Mi Kas Nobo 2004 –2009 Woonbegeleiding voor Antilliaanse jongeren in Schiedam
MAATSCHAPPELIJK CENTRUM ROTTERDAM e.o.
Stichting Leger des Heils Welzijns‐ en Gezondheidszorg Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. Kooikerweg 28 3069 WP Rotterdam
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
1
Inhoudsopgave 1.
Aanleiding _____________________________________________________________________ 3
2.
Doel(groep) en werkwijze _________________________________________________________ 4
2.1.
doel en doelgroep ___________________________________________________________ 4
2.2.
werkwijze __________________________________________________________________ 4
2.3.
bevindingen en resultaten ____________________________________________________ 7
Bijlage 1: aantal onderdelen uit jaarraportage 2009 _______________________________________ 14 Bijlage 2 : financieel overzicht 2008 Bijlage 3: financieel overzicht 2009
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
2
1. Aanleiding Sinds juli 2003 is er binnen de gemeente Schiedam het Antillianenproject Mi Kas Nobo, gericht op Antilliaanse jongeren met een problematiek rondom integratie en wonen. In samenwerking met woningcorporatie Woonplus zijn tien woningen in Schiedam gereserveerd, waarin 20 wooneenheden zijn gerealiseerd. De wooneenheden zijn op verschillende plekken in Schiedam gerealiseerd. Het Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. richt zich op de opvang en begeleiding van deze jongere Antilliaanse doelgroep. Deze rapportage gaat in op de behaalde resultaten over de afgelopen vijf jaar. Deze evaluatie is opgesteld begin 2009, op verzoek van de gemeente Schiedam. Om een totaal beeld te krijgen over de afgelopen jaren vindt u aanvullend in bijlage 1, een aantal onderdelen uit de rapportage van Mi Kas Nobo over het jaar 2009. In bijlage 3 vindt u het financieel overzicht over 2009.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
3
2. Doel(groep) en werkwijze 2.1. doel en doelgroep Doel van het woonbegeleidingsproject Mi Kas Nobo is om Antilliaanse jongeren met een meervoudige problematiek huisvesting en begeleiding op maat te bieden, gericht op integratie in Nederland. De doelgroep dient te voldoen aan de deelnamecriteria. Deze zijn: • jongere is tussen de 16‐25 jaar • jongere is bij voorkeur niet langer dan 5 jaar in Nederland • jongere heeft problematiek t.a.v. huisvesting: er is geen perspectief op een vaste woon‐ of verblijfplaats of dat de huidige woonsituatie deelname aan school\werktrajecten belemmert. • jongere heeft begeleiding nodig bij integratie (zelfredzaamheid en de toegang tot maatschappelijke hulpbronnen, zoals opleiding, arbeid, inkomen) • jongere is niet ernstig verslaafd en erkent tenminste dat verslaving een probleem vormt • jongere heeft geen zwaar justitieel verleden • jongere wil zich laten begeleiden (geeft de doorslag) De aanmelding van jongeren loopt via: • SoZaWe ‐ Schiedam • de diverse vrouwenopvangcentra van MCR • de dag – en nachtvoorzieningen van MCR • mogelijke andere verwijzers als onderwijsinstellingen, Antilliaanse zelforganisaties, politie e.d. 2.2. werkwijze Het MCR tracht in de benadering van deelnemers de “totale mens” op het spoor te komen, temeer daar er in de regel sprake zal zijn van multi‐problematiek. Hiertoe heeft MCR een concept van “klantindicatoren’ ontwikkeld. Deze zijn: • huisvesting • woonvaardigheden • lichamelijke gesteldheid • psychische gesteldheid • verslaving • sociale vaardigheden • relatie met justitie • financiën • dagbesteding • zingeving • statische indicatoren (begaafdheid, lichamelijke beperking, indicatie seksueel geweld)
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
4
