Zwerfjongeren in Overijssel Stand van zaken
Colofon Uitgave:
Variya Wierdensestraat 39c 7607 GE Almelo Telefoon: Fax: E-mail: Internet:
0546 - 542020 0546 - 542030
[email protected] www.variya.nl
Trefwoorden:
onderzoek, jongeren, Overijssel
Samenstelling:
Annette Eggen
Datum:
september 2009
© Variya Gehele of gedeeltelijke overname of reproductie van de inhoud van deze uitgave op welke wijze dan ook, is slechts toegestaan op voorwaarde van bronvermelding.
Zwerfjongeren in Overijssel Stand van zaken
Inhoudsopgave
blz
Vooraf
2
Inleiding
3
H1.
Informatie per gemeente 1. Gemeente Enschede 2. Gemeente Hengelo 3. Gemeente Almelo 4. Gemeente Deventer 5. Gemeente Zwolle
5 5 11 17 22 25
H2.
Algemene conclusies en aanbevelingen
30
H3.
Landelijke initiatieven voor zwerfjongeren
31
Geraadpleegde literatuur
39
Overzicht van geïnterviewden
40
Vooraf De Algemene Rekenkamer heeft begin 2008 een landelijke rapportage gepubliceerd waarin de situatie van zwerfjongeren in Nederland beschreven wordt. Op basis van een globaal beeld van de situatie in Overijsselse steden heeft Gedeputeerde Staten aan de steden €500.000,- beschikbaar gesteld voor projecten zoals nieuwe woonvormen voor zwerfjongeren (Almelo) en een casusonderzoek (Zwolle). Voor de Statencommissie is dit alles aanleiding om meer inzicht te willen krijgen in de Overijsselse situatie, vooruitlopend op de volgende rapportage van de Algemene Rekenkamer (2010). Aan Variya is gevraagd om de situatie van zwerfjongeren in Overijssel in kaart te brengen. In dit rapport zal de beschikbare informatie over zwerfjongeren beschreven worden in de steden Enschede, Zwolle, Deventer, Almelo en Hengelo. Deze informatie spitst zich toe op aantallen zwerfjongeren, leeftijd, geslacht, etniciteit, oorzaken van thuisloos zijn en de onderwijsachtergronden van deze jongeren. Daarnaast is aan Variya gevraagd om de verschillende projecten te monitoren: Hoe heeft de incentive van Gedeputeerde Staten uitgewerkt en welke activiteiten worden uitgevoerd met de extra middelen? Per gemeente wordt aan de hand van twee interviewmomenten een beeld geschetst van de stand van zaken met betrekking tot zwerfjongeren en is inzicht verkregen in wat er nog meer nodig is voor deze groep jongeren. Tenslotte wordt er in deze rapportage een overzicht gegeven van initiatieven elders in het land en van lopend onderzoek waarvan de resultaten mogelijk interessant kunnen zijn voor Overijssel.
2
Inleiding In Nederland leven naar schatting zo’n 6000 zwerfjongeren. Over het begrip ‘zwerfjongeren’ bestaat nogal wat onduidelijkheid. Er worden namelijk verschillende definities gehanteerd. De Algemene Rekenkamer hanteert de definitie zoals die in 2004 door partijen in het veld en het Ministerie van VWS is vastgesteld: “Zwerfjongeren zijn jongeren tot 25 jaar met meervoudige problemen, die dakloos zijn of in de opvang verblijven”(Opvang zwerfjongeren 2008, p.21). De in de definitie genoemde meervoudige problematiek heeft betrekking op verschillende leefgebieden van de jongeren. Hierbij gaat het veelal om een jeugdhulpverleningverleden, een licht verstandelijke handicap, psychische problemen en verslavingsproblematiek. Daarnaast beschikt deze groep vaak niet over een afgeronde opleiding en is zo’n 40 % bekend bij politie en justitie. De jongeren belanden door verschillende oorzaken in hun zwerfbestaan, zoals het niet om kunnen gaan met geld of de prestatiedruk vanuit de maatschappij. Ze kunnen niet voldoen aan de verwachtingen van zelfstandigheid die bij de huidige maatschappij horen. Vooral de situatie van zwerfjongeren onder de 1 achttien jaar is onderbelicht. Het casusonderzoek Zwerfjongeren (z)onder dak toont aan dat het aanbod van Jeugdzorg niet altijd goed aansluit bij de hulpvragen van zwerfjongeren. Zo wensen zwerfjongeren wanneer zij ouder worden meer praktische begeleiding en een persoonsgerichte aanpak terwijl de gezinsvoogd zich vooral richt op de leefbaarheid en opvoeding binnen het gezin (in de beleving van zwerfjongeren). Daarnaast weten zwerfjongeren niet altijd waar ze verdere hulpverlening kunnen vinden als de verplichte hulpverlening stopt wanneer zij achttien worden. In het casusonderzoek Zwerfjongeren (z)onder dak wordt dit als volgt beschreven: “De stop van de hulp als de jongere achttien wordt, vergroot de kans dat de jongeren door deze problematiek dak- of thuisloos raken. In een aantal casussen stopte de Jeugdzorg op het moment dat de jongere achttien werd terwijl de jongere in die fase, of in de fase die daar direct op volgt, hulpbehoevend was.” Er is sprake van een breuklijn tussen Jeugdzorg en maatschappelijke zorg. Volgens het rapport Opvang Zwerfjongeren 2008 van de Algemene Rekenkamer wordt de ontbrekende samenhang in de aanpak veroorzaakt door de overgang van verantwoordelijkheden van provinciale hulpverlening naar gemeentelijke hulpverlening wanneer de jongere achttien jaar wordt. Volgens de Algemene Rekenkamer hebben vrijwel alle 43 centrumgemeenten in Nederland aandacht voor zwerfjongeren van 18 – 25 jaar. Een deel van de centrumgemeenten verzamelt systematisch informatie over het aantal zwerfjongeren en hun behoeften aan zorg en ondersteuning in een zogenaamde probleemanalyse. Opvallend is dat slechts een beperkt aantal centrumgemeenten zwerfjongeren onder de achttien jaar in hun probleemanalyse betrekt. Dit gebrek aan aandacht voor minderjarige zwerfjongeren zorgt ervoor dat juist deze kwetsbare groep tussen wal en schip valt. De minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van VWS delen in hun reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer duidelijk de zorg over de weerbarstige realiteit van het komen tot doorlopende zorg voor jongeren. Het ontbreken van deze doorlopende zorg is een bekend – maar desondanks niet minder hardnekkig – probleem bij de opvang van zwerfjongeren. Centrumgemeenten worden door ‘Den Haag’ uitdrukkelijk gewezen op het opnemen van zwerfjongeren onder de achttien in hun probleemanalyse en ook het punt van samenwerking en afstemming tussen gemeenten en provincies heeft hun aandacht.
1
Fransen, N., Van Den Handel, C & Wolswinkel, L. (2009) Zwerfjongeren (z)onder dak; Casusonderzoek naar de overstap van Jeugdzorg naar Maatschappelijke Opvang. Amsterdam: DSP Groep.
3
In deze rapportage wordt de situatie van zwerfjongeren in Overijssel beschreven aan de hand van drie deelvragen: 1 Welke kenmerken hebben zwerfjongeren in Overijssel: verzamel kwantitatieve gegevens over deze groep jongeren zoals geslacht, leeftijd, opleiding en etniciteit; 2 Welke activiteiten voeren de steden met de extra middelen van de provincie uit? 3 Wat is er meer nodig om deze jongeren te ondersteunen, m.a.w. waar zitten nog knelpunten en hoe kunnen deze worden opgelost? In hoofdstuk 1 van deze rapportage wordt per gemeente zo volledig mogelijk antwoordt gegeven op bovenstaande drie vragen. In hoofdstuk 2 worden vervolgens conclusies en aanbevelingen beschreven en tenslotte wordt in hoofdstuk drie een beknopt overzicht gegeven van initiatieven die wellicht voor Overijssel interessant kunnen zijn.
4
H1 Informatie per gemeente 1 Gemeente Enschede 1.1
Kwantitatief overzicht Enschede
Volgens de Algemene Rekenkamer waren er in 2003 ongeveer 100 zwerfjongeren in Enschede. In 2004 zakte dit aantal tot 82, om in 2007 weer gestegen te zijn naar 136. De Monitor Verslaafden en Daklozen Enschede 2008 houdt het aantal individuen (dat bekend is bij één of meerdere welzijnsinstellingen voor verslaafden en daklozen) in Enschede in 2007 op 1524. Dit aantal is verder niet uitgesplitst naar leeftijd, en heeft dus ook betrekking op volwassenen: volgens deze Monitor ligt de gemiddelde leeftijd van deze individuen in Enschede tussen 33 en 45 jaar. Daarnaast is 75% van hen man. Het aantal dak- en thuislozen in 2007 wordt volgens de Monitor geschat op 212. Dit is het laagste cijfer sinds de Monitor van start ging. Tabel 1 toont de schattingen van Jarabee met betrekking tot het aantal thuisloze jongeren in Enschede in de periode 2002-2007. Uit deze gegevens blijkt dat het aantal thuisloze jongeren toenam tot in 2005. Na 2005 neemt het aantal dak- en thuisloze jongeren weer af en in 2007 ligt het aantal weer op het niveau van 2004. Dit betreft echter wel alleen die dak- en thuisloze jongeren die door het T-team geholpen worden. Tabel 2 toont het verloop van aanmeldingen bij het T-team in Enschede in 2007 en 2008 zoals door Jarabee vermeld wordt in de jaarverslagen over 2007 en 2008. Tabel 3 toont het aantal zwerfjongeren dat zich in 2007 en 2008 aangemeld heeft (of aangemeld werd) bij de intensieve begeleiding door het T-team in Enschede. Tabel 1. Aantallen thuisloze jongeren in Enschede volgens Jarabee 2002 2003 2004 2005 2006 2007 17 – 19 jaar 23 30 37 32 29 11 20 – 22 jaar 35 37 40 49 33 58 23 – 25 jaar 8 8 12 21 20 22 Onbekend 3 7 0 4 0 0 Totaal 69 82 89 106 82 91
Tabel 2. Aanmeldingen van zwerfjongeren bij het T-team Enschede Intensief Over van 2006 Instroom Uitstroom begeleid 10 68 78 62 2007 Intensief Over van 2007 Instroom Uitstroom begeleid 16 70 86 67 2008
Over naar 2008 16 Over naar 2009 19
Tabel 3. Aanmeldingen voor intensieve begeleiding (Jarabee Enschede) 2007 2008 Aanmelding meisjes 27 36 Aanmelding jongens 51 50 Totaal 78 86
5
De gemiddelde leeftijd bij aanmelding is gedaald. In 2007 was de gemiddelde leeftijd van jongens bij aanmelding 21,2 jaar. In 2008 is dit gedaald naar 20,6 jaar. De gemiddelde leeftijd van meisjes bleef bijna gelijk: in 2007 was dit 20,4 jaar en in 2008 was dit 20,2 jaar. De wachttijd voor het T-team Enschede en de duur van behandeling zijn gedaald. In 2007 moesten zwerfjongeren 73 dagen wachten op hulp, in 2008 was deze wachttijd teruggebracht tot 39 dagen. De duur van begeleiding is gedaald van 95 dagen in 2007 naar 91 dagen in 2008. In 2008 heeft Jarabee ook een overzicht gemaakt van de leeftijd van (zwerf)jongeren bij aanmelding bij het T-team Enschede (zie tabel 4). Opvallend is wel dat in tabel 4 de leeftijd 16 jaar niet is opgenomen. Tabel 4. Leeftijd van zwerfjongeren bij aanmelding in 2008 (Jarabee Enschede) Leeftijd Man Vrouw 15 1 – 17 1 – 18 13 10 19 9 6 20 6 9 21 6 8 22 9 3 23 4 – 24 1 – 25 – – Totaal 50 36 Het grote verschil tussen het aantal aanmeldingen door 17-jarigen en 18-jarigen is zeer opvallend. Misschien is dit te verklaren door het aflopen van de verplichte hulpverlening wanneer de zwerfjongere 18 jaar wordt. Zowel in 2007 als in 2008 zijn de meeste zwerfjongeren autochtoon en komen de meeste zwerfjongeren uit de regio (zie tabel 5 en tabel 6). Tabel 5. Plaats van herkomst van zwerfjongeren in Enschede (Jarabee) 2007 In Totaal uit deze In Enschede Enschede plaats 2 24 4 Almelo – – 2 Amsterdam 1 1 1 Borculo – – 1 Borger – – 1 Dordrecht 66 69 53 Enschede – – 1 Haaksbergen 2 22 3 Hengelo 1 1 – Lunteren – – 4 Oldenzaal – – 1 Oosterhout – – 1 Ootmarsum 2 2 – Overdinkel – – 1 Rijssen 1 1 1 Terneuzen 1 1 – Vroomshoop
2008 Totaal uit deze plaats 35 2 1 1 1 54 2 33 – 5 1 1 – 2 1 –
6
Wapenveld Warnsveld Wezep Winterswijk Zoetermeer Buitenland Totaal
– – 1 – 1 Onbekend 78
– – 1 – 1 Onbekend 128
1 1 – 1 – 7 86
1 1 – 1 – 7 156
De kolom ‘in Enschede’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren uit de betreffende stad of dorp in Enschede als zwerfjongere bekend zijn. De kolom ‘totaal uit deze plaats’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er zijn in Twente die uit dit dorp of deze stad komen. De rij ‘totaal’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar in Enschede waren en hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar volgens Jarabee in Twente waren.
