Aan de gemeenteraad datum behandeld door ons kenmerk doorkiesnummer onderwerp
3 oktober 2014 S.W. Brouwer 1288782 078-7706242 Programmabegroting 2015
Geachte heer/mevrouw, Hierbij treft u de Programmabegroting 2015 aan. Indeling van de programmabegroting De Programmabegroting 2015 heeft nagenoeg dezelfde indeling als de Programmabegroting 2014 en bestaat uit de programma’s Samenleving, Ruimte, Bestuur en regio. Onder Algemene dekkingsmiddelen zijn de gemeentelijke inkomsten opgenomen die vrij besteedbaar zijn en die niet direct gerelateerd zijn aan één van de programma’s. De programma’s zijn ingericht met thema’s, zoals vermeld in het coalitieakkoord. Per thema is een tabel opgenomen met daarin de financiële gegevens en worden ontwikkelingen en verwerkte heroverwegingen toegelicht. Verder bevat de Programmabegroting 2015 de verplichte paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Onderhoud kapitaalgoederen, Financiering, Lokale heffingen, Grondbeleid, Bedrijfsvoering en Verbonden partijen. Het laatste deel vormt de financiële begroting. Hierin is onder andere de analyse van de verschillen ten opzichte van de Perspectiefnota 2015 opgenomen en een overzicht van de winstbepaling en winstbestemming. Procedure voor de Programmabegroting 2015 Voor de programmabegroting geldt een embargo tot maandag 6 oktober 17:00 uur. Behandeling van de ontwerpbegroting 2015 vindt in alle raadscommissies plaats. Wij gaan er vanuit dat de inleiding en samenvatting onderwerp van gesprek zijn in alle commissies. Wij stellen verder de volgende verdeling voor. Op 27 oktober 2014 is de commissie ABZ met als aandachtsgebied het programma Bestuur en Regio en de verplichte paragrafen, waaronder de financiële begroting, 29 oktober de commissie Ruimte met als aandachtsgebied het programma Ruimte en 30 oktober de commissie Samenleving met als aandachtsgebied het programma Samenleving. Op 6 november 2014 wordt de begroting behandeld in de gemeenteraad. Schriftelijke vragen van technische aard kunnen tot uiterlijk 12:00 uur op 10 oktober 2014 bij de griffier worden ingediend. In het vertrouwen u hiermee op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de plaatsvervangend secretaris, de burgemeester,
M. Boogmans
C.J.M. de Bruin
1
Programmabegroting 2015
2
Inhoudsopgave 0. Samenvatting
5
1. Inleiding
7
2. Programma Samenleving
11
3. Programma Ruimte
33
4. Programma Bestuur en Regio
47
5. Algemene dekkingsmiddelen
59
6. Verplichte paragrafen
61
7. De financiële begroting
101
8. Ontwerp raadsbesluit
111
Bijlage: I Verloop reserves
112
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 7.1 7.2 7.3
Werk en Inkomen Welzijn, volksgezondheid en cultuur Onderwijs en jeugd Sport Economie en ondernemen Wat mag het kosten? Achtergrondinformatie
11 14 19 24 26 28 28
Centrum Mobiliteit Wonen en ruimtelijke kwaliteit Groen, milieu en recreatie Wijkgericht werken Wat mag het kosten? Achtergrondinformatie
33 34 35 38 40 41 42
Bestuur en organisatie Dienstverlening Openbare orde en veiligheid Communicatie Regio Wat mag het kosten? Achtergrondinformatie
47 49 51 52 54 56 56
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Lokale heffingen Grondbeleid Bedrijfsvoering Verbonden partijen
61 65 71 77 81 83 86
Toelichting op de belangrijke afwijkingen t.o.v. de lopende begroting Resultaatbepaling en resultaatbestemming Financiële positie
3
102 106 108
4
0.