In overleg tussen de cliënt en hulpverlener worden binnen Mi Kas Nobo per klantindicator doelen gesteld en wordt het hulpverleningstraject ingezet. De inzet van andere onderdelen van het MCR en externe voorzieningen zorgen voor een samenhangend aanbod, waarbij de zorgvraag van de Antilliaanse hulpvrager richtinggevend zijn. De zorgvraag wordt indien mogelijk ook omgezet naar een AWBZ‐indicatieaanvraag. De woonbegeleiders van Mi Kas Nobo zijn van Antilliaanse afkomst en hebben bewezen om de aansluiting met de Antilliaanse jongeren te maken en ambulante woonbegeleiding op maat te geven. Er is daarnaast collegiaal overleg met de collega woonbegeleiders die het Antillianen‐ project E Kaminda Pa Majan in Rotterdam uitvoeren. Zorgleveringsovereenkomst Met elke cliënt binnen MCR wordt een zorgleveringsovereenkomst afgesproken en ondertekend Deze overeenkomst is ervoor bedoeld om inzichtelijk te maken welke rechten plichten de cliënt en MCR als zorgaanbieder hebben. MCR beoogt hiermee vraaggericht te werken, structuur aan te brengen in de zorg‐ en dienstverlening, de hulpvrager als cliënt serieus te nemen en de veiligheid te garanderen. Het model voor deze overeenkomst wordt binnen de organisatie en zelfs binnen W&G uniform gehanteerd. De zorgleveringsovereenkomst is onderdeel van het planmatig handelen. Daarnaast is de zorgleveringsovereenkomst geborgd in het HKZ‐systeem Hoe ziet de hulpverlening eruit? Deze bestaat uit 4 elementen: • Methodisch handelen • Systematisch handelen • Planmatig handelen • Procesmatig handelen Methodisch handelen Cliënt centraal: Binnen MCR wordt de methodiek Cliënt Centraal gebruikt. Deze heeft de volgende uitgangspunten: • De wijze waarop de hulpverlening van W&G is ingericht dient er toe bij te dragen dat cliënten zo optimaal mogelijk tot hun recht kunnen komen. De meest belangrijke doelen die W&G hierbij nastreeft zijn: ‐ Behoud of herstel van zelfstandigheid van mensen; ‐ Behoud of herstel van sociale contacten en relaties; ‐ Bevordering van welbevinden. • Omdat W&G er wil zijn voor ‘mensen zonder helper’ en hulp wil bieden zonder voorwaarden vooraf, kent de organisatie naast intensieve(re) vormen van hulpverlening ook vormen van laagdrempelige opvang. • In de zorg voor cliënten wil W&G de mens centraal stellen. De hulpverlening van W&G wordt dan ook geboden, zonder voorwaarden vooraf en ongeacht geloofsovertuiging, ras, sekse, geaardheid of afkomst.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
5
• ‐
Andere belangrijke uitgangspunten van de hulp en zorgverlening die W&G biedt zijn: Respectvolle bejegening van cliënten. Elke medewerker binnen W&G volgt daarom de cursus Bejegening; ‐ Vraaggericht werken (waarbij de cliënt en zijn/haar hulpvraag centraal staat); ‐ Laagdrempelige toegang voor de cliënt tot de zorg en/of voorzieningen; ‐ De hulpverlening is zingevinggericht. Systematisch handelen Methodiekstructuur: het 8‐fasen model Binnen MCR wordt de methodiekstructuur van het 8‐fasenmodel gebruikt. Het is een structuur waarbij de zorg planmatig is vastgelegd. Binnen de afdeling is deze structuur verder uitgewerkt en staat vast wie voor welke fase verantwoordelijk is. Planmatig handelen Elke cliënt heeft een eigen cliëntdossier. Deze bevatten de noodzakelijke informatie rondom de cliënt. Deze hebben vaste structuur en worden procesmatig geëvalueerd (zie procesmatig handelen). Elke zorgdossier bevat minimaal een zorgleveringsovereenkomst (zie hierboven) en een zorgplan van de cliënt. Binnen de voorziening wordt met elke cliënt een zorgplan gemaakt. Voor het in kaart brengen van de hulp/zorgvraag wordt gebruik gemaakt van leefgebieden, zgn. klantindicatoren. Deze klantindicatoren worden geregistreerd in ons registratiesysteem Clever. Deze leefgebieden zijn: • Huisvesting, • Woonvaardigheden • Lichamelijke gesteldheid • Psychische gesteldheid • Verslaving • Sociale vaardigheden • Relatie met justitie • Financiën • Dagbesteding • Zingeving
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
6
Als de klantindicatoren zijn ingevuld, volgen hieruit de doelen en acties, die in samenwerking met de cliënt worden vastgesteld. De klantindicatoren, doelen en acties vormen samen het zorgplan. De vastgestelde doelen worden elk kwartaal geëvalueerd en basis hiervan wordt het 2.3 bevindingen en resultaten Bevindingen en resultaten in de periode juli 2004 tot en met december 2008. Van 2004 t/m 2008: ‐ zijn er 55 jongeren in het begeleidingstraject opgenomen ‐ zijn 40 jongeren uitgestroomd, waarvan ‐ 17 jongeren doorgestroomd zijn naar een zelfstandige woning via Woonplus en MCR ‐ vonden 11 jongeren een zelfstandig een woonruimte ‐ emigreerden 5 jongeren naar hun geboorteland ‐ werden 7 begeleidingstrajecten voortijdig beëindigd ‐ zijn er 15 jongeren nog in begeleiding ‐ daarnaast volgden 36 jongeren een studie ‐ vonden 10 jongeren een baan in loondienst ‐ ontvingen 9 jongeren een uitkering
