naoorlogse bouw in overijssel
NOBO
1
NOBO Programma na-oorlogse bouw in Overijssel
Inleiding De provincie Overijssel heeft in 2004 een budget ad € 50.000,-- (exclusief BTW) beschikbaar gesteld aan Het Oversticht voor het ontwikkelen en uitvoeren van een programma over het na-oorlogs bouwen in Overijssel (programma NOBO). Voor dit programma is in 2004 een globale opzet gemaakt. De doelen van dit programma zijn als volgt gedefinieerd: · in kaart brengen van specifieke kenmerken en waarden van wederopbouwwijken in Overijssel. · publiceren over de waarden van wederopbouwwijken in Overijssel. · onder de aandacht brengen van deze waarden bij gemeenten, woningcorporaties en anderen. · publiceren over succesvolle voorbeelden van behoud en ontwikkeling in Overijssel. · realiseren van NOBO-projecten waarin specifieke waarden worden behouden of ontwikkeld. Uitvoering geven aan het programma Op basis van de globale opzet heeft Het Oversticht een eerste uitwerking voor een programma gemaakt. Dit programma NOBO deel 1 is uitvoeringsgericht en concreet toepasbaar. Het geeft een eerste aanzet tot het onder de aandacht brengen van het erfgoed in Overijssel uit de periode 1945 tot ca 1965, specifiek de wijken van de wederopbouw. De provincie Overijssel heeft voor de jaren 2006 en 2007 budgetten beschikbaar van respectievelijk € 250.000,-- en € 375.0000,-- voor de thema’s wederopbouw-erfgoed en religieus erfgoed (kerken van de wederopbouw). Het programma NOBO zal in overleg met de provincie begin 2006 verder uitgebreid worden met een programma deel 2. Daarmee ontstaat een samenhangend totaalprogramma NOBO met een doorloop tot en met 2007, waarin aandacht zal zijn voor andere aspecten van na-oorlogs bouwen in Overijssel.
Programma NOBO deel 1 Het programma NOBO deel 1 kent vier onderdelen: 1. Quick scan De Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RdMz) voert een zogenoemde quick scan uit naar de wederopbouwwijken in Nederland. Het Oversticht heeft een bijdrage geleverd aan de quick scan voor Overijssel. Het Oversticht heeft op basis van zijn deskundigheid informatie en een uitgebreide set foto’s over waardevolle wijken en complexen ter beschikking gesteld aan dit onderzoek. Zo ontstaat een globaal overzicht van de wederopbouwwijken in Overijssel en inzicht in welke gemeenten erfgoed uit de wederopbouwperiode hebben. Wijken, maar ook complexen en objecten kunnen aan de hand van de quick scan verder worden uitgediept. De quick scan vormt daarmee een basis voor de diverse te ontwikkelen activiteiten van het programma NOBO. De resultaten van de quick scan komen in de loop van 2006 beschikbaar. 2. Wederopbouwwijk als voorbeeld Om aan de doelen van NOBO concreet en praktisch invulling te geven zet Het Oversticht een uitvoeringsgericht voorbeeldproject op. Het voorbeeldproject moet: · aandacht genereren voor de cultuurhistorische kwaliteiten van na-oorlogse wijken bij gemeenten, woningcorporaties en bewoners. · aantonen dat deze kwaliteiten te benutten zijn bij de invulling van herstructureringsopgaven van dergelijke wijken en daarmee een tegenwicht bieden aan de gangbare opvatting dat slopen de meest geschikte oplossing