Hoofdstuk IV. Wielersport in Kalken in de naoorlogse periode. A.
De organisatie van wielerwedstrijden.
Een organisatie van wielerwedstrijden was niet meer hetzelfde als tijdens het interbellum. De verkeerswetgeving op de wielerkoersen maakte gaandeweg van het inrichten van een wedstrijd een ernstige zaak met verantwoordelijkheden. Er waren meer factoren waarmee rekening diende gehouden te worden: een pilootwagen en een bezemwagen, seingevers, afsluiting of afspanning in de aankomstzone, grootte van de omlopen, verplichting tot ehbogebreveteerde, enz…. Dat maakte het ook moeilijker voor de plaatselijke burgemeesters om een vergunning voor wedstrijden onderbeginnelingen of niet-aangeslotenen BWB te verlenen. Die problematiek zal de lezer in dit hoofdstukonderdeel van tijd tot tijd geïllustreerd zien met lokale voorbeelden. • • • • • • • • •
Onderbeginnelingen: de nog niet aangeslotenen bij de BWB Nieuwelingen of beginnelingen: aangeslotenen bij de BWB. Het eerste officieel nationaal kampioenschap had te Wetteren plaats in 1929. In 1965 was er geen nationaal kampioenschap. Zuivere liefhebbers: het eerste officieel nationaal kampioenschap werd verreden in 1919. Bestond tot in 1946. Juniores: eerste officieel nationaal kampioenschap werd verreden in 1926 te Antwerpen. De categorie bestond tot in 1946. Opnieuw ingevoerd sinds het overgangsjaar 1965. Liefhebbers of amateurs: ontstaan door versmelting van de categorieën van zuivere liefhebbers en juniores in 1947. Die categorie bleef bestaan tot in 1995. Beloften: categorie opgericht in 1995. Elite zonder contract: categorie opgericht in 1995. Onafhankelijken: het eerste officiële kampioenschap werd in 1911 in Bastenaken verreden. De categorie bestond van 1911 tot 1940 en van 1945 tot 1965. Tijdens de Tweede Wereldoorlog aangeduid als beroepsrenners B. Beroepsrenners of Elite met contract: blijkbaar sinds ontstaan wielersport. Profs konden na Wereldoorlog II een tijdlang als individuele aan wedstrijden deelnemen. Kort na Wereldoorlog II werd blijkbaar kortstondig een onderscheid gemaakt tussen Beroepsrenners A en B, niet vergelijkbaar met de onderverdeling tijdens die oorlogsperiode. Tabel 7. Algemene onderverdeling in categorieën BWB.
1. De BWB waakt. Na WO II eiste de Belgische Wielrijders Bond (BWB) in het wielersportleven een steeds belangrijkere rol op. De BWB heeft wel druk op de wetgever gezet om komaf te maken met concurrentie op het vlak van wielerwedstrijdorganisaties, die aan weinig of niets voldeed, maar rechtstreeks blijkt de BWB daar volgens Johan Van Win geen vat op gehad te hebben. Voor zover we konden nagaan, bestonden er kort na WO II nog steeds enkele herbergiersverenigingen die ter gelegenheid van de traditionele kermissen wielerwedstrijden wilden inrichten. Zonder goede contacten met de BWB lukte dat blijkbaar niet zo erg en men nam regelmatig een toevlucht tot het inrichten van wedstrijden voor niet-BWB-aangeslotenen. Gemeentebesturen die zulke wedstrijden toelieten, ook het Kalkense gemeentebestuur, werden door de BWB op de vingers getikt, gesteund door de invoering van nieuwe richtlijnen Vruchten van het platteland 16
55 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
(verzekeringen, veiligheidsmaatregelen bij de aankomst door het plaatsen van een afsluiting vóór en na de streep, enz…). Dat blijkt overduidelijk uit een schrijven van de Oostvlaamse Afdeling van de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond van 30 mei 1951 aan het Kalkense gemeentebestuur. Daarin beëindigde de voorzitter van die afdeling, burgemeester Du Chateau van Wetteren, de uiteenzetting met de zin: Ik denk niet dat wij er enig belang bij hebben om koersen voor niet aangeslotenen toe te staan. De geplande wedstrijd voor beginnelingen BWB op de wijk De Kruisen van donderdag 20 september 1951 werd door de BWB verboden omdat die dag het interclubkampioenschap plaatshad. De Kalkense burgemeester verleende ten uitzonderlijken titel de toelating tot de organisatie van een wedstrijd voor nieuwelingen niet-BWB om de wijk Kruisen niet te benadeligen tegenover de andere wijken ter gelegenheid der kermis19. Het Kalkense gemeentebestuur zou in de komende jaren nog af en toe wielerwedstrijden voor niet-aangeslotenen BWB toestaan omwille van de geldende wijkkermisagenda. Dat zou leiden tot vermaningen vanwege de BWB in onder andere 1952 en 1954. Met het rondschrijven uit 1954 werd van de plaatselijke overheid een schriftelijke verklaring verwacht om gedurende het seizoen 1954 geen toelating meer te geven op het grondgebied van de gemeente wielerwedstrijden voor renners niet aangesloten bij de Belgische Wielerbond in te richten. We weten niet van welke datum die omzendbrief dateert, maar voor zover we konden nagaan, was de wedstrijd ter gelegenheid van Vromondstraatkermis op 9 mei 1954 de laatste verreden wedstrijd voor niet BWB-aangeslotenen in die periode. Een gelijkaardige aanvraag voor de organisatie van zo’n wedstrijd op de wijk De Kruisen ter gelegenheid van Kalkenkermis 1954 werd niet meer toegestaan. Tot omstreeks 1960 werden sommige wielerwedstrijden ter gelegenheid van wijkkermissen dan maar omschreven als valiezenkoersen. Die wedstrijden liepen over een relatief beperkte afstand. Volgens André De Kegel ging het om wedstrijden van een tiental ronden van 3 à 4 km lang. Aan die wedstrijden namen vooral plaatselijke jongeren en niet-BWB-aangeslotenen deel. Gesleur met valiezen en verkleedscènes zoals tijdens de periode vóór WO II kwamen er niet meer aan te pas. Dat er strengere voorwaarden golden voor de organisatie van wielerwedstrijden, komt tot uiting in twee voorbeelden uit de jaren 1950-1951. De Verenigde herbergiers van de Vromondstraat richtten op 20 mei 1950 een wielerwedstrijd in waarbij de burgerlijke verantwoordelijkheid verzekerd was. Een stapje verder dienden volgende organisatoren te gaan. De Verenigde herbergiers van de Zomerstraat kregen van het gemeentebestuur de toelating een wielerwedstrijd in te richten op 1 mei 1951 op voorwaarde dat de renners verzekerd waren en dat de aankomstlijn afgespannen was 50 meter vóór en 15 meter na de aankomstlijn. De plaatselijke politie zou zich met de ordedienst gelasten. 2. Club Sport en Nering Kalken, nr. 506: een gemeentelijke overkoepelende organisatievorm. a. Over de oprichting De organisatie van de wedstrijden voor beroepsrenners te Kalken tijdens de periode 19451960 moet meer dan waarschijnlijk toe te schrijven zijn aan een groep mensen die onder een bepaalde organisatievorm werkzaam waren. Verdere gegevens daarover ontbreken echter. Van 12 september 1950 dateert een schrijven van de toenmalige voorzitter Marcel De Wilde en secretaris Ernest De Gelder van Sport en Nering Kalken – bij de BWB gekend onder de benaming Club Sport en Nering nr. 506 - de burgemeester, schepenen en raadsleden van Kalken met de vraag tot het bekomen van een gemeentelijke bijdrage voor de organisatie van een wedstrijd voor onafhankelijken op de wijk Eesvelde op kermismaandag 1950.
19
Gemeentehuis Laarne, Archief Kalken, nr. 205.9, Sportcomité Kalken I en II, brief 12 september 1951.
Vruchten van het platteland 16
56 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
De vereniging is mogelijk gegroeid naar analogie met de gelijknamige sportvereniging uit Wetteren die reeds in 1925-1926 een sportwerking was begonnen. Volledigheidshalve melden we ook het bestaan van een Sport-en Neringafdeling in Beervelde vanaf 1953. De Club Sport en Nering nr. 506 stond dus in direct contact met de regionale BWB-afdeling met als contactpersoon Maurice Blancquaert uit Beervelde. Sport en Nering had op 9 maart 1950 reeds 5000 BEF gemeentelijke toelage gekregen. Sport en Nering Kalken had toen reeds 60.000 BEF uit eigen middelen aan organisatoren van kermiswielerwedstrijden gegeven. Diezelfde Kalkense vereniging organiseerde met gemeentelijke financiële steun de aankomst van de tweede rit van de Ronde van België voor Onafhankelijken op 29 juli 1951. Vanuit de Provinciale Technische Dienst kreeg de toenmalige secretaris ad interim, Matthys uit de Koffiestraat, bij brief van 27 juli 1951 toestemming voor die organisatie onder vier voorwaarden: - het verkeer der voetgangers mag in geen geval belemmerd worden. - voor de toeschouwers mogen op de openbare weg (zelfs langs beide kanten) plaatsen worden voorbehouden op voorwaarde dat daardoor het verkeer niet wordt stilgelegd. - De afgesloten plaats moet zó zijn aangelegd dat de baan voor de weggebruikers toegankelijk blijft zonder dat hun daarvoor enige betaling mag gevraagd worden. - De inrichters blijven alleen verantwoordelijk voor de schade, ongevallen of ongemakken die deze toelating kan meebrengen. Daarom bij aankomst der renners mag het verkeer kortstondig en tijdelijk worden stilgelegd of omgeleid, doch slechts wanneer noodzakelijk om ongevallen te voorkomen. Een bijkomende moeilijkheid was het tramverkeer van de NMVB dat tussen 17 en 19 uur tussen Kalkendorp en Kalken-stelplaats diende onderbroken te worden. Meteen weten we dat de aankomst plaats had in de Vaartstraat, en wel ter hoogte van het kasteeltje Ter Weiden, de woonplaats van burgemeester Werner Tibbaut. Het gemeentebestuur diende de aanvraag tot onderbreking van het tramverkeer in. Tijdens de gemeenteraadszitting van 2 december 1952 werd de beslissing genomen tussen te komen in de kosten voor het inrichten van sportfeesten en sportmanifestaties ter gelegenheid van feestelijkheden die een algemeen karakter dragen en geenszins voor het inrichten van wielerwedstrijden voor een bepaalde wijk. Een krediet van 10.000 Bfr zou daarvoor voorzien worden in de gewone dienst der uitgaven. Volgens de overlevering stonden vooral Roger De Broe en onderwijzer Jozef Meys aan de wieg van een nieuwe gemeentelijke werkgroep die op 15 november 1954 opgestart werd onder de benaming Sportkomité Kalken. Meer dan waarschijnlijk nam die werkgroep de werkzaamheden van de hiervoor genoemde werkgroep over; ze bleef bij de BWB trouwens de oorspronkelijke erkenning van Club Sport en Nering nr. 506 behouden. In de briefhoofden van de vereniging werden in de loop der jaren meerdere benamingen gebruikt: Sport en Nering Kalken, Sportkomité Kalken en laatst Feest- en Sportkomité Kalken. Voor de eerste werkjaren tot 1962 blijkt weinig bruikbare informatie bewaard te zijn (wel een kasboekje met algemene kosten- en batenvermeldingen voor de periode 1955-1962). Werkdocumenten voor 1962-1964 blijken wel beschikbaar evenals gegevens vanaf ca. 1969 tot 1981. De werkgroep Sport en Nering Kalken fungeerde als tussenpersoon voor de organisatie van wielerwedstrijden tussen de Belgische Wielrijdersbond en de eigenlijke inrichters (herbergiers en privé-personen). b. Werkingsmiddelen en financiële ondersteuning. Sport en Nering Kalken was voor de inkomsten afhankelijk van het gemeentebestuur (subsidies), Sport en Nering Wetteren (retributie op verkoop met zegeltjes), financiële steun vanuit de verschillende wijken van de gemeente, de organisatie van een cyclocrosswedstrijd en de opbrengst van een jaarlijks sportbal. 57 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
De van jaar tot jaar steeds mindere bedeling van sport en neringzegels in Kalken op het einde van de jaren 1960 leidde tot een steeds kleinere winstverdeling. Was Sport en Nering Kalken opgericht om vooral de plaatselijke wielersport te promoten, dan zouden vanaf begin de jaren 1960 ook zowat alle andere lokale sportverenigingen een financieel duwtje in de rug krijgen: Volleybalclub Kalken, Tele Boxing Club Kalken, FC Hoger Op Kalken, FC Opel Kalken, Turnclub Kalken, KAJ-Kalken voor de organisatie van de jaarlijkse oefencross, de Boerenkrijgruiters, wielertoeristenclub Calcine, enz... Bovendien kregen ook verschillende supportersclubs van plaatselijke renners een bescheiden financiële steun, zoals bijvoorbeeld de supportersclub Sylvain Engels in 1970.
Illustratie 47. Briefhoofd van vzwd Sport en Nering Wetteren die de spaarzegels uitgaf. Ook andere groeperingen vroegen en kregen financiële steun. Vooral na de omvorming tot Sport- en Feestcomité Kalken was dat het geval. Konden rekenen op financiële hulp: Koninklijke Harmonie Ste.-Cecilia Kalken, Zang- en Siervogels Kalken, het comité dat SintDenijskermis in de Boombos inrichtte, het comité dat Zomerstraatkermis inrichtte, gebuurtedekenij Vromondstraat-Gaverstsraat, het Breughelcomité, de Verenigde Kleindiervrienden voor Kalken en Omliggende, de avondmarkt Kalkenkermis, het Karnavalcomité, de Rode Kruisafdeling, Jeugdraad Kalken, enz. Sportactiviteiten of feesten van de plaatselijke scholen of zomerfeesten en Vlaamse kermissen konden echter niet rekenen op financiële steun van Sport- en Feestcomité Kalken. De fusie met Laarne tot de nieuwe gemeente Laarne zou daarin toch enige verandering brengen. Socio-culturele verenigingen zouden voortaan niet meer door Sportcomité Kalken gesteund worden. Voor de periode 1981-1982 bijvoorbeeld, stelde Sportcomité Kalken geld ter beschikking voor de viering van de sportlaureaten, een toelage voor de avondmarkt en een muziekoptreden ter gelegenheid van Kalkenkermis, een toelage voor de KAJ-oefencross en toelagen aan georganiseerde wielerwedstrijden. Die laatste toelagen werden vastgesteld op 2500 frank voor een wedstrijd voor veteranen en cyclosportieven, 3500 frank voor nieuwelingen, 4000 frank voor juniores en 5000 frank voor liefhebberswedstrijden. Tijdens de periode 1974-1982 ontvingen een tiental renners een financieële bijdrage: Roland De Lathouwer, Georges De Kestelier, Johan De Lathouwer, Patrick Van Damme, Jean-Pierre Sennesael, Dirk Leboeuf, Jos Verstraeten, Marc Hendrickx, Eddy De Clercq, Eddy Van Puyenbroeck en Rudy Rogiers. c. Samenstelling. De samenstelling van Sportcomité Kalken was gebaseerd op een fractie van de gemeenteraad en vertegenwoordigers van wijken waar sportactiviteiten werden ingericht. De werkgroep telde ongeveer 20 personen, zowat evenredig verspreid over de verschillende wijken van de gemeente. Zo konden wijkgebonden jaarlijkse omhalingen gemakkelijker uitgevoerd worden. 58 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
De vroege jaren 1960 verliepen zeer woelig voor het sportcomité. Als uitloper van politieke verdeeldheid op het vlak van lokale wielerorganisaties werd Wielerclub Kalken opgericht en een dispuut om persoonlijke redenen had men ook de medewerking verloren van een belangrijke persoon als onderwijzer en voorzitter Jozef Meys. De oudst aangetroffen ledenlijst, die voor het werkjaar 1963, was de volgende: Crommelynck Marcel (voorzitter), De Vogelaere Marcel (secretaris)20, gemeentesecretaris De Landtsheer Marcel (penningmeester), burgemeester en erevoorzitter Tibbaut Werner, Pikhaus Rudolf, Plaetinck Jozef, De Broe Roger, Dhooghe Floris, De Landtsheer Jules, Rogiers Aimé en De Kegel Jozef.
Illustratie 48. Sportcomité Kalken, eind jaren 1950- begin jaren 1960. Staand van links naar rechts: Cyriel Vermeersch, Marcel De Landtsheer, Georges Bogaert, Aimé Rogiers, Marcel Scheire, x, x, Floris Dhooghe, André Braeckman en Arsène De Kesel. Zittend van links naar rechts: Baert, René Blancquaert, burgemeester Werner Tibbaut en onderwijzer Jozef Meys. Verzameling Gemeentehuis Laarne, Archief Kalken. Tot midden 1971 bleef de samenstelling van die werkgroep nagenoeg dezelfde. De ondertussen overleden gemeentesecretaris Marcel De Landtsheer was vervangen door Marcel Rogiers. Diverse bewaarde jaarlijkse ledenlijsten vermelden twintig leden. Een herstructurering met – opnieuw - politieke achtergrond zorgde in augustus 1971 voor een herverdeling van de belangrijkste taken. Floris Dhooghe werd de nieuwe voorzitter en onder zijn voorzitterschap zou het sportcomité voor een aantal succesrijke organisaties zorgen. Stuwende kracht achter het sportcomité Kalken was Floris Dhooghe, onder andere in de functie van schepen van sport. 20
Marcel’s vader was beroepsrenner van 1902 tot 1908: Rene De Vogelaere. Hij reed vooral op de piste.
Vruchten van het platteland 16
59 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Dat er in het midden van de jaren 1970 een groep jonge wielrenners aantrad, vergemakkelijkte misschien wel die opdracht. In die periode konden heel wat Sterritten voor liefhebbers en twee aankomsten van een rit van de Ronde van België voor liefhebbers georganiseerd worden. Na de gemeentefusie van 1 januari 1977 bezat de nieuwe gemeente Laarne echter twee gemeentelijke sportcomités. Begin 1986 drong een reorganisatie van het Kalkense sportcomité zich op. De poging om, onder leiding van de nieuwe voorzitter Jozef Plaetinck, het sportcomité om te vormen tot een overkoepelend orgaan voor alle sporten in Kalken mislukte. Het sportcomité hield op te bestaan. Het aantal georganiseerde wielerwedstrijden op Kalkens grondgebied daalde in die periode eveneens heel sterk. Jarenlang zou het feestcomité van de wijk Hussevelde ter gelegenheid van Kasseikenskermis in juli de enige zijn om wielerwedstrijden in te richten. Sindsdien moet voor de organisatie van wielerwedstrijden op het ganse Laarnse grondgebied beroep gedaan worden op Sportclub Laarne (gesticht op 1 december 1946).
Illustratie 49. De vaste kern van het gemeentelijke sportcomité tijdens het voorjaar van 1971. Vooraan van links naar rechts: Floris Dhooghe, Marcel Crommelinck, Marcel De Vogelaere en gemeentesecretaris Marcel Rogiers. Achteraan van links naar rechts: Roland Huysveld, Roger De Broe, Antoine Uytterschaut, Jozef Plaetinck en Eugène De Fré. Verzameling Gemeentehuis Laarne, Archief Kalken. d. De inrichting van wielerwedstrijden voor beroepsrenners De inrichting van wielerwedstrijden voor beroepsrenners was een grote uitdaging. In de periode 1945-1960 werd onder de benaming Vlaamse Pijl in Kalken (minstens) acht keer een beroepsrennerswedstrijd ingericht (zie bijlage 3). 60 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
Het is duidelijk dat de wedstrijden van 1945 en 1947 ingericht werden omdat de plaatselijke De Wannemaeker op dat moment beroepsrenner was. De wedstrijden tijdens de periode 1955-1960 waren dan weer als een hommage aan Leon De Lathouwer bedoeld. Geen van beiden slaagde erin in eigen dorp de overwinning te behalen. Waarschijnlijk was de organisatie van die wedstrijden in handen van een gemeentelijke werkgroep of van het gemeentelijk sportcomité (vanaf 1954). Vast staat dat meester Jozef Meys er sterk bij betrokken was. De gemeente Kalken vroeg meermaals logistieke steun aan buurgemeente Wetteren en er diende telkens een regeling voor het openbaar vervoer gevonden te worden. Guy Roels, die de gebeurtenissen als bewoner van de Vaartstraat, waar de aankomst plaatshad ter hoogte van het kasteeltje van burgemeester Tibbaut, van nabij had meegemaakt, verhaalde enkele anekdotische gegevens: - Kalkenaar Maurice Uytterschaut was tijdens de jaren 1950 speaker van dienst aan de aankomstplaats. - bij die gelegenheid kwamen negers in de straat snoep verkopen. Dat was een plezante aangelegenheid. - mensen kwamen vragen om een fietsstalplaats te huren in het poortgebouw van de familie Roels. e. De aankomst en start van een rit tijdens de Ronde van België voor Liefhebbers van 1982. Op het hoogtepunt van een wielergekke periode vond een aankomst en een start van een rit van de Ronde van België voor Liefhebbers plaats te Kalken op 16 en 17 juni 1982. Aan het einde van de met aankomst te Kalken op 16 juni 1982 dienden de renners nog een viertal ronden af te leggen op Kalkens grondgebied. Rudy Rogiers, Johan De Lathouwer en Jean Pierre Sennesael zorgden voor een niet onbelangrijke lokale inbreng. Bovendien zorgde Rudy Rogiers voor de kers op de taart door die Ronde van België op zijn naam te schrijven. f. De trofee voor sportverdienste Sportcomité Kalken hechtte grote waarde aan de sportieve inspanningen van wielertoeristen in hart en nieren. Nadat ook wielertoeristenclub De Calcine beloond werd met de sporttrofee, ontvingen in 1976 Marc Clement en Rosette Van der Stuyft diezelfde trofee voor sportverdienste. Van Rijsselberghe Rita FC Opel Kalken Wielertoeristenclub Calcine Clement Marc Van der Stuyft Rosette De Lathouwer Johan Volleybalclub Kalken Rogiers Rudy Boerenkrijgruiters Fiers Nadine Matthijs Erwin Rogiers Rudy
1973 1973 1975 1976 1976 1977 1977 1979 1979 1981 1981 1981
Paardensport Voetbal Wielrennen Wielrennen Wielrennen Wielrennen Volleybal Wielrennen Paardensport Wielrennen Boksen Wielrennen
Tabel 8. Overzicht van de laureaten van de trofee voor sportverdienste van Sport en Nering Kalken.
Vruchten van het platteland 16
61 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Die trofeeën werden meestal uitgereikt tijdens de jaarlijkse sportbals van Sport en Nering Kalken. Die sportbals, waarvan de eerste editie doorging eind 1962, gingen door in zaal Koninklijke Harmonie in de Koffiestraat. Het sportbal van 9 september 1978 werd ingericht ten voordele van Roland De Lathouwer, een beloftevolle liefhebber die het slachtoffer was geworden van een bizar verkeersongeval. 3. Wielerclub Kalken Het gemeentelijke sportcomité kreeg blijkbaar eind 1961 “concurrentie” van de toen pasgestichte wielerclub Kalken. Die club was aangesloten bij de Gentse Veloclub. Wielerclub Kalken zou via de Gentse Veloclub, met medewerking van de BWB, vooral cyclocrossen inrichten. De nieuwe club zorgde voor de organisatie van een eerste cyclocross in Kalken op 18 februari 1962.