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
7
uitstroom 2004 ‐2008
21%
41%
zelfstandige woning via Woonplus/MCR zelfstandig een woning gevonden emigratie
12%
begeleiding voortijdig beeindigd
26%
•
voortraject noodzakelijk De combinatie wonen en begeleiden is niet altijd geaccepteerd door de jongeren. Deelname aan het project was voor verschillenden vooral interessant om het verkrijgen van een woning. De trajecten van deze jongeren zijn dan ook beëindigd. Na enkele jaren is gebleken dat het contact met de jongeren voordat zij in het traject geplaatst kunnen worden van essentieel belang is.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
8
Hoe eerder een cliënt na zijn emigratie naar Nederland in aanmerking komt voor Mi Kas Nobo , hoe groter het succes zal zijn. De jongere meldt zich aan, daarna volgt er een intakegesprek met een trajectcoördinator en een woonbegeleider. Na de intake wordt er besloten of de jongere in het traject geplaatst kan worden. Deze werkwijze geeft een duidelijke scheiding in jongeren die open staan om geholpen te worden en jongeren die alleen een woonruimte willen hebben. Wanneer er nog geen woonruimte beschikbaar is, wordt de jongere gedurende de periode totdat er een woning beschikbaar is begeleidt door de woonbegeleider. Wekelijks zijn er contactmomenten met de jongere. Van de jongere wordt verwacht dat zij initiatief nemen en zich aan de gemaakte afspraken houden. Wanneer mogelijk maakt de woonbegeleider in overleg met de jongere contact met de ouder(s )van de jongere. Vaak wonen de ouders op de Nederlandse Antillen en weten onvoldoende hoe het met hun kind in Nederland gaat. Deze manier van werken zorgt ervoor dat uitval van jongeren verminderd wordt. De jongere bouwt in deze periode een vertrouwenband op met de woonbegeleider, die ten goede komt wanneer de jongere in het traject geplaatst kan worden. Op dit moment is er een wachtlijst van acht cliënten. Van belang is dat het voortraject opgenomen wordt in het traject. •
naamsbekendheid Na vijf jaar Mi Kas Nobo, is de begeleiding bekend geworden binnen de Antilliaanse gemeenschap, zowel in Nederland als op de Nederlandse Antillen. De aanmeldingen verlopen via de reguliere instanties en instellingen, maar opvallend is, dat de aanmeldingen ook ‘via‐via’ verlopen. Daaruit blijkt dat de jongeren en hun familie en vrienden zelf reclame maken voor Mikas Nobo. Het komt voor dat er een tante belt voor meer informatie voor haar neefje of nichtje.
•
onderscheid jongens en meisjes In totaal werden er 22 jongens en 33 meisjes opgevangen. De woonbegeleiders ervaren de problematiek van de meisjes als zwaarder. Deze jongere hebben veelal problemen in de relationele sfeer. Deze relaties zorgen voor complexe verhoudingen, die van invloed is op het gehele welbevinden. Daarnaast geven de woonbegeleiders aan dat zij een verschil merken in de huishoudelijke verzorging. Veelal moet bij meisjes meer aandacht gegeven aan de woonvaardigheden. Ze zijn erg slordig in tegen stelling tot de jongens. psychische gesteldheid Een groot gedeelte van de jongeren is in armoede op gegroeid, zij hebben met hun familie moeten leven van weinig geld. Zij moesten overleven. Veel jongeren zijn afkomstig van St. Maarten en het kleine eiland Sint Eustatius, de levensomstandigheden daar zijn laag, en er is grote werkloosheid. Zij groeiden op met hun alleenstaande moeder die voor het gezin moest zorgen. Vele hebben in hun jongere jeugdjaren traumatische ervaringen opgedaan, zij worstelen nog met deze moeilijke ervaringen in hun leven. Wanneer duidelijk is dat een jongere meer hulp nodig heeft, wordt hij/zij doorverwezen naar het RIAGG.
•
•
zwangerschap & opvoedingsvaardigheden In totaal werden er zeven moeder met een of meerdere kinderen begeleidt. Wanneer er moeders met kinderen in het traject komen, wordt er in de begeleiding extra aandacht gegeven aan de opvoedingsvaardigheden. Er wordt prioriteit gegeven aan het vinden van een kinderdagverblijf, zodat de moeder zich kan gaan richten op scholing en/of werk.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
9
De woonbegeleiders pakken de jongeren hard aan, daar waar het gaat om sexuele voorlichting, Antilliaanse cultuur en zwangerschap. Deze aanpak heeft een duidelijk resultaat. Tijdens het traject zijn drie meisjes zwanger geworden. Praten over seksualiteit is nog altijd een taboe binnen de Antilliaanse cultuur, de woonbegeleiders zijn zich hier van bewust, maar proberen ondanks de geslotenheid over dit onderwerp met hen hierover in gesprek te komen. •
•
scholing en werk Veelal is het opleidingsniveau op MBO‐niveau en praktijkgericht. Enkele volgden een opleiding op HBO‐niveau. De meisjes volgenden vaak een verzorgende opleiding, terwijl de jongens een opleiding volgden gericht op de ICT. De woonbegeleider houdt contact met school en werkgever en probeert op deze manier wanneer er problemen ontstaan te bemiddelen tussen de jongere en school/werkgever. Dit heeft de laatste jaren meer vorm gekregen. de kans op terugval is groot waar het het omgaan met geld betreft Alle jongeren die in traject zijn gekomen, hebben grote problemen met hun geldbeheer. Naast het hebben van schulden, zijn ze niet opgevoed met algemene waarden als het op tijd betalen van huur. Veelal geven de jongeren geen prioriteit aan het betalen van de huur aan het MCR. Er gaat veel tijd op aan het financiële gedeelte van de zorg. Het aanbieden van een schuldhulpverleningstraject dan wel een training budgetteren is een standaard onderdeel van het begeleidingsaanbod.
•
belang van nazorg bij uitstroom De jongeren blijken behoefte te hebben aan ondersteuning als zij op zichzelf zijn gaan wonen. Enerzijds omdat het spannend is om volledig zelf verantwoordelijkheid te zijn en geen advies meer te krijgen. Anderzijds omdat het verleidelijk is om te vervallen in oude gewoontes, zoals het niet direct nakomen van betalingsverplichtingen. De nazorg bestaat uit drie maanden, gebleken is dat drie maanden bij sommige jongeren nog niet voldoende is. De woonbegeleiders zorgen voor het geleidelijk afbouwen van het hulpverleningsproces, maar geven bij de jongeren aan dat zij altijd om advies kunnen vragen. Dit gebeurt ook met regelmaat. Ook nemen jongeren zelf contact op met de woonbegeleiders, niet voor advies, maar om te vertellen hoe het met hen gaat. Voor de woonbegeleider is dit een extra stimulans.
•
aanraking justitie Drie jongeren zijn voor de start van het project in aanraking gekomen met justitie. Een van de opnamecriteria is een niet zware criminele achtergrond. De woonbegeleiders waren op de hoogte van de achtergrond en hebben de jongeren een kans gegeven. De jongeren kwamen in aanraking met justitie door drugssmokkel. Het begeleiden van deze jongeren was zwaar, de woonbegeleiders hebben veel tijd gemaakt om uiteindelijk deze jongeren succesvol te laten uitstromen. Het gaat goed met deze drie jongeren. Een jongere is tijdens het traject in detentie gekomen er op dit moment geen gegevens bekend over hoe het met deze jongere gaat.
•
bereikbaarheid woonbegeleiders Voor de jongeren is gebleken dat 24‐uurs bereikbaarheid van groot belang is. Familie woont vaak niet in Nederland en hun netwerk reikt voor de moeilijkere problemen niet ver genoeg. De woonbegeleiders zijn 24‐ uur per dag bereikbaar voor de jongeren. Voor de jongere is het belangrijk te weten dat zij altijd back‐up kunnen krijgen wanneer dit nodig is.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
10
Echter, de bereikbaarheid moet hen wel duidelijk worden uitgelegd, voor hen is het lastig te bevatten dat je ’s nachts alleen belt in geval van nood. Deze bereikbaarheid, klinkt voor sommige bizar in de oren, maar voor deze Antilliaanse jongeren is het noodzaak te weten dat er iemand is waar je op terug kunt vallen. Voor de begeleiders betekent dit een verzwaring van de taak en de verantwoordelijkheid. De woonbegeleiders werken vaak ‘s avonds omdat de meeste cliënten naar school gaan en/of een stageplek hebben. Aan het eind van de middag zijn zij vaak pas vrij. Omdat een dagbesteding van groot belang is passen de woonbegeleiders hun werktijden aan op de cliënt. •
groepsgerichte activiteiten Het afgelopen jaar zijn er meerdere groepsactiviteiten ondernomen. Gebleken is dat dit frequenter georganiseerd moet gaan worden voor de jongeren. Afhankelijk van de noodzaak tijdens het traject wordt ingezet op het (via derden) aanbieden van: • opvoedingsondersteuning • budgettering • training assertiviteit/ sociale vaardigheden
•
Vanuit het bureau Diversity S.A.M is door dhr Sidney Mutueel een groepsgerichte buddy‐ aanbod verzorgd, o.a. gericht op agressieregulatie en omgangsvormen. Het project met de jongeren en dhr Sidney Mutueel is naar tevredenheid afgerond. Een vervolg op het buddysysteem is wenselijk. Aan de hand van de evaluatie van het buddysysteem zouden er aanpassingen moeten komen om een eventueel vervolgproject nog succesvoller te laten worden. Voorbeeld 1: het tijdstip en de dag verplaatsen naar een door de weekse dag. Een aantal jongeren moet werken in het weekend. Voorbeeld 2: twee onderwerpen selecteren en daar verdieping in aanbrengen. Het onderdeel sport en agressie regulering werd enthousiast door de jongeren ontvangen, het is een onderdeel waar succes mee te behalen is. Mikas Beui (mijn ouderlijk huis) In 2006 hebben de woonbegeleiders een werkbezoek gebracht aan Curaçao. Zij bezochten 12 instellingen waaronder scholen,maatschappelijk werk en een huis van bewaring. Zij organiseerden een familie‐ dag voor alle ouders en familieleden van de cliënten. Tijdens deze bijzondere ontmoeting spraken zij met de ouders over hun kinderen en de begeleiding van Mi Kas Nobo. Het werkbezoek was een groot succes en werd zeer gewaardeerd door alle ouders en familieleden. In het jaar 2008 is er een tweede een bezoek gebracht door een van de woonbegeleiders, mw. Dolores Jenkins, aan verschillende ouders/ familieleden op de Nederlandse Antillen. Ouders en familie hebben het bezoek van Dolores Jenkins zeer gewaardeerd. Een verslag van dit bezoek is verstuurd naar Cobi van der Beek, Beleidsadviseur Welzijn en integratie van de Gemeente Schiedam. netwerk Er zijn t/m december 2008 minimaal vier netwerkbijeenkomsten per jaar geweest waarin op persoonsniveau een inhoudelijk overzicht gegeven is per jongere.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
11
Van groot belang voor het draagvlak en de successcore is de inbedding van het project in de bestaande samenwerkings‐/netwerkstructuren, zoals met name vorm heeft gekregen in de periodieke netwerkbijeenkomst op het stadskantoor van de gemeente Schiedam. In overleg met mevr. Cobi van der Beek, is afgesproken om in plaats van 6 x per jaar, 4 x een netwerk‐overleg te hebben. Dit in verband met de invulling van het overleg. Het overleg wordt door de deelnemers als functioneel en nuttig ervaren. Door dit overleg weten de deelnemers elkaar te vinden en zijn de lijnen korter. •
beschikbare woningen Het aanleveren van woningen door Woonplus verloopt niet altijd naar tevredenheid. Waarschijnlijk heeft dit ook te maken met het reguliere woningaanbod. Doordat het aanleveren van woningen soms moeizaam verloopt, moeten jongeren lang wachten op plaatsing. De jongeren op de wachtlijst worden met regelmaat gebeld door de woonbegeleiders, om vroegtijdige uitval te voorkomen. In het laatste kwartaal van 2008 zijn de contacten met MCR en Woonplus weer aangescherpt, met als resultaat dat twee jongeren van de wachtlijst geplaatst konden worden in een geschikte woning. Het doorstromen van jongeren naar een eigen woning verloopt over de vijf jaar naar tevredenheid, 17 jongeren kregen in samenwerking met woonplus en MCR een zelfstandige woning. Wanneer mogelijk, maar met uitzondering is er de mogelijkheid om de woning om te laten klappen op de naam van de jongere. In 2008 heeft Woonplus gezorgd dat een woning van een jongere op eigen naam kwam te staan. De jongere, die twee schoolgaande basisschoolkinderen heeft, had inmiddels een goed (sociaal)netwerk in haar buurt op gebouwd. Voor deze jongere zou het ingrijpend geweest zijn om te verhuizen naar een nieuwe woning in een andere buurt van Schiedam.