Tabel 6 toont voor de jaren 2007 en 2008 uit welke landen de zwerfjongeren in Enschede komen. Ook deze tabel toont dat de meeste zwerfjongeren autochtoon zijn. In 2007 waren er in totaal 78 zwerfjongeren bekend bij Jarabee Enschede en van deze 78 kwamen er 59 uit Nederland. In 2008 waren er in totaal 86 zwerfjongeren bekend bij Jarabee en van deze 86 kwamen er 68 uit Nederland.
Tabel 6. Land van herkomst zwerfjongeren in Enschede (Jarabee) 2007 2008 Nederland 59 68 Afghanistan – 1 België 1 – Brazilië – 1 Burundi – 2 Colombia – 1 Congo 1 1 Dominicaanse – 1 Republiek Guinee – 1 Iran 1 1 Italië 1 1 Marokko 3 1 Nederlandse Antillen 2 1 Polen – 1 Somalië 1 – Suriname 3 1 Syrië 1 2 Turkije 5 2 Totaal 78 86 Wat betreft de duur van de thuisloosheid voordat de jongere zich aanmeldt bij het T-team zijn er over 2007 geen gegevens bekend over het aantal jongeren dat zich binnen drie maanden bij het T-team meldt of wordt aangemeld. De gegevens over 2007 en 2008 laten niet zien dat zwerfjongeren in Enschede sneller bij het T-team aankloppen (zie tabel 7).
7
Tabel 7. Duur van thuisloosheid voor aanmelding bij begeleiding T-team Enschede 2007 2008 Onbekend 16 0-3 maanden 48 25 3-6 maanden 10 8 6-9 maanden 4 5 9-12 maanden 14 16 Langer dan 12 maanden Totaal 76 70 Jarabee heeft in de jaarverslagen 2007 en 2008 een overzicht gemaakt van de schulden van zwerfjongeren ten tijde van aanmelding bij het T-team voor begeleiding (zie tabel 8). Tabel 8. Omvang van schulden bij aanvang van begeleiding door het T-team Enschede 2007 2008 Schulden Meisjes Jongens Meisjes Jongens € 0 – € 500 Onbekend Onbekend 10 4 € 500 – € 2500 7 10 5 11 € 2500 – € 5000 10 11 6 9 € 5000 – € 10.000 8 12 2 10 € 10.000 – € 100.000 1 10 2 6 € 100.000 en meer Onbekend Onbekend – 1 Totaal 26 43 25 41 In 2008 zijn – in tegenstelling tot 2007 – ook de schulden onder € 500 en van € 100.000 of meer genoteerd. Het onderwijsniveau – voor zover bekend – van zwerfjongeren varieert van basisschool tot HBO. In 2007 is er een piek te zien van jongeren vanuit het speciaal onderwijs die dak- of thuisloos worden. In 2008 ligt deze piek bij zowel speciaal onderwijs als bij VMBO en MAVO/MBO (zie tabel 9). Tabel 9. Onderwijsniveau van thuisloze jongeren in Enschede (Jarabee) 2007 2008 Meisjes Jongens Meisjes 3 9 1 Basisschool Speciaal 10 13 10 Onderwijs 6 8 8 VMBO 1 7 4 MAVO/MBO 1 2 – Internaatschool – – 1 HAVO – – 1 HBO 6 10 – Overig Totaal 27 49 25
Jongens 2 12 13 9 3 1 – – 41
Naast het T-team van Jarabee geeft ook Humanitas Twentse Opvang Voorziening (TOV) onderdak aan jongeren van 17-25 jaar wanneer zij gedurende drie maanden geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. Tabel 10 geeft een overzicht van de aantallen dak- en thuisloze jongeren die door TOV geholpen worden.
8
Tabel 10. Aantal jongeren bekend bij Humanitas TOV, Enschede 2003 (vanaf 2004 2005 2006 2007 juni) < 18 jaar 1 3 6 10 4 16 41 49 45 45 18 – 21 jaar 5 13 10 18 17 22 – 25 jaar 0 0 1 2 1 26 – 27 jaar Totaal 22 57 66 75 67 Man 14 36 41 43 – 8 21 25 32 – Vrouw Totaal 22 57 66 75 67
1.2
Projectinformatie
De gemeente Enschede heeft van de provincie Overijssel een subsidie ontvangen van € 124.000,- om de zorg- en hulpverlening aan zwerfjongeren te verbeteren. Afgesproken is dat de gemeente in zal zetten op de volgende activiteiten: - Uitbreiding van de capaciteit en wegwerken van de wachtlijst van het Thuislozen Team (T-Team); - Continuering van de begeleiding van zwerfjongeren; - Opzetten van microkrediet/budget voor de aanpak van schulden van zwerfjongeren.
1.2.1
Uitbreiding van de capaciteit en wegwerken van de wachtlijst van het Thuislozen Team (T-Team)
Het T-team Enschede heeft momenteel een wachtlijst van zesentwintig jongeren. Nummer zesentwintig zal nog ongeveer zes maanden moeten wachten op hulp vanuit het T-teamtraject. Echter, de jongeren die op de wachtlijst staan worden niet aan hun lot overgelaten maar kunnen alvast gebruikmaken van verschillende faciliteiten. Zo is er wekelijks een inloop waar ze kennis kunnen maken en informatie kunnen krijgen van hulpverlenende instanties zoals de Stadsbank, Mediant, Tactus en DMO (Sociale dienst). Door regelmatig binnen te lopen tijdens de inloop kan er alvast wat hulp worden ingezet. Daarnaast kunnen de jongeren gebruikmaken van een postadres (drie maanden). Hiermee kan men bijv. een uitkering opstarten. Aandachtspunt hierbij is dat wanneer de hulp van het T-team wordt ingezet het postadres vervalt. Dat kan nog wel eens tot vervelende situaties leiden. Uiteindelijk wordt het meestal wel weer opgelost maar het is een bureaucratische maatregel waar eens goed naar gekeken moet worden door betrokkenen. Per 1 oktober 2008 werkt het T-team nauw samen met verschillende partners zoals onder andere het Jonge moeders-project, het PGB-team en Coach Enschede. Gekozen is voor een één-loket functie, het zogenaamde JongerenPunt. Door deze één-loket functie is de bekendheid van het T-team groter geworden, zowel onder jongeren als ook onder professionals. In de praktijk betekent dit dat men eerder doorverwijst naar het T-team, bijv. vanuit de Wijkzorgteams. Hierdoor is momenteel de wachtlijst langer dan voorheen (van ca. 15 jongeren naar 26 jongeren). Dit staat haaks op de uitbreiding van de capaciteit van het T-team om de wachtlijst weg te werken. Voor één jaar is vanuit het provinciale subsidiegeld €50.000,- beschikbaar gesteld om per week 20 uur extra capaciteit in te zetten. Door de samenwerking met andere instanties, onder andere de koppeling tussen Taktus, Mediant en Jarabee, is het probleem van zwerfjongeren in Enschede meer boven tafel gekomen. Er worden veel meer jongeren die in de problemen zitten bereikt waardoor het aantal jongeren dat op de wachtlijst staat van het T-team is toegenomen.
9
1.2.2
Continuering van de begeleiding van 100 zwerfjongeren
Dit doel hangt samen met het wegvallen van financiële mogelijkheden vanuit de AWBZ om jongeren met een indicatie op basis van een psychosociale grondslag te ondersteunen. Van de €124.000,- die de provincie beschikbaar heeft gesteld wordt €50.000,- ingezet om jongeren die geen indicatie meer krijgen toch te kunnen helpen. Twee medewerkers van Jarabee zijn vanaf april 2009 tot het einde van dit jaar vrijgemaakt om deze jongeren te helpen met lichte vragen zoals het leren omgaan met geld of het op orde krijgen van hun administratie. Tot nu toe zijn er 30 jongeren die deze hulp krijgen of hebben gekregen. 1.2.3
Opzetten van microkrediet/budget voor de aanpak van schulden van zwerfjongeren
Voor het opzetten van een microkrediet heeft Enschede €24.000,- uitgetrokken. De coördinatie van het microkrediet ligt bij Jarabee. De plannen worden op dit moment uitgewerkt en de gemeente en Jarabee zijn nog in gesprek over de uitvoering. Doel is om het geld in te zetten als steun in de rug van jongeren in de richting van arbeid en scholing. Gedacht wordt aan het (gedeeltelijk) financieren van een opleiding maar ook praktische zaken zoals een bijdrage aan de aanschaf van veiligheidsschoenen of kappersbenodigdheden behoren tot de mogelijkheden. Het T-team maar ook andere instellingen, kunnen een verzoek indienen. De criteria voor ondersteuning moeten nog worden vastgesteld. Hierbij zal rekening gehouden worden met het feit dat bij veel jongeren de basis (nog) niet goed is: huisvesting – financiën (schulden). Zolang dat niet goed geregeld is heeft het volgens de geïnterviewden weinig zin om aan een opleiding te beginnen of andere dingen op te pakken. Eerst moet de basis goed geregeld zijn, daarna zal gekeken worden of het microkrediet iets kan toevoegen. Verder wordt gedacht aan een investering van €2000,- in tien jongeren richting arbeid en/of scholing. De plannen hierover zijn nog niet uitgewerkt en ook hiervoor geld dat de gemeente en Jarabee momenteel met elkaar in gesprek zijn over de uitvoering. 1.2.4
Algemeen – stand van zaken Enschede
In Enschede is er het volgende aanbod voor zwerfjongeren: - T-team Jarabee - Twentse Opvang Voorziening (TOV) Humanitas - Kamers met Kansen Stichting Humanitas Onder Dak Twente - Bemoeizorg Jarabee – SMD – Taktus - Mediant en Taktus – Jeugdafdeling - Leger des Heils – laagdrempelige opvang De gemeente koopt in bij deze instellingen. Per 1 oktober 2008 is er in Enschede een goede samenwerking op gang gekomen tussen verschillende partners zoals Wijkzorgteams, Mediant, Stadsbank, Humanitas, Taktus, woningbouwcorporaties en instellingen die zich bezighouden met scholing en dagbesteding. Dit is gunstig voor zwerfjongeren. De éénloket-functie werkt goed en maakt de hulpverlening toegankelijker voor een grotere groep jongeren die in de problemen (dreigen te) zitten. De financiering is echter nog niet op deze nieuwe werkwijze aangepast. Er wordt nog teveel gewerkt vanuit verschillende projecten waardoor subsidiegelden uit elkaar worden gehaald terwijl er veel overlap is. Dit betekent dat er relatief veel overheadkosten worden gemaakt.
10
2. Gemeente Hengelo 2.1
Kwantitatieve gegevens Hengelo
De jaarverslagen van Jarabee over de jaren 2007 en 2008 laten een stijging zien van het aantal aanmeldingen van thuis- en dakloze jongeren voor het T-team (zie tabel 11). In 2007 meldden 25 jongeren zich aan voor intensieve begeleiding. In 2008 was dit aantal gestegen tot 31. Hierbij valt op dat het aantal meisjes dat intensieve begeleiding vraagt is verdubbeld over een periode van een jaar (zie tabel 12). Tabel 11. Aantal aanmeldingen bij T-team Hengelo in 2007 en 2008 Intensief Over van 2006 Instroom Uitstroom begeleid 2 23 25 18 2007 Intensief Over van 2007 Instroom Uitstroom begeleid 7 24 31 22 2008
Over naar 2008 7 Over naar 2009 9
Tabel 12. Aanmeldingen voor intensieve begeleiding (T-team Hengelo) 2007 2008 Aanmelding meisjes 9 18 Aanmelding jongens 16 13 Totaal 25 31 De gemiddelde leeftijd bij aanmelding is bij jongens licht gedaald en bij meisjes licht gestegen. In 2007 was de gemiddelde leeftijd van jongens bij aanmelding 21,6 jaar. In 2008 is dit gedaald naar 21,2 jaar. De gemiddelde leeftijd van meisjes steeg van 19,3 jaar in 2007 naar 20,0 jaar in 2008. De wachttijd voor het T-team en de duur van behandeling zijn gedaald. In 2007 moesten zwerfjongeren 58 dagen wachten op hulp, in 2008 was deze wachttijd toegenomen tot 60 dagen. De duur van begeleiding is gestegen van 99 dagen in 2007 naar 104 dagen in 2008. In 2008 heeft Jarabee ook een overzicht gemaakt van de leeftijd van (zwerf)jongeren bij aanmelding bij het T-team (zie tabel 13). Opvallend is wel dat in tabel 13 de leeftijd 16 jaar niet is opgenomen. Tabel 13. Leeftijd van zwerfjongeren bij aanmelding in 2008 (T-team Hengelo) Leeftijd Man Vrouw 15 – – 17 1 2 18 3 3 19 1 3 20 1 5 21 – 4 22 2 1 23 4 – 24 1 – 25 – – Totaal 13 18
11
Zowel in 2007 als in 2008 zijn de meeste zwerfjongeren autochtoon en komen de meeste zwerfjongeren uit de regio (zie tabel 14). Tabel 14. Plaats van herkomst van zwerfjongeren in Hengelo 2007 In Totaal uit deze In Hengelo Hengelo plaats 1 1 – Den Haag 2 69 1 Enschede – – 1 Goor – – 1 Haaksbergen 19 22 26 Hengelo 1 1 1 Losser 1 1 1 Oldenzaal 1 1 – Rijen Totaal 25 128 31
2008 Totaal uit deze plaats – 54 1 2 33 1 4 – 156
De kolom ‘in Hengelo’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren uit de betreffende stad of dorp in Hengelo als zwerfjongere bekend zijn. De kolom ‘totaal uit deze plaats’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er zijn in Twente die uit dit dorp of deze stad komen. De rij ‘totaal’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar in Hengelo waren en hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar volgens Jarabee in Twente waren. Tabel 15 toont voor de jaren 2007 en 2008 uit welke landen de zwerfjongeren in Hengelo komen. Ook deze tabel toont dat de meeste zwerfjongeren autochtoon zijn. In 2007 waren er in totaal 25 zwerfjongeren bekend bij Jarabee Hengelo en van deze 25 kwamen er 17 uit Nederland. In 2008 waren er in totaal 31 zwerfjongeren bekend bij Jarabee en van deze 31 kwamen er 27 uit Nederland. Tabel 15. Land van herkomst zwerfjongeren in Hengelo 2007 2008 Nederland 17 27 Angola 1 – Dominicaanse 1 1 Republiek Guinee 1 – Iran 1 1 Marokko – 1 Nederlandse Antillen 2 1 Roemenië 1 – Syrië 1 – Totaal 25 31 Wat betreft de duur van de thuisloosheid voordat de jongere zich aanmeldt bij het T-team zijn er over 2007 geen gegevens bekend over het aantal jongeren dat zich binnen drie maanden bij het T-team meldt of wordt aangemeld. De gegevens over 2007 en 2008 laten wel zien dat zwerfjongeren in Hengelo al snel na de ontstane situatie bij het T-team aankloppen (zie tabel 16).