is. Klein Driene Oost De wijk Klein Driene Oost te Hengelo lijkt zeer geschikt om als voorbeeldproject te dienen, als een pilot-wijk voor andere wederopbouwwijken, waar reconstructieopgaven liggen. Uit eerdere inventarisatie blijkt dat deze wijk over voldoende kenmerkende kwaliteiten van na-oorlogs bouwen beschikt en er lijken goede mogelijkheden voor een eigentijdse verdere ontwikkeling aanwezig te zijn. Zowel de gemeente als de twee betrokken woningcorporaties zijn voorne2
mens om tot een vorm van renovatie van de wijk te komen. De planvorming bevindt zich in een oriënterende fase. Er is geen sprake van sociale problematiek in de wijk, die een herstructuringsproces kan compliceren. Het voorbeeldproject Klein Driene Oost omvat een ontwikkelingsgerichte inventarisatie, met als centrale vragen waar en hoe kan een nieuwe ontwikkeling vorm krijgen met gebruikmaking van de aanwezige kwaliteiten en waar zijn kwaliteiten te versterken. Deze inventarisatie slaat een brug naar de te ontwikkelen herstructuringsplannen. Er zal sprake zijn van een wisselwerking: Het Oversticht geeft aan welke ontwikkelingen binnen de geïnventariseerde kwaliteiten mogelijk zijn, terwijl de gemeente en de woningcorporaties hun ontwikkelingsrichtingen aandragen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een door de gemeente op te stellen herstructuringsplan, dat gestoeld is op de cultuurhistorische kwaliteiten van deze wijk. Het Oversticht stelt daarnaast op verzoek van de gemeente Hengelo redengevende omschrijvingen op van de cultuurhistorische kwaliteiten van dertien andere wijken/buurten in de gemeente. Hieronder bevinden zich enkele andere na-oorlogse wijken. Deze inventarisatie zal de cultuurhistorische waarde van Kleine Driene Oost in een bredere context plaatsen. De op ontwikkelingskansen gerichte aanpak van Kleine Driene Oost zal voor deze wijken in de toekomst bruikbaar zijn. Daarmee kan de gemeente Hengelo zich als ‘NOBOstad’ profileren. De gemeente financiert deze opdracht. De ontwikkelingsgerichte inventarisatie voor Klein Driene Oost krijgt haar weerslag in een rapport. In overleg met de gemeente en de woningcorporaties verzorgt Het Oversticht een presentatie van het rapport voor onder andere de gemeente (bestuurlijk en ambtelijk), de woningcorporaties en vertegenwoordigers van de bewoners van de wijk. Aanpak Een werkgroep met vertegenwoordigers van de gemeente, de woningcorporaties en Het Oversticht zorgt voor de noodzakelijke afstemming tussen de inventarisatie en de visievorming over de reconstructievoornemens. De werkgroep komt viermaal bijeen (startbijeenkomst, bespreking twee concepten en eindrapport). De heer dr. J.B.H. de Haan van Het Oversticht verricht de inventarisatie-
werkzaamheden. Voor een inhoudelijke feedback overlegt hij met een begeleidingsgroep, bestaande uit deskundigen van Het Oversticht, alsmede de projectleiding van het programma NOBO (zie verder onder rolverdeling en organisatie). Kosten De kosten voor de ontwikkelingsgerichte inventarisatie voor Klein Driene bedragen € 9.000,-- (exclusief BTW) en exclusief de kosten van de projectleiding van het programma NOBO). Voorstel is deze kosten voor 50% ten laste van het budget, dat Het Oversticht van de provincie ontvangen heeft voor het programma NOBO, te laten komen. De overige 50% betaalt de gemeente Hengelo, tezamen met de twee woningcorporaties. De gemeente Hengelo levert daarnaast relevante documentatie over de wijk Klein Driene Oost, deelnemers aan de werkgroep (vier maal vier uur, inclusief voorbereiding en nazorg, met een eventueel bezoek aan de wijk) en een vast aanspreekpunt voor tussentijdse raadpleging. De woningcorporaties leveren deelnemers aan de werkgroep en, voorzover voor handen, documentatie over de wijk. Planning Voorbereidingsfase Januari
Uitvoeringsfase Eind februari Medio april Presentatiefase Medio mei
Startbijeenkomst werkgroep, inlezen, archief- en bureauonderzoek, locatiebezoek, begin inventarisatiewerkzaamheden Tweede bijeenkomst werkgroep: bespreking eerste concept Derde bijeenkomst werkgroep: bespreking tweede concept Eindrapport gereed, laatste bijeenkomst werkgroep, voorbereiding en uitvoering presentatie
3
3. Analyse en kennisuitwisseling voorbeeldproject Het Oversticht stelt voor in het programma NOBO deel 2 een ‘Wegwijzer wederopbouwwijken’ samen te stellen: een set van handreikingen aan gemeenten en corporaties in Overijssel (maar ook landelijk bruikbaar) die te maken krijgen met na-oorlogse wijken. Uit contacten met het Projectbureau Belvedere blijkt dat een dergelijk wegwijzer voor gemeenten en woningcorporaties in Nederland niet voorhanden is, terwijl het projectbureau heeft kunnen constateren dat hieraan wel een grote behoefte is. De door Het Oversticht op te stellen wegwijzer zal een hulpmiddel zijn bij onder andere het concretiseren van de zogenaamde cultuurimpuls van het Stedelijke Vernieuwingsbeleid (ISV) 2005-2009. De wegwijzer bevat een hoofdstuk met voorbeelden. Waar in Nederland hebben al eerder reconstructieopgaven plaatsgevonden en wat zijn de resultaten? Waarom ging het goed of juist helemaal niet? Kortom een handzaam overzicht van best practices and lessons learned. De resultaten van de ontwikkelingsgerichte inventarisatie van Kleine Driene Oost en de reacties van partijen (onder andere gemeente, woningcorporaties en bevolking) zullen ook in de wegwijzer als Overijssels voorbeeld een plek krijgen. Daartoe maakt Het Oversticht in het programma NOBO deel 1 een analyse van het proces van het voorbeeldproject en een vertaling naar tips en adviezen, zodanig dat deze overgedragen kunnen worden aan andere gemeenten en woningcorporaties. Kennisuitwisseling vindt verder plaats op een afsluitende bijeenkomst van het programma NOBO, eveneens een activiteiten van het programma NOBO deel 2 (zie hierna). 4. Ontwikkeling programma NOBO deel 2 Het Oversticht ontwikkelt vanaf januari 2006 een aanvulling op het programma NOBO deel 1 binnen het al beschikbaar gestelde budget van € 50.000,--. Het Oversticht zal in samenwerking met relevante partners het programma NOBO deel 2 uitvoeren. De uitvoeringskosten van deel 2 komen ten laste van het beschikbare provinciale budget van respectievelijk € 250.000,-- en € 375.0000,-- voor de thema’s wederopbouw-erfgoed en religieus erfgoed (kerken van de wederopbouw).
Het programma NOBO deel 2 zal een groot aantal activiteiten omvatten, waaronder: Het opstellen van een ‘Wegwijzer wederopbouwwijken’ (hiervoor kort omschreven) Een afsluitende bijeenkomst over wederopbouwwijken Het onderzoek in Klein Driene Oost en de resultaten daarvan zullen centraal staan binnen de afsluitende bijeenkomst (bijvoorbeeld in Hengelo). Tijdens deze bijeenkomst wordt ook de ‘Wegwijzer wederopbouw’ breed onder de aandacht gebracht. Gemeenten, woningcorporaties, bewoners, architecten en projectontwikkelaars worden uitgenodigd. Naast Klein Driene zullen ook andere reconstructieopgaven in Nederland als voorbeelden neergezet worden. De wegwijzer zal aan een bestuurder (minister, gedeputeerde, burgemeester, wethouder) met wederopbouw in zijn portefeuille worden aangeboden. Kerken van de wederopbouw Elk dorp en elke wijk kreeg vanwege de geïnstitutionaliseerde verzuiling drie of meer kerken. Zij waren vaak de stedenbouwkundige accenten en de architectonische markante objecten van het dorp of de wijk. Als gevolg van de fusie van drie kerken, te weten de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ligt het in de lijn der verwachtingen dat vele kerkgebouwen met name uit de na-oorlogse periode hun functie zullen verliezen. Daarnaast draagt de algemene terugloop van kerkbezoek en de daaruit voortvloeiende samenvoeging van onder andere de parochies van de rooms katholieke kerk eveneens bij aan de leegstand van kerken. Een overzicht van dit erfgoed en het ontwikkelen van hergebruiksmogelijkheden zijn activiteiten die in het programma NOBO deel 2 uitgewerkt worden. De ervaringen met het programma industrieel erfgoed (PRIEO) staan hiervoor model. Na-oorlogse kunsttoepassingen in of aan gebouwen Het gaat om monumentale kunst die aan met name openbare gebouwen (zoals scholen en overheidsgebouwen) is toegepast, een vorm van kunst4
productie die na de oorlog een grote vlucht nam door de percentageregelingen. Daarmee vormt deze kunst een kenmerkend aspect van het na-oorlogs bouwen. Helaas is er tegenwoordig weinig tot geen kennis van en waardering voor dit erfgoed. Daarmee dreigt dit erfgoed ongemerkt te verdwijnen. De organisatie van de kunstproductie, de selectie van kunstenaars en dergelijke zijn redelijk gedocumenteerd, omdat er sprake was van een centraal gestuurde (rijk, provincie) organisatie. Het programma NOBO deel 2 voorziet in het samenstellen van een overzicht van dit erfgoed met daarbij activiteiten voor behoud en vergroten van het draagvlak, gericht op de eigenaren en gebruikers van gebouwen met toegepaste kunst. Rolverdeling en organisatie Provincie Overijssel, Eenheid Zorg en Cultuur, is opdrachtgever voor NOBO, alleen voor het voorbeeldproject Klein Driene is gemeente Hengelo opdrachtgever. Contactpersoon vanuit de provincie is mevrouw G.J.M. van Etten. De uitvoering en projectleiding van de het programma NOBO ligt bij Het Oversticht, te weten mevrouw mr. H.A.J. Meelissen, met assistentie van de heer ing. N.S.A. Tienstra. Deze rolverdeling zal ook zo naar de andere betrokken partijen worden uitgedragen. Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden van het programma NOBO zal Het Oversticht terugkoppeling hebben met de provincie over de voortgang en de (tussentijdse) resultaten. Voor het NOBO-voorbeeldproject Klein Driene zal Het Oversticht de contacten met gemeente Hengelo en de woningcorporaties onderhouden. Het Oversticht Mw. mr. H.A.J. Meelissen Dhr. ing. N.S.A. Tienstra Zwolle, december 2005
Onderdeel
Uren
Kosten
A. Ontwikkeling Programma NOBO deel 1 Overleg intern
34
2.956,00
Uitwerken programma
75
6.570,00
Terugkoppeling Provincie
8
680,00
In kaart brengen problematiek kerken/wederopbouwerfgoed
60
4.860,00
Relevante partners betrekken
48
4.080,00
Overleg intern/extern
67
5.794,00
Uitwerken programma NOBO 2
56
4.520,00
Algemeen (overleg, terugkoppeling, projectleiding)
132
11.640,00
1. Quickscan
20
1.640,00
2. Wederopbouwwijk als voorbeeld
80
4.500,00 *)
3. Analyse en kennisuitwisseling voorbeeldproject
36
2.760,00
Totaal
616
€ 50.000,00
Programma NOBO deel 2
B. Uitvoering NOBO deel 1
*) 50% van de kosten, inclusief € 1.000,-- drukkosten. Een kostenoverzicht van de uitvoering van het programma NOBO deel 2 maakt Het Oversticht als onderdeel van de ontwikkeling van dit programmadeel.
5