•
vergelijkbare projecten Vanaf 2002 zijn er landelijk projecten opgericht vanuit de ‘Direkshon‐projecten’. Onbekend is hoeveel projecten momenteel nog actief zijn. Wel is bekend dat soortgelijke projecten komen en gaan. Het Maatschappelijk Centrum Rotterdam heeft een zelfde soort project voor Antilliaanse jongeren ‘E Kaminda Pa Majan’, maar dan in Rotterdam. De samenwerking met gemeente Schiedam en de woningbouw Woonplus loopt in vergelijking tot de Rotterdamse partners beter en succesvoller. De lijnen zijn korter en er is frequent overleg. Voor de werkwijze van Schiedam liggen er voorbeelden voor Rotterdam. • de toekomst De begeleiding van de Antilliaanse jongeren in Schiedam moet in de toekomst doorgang vinden. De doelgroep weet Mi Kas Nobo te vinden en te bereiken. De specifiek aangestelde Antilliaanse woonbegeleiders kunnen door hun ervaring, deskundigheid en communicatie in de moedertaal ‘Papiamento’ de jongeren vinden, bereiken en individueel begeleiden naar zelfstandigheid. De huidige wachtlijst van 8 jongeren en de resultaten zoals eerder benoemd geven aan dat het project kansen, mogelijkheden en perspectieven kan bieden aan jongeren die in deze voor hen ‘nieuwe’ samenleving de weg moeten vinden.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
12
Bijlage 1
Aandachtspunten uit Jaarrapportage Mi Kas Nobo 2009
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
13
Resultaten Tot en met december 2009 zijn de volgende doelen bereikt: • er is in totaal met 25 jongeren een begeleidingstraject. Waarvan 11 jongens en 14 meisjes. • 7 jongeren zijn uitgestroomd, waarvan 5 succesvol. • De vijf jongeren die positief zijn uitgestroomd, zijn zelfstandig gaan wonen. Zij kregen een woning door Woonplus aangeboden. • Twee jongeren zijn tijdens het traject uitgevallen. Een jongere raakte gedetineerd. De woonbegeleider onderhoudt het contact, zij bezoekt deze jongere in de gevangenis. Mogelijk kan hij na zijn detentie terugkeren in het project. • De tweede jongere die uitviel, besloot zonder bericht het project te verlaten. Hij heeft lang begeleiding gekregen, de woonbegeleider heeft hem veel kansen geboden. Helaas is hij vertokken met een grote schuld bij het Maatschappelijk Centrum van het Leger de Heils. • Van de 25 jongeren hadden 23 een dagbesteding. • 20 jongeren volgden een opleiding, waarvan het grootste gedeelte op MBO niveau. • 2 jongeren hadden een baan in loondienst. • 2 jongeren hadden door omstandigheden geen dagbesteding. • 1 jongere volgde een werk‐leertraject bij de SoZaWe. Aanmeldingen verlopen via school, familie, SWA, BJZ en Steunpunt Onderwijs. De meeste cliënten melden zich zelf aan voor het project. Bevindingen Bevindingen over deze periode zijn: • Omklappen woning In samenwerking met Woonplus, proberen wij daar waar mogelijk is,de woning om te klappen op naam van de jongere. In december 2009 kreeg een jongere de woning op haar naam. In overleg met Woonplus is dit gerealiseerd. • De beschikbaarheid van woningen Er zijn 3 nieuwe woningen door Woonplus aangeleverd. Het totaal aantal komt nu op 10 woningen. Twee woningen in hetzelfde gebouwencomplex worden in 2010 gerenoveerd. In overleg met Woonplus zijn daarvoor in de plaats geschikte woningen gekomen. De derde woning is in de plaats gekomen voor de woning die op naam is komen te staan. Doordat het aanleveren van woningen moeizaam gaat, moeten jongeren lang wachten op plaatsing. De jongeren op de wachtlijst worden met regelmaat gebeld door de woonbegeleiders, om vroegtijdige uitval te voorkomen.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
14
•
•
Er zijn verschillende redenen die meespelen bij het het aanleveren van woningen: - het huidige woningaanbod in Schiedam; - Woonplus bekijkt de wijk/buurt waarin woningen kunnen worden aangeboden aan de doelgroep; - de communicatie met Woonplus; - een woning moet geschikt zijn voor twee systemen/jongeren; - de huurprijs moet rendabel zijn. De communicatie met Woonplus is beter gaan verlopen. De gebeurtenis dat een toegezegde woning toegewezen werd aan een ander Schiedamse inwoner, berust op een vergissing. Helaas was dit niet duidelijk gecommuniceerd met het Maatschappelijk Centrum e.o. De laatste huurder van de betreffende woning was van Antilliaanse afkomst, deze huurder had problemen veroorzaakt. Na uitleg van Woonplus, begrepen wij dat het niet verstandig zou zijn om twee Antilliaanse jongeren in deze woning te plaatsen. Vervolgens heeft Woonplus hun vergissing beantwoord met het aanleveren van drie geschikte woningen. Schuldenproblematiek De schuldenproblematiek blijft een hele grote zorg bij de jongeren. In de Antilliaanse cultuur is dit een bekend probleem. Van huis uit hebben zij niet geleerd om op een juiste manier met geld om te gaan. Een groot deel van de jongeren is in armoede opgegroeid. De woonbegeleiders proberen bij de jongeren een mentaliteitsverandering te weeg te brengen. Zij moeten aanleren andere keuzen te gaan maken. Wanneer je niet je rekeningen betaald, dan heb je een heel groot probleem. ‘Eerst de basis, dan kan je heel misschien van je spaargeld een nieuwe jas kopen’. De woonbegeleiders maken samen met de jongeren de post open, een niet geheel onbekend verschijnsel is dat de woonbegeleiders ongeopende post aantreffen, waarin allerlei openstaande rekeningen te vinden zijn. Van de 25 jongeren hebben 16 jongeren een debetstand bij het Maatschappelijk Centrum van het Leger des Heils. De schulden lopen van € 100,‐ tot € 3.000,‐ Daarnaast hebben zij vaak bij andere instanties ook nog schulden. Bijvoorbeeld bij het IBG en verschillende telecom aanbieders. Met de woonbegeleiders en de zorgcoordinator zijn er gesprekken geweest om te bespreken welke mogelijkheden en kansen er liggen om de schuldenproblematiek aan te pakken. Er zal ook omtrent de betaling van de verblijfskosten duidelijke afspraken gemaakt gaan worden. Voortraject noodzakelijk Het contact met de jongeren voordat zij in het traject geplaatst kunnen worden is van essentieel belang. Hoe eerder een cliënt na zijn emigratie naar Nederland in aanmerking komt voor het project Mi Kas Nobo, hoe groter het succes zal zijn. De jongere meldt zich aan, daarna volgt er een intakegesprek met de zorgcoördinator en een woonbegeleider. Na de intake wordt er besloten of de jongere in het traject geplaatst kan worden. Deze werkwijze geeft een duidelijke scheiding in jongeren die open staan om geholpen te worden en jongeren die alleen een woonruimte willen hebben. Wanneer er nog geen woonruimte beschikbaar is, wordt de jongere gedurende de periode totdat er een woning beschikbaar is begeleidt door de woonbegeleider.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
15
Wekelijks zijn er contactmomenten met de jongere. Van de jongere wordt verwacht dat zij initiatief nemen en zich aan de gemaakte afspraken houden. Wanneer mogelijk maakt de woonbegeleider in overleg met de jongere contact met de ouder(s )van de jongere. Vaak wonen de ouders op de Nederlandse Antillen en weten onvoldoende hoe het met hun kind in Nederland gaat. Deze manier van werken zorgt ervoor dat uitval van jongeren verminderd wordt. De jongere bouwt in deze periode een vertrouwensband op met de woonbegeleider, die ten goede komt wanneer de jongere in het traject geplaatst kan worden. Op dit moment is er een wachtlijst van 6 cliënten. • Samenwerking met psycholoog Er is een goede samenwerking ontstaan met een psycholoog, werkzaam bij SWA ( Stichting Welzijn Antillianen). Deze psycholoog is van Antilliaanse afkomst en spreekt in Papiamento met de jongeren. De drempel is daardoor lager geworden. De taak van de woonbegeleider is de jongere te stimuleren naar de psycholoog te gaan. Zij gaan mee naar het eerste gesprek, daarna houden de psycholoog en de woonbegeleider nauw contact over het verloop van de gesprekken. Veel jongeren hebben in het verleden veel moeilijke situaties meegemaakt, maar ook nu spelen er vaak relationele problemen bij de jongeren • Werkbezoek wethouder Begin van het jaar, d.d., 30 maart 2009 is wethouder C. Daskalakis van Schiedam en 8 raadsleden op werkbezoek geweest bij het project. Het werkbezoek was goed voorbereid door de woonbegeleiders. Een tweetal woningen, waar de jongeren bij aanwezig waren, werden bezocht. De jongeren vertelden over hoe zij naar Nederland zijn gekomen en hoe zij de begeleiding van het project ervaren. Welke momenten zij moeilijk vinden in de Nederlandse samenleving en waar zij in de toekomst willen zijn. De raadsleden en de wethouders waren enthousiast over het werkbezoek. Uiteraard kwamen er na het werkbezoek ook een aantal kritische vragen. • Inzet van groepsactiviteiten De woonbegeleiders hebben trainingsronde georganiseerd voor de jongeren van MKN en EKPM ( een zelfde project van het Maatschappelijk Centrum e.o., maar dan in Rotterdam). De trainingen vonden plaats aan het begin van de avond. De meeste jongeren volgen een opleiding of werken. De bijeenkomsten werden goed bezocht. Er waren 15 tot 17 deelnemers. De jongeren waren enthousiast en leergierig. Na de evaluatie bleek dat er onder de jongere interesse is voor vervolgtrainingen. Een aantal jongeren moesten extra gemotiveerd worden om te komen. Belangrijk was dat er ook een eenvoudige maaltijd geserveerd werd. De jongeren komen aan het eind van een school‐ of werkdag naar de training en lustten dan graag wat eten voordat zij weer intensief en actief aan de slag moeten. Een aantal jongeren gaven aan dat zij het jammer vonden dat de training afgerond was. De de trainingsronde zal een vervolg gaan krijgen. Het streven is om deze in het voorjaar 2010 te laten plaatsvinden.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
16
Er waren 5 bijeenkomsten met de volgende onderwerpen: 1. GGD en seksualiteit; 2. Koken en een gezonde goedkope maaltijd door oud collega; 3. Budgetteren door AMW Schiedam; 4. Integratie door Dolores Jenkins; 5. Kritiek/feedback en onderhandelen door Dolores Jenkins. Aandachtpunten en doelen voor 2010 • Het herhalen van de trainingronde, eventueel met nieuwe onderwerpen. Dit is o.a afhankelijk van de nieuwe/oude cliënten. Zij mogen ook zelf onderwerpen inbrengen die zij interessant vinden. • Uitvoering van plan van aanpak debetstanden. • Ontspannende gezamenlijke activiteiten met de jongeren organiseren, met als doel hun sociale netwerk te vergroten. • Contact maken met Woonplus over samenwerking en het aanleveren van woningen voor de jongeren. • Kritisch kijken en omgaan met de doorstroom van cliënten naar reguliere woningen, cliënten mogen niet te lang in het project blijven. • Hygiëneplan voor woningen maken. • Psycholoog uitnodigen voor kennismaking met de jongeren, mogelijk een korte voorlichtingsavond, met als doel de drempel naar de psycholoog lager te maken. • Iedere jongere heeft een dagbesteding.
Evaluatie Mi Kas Nobo 2004-2008 MCR e o 2009 met bijlage jaar 2009
17