12
Tabel 16. Duur van thuisloosheid voor aanmelding bij begeleiding T-team Hengelo 2007 2008 Onbekend 10 0-3 maanden 17 9 3-6 maanden 5 4 6-9 maanden 1 – 9-12 maanden 2 1 Langer dan 12 maanden Totaal 25 24 In de jaarverslagen over 2007 en 2008 heeft Jarabee ook een overzicht gegeven van de (omvang van de) schulden van thuis- en dakloze jongeren in Hengelo bij aanvang van de begeleiding door het T-team (zie tabel 17). Uit deze gegevens blijkt dat de overgrote meerderheid van de dak- en thuisloze jongeren te maken heeft met een schuldenlast. Het is opvallend om te zien dat in 2007 de meeste jongens een schuld hadden tussen de €5000 en €10.000 terwijl in 2008 er geen duidelijke categorie is die boven de anderen uitsteekt: de meeste schulden blijven beperkt tot enkele duizenden euro’s. Tabel 17. Omvang van schulden bij aanvang van begeleiding door het T-team 2007 Schulden Meisjes Jongens Meisjes € 0 – € 500 Onbekend Onbekend € 500 – € 2500 3 1 € 2500 – € 5000 2 2 € 5000 – € 10.000 2 11 € 10.000 en meer – 2 Totaal 7 17
2008 Jongens 6 4 4 – 1 15
2 1 3 3 – 9
In 2008 zijn – in tegenstelling tot 2007 – ook de schulden onder € 500 genoteerd. Het onderwijsniveau – voor zover bekend – van zwerfjongeren varieert van VMBO tot HBO. In 2007 waren de aantallen zwerfjongeren gelijkmatig verdeeld over de verschillende onderwijsniveaus, met een piek bij enerzijds VMBO en anderzijds internaatschool. In 2008 ligt de piek bij MAVO/MBO (zie tabel 18). Tabel 18. Onderwijsniveau van thuisloze jongeren in Hengelo 2007 Meisjes Jongens – – Basisschool Speciaal 1 1 Onderwijs 4 6 VMBO 2 1 MAVO/MBO 2 7 Internaatschool – – HAVO – 1 HBO – – Overig Totaal 9 16
2008 Meisjes
Jongens –
–
4
1
3 4 2 – 2 – 15
2 5 – – 1 – 9
13
2.1
Projectinformatie
De gemeente Hengelo heeft van de provincie Overijssel een subsidie ontvangen van € 90.865,- om de zorg- en hulpverlening aan zwerfjongeren te verbeteren. Net als de gemeente Enschede zal de gemeente Hengelo inzetten op: - Uitbreiding van de capaciteit en wegwerken van de wachtlijst van het Thuislozen Team (T-Team); - Opzetten van microkrediet/budget voor de aanpak van schulden van zwerfjongeren; - Continuering van de begeleiding van zwerfjongeren. 2.1.1
Uitbreiding van de capaciteit en wegwerken van de wachtlijst van het Thuislozen Team (T-Team)
Van de verkregen extra gelden wordt € 23.000,- besteed aan extra capaciteit om de wachtlijst weg te werken en aan de opbouw van een ondersteuningsstructuur. Sinds april 2009 is er per week acht uur extra inzet van een T-team medewerkster uit Almelo. Deze extra capaciteit geldt voor één jaar. In 2007 stonden er 10 à 11 jongeren op de wachtlijst voor hulp van het Tteam. In 2008 bleken er structureel 6 à 7 wachtenden te zijn. Momenteel staan er twee jongeren op de wachtlijst en men verwacht begin september geen wachtlijst meer te hebben. De extra capaciteit werpt zijn vruchten af. Momenteel worden er 16 -18 jongeren geholpen waarvan 6 à 7 extra. Daarnaast is er ter ondersteuning van het T-team , eveneens voor een jaar, een gedragswetenschapper aangetrokken die per week vijf uur ingezet wordt voor cliëntbesprekingen, intakes en consultatie op afroep. Op termijn zal de gedragswetenschapper acht uur per week worden ingezet. Vanuit het T-team ervaart men de inzet van de gedragswetenschapper als een belangrijke meerwaarde. Het T-team is in ontwikkeling en binnen dit innovatieproces is kennisoverdracht van een gedragswetenschapper essentieel om tot verdieping te komen. 2.1.2
Opzetten van microkrediet/budget voor de aanpak van schulden van zwerfjongeren
De gemeente Hengelo beheert c.q. coördineert het zogenoemde ‘incidentenbudget’. Hiervoor is € 17.500,- beschikbaar. Binnen diverse netwerken heeft de gemeente opgeroepen om voorstellen in te dienen ter ondersteuning van jongeren. Zo kan er een bijdrage gekregen worden voor trainingen, cursussen maar ook voor kleding om in te solliciteren. Ook meer grootschalige projecten zoals een theatervoorstelling voor jongeren, komen in aanmerking. Tot nu toe is € 2000,- uit het budget besteed. 2.1.3
Continuering van de begeleiding van zwerfjongeren
Naast de reguliere € 40.000,- per jaar van de gemeente, heeft Jarabee in 2009 € 50.365,- ontvangen om de begeleiding van zwerfjongeren te continueren. Naast financiering van het reguliere werk van het Tteam, wordt een deel van het budget besteed aan de inzet van een gedragswetenschapper (zie 2.2.1). 2.1.4
Algemeen – Stand van zaken Hengelo
In Hengelo werkt het T-team samen met verschillende instellingen zoals : • Werkplein • Stadskantoor • UWV • Stadsbank • Budget Alert • Humanitas Bij Humanitas zijn crisisplekken beschikbaar voor maximaal 3 à 4 nachten. Voor € 15,- per nacht krijg je daar avondeten, een bed en een ontbijt. Voor zwerfjongeren is dat bedrag een probleem. Daarnaast heeft Humanitas een regulier traject van maximaal negen maanden. Er wordt binnen dit traject huisvesting
14
geboden en begeleiding om één en ander weer op de rit te krijgen. Om in aanmerking te komen voor dit traject is een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) nodig. Naast bezuinigingsmaatregelen maakt de weerstand die sommige cliënten van het T-team tegen zo’n indicatiestelling hebben het soms lastig om binnen dit traject geplaatst te worden. Om in aanmerking te komen voor PGB-gelden is eveneens een persoonlijkheidsonderzoek nodig. Vaak krijgen cliënten te maken met wachtlijsten. Daarom is Jarabee bezig met het opzetten van een eigen onderzoeksafdeling. Het T-team Hengelo verwijst zwerfjongeren ook door naar de Twentse Opvang Voorziening (TOV) in Enschede waar opvang en begeleiding wordt geboden. De jongeren geven aan de drempel vrij hoog te vinden: het liefst blijven ze in Hengelo. De medewerkers van het T-team hebben ook minder zicht op de jongeren wanneer ze in Enschede zitten. Echter, de kosten van het TOV zijn lager dan bij Humanitas (€ 400,- tegenover € 700,-). Het T-team neemt deel aan de regiegroep voor maatschappelijke opvang en ambulante verslavingszorg voor (jong) volwassenen. De wethouder zit dit overleg voor en het is bedoeld om een goede ketenaanpak tot stand te brengen. Andere deelnemers zijn Humanitas, Mediant, Taktus, CIZ en het RIBW. Daarnaast zit een medewerkster van het T-team in Vangnet 12+. Een overleg dat één keer per maand plaatsvindt en waarin jongeren uit Hengelo worden besproken. Op deze manier houdt het T-team zicht op (potentiële) zwerfjongeren. Woon (Vereniging van Woningcorporaties in Oost Nederland) initieert het project ‘Niemand hoeft op straat te slapen’. Het project is nog in de opstartfase en de bedoeling is dat het signaleren van probleemjongeren centraal komt te staan. Alle bovengenoemde organisaties zijn bij het initiatief betrokken. De geïnterviewden zien het als een positieve ontwikkeling waarbij woningcorporaties steeds meer willen samenwerken met hulpinstellingen om kwetsbare groepen te ondersteunen. Daarnaast wordt in Hengelo gewerkt aan het project ‘Kamers met Kansen’.In de huidige initiatieffase zijn de samenwerkende partijen: Provincie Overijssel, Gemeente Hengelo en Welbions. Momenteel wordt omgezien naar een geschikte locatie waar ongeveer 80 kamers gerealiseerd kunnen worden. Het project heeft als missie jongeren in anderhalf jaar voor te bereiden op een zelfstandig bestaan, met een diploma op zak of met een baan. De pijlers zijn: wonen, leren, werken en coaching. 2.1.5
Knelpunten en oplossingen
Tijdens de interviews kwam een aantal knelpunten naar voren in de hulpverlening aan zwerfjongeren. Daarnaast hadden de geïnterviewden ook ideeën over hoe het beter zou kunnen. Een opsomming: •
•
•
Voor zogenaamde ‘uitbehandelde’ jongeren in de leeftijd van 15 tot 17 jaar, bestaat er een leemte in de hulpverlening. Een 17-jarige kan bijv. geen uitkering aanvragen. Voor deze groep valt er nog veel winst te behalen qua huisvesting en begeleiding. Het creëren van een tussenvoorziening zou een oplossing zijn: begeleid zelfstandig wonen met meer uren begeleiding in de week dan nu geboden wordt (in plaats van de gebruikelijke 6 uur per week, bijv. 14 uur per week); Het is erg lastig om betaalbare woonruimte te vinden voor de jongeren. Een urgentieverklaring is voor de meeste jongeren niet van toepassing. De wachttijd voor een woning is drie maanden tot een jaar. Dit is lang aangezien de begeleiding vanuit het T-team slechts drie maanden is. Het hulpverleningstraject verlengen naar vier tot vijf maanden zou uitkomst kunnen bieden zodat het hebben van een basis (huisvesting) en begeleiding vanuit het T-team beter op elkaar aansluiten; Er zou meer op het gebied van preventie gedaan moeten worden: meer investeren in het voorkomen dat jongeren gaan zwerven. Woningbouwverenigingen en bureau Jeugdzorg hebben
15
•
hier een rol in: het voorkomen van uitzettingen door goede nazorg te bieden bij uitstroom uit de jeugdzorg; Jarabee zou graag afspraken willen maken met de gemeente Hengelo over een structurele financiering van het T-team. Nu is het zo dat de gemeente jaarlijks € 35.000,- betaald aan het Tteam. Centrumgemeente Enschede betaalt daarnaast ook nog eens € 35.000,-. Of het bedrag van € 70.000,- ieder jaar weer beschikbaar komt is onzeker. Daarom zou Jarabee over willen stappen op een andere, meer flexibele financiering waarbij wellicht Twentebreed afspraken gemaakt kunnen worden over, binnen bepaalde marges, betaling naar verdiensten (financiering op maat).
16
3. Gemeente Almelo 3.1
Kwantitatieve gegevens Almelo
Het rapport van de Algemene Rekenkamer schatte het aantal zwerfjongeren in Almelo in 2003 op 25 tot 60. In 2004 was dit aantal gezakt en in 2007 waren het er ongeveer 30. Wat betreft preventieve activiteiten, signalering en opvang zag de Algemene Rekenkamer geen nieuwe ontwikkelingen voor 2007. Er is de beschikking over een beperkte crisisopvang. Specifieke begeleidingstrajecten en vervolgtrajecten waren vooralsnog niet aanwezig, maar de gemeente Almelo had wel meer geld beschikbaar gesteld voor het subsidiëren van het T-team en de regionale opvangvoorziening. Daarnaast was de gemeente Almelo ook bezig met het uitbreiden van het aantal wooneenheden begeleid wonen: er moeten minimaal 10 wooneenheden meer gerealiseerd worden. Tabel 19 toont het verloop van aanmeldingen bij het T-team in Almelo in 2007 en 2008 zoals door Jarabee vermeld wordt in de jaarverslagen over 2007 en 2008. Tabel 20 toont het aantal zwerfjongeren dat zich in 2007 en 2008 aangemeld heeft (of aangemeld werd) bij de intensieve begeleiding door het T-team in Almelo. Tabel 19. Aantal aanmeldingen bij T-team Almelo in 2007 en 2008 Intensief Over van 2006 Instroom Uitstroom begeleid 4 21 25 19 2007 Intensief Over van 2007 Instroom Uitstroom begeleid 6 33 39 30 2008
Over naar 2008 6 Over naar 2009 9
Tabel 20. Aanmeldingen voor intensieve begeleiding (T-team Almelo) 2007 2008 Aanmelding meisjes 11 22 Aanmelding jongens 14 17 Totaal 25 39 De gemiddelde leeftijd bij aanmelding is alleen bij jongens licht gestegen. In 2007 was de gemiddelde leeftijd van jongens bij aanmelding 20,5 jaar. In 2008 is dit gestegen naar 21,1 jaar. De gemiddelde leeftijd van meisjes bleef bijna gelijk: in 2007 was dit 19,8 jaar en in 2008 was dit 19,7 jaar. De wachttijd voor het T-team en de duur van behandeling zijn gedaald. In 2007 moesten zwerfjongeren 61 dagen wachten op hulp, in 2008 was deze wachttijd teruggebracht tot 42 dagen. De duur van begeleiding is gedaald van 90 dagen in 2007 naar 87 dagen in 2008. In 2008 heeft Jarabee ook een overzicht gemaakt van de leeftijd van (zwerf)jongeren bij aanmelding bij het T-team (zie tabel 21). Opvallend is wel dat in tabel 23 de leeftijd 16 jaar niet is opgenomen.
17
Tabel 21. Leeftijd van zwerfjongeren bij aanmelding T-team Almelo in 2008 Leeftijd Man Vrouw 15 – – 17 2 2 18 2 6 19 3 7 20 – 3 21 5 1 22 – 2 23 2 1 24 2 – 25 1 – Totaal 17 22 Zowel in 2007 als in 2008 zijn de meeste zwerfjongeren autochtoon en komen de meeste zwerfjongeren uit de regio (zie tabel 22). Tabel 22. Plaats van herkomst van zwerfjongeren in Almelo 2007 In Totaal uit deze In Almelo plaats Almelo 22 24 31 Almelo – – 1 Ellecom 1 69 – Enschede 1 22 4 Hengelo – – 1 Holten – – 1 Rijssen 1 1 1 Vriezenveen 25 128 39 Totaal
2008 Totaal uit deze plaats 35 1 54 33 1 2 1 156
De kolom ‘in Almelo’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren uit de betreffende stad of dorp in Almelo als zwerfjongere bekend zijn. De kolom ‘totaal uit deze plaats’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er zijn in Twente die uit dit dorp of deze stad komen. De rij ‘totaal’ geeft aan hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar in Almelo waren en hoeveel zwerfjongeren er in het betreffende jaar volgens Jarabee in Twente waren. Tabel 23 toont voor de jaren 2007 en 2008 uit welke landen de zwerfjongeren in Almelo komen. Ook deze tabel toont dat de meeste zwerfjongeren autochtoon zijn. In 2007 waren er in totaal 25 zwerfjongeren bekend bij Jarabee Almelo en van deze 25 kwamen er 22 uit Nederland. In 2008 waren er in totaal 39 zwerfjongeren bekend bij Jarabee Almelo en van deze 39 kwamen er 32 uit Nederland Tabel 23. Land van herkomst van Almelose zwerfjongeren 2007 2008 Nederland 22 32 Bosnië-Herzegovina 1 1 Brazilië – 1 Duitsland 1 1 Hongarije – 1 Irak – 1 Polen 1 1 Sri Lanka – 1 Totaal 25 39
18
Wat betreft de duur van de thuisloosheid voordat de jongere zich aanmeldt bij het T-team zijn er over 2007 geen gegevens bekend over het aantal jongeren dat zich binnen drie maanden bij het T-team meldt of wordt aangemeld. De gegevens over 2007 en 2008 laten wel zien dat in 2008 zwerfjongeren in Almelo sneller bij het T-team aankloppen dan in 2007 (zie tabel 24). Tabel 24. Duur van thuisloosheid voor aanmelding bij begeleiding T-team Almelo 2007 2008 Onbekend 21 0-3 maanden 18 – 3-6 maanden 3 3 6-9 maanden 1 1 9-12 maanden 3 8 Langer dan 12 maanden 25 33 Totaal De meeste zwerfjongeren geven aan financiële problemen te hebben. Jarabee heeft in de jaarverslagen 2007 en 2008 een overzicht gemaakt van de schulden van zwerfjongeren ten tijde van aanmelding bij het T-team voor begeleiding (zie tabel 25). Tabel 25. Omvang van schulden bij aanvang van begeleiding door het T-team Almelo 2007 2008 Schulden Meisjes Jongens Meisjes Jongens € 0 – € 500 Onbekend Onbekend – – € 500 – € 2500 6 6 17 8 € 2500 – € 5000 2 3 3 1 € 5000 – € 10.000 – 1 – – € 10.000 – € 100.000 1 2 2 2 € 100.000 en meer – – – – Totaal 9 12 22 11 In 2008 zijn – in tegenstelling tot 2007 – ook de schulden onder € 500 en van € 100.000 of meer genoteerd. Echter, in Almelo waren geen zwerfjongeren bekend bij Jarabee die een schuld hadden tot € 500 of boven de € 100.000. Uit deze gegevens blijkt dat in 2008 het aantal meisjes met schulden dat begeleid werd door het T-team meer dan twee keer zo groot is dan het aantal meisjes met schulden in 2007. Het onderwijsniveau – voor zover bekend – van zwerfjongeren varieert van VMBO tot HAVO. In 2007 waren de aantallen zwerfjongeren gelijkmatig verdeeld over de verschillende onderwijsniveaus, maar in 2008 is een duidelijke piek te zien van meisjes met een MAVO/MBO-opleiding die dak- of thuisloos zijn geworden (zie tabel 26). Tabel 26. Onderwijsniveau van thuisloze jongeren in Almelo 2007 Meisjes Jongens – – Basisschool Speciaal 4 4 Onderwijs 3 4 VMBO 1 – MAVO/MBO 2 5 Internaatschool 1 1 HAVO – – HBO – – Overig Totaal 11 14
2008 Meisjes
Jongens –
–
4
–
– 13 1 1 – 3 22
5 4 1 – – 1 11
19
3.2
Projectinformatie
De gemeente Almelo heeft van de provincie Overijssel een bedrag van € 100.000,- ontvangen om de wooncapaciteit, in combinatie met begeleiding, voor zwerfjongeren uit te breiden. Het gaat hier om tenminste tien wooneenheden in Almelo. 3.2.1
Kamers met Kansen
Almelo gaat de extra gelden van de provincie inzetten ten behoeve van het project Kamers met Kansen. Het is een samenwerkingsproject van de gemeente, woningstichting Beter Wonen en Humanitas Onder Dak. Net als in Hengelo biedt het jongeren woonruimte en een begeleidingstraject om zich voor te bereiden op een zelfstandig bestaan, met een diploma op zak of met een baan. Ook in Almelo gaat het om wonen, leren, werken en coaching. De coaches zijn in dienst van de woningcorporatie. Het Kamers met Kansen project biedt zwerfjongeren de mogelijkheid om hun financiële problemen op te lossen en te leren budgetteren. Daarnaast leren ze zelfstandig te wonen, een studie op te pakken of een baan te vinden en te houden, als opstap naar een reguliere woonomgeving. Met de € 100.000,- van de provincie wordt het gebouw gefinancierd. De gemeente investeert daarnaast €150.000,- in het project voor de begeleiding. Er zal worden samengewerkt met het ROC, het Maatschappelijk ActiveringsCentrum (MAC) en met Fusion, het gemeentelijke reintegratiebedrijf waar het MAC onderdeel van is. Met dit laatste bedrijf zijn de samenwerkingsafspraken al in een vergevorderd stadium. Verder heeft men een pand op het oog dat per één oktober vrij komt. Ten tijde van het interview is nog niet duidelijk of het pand geschikt is voor het project. Een week later zal een bespreking plaatsvinden hierover: is het pand bewoonbaar of moet er toch naar een andere locatie worden uitgekeken? Eind oktober is het tijdspad klaar en voor één januari is het de bedoeling dat er 4 à 5 jongeren geplaatst zijn. Met name de screening van de jongeren zal tijd in beslag nemen. Alle instellingen en organisaties die met jongeren te maken hebben kunnen in principe een jongere aanmelden voor een traject KmK. De aanmelding wordt bij de procescoördinator van de gemeente Almelo gedaan. Daarna wordt de aanmelding in het CIMOT (Centraal Indicatie Maatschappelijke Opvang Twente) besproken en bij goedkeuring wordt een intake georganiseerd. Bij een positief advies voor plaatsing wordt de corporatie betrokken en wordt er een contract afgesloten. In dit contract worden duidelijke huisregels opgenomen en het contract is op uitstroom gericht, dus voor bepaalde tijd (negen maanden). Daarnaast moet de bewoner actief deelnemen aan een leer/werktraject, is men mede verantwoordelijk voor het schoonmaken – en houden van de woning en dient men een ‘goede buur‘ te zijn. Er zullen MDO’s georganiseerd worden om de voortgang van de jongeren te volgen en tussentijdse wijzigingen aan te brengen in een traject indien nodig.
3.2.2
Algemeen– stand van zaken Almelo
Het Kamers met Kansen project biedt jongeren die gemotiveerd zijn om hun leven weer op de rit te krijgen een hulptraject aan. Het T-team Almelo hoopt dat ook hun cliënten gebruik kunnen maken van deze mogelijkheid. Er is namelijk gebrek aan betaalbare huisvesting voor deze doelgroep en de drie maanden intensieve ondersteuning die het T-team kan bieden is vaak te kort. Bijvoorbeeld wanneer er vanuit het T-team doorverwezen wordt naar MEE of Mediant komen de jongeren algauw op een wachtlijst. Binnen het hulptraject van drie maanden kan er dan weinig in gang worden gezet. Andere knelpunten die tijdens het interview genoemd zijn:
20
•
•
• •
•
•
Vanaf 2010 is het volgens de geïnterviewde onbekend hoe de financiering m.b.t. zwerfjongeren geregeld zal worden. Het zou fijn zijn wanneer hierover structurele afspraken gemaakt worden met de gemeente. Verder maakt men zich zorgen over zorgmijdende jongeren wanneer er vanaf 2010 prestatieafspraken gemaakt worden. De kans is groot dat deze jongeren dan helemaal tussen de wal en het schip zullen vallen; Er wordt te weinig ingezet op preventie. Bijvoorbeeld voor de groep 16 tot 18 jarigen die vanuit de jeugdzorg komen en geen vaste verblijfplaats hebben. Deze jongeren verdwijnen in Almelo uit beeld aangezien de regelgeving niet aansluit bij deze kwetsbare groep: Bureau Jeugdzorg investeert niet meer in ze. Er is namelijk een wachtlijst voor 24-uurszorg en eigenlijk horen ze er vaak ook niet meer; ze zijn zogenaamd ‘uitbehandeld’. Daarbij komt dat ze vanaf e hun 18 niet meer tot de doelgroep van jeugdzorg behoren; e e Vaak komen jongeren die vanaf hun 16 of 17 uit de jeugdzorg stappen via ‘de achterdeur’ weer binnen (T-team = Jarabee); Aangezien jongeren nu onderzocht moeten worden door een psychiater (indicatie) om in aanmerking te komen voor AWBZ- gelden (aanscherping van criteria), krijgen veel jongeren niet de hulp die ze nodig hebben. Voor veel jongeren gaat een bezoek aan de psychiater veel te ver en bestaat er de angst om de rest van hun leven een stempel opgedrukt te krijgen; De ontoegankelijkheid van zorginstellingen zoals bijv. Dimence, is sowieso een probleem. Er is in Almelo bijv. ook weinig contact tussen het T-team en het maatschappelijk werk. Het T-team zou graag zien dat instellingen die hulp kunnen bieden aan zwerfjongeren zichzelf zouden presenteren tijdens het inloopspreekuur. Uit de ervaringen hiermee in Enschede blijkt dat dit drempelverlagend werkt en de stap voor de jongeren verkleint om hulp te zoeken; Een laatste knelpunt is het TOV (Twentse Opvang Voorziening). De gemeente Almelo betaalt hieraan jaarlijks 60.000,- mee maar de jongeren gaan liever niet naar Enschede. Er wordt dus weinig gebruik van gemaakt door Almelose zwerfjongeren.
21
4. Gemeente Deventer 4.1
Kwantitatieve gegevens Deventer
Het rapport van de Algemene Rekenkamer schatte het aantal zwerfjongeren in Deventer in 2003 en in 2004 op 62. In 2007 waren het er ongeveer 60. In een raadsvoorstel van 24 maart 2009 staat dat de gemeente Deventer een sluitende aanpak wenst voor de problematiek van zwerfjongeren. In 2009 zijn er in Deventer ongeveer 70 thuisloze jongeren, waarvan er 5 tot 10 daadwerkelijk op straat leven. De aanpak van de problematiek moet maatwerk zijn omdat de problemen van thuisloze jongeren anders is dan die van dakloze jongeren. Binnen het programma Wonen, Weken en Leren voor zwerfjongeren bestaat de intentie om in 2009 te beginnen met een opvang (begeleid wonen) voor 3 zwerfjongeren. Aan deze opvang zit een traject gekoppeld dat leidt naar een startkwalificatie. In 2010 moet dit project begeleidt wonen 9 zwerfjongeren huisvesten. Indien er dekkende en structurele financiering is, moet dit project vanaf 2011 jaarlijks 15 jongeren begeleiden. In 2002 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Deventer onderzoek gedaan naar zwerfjongeren in Deventer. Voor dit onderzoek zijn 32 zorgaanbieders en hulpverleningsinstanties benaderd, waarvan 22 informatie hebben aangeleverd voor dit onderzoek. Uit dit onderzoek bleek dat er verschillende knelpunten bestaan in de aanpak van de problematiek van zwerfjongeren. Ondermeer de volgende knelpunten werden genoemd: • Doorstroom naar passende opvang • Tekort aan opvang • Bureaucratie • Te lange wachttijden • Weinig passend aanbod van instellingen voor zwerfjongeren • Grote tijdsinvestering in vergelijking met het uiteindelijke resultaat In 2002 waren er 68 zwerfjongeren in Deventer (42 jongens en 26 meisjes). Tabel 27 geeft inzicht in de leeftijdsverdeling van deze zwerfjongeren. Tabel 27. Zwerfjongeren in Deventer en omgeving naar leeftijd in 2002 Leeftijd Aantal Leeftijd Aantal 1 20 jaar 9 15 jaar 1 8 16 jaar 21 jaar 4 22 jaar 10 17 jaar 12 23 jaar 3 18 jaar 18 24 jaar 2 19 jaar Tabel 27 toont een sterke stijging van het aantal zwerfjongeren vanaf 18 jaar: de piek ligt bij 18 en 19 jaar. Misschien is dit te verklaren door het eerder genoemde gat tussen de verplichte maatschappelijke opvang en/of jeugdzorg onder de 18 jaar en het wegvallen van deze hulp wanneer de jongere 18 wordt. Twee op de drie zwerfjongeren in Deventer in 2002 waren autochtoon. Tabel 28 toont de herkomst van zwerfjongeren in Deventer.
22
Tabel 28. Herkomst van zwerfjongeren in Deventer in 2002 Herkomst Aantal Deventer 30 Regio Deventer 3 Zutphen 1 Regio Zutphen 3 Apeldoorn 1 Regio Apeldoorn 4 Elders 11 Onbekend 15 Totaal 68
Tabel 29 geeft een overzicht van de problemen waarmee zwerfjongeren te maken hadden in Deventer in 2002. Uit de tabel blijkt dat de problematiek vaak meervoudig is. In de tabel staan 18 verschillende combinaties van problemen vermeld. De grootste problemen waarmee zwerfjongeren te maken hebben zijn wonen, financiën, en werk/school. Tabel 29. Overzicht problematiek zwerfjongeren in Deventer in 2002 Samenstelling meervoudige problematiek (X: probleem is aanwezig) Wonen Financiën Werk / school Sociaal Justitie Gezondhei Aantal jongeren Combinatie netwerk d 19 X X X X 1 9 X X X X X X 2 6 X X X X X 3 6 X X X X 4 6 X X X X X 5 4 X X X 6 3 X X X X 7 3 X X X 8 2 X X X 9 2 X X X 10 1 X X X X 11 1 X X X X 12 1 X X X X X 13 1 X X X 14 1 X X X X 15 1 X X X X X 16 1 X X X X 17 1 X X X 18 Aantal 67 62 60 50 29 23 68 jongeren Volgens het onderzoek van de gemeente Deventer waren er aan het begin van 2003 ongeveer 21 jongeren (variërend van 15 tot 24 jaar) die op dat moment minimaal 3 maanden dak- of thuisloos waren. Aan het begin van 2003 waren er ook 12 jongeren die in een dermate situatie zaten dat zij (opnieuw) dakof thuisloos dreigden te raken. Van 9 jongeren tenslotte was bekend dat zij een zwervend bestaan leidden.
23
4.2
Projectgegevens
De gemeente Deventer heeft van de provincie € 97.000,- ontvangen voor het programma ‘Wonen, werken en leren voor zwerfjongeren’. Het is een programma van twee jaar waarbij per jaar aan vijftien zwerfjongeren een integraal traject wonen, werken en leren wordt aangeboden. Het doel is dat uiteindelijk 80% van de jongeren een startkwalificatie haalt. Ook wordt in samenwerking met woningcorporaties kleinschalige of individuele woonruimte geregeld. 4.2.1
Plan van aanpak
Bovengenoemd programma wordt beschreven in een plan van aanpak waarover de Raad pas geleden positief heeft besloten. Er is een projectleider aangesteld voor de realisatiefase van het plan en diverse initiatieven staan al in de startblokken. Aanleiding vormde de voorjaarsnota van de gemeente uit 2006, waarin een bedrag gereserveerd stond voor de aanpak van zwerfjongeren. Voorstel was om een voorziening op te zetten die zou leiden tot een Start/Werkhotel voor jongeren met als doel het bereiken van een startkwalificatie. Om uiteenlopende redenen is deze voorziening niet van de grond gekomen. Omdat gebleken is dat de problematiek rond zwerfjongeren in Deventer stabiel blijft, vond men wel dat het zaak was om een dergelijke voorziening alsnog te realiseren. Door de extra provinciale gelden zijn de plannen voor zwerfjongeren in een stroomversnelling terechtgekomen. Het totale plan kost € 1,2 miljoen. Het geld van de provincie wordt geïnvesteerd in de projectleider. Deze heeft een aanjaagfunctie en is verantwoordelijk voor de implementatie van het plan. In het plan wordt een sluitende aanpak voor zwerfjongeren gepresenteerd. Waar in het Start/Werkhotel vooral gewerkt werd aan een fysieke voorziening, voorziet dit voorstel in een samenwerkingsstructuur, waarvan een fysieke voorziening een onderdeel is. Deze structuur moet organisaties bij elkaar brengen die de jongere verder kunnen helpen. De gemeente treedt hierin op als regisseur. De volgende organisaties zijn bij de uitvoering van het plan betrokken: Iriszorg, de Kij, Regiezorg, het COACH-netwerk en de twee woningcorporaties van Deventer (Rentree en Ieder1). Het beoogde resultaat van het plan is de realisatie van een sluitende aanpak voor thuisloze jongeren, leidend tot werk of een startkwalificatie en structureel onderdak voor de jongeren. In het najaar wordt gestart met één woning, waarin maximaal drie jongeren geplaatst worden. Medio 2010 worden nog eens twee woningen opdezelfde manier opgezet, en aan het eind van 2010 nog eens twee mits daartoe de structurele financiën toereikend zijn. De trajectduur voor het begeleid wonen wordt geschat op maximaal achttien maanden. Voor een volledige beschrijving van het plan van aanpak: zie Bijlage bij raadsvoorstel 2009.17961.
4.2.2
Algemeen - stand van zaken Deventer
In 2008 is in opdracht van de gemeente door bureau Intraval een quick scan uitgevoerd naar de aard en omvang van de dak- en thuislozen in de regio Midden-IJssel. Hieruit blijkt dat er in 2007 68 zwerfjongeren zijn geregistreerd. Omdat deze cijfers gelijk zijn aan die uit een onderzoek uit 2003 van de toenmalige afdeling Onderzoek en Statistiek, kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de groep zwerfjongeren in Deventer redelijk gelijk is gebleven de afgelopen jaren. Van de groep zwerfjongeren leeft slechts een klein deel, tussen de 5 en 10 jongeren, echt op straat. In Deventer valt een substantieel deel van de ‘zwerfjongeren’ onder de categorie LVG (licht verstandelijk gehandicapt). Op hen is de aanpak voor zwerfjongeren niet gericht. KIJ start binnenkort een speciale voorziening voor deze groep jongeren. Reden hiervoor is dat de eindkwalificaties waar met LVG’ers aan wordt gewerkt teveel afwijken van de rest van de jongeren.
24
5. Gemeente Zwolle 5.1
Kwantitatieve gegevens Zwolle
De schattingen van het aantal dak- en thuisloze jongeren in Zwolle lopen uiteen in het rapport van de Algemene Rekenkamer: in 2003 werd het aantal dak- en thuisloze jongeren in Zwolle geschat op 145. In 2004 liepen schattingen uiteen van 65 tot 200 en in 2007 waren er naar schatting ongeveer 75 dak- en thuisloze jongeren in Zwolle. In 2003 was de gemeente Zwolle bezig om een preventieaanpak te ontwikkelen, maar in de periode 20032007 is er in het overzicht van de Algemene Rekenkamer geen verdere ontwikkeling te zien in het Zwolse preventiebeleid. In 2007 is Zwolle in het kader van signalering begonnen met het project Take Off. Uit de gegevens van de Algemene Rekenkamer kan niet worden afgeleid of er vervolgtrajecten bestaan voor daken thuisloze jongeren in Zwolle. In 2003 kende Zwolle een beperkte crisisopvang voor dak- en thuisloze jongeren. In 2007 is er niets veranderd in deze situatie. De tussenevaluatie 2006-2007 van het Team Zwerfjongeren GGD Regio IJssel-Vecht toont een aantal van 92 aanmeldingen van zwerfjongeren over de periode 2006-2007 (zie tabel 30). Deze 92 aanmeldingen bevatten ook 22 heraanmeldingen. De meeste aanmeldingen bij het Team Zwerfjongeren komen binnen via het Leger des Heils, Bureau Jeugdzorg, RIBW/De Herberg en via andere zwerfjongeren. Volgens het Team Zwerfjongeren is de toename van het aantal aanmeldingen over de periode 2004-2007 te verklaren door het feit dat steeds meer zwerfjongeren het Team Zwerfjongeren weten te vinden. Tabel 30. Aantal aanmeldingen Team Zwerfjongeren Zwolle Jongens Meisjes Totaal 30 11 41 2006 32 19 51 2007 62 30 92 Totaal De gemiddelde leeftijd van zwerfjongeren die bij Team Zwerfjongeren komen ligt op 20,5 jaar (mannen: 20,8 jaar; vrouwen 20,3 jaar). Tabel 31 geeft een overzicht van de leeftijden van zwerfjongeren die bij het Team Zwerfjongeren zijn aangemeld en/of zichzelf hebben aangemeld. Dit overzicht geeft echter geen onderscheid naar geslacht. Tabel 31. Leeftijd bij aanmelding Team Zwerfjongeren Zwolle Aantal Leeftijd jongeren 18 3 19 4 20 17 21 11 22 16 23 9 24 11 25 7 26 5 27 4 28 2 Onbekend 3 Totaal 92
25
Van deze 92 jongeren zijn er 46 in een traject genomen (zie tabel 32). Daarnaast volgen 22 jongeren nog trajectbegeleiding. Dit betekent dat 24 jongeren het traject van Team Zwerfjongeren hebben afgesloten (zie tabel 33). Tabel 32. Overzicht van in traject genomen zwerfjongeren (Zwolle) Activiteit Aantal Informatie en advies gekregen na screening 8 Na screening verwezen naar reguliere zorg 27 Na screening vertrokken uit de regio 4 Geen indicatie als zwerfjongere 6 Onbekend 1 Totaal 46 Tabel 33. Overzicht van afgesloten trajecten (Zwolle) Activiteit Aantal Verwezen naar reguliere zorg 15 Geen ‘indicatie’ meer 3 Zelfredzaam na doorlopen van traject 3 Onbekend 2 Onvindbaar 1 Totaal 24 Over het algemeen duren de trajecten 6 tot 12 maanden, maar een enkeling wordt meer dan een jaar begeleidt (zie tabel 34). Tabel 34. Duur van de trajecten van Team Zwerfjongeren Zwolle Afgesloten Lopend Duur traject traject 1 – 3 maanden 2 7 3 – 6 maanden 8 5 6 – 12 maanden 13 6 Meer dan 12 maanden 1 4 Totaal 24 22 Tabel 35 geeft een procentueel overzicht van de (meervoudige) problematiek waar zwerfjongeren in Zwolle mee te maken hebben. Tabel 35. Percentage zwerfjongeren per soort problematiek in Zwolle Problematiek Huisvesting Financiële problemen Drugsverslaving Justitie Psychiatrie Verstandelijke handicap Alcoholverslaving Medicatiegebruik Somatiek Overlast Vervuiling Overig
Percentage 100 62 48 37 31 13 12 10 9 5 1 12
26
Net zoals in andere Overijsselse steden komen de meeste zwerfjongeren uit de regio. Daarnaast zijn de meeste zwerfjongeren autochtoon. Tabel 36 geeft een overzicht van de herkomstlanden van de 92 zwerfjongeren die bij Team Zwerfjongeren een traject volgde of volgt. Dit overzicht is alleen een algemeen beeld. Zo wordt er geen onderscheid gemaakt naar leeftijd en naar geslacht. Tabel 36. Aantal zwerfjongeren (in Zwolle) per herkomstland Herkomstland Aantal Nederland 86 Irak 2 Duitsland 1 Libanon 1 Portugal 1 Suriname 1 Totaal 92 Momenteel zijn er weinig cijfers bekend over zwerfjongeren in Zwolle, maar de gemeente heeft een vervolgonderzoek aangekondigd naar aantallen en de gewenste zorg voor deze doelgroep.
27
5.2
Projectgegevens
De gemeente Zwolle heeft een bijdrage van € 70.000,- ontvangen voor onderzoek naar zwerfjongeren. Er wordt onder andere onderzocht welke cruciale momenten zich in het leven van een zwerfjongeren hebben voorgedaan en hoe de hulpverlening daarop beter kan inspelen. Het onderzoek levert informatie op over hoe voorkomen kan worden dat jongeren dakloos worden. 5.2.1. Onderzoek zwerfjongeren Tot nu toe maken zwerfjongeren geen deel uit van het Stedelijk Kompas Zwolle. Dit betekent dat in het Stedelijk Kompas geen specifieke maatregelen ten aanzien van zwerfjongeren zijn opgenomen. Hier moet verandering in komen vindt zowel de gemeente Zwolle als ook het ministerie van VWS, aangezien zwerfjongeren, behalve ten aanzien van leeftijd, ook op andere gebieden afwijken van de overige dak- en thuislozen. Om dit te realiseren wil de gemeente Zwolle een zo kompleet mogelijk beeld hebben van de aard en omvang van de doelgroep zwerfjongeren in de regio Zwolle. Het lopende onderzoek voorziet hierin. Daarnaast zal het onderzoek inzicht geven in de levensloop van zwerfjongeren: welke cruciale momenten maken dat een jongere gaat zwerven, of dreigt te gaan zwerven en hoe heeft de hulpverlening daarop ingespeeld? Dit zogenaamde casusonderzoek zal leiden tot meer zicht op voorspellende factoren die van invloed zijn op dat iemand een zwerfjongere wordt en ten tweede zicht geven op welke instrumenten effectief zijn om te voorkomen dat iemand een zwerfjongere wordt. De combinatie van beide bovenbeschreven onderzoeken levert essentiële informatie op over de aard en omvang van de problematiek van zwerfjongeren en hun (zorg-, hulp)behoeften, en inzage in hoeverre het huidige aanbod aan zwerfjongeren binnen het verzorgingsgebied van centrumgemeente Zwolle toereikend is. Daarnaast levert het gecombineerde onderzoek beleidsinformatie op om te komen tot een meer preventieve aanpak. Hierbij kan concreet gedacht worden aan maatregelen ter versterking van nazorg na jeugdzorg, warme overdracht naar overige hulpverlening en het terugdringen van het percentage van instroom in de maatschappelijke opvang. In aansluiting op de uitkomsten van het gecombineerde onderzoek wil de gemeente Zwolle zonodig het bestaande aanbod aan zwerfjongeren kunnen uitbreiden of nieuwe experimentele vormen van zorg ontwikkelen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door prof. Dr. Judith Wolf, verbonden aan het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC st. Radboud in Nijmegen. Eind 2009 moet het onderzoek zijn afgerond. 5.2.2
Algemeen – stand van zaken Zwolle
In Zwolle lopen op dit moment twee initiatieven gericht op zwerfjongeren, namelijk het programma Take off en Team Zwerfjongeren. Hieronder een korte beschrijving. Daarnaast investeert de gemeente € 25.000,- in de begeleiding van zwerfjongeren door Iriszorg in de regio Noord Veluwe. TAKE OFF (inzet gemeente in 2009: €35.000,-) De regio Zwolle telt naar schatting enkele tientallen zwerfjongeren. Om hen van de straat te houden en weer perspectief te bieden, namen drie Zwolse corporaties en hun Hardenbergse collega het initiatief om het Take Off-project op te zetten. Begin 2007 trokken de eerste drie jongeren de eerste gemeubileerde woning in. Later kwamen er nog twee woningen beschikbaar. De deelnemers krijgen begeleiding van een coach van het Leger des Heils, op basis van een AWBZindicatie. De jongeren proberen in Take off af te rekenen met schulden, verslavingen en mogelijke andere problemen. Het is de bedoeling dat de jongeren binnen maximaal twee jaar een regulier bestaan hebben opgebouwd, inclusief werk/opleiding. Echter, de ervaring is dat dit in veel gevallen niet aan de orde is
28
omdat de begeleiding niet altijd goed aansluit bij de zorgbehoeften van de jongeren. Voor meer informatie over Take off: zie www.takeoffjongeren.nl Team Zwerfjongeren (inzet gemeente in 2009 € 121.730,-) Vanuit de GGD Zwolle is in 2004 het Team Zwerfjongeren opgericht. Het team wordt gevormd door enkele medewerkers van Team VIA (Vangnet – Informatie en Advies; Bemoeizorg in de regio IJsselVecht) Het team richt zich op jongeren tussen de 15 en 25 jaar die niet beschikken over een stabiele woon- of verblijfplaats én voor wie de reguliere zorg in hoge mate ontoegankelijk is. Zij (be)zoeken actief de zwerfjongeren en proberen contact met hen te krijgen en te onderhouden. De jongeren krijgen de nodige hulp en zorg aangeboden door middel van trajectbegeleiding. Daardoor kan de zwerfjongere in eigen tempo en binnen haalbare kaders werken aan verbetering van de eigen leefsituatie. Door de jaren heen weet men het Team zwerfjongeren steeds beter te vinden. Aanmeldingen lopen via de politie, de GGD, particulieren maar ook via collega-zwerfjongeren. De duur van een traject neemt gemiddeld vijftien maanden in beslag. De samenwerking met Bureau Jeugdzorg Overijssel, de GGD regio IJssel Vecht en team Via werkt prima en zorgt ervoor dat over en weer gebruik kan worden gemaakt van ieders expertise.
29
H2 Algemene conclusies en aanbevelingen -
-
-
-
-
-
-
De projecten zijn goed van de grond gekomen. De activiteiten waarvoor binnen de vijf gemeenten subsidie is verkregen van de provincie Overijssel zijn in uitvoering; Ondanks de positieve acties is er in het algemeen een tekort aan opvangplaatsen voor zwerfjongeren; De mate en kwaliteit van samenwerking tussen de verschillende hulpinstanties verschilt per gemeente. In Enschede en Zwolle is een goede keten van zorg voor zwerfjongeren opgezet. In Almelo en Hengelo valt er op dit punt nog wel wat te verbeteren. Bijvoorbeeld de aansluiting van het T-team met andere instanties zoals uitkeringsinstanties en woningcorporaties verloopt vaak nog moeizaam. In Deventer moet een sluitende aanpak de komende tijd van de grond komen; Woningcorporaties en zorgorganisaties dienen samen te werken aan kleinschalige vormen van woon-, leer- en werkbegeleiding van zwerfjongeren. Die aanpak is nodig omdat veruit de meeste zwerfjongeren te maken hebben met meervoudige problemen; Veel activiteiten voor zwerfjongeren worden niet structureel gefinancierd. Voor de betrokken uitvoerende organisaties is het ieder jaar afwachten hoeveel geld zij te besteden hebben. Een structurele aanpak en financiering van activiteiten zal de zwerfjongerenproblematiek ten goede komen; Er is een gebrek aan aandacht voor minderjarige zwerfjongeren. Juist deze kwetsbare groep valt tussen wal en schip. Zwerfjongeren onder de achttien moeten opgenomen worden in de probleemanalyse van centrumgemeenten. Voor deze veelal binnen de jeugdzorg ‘uitbehandelde’ jongeren valt namelijk nog veel winst te behalen qua huisvesting en begeleiding. Het creëren van een tussenvoorziening zou een oplossing zijn: begeleid zelfstandig wonen met meer uren begeleiding in de week dan nu geboden wordt. In plaats van de gebruikelijke 6 uur per week, bijvoorbeeld 14 uur per week; De meeste zwerfjongeren hebben een achtergrond in de jeugdzorg. De splitsing van de e hulpverlening op het 18 levensjaar heeft een verhoogd risico op uitval. De relatie met de jeugdhulpverlener stopt en bovendien wordt er niet standaard een risicotaxatie opgesteld. Het ontbreekt aan afspraken/samenwerking tussen jeugdzorg en maatschappelijke zorg. In de ketenaanpak voor zwerfjongeren bestaat nauwelijks of geen samenwerking tussen de maatschappelijke opvang en jeugdzorg in de vorm van afspraken over overdracht of gezamenlijke overleggen; Jongeren van 18 jaar (en ouder) hebben behoefte aan steun in hun proces naar volwassenheid. Veel zwerfjongeren missen ouders of vervangers die hen in dit proces kunnen ondersteunen; Creëer mogelijkheden voor passende doorlopende begeleiding vanaf 17 jaar. Hiermee kan het mogelijke gat tussen de verschillende hulpverleningstrajecten aan beide kanten van de leeftijdsgrens van 18 jaar worden overbrugd; Voor jongeren die een indicatie hebben voor jeugdzorg, kan er een aansluiting gezocht worden met het project ‘Vrijwillige coaching in de jeugdzorg’. Een project dat Variya in opdracht van de provincie Overijssel uitvoert met als doel om kwetsbare jongeren een steuntje in de rug te bieden in de periode wanneer zij uitstromen uit de jeugdzorg. Voor meer informatie:
[email protected].
30
H3 Landelijke initiatieven voor zwerfjongeren Zoals aangegeven in de inleiding is, naast het in kaart brengen van de situatie van zwerfjongeren in Overijssel, aan Variya gevraagd om goede initiatieven die elders in het land worden toegepast, te beschrijven. Belangrijkste bron om aan deze vraag te voldoen, vormt de informatie verkregen op het 2 congres ‘Zwerfjongeren in beeld’ . Het programma bood up-to-date informatie om vanuit de praktijk, wetenschap en vanuit de jongeren zelf te horen welke oplossingen werken en gewenst zijn. Naast informatie vanuit enkele relevante websites, is uit het congresprogramma een selectie van interessante initiatieven gemaakt.
1.
Specialistische zorg voor dakloze jongeren / ACT Team Rotterdam
Uitvoering: Lucertis, kinder- en jeugdpsychiatrie, onderdeel van Parnassia Bavo Groep, ACT Teams Jongeren. Achtergrond Grote groepen jongeren belanden tussen wal en schip. Jongeren krijgen niet de zorg, bescherming en de mogelijkheden tot deelname aan de samenleving waar ze recht op hebben. Deze problematiek geldt ook voor de gemeente Rotterdam. Rotterdam is een stad met veel jongerenproblemen. Er is een hoge werkloosheid, veel schooluitval en een groeiend gevoel van onveiligheid bij mensen in de buurt. ‘Gebrekkige samenwerking tussen scholen en jeugdinstanties laat jongeren glippen en maakt het systeem inefficiënt’, aldus de gemeente in hun publicatie ‘Ieder Kind wint”. Daarnaast is het voor de economie van belang dat het arbeidspotentieel zo volledig mogelijk gebruikt wordt. In onze economie is er veel behoefte aan geschoolde werknemers. Het is van sociaal en economisch belang dat jongeren zich verbonden voelen aan hun stad én met een afgeronde opleiding aan de ‘start’ verschijnen. Rotterdam kent zo’n 5.000 tot 6.000 kinderen en jongeren die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Hiervan hebben ongeveer 600 jongeren van 17 tot 24 jaar een ernstige psychiatrische problematiek (cijfers 2005) . Zij leven en wonen veelal op straat en hebben geen geld om voldoende in hun eigen onderhoud te voorzien. Deze jongeren komen niet of veel te laat bij de reguliere hulpverlening terecht. Wanneer zij wel bij een instantie terechtkomen, is er nauwelijks een andere oplossing dan opname in een intramurale setting. Of jongeren komen al vroeg in aanraking met justitie. Voor een jongere groep van 12- tot 16-jarigen waarbij de problematiek nog niet wordt herkend, is de kans groot dat zij later wel tot de groep met ernstige problematiek gaan behoren (cijfers zijn hiervan niet bekend). De gemeente Rotterdam heeft gesteld dat er gespecialiseerde hulp moet komen voor jongeren tussen de 12 en 24 jaar met meervoudige problemen. Hiervoor hebben zij in 2004 de GGZ Groep Europoort, Bavo RNO Groep en een welzijnsinstelling benaderd. Uit een verkenning naar het bestaande aanbod en een probleemanalyse kwam vooral naar voren dat het nieuwe te ontwikkelen aanbod goed moet aansluiten bij de leefwereld. De Assertive Community Treatment (ACT) leek hiervoor een geschikte methode. ACT-Jeugd: voor jongeren zonder postcode De Assertive Community Treatment Jeugdteams Rotterdam (ACT-Jeugd) bieden op specifieke wijze hulp aan jongeren met psychiatrische problemen die de weg naar de reguliere hulpverlening niet weten te vinden. Het zorgaanbod is gebaseerd op de uit de Verenigde Staten afkomstige methodiek Assertive Community Treatment (ACT) en kenmerkt zich door de woorden: outreachend, multidisciplinair, bemoeizorg en teamwerk. De kern van een ACT-traject is dat de begeleiding, zorg- en hulpverlening aan de jongere plaatsvindt op meerdere levensgebieden tegelijk. Zo wordt er zowel praktische hulp geboden, als maatschappelijke ondersteuning, dagbesteding, woonondersteuning, psychiatrische zorg, 2
Congres ‘Zwerfjongeren in beeld’, 4 juni 2009, schouwburg en congrescentrum Orpheus, Apeldoorn.
31
gezinsbegeleiding, schoolondersteuning en wat er verder nodig is. Specifiek hierbij is dat de begeleiding plaatsvindt op plekken waar de jongere zich ophoudt. De ACT-Jeugdteams zijn ontstaan omdat veel jongeren die op straat leven, niet bij de reguliere hulpverlening terechtkomen. Of jongeren kwamen wel terecht bij een vorm van hulpverlening, maar het lukte hen niet deze hulpverlening te behouden. De hulpverlening sloot onvoldoende aan bij hun dak- en thuisloosheid. Niet voor niets worden deze jongeren ook wel ‘jongeren zonder postcode’ genoemd. Daarbij zorgden ook wachtlijsten en wachttijden voor toename van de problematiek van de jongeren. Door tijdige en intensieve ondersteuning te bieden, kan het aantal opnames in intramurale zorg gereduceerd worden. De doelgroep bestaat uit jongeren met psychiatrische problemen, ‘zorgwekkende zorgmijders’, in de leeftijd van 12 tot 24 jaar. Hierbij gaat het onder andere om dak- en thuislozen met psychiatrische problemen, verslavingsproblemen en schulden in de gemeente Rotterdam en de directe omgeving. Het is een groep die veel overlast veroorzaakt en nauwelijks deel kan nemen aan de samenleving. Het bijzondere van ACT-Jeugd is dat uitgegaan wordt van de zogeheten ‘Ketenomkering’. Er wordt direct aangesloten bij de wensen van de jeugdige en zijn of haar context. De hulpverlening wordt vanuit de individuele vraag opgebouwd. Er wordt van alles gedaan om met de jongere contact te krijgen en het contact te behouden. Jongeren met ernstige en complexe problemen worden actief opgezocht door een ambulant team dat multidisciplinair begeleiding en behandeling biedt, indien nodig een diagnose stelt en hen daarna blijft volgen. ‘Wij vinden, boeien en binden’, luidt de slogan vanuit de ACT-organisatie. Belangrijk bij de aanpak is ook de organisatievorm van het team: er is geen individuele caseload, maar de jeugdigen worden door een multidisciplinair team begeleid. Het team bestaat uit mensen met verschillende functies en daardoor verschillende invalshoeken. De ‘verkokerde zorg’ wordt doorbroken. Deze ondersteuning is 24 uur per dag bereikbaar. Per hulpverlener is er een kleine gedeelde caseload van zeven tot tien cliënten met gemiddeld drie contactmomenten per week. ACT en de Wmo De activiteiten van het ACT-project vallen onder de Wmo-prestatievelden 2 en 8. In prestatieveld 2 gaat het om preventiegerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien. Door de ondersteuning vanuit ACT kunnen jongeren weer deelnemen aan activiteiten en eventueel toegeleid worden naar werk of naar een opleiding. Daarnaast wordt het ACT-team steeds vaker gevraagd om preventief mee te kijken naar de diagnose die bij jeugdigen gesteld wordt. Door tijdig een juiste diagnose te stellen, kunnen jongeren de behandeling krijgen die voor hen effectief is. Hiermee wordt voorkomen dat jarenlang van de ene organisatie naar de andere geschoven wordt. In prestatieveld 8 gaat het om het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Het bevorderen van de OGGZ is in 2007 overgeheveld naar de Wmo. Alle gemeenten in Nederland hebben taken op het gebied van de OGGZ gericht op zowel een vangnetfunctie (’erger en uitval’ voorkomen) en een herstelfunctie (‘weer meedoen en erbij horen en terugval voorkomen’) (Wolf, 2006). Vooral doordat jongeren actief op straat worden opgezocht en er wordt ingezet op rehabilitatie, sluit deze werkwijze aan bij de centrale doelstelling van de Wmo: ‘Meedoen in de samenleving’. ACT en de gemeente: onderdeel van de Persoonsgerichte aanpak Rotterdam De gemeente Rotterdam maakt zich in haar beleid sterk voor de ontwikkeling van kansen voor jongeren. Vooral daar waar het gaat om jeugdigen die opgroeien in risicovolle omstandigheden, waar problemen zich opstapelen en die dreigen weg te glijden in een situatie waarin deelname aan de samenleving marginaal is. Voor de uitvoering van dit beleid heeft de gemeente een driejarig actieprogramma Ieder kind wint opgesteld. In dit actieprogramma beschrijft de gemeente de doelgroep als volgt: ‘Het gaat om overlastgevende en zorgmijdende verslaafden, criminele en overlastgevende jongeren, veelplegers van geweldsmisdrijven en criminele en/of overlastgevende illegalen. De gemeente Rotterdam heeft in de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de aanpak van individuele personen die overlast veroorzaken. Jongeren worden opgenomen in de Persoonsgerichte
32
aanpak (PGA Jeugd). De PGA kenmerkt zich door een snelle selectie en screening van delinquenten, het stellen van een gezamenlijke diagnose, een gezamenlijk uitgevoerde aanpak die bestaat uit een justitiële aanpak en een hulpverleningsaanpak, en een warme overdracht tussen justitie en resocialisatie- of maatschappelijk traject. ACT-Jeugd is één van de partners waarmee binnen de PGA wordt samengewerkt. Assertive Community Treatment wordt al ruim dertig jaar toegepast in Engeland, Canada en de Verenigde Staten. Vanuit de wens tot minder verbrokkeling van de hulpverlening heeft ACT de laatste jaren ook in Nederland zijn intrede gedaan. Hoewel de invoering van ACT voor Nederland een nieuwe ontwikkeling is, is in de afgelopen achttien jaar al wel veel ervaring opgedaan met zorg onder de vlag van casemanagement, psychiatrische thuiszorg, begeleid wonen of vormen van intensieve thuiszorg. In 2004 zijn de mogelijkheden van een ACT-Jeugdteam onderzocht en ontwikkeld. Eind 2004 is, samen met de BAVO RNO Groep en het Centrum voor Dienstverlening, het eerste ACT-team voor jongeren gestart in de regio Rijnmond (Zimmermann, 2005). Het eerste ACT-Jeugdteam werd in 2004 gevestigd in een oude fabriekshal in de deelgemeente Delfshaven. Voor meer informatie: www.movisie.nl/professionaliteitverankerd
2.
Houvast: een passende interventie voor dakloze jongeren
Uitvoering: UMC St Radboud Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg m.m.v. Stichting Zienn Missie van Houvast De missie van Houvast is het ondersteunen van jongeren in hun proces van herstel tot een zo volwaardig mogelijk burger van de samenleving en in het verkrijgen van een door henzelf gewenste kwaliteit van leven. Het gaat uiteindelijk om de (re-)integratie van kwetsbare jongeren in de samenleving. Jongeren moeten er (weer) bij horen, hoop en perspectief krijgen en ook het gevoel er te mogen zijn. De interventie is gericht op jongeren tot 25 jaar met meervoudige problemen. Houvast kan geboden worden in de opvang, maar ook bij vormen van begeleid wonen en ambulante woonbegeleiding. De ontwikkeling van de interventie is gebeurd in nauwe samenspraak met jongeren zelf en met werkers. Er waren zes opvangvoorzieningen bij betrokken. Herstel • De ondersteuning van herstel bij jongeren staat bij Houvast centraal. Herstel betekent in dit verband: • Zingeving en hoop & perspectief • Bestaansvoorwaarden: woonruimte, inkomen, dagactiviteiten etc. • Leven in eigen hand & zoveel mogelijk zelf doen • Vertrouwen in en verbinding met anderen • Goed gevoel over jezelf, eigenwaarde & trots Basiswaarden van Houvast Houvast gaat uit van de eigen kracht van jongeren. Basiswaarden van Houvast zijn: • Het primaat ligt bij de werkrelatie: Herstel begint met respect en vertrouwen • Er is, wat de jongeren ook hebben meegemaakt, bij de jongeren een vermogen tot herstel en tot hernemen van de regie over hun leven; o De focus is op krachtbronnen bij jongeren en in omgeving, o Een goede match is hefboom tot gewenste kwaliteit van leven o De sleutel tot herstel ligt in de hoop op een betere toekomst en bij wat jongeren zich in hun leven wensen. • Jongeren hebben de regie over de begeleiding. Herstelcapaciteit is in essentie al aanwezig.
33
• •
De woon- en leefsituatie van de jongeren en daarmee ook de werksetting is zo min mogelijk institutioneel en zo maatschappelijk mogelijk. De gemeenschap is een belangrijke vindplaats van steun en krachtbronnen.
Opzet werkboek In het werkboek Houvast wordt de interventie uitgewerkt in trainingsmodulen en daarbij horende achtergrondinformatie. Het materiaal is te gebruiken in de scholing van werkers in spé en in bijscholing van werkers die in de praktijk al met kwetsbare jongeren werken. Aan de orde komen in het werkboek: • Wat jongeren kwetsbaar en krachtig maakt: o Risico- en beschermende factoren in het leven van jongeren. o Uitgaan van herstelvermogen en eigen kracht. • De werkrelatie centraal met o.a. kritische ingrediënten van relatie, hoe confronteren, hoe perspectief en hoop geven, verschil tussen persoonlijke en professionele relatie, etiquette voor werkers. • Inschatting van eigen krachten en hulpbronnen • Doelen stellen en herstelplan met o.a. valkuilen, motiveren, voorkomen van ontmoediging • Benutten en creëren van veilige, steunende omgeving • Teamintervisie • Kenmerken van een casusgeleide organisatie Beschikbaarheid Houvast In het najaar van 2009 is het werkboek Houvast beschikbaar bij het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud Nijmegen. Er wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van een trainingsinfrastructuur, zodat aan werkers trainingen kunnen worden gegeven. Financiering en uitvoering Dit project is mogelijk gemaakt door subsidies van het VSB-fonds en Stichting Anu. De projectleiding van het project Houvast is in handen van Prof. Dr. J. Wolf. De uitvoering is gedaan door Drs. A. Altena, Prof. Dr. G. van der Laan en Prof. Dr. J. Wolf. Voor vragen kunt u contact opnemen met Judith Wolf (telefoonnummer 024-3614365,
[email protected]).
3.
Rapport 'Meer werkkansen voor zwerfjongeren'
“Samenwerking tussen UWV, gemeenten, opvangorganisaties en jobcoaches werkt” Uitvoering: Vilans, m.m.v. Federatie Opvang. Voor het eerst is in Nederland de situatie van zwerfjongeren met een beperking in kaart gebracht als het gaat om hun arbeidsmogelijkheden. Via een enquete, interviews en deskresearch is nagegaan hoe deze jongeren ondersteund worden en wat hun specifieke problematiek en mogelijkheden zijn. Verder is in een pilot in Utrecht nagegaan of samenwerking tussen UWV, gemeente en opvanginstellingen zodanig vorm gegeven kan worden dat de arbeidsmarktpositie van zwerfjongeren met een beperking verbetert, bijvoorbeeld doordat door samenwerking de specifieke problematiek van zwerfjongeren beter onderkend wordt en meer gebruik gemaakt wordt van de regelingen en voorzieningen voor jongeren met een arbeidsbeperking. De resultaten van het onderzoek en de praktische aanbevelingen voor professionals die zwerfjongeren begeleiden zijn samengevat in het rapport 'Meer werkkansen voor zwerfjongeren met een arbeidsperking'. Het rapport is tevens gratis te downloaden via de webwinkel. Naast een rapport is er eerder een gelijknamige brochure met aanbevelingen voor UWV, opvangorganisaties en gemeenten verschenen.
34
Meer informatie: Branko Hagen, telefoon (030) 789 23 83 of Monique Spaltman, telefoon (030) 789 23 51
4.
In Holland staat een huis
In Holland staat ons Huis is een community-art-project, waarin (ex)dak- en thuislozen en hun buren samen aan de slag gaan met muziek, theater, beeldende kunst, discussie, enzovoorts, en toewerken naar een dynamische en mooie presentatie. Met de buurt als podium, de (ex)dak- en thuislozen en bewoners als acteurs en smaakmakers, en ‘de wereld’ als publiek. Buurtbewoners en (ex) dak- en thuislozen gaat niet altijd samen. Over en weer zijn mensen terughoudend, afwerend zelfs. Ook als het goed gaat is het belangrijk te blijven investeren in goede contacten. Daarvoor is de formule In Holland staat een Huis bedacht. In Holland staat ons Huis brengt mensen samen. Daagt hen uit samen aan de slag te gaan op een creatieve manier en tegelijkertijd te praten over alles wat hen bezighoudt. Zo leren buren elkaar kennen, hoe verschillend hun achtergronden soms ook zijn. In Holland staat ons Huis is een initiatief van Het Projektenburo en Stichting ACCU, organisator van vele Community-Art-projecten. Deze twee Amsterdamse organisaties maakten twee jaar geleden, samen met Stichting Kunst=Zinnig uit Rotterdam, het straattheaterproject Sterreke Mensen tot een succes. Dak- en thuislozen speelden een kerstshow, een eigenzinnige vertolking van het kerstverhaal, op pleinen in Rotterdam en Amsterdam voor het winkelend publiek. Spetterend, ontroerend, vrolijk, onvergetelijk. Dit inspireerde tot een nieuw community-art-plan, inspelend op het belang van een goede communicatie tussen dak- en thuislozen en buurtbewoners. In elke stad waar In Holland staat ons Huis gaat draaien wordt samen gewerkt met locale opvanginstellingen, buurtorganisaties, scholen, en wie er maar wil aansluiten. In Holland staat een Huis wordt mogelijk door financiële bijdragen van particuliere fondsen (waaronder Oranjefonds, PIN en Kinderpostzegels) en de betrokken gemeentes. En natuurlijk door de inzet van alle betrokken organisaties en samenwerkingspartners. Voor meer informatie: www.projectenburo.nl/actueel/inhollandstaateenhuis/index.html
5.
Winnaars ‘Altijd Onderweg Prijs’
De ‘Altijd Onderweg Prijs’ is een award voor projecten die zwerfjongeren vooruit helpen. Sinds 2005 reikt de Stichting Zwerfjongeren Nederland in samenwerking met het R.C. Maagdenhuis De ‘Altijd Onderweg prijs uit aan een succesvol begeleidingsproject dat de situatie van dak- en thuisloze jongeren verbetert. Deze prijs van 10.000 euro wordt jaarlijks uitgereikt. Personen en instellingen kunnen door derden worden genomineerd.
35
WINNAAR HOOFDPRIJS 2008 RG consult – Woonproject Rokkeveen – Zoetermeer Het project Rokkeveen is een voorziening voor begeleid wonen in Zoetermeer voor acht jongeren: zes in een begeleidingstraject, twee als hoofdbewoners. Deze hoofdbewoners zijn studenten die een opleiding volgen en een voorbeeldrol vervullen voor de andere bewoners. RG-consult geeft individuele en groepsgewijze begeleiding. Gewerkt wordt met de zgn. ervaringsleer, waarbij jongeren via een klimtraject (in klimhal en later in de Alpen) leren doelen te stellen en via een kookproject voor zichzelf te zorgen. Het project is concreet, kleinschalig en persoonlijk van aard, dwingt tot zelfevaluatie en zelfwaardering. JURY RAPPORT Dit project combineert een aantal essentiële elementen van een veelbelovend en vernieuwend project: kleinschaligheid, andere jongeren als rolmodel, begeleid wonen als schakel naar zelfstandigheid, stimuleren van fysieke training, mentale zelfwaardering en praktische zelfstandigheid. Vooral de eigen kracht van jongeren, daarin gestimuleerd door leeftijdgenoten in een (meer) stabiele situatie, spreken aan. Een maatjesproject ingebed in een professioneel begeleidingstraject, met een positieve insteek. WINNAAR HOOFDPRIJS 2007 Don Bosco – Filmspot!- Amsterdam FilmSpot! is een project vóór en dóór jongeren. In verschillende opvanghuizen voor dak- en thuisloze jongeren, jonge moeders en zwangere meiden in Amsterdam afleveringen opnemen. Jongeren krijgen zo de kans om hun creativiteit op het gebied van filmen en acteren op een laagdrempelige manier te ontdekken, daarnaast krijgen zij de mogelijkheid om hun leef/woon omgeving op een positieve en ‘eigen manier’ te presenteren. Aflevering één van FilmSpot! vond plaats in het Bertolt Brechthuis; ‘Bertolt Brecht goes MTV cribs!’. In het MTV programma Cribs laten bekende sterren hun huizen zien aan een cameraploeg met het nodige (humoristische) commentaar, deze keer niet de sterren, maar de bewoners van Bertolt Brechthuis. JURY RAPPORT De jury is enthousiast over de grote betrokkenheid van jongeren zelf in dit project. De werkwijze is aansprekend en sluit goed aan bij de leefwereld van jongeren en de manier waarop jongeren zich uitdrukken. Uitgaande van een ‘grassroots’ en ‘low budget’ aanpak lukt het jongeren om hun creatieve en technische talenten te ontwikkelen. Niet te onderschatten is ook hoe door deelname aan dit project jongeren hun zelfrespect en eigen waarde kunnen vergroten en tot op zekere hoogte door hun leven en levenssituatie te beschouwen en aanschouwen de gelegenheid krijgen tot enige zelfreflectie. Zelf iets maken en tot standbrengen doet mensen groeien. Het eindproduct draagt bij aan bewustwording van het brede publiek over de leefsituatie van thuisloze jongeren en over hun veerkracht en talent. Zowel voor de thuisloze jongeren als voor de jongeren die het initiatief begeleiden is dit een waardevolle leerervaring voor de toekomst. Bovendien heeft de jury grote waardering voor het creatieve en innovatieve karakter van dit project. Een kanttekening is wellicht te plaatsen bij de continuïteit van het project die vooralsnog afhangt van een enthousiaste groep initiatiefnemers. Het concept is breed toepasbaar, en is de moeite van het verder oppakken waard. WINNAAR HOOFDPRIJS 2006 Stichting Huis - Waarkanikheen.nl - Groningen De website Waarkanikheen.nl is gemaakt door en voor zwerfjongeren. Het project is een leer- en werkervaringsproject en verschaft informatie aan jongeren die met dak- en thuisloosheid te maken
36
hebben of dreigen te maken te krijgen. Ook is er van alles te vinden over geld, drugs, huisvesting, sex en links die de jongere verder kunnen helpen met actuele vragen. Jongeren maken leren zelf stukjes te maken en komen in een redactie bijeen.Waarkanikheen.nl wordt via Stichting Huis, die jongerenopvang heeft, begeleid. Bekijk www.waarkanikheen.nl JURY RAPPORT Een uitstekend concept, dat - voor deze doelgroep (en waar mogelijk hun omgeving) - zonder meer innoverend is. De web-site kan op meerdere terreinen en manieren een constructieve bijdrage leveren aan de levensomstandigheden en behoeften van zwerfjongeren. Het stelt hen in staat contacten te leggen, informatie te vergaren, maar vooral ook om zelf een bijdrage te leveren en de site helemaal af te stemmen op hun behoeften. Dit leidt, naar verwacht, tot een positieve impuls op het gebied van zelfwerkzaamheid, zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en zelfbeeld. De site is breed toepasbaar, kan ook voor ‘derden’ nuttig zijn en goed zijn voor het (‘externe’) imago van de deelnemers. Het succes staat of valt met een daadwerkelijke en voortdurende (betrokkenheid van de zwerfjongeren zelf. De site moet echt door en voor hen gemaakt, bijgehouden en (verder) ontwikkeld worden. Landelijk ‘uitrollen’ lijkt zonder meer de moeite waard. WINNAAR HOOFDPRIJS 2005 Het Projektenburo – Attention - Amsterdam Het project Attent!on is een Hiphopproject voor dak- en thuisloze jongeren (in hun eigen termen: jongeren-van-de-straat). Het project heeft een tweeledige doelstelling. Enerzijds wil het dak- en thuisloze jongeren activeren en motiveren. En hen een opstap bieden uit hun geïsoleerde positie te treden. Muziek en jongerencultuur zijn daarbij middelen, die de kans bieden hun eigen capaciteiten en mogelijkheden af te tasten, hun vaardigheden te vergroten en hun contactennetwerk (m.n. met jongeren die het maatschappelijk wel redden) te verbreden. Anderzijds wil het project bijdragen aan een reële beeldvorming over deze doelgroep. In de beeldvorming overheerst de ‘probleemkant’, al dan niet gepaard gaande met het overlastaspect. De positieve manieren waarop de jongeren (proberen) naar buiten (te) treden, verdienen evenzeer aandacht. Voor meer informatie: www.altijdonderwegprijs.nl
6.
Handreiking voor gemeenten: Aanpak zwerfjongerenproblematiek
Vanaf juni 2009 is de geactualiseerde versie van de handreiking die SGBO in 2007 heeft gemaakt in opdracht van het ministerie van VWS beschikbaar. In de handreiking wordt o.a. in zes stappen aangegeven hoe een gemeente beleid kan ontwikkelen en uitvoeren voor de doelgroep zwerfjongeren. De handreiking is te downloaden van de volgende websites: www.zwerfnet.nl www.opvang.nl www.zwerfjongeren.nl
7.
Internationaal onderzoek naar zwerfjongeren
Het internationale project ‘Combating Youth Homelessness’ doet onderzoek naar zwerfjongeren in Engeland, Portugal, Tjechie en Nederland. In Nederland zijn twaalf interviews gehouden met professionals en managers van onder meer de crisisopvang. De resultaten komen in een national report, waarna onze situatie wordt vergeleken met de drie andere landen. Dit legt de basis voor de kern van het onderzoeksproject: interviews met 54 zwerfjongeren. De verwachting is dat deze interviews meer inzicht geven in de oorzaken van dakloosheid. Hoe komt het bijvoorbeeld dat jongeren maatschappelijk uitvallen?
37
Wat belemmert de terugkeer in de maatschappij? En wat zegt dat over de manier waarop onze samenleving is georganiseerd? De interviews worden afgenomen door ex-zwerfjongeren. Ook in de drie andere landen worden interviews met jongeren gedaan. Dat maakt het mogelijk om zwerfjongerenproblematiek vanuit vier verschillende nationale contexten te bekijken en te vergelijken. De resultaten worden in 2011 gepresenteerd tijdens een internationale conferentie in Brussel. Meer informatie: Anna van Deth
[email protected] of 030-7892069
38
Geraadpleegde literatuur Algemene Rekenkamer (2008) Opvang zwerfjongeren 2008 Fransen, N., Van Den Handel, C. & Wolswinkel, L. (2009) Zwerfjongeren (z)onder dak; Casus onderzoek naar de overstap van Jeugdzorg naar Maatschappelijke Opvang. Amsterdam: DSP Groep Jarabee – Jeugdzorg in Twente (2009) Jaarverslag 2008 Thuislozen Team Enschede, Hengelo en Almelo en Jonge Moederproject Enschede Jarabee – Jeugdzorg in Twente (2008) Jaarverslag 2007 Thuislozen Team Enschede, Hengelo en Almelo en Jonge Moederproject Enschede Kruize, A., Hofman, M. & Bieleman, B. (2008) Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008; Metingen 2001 tot en met 2007. Groningen: Intraval Team Zwerfjongeren GGD Regio IJssel-Vecht (2008) Zorg voor zwerfjongeren; Tussenevaluatie 2006-2007 Vocks, J., Meertens-van Engelen, V., Wolf, J. & Nicholaas, S. (2006) Samenvatting ‘Dakloos in Zwolle; onderzoek naar de omvang en kenmerken van kwetsbare mensen in Zwolle. UMC St. Radboud
39
Overzicht van geïnterviewden Enschede - Mevr. M. Hummels, beleidsmedewerker gemeente Enschede (Verslavingszorg, Dak- en thuislozen en OGGZ); - Mevr. T. Velthuizen, Jarabee: Trajectbegeleider afdeling Coach; - Mevr. L. Bruns, Jarabee: Lokatiemanager Enschede; - Dhr. F. Floris, Jarabee: Casemanager Wijkzorgteam / proces coördinator JongerenPunt. Hengelo - Mevr. C. Wildemors, beleidsmedewerker gemeente Hengelo (Veiligheid); - Mevr. J. Francken, Jarabee: Lokatiemanager T-team Hengelo; - Mevr. P. Mollema, Jarabee: Medewerkster T-Team. Almelo - Dhr. G. Rotman, beleidsmedewerker gemeente Almelo, afdeling Samenleving; - Mevr. R. Harmelink, Jarabee: Lokatiemanager T-team Almelo; - Dhr. R. Barend, Humanitas Onder Dak: procescoordinator Kamers met Kansen Almelo. Deventer - Mevr. A. Oostveen, Programma-onderdeelmanager Jeugd, gemeente Deventer; - Dhr. F. Hoogland, gemeente Deventer: projectleider ‘Zwerfjongeren’. Zwolle - Dhr. T. van der Veen, beleidsmedewerker gemeente Zwolle, afdeling Maatschappelijk Ontwikkeling.
40
Wierdensestraat 39c 7607 GE Almelo
t. 0546 - 54 20 20 f. 0546 - 54 20 30
[email protected] www.variya.nl