Samenvatting
In een lastige economische situatie is sprake van afnemende financiële middelen. Dat betekent dat de nieuwe ronde heroverwegingen zowel effecten heeft op taken en personeel als op de overige bestedingen van de gemeente. Desondanks is onze gemeente in staat om het voorzieningenniveau hoog te houden en een aantal voor de gemeente cruciale projecten te realiseren. Daarbij wordt zoals gebruikelijk financieel behoedzaam geopereerd en worden de heroverwegingen direct doorgevoerd in de functionele begroting. De heroverwegingen zijn per paragraaf en in een totaaloverzicht aangegeven. De belangrijkste opgave om een sluitende meerjarenbegroting te presenteren is gerealiseerd. Naast de grotere projecten die in de planperiode worden opgepakt wordt ook blijvend ingezet op de speerpunten van beleid zoals economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid. De regionale ontwikkelingen spelen een rol in ons dagelijks denken en handelen. Grote decentralisaties maken dat we moeten samenwerken, samenwerken maakt ook mogelijk dat we besparingen kunnen realiseren. Van belang is dat we onze rol als (mede)eigenaar van de samenwerkingsverbanden goed invullen. De programma’s zijn zo ingericht dat begonnen wordt met een algemene tekst die gedurende de planperiode in stand kan blijven (abstract met een lange doorwerking). Vervolgens worden onderdelen (paragrafen) beleidsmatig uitgewerkt. Tevens worden per onderdeel subdoelstellingen geformuleerd, maatregelen genoemd en concrete actiepunten voor het planjaar 2015 opgenomen. Dit geeft veel inzicht en kaderstellende mogelijkheden. Per programma geven we ook aan wat de kaderstellende documenten zijn die een rol spelen bij het beleidsmatig vormgeven van het programma. Per programma is ook een set indicatoren opgenomen die we periodiek gaan volgen om te bezien of de ontwikkeling en het verloop van de scores aanleiding geven tot beleidsbijstelling en/of concrete maatregelen. Voor het eerst presenteren we ook per programma een overzicht van ontwikkelingen die voor dat programma en de gemeente van belang zijn.
5
6
1. Inleiding Inleiding De economische ontwikkeling in Nederland is positiever dan eerder gedacht, maar kent nog geen robuust karakter. Dat geldt ook voor het consumentenvertrouwen, dat een wisselend beeld laat zien. Zeker gezien de doorwerking van de eerdere bezuinigingen die in het jaar 2015 sterk merkbaar zullen zijn, is niet te verwachten dat de economie zich snel in positieve zin zal ontwikkelen. Een andere remmende factor op de ontwikkelingen is de toenemende spanning in de wereld met soms economische boycots. Kortom, we zijn uit de grote economische dip (we verwachten geen sterkere teruggang meer), maar zijn gematigd optimistisch over een beperkte groei in de toekomst, in combinatie met een geringe inflatie. In het verleden hebben we als gemeente laten zien dat we ook minder positieve uitgangsposities aankunnen en dat zullen we ook in de toekomst laten zien. We zijn echter als kleinere gemeente wel kwetsbaar door grote ambities in combinatie met een hoog voorzieningenniveau. De belangrijke speerpunten van beleid zoals economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid zetten we ook deze periode door. Financiële ontwikkelingen Papendrecht Op basis van de kaderbrief Financiën die is gebruikt bij de coalitiebesprekingen is in het collegeprogramma een taakstelling op financieel gebied opgenomen. Op basis van de meest recente informatie, natuurlijk met op onderdelen plussen en minnen, is de financiële uitgangspositie, voor 2015 zeker en de jaren daarna naar verwachting, nog steeds op hoofdlijnen passend. Ook nu weer is in de traditie van onze gemeente behoedzaam begroot, met de kanttekening daarbij dat een aantal ontwikkelingen en risico’s financiële consequenties zullen hebben. Deze zijn echter nu nog niet adequaat financieel te vertalen, of de benodigde besluitvorming ontbreekt. Eén van de situaties met financiële consequenties is het speerpunt om de gemeentewerf aan te pakken. Wij zien een meerjarenbeeld ontstaan dat sluitend is of kan worden gemaakt als de taakstellende bezuinigingen zoals aangeven in het collegeprogramma worden ingevuld. Op basis van het collegeprogramma wordt een voorziening frictie personeel gevormd. De bestemming betreft het oplossen van personele knelpunten, het invullen van de gevolgen van de personele taakstelling en het flexibeler maken van delen van de formatie. Heroverwegingen Van de in 2011 opgenomen heroverweging is nog niet alles ingevuld. Van Heroverweging I zal in 2015 nog € 103.000 en vanaf 2016 nog € 112.500 ingevuld moeten worden. Dit betreft reclameopbrengsten, de taakstelling theater en het restant van de taakstelling accommodatiebeleid. Het huidige meerjarenbeeld is een doorvertaling van de autonome ontwikkelingen ten opzichte van de perspectiefnota. Alleen autonome ontwikkelingen waaraan besluitvorming ten grondslag ligt zijn in de conceptbegroting opgenomen. Voor het invullen van de taakstelling op taken en personeel is met name langs de weg van natuurlijk verloop (o.a. pensionering) en vacatureruimte tot oplossingen gekomen. Dit resulteert in het volgende overzicht. Invulling taakstelling op taken en personeel 2015 Vanuit natuurlijk verloop 125.000 Vanuit vacatureruimte 75.000 Totaal 200.000 Taakstelling 200.000 Verschil 0
2016 295.000 75.000 300.000 300.000 0
2017 334.000 83.000 350.000 350.000 0
2018 363.000 137.000 500.000 500.000 0
2019 401.000 99.000 500.000 500.000 0
Na invulling van de taakstelling personeel resteert voor 2015, 2017, 2018 en 2019 nog een tekort. Dit wordt met Heroverweging II ingevuld, waarvan de benodigde omvang duidelijk wordt in de volgende tabel (mede op basis van nieuwe inzichten na de vaststelling van de Perspectiefnota). 7
Begrotingsresultaat per 10 september 2014
2015
2016
2017
2018
2019
(-/- = nadelig)
Stand Perspectiefnota 2015 - 2019 Autonome ontwikkelingen Taakstelling personeel Heroverwegingen Verwacht saldo begroting 2015-2019
802.00053.000200.000 712.000
387.000249.000 300.000 494.000
675.000225.000 350.000 622.000
951.000150.000500.000 639.000
644.000712.000500.000 634.000
57.000
656.000
522.000
38.000
222.000-
Bij de keuze van de voorstellen Heroverwegingen II is rekening gehouden met de verdeling van de lasten over verschillende beleids- en taakvelden en is gelet op uitvoerbaarheid. Per paragraaf zijn de grotere heroverwegingsvoorstellen genoemd. Grote projecten Een aantal projecten is voor de ontwikkeling van Papendrecht van groot belang. Het gaat dan met name om het Land van Matena en de invulling van de locatie Den Briel en de locatie Veerpromenade. Bij het eerst genoemde project gaat het om het ontwikkelen van Land van Matena als rustig groen woonmilieu en voorbereiding op de planvorming. De start en uitvoering van Den Briel en Veerpromenade is net als de herinrichting van het Marktplein van betekenis voor het aanzien van het centrum van Papendrecht. Bezien zal worden of en in welke mate de herinrichting van het Marktplein en de inrichting van de Veerpromenade in tijd op elkaar worden afgestemd, of qua werkzaamheden zo worden aangepakt dat geen sprake is van desinvestering. Op dit moment is voorzien de herinrichting van het Marktplein in 2015 fysiek uit te voeren. In 2015 wordt ook gewerkt aan de voorbereiding van de ontwikkeling en de invulling van de locatie Veerpromenade, opdat planafronding in 2016 kan plaatsvinden. Door de invulling van het Marktplein en de locatie Veerpromenade krijgt het centrum van Papendrecht voor langere tijd een ander en mooier aanzicht. In het jaar 2015 zal het grootste deel van de ontwikkeling plaatsvinden voor de invulling van de locatie Den Briel. Start van de bouw is voorzien in het jaar 2016. Voor Papendrecht is het van belang een goede kwalitatieve invulling te vinden voor de gebouwfaciliteiten. Grote projecten gemeentelijke gebouwen Voor onze gemeentelijke dienstverlening is van belang in groot onderhoud te voorzien voor een tweetal gebouwfaciliteiten. Het betreft het gemeentehuis en de gemeentewerf. In beide gevallen is sprake van achterstallig onderhoud en dringende noodzaak voor aanpassingen. In beide gevallen is van belang bij keuzes rekening te houden met een flexibele invulling van de ruimten en het groot onderhoud sober en doelmatig vorm te geven. Voor het groot onderhoud gemeentehuis is vanuit basisaanpassingen geredeneerd in de begroting rekening gehouden met financiële gevolgen. Naar verwachting zal de start van het proces ook in 2015/2016 plaatsvinden. Voor de gemeentewerf is nog geen exacte financiële voorziening in de begroting opgenomen, mede doordat aanpassingen op zijn vroegst aan het einde van de periode zijn voorzien. Vooralsnog wordt uitgegaan van een investering van EUR 1.500.000 voor bovengrondse opstallen. Grote projecten openbare ruimte Op het gebied van de openbare ruimte is de verwachting dat het enorm veel energie gaat kosten en keuzes vraagt om het beheer van die openbare ruimte zonder structurele meerkosten te garanderen. Op onderdelen is sprake van achterstallig onderhoud en de behoefte aan inhaalinvesteringen. Bij het definitief vaststellen van het nieuwe IBOR wordt daarmee rekening gehouden. Daarnaast speelt regionaal het onderzoek en de wens om meer te gaan samenwerken op het gebied van het beheer van de openbare ruimte. Het gaat dan vooral om samenwerking bij kantoorfuncties. In het kader van de openbare ruimte is ook investeren in een nieuwe gemeentewerf van belang. 8
Decentralisaties De uitvoering van de decentralisaties van de Jeugdzorg en de AWBZ/Wmo zal naar verwachting in 2015 plaatsvinden. Met de invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de gehele zorg voor jeugdigen. De gemeente moet effectieve en integrale ondersteuning op maat bieden en daarbij ook een efficiencykorting realiseren. De komende periode ligt de focus op de gemeentelijke samenwerking in de regio Zuid-Holland Zuid en op de werking van het nieuwe stelsel in de praktijk. De invoering van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 in combinatie met de decentralisatie van de AWBZ, de toename van de doelgroep (vergrijzing) en de extramuralisering waardoor mensen langer zelfstandig blijven wonen, heeft ingrijpende gevolgen voor de rol van de gemeente. De inwoner die ondersteuning nodig heeft zal hiervoor een steeds groter beroep op de gemeente doen. Samenwerking op Drechtstedenniveau en investeren in de ketens rond wonen en zorg, met daarin een duidelijke rol voor de Brede Welzijnsinstelling Papendrecht zijn op dit terrein belangrijke ingrediënten voor de komende periode om dit doel te realiseren. Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De gemeente wordt vanaf die datum verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Deze mensen zitten nu in de WWB (de Wet Werk en Bijstand), Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en mensen met arbeidsvermogen in de Wajong. Deze taak hebben wij ondergebracht bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Op lokaal niveau zetten we ons in voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Verzelfstandigingsopdrachten De opdracht om een aantal taken/voorzieningen te verzelfstandigen zal de komende periode worden uitgevoerd. Het betreft in eerste instantie de opdrachten voor verzelfstandiging van het theater en de sportvoorzieningen. Later volgen onderzoeken naar de verzelfstandiging van het Jeugd en Jongerenwerk en de buitendienst. Nadat ervaringen zijn opgedaan met het op afstand plaatsen van onderdelen wordt niet uitgesloten dat dit voor meer taken/voorzieningen aan de orde kan zijn. Het omgaan met verzelfstandigingen vraagt om een vernieuwende bestuurlijke houding. Op termijn (naar verwachting vanaf 2017) leveren de verzelfstandigingstrajecten ook een besparing op de overhead op. Duurzaamheid Papendrecht wil samen met haar inwoners, bedrijven en instellingen bouwen aan een duurzaam Papendrecht waarin leefbaarheid voorop staat. Wij beschouwen duurzaamheid daarbij breed. Het gaat onder andere om wonen en woonomgeving, welzijn en voorzieningen, economie en werken, omgevingskwaliteit, mobiliteit en bereikbaarheid. De nota “Investeren in economie, onderwijs, arbeidsmarkt en duurzaamheid op weg naar een duurzame toekomst van Papendrecht” is een eerste uitwerking van de gekozen beleidspeerpunten. