet wat je doet en waarom. Einddoel van deze cursus is het gehoor scherp genoeg te maken voor een contrastieve transcriptie van de Nederlandse standaardtaal tegenover de standaardtalen van de ons omringende landen. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan enkele Nederlandse dialecten (keuze hiervan is aan de studenten) en aan intonatietranscriptie.
Cursusdoelen: Inzicht verkrijgen in de manier waarop de spraakorganen het spraakgeluid voortbrengen en het vermogen om die kennis om te zetten in een fonetische transcriptie van een stuk gesproken Nederlands of Engels. Contactpersoon: Docenten:
dr. M.E.H. Schouten dr. M.E.H. Schouten Feedback: Tijdens elk college. Bereikbaarheid: De docent is doorgaans aanwezig en aanspreekbaar.
63
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 4 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van een hoofdstuk uit het cursusboek aan de hand van een vooraf uitgereikte toelichting met vragen; maken van een fonetische transcriptie. Bijdrage aan groepswerk: Voor een betrouwbare transcriptie is het nodig dat een aantal ervaren transcribenten hun transcripties met elkaar vergelijken; deze situatie wordt tijdens elk werkcollege nagebootst. Daarnaast krijgt iedere student regelmatig een beurt bij het beantwoorden van de vragen; het antwoord wordt gevolgd door een discussie.
Toetsen: Opdracht(en) (Opdrachten (6 vragen en 6 transcripties); 60 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.)
Deadlines: De werkcolleges. Wat wordt er beoordeeld: Transcriptievaardigheid en kennis van de daaraan gerelateerde aspecten van de spraakproductie (articulatie en stemgeving). Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - G.J. Borden, K.S. Harris en L.J. Raphael. Speech Science Primer. Williams & Wilkins, Baltimore, 2001 (4e druk), ISBN 078172953X Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 75,00
64
SPREKEN EN VERSTAAN: EEN INLEIDING IN DE FONETIEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300287 1
Onderdeel van Programma: Liberal Arts & Sciences, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: VWO Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands De eerste bijeenkomst zal NIET plaatsvinden op maandag 12. september, maar op woensdag 14 september.
Inhoud: Deze cursus is een eerste inleiding in de studie van spreken en verstaan, bedoeld voor allen die beginnen taalwetenschap te studeren, en voor alle studenten met serieuze belangstelling voor de studie van taal en spraak van enige taal. In de cursus komen zulke vragen aan de orde als “Wat is taal, wat is spraak, en wat hebben taal en spraak met elkaar te maken? ”, “Wat is geluid en wat is spraakgeluid?”, “Hoe wordt spraakgeluid tijdens het spreken door de spraakorganen voortgebracht?”, “Wat zijn de fysische eigenschappen van spraakgeluid, en hoe kan het fysisch spraakgeluid in z’n eigenschappen uit elkaar genomen, gewijzigd en weer in elkaar gezet worden”? “Wat zijn spraakklanken en hoe kunnen die bestudeerd worden?”, “Hoe werkt het menselijk gehoor, en hoe worden spraakklanken waargenomen?”, “Wat zijn melodie en rhythme van spraak, en hoe functioneren die in de spraakcommunicatie?”, “Hoe herkennen mensen gesproken woorden?”.
Cursusdoelen: Debedoeling van de cursus is dat de studenten de besproken onderwerpen in voldoende mate beheersen om verdere cursussen op het gebied van de Fonetiek zonder problemen te kunnen volgen. Contactpersoon:
dr. H. Quené
65
Docenten:
prof.dr. S.G. Nooteboom Feedback: 1. Wekelijks, door bespreking wekelijkse opdrachten2. Onmiddelijk tijdens practicum Bereikbaarheid: Afspraak maken per email Docent nog onbekend Opmerking: W. Heeren Feedback: 1. Wekelijks, door bespreking wekelijkse opdrachten2. Onmiddelijk tijdens practicum Bereikbaarheid: Afspraak maken per email
Werkvormen: Practicum 1 x per week 4 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Elke bijeenkomst voorbreiden door 2 á 3 uur te besteden aan het lezen van een (een deel) van een hoofdstukvan een tekstboek, en het schriftelijk beantwoorden van vragen. Alle antwoorden voor één week mogen eens per week ingeleverd worden per email. Bijdrage aan groepswerk: In het practicum wordt gewerkt in groepen van 2 á 3 studenten.
Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.) Verslag (40 pt.)
Deadlines: De eerste sessie van iedere week vanaf week 2 is de deadline voor het inleveren van de antwoorden op de opdrachten van die week voor het werkcollege. Twee weken na de laatste practicumbijeenkomst is de deadline voor het inleveren van het practicumverslag. Wat wordt er beoordeeld: 1) Kennis van en inzicht in het proces van spreken en verstaan zoals beschreven in het cursusboek.2) De vaardigheid om verschillende computerprogramma´s voor analyse, manipulatie, en resynthese van spraakgeluid te gebruiken. Aspecten van academische vorming: tentamen Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek
Verplicht studiemateriaal: Boek - 1) "Algemene Fonetiek" door A.C.M. Rietveld en V.J. van Heuven, Uitgeverij Coutinho, Bussum, 1997. Werkboek - Werkboek voor het practicum. Te verkrijgen bij readerverkoop. Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 35,00
66
STATISTIEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300427 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: n.v.t. Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Deze cursus heeft tot doel om je de elementaire principes bij te brengen van beschrijvende en toetsende statistiek, en van de rol die deze methoden spelen in het wetenchappelijk onderzoek. Je leert technieken om gegevens te beschrijven, samen te vatten en te presenteren, bv in tabellen, grafieken en statistische kengetallen. Ook de daarvoor vereiste achtergrond komt aan bod: kans en kansrekening, steekproeftheorie, en schatting.
In het wetenschappelijk onderzoek worden gegevens meestal niet alleen beschreven, maar ook gebruikt om een hypothese te toetsen. We gaan in op de algemene principes van zulke toetsing, en je leert de meest gangbare statistische toetsen toe te passen en te interpreteren. Een experiment is een speciale onderzoeksomgeving waarin de relevante variabelen systematisch kunnen variëren; we besteden daarom aandacht aan het ontwerp van een experiment. In de practiva leer je omgaan met SPSS, een computerprogramma voor statistische analyse. Je gebruikt dit pakket om gegevens van jezelf (of van anderen) te beschrijven en te gebruiken voor toetsing.
Cursusdoelen: Inzicht in principes van beschrijvende en toetsende statistiek, in staat zijn om gegevens te kunnen samenvatten en beschrijven, in staat zijn om gegevens te gebruiken voor zinnige statistische toetsing. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. Quené dr. H. Quené Feedback: Tijdens college, via WebCT. Bereikbaarheid: Via spreekuur, per e-mail.
Werkvormen: Practicum 1 x per week 2 uur Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Zelfstudie: leesstof bestuderen, opgaven uitwerken, practicum voorbereiden. Bijdrage aan groepswerk:
67
Toetsen: Open boek tentamen (60 pt.) Schriftelijke rapportage 1 (10 pt.) Schriftelijke rapportage 2 (10 pt.) Schriftelijke rapportage 3 (10 pt.) Schriftelijke rapportage 4 (10 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Inzicht in principes van beschrijvende en toetsende statistiek, het kunnen samenvatten en beschrijven van gegevens, het kunnen gebruiken van gegevens voor zinnige statistische toetsing. Aspecten van academische vorming: Open boek tentamen Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - J. Devore & R. Peck (2005). Statistics. The exploration and analysis of data (5th ed.) London: Duxbury Press.H. Quené (2005) Practicum-handleiding Statistiek. Beschikbaar via WebCT. Aanbevolen studiemateriaal: Boek - A. de Vocht (2004) Basishandleiding SPSS 12. Utrecht: Bijleveld. Kosten:
EUR 65,00 (Verplicht materiaal.) EUR 15,00
68
TAAL- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN VOOR LINGUISTEN Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200501114 2-4
Onderdeel van Programma: Duitse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: n.v.t. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: n.v.t. Bronnen voor zelfstudie: n.v.t. Voertaal: Engels/Nederlands Opmerking: Inhoud: De cursus heeft een technische en een inhoudelijke component. §
Op technisch gebied verwerf je de vaardigheden die nodig zijn om te voldoen aan de facultaire ICT-eindtermen. Elke student moet aan die eindtermen voldoen. In de TAV cursus krijg je een op maat gesneden programma dat tegemoet komt aan de specifieke behoeften van een taalkundestudent.
§
Op inhoudelijk gebied verwerf je vaardigheden om op een communicatief efficiënte manier deel te nemen aan de taalwetenschappelijke discussie. Dat doe je aan de hand van een klein onderzoeksvoorstel, dat je uitwerkt in de vorm van een kort wetenschappelijk artikel, én in een praktijkopdracht. Je houdt hierover ook een lezing op de Studenten Presentatiedag aan het eind van het academisch jaar.
De TAV cursus heeft een wekelijkse bijeenkomst, geroosterd op een moment waarop je geen andere onderwijsverplichtingen hebt. Cursusdoelen:
Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. M.J. Moortgat Docent nog onbekend
69
Werkvormen: Werkcollege (+0, +1, +2) 1 x per week 3 uur
Toelichting: De cursus kent de volgende werkvormen:- Werkcollege: studentenpresentaties, discussie- Instructiecolleges: bibliotheekinstructie, instructie LaTex, html, presentatietechnieken, programmeren, Unix. - Practicum: spreek- en schrijfvaardigheidsoefeningenDe sessies van de cursus worden gespreid over blokken 2, 3 en 4.Bijeenkomst: één maal per week 3 uur. Voorbereiding bijeenkomsten: Achtergrondlectuur lezen, presentaties voorbereiden. Bijdrage aan groepswerk:
Toetsen: Computeropdracht (50 pt.) Presentatie (20 pt.) Schriftelijk werkstuk (30 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Aspecten van academische vorming: werkstuk Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie ('computer literacy') Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Internet pagina's - Electronisch materiaal. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 15,00
70
TAAL- EN SPRAAKTECHNOLOGIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200501117 3
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis taalwetenschap; elementaire ICT kennis Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Cursussen als / gelijkwaardig aan: Inleiding Algemene Taalwetenschap (200500407, 200500412, 200500410 of 200500421); Toren van Babel (200500122). Bronnen voor zelfstudie: Zie de webpagina's voor een eerdere versie van de cursus: http://tstmaster.let.uu.nl/TST Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In het dagelijks leven worden we steeds vaker geconfronteerd met taal- en spraaktechnologische producten: computerprogramma’s die (met meer of minder succes) kunnen omgaan met natuurlijke taal. Denk aan tekstverwerkers met ingebouwde spelling- en grammatica controle, zoekmachines die op een intelligente manier de gigantische hoeveelheden informatie op het web ontsluiten, vertaalmachines die via een ruwe vertaling ook anderstalige internet-documenten toegankelijk maken, tekst-naar-spraak systemen, systemen voor automatische spraak- of sprekerherkenning, enzovoort. In dit college laten we een aantal van deze onderwerpen de revue passeren. Elk onderwerp wordt op drie niveau's behandeld. Om te beginnen onderzoeken we het theoretische instrumentarium dat aan taal- en spraaktechnologische applicaties ten grondslag ligt. In de computerpractica ga je met dat instrumentarium in de praktijk aan de slag, en bouw je zelf onderdelen van taal- en spraakverwerkende systemen. Tenslotte bekijken we bestaande industriële applicaties, en evalueren we die op hun merites. Cursusdoelen: Inzicht in de taalwetenschappelijke problemen die bij het ontwikkelen van taal- en spraaktechnologie een rol spelen. Elementaire begrip van computationele technieken die voor het oplossen van die problemen gebruikt worden. Kennis van en kritische re ectie op bestaande applicaties. Contactpersoon:
prof.dr. M.J. Moortgat
71
Docenten:
dr.ir. G. Bloothooft Feedback: Opdrachten week na inleveren retour met commentaar. Week 7: gesprek met docent of positief eindresultaat haalbaar zal zijn of hoe student moet bijsturen om dat alsnog mogelijk te maken. Bereikbaarheid: De docent is doorgaans aanwezig en aanspreekbaar en via e-mail dagelijks bereikbaar. prof.dr. J. van Eijck Bereikbaarheid: Spreekuur. prof.dr. M.J. Moortgat Bereikbaarheid: Spreekuur.
Werkvormen: Computerpracticum 2 x per week 2 uur Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen achtergrondliteratuur t.b.v. hoor-/werkcollege (2 uur p/w); schrijven van bijdragen aan groepswerkstukken en voorbereiding presentaties (2 uur p/w); lezen van instructiehandleidingen t.b.v. computerpracticum en maken van individuele practicumopgaven (3 uur p/w). Bijdrage aan groepswerk: Gezamenlijk werkstukken schrijven, en op basis daarvan presentaties houden.
Toetsen: Computeropdracht (Computeropdrachten; 30 pt.) Opdracht(en) (Groepsopdrachten; 20 pt.) Presentatie (25 pt.) Verslag (Schriftelijk eindverslag; 25 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Groepsopdrachten Kennis van de technische begrippen genoemd onder Cursusdoelen. Vaardigheid om bestaande technologische applicaties vanuit een wetenschappelijk perspectief te evalueren, en daarover (schriftelijk, mondeling) te rapporteren. Elementaire vaardigheid in het gebruik van computationele hulpmiddelen voor de ontwikkeling van taal- en spraaktechnologie. Aspecten van academische vorming: Groepsopdrachten Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie ('computer literacy') Samenwerken met anderen, werken in teamverband
Verplicht studiemateriaal: Internet pagina's - Electronisch cursusmateriaal. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 15,00
72
TAALVARIATIE EN TAALVERANDERING: CONVERGENTIE EN DIVERGENTIE IN DE UITSPRAAK VAN HET STANDAARD-NEDERLANDS Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 3 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200400495 2
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: 1. TLW-STATISTIEK (200300427) en TCS-BASISCURSUS TAALKUNDIG ONDERZOEK (200500116) Veronderstelde voorkennis: Basiskennis sociolinguïstiek, basiskennis statistiek, vaardigheid met SPSS Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: 200500388: Inleiding Sociolinguïstiek;200300427: Statistiek;en voor TCS-studenten ook: 200500116: Basiscursus Taalkundig Onderzoek Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: In deze cursus doen we onderzoek naar uitspraakvariatie en -verandering in het Standaardnederlands. Daarbij bekijken we de spanning tussen enerzijds convergentie of uniformisering (één standaarduitspraak_ en anderzijds divergentie of regionalisering (bijv. Randstedelijke en Limburgse accenten). Het werkcollege bestaat uit twee delen: een literatuurstudie en een eigen onderzoek. Daarvoor zullen we het VNL-corpus gebruiken, dat bestaat uit spraak van 160 leerkrachten Nederlands, gestratificeerd voor gemeenschap (Nederland vs. Vlaanderen), regio, leeftijd en sekse. Fonologische variabelen zullen auditief en voor studenten met voldoende fonetische kennis - akoestisch geanalyseerd worden. De volgende verschijnselen kunnen aan bod komen: de uitspraak van leenwoorden, de slot-n, het stemkarakter van de fricatieven, harde vs. zachte g, dikke vs. dunne l, articulatieplaats, lengte en mate van diftongering van klinkers, enz.
Cursusdoelen: Fonologische variabelen leren definiëren voor onderzoek naar taalvariatie en taalverandering.Auditieve transcripties leren maken van specifieke fonologische variabelen.Data statistisch leren verwerken.Statistische analyses leren interpreteren.Resultaten van kwantitatief onderzoek leren presenteren (mondeling en schriftelijk).Inzicht krijgen in divergentieconvergentie in het Nederlandse taalgebied. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. van de Velde dr. H. van de Velde Feedback: Tijdens werkcolleges, na afspraak en per e-mail. Bereikbaarheid: Telefoonnummer: 030-2536049Email:
[email protected]
73
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 1 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen literatuur;Voorbereiden referaat;Uitvoeren onderzoeksopdrachten. Bijdrage aan groepswerk: presentatie deelresultaten, onderzoek kan in kleine groepen uitgevoerd worden
Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Referaat (20 pt.) Verslag (70 pt.)
Deadlines: referaat in weken 1-3 van het blokwerkstuk indienen in week 8 Wat wordt er beoordeeld: onderzoeksvaardigheden: auditieve (optioneel: akoestische) analyse, beheer data, statistische verwerking resultateninterpretatie en presentatie onderzoeksresultateninzicht in de convergentiedivergentieproblematiek in de uitspraak van het StandaardNederlands Aspecten van academische vorming: Referaat Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - H. Van de Velde (1996). Variatie en verandering in het gesproken Standaard-Nederlands (19351993) Reader - Reader met artikelen Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 20,00
74
TALEN IN CONTACT Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200500423 1
Onderdeel van Programma: Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis taalkundige begrippen. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Van Taal naar Theorie; Inleiding Algemene Taalwetenschap; Toren van Babel. Bronnen voor zelfstudie: Peter M. Nieuwenhuijsen: "Het Verschijnsel Taal: Een Kennismaking" Bussum: Coutinho, 2004 (1e druk, 2e oplage). Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: Taalcontact is overal te vinden: heel wat staten hebben meer dan een officiële taal, het merendeel van de wereldbevolking spreekt twee of meer talen, immigranten brengen hun eigen taal mee naar hun nieuwe verblijfplaats, de internationale communicatie wordt gedomineerd door het Engels, de mensen worden steeds mobieler en komen daardoor makkelijker in contact met andere talen en culturen … Maar wat kan er allemaal gebeuren met mensen, gemeenschappen en hun talen als ze met elkaar in contact komen? In deze cursus bestuderen we de sociale, politieke en linguïstische gevolgen van taalcontact. De nadruk ligt daarbij op wat er met de talen zelf gebeurt: er kunnen nieuwe woorden, klanken of zinsstructuren ontstaan; soms ontstaan er nieuwe talen of – omgekeerd – verdwijnen talen helemaal; en soms gebeurt er ook helemaal niets met de talen. Hoe kan het dat een zelfde fenomeen zo'n uiteenlopende gevolgen heeft? De volgende onderwerpen komen aan bod in deze cursus over taalverandering door taalcontact: meertaligheid, pidgin en creooltalen, mengtalen, interferentiemechanismen, oorzaken en gevolgen van taalverandering in contactsituaties, bedreigde talen, taalverlies en taaldood.
Cursusdoelen: Vertrouwd raken met het verschijnsel taalcontact en de mogelijke gevolgen ervan voor talen en taalgebruikers. Inzicht in sociale en talige mechanismen die van invloed zijn op taalverandering door taalcontact.Het begrippenapparaat en de theoretische concepten rond taalcontactonderzoek vlot leren beheersen, opdat men toegang zou krijgen tot de vakliteratuur.Eerste kennismaking met de voornaamste methoden van onderzoek.Meertaligheid in Utrecht verkennen. Contactpersoon: Docenten:
dr. H. van de Velde dr. H. van de Velde Feedback: 1. In college2. Spreekuur3. WebCT Bereikbaarheid: 1. Telefonisch: 030-25360492. Mail WebCT 3. Spreekuur3.
75
Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 1 uur Hoorcollege 2 x per week 2 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Lezen van de hoofdstukken uit het handboek.Maken van de WebCT-opdrachten Bijdrage aan groepswerk: Uitvoeren onderzoek meertaligheid in Utrecht.
Toetsen: Schriftelijk tentamen 1 (25 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (50 pt.) Verslag (25 pt.)
Deadlines: Deeltentamen week 4.Onderzoeksverslag indienen week 6.Eindtentamen week 9/10. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van kernbegrippen, belangrijkste inzichten en verschillende onderzoeksmethoden in het onderzoek naar taalcontact. Kritisch kunnen reflecteren op linguïstische en sociale aspecten van taalcontact en deelnemen aan de maatschappelijke discussie daarover.Een onderzoekje naar meertaligheid in Utrecht kunnen opzetten en uitvoeren.Verslaglegging onderzoek. Aspecten van academische vorming: tentamen 2 Academisch denken, werken en handelen Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Sarah G. Thomason. "Language Contact: an introduction". Edinburgh University Press (2001). Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 40,00
76
VAN TAAL NAAR THEORIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 1 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200300434 1
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: n.v.t. Bronnen voor zelfstudie: n.v.t. Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: De cursus heeft als doel de deelnemers bekend te maken met een aantal leidende ideeën van de huidige taalwetenschap, en hen daarnaast enige concrete ervaring te verschaffen met de manier waarop de structuur van talen onderzocht kan worden.De cursus begint met een korte inleiding in de positie van het taalvermogen temidden van de overige cognitieve functies; daarbij zal ook aandacht worden geschonken aan het “nature-nurture” debat. Voorts komt aan de orde de status van taaltheorie als model van het taalvermogen. Een groot deel van de cursus zal worden besteed aan het al oefenend kennis maken met de voornaamste structuurprincipes van natuurlijke taal. Daarbij zal de moedertaal van de deelnemers veelal als uitgangspunt dienen; er zal echter systematisch aandacht worden besteed aan verschillen met andere talen, zowel nauw als minder nauw verwant.
Cursusdoelen: Het verwerven van elementaire kennis van de belangrijkste structuurprincipes van natuurlijke taal en condities op afhankelijkheden; de vaardigheid deze kennis in eenvoudige analyses toe te passen, en deze te verbinden met algemene kwesties rond de positie van taal temidden van de cognitieve vermogens van de mens (zoals de leerbaarheid van taal), en te leren over deze zaken op eenvoudig niveau te rapporteren. Contactpersoon: Docenten:
prof.dr. E.J. Reuland prof.dr. E.J. Reuland Feedback: Nakijken met commentaar van geselecteerde opdrachten; nabespreking referaat; beoordeling tussentoets. Bereikbaarheid: e-mail:
[email protected]: 030-2536019
Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van hoofdstuk uit leerboek, maken van oefeningen, onderwerp voorbereiden met het oog op referaat en paper. Bijdrage aan groepswerk: Referaat houden, werkstukken maken (al dan niet gezamenlijk).
77
Toetsen: Opdracht(en) (15 pt.) Referaat (15 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (20 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (30 pt.) Schriftelijk werkstuk (20 pt.)
Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Elementaire kennis van de belangrijkste structuurprincipes van natuurlijke taal en condities op afhankelijkheden (grammaticale categorieen, structuren, thematische rollen, c-command, binding, negatieve polariteit, eigenschappen van determiners), de vaardigheid deze kennis in eenvoudige analyses toe te passen, en het vermogen deze kennis te verbinden met algemene kwesties rond de positie van taal temidden van de cognitieve vermogens van de mens, met inbegrip van de leerbaarheid van taal. Aspecten van academische vorming: tentamen 2 Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Organisatorische vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Boek - Victoria Fromkin (ed.), Linguistics. An introduction to linguistic Theory. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 47,00
78
WAARNEMING VAN SPRAAK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: Niveau: Cursustype:
7,5 2 Cursorisch onderwijs
Code: Blok:
200200297 1
Onderdeel van Programma: Taalwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de verschillende onderdelenvan de Fonetiek Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding in de Fonetiek Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Opmerking:
Nederlands
Inhoud: Sinds het einde van de jaren vijftig zijn er allerlei meer of minder expliciete theorieën ontwikkeld over het spraakperceptieproces; in sommige daarvan staat het foneem centraal, in andere (vooral de latere) het woord. De cursus Waarneming van Spraak zal de theorieën en modellen in chronologische volgorde presenteren; dit gebeurt aan de hand van artikelen en van een of twee practicum-experimenten. De foneemmodellen onderscheiden zich in hoofdzaak van elkaar doordat sommige er van uitgaan dat de perceptie van spraak langs geheel eigen psycholinguïstische kanalen verloopt, terwijl andere modellen veronderstellen dat spraak bestaat uit geluiden die op dezelfde psychofysische manier worden verwerkt als andere geluiden. Daarnaast komen verschillende modellen aan de orde die de herkenning van gesproken woorden beschrijven. In verband daarmee bespreken we enkele belangrijke empirische bevindingen, waarvoor alle woordherkennings-modellen een verklaring pogen te geven. Bovendien besteden we in deze cursus ruime aandacht aan woordherkenning in verbonden spraak. In verbonden spraak varieert de klankvorm van een woord, onder invloed van de klankomgeving en de zinsomgeving. Recente herkenningsmodellen proberen die variatie te verdisconteren, op verschillende manieren. De herkenning van gesproken woorden wordt bovendien beïnvloed door de prosodie van verbonden spraak.
Cursusdoelen: Inzicht kweken in enkele van de belangrijkste processen die ten grondslag liggen aan de waarneming van spraak; theoretische kennis en inzicht gebruiken om toetsbare onderzoeksvragen te ontwikkelen. Contactpersoon: Docenten:
dr. M.E.H. Schouten dr. M.E.H. Schouten Feedback: Tijdens elk college. Bereikbaarheid: De docent is doorgaans aanwezig en aanspreekbaar.
79
Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur
Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Grondig bestuderen van een of twee primaire wetenschappelijke artikelen over een bepaald onderwerp, met behulp van een vooraf uitgereikte toelichting en een aantal vragen. Bijdrage aan groepswerk: Elke van de vooraf uitgereikte vragen wordt door een van de studenten tijdens het college beantwoord, waarna er een discussie volgt over dat antwoord aan de hand van de antwoorden die door de overige studenten zijn bedacht.
Toetsen: Opdracht(en) (Beurten tijdens de werkcolleges; 70 pt.) Schriftelijk werkstuk (30 pt.)
Deadlines: Beurten tijdens de werkcolleges De werkcolleges. Wat wordt er beoordeeld: Beurten tijdens de werkcolleges Het vermogen om de wetenschappelijke literatuur op het gebied van de spraakwaarneming kritisch te lezen; kennis omtrent de belangrijkste modellen van spraakwaarneming; het vermogen om uit die kennis een zinvolle en uitvoerbare nieuwe onderzoeksvraag af te leiden. Aspecten van academische vorming: Beurten tijdens de werkcolleges Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium
Verplicht studiemateriaal: Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten:
EUR 15,00
80
Deel III
Praktische informatie van de opleiding
81
1.
Plaats binnen faculteit en instituut
1.1
Het bestuur
De opleiding Taalwetenschap maakt samen met negen andere opleidingen deel uit van het onderwijsinstituut Vreemde Talen (IVT). Naast het IVT kent de faculteit nog vier onderwijsinstituten: Nederlands, Geschiedenis, Kunstgeschiedenis & Muziekwetenschap, Media & Re/Presentatie. Het IVT omvat de volgende opleidingen: Literatuurwetenschap Taalwetenschap (Algemene Taalwetenschap en Fonetiek) Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen Duitse taal en cultuur Engelse taal en cultuur Franse taal en cultuur Italiaanse taal en cultuur Keltische talen en cultuur Portugese taal en cultuur Spaanse taal en cultuur
Trans 10 Trans 10 Kromme Nieuwegracht Trans 10 Trans 10 Kromme Nieuwegracht Kromme Nieuwegracht Trans 10 Kromme Nieuwegracht Kromme Nieuwegracht
29 29 29 29 29
Het IVT heeft een bestuur van 4 leden, waaronder één student-lid. De leden van het bestuur zijn benoemd door de decaan van de faculteit. De voorzitter van het bestuur heeft de functie van directeur van het onderwijsinstituut. Het bestuur bestaat uit de volgende personen: Prof. dr. A.B.M. Naaijkens, directeur (hoogleraar Duitse taal en cultuur alsmede Vertaalwetenschap) mw. dr. D. Nieuwenhuijsen (docent onderzoeker Spaanse taal en cultuur) dr. F.P.C. Brandsma (senior docent onderzoeker vergelijkende Literatuurwetenschap) mw. L. Biro (student-lid) Assistent van de directeur van het IVT is mevrouw drs. H.P. Spaanenburg. (Trans 10, kamer 1.13) Het bestuurssecretariaat is in handen van mevrouw G. Többen en is gehuisvest op Trans 10, kamer 1.14, 3512 JK Utrecht, tel.: (030) 253 6130, e-mail:
[email protected]. Verdere ondersteuning wordt geleverd door de coördinator Organisatie en Ondersteuning Trans mevrouw drs. A.M.A. van de Ven. Voor actuele informatie zie: www.let.uu.nl/ivt. Iedere opleiding binnen het IVT heeft een coördinator die belast is met de dagelijkse leiding van die opleiding onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het onderwijsinstituut. Maandelijks worden in het overleg van de opleidingscoördinatoren alle voorkomende kwesties inzake de organisatie van het onderwijs besproken. De coördinator van Taalwetenschap is prof. dr. F.N.K. Wijnen.
1.2
De beheersorganisatie
Geheel onafhankelijk van de inhoudelijke structuur is er de beheersstructuur. Deze is in de Faculteit der Letteren gebaseerd op zogenaamde clusters, die in de praktijk min of meer samenvallen met de gebouwen. De Opleiding Taalwetenschap is gevestigd in het pand Trans 10 en valt dan ook, beheerlijk gesproken, onder het cluster Trans 10, met als coördinator mw. drs. A.M.A. van de Ven.
82
2.
Secretariaat, commissies, afdelingen
2.1 Secretariaat De opleiding Taalwetenschap is gehuisvest in het Transcomplex in de binnenstad, Trans 10, 3512 JK Utrecht. Het secretariaat van de opleiding bevindt zich in kamer 1.21, tel (030)253 6265. De openingstijden van het secretariaat zijn te vinden op de website van de opleiding: www.let.uu.nl/taalwetenschap 2.2 Postvakken Postvakken van de medewerkers bevinden zich in kamer 1.21 of in kamer 1.15 (secretariaat UILOTS). In kamer 0.16b staat een kast met een postmap voor iedere Taalwetenschap-student. 2.3 Prikbord Taalwetenschap Op het prikbord van Taalwetenschap, naast kamer 1.21, is informatie te vinden over collegeroosters en tentamenroosters. De uitslagen van de gemaakte tentamens hangen op het Taalwetenschapbord in de studieruimte. Verder is er een bord halverwege de trap waarop de diverse activiteiten worden aangekondigd die betrekking hebben op het gebied van de taalwetenschap. 2.4 Studiekosten Bij de cursusbeschrijvingen staan in de meeste gevallen per cursus de geschatte kosten voor boeken etc. opgegeven. Je moet er echter rekening mee houden dat hier nog kosten bij kunnen komen: als een cursus met een verslag wordt afgesloten, de kosten voor de fotokopieën van dat verslag en eventueel ook van de verslagen van de andere deelnemers; soms maak je voor een cursus reiskosten, bijv. om een studiedag of symposium bij te wonen of om een instelling te bezoeken. Reiskosten die voor een stage gemaakt worden, worden in het algemeen vergoed. Speciale apparatuur hoeft niet te worden aangeschaft. 2.5 Roosters Zo gauw de roosters bekend zijn, worden ze op het prikbord van Taalwetenschap (naast kamer 1.21) gehangen en bekend gemaakt via de website van Taalwetenschap (www.let.uu.nl/taalwetenschap/). De gegevens zijn dan ook bekend bij StudiePunt Letteren op Drift 8 en op internet in Osiris/cursuskrant. Natuurlijk kunnen via het secretariaat Taalwetenschap ook inlichtingen worden ingewonnen.
2.6 Internet De webpagina van de opleiding Taalwetenschap is: http://www.let.uu.nl/taalwetenschap/
83
2.7 Opleidingscommissie Taalwetenschap Prof. dr. E.J. Reuland (voorzitter) Prof. dr. M.J. Moortgat (lid) Dr. H. Quené (lid) Dr. H. van de Velde (lid) Mw. L. Koring (studentlid) Mw. E.M. Janzen (studentlid) S. van der Harst (studentlid) Adviserende leden: Prof. dr. F.N.K. Wijnen (opleidingscoördinator) Mw. drs. B.M. de Zeeuw (studieadviseur) 2.8 Examencommissie Taalwetenschap Prof. dr. E.J. Reuland (voorzitter) Dr. F.A.C. Drijkoningen (secretaris) Prof. dr. P.H.A. Coopmans (lid) Prof. dr. M.J. Moortgat (lid) Dr. H. Quené (lid) Prof. dr. F.N.K. Wijnen (lid) 2.9 Contactpersonen Introductie en breekweek: dr. H. Van de Velde; Tutoraat: dr. H. Van de Velde Voorlichting: prof. dr. F.N.K. Wijnen; Internationalisering: dr. P. Monachesi.
3.
StudiePunt Letteren
Het StudiePunt is het facultaire informatiecentrum voor onderwijszaken. Studenten en mensen die in de toekomst aan de faculteit willen studeren kunnen hier terecht voor allerlei informatie. Zij kunnen er terecht met bijvoorbeeld vragen over inschrijvingen, dossieroverzichten of het volgen van vakken aan een andere faculteit. Maar het is ook mogelijk om een afspraak te laten maken met bijvoorbeeld de stagecoördinator of een studieadviseur. Aan de balie van het StudiePunt worden bovendien ook alle readers en werkboeken voor cursussen verkocht. Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief naar alle letterenstudenten. Het van het grootste belang dat studenten kennis nemen van de inhoud van dit bulletin. Praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse Letterenstudenten is via de website van het StudiePunt te vinden. Ook vindt u hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen. Kijk op www.let.uu.nl/studiepunt Adresgegevens Drift 8 3512 BS Utrecht tel.: (030) 253 6285 e-mail:
[email protected] Openingstijden Dagelijks geopend van 10.00-16.00 uur Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van 17.00-19.00 uur.
84
4.
Studentenorganisaties en –bladen van de opleiding
5.1 LINK De taalkundespecialisaties kennen sinds een jaar of negen een eigen tijdschrift, LINK geheten. Het verschijnt vier keer per jaar en bevat artikelen, interviews en dergelijke, die betrekking hebben op 'het vak' en wat er zoal daaromheen aan wetenswaardigheden te melden is. De redactie bestaat uit studenten met een taalkundige specialisatie en de artikelen worden binnen de opleidingen door zowel studenten als medewerkers geschreven. Daarbij wordt gepoogd om alle deelgebieden aan bod te laten komen. Met LINK kun je in aanraking komen wanneer je een abonnement neemt (zie hieronder), maar dat is niet de enige mogelijkheid LINK biedt ook plaats aan jouw artikel. Het is een uitstekende plaats voor een eerste kennismaking met het publiceren van je eigen bijdrage aan het vak, of van je commentaar erop. Dan is het natuurlijk ook nog mogelijk deel uit te maken van de redactie. Uiteraard kost je dat wat tijd, maar leuk is het zeker om op deze manier je blik op de linguïstiek te verruimen. Zoals gezegd, verschijnt LINK vier maal per jaar. Een abonnement kost je, als je dat via je posthangmap neemt, slechts 7 euro per jaargang. Voor alle informatie over LINK kun je terecht bij de redactie. LINK heeft een postvak op kamer 1.21 op de Trans en de namen van de redactieleden zijn te lezen in het colofon van het LINK-exemplaar dat je op het secretariaat kan vinden of in de Letteren Bibliotheek (bij de tijdschriften). 5.2 Studentvertegenwoordiging Als je problemen hebt die met het onderwijs te maken hebben, dan kun je daar in eerste instantie mee terecht bij de Opleidingscommissie (OC) en specifiek bij de studentleden van de Opleidingscommissie (maar ook altijd bij de coördinator van de opleiding). De OC vergadert gemiddeld eens per maand en die vergadering is in principe openbaar. Via het secretariaat kun je te weten komen wanneer de volgende vergadering gehouden wordt en wie de studentleden van de OC zijn. Deze studentleden kun je eventuele vragen stellen en zij zijn ook degenen die jouw belangen bij de OC kunnen behartigen. Mochten die belangen ook op een hoger niveau behartigd moeten worden, dan kunnen de studentleden van de OC je daar natuurlijk ook bij helpen of adviseren. Eens per jaar, meestal in het voorjaar, worden de drie studentleden van de OC gekozen. Wil je je kandidaat stellen voor de OC, dan kan dat. Neem in dat geval tijdig contact op met de zittende studentleden of de coördinator van de opleiding. Als er namelijk meer kandidaten zijn dan de te vergeven drie zetels, dan moeten er verkiezingen onder de studenten van de vakgroep georganiseerd worden. Wil je weten hoe dit soort zaken officiëel zijn geregeld, dan kun je op het secretariaat naar het reglement van de opleiding vragen. 5.3 Studievereniging BABEL Sinds december 2003 heeft de opleiding Taalwetenschap een eigen studievereniging: BABEL. Zij organiseren onder meer informatieve en ontspannende activiteiten. Lid worden? Of eerst meer informatie? Je kunt hen bereiken via: BABEL Trans 10, kamer 2.26 030-2536071 email:
[email protected]
85
5.
Relevante instellingen
Letterenbibliotheek De Utrechtse Letterenbibliotheek is de enige letterenbibliotheek in Nederland met een omvangrijke open opstelling. Het beleid van de bibliotheek is erop gericht om naast een grote gedrukte collectie, ook steeds meer bronnen digitaal aan te bieden. De bibliotheek beschikt over een aantal bijzondere collecties, waaronder kunsthistorische foto- en diatheken, oude en bijzondere drukken, een orgelarchief en een uitgebreide collectie geluidsdragers, video’s, dvd’s, en games. In de Letterenbibliotheek zijn bijna vijftig ruime werkplekken ingericht die zijn voorzien van pc’s met netwerkaansluiting, geschikt voor groepswerk en individueel werk. Daarnaast zijn er ruim dertig werkplekken bij de uitleen- en informatiebalies ten behoeve van literatuuronderzoek en catalogusraadpleging. Bij de verschillende collecties zijn studiewerkplaatsen ingericht voor studenten. Meer informatie op: www.let.uu.nl/bibliotheek Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) Het CIM op Kromme Nieuwegracht 80 biedt studenten de mogelijkheid om op computers te werken (o.a. Word, Powerpoint, internet) in een van de computerleerzalen. Deze zalen worden tevens als onderwijsruimte gebruikt. Verder wordt algemene ondersteuning geboden bij studiewerkzaamheden. Technische vragen over het gebruik van het universitaire e-mailadres van studenten en andere ICT-voorzieningen (portfolio, WebCT etc.) kunnen worden gesteld aan de helpdesk van het CIM. Op de website van het CIM staan ook uitgebreide instructies voor studenten. Kijk voor meer informatie op: www.let.uu.nl/cim Wetenschapswinkel Letteren De Wetenschapswinkel van de Faculteit der Letteren maakt wetenschappelijke kennis toegankelijk voor maatschappelijke organisaties die zelf niet over mogelijkheden en middelen beschikken om deze kennis te verwerven. De Wetenschapswinkel Letteren vertaalt vragen van maatschappelijke organisaties naar concrete onderzoeksvragen en zoekt een student die het onderzoek wil uitvoeren. Ook wordt een docent aangetrokken voor de vakinhoudelijke ondersteuning. Wat heeft de Wetenschapswinkel Letteren te bieden? Een praktijkgericht onderzoek via de Wetenschapswinkel Letteren is voor veel studenten een aantrekkelijke mogelijkheid om ervaring in het eigen vakgebied op te doen en vakkennis toe te passen in een bredere wetenschappelijke, maatschappelijke of culturele context. Hij of zij doet praktische vaardigheden op en legt contacten die later op de arbeidsmarkt goed van pas komen. Voor het onderzoek krijgt de student natuurlijk ook studiepunten. De wetenschapswinkel biedt concrete onderzoeksvragen aan die kunnen worden gebruikt als onderwerp voor een individueel werkstuk, een bachelor-eindwerkstuk, een stage, of de master thesis. Het initiatief kan ook bij de student liggen: de wetenschapswinkel komt ook graag in contact met een organisatie die door de student zelf wordt aangedragen. Tot slot bieden de wetenschapswinkels van de Universiteit Utrecht een gezamenlijke, universiteitsbrede bachelorcursus aan: De onderzoeker als adviseur. Meer informatie en inschrijven via OSIRIS online: www.osiris.uu.nl Actuele onderzoeksprojecten Openstaande projecten van de Wetenschapswinkel zijn te vinden in de Faculteitsberichten van het U-blad en worden via posters op het Studiepunt en op verschillende prikborden in faculteitsgebouwen aangekondigd. Voor het actuele aanbod kunt u bovendien altijd terecht op de website: www.uu.nl/wetenschapswinkels/letteren Contact Contactpersonen: mw. drs. H.C. Bijl, mw. drs. J.H. Schipper. Adres: Wittevrouwenstraat 9, 3512 CS Utrecht Telefoon: (030) 253 6171 E-mail:
[email protected] Geopend: maandag tot en met vrijdag, van 9.00 tot 17.00 uur Maar niet op woensdagmiddag en donderdagochtend.
86
UiL-OTS (Onderzoeksinstituut Linguistiek) Trans 10 3512 JK Utrecht Tel. +31.30.253.6006
6.
Medewerkers
Coördinator opleiding Taalwetenschap Prof. dr. F.N.K. Wijnen (Frank) Medewerkers opleiding Taalwetenschap Dr. S. Avrutin (Sergey) Achter de Dom 22-24, kamer 1.06 - tel. 253 6022 email:
[email protected]
psycholinguïstiek
Dr. ir. G. Bloothooft (Gerrit) kamer 0.25 - tel. 253 6042 email:
[email protected]
spraaktechnologie, zangstem
Prof. dr. P.H.A. Coopmans (Peter) kamer 2.01 - tel. 253 6020 email:
[email protected] privé: 055-3670467
taalverwerving, syntaxis
Dr. F.A.C. Drijkoningen (Frank) kamer 1.26B - tel 253 6214, email:
[email protected] privé: 030 – 2203238
morfologie, syntaxis
Prof. dr. J. van Eijck (Jan) kamer 1.16 – tel. 2536076 email:
[email protected]
taal en logica
Prof. dr. M.B.H. Everaert (Martin) kamer: 2.13 – tel. 253 6528 email:
[email protected] privé: 030-2722880
lexicon, syntaxis
Dr. H.L.W. Hendriks (Herman) kamer 2.13 - tel. 253 6065 (CKI 253 7780) email:
[email protected] privé: 020-6906882
semantiek, pragmatiek, logica, taalfilosofie
Drs. M.A.C. Huijbregts (Riny) kamer 2.18 - tel. 2536189 email:
[email protected] prive: 030-2736064
syntaxis, geschiedenis taalkunde, code switching
Dr. P. Monachesi (Paola) kamer 2.13 – tel 2536065 email:
[email protected]
computationele taalkunde
Prof. dr. M.J. Moortgat (Michael) kamer 2.10 - tel. 253 6043 email:
[email protected] privé: 030-2513844
computationele taalkunde
87
Prof. dr. S.G. Nooteboom (Sieb) kamer 1.32 - tel. 253 6060 email:
[email protected]
prosodie, woordherkenning, versprekingen
Prof. dr. J.E.J.M. Odijk (Jan) kamer 1.16 – tel 253 6076 email:
[email protected]
taal- en spraaktechnologie
Drs. J.P.H. Pabon (Peter) kamer 0.25 - tel 253 6042 email:
[email protected]
stemgeving, fonetografie
Dr. H. Quené (Hugo) kamer 1.31 - tel. 253 6070 email:
[email protected]
fonetiek, psycholinguistiek, prosodie, methodologie
Prof. dr. T.M. Reinhart (Tanya) kamer 2.16 – tel. 253 8235 email:
[email protected]
syntaxis, semantiek, pragmatiek
Prof. dr. E.J. Reuland (Eric) kamer 1.06 - tel. 253 6019 email:
[email protected] privé: 035 - 6214431
syntaxis, semantiek
Dr. M.E.H. Schouten (Bert) kamer 1.29 - tel. 253 6069 email:
[email protected] privé: 030-2944934
psychofysica van de spraak, dialectologie
Prof. dr. L. Stassen (Leon) kamer 1.16 – tel 253 6076 email:
[email protected]
taaltypologie
Drs. A.L. des Tombe (Louis) kamer 0.25 - tel. 253 6041 email:
[email protected]
taalkunde en automatisering: automatisch vertalen
Dr. H. Van de Velde (Hans) Kamer: 2.19 – tel. 253 6049 email:
[email protected]
sociolinguïstiek
Prof. dr. F.N.K. Wijnen (Frank) Achter de Dom 22-24 kamer 1.07 - tel. 253 6436 (FSW: 253 4281) email:
[email protected]
psycholinguïstiek
88
7.
Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten
89
90
Deel IV
Aanvullingen
91
1.
ICT-eindtermen
Tot de eindtermen van de opleiding (zie hoofdstuk 2.1) behoren ook de volgende ICT-eindtermen: 1.
Het beheersen van tekstverwerking, zodanig dat werkstukken, rapporten en scriptie volledig elektronisch kunnen worden geproduceerd. Naast tekst en opmaak behoort daarbij het kunnen maken van een duidelijke presentatie van gegevens met tabellen, eenvoudige grafieken en figuren, literatuurlijst en inhoudsopgave. 2. Het beheersen van e-mail, zowel het ontvangen en verzenden van berichten met aanhangsels, het gebruik van aliaslijsten, als het ordenen van berichten in een archief. 3. Het kunnen zoeken naar informatie op het Internet, het kritisch kunnen beoordelen van de kwaliteit van het gebodene en het kunnen kopiëren voor eigen gebruik. 4. Het kunnen maken van eigen webpagina’s met daarin presentatie van werkstukken en rapporten. Deze werkstukken kunnen zowel een webdocument zijn, als wel aangeboden worden in een vorm die te downloaden is. Bij het beëindigen van de studie moet de student over een elektronisch portfolio beschikken. 5. Het kunnen presenteren van onderzoeksresultaten met behulp van elektronische dataprojectie. Deze eindtermen zijn verwerkt in twee verplicht te volgen cursussen die het ICT-Centrum aanbiedt: Basis ICT en Website maken. Zie voor de inhoud en de bijbehorende regeling het onderdeel ICT-Centrum/Educatie op www.let.uu.nl.
2.
Plagiaat- en frauderegeling
Met ingang van het studiejaar 2005 – 2006 heeft Letteren een nieuwe plagiaat- en frauderegeling. Deze regeling is opgenomen in de zogenaamde regelen en richtlijnen van de examencommissies. De informatie is te vinden via www.let.uu.nl/studiepunt/.
3.
Examen
Het is verplicht om een electronische versie van het eindwerkstuk in te leveren bij de Letterenbibliotheek. Informeer bij het secretariaat van de opleiding naar de regeling.
92