Illustratie 50. Wielerclub Kalken vergaderde in de herberg van Maurice Oosterlinck in de Vaartstraat, ongeveer rechtover de tramstatie. Deze foto, met een deel der bestuursleden, dateert van kort vóór 1964. Van links naar rechts vooraan (volwassenen): Georges Bogaert, Maurice Oosterlinck, Basiel Schepens, persoon gehuwd met Angèle Van Wesemael (Eesvelde) en Valère De Coster. Van links naar rechts achteraan: echtgenote Georges Bogaert, Roger Buyle, broer Roger Buyle, Rene Roggeman, Medard Schepens, dochter Maurice Oosterlinck, vrouw Maurice Oosterlinck, Jan Stevens. Half verscholen: een onbekende en twee orkestleden. Verzameling Florent Schepens. Wielerclub Kalken bestond vooral uit personen die, alhoewel ieder van hen ook reeds zijn verdienste op lokaal wielervlak had, geen plaats kregen in het gemeentelijk sportcomité: voorzitter Georges Bogaert, ondervoorzitter Raymond De Veirman, secretaris herbergier Vruchten van het platteland 16
62 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Maurice Oosterlinck (schrijver), penningmeester Raoul Sergeant, Rene Van Peteghem, Roger Loquet, Jozef De Raeve, Jules Colman, verzorger Basiel Schepens en Theofiel Van De Velde. Wielerclub Kalken kreeg echter geen gemeentelijke financiële steun en de organisatie was geen lang leven beschoren. Omstreeks 1964-1965 verdween de werkgroep. Mogelijk had het overlijden van Basiel Schepens daar veel mee te maken. Wielerclub Kalken kon op geen financiële steun van het gemeentelijk sportcomité rekenen. Het gemeentelijk sportcomité gaf enkel steun aan wijkgebonden wedstrijdorganisatoren en niet aan particulieren… 4. De organiserende herbergiers, wielerliefhebbers en andere sport- en feestcomités De grote invloed van de herbergiers op het wielergebeuren bleef ook na WO II bestaan. Alleen deed men meer en meer beroep op bijvoorbeeld mensen uit het onderwijs en verzekeringsagenten om wedstrijden aan te vragen bij de officiële instanties zoals de lokale overheid, de politie en de verzekeringsmaatschappijen. Zo groepeerden begin de jaren 1950 op de wijk De Kruisen de herbergiers zich, met als secretaris gemeenteonderwijzer Edmond Lauwaet. De verenigde herbergiers van de wijk De Kruisen richtten op 17 april 1959 een wielerwedstrijd in voor nieuwelingen. Die herbergiers waren: Remi Verschraegen, Michel Verschraegen, Roger Cours, Marcel De Vogelaere en Alfons Van Acker. Zij deden bij brief van 8 april 1959 aanvraag tot toestemming aan het gemeentebestuur… Nog tot ongeveer eind de jaren 1960 werden wielerwedstrijden ingericht door verenigingen van herbergiers. Door het verdwijnen van steeds meer en meer herbergen, diende een andere organisatievorm gevonden te worden om de steeds zwaardere financiële inspanningen voor de organisatie van een wielerwedstrijd te kunnen dragen. Naar analogie van het gemeentelijk Sport- en Feestcomité werden vanaf begin de jaren 1970 wijkgebonden Sport- en feestcomités opgericht: op de wijken Hussevelde (oprichting 1972), Eesvelde (1975-1976) en Zomerstraat. Het Feest- en Sportcomité Hussevelde zou dertig opeenvolgende edities van Husseveldekermis een of meerdere wielerwedstrijden inrichten. Die comités konden echter niet onafhankelijk van het Sportcomité Kalken wedstrijden organiseren. Sinds 2006 wordt aangeknoopt met de traditie van wielerwedstrijden ter gelegenheid van Vaardekenskermis. Feestcomité De Keile gaf carte blanche aan Claude Van Nieuwenhuyse en Hendrik Van Caenegem om een wielerwedstrijd voor BWB-juniores in te richten. Wijk Vaart
Wijk Hussevelde
Wijk Eesvelde Provinciebaan
Vruchten van het platteland 16
Van Caenegem Theofiel Hanselaer Maurice De Smet Marcel De Vogelaere André Sennesael Basiel Verstuyft Prosper Fiers Robert Colman Leon Plehiers Marcel Lis VErschueren Julien Rene Blancquaert Remi Van Den Berghe Theo Willems Robert De Lathouwer Marcel De Vogelaere Leon Schack Maurice De Wannemaeker
1951, 1953, 1956, 1970-1975 1970 1970 1971 1971-1975 1951 1961 1962 1972-1975 1972-1975 1972 1951-1954 1955, 1958, 1960 1956-1958, 1960 1959 1964, 1965, 1967, 1971-1975 1967 1967
63 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Wijk Zomerstraat
Wijk Kruisen Molekenskermis
Wijk Kruisen SintPietersfeest Wijk Koffiestraat
Wijk Heirweg
Wijk Vromondstraat
Wijk Bontinkstraat
Kalkendorp tgv Kalkenkermis Internationale sterrit amateurs 1974 Internationale sterrit amateurs 1975
Julien Van Houdenhoven Rudolf Pikhaus Leon De Lathouwer Ronny Claes Adolf Vergaelen Cesar Verstraeten Cesar Roels Roger De Broe Michel Verschraegen Edmond Lauwaet Eugeen Bogaert Marcel De Vogelaere Alfons Van Acker Roger De Broe Michel Verschraegen Remi Verschraegen Edmond Lauwaet André Braeckman Alfons Van Acker Marcel De Vogelaere Roger De Broe Marcel Van De Velde Roland Huysveld André Van Rijsselberghe Rene Bogaert Georges Bogaert Eugeen Bogaert Jules De Landtsheer Marcel De Vogelaere Evarist De Gelder Willems Hector Willems Roger August Borglioen Maurits Rogiers Adolf Oosterlinck Marcel De Vogelaere Dhooghe Floris Marcel Rogiers Dhooghe Floris
1968-1970, 1972-1973 1972-1973 1971-1975 1978 1950-1951 1973 1973 1969 1952-1956 1954, 1957, 1959 1960 1963-1965, 1970-1975 1972-1974 1975 1951, 1956-1957 1957 1950 1957-1958, 1961 1960, 1966 1964-1966, 1968, 1971-1975 1953, 1958, 1963, 1968, 1971-1975 1950 1975, 1978, 1979 1975, 1978 1952, 1954 1953, 1955, 1957 1958 1961, 1964, 1967, 1975 1965 1973-1974 1972-1975 1972-1973 1961 1958 1958 1971 1973, 1975 1973, 1975 De Vogelaere Marcel
Dhooghe Floris
Rogiers Marcel
Tabel 9. Contactpersonen voor wielerwedstrijden op de verschillende wijken, periode 1950-1978. Een anekdote rond de contactpersonen die wielerwedstrijden inrichtten mag er zeker wel bij. Roland Huysveld richtte voor het eerst in 1976 met een groep wijkbewoners een koers in op de wijk Heirweg. Hij had alles uitermate goed voorbereid en alles verliep goed tot de Vruchten van het platteland 16
64 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
overwinningspalm moest overhandigd worden. Aan die palm was niet gedacht. Hij nam dan maar een mooi bloemstuk dat zijn echtgenote enkele dagen terug ten geschenke had gekregen bij haar terugkomst uit het ziekenhuis. De moeder van de overwinnaar bedankte nadien Roland want ze had nog nooit zo’n mooie palm gekregen. Leon De Lathouwer
Provinciebaan 68
Vereecken Georgette, café Dioni Baeyens Ronny, “café Schack” André Sennesael De Gelder Evarist
Provinciebaan 149
Kordewagenstraat 1 Vromondstraat 49
Van Rysselberghe André
Heirweg 43
Marcel Lis
Husseveldestraat 39
Provinciebaan 126
Wielerwedstrijd maandag Kalkenkermis Wielerwedstrijd Eesveldekermis Wielerwedstrijd Eesveldekermis Wielerwedstrijd Wielerwedstrijd Vromondstraatkermis Wielerwedstrijd Heirwegkermis Wielerwedstrijden Husseveldekermis
Tabel 10. Deze lijst van herbergiers-inrichters van wielerwedstrijden werd in 1979 opgesteld door het sportcomité.
Inrichting van wielerwedstrijden Turnclub Voetbalclubs Gemeentelijk sportcomité Volleybalclub Boksclub Kalken
1971 8 wedstrijden - 10000 Bfr 12000 Bfr 24000 Bfr 10000 Bfr
1972 11 wedstrijden – 15000 Bfr 12000 Bfr 26000 Bfr 10000 Bfr
1973 12 wedstrijden – 13000 Bfr 12000 Bfr 30000 Bfr 10000 Bfr
4000 Bfr 7000 Bfr 67000 Bfr
4000 Bfr 20000 Bfr 87000 Bfr
4000 Bfr 7000 Bfr 76000 Bfr
Tabel 11. Gemeentelijke geldelijke ondersteuning van wielerwedstrijden en sportclubs, periode 1971-197321. 5. Logistieke steun Voor de ordehandhaving dienden de plaatselijke veldwachters en de lokale politie in te staan. Het zeer beperkt aantal ordehandhavers tot in de jaren 1970 kon voor organisatorische problemen zorgen. Zo werd de gemeentelijke toestemming voor de organisatie van de jaarlijkse wielerwedstrijd op de wijk Kalkenvaart ter gelegenheid van de Sint-Denijskermis op 12 oktober 1952 niet bekomen omdat op die dag de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. De ordehandhaving op die verkiezingen was belangrijker dat die tijdens een wielerwedstrijd. We hebben er geen idee van of bij de organisatie van wielerwedstrijden tijdens het interbellum seingevers aangesteld waren om het toen weliswaar nog minieme autoverkeer in goede banen te leiden. Voor de periode kort na Wereldoorlog II bleken in de toestemmingsbrieven voor organisaties evenmin vermeldingen daarrond beschikbaar. 21
Laarne, Archief Kalken, nr. 205.9, brief college burgemeester en schepenen aan Dienst voor Sociale Aangelegenheden te Gent, dd. 7 juni 1973.
Vruchten van het platteland 16
65 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Vanaf een nog niet achterhaalde periode werd de Kalkense afdeling van de Burgerlijke Bescherming, onder leiding van of met medewerking van onder andere Marcel De Vogelaere, ingezet om de veiligheid op het parcours te verzekeren. Vader Marcel zorgde voor jong bloed in de rangen van de lokale afdeling van de Burgelijke Bescherming. Zoon Eric mocht vanaf 16 juli 1982 eveneens als seingever de baan op. Hij doet dat nog steeds zodat hij binnenkort gehuldigd wordt voor 25 jaar inzet. Ondertussen is de Kalkense afdeling Burgerlijke Bescherming reeds meer dan een decennium opgeheven. Op het vlak van medische interventie tijdens wielerwedstrijden was er ook een evolutie merkbaar. Omstreeks de jaren 1970 werd het peloton gevolgd door een aantal verpleegkundigen in een gewone personenwagen. Naar het einde van de jaren 1970 toe zorgde de firma De Schutter voor een bestelwagen als volgwagen voor een beter uitgeruste verzorgingsploeg van de helpers van de lokale Rode Kruisafdeling. Vital Vereecken was daarvan de chauffeur en werd omwille van zijn betrokkenheid bij het wielergebeuren, zo veronderstellen we, opgenomen in de bestuursploeg van sportcomité Kalken. De firma De Schutter droeg zo bij tot een betaalbare wielerorganisatie.
Illustratie 51. De Kalkense afdeling Burgerlijke Bescherming stond onder andere in voor het begeleiden van wielerwedstrijden. 6. De wedstrijdomlopen. Elke wijk had zowat ter gelegenheid van de jaarlijkse wijkkermis een wielerwedstrijd gepland. De verantwoordelijken van die wijk stippelden telkens een parcours uit. Voor veel wedstrijden maakten de twee provinciale wegen op Kalkens grondgebied deel uit van het parcours. Een eerste voorbeeld uit de jaren 1970 is geen kermiswedstrijd. Het parcours van de derde Oost-Vlaamse Pijl voor juniores in de Vromondstraat op 12 juni 1976 zag er als volgt uit: drie grote ronden langs Dorp, Vaartstraat, Provinciebaan, Colmanstraat, Brugstraat, over E3,
Vruchten van het platteland 16
66 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Hussevelde, Schriek, Dendermondsesteenweg en Gaver en acht kleine ronden langs Dorp, Molenstraat, Nerenweg, Dendermondsesteenweg, Gaver naar Vromondstraat. Het principe van een achtvormige omloop werd tot begin de jaren 1960 gehandhaafd bij wielerwedstrijden voor (onder)beginnelingen op de wijk De Kruisen en in de Koffiestraat: Kruisenstraat, Dendermondsesteenweg, Heirweg, Colmanstraat, Provinciebaan, Vaartstraat, Kalkendorp, Koffiestraat, Kruisenstraat, Dendermondsesteenweg, Gaverstraat, Vromondstraat en zo terug via de Koffiestraat. Het parcours van een wedstrijd voor onderbeginnelingen in de Vromondstraat op 20 mei 1951 was zeer eenvoudig. Er dienden zes ronden afgelegd te worden volgens het traject Vromondstraat, Kalkendorp, Vaartstraat, Provinciebaan, Colmanstraat, Heirweg, Dendermondsesteenweg en Gaverstraat. Het parcours van een cyclocrosswedstrijd is natuurlijk veel korter. Het volgende voorbeeld heeft betrekking op de omloop van de eerste cyclocrosswedstrijd in de gemeente van 18 februari 1962 ter hoogte van de herberg van organisator Oosterlinck. De omloop was volledig afgebakend en liep van aan de herberg Oosterlinck naar de Provinciebaan in de oude trambedding, over de hof van de café Leon De Lathouwer, lang het veld naar ’t Rot, dan langs bezijden de meersen terug naar de tramstelplaats in de Vaartstraat. 7. Sponsoring Op bovenlokaal vlak zou ook na WO II de Kalkense brouwerij-bieruitzetterij Cremers de Ronde van Vlaanderen, zolang de aankomst te Wetteren werd gehouden, een tijdlang financieel steunen.
Illustratie 52. Affiche voor de Sterrit der Illustratie 53. Affiche voor de Sterrit der amateurs te Kalken, 23 maart 1975. amateurs te Kalken 25 maart 1979. Op plaatselijk vlak werd ook meer en meer de stap gezet naar lokale sponsors voor financiële bijdragen. De organisatie van de beroepsrennerswedstrijden uit de periode tot 1960 moet Vruchten van het platteland 16
67 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
bepaalde plaatselijke zelfstandigen de mogelijkheid gegeven hebben om hun firma in de belangstelling te plaatsen. Ook voor wedstrijden van lagere categorieën werd beroep gedaan op de financiële inbreng van lokale, wijkgebonden bedrijven en middenstanders; Zo was de wedstrijd voor nieuwelingen BWB van 27 september 1958 in de Vromondstraat gekend onder de benaming Ereprijs Veevoeders Versele en meststoffen Bataille. Plaatselijke handelaar en latere burgemeester Jules De Landtsheer was de contactpersoon voor bovenvernoemde bedrijven. De palm werd geschonken door Verzekeringskantoor Bogaert Gebroeders. De familie Bogaert was woonachtig langs de Gaverstraat. Zeker sinds die periode was de organisatie van een wielerwedstrijd niet meer denkbaar zonder financiële inbreng van wijkgebonden en lokale middenstanders.
B.
Eesveldse wielersprokkels van na WO II
Hierna volgen fragmenten uit een tekst van de hand van Maurice Lauwaert, bewoner van de wijk Eesvelde tijdens en na Wereldoorlog II. De misschien lange tekstdelen zijn heel illustratief voor het onderwerp van deze studie, namelijk de wielersportbeleving en de steun van de lokale gemeenschap voor een beloftevolle jonge wielrenner. (…) Zoals overal in België, hadden ook de wielerminnende Kalkenaren andere, meestal minder plezierige zaken te beredderen. Toen in 1941, de Eesveldse wielrenner Albert De Kegel plots overleed, aan de gevolgen van een ongeval, was het verdriet bij de familie, en de verslagenheid bij zijn vele Kalkense supporters enorm groot. In het wielermilieu van Kalken, zou er gedurende het ganse verloop van de oorlog niet veel meer te beleven vallen. Op serene wijze bleef de familie Albert in ere houden en in het gezin van Valère De Lathouwer – Helena Baele groeide beetje bij beetje, het verlangen, om het levensideaal van Albert na de oorlog te laten heropleven. Tijdens 1946, Leon De Lathouwer was toen 16 jaar, begon het koersenthousiasme, zowel bij de Kalkense jeugd als bij de volwassenen geleidelijk aan herop te flakkeren. In dat jaar werden immers de ronden van Zwitserland en van Italië in een verkorte versie gereden. Gino Bartali won beide ronden en Fausto Coppi eindigde in de toenmalige Giro tweede. In de zomer van 1947 ging ook de ronde van Frankrijk opnieuw van start! Diverse factoren zorgden ervoor, dat het rondeverloop bij de talrijk aangroeiende Belgische wielerfans enorm boeiend overkwam. De radioverslaggeving werd uitstekend gebracht, en vele luisteraars kregen het gevoel, dat ze als het ware bij het koersgebeuren zelf betrokken waren. (…) Onze “ijzeren Briek Schotte” won de laatste rit in Parijs en de kleine maar bijzonder taaie Bretoen Jean Robic veroverde de eindzege vóór Em. Fachleitner. Hiermee waren alle tonen van het immens grote, populaire wielergebeuren opnieuw optimaal gestemd! Tijdens de lange, warme zomers van ’46 en ’47 was de Eesveldse jeugd nog dikwijls aan ’t kaarten geweest (meestal eenentwintigen) met als inzet Amerikaanse of Engelse sigarettenetiketten zoals Player en meerdere andere merken. Maar in ’48 kwam hierin plot verandering. Enkele chocolademerken waren immers begonnen met het op de markt brengen van chromo’s waarop de tourrenners afgebeeld werden. Het sportieve volkje van Eesvelde veranderde dan ook zeer snel de kaartersinzet.
Vruchten van het platteland 16
68 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 54. Leon De Lathouwer, foto van 18 september 1947. Afhankelijk van de prestaties, die de renners geleverd hadden in de grote ronden en in de klassieke wedstrijden, kregen hun chromo’s een bepaald aantal punten toebedeeld. (…). Op commercieel vlak speelde ook dagblad Het Volk zeer handig in op het sterk evoluerende volkspopulisme voor het wielrennen. Reeds een paar uur na elke ritaankomst verscheen er al een speciale toureditie. (…) Eén ding was alvast zeker. Zowel de rennerschromo’s als de speciale toureditie van Het Volk droegen er flink toe bij dat de wielerinteresse bij de Eesveldse jeugd sterk in populariteit toenam! Dit alles had voor gevolg dat bijna elke jonge Eesveldse koersfan zich de naam toeëigende van een toprenner uit de tour, een winnaar van een klassieker of van een kampioenschap. Roger Van Poecke vereenzelvigde zich met Marcel Kint, René Buyst met Briek Schotte, Joël De Smet met Rik Van Steenbergen en Mauirce Lauwaert met Albert Sercu. Maar er waren op zijn minst een vijfentwintigtal die zo’n rennerspseudoniem gedurende enkele jaren met zich zouden meedragen. Fietswielen, ontdaan van spaken en banden, waren eind de jaren ’40, begin de jaren ’50 ook erg in trek bij de Eesveldse jeugd. Met een ontveld recht stokje, ongeveer 50 cm lang, dat paste in de holte van de velg, werd getracht het lichte wiel zo snel mogelijk voort te bewegen. Vooran op de geasfalteerde Kalkensteenweg werden er met deze fietswielen geregeld vriendschappelijke wedstrijden gehouden, waarbij de speudoniemen voor de verkozen wielrennersfavorieten tegen elkaar werden uitgespeeld. (…) Dankzij de sportieve inzet van burgemeester Duchateau bleef de aankomst van de Ronde van Vlaanderen ook na WO II behouden in Wetteren. Niet alleen voor de Eesveldse sportieve jeugd, maar ook voor alle Kalkense wielerliefhbbers was dat evenement het grootste koersgebeuren van het jaar! (…) Vruchten van het platteland 16
69 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Toen we op een mooie zomernamiddag vóór ’t winkelken van “Kazze”, dat zich juist naast de Ekerwegel bevond (en nu afgebroken is) ons wat aan ’t amuseren waren, vernamen we van onze goeie vriend Robert De Lathouwer bijzonder verheugend nieuws. Hij deelde ons mee, dat zijn oudere broer Leon zou beginnen koersen. Niet alleen de wielerfans van Eesvelde, de Provinciebaan en de Vaart waren bijzonder verheugd, maar ook elders in Kalken keek men vol verwachting uit naar Leon’s eerste exploten. Valère De Lathouwer, elektricien en staatsambtenaar, was gehuwd met Hélène Baele. Het gezin telde drie zonen, nl. Leon, Robert en Gilbert. Jongelingen op Eesvelde en op de Vaart wisten dat Leon en Robert zeer hard konden fietsen. De oom van Hélène Baele, langs haar moeder Leonie’s zijne, was Firmin De Kegel. Firmin was de vader van de in ’41 verongelukte Albert en de grootvader van Monique De Kegel. Het ouderlijk huis van het gezin Valère De Lathouwer bevond zich dichtbij “den Ijskelder” op de Provinciebaan. De woonst van Leon’s ouders situeerde zich zowat op het overgangsgebied tussen de wijken Eesvelde en De Vaart. Niet alleen vele familieleden, die vurige fans waren van het wielrennen woonden in beide wijken, maar ook vele andere sportieve bewoners van die wijken waren vroeger enthousiaste fans geweest van Albert De Kegel en voelden zich nog altijd sterk betrokken bij alles wat met wielerevenementen te maken had. Onder de familiale fans, die een echte ruggensteun waren voor Leon, waren er heel wat kozijns en aangetrouwde kozijns: onder andere Maurits en Robert De Lathowuer, Frans, Napoleon en Gustaaf Baele (de broers van Hélène), Aloïs Lievens, Robert en Maurice Clement, Remi Van De Weghe, Albert Persyn en Richard Van Rijsselberge. Ook hun echtgenotes en hun oudste kinderen voelden zich onmiddellijk sterk betrokken bij Leon’s koersdebuut. Zowel Valère als Leon voelden zich daar allebei zeer goed bij. Eén van Leon De Lathouwers eerste wedstrijden bij de beginnelingen werd gereden op de Vaart. Er waren heel wat deelnemers, alsook een massa supporters. Het was er erg druk! Maurits De Lathouwer (mijn oom die toen op de Vaart woonde) vergezelde mij. Al vrij vlug wist hij me te zeggen dat de gereputeerde Stan Tournet, die al veel wedstrijden gewonnen had, ook van de partij was. Tot mijn niet geringe verbazing werden er hier en daar weddenschappen aangegaan. Een van de hevigste Tournetsupporters zag ik zelfs 20 BF inzetten op zijn poulain. Hij verkondigde luidop aan iedereen die het horen wilde, dat Tournet met minstens 2 minuten voorsprong de koers zou winnen! Zowel mijn nonkel als ikzelf keken verbouwereerd op naar die man, want wij geloofden steevast in de kansen van Leon. Toen iets vóór halfweg Tournet er alleen van onder muisde, overviel ons een licht verontrustend gevoel. Tournet was die dag oppermachtig zodat de vurige wedlustige supporter nog gelijk kreeg ook. Zijn “zijn Stanny” de eindmeet overschreed, bedroeg zijn voorsprong bijna 4 minuten… Maar Leon zou bestendig vooruitgang blijven boeken. Zijn weerstandsvermogen en zijn koersintellect groeiden gestadig aan. Reeds het jaar daarop begon hij te wedijveren met de besten! In een wedstrijd op Eesvelde moest een groepsspurt de winnaar opleveren. Van Gansbeke die ook bijzonder rap was, spurtte met Leon zij aan zij voor de overwinning. Net voor de eindstreep liep er plots een meisje van een jaar of tien de straat over. Leon had geluk, maar Van Gansbeke reed er in volle snelheid tegenaan en werd met hebben en houden over de streep gecatapulteerd. Doordat de spurt een zeer spannend verloop kende, schokte het spurtaccident in zo’n erge mate het gemoed van vele toeschouwers dat ik me niet juist meer kan herinneren wie er toen als winnaar over de meet reed of vloog… (…) Over de verdere exploten van Leon De Lathouwer zullen we het verder zeker nog hebben. 70 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
C.
Voorbeeldfunctie van enkele renners
Kort na WO II hielden Maurits De Wannemaeker en vooral Leon De Lathouwer de Kalkense eer op het hoogste wielerniveau hoog. Zij werden reeds kort na WO II op Wetterse sportavonden uitgenodigd om er te koersen op rollen, onder andere op 24 januari 1946. Leon De Lathouwer was toen bij de nieuwelingen actief. Veel aanhangers had ook Aloïs Lerno (°1924), wiens oom smid Edgard D'Hondt was. Na een periode van hoogconjunctuur met vooral Leon De Lathouwer in de hoofdrol, fietsten vooral André De Kerpel en Maurice Engels zich in de belangstelling. Die twee wijkgenoten van op Eesvelde zorgden voor de nodige wijkgebonden rivaliteit. André De Kerpel beëindigde zijn wielercarriëre in 1965. Tot omstreeks 1975 werden nog steeds heel wat wedstrijden georganiseerd maar bij gebrek aan lokale renners verloren die koersen veel van hun betekenis. Nieuwe impulsen kwamen er eerst door de successen van streekrenners als Etienne De Wilde, Luc Colijn en Eddy Van Puyenbroeck (die in Kalken was opgegroeid). Zij zouden de weg effenen voor een grote lichting Kalkense jongeren aangevoerd door Roland De Lathouwer. De periode 1975-1982 was de periode waarin het meest aantal plaatselijke renners in eenzelfde categorie uitkwamen. De periode vanaf de jaren 1980 kenmerkt zich door een dalende trend in de organisatie van wielerwedstrijden ter gelegenheid van wijkkermissen. Dat Johan De Lathouwer en Rudy Rogiers bij de beroeprsrenners actief waren en hun generatiegenoten een voor een het wielrennen vaarwel zegden, zal daaraan niet vreemd zijn. In herberg ’t Rooske in de Koffiestraat was een supportersclub van Etienne De Wilde gevestigd. Was Etienne niet een halve Kalkenaar? Zijn vader was afkomstig uit den Eker. Het was onmogelijk alle renners te behandelen. Bijlage 5 bevat zoveel mogelijk gegevens over personen die aan competitiewielersport op alle mogelijke niveaus hebben deelgenomen. In de verhalen die volgen, primeert niet de volledigheid. In elk verhaal zit wel een aspect van het algemene en de Kalkense wielerbeleving. 1. Het verhaal van Maurice De Wannemaeker (1921-2006). In hoofdstuk IV werd het begin van zijn carrière belicht. Na WO II herbegonnen zowel Gerard Lauwaet als Maurice De Wannemaeker met hun wieleractiviteiten. Ze reden beiden een tijdlang bij de Vlaamse Wielerbond, een instantie die niet lang bleef bestaan. Bij die bond won Maurice De Wannemaeker een wedstrijd in Erembodegem, vóór zijn dorpsgenoot Gerard Lauwaet. Gerard Lauwaet zou kort daarop de wielerbedrijvigheid stoppen bij gebrek aan motivatie. In 1948 trouwde hij en werd velomaker-renner voor de ploeg De Groene Leeuw. Zo kreeg hij van het merk gratis een koersvelo. Het jaar 1948 was zijn topjaar met een 7de plaats in de Ronde van Vlaanderen (die toen in Wetteren toekwam), een 9de plaats in Luik-Bastenaken-Luik en een 9de plaats in Parijs-Brussel (325km wedstrijd met wind op kop, 10 uur fietsen). Tijdens zijn beroepscarrière verdedigde hij de ploegkleuren van M. De Waele (periode WO II), Rochet-Dunlop (1945-1946) en De Groene Leeuw (1947-1950). Maurice De Wannemaeker getuigde dat in zijn tijd de renners voor de wedstrijden geen specifieke opwarming nodig hadden. Over het algemeen hadden ze de verplaatsing naar de wedstrijd per fiets afgelegd en hadden ze dus de nodige opwarmingsoefeningen achter de rug. Bij de beginnelingen en juniores werd prijzengeld voorzien, bij de liefhebbers werd gereden voor “potten en pannen” (naturaprijzen zoals bijvoorbeeld een fiets), bij de onafhankelijken en beroepsrenners was er opnieuw geld te verdienen.
Vruchten van het platteland 16
71 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 55. Maurice De Wannemaeker. Verzameling erfgenamen Maurice De Wannemaeker. Tijdens zijn beroepsrennerscarrière werd bij de aanvang van het seizoen eerst 50km daags getraind, later vijf dagen per week 175km. Hij deed dat met zijn drie trainingsmakkers: Grysolle, Van Herzele en Ghyselinck. Ze zorgden er voor dat ze in het afkomen windaf hadden. Zo kwamen ze meestal samen aan de statie van Wetteren-Kwatrecht om vandaar al lollekens vertellend naar Gent te rijden, vandaar naar Brugge, Oudenaarde, Kwaremont, Kluisberg, Edelare, Zottegem en Ninove. Een andere route leidde hen naar Antwerpen en Brussel en terug. Leon De Lathouwer reed af en toe mee. Maurice kreeg van de supporters van “Latte” de schuld dat “Latte” teveel geëntraineerd had nadat ze na een tournee besloten om nog eens verder naar Antwerpen en terug te rijden. Leon Verschraegen uit de Zomerstraat reed ook eens mee. Of hij echt gekoerst heeft, is volgens Maurice niet zeker. Er bestonden in die tijd ook wedstrijden voor bijvoorbeeld cafébazen of handelaars… Ze hadden heel wat beperkingen ten opzichte van de beroepsrenners nu: gedeukte aluminium drinkpullen, zelf eten meenemen bij uitslapen of voor wedstrijden, enz… Op een bepaald moment werden de beroepsrenners opgedeeld in een categorie A en een categorie B. Hij werd in categorie A opgenomen en daardoor diende hij aan alle voor dat niveau geselecteerde koersen deel te nemen. Daardoor stond hij op een bepaald moment als eerste Belg op een zevende plaats in de Challenge Colombo. Die Challenge gold voor wedstrijden in elk land, maar omdat hij niet aan een wedstrijd in Italië meegedaan had, tuimelde hij uit die Challenge. Voor de grote verplaatsingen naar de wedstrijden kon hij beroep doen op Gustaaf Piens. Na zijn zevende plaats in de Ronde van Vlaanderen, waarin hij als laatste in een tweede groepje met vier geëindigd was, was hij zo teleurgesteld dat hij tegen Gustaaf Piens zei dat hij de week daarop niet zou deelnemen aan Luik-Bastenaken-Luik. Gustaaf antwoordde dat hij dan nooit meer op hem beroep zou mogen doen om naar de koersen te rijden. Gustaaf Piens en Robert Clement speelden verzorger voor hem in die editie van Luik-Bastenaken-Luik. Maurice eindigde sterk op een negende plaats. Als beroepsrenner reed hij de Ronde van Luxemburg, de Ronde van Nederland en vier maal de Ronde van België. In de Ronde van Nederland liep hij een ontsteking op aan de knie door te fietsen met een onaangepaste reservefiets. Dat werd uiteindelijk het einde van zijn carrière. Vruchten van het platteland 16
72 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Hij diende lang te rusten en zag het niet meer zitten om nog verder te koersen. Hij kon direct bij Floris Dhooghe beginnen werken, velomaker bleef hij echter als bijberoep verder doen. Maurice herinnerde zich dat hij op een keer als beroepsrenner naar het zuiden van Frankrijk trok voor een ééndaagse wedstrijd. Hij en een collega hadden enkel hun zadel en hun guidon mee. Ter plaatse werd voor de fietskader en de rest van de fiets gezorgd. Tijdens die bergwedstrijd zat hij in een beklimming in een kopgroep met Robic en moest op de top van die berg amper een honderdtal meter prijsgeven. In de afdaling reed hij echter lek en moest lang wachten op hulp. ’t Was de laatste keer dat hij zich zo ver voor een eendaagskoers zou verplaatsen. Tijdens een andere wedstrijd in Frankrijk werd hem de mogelijkheid geboden om in Algiers een wedstrijd te rijden. Hij weigerde, maar een collega nam het aanbod aan en het bracht hem geen windeieren op. Toen Leon De Lathouwer begon te koersen, diende zijn supportersclub een andere locatie te zoeken. Die werd gevonden in de herberg van Theofiel Van Caenegem (1923-1980) op de Vaart.
Illustratie 56. Leon De Lathouwer feliciteert sportgenoot Maurice De Wannemaeker bij diens huwelijk. Van rivaliteit tussen Leon en Maurice bleek geen sprake. Verzameling Georges Horion. 2. Het verhaal van Leon De Lathouwer (°1929) Toen Leon als jongeling met zijn vader met de fiets naar familie in Wintham reed, moest zijn vader onderweg rusten, Leon echter niet. Leon’s vader moet toen gezegd heben: Gij moet koersen. Zijn eerste koers reed hij in 1944 als niet-BWB-aangesloten onderbeginneling in een dorpje voorbij Eke (Ouwegem of zoiets). De wedstrijd was eigenlijk uitgeschreven voor beginnelingen. Hij en enkele anderen van Eesvelde waren eigenlijk meegereden om Valère De Smet aan te moedigen in zijn eerste wedstrijd gepland in Eke. Omdat ze daar beiden samen niet mochten deelnemen aan de wedstrijd, besloten ze om verder te rijden naar het volgende dorp waar ze wel mochten deelnemen aan de wedstrijd van beginnelingen. Leon 73 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
mocht meerijden als onderbeginneling. Blijkbaar zou dat de enige koers zijn waaraan Valère De Smet zou deelnemen. Hij verdween uit die wedstrijd maar Leon reed verder mee en … won. Iedereen was al terug naar huis en Leon moest zo goed als alleen naar huis komen. Zijn eerste fiets kreeg hij van ex-renner Edward Vervaet, die toen velomaker op Eesvelde was, en die getrouwd was met Leons nicht Alfonsine Baele. Over zijn wedstrijden bij de categorieën van de nieuwelingen en juniores hebben we weinig informatie kunnen verzamelen. Over zijn exploten bij de liefhebbers hebben we des te meer informatie. We zullen ons echter beperken. Leon bracht tijdens zijn ganse carrière veel volk op de been. Bij elke wedstrijd die hij reed, waren er heel wat Kalkenaren die met de fiets naar de wedstrijden gingen kijken. Leon zelf diende naarmate zijn carrière succesvol vorderde, op een aantal mensen en diensten beroep te doen om de geplande wedstrijden mee te kunnen doen. Aanvankelijk maakte hij gebruik van de vervoersmogelijkheden van verre buur Achille Verhoeve. Een bijzondere herinnering heeft Leon aan Trifon De Meester. Diens zoon koerste ook. Het kleine autootje vervoerde dus pa en ma De Meester, twee velo’s en twee coureurs. ’t Moet een hele belevenis geweest zijn. Voor verdere verplaatsingen maakte hij meestal gebruik van de trein. Diende hij te overnachten, dan kon dat bijvoorbeeld gebeuren bij oud-Kalkenaren, zoals bijvoorbeeld eens ter gelegenheid van de wedstrijd Luik-Bastenaken-Luik in een niet verder bepaald jaar. Leon ging overnachten in Angleur bij Simonne Verschraegen, dochter van de Kalkense herbergier Stien Dook Verschraegen, die er woonde nadat ze met een Poolse soldaat getrouwd was. Vandaar uit vertrok hij ’s anderendaags naar de start van LBL. Leon werd ook regelmatig door bereidwillige supporters-autobezitters naar wedstrijden gebracht. Het vervoer van de koersfiets was geen probleem. Romain Crommelinck werkte als smid en doet-alles in Tissage de Calcken. Hij maakte onder andere een systeem om op de Peugeot van Marc De Meyer te plaatsen zodat deze de fiets van Leon kon vervoeren naar de wedstrijden. Leon werd als liefhebber geselecteerd voor de Olympische Zomerspelen te Londen in 1948. De Olympische wegrit voor liefhebbers van 1948 te Londen had hij kunnen winnen. Leon was met iemand weg aan het einde van de koers maar Wauters en de andere Belgen achtervolgden hen beiden tijdens de laatste ronde. Uiteindelijk werd Wauters derde, Leon vierde en Van Roosbroeck elfde. De wedstrijd was 170 à 180 km lang. De Belgische ploeg kreeg de gouden olympische medaille van het landenklassement. Datzelfde jaar won Leon wel de Ronde van België voor liefhebbers. Die zege had hij toch wel deels te danken aan zijn mentor Achille Verhoeven die hem op een onnavolgbare wijze kon oppeppen. Na de Olympische Spelen van 1948 werd hij geselecteerd voor het WK in Nederland … als reserve omdat hij reeds aan de Olympische Spelen had mogen deelnemen. In 1949 won hij twee nationale titels, één bij de liefhebbers en één bij de militairen. Volgens Leon was daarmee vooral zijn moeder blij. Het feit dat hij twee identieke truien van Belgisch Kampioen had, scheelde in de was en de plas. Over het wegkampioenschap bij de liefhebbers te Wetteren, daar reed hij zowat voor eigen publiek, eind juli 1949 vonden we in weekblad De Schelde van 31 juli 1949 onder de titel Naklanken over het Nationaal Baankampioenschap voor liefhebbers volgend relaas: (…) Bij het ingaan van de tweede ronde ging de kat op de koorde. Op Overbeke speelden vier renners schampavie, namelijk Delathouwer, Neyt, Van Rompay en De Vos. Enkele kilometer verder wisten Wijckstand en Van Steenkiste de vluchters te vervoegen. Te Aalst bedankte Leon De Lathouwer voor het gezelschap en vliegt onweerstaanbaar weg. Naarmate de kilometers vorderen wordt de gaping groter. Iedereen kent het spannend einde. Leon rijdt met een gebroken vork. Niettegenstaande hij van rijwiel moest veranderen, wist hij de achtervolgers achter zich te houden en komt hij alleen toe op de Jan Broeckaertlaan. Vruchten van het platteland 16
74 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 57. Het viertal van de Olympische wegrit vóór de gebouwen van het RAF-kamp in Northolt, het ‘atletendorp’ anno 1948. Rechtstaand Eugeen van Roosbroeck, zittend Lievin Lerno, Leon De Lathouwer en Lode Wouters. Foto uit krantenartikel.
Illustratie 58. Leon aan de leiding tijdens de Olympische Wegrit voor liefhebbers, Londen, 1948. Verzameling familie De Lathouwer – De Kegel. Vruchten van het platteland 16
75 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 59. Leon wordt de trui van Belgisch Kampioen omgord, 1949. Verzameling familie De Lathouwer – De Kegel.
Illustratie 60. Groep van de Vaartstraat klaar om te vertrekken voor de huldestoet naar aanleiding van Leon’s prestatie tijdens de Olympische Spelen van Londen. Verzameling Marc Clement. “Latte” won als onafhankelijke enkele belangrijke klassiekers tijdens de periode 1950-1951. Hij werd in de kranten de Prins der Onafhankelijken genoemd. In 1952 werd hij Vruchten van het platteland 16
76 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
beroepsrenner. Regelmatig won hij een wedstrijd maar de wedstrijd die hem het best lag, was het Kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp. Hij veroverde die titel in 1953 en in 1955. De carrière van Leon eindigde abrupt door een zware val tijdens een wedstrijd te Dendermonde. Voor het Wereldkampioenschap te Kopenhagen begin augustus 1949 was hij eveneens geselecteerd. Mecenas Gustaaf Piens en verzorger Robert Clement vergezelden de jonge sportman. Leon reed plat op het einde van het Wereldkampioenschap in Kopenhagen. Kalken vierde de glansprestaties van Leon tweemaal met een grootse viering en optocht. Iedereen met naam en faam in de gemeente, elke buurt, elke vereniging werkte mee aan die huldemomenten in 1948 en 1949. Er bestaat trouwens nog filmmateriaal van. Straten werden versierd en Guy Roels herinnerde zich dat zijn grootvader voor elk huis in de Vaartstraat een bordje geschilderd had met daarop gelukwensen en groeten aan Latte.
Illustratie 61. Leon De Lathouwer wordt Kampioen van Vlaanderen te Koolkamp bij de beroepsrenners, 1953. Verzameling Marc Clement. Vruchten van het platteland 16
77 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
3. Het verhaal van Julien Rogiers (°1937) Julien, afkomstig uit de Kleine Zauwerstraat, was wielrenner van 1954 (17 jaar) tot 1961 (24 jaar). Hij ging vanaf zijn 14 jaar werken naar Gent en maakte de verplaatsing met een tiental anderen per fiets. ’s Avonds werd er naar huis gekoerst. Hij was daarin sterk. Komt daarbij dat zijn vader zelf graag zou gekoerst hebben en zijn moeder er niet tegen was. Van oudrenner en velomaker De Wannemaeker kreeg hij een velokader bij het begin van de week, paste die aan tijdens die week. Julien mocht zijn fiets halen donderdagavond en reed er direct een toer mee van ongeveer 20km. De zondag erop reed hij zijn eerste wedstrijd omzeggens zonder echt te trainen. Met bakker Marcel Roels uit de Boombosstraat reden ze naar zijn eerste koers in Sint-Lievens-Houtem. De voorlaatste ronde stopte hij die wedstrijd. In 1954 reed hij zes wedstrijden bij de onderbeginnelingen, daarvan beëindigde hij er vijf bij de zeven eerste. Illustratie 62. Julien Rogiers na een overwinning.
Hij kreeg aangepast werk en deed de verplaatsingen naar de wedstrijden vooral met de fiets. Hij reed daarna bij de nieuwelingen of beginnelingen en daarna bij de liefhebbers. Tijdens zijn ganse carrière won hij zes wedstrijden. Bij het begin van zijn carrière was hij aangesloten bij een club in Aalst, op voorspraak van meester Meys. Daarna werd hij lid van de club Gentsche Velosport. Van die club won hij ooit het clubkampioenschap voor liefhebbers. Hij eindigde derde in die wedstrijd na onafhankelijke Willy De Gucht en beroepsrenner Odiel Vander Linden, maar vóór onder andere Fred De Bruyne. Vruchten van het platteland 16
78 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Julien voelde zich goed op de kasseien, werkte veel en deed veel ontsnappingspogingen. Indien hij zich in de laatste ronde wat kon sparen, kon hij degelijk meespurten en behaalde hij heel wat dichte ereplaatsen. Zo behaalde hij op vijf wedstrijden in de Vaartstraat vier keer de tweede plaats. Het rijden voor eigen volk bracht zo zijn problemen mee: iedereen reed op je wiel en profiteerde de laatste honderden meters van je inspanningen. Die eerste vier wedstrijden hadden een omloop in een soort 8-vorm: van de Vaartstraat naar de Gaverstraat, Dendermondsesteenweg, Kruisenstraat, Koffiestraat, Dorpstraat, Molenstraat, Colmanstraat en terug naar de Vaartstraat. Even vóór die Vaartstraat lagen er langs de kant van de weg grachten, die regelmatig voor valpartijen zorgde. De laatste keer dat hij aan de wedstrijd in de Vaartstraat deelnam, was er eerst een grote ronde via Gentbrugge en daarna enkele plaatselijke ronden. Reeds van bij de start waren er ontsnappingen maar Julien was niet bij die ontsnappingen betrokken. Hij had bovendien met pech af te rekenen: een nieuwe fiets met een mankement aan de manivelles en een platte band. Alhoewel hij tot voor kort, onder druk van de supportersclub omwille van het feit dat Julien de laatste maanden veel fietsmankementen had, veranderd was van velomaker van bij De Wannemaeker naar De Smet, hielp De Wannemaeker hem toen hij aan diens deur platviel. Uiteindelijk eindigde Julien de wedstrijd ongeveer als vijftiende. Juliens supportersclub was gevestigd bij August Borglioen in de Bontinkstraat, als laatste herberg op Kalkens grondgebied aan het kapelletje ter hoogte van de Loereveldstraat. Voorzitter was apotheker Crommelinck, ondervoorzitter was bakker Alberic De Ridder. Een bode haalde het lidgeld voor de supportersclub op geregelde tijdstippen op. Toen hij stopte met koersen, werd zijn fiets verloot. Edgard Van Mossevelde won hem. Julien ondervond nogal wat problemen met zijn slecht zicht, dat kon wel eens oorzaak zijn van een misrekening bij een aankomst of van een valpartij. Als verzorgers had hij eerst buur Emiel Arents en daarna Basiel Schepens en Edgard De Vreese. Geldprijzen werden gewonnen: bij de nieuwelingen 400 frank voor een eerste plaats, bij de liefhebbers 800 frank voor een eerste plaats. Daarbij konden nog premies in natura gewonnen worden. Toen Albert Fiers, van ’t Hussevelde, begon te koersen, ontstond er een hevige supportersstrijd tussen diens supportersclub die bijna gans Hussevelde omvatte en die van Julien Rogiers. Bij de eerste sportieve confrontatie tussen Julien en Albert in de Kalkense Vromondstraat, moest Albert echter vlug lossen… Luce Rogiers, broer van Julien, reed “parochiale koersen”, te vergelijken met toeristenwedstrijden. Op een aantal wijken werden tgv de kermis koersen voor de parochianen ingericht. Zo won Luce eens in Den Boombos en eens op de Kruisen. Mogelijk reed Aimé Rogiers ook ooit wel zulke wedstrijden. 4. Het verhaal van André De Kerpel (°1942) en zoon Johan (°1969) André De Kerpel was een beloftevolle jongere die in de nieuwelingencategorie in 1959 een belangrijke overwinning behaalde, namelijk de Trofee Het Volk. Hij liet zich op technisch vlak bijstaan door de Laarnse ex-renner Livien Troch. Basiel Schepens was zijn vaste masseur.
Vruchten van het platteland 16
79 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 63. Andre De Kerpel tussen moeder, vader en broer met de trofees als overwinnaar van de Trofee Het Volk 1959. André De Kerpel behaalde bij de liefhebbers en de onafhankelijken mooie uitslagen. Normaliter zou hij beroepsrenner geworden zijn bij Braeckeveldt bij Alcyon, maar het overlijden van zijn ouders verhinderde dat. Hij stopte in 1965 met koersen op 22jarige leeftijd. Een generatie De Kerpel later begeleidde André zoon Johan tijdens zijn wielercarrière. Johan behaalde meerdere overwinningen, ook bij de liefhebbers. André De Kerpel organiseerde op de wijk Eesvelde, de thuishaven van de familie, vijf opeenvolgende jaren een wielerwedstrijd voor de categorie waar zoonlief in actief was.
Illustratie 64. Johan De Kerpel. Vruchten van het platteland 16
80 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
5. Cyclocrosser Sylvain Engels (°1952). Sylvain was aktief als wielrenner, vooral veldrijden, tussen zijn 18de en 25ste jaar. Bij de juniores behaalde hij vijf overwinningen in cyclocrossen. In een bepaald jaar was hij zelfs als favoriet voor het Belgisch Kampioenschap cyclocrossen uitgeroepen, maar twee dagen voor die wedstrijd maakte hij een zware val op de Kluisberg. In het Belgische kampioenschap eindigde hij uiteindelijk pas achtste.
Illustratie 65. Sylvain Engels na een overwinning in een cyclocross. 6. Het verhaal van Roland (1959-1979) en Johan De Lathouwer (°1960) Roland De Lathouwer (1959-1979) was de voorbode van een reeks renners die tijdens de jaren 1970 voor een echte “wielerwedstrijdhause” in Kalken zorgde. Zijn carrière werd echter plots afgebroken door een verkeersongeval op 28 mei 1978. Hij overleed 1 jaar en 7 dagen later zonder bij bewustzijn gekomen te zijn. Het grootste deel van de carrière van broer Johan De Lathouwer wordt verhaald in de hiernavolgende tekst van iemand uit de Vriendenkring Johan De Lathouwer met als titel Johan De Lathouwer: tien jaar wielrennen met hoogten en laagten Aan het voorbeeld van ‘peter’ Leon De Lathouwer, de alom bekende legendarische wielerfiguur van kort na de tweede wereldoorlog, trok Johan De Lathouwer zich – pas 15 jaar oud geworden – op om het ook in deze toch zo harde sporttak te wagen. Op dat ogenblik toerde de ons veel te vroeg ontvallen oudere broer Roland reeds in de pelotons mee rond. Johan kreeg vooral daardoor al vroeg het nooit spottend opgenomen predikaat “kleinen Latte” opgekleefd. Maar die ‘kleinen’ toonde zich al vlug een vinnig rennertje. Niet alleen in de wedstrijden zelf maar vooral aan de eindstreep. Er zat inderdaad snee of Johan’s spurt. Een troefkaart die hem in zijn verdere loopbaan nog heel wat voordelen zou opleveren. Bij de nieuwelingen en juniors ontpopte Johan zich ook vlug tot een geregeld winnaar. Maar Johan had duidelijk nog andere kapaciteiten. Dat bleek toen hij zijn eerste wedstrijden op piste reed. Daar voelde hij zich al dadelijk in zijn sas en viel vrij vlug in de smaak bij de bondsleiders die de selecties voor buitenlandse wedstrijden en wereldkampioenschappen aanduidden. Vruchten van het platteland 16
81 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 66.Roland De Lathouwer in actie met in zijn wiel Etienne De Wilde. Wedstrijd te Laarne 28 augustus 1976. Verzameling familie De Lathouwer – De Kegel.
Illustratie 67. Sticker die verkocht werd ten voordele van de jonge renner Johan De Lathouwer.
Vruchten van het platteland 16
Illustratie 68. Johan De Lathouwer.
82 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
In 1978 maakte Johan deel uit van junioresselectie voor het WK en hielp in de puntenkoers Kenny De Maerteleire aan de wereldtitel. Een jaar later in Amsterdam was hij er al bij in de amateurselectie, ook al was hij toen nog geen negentien. Aan de Globelaan te Brussel zorgde men ervoor dat Johan een speciale licentie kreeg. Overwinningen op het houten ovaal stapelde Johan zowat spelenderwijze bij mekaar maar hij hield vooral oog voor de weg. Toch kon hij daar reeds in de jongerenkategorieën te moeilijk een konstante in zijn prestaties leggen om echt bij de nationale top te horen. Zijn eerste jaren als amateur waren dan ook van ver geen hoogvliegers. Laat het ons de magere jaren uit zijn loopbaan noemen. Ook al sloot hij elke competitie af met een aantal overwinningen en moet gesteld worden dat brute pech en ziekten hem zelden spaarden. Maar de harde wet van de wielersport heeft daar weinig oog voor. Toch ‘groeide’ Johan steeds meer en zijn onmiddellijke omgeving zag dat ook wel. Vandaar de nooit opgevende aanmoedigingen. Vanaf het seizoeneind 1982 werd Johan plots een beresterk renner. Vooral in zijn eerste Ronde van Bulgarije bewees hij dat. Tegen de gereputeerde tegenstand uit de Oostbloklanden liet hij twee ritoverwinningen optekenen. 1983 moest het jaar van de waarheid worden en werd het ook. De hoog gestelde verwachtingen werden al eind maart ingelost toen Johan in onmenselijke weersomstandigheden de lastige ‘Dwars door België’ te Waregem won. Het was het begin van een onvergetelijk seizoen. In de ronde van West-Vlaanderen bevestigde hij al vlug maar als gastrenner voor Gentse Velosport moest hij zelfs etappezeges laten aan beter geklasseerde clubrenners. De Ronde van Vlaanderen domineerde Johan als het ware. Van bij de start in de aanval, in de heuvelzone zowat de beste klimmer en in de finale een bezieler in de achtervolging op een kopgroepje van vijf dat hij als enige ontsnapping aan zijn neus had laten voorbijgaan. Hij finishte in Denderleeuw nog afgescheiden zesde. Voordien had Johan in Italië reeds internationale waardering afgedwongen. Sukses bleef echter niet lang uit. In diezelfde meimaand werd hij Kampioen van Vlaanderen, precies 32 jaar nadat peet Leon dezelfde stunt had gelukt. Toen kwam echter de climax. In de Ronde van Limburg, de hoogst gekwoteerde rittenkoers van het land, won hij vier ritten, het puntenklassement en werd enkel door een val de kansen op een eindzege uit de handen gerukt. In die trend zou het seizoen verder verlopen. Overwinningen werden als met de glimlach aaneengerijgd en als meest sprekende voegde hij er opnieuw twee ritten in de Ronde van Bulgarije aan toe. Johan was meer dan duidelijk profrijp. Per 15 augustus 1983 werd een tweejaarsovereenkomst gemaakt die hem vanaf 1.1.84 lid maakte van de profformatie van Roger Swerts. Maar in dat profrennen bleef sukses voorlopig nog uit. Pech en ziekte waren weer hoofdoorzaken maar Johan grijpt hiernaar niet graag terug als verontschuldiging, hoe overduidelijk die de voorbije twee jaar zich manifesteerden. Johan hunkert naar een derde eerlijke kans om zijn waarde als beroepsrenner in de verf te zetten. 1986 moet het jaar van de waarheid worden. Met Johan hoopt de ganse vriendenkring dat die droom waarheid mag worden. Het geloof en vertrouwen is er zowel bij renner als in zijn omgeving. Die heerlijke momenten van dat laatste jaar amateur zouden wij allen graag nog eens herleven. Al was het maar met flitsen. Komaan Johan 7. Rudy Rogiers Rudy Rogiers groeide op in de volkrijke en volkse wijk Hussevelde waar iedereen zijn sterke prestaties van nabij bleef volgde. Rudy begon op relatief late leeftijd met de competitieve wielersport. Dat was bij de juniores. De seizoenen 1981 en 1982 waren voor Rudy evenveel sterke seizoenen. Zijn tweede plaats tijdens het Wereldkampioenschap op 29 augustus 1981 te Praag werd uitbundig gevierd. Het daaropvolgende jaar werd Rudy beroepsrenner en in 1984 werd hij in Parijs-Roubaix tweede achter Sean Kelly. Uiteindelijk zou Rudy Rogiers tien jaar profwielrenner zijn. Dat hij 83 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
slechts twee wedstrijden won is, bijzaak. Hij is op zijn minst een beetje wereldburger geweest. Rudy Rogiers en Johan De Lathouwer waren dus eigenlijk de eerste Kalkense renners die regelmatig naar het buitenland gestuurd werden om de belangen van hun teams te verdedigen. Rudy werd onder andere geselecteerd voor het WK Montjuich 1984 en reed (minstens) viermaal de Tour de France (1983-1986).
Illustratie 69. Rudy Rogiers als overwinnaar van een wielerwedstrijd tgv Koffiestraatkermis. 8. Tim Roels (°1986) Tim Roels is het voorbeeld van iemand die van bij de jongste categorieën competitief aan wielrennen deed. In 2000 reed hij wedstrijden bij de aspiranten, vooral in Nederland want in België bestonden die wedstrijden nog niet. Tijdens de daaropvolgende jaren bij de nieuwelingen en juniores behaalde hij meer dan twintig overwinningen op de weg. Tim behaalde ook uitstekende resultaten op de piste. Meerdere malen werd hij geselecteerd voor WK wedstrijden op de piste, met als hoogtepunt zilver in de ploegkoers juniores met Tim Mertens in Los Angeles (USA) 16 overwinningen Rond Tim Roels werd een grote supportersclub opgebouwd die tijdens de periode 2002-2007 jaarlijks voor hun favoriet een wedstrijd te Kalken inrichtte. Die wedstrijd kreeg de titel Grote Prijs Marc Krick. 9. Nadine Fiers (°1966) Nadine is voorlopig de enige dame uit Kalken die een wielercarrière uitgebouwd heeft. Tijdens de periode 1981-1992 trad ze achtereenvolgens aan bij de dames kadetten, nieuwelingen en internationalen. Nadine behaalde een twintigtal overwinningen met als voornaamste prestaties: Oost-Vlaams kampioen kadetten te Lochristi (1981), Belgisch Kampioen kadetten op de weg te Lembeek Vruchten van het platteland 16
84 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
(1982), dragen van de bolletjestrui in de Tour de France voor vrouwen (1985), meerdere podiumplaatsen bij BK internationalen en enkele selecties voor WK (1985, 1986 en 1987). Haar vader René Fiers (°1938) kreeg de liefde voor de fiets pas op 35-36 jarige leeftijd te pakken en kwam jarenlang aan de start van WAOD-wielerwedstrijden.
Illustratie 70. Tim Roels als overwinnaar van de Omloop Het Volk bij de nieuwelingen, 2002.
Illustratie 71. Nadine Fiers als BK, 1982. Illustratie 72. René Fiers. 85 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007 Vruchten van het platteland 16
D. Mensen achter de renners Er waren de families van diegenen die de sport beoefenden, er waren personen die met raad en daad de jongeren bijstonden, die hen iets wilden bijleren en er waren personen die zorgden 1. De situatie thuis Een aantal families waren de sport en de wielersport in het bijzonder ten zeerste genegen. In andere families zaken vader of moeder de sportkeuze van hun zoon niet altijd zo goed zitten. Een aantal factoren speelden daarbij een rol: de materiaalkosten, schrik voor ongevallen, de verzorging en, misschien nog het meest, de niet-sociale aanvaarding van het wielrennen bij vrienden en familie. Allerlei verhalen zijn bekend: van het verstoppen van de koersvelo bij vrienden of buren tot het uitstellen van aan wielersport doen tot na het huwelijk. Het lijkt misschien allemaal vanzelfsprekend, maar de rol van de familieleden in het wieleravontuur van een van de kinderen, mag niet geminimaliseerd worden. Vandaar dat de moeder van Leon De Lathouwer niet wou dat diens broer Robert in de voetsporen van Leon trad. Monique De Kegel, moeder van Roland en Johan De Lathouwer getuigde dat twee jongeren die aan wielrennen deden veel werkorganisatie vroegen.
Illustratie 73. Anna Veeckman, de moeder van Leon en Robert, besteedde veel aandacht aan de voeding van haar koersende zoon. Verzameling Marc Clement.
Vruchten van het platteland 16
86 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
2. Lichamelijke en geestelijke verzorging Het leven van een wielrenner was reeds lang meer dan fietsen alleen. Voor verzorging stonden in eerste instantie bijna altijd familieleden of kennissen in. Zij wilden hun tijd en zelf-opgedane kernnis ten dienste stellen. Alhoewel reeds tijdens het interbellum Basiel Schepens actief was bij de verzorging van de wielrenners, brak medische- en sportbegeleiding op plaatselijk vlak pas goed door na WO II. Dat Basiel Schepens alom gerespecteerd werd, blijkt uit navolgende lijkredetekst, uitgesproken door Jozef De Landtsheer uit naam voetbalploeg FC Hoger Op Kalken. Geachte Familie, Er is iemand van ons in een stille dood weggegaan, iemand met een goed hart en met een alomgewaardeerde dienstvaardigheid. Die verloren vriend wist zijn leven schoon te maken in dienst van anderen. Zijn levensschoonheid, die eenvoudig doch doelbewust was bestond uit liefde en goedheid, die de rijkdom uitmaken van de ware levensopvatting. Hij liep geen storm tegen het noodlot, maar berustte erin en aanvaardde gelaten het kruis van zijn langdurige ziekte. Gelaten ja, maar ook moedig, blijmoedig zelfs, torste hij de last ervan; en als het hem op zo weinige dagen wat beter ging, was hij vol hoop en deelde hij zijn vreugde met dezen die zijn leed niet aanvoelden of er weinig aan dachten, dat de man die hen hielp ook hulpbehoevend was en wel op zijn minst wat dank kon gebruiken. Talrijk zijn de sportlui die hij met raad en daad geholpen heeft, want in de sport vooral heeft hij zich verdienstelijk gemaakt, om toch op die manier goed te kunnen doen. Hij was tot buiten de gemeente grenzen bekend en, nog meer doende dan hij kon, gaf hij gekwetsten beterschap of genezing. En dat was allemaal zo natuurlijk bij Basiel, dat hij vergat naar een dankwoord te luisteren.
Illustratie 74. Basiel Schepens (1904-1964) masseerde veel Kalkense wielrenners. Vruchten van het platteland 16
Illustratie 75. Hendrik Van Caenegem was steeds in de weer voor Johan De Lathouwer. 87 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
De voetbalclub heeft in hem een offervaardig bestuurslid en een hulpvaardige hand verloren. Er zijn weinig mensen die heengaan voor goed zonder treurnis achter te laten; maar als een goed mens heengaat is de vrijgebleven stoel moeilijk door een zetel te vervangen. De plaats blijft leeg, doch de goedheid zit er nog op, zijn sublieme nalatenschap. Voor al wat Ge voor onze club gedaan hebt zeggen we U, Vriend Basiel, een laatste dank en deze dank zal een gebed zijn om uw goede ziel ten Paradijse te geleiden. Kalkenaar Basiel Schepens (1904-1964) was gepassioneerd door de (wieler)sport. Hij zou decennialang sporters masseren. Florent volgde zijn vader Basiel een tijdlang op als verzorger van renners. Recept massageolie familie Basiel Schepens, aangeleerd aan Basiel tijdens zijn “stageperiode” op de Gentse piste tijdens het interbellum. Summiere bereidingswijze: Eieren samen met azijn een drietal weken in een afgesloten recipiënt laten staan. Daarna kamfer toevoegen en terpentijn (1/2 + ½) en opnieuw drie weken laten rusten. Daarna van de massa (de kalk van de eierschelpen was opgelost) een vloeiend geheel maken met toevoeging van mosterd en olie. Overbrengen in flessen en twee weken laten rusten. Schudden vóór gebruik.
Illustratie 76. Deze foto waarop verzorger en neef Robert Clement de bevoorrading verzorgt voor De Lathouwer is meer dan waarschijnlijk genomen op de grote Markt te Oudenaarde. Verzameling Marc Clement. Maurits De Lathouwer (1913-1983), een oom van Leon De Lathouwer, bezat de ingesteldheid om heel wat jongeren op te peppen. Hij deed dat dan ook bij onder andere Leon De Vruchten van het platteland 16
88 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Lathouwer en bij André De Kerpel. Maurits De Lathouwer was eveneens een vurige supporter van het toenmalige La Gantoise. De technisch-vaardige voetbalknepen die hij geregeld in het Ottenstadion te aanchouwen kreeg, oefende hij op de Vaart graag in, samen met de toen nog jonge H.O. Kalken-voetballers Jean Plovie, Willy Claus, Marcel Van Acker, Robert De Smet en nog enkele anderen die ook op de wijk De Vaart woonden. Tabel 12 bevat namen van masseurs en verzorgers van plaatselijke renners. Masseurs - verzorgers Basiel Schepens
René Couché Roger De Broe Florent Schepens Robert Clement Hendrik Van Caenegem Prudent Haeghens Willy Verheke Rudy Van Acker Remi Pauwels Valcke Rietje (Bontinkstraat) Vergeylen (Overmere) Troch Livien Arents Emiel De Vreese Edgard
Wielrenners Vervaet Basiel Cotman Richard De Clercq Gilbert Oosterlinck Andre Verschraegen Romain Verschraegen Leon Van De Velde Gaston Baert Gole Maurice Hoogewijs Achiel Roels Marcel Vervaet Edward De Kerpel André Rogiers Julien De Wannemaeker Maurice Engels Sylvain Roelandt Julien Hendrickx Marc De Wannemaeker Maurice De Lathouwer Leon De Lathouwer Johan De Lathouwer Roland De Lathouwer Roland Claes Jo Pauwels Gilbert De Kestelier Georges Sylvain Engels André De Kerpel Rogiers Julien Rogiers Julien
Tabel 12. Een aantal masseurs – verzorgers stelden zich ten dienst van een plaatselijke wielrenner. De lijst is ongetwijfeld nog aan te vullen. Dat veel inspanningen gingen naar het afmalen van de kilometers op training lijkt evident. Ook op een andere manier moest conditie opgedaan worden. Enkele voorbeelden: Na WO II zouden de inspanningen van Albert Persijn niet alleen leiden tot de oprichting van een succesrijke Kalkense boksclub, maar ook tot het besef dat allerlei oefeningen bijdroegen tot een betere conditie voor de wielrenners. Ook wielrenners namen deel aan de boksoefeningen, zo bijvoorbeeld André De Kerpel. Diezelfde André De Kerpel nam als jongeling ook regelmatig deel aan de looptrainingen van voetbalclub FCHO Kalken. Vruchten van het platteland 16
89 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 77. Roland De Lathouwer aan het oefenen in de ouderlijke autostalplaats.
Illustratie 78. Roland De Lathouwer aan het rope-skippen.
Voeding is een andere belangrijke factor. In het kader van deze studie werden een aantal voorbeelden opgetekend uit de periode kort vóór de Tweede Wereldoorlog tot omstreeks 1960. Maurice De Wannemaeker kreeg altijd ’t beste van het beste voorgeschoteld. Dat was meestal elke dag een biefstukje. André De Kerpel getuigde dat hij veel platte kaas gegeten. Ten huize van Julien Rogiers werden als speciale maaltijd duivenjongen klaargemaakt. Frieten stonden helemaal niet op het menu en zijn moeder maakte een soort smeerkaas met groenten in verwerkt. De moeder van Leon De Lathouwer deed veel moeite om kort na de oorlog het beste voedsel voor haar succesrijke zoon te kunnen veroorloven. Sulkerplets met eieren kreeg Leon dus zeker niet voorgeschoteld. Leon De Lathouwer durfde op een wedstrijddag omstreeks 10 uur bij de plaatselijke beenhouwer een stukje fijngehakt biefstuk bestellen. Dat verorberde hij dan rauw. 3. Supportersclubs als nieuwe verenigingsvorm De supportersclubs van het wielrennen werden na WO II ervaren als een nieuwe ontspanningsvorm en organisatievorm voor de gewone werkman en de kleine zelfstandige, naast de reeds lang bestaande socio-culturele verenigingen zoals KWB, de Boerenbond enz… De supportersclubs probeerden de meest dringende noden van hun renner(s) te lenigen, zowel op financieel als op moreel vlak. Meestal was een kapitaalkrachtige persoon de oprichter of de Vruchten van het platteland 16
90 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
voorzitter van zo’n vereniging. Vergeten we in dit geval de Eesveldse familie Verhoeven en Gustaaf Piens niet. Meestal werden jaarlijks een of meerdere grote activiteiten ingericht. De opbrengst van het jaarlijkse bal en de steunkaartenverkoop werden meestal besteed voor de aankoop van fietsmateriaal. Er zijn twee voorbeelden bekend van supportersclubs die op eigen initiatief wielerwedstrijden ingerichtten, namelijk de supportersclub van Leon De Lathouwer (Oefenkoers van ongeveer 80 km op 28 februari 1954) en de supportersclub van Tim Roels (wielerwedstrijden op de wijk Hussevelde, periode 2002-2007). Het valt op dat de renners van pakweg de laatste 15 jaar minder en minder een supportersclub achter zich hebben, met uitzondering van Tim Roels dan.
Illustratie 79. De supportersclub van Keghels was gevestigd in café De Manna bij de familie Hanselaer – Schack. Verschraegen Romain Verschraegen Leon Rogiers Julien
Ward Hoogewijs, Zomerstraat Ward Hoogewijs, Zomerstraat Maurice De Wannemaeker, Eesvelde Maurice De Smet, Vaartstraat./ Albert Haentjens, Lindestraat, Overmere Velomaker Maurice De Smet Velomaker Albert Troch, wijk De Kruisen, zelf ex-renner en zoon van ex-renner Gaston Troch
Roelandt Julien Fiers Albert Claus Marcel
Tabel 13. Enkele renners en hun velomakers.
Benaming
Secretaris of aanspreekpersoon
Vruchten van het platteland 16
Plaats lokaal
91 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
De Lathouwer Leon
Meys Jozef
De Rogiersvrienden (Julien Rogiers)
Voorzitter was apotheker Marcel Crommelinck, ondervoorzitter was bakker Alberic De Ridder, secretaris Jozef Meys, kalkendorp. Alfred Verschraegen (voorzitter) Bestuursleden Marcel Van De Sompel, Frans Van Den Hende en Georges D’Hondt
Supportersclub Julien Roelandt
Supportersclub Albert Fiers Supportersclubs voor De Schrijver en Engels De Kerpelvrienden
De Lathouwersvrienden (voor Roland en Johan)
De Sennesaelvrienden
Leboeuf Dirk Rogiers Rudy De Kerpel Johan Claes Jo Roels Tim
In de herberg van zijn ouders.
Café Hilaire De Waele, Hussevelde Café Prosper Fiers, Hussevelde Maurice Engels Roger De Broe (voorzitter) André Poelman (secretaris)
Louis Keghels Engels Sylvain
Herberg wwe Anna Veeckman Later in eigen herberg. Herberg August Borglioen, Bontinkstraat.
o.a. Julien Vispoel en Henriette Hanselaer Voorzitter Rudolf Poelman (1973) ondervoorzitters Marcel De Vogelaere (1973-1976) en Roger De Broe (1973-1976), secretaris T. Van Caenegem, hulpsecretaris Prudent Haegens, Erevoorzitter Jules De Landtsheer (1973-1977) Voorzitter Roger De Broe (1977) Secretaris Hendrik Van Caenegem (1977) Julien Lequeux (1975-1977) Daniël Van De Velde (1977) Leden: Marcel De Coster (1977) André Cours (1977) André Sennesael (1977) Marc Van Hauwermeiren (1975)
Café Onder den Toren bij Jozef De Kegel, Kalkendorp In De Manna, bij Albert Hanselaer en Schack, Vaartstraat Koninklijke Harmonie Café Leon De Lathouwer Herberg Volkshuis bij Theofiel Van Caenegem, Vaartstraat
Café André Sennesael
Café Leon De Lathouwer Café Annie Colman, Hussevelde Café De Lathouwer, Eesvelde Café Sportvriend, Eesvelde Café ’t Krieksken, Hussevelde
Tabel 14. Supportersclubs en de ere-voorzitters, secretarissen of contactpersonen..
Vruchten van het platteland 16
92 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Illustratie 80. Onderwijzer Ernest De Gelder was een van de stuwende krachten achter plaatselijke wielrenners. Hier zien we hem samen met Rudy Rogiers. Verzameling familie Rogiers – De Coene. Leon De Lathouwer
Klaasbal, zaal Koninklijke Harmonie
Julien Rogiers
Bal, zaal Koninklijke Harmonie
Maurice Engels en Jozef De Schrijver André De Kerpel
De Lathouwer Roland en Johan De Lathouwer Johan
Gezamenlijk bal, zaal Koninklijke Harmonie Bal, zaal Koninklijke Harmonie Sportavond zaal Koninklijke Harmonie Bal, zaal Koninklijke Harmonie Sportbal Zaal Calcine
Rogiers Rudy
Sportbal Zaal Koninklijke
Sennesael Jean-Pierre
Vruchten van het platteland 16
7 december 1952 6 december 1953 4 december 1955 2 december 1956 1 december 1957 7 december 1958 22 januari 1956 27 januari 1957 26 januari 1958 25 januari 1959 24 januari 1960 21 december 1958 13 december 1959 1 januari 1958 21 december 1958 13 januari 1978 13 september 1975 15 november 1980 8 november 1986 28 november 1981
93 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
Roels Tim De Landtsheer Steven
Harmonie Eetfestijn Zaal Skala, Colmanstraat Eetfestijn, Kantine FCHO Kalken
Vijfde editie, 3-4 december 2005 28 januari 2006
Tabel 15. Enkele voorbeelden van activiteiten van supportersclubs. De meeste supportersclubs organiseerden in de wintermaanden een of meerdere bals. Voor de periode tot omstreeks 1960 vonden die feesten plaats in zaal Koninklijke Harmonie in de Koffiestraat te Kalken. In die periode was die feestzaal zowat de enige zaal die groot genoeg was.
Illustratie 81. Een groot deel van de Kalkense wielrennerslichting van midden de jaren 1970 was aan de slag bij EBO. Patrick Van Damme (links), Dirk Leboeuf (midden) en Jean-Pierre Sennesael (rechts) aan de start van een wedstrijd. Verzameling Dirk Leboeuf.
Vruchten van het platteland 16
94 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
D.
Wielersport een gans leven lang.
1. Wielertoeristen. a. Individueel. Reeds in de periode 1952-1953 waren Roger De Broe en Jozef Meys gedurende enkele jaren wielertoerist-lid bij een Merelbeekse wielerclub. Ze reden zelfs een Ronde van Vlaanderen mee, samen met Raymond De Veirman. Heel wat later sloten Georges De Kestelier (°1957) en Roland De Lathouwer zich aan bij de Wetterse Wielerclub Motobecane van velomaker Waterinckx. b. Wielertoeristenclub Calcine. Café De Calckine in de Koffiestraat werd door Alfred en Annie Clerick – De Wilde opengehouden van 1970 tot 1987. In 1972 werd de wielertoeristenclub De Calcine opgericht. Roger De Broe zorgde voor mutsjes van Derby Sport. Kort daarna werd ook een vrouwelijke toeristenclub opgericht. Een van de eerste grote organisaties waren drie jaar na elkaar de Drie uren van Kalken. Een eerste editie had plaats op zaterdag 23 september 1972. Secretaris in 1972 was Roland Meys. Een aantal oud-renners maakten deel uit van de wielertoeristenclub en een aantal jongeren groeiden uit dat midden door tot echte wielrenners. De bekendste onder hen is ongetwijfeld Rudy Rogiers. Wielertoeristenclub Calckine is nog steeds actief en staat jaarlijks garant voor geslaagde recreatieve wielerevenementen.
Illustratie 83. De leden van wielertoerisenclub Calcine aan estaminet In Den Bouw, periode kort na de oprichting. Verzameling Alfred Clerick.
Vruchten van het platteland 16
95 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
2. Nevenbonden. Niet iedereen beoefent of wou het wielrennen in competitief verband onder de vleugels van de BWB beoefenen. Vanaf de jaren 1970 ontstonden (opnieuw) een aantal afzonderlijke wielerbonden die een aantal wielerliefhebbers, jong en oud, toeliet wedstrijden te betwisten op hun niveau. Misschien zijn de WAOD en de VWF de meest bekende bonden, mogelijk omdat ter gelegenheid van wijkkermissen op hen beroep gedaan werd om betaalbare wielerwedstrijden in te richten. Dat ook met niet-hedendaagse fietsen wedstrijden kunnen gereden worden, werd bewezen door Henri Bruyneel en Pieter Jansen. Zij werden meerdere malen kampioen van België Hoge-Bi-rijden. In bijlage 5 werden, behalve de wielrenners die wedstrijden bij de BWB hebben betwist, veel wielerliefhebbers opgenomen die op een of andere competitieve manier deelgenomen hebben aan wielerwedstrijden. 3. Samen de wielersport beleven. Ter plaatse de wielrenners aanmoedigen is een manier om zich met de wielersport verbonden te voelen. Passiever de wielersport beleven kan uiteraard ook. Zowat elke nieuwe generatie wielrenners zorgde voor genoeg gesprekstof tussen aanhangers van de gevestigde waarden en de opkomende renners. Een reden te meer om tussen pot en pint op café het uur uit het oog te verliezen? De voorbije tien jaar duiken in een aantal herbergen opnieuw wielerpronostiekclubs op. We kunnen die pronostiekclubs ook een beetje als verenigingsvorm beschouwen. Eventjes tussendoor vermelden dat de nog jonge supportersclub van FCHoger Op Kalken tijdens de jaarlijkse sportavond een koers op rollen organiseert, vooral gericht naar de plaatselijke jongeren. We kennen die wedstrijd als de Herdenking Eugeen De Tollenaere.
Illustratie 84. Doortocht van de openingswedstrijd in de Steenbeekstraat. Vruchten van het platteland 16
96 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007
In 1998 kregen de deelnemers van de openingswedstrijd voor beroepsrenners van het Belgische wielerseizoen, de Omloop Het Volk, voor de eerste keer de Kalkense kasseien van de Krimineelstraat, de Steenbeekstraat en de Berringstraat voorgeschoteld. Een en ander had te maken met de inspanningen van Denis D’hondt, waarvoor van harte dank. Meteen waren plaatselijke verenigingen er als de kippen bij om die gelegenheid niet voorbij te laten gaan. De kasseistroken werden plaatsen waar zowat een ganse lokale gemeenschap aanwezig wou zijn. Eten en drinken zorgden voor de rest. Misschien was de doortocht van de Omloop Het Volk van 2007 echter wel de laatste.
E.
Algemene bemerking ten opzichte van het lokale kermisgebeuren.
De algemene tendens tot het inrichten van wielerwedstrijden ter gelegenheid van wijkkermissen bleef tijdens de eerste twee decennia na de Tweede Wereldoorlog behouden. Meer nog, de successen van Leon De Lathouwer zorgden voor een heropleving van bepaalde wijkkermissen. Een voorbeeld hiervan blijkt Heirwegkermis te zijn, met een wedstrijd voor juniores waarin Leon De Lathouwer en Aloïs Lerno het tegen elkaar opnamen. De familie Lerno was familiaal nauw verbonden met de familie van smid Edgard D’Hondt uit Kalkendorp. We kunnen ons heden ten dage moeilijk voorstellen dat voor een ‘gewone’ lokale wielerwedstrijd duizenden toeschouwers konden gemobiliseerd worden. Maar in het pré-televisietijdperk kon dat blijkbaar zonder moeite. Verdwenen geleidelijk aan een aantal wijkkermissen en verminderde de zichtbare delen van een kermis, namelijk danstenten en kermisattracties, dan bleven wielerwedstrijden nog een tijdlang verder georganiseerd. De resterende herbergiers of nieuw opgerichte wijkverenigingen hielden de organisatie van wielerwedstrijden in ere. Waren de wedstrijden niet meer als vanzelfsprekend voor BWB-aangesloten renners, dan stapten enkele wijkorganisaties over naar de organisatie van wedstrijden voor nevenbonden zoals de WAOD en de VWF. Dat had onder andere tot gevolg dat niet meer zo jonge renners zich aanboden. Tijdens de jaren 1990 was er nog slechts één Kalkense wijkkermis met een wielerwedstrijd als belangrijk aantrekkingspunt, namelijk de wijk Hussevelde. Enkele jaren terug viel ook die kermistraditie weg. Feestcomité De Keille, een werkgroep die vooral in de driehoek Vaartstraat – Nerenweg – Kordewagenstraat actief is, is sinds vorig jaar de enige organisator van een wielerwedstrijd voor BWB-aangeslotenen ter gelegenheid van een wijkkermis, namelijk de heropgestarte Vaardekenskermis. Misschien de moeilijkste opdracht bij nieuwe organisaties van wielerwedstrijden in een bepaald dorp, op een bepaalde wijk, is de lokale bevolking opnieuw bewust te maken van het feit dat een dergelijke organisatie veel discipline vraagt. Niet alleen van de organisatoren, maar zeer zeker ook van de bewoners langs de omloop. Maar ik vind dat die uitdaging moet aangegaan worden!
Vruchten van het platteland 16
97 Belgisch Kampioenschap 19 augustus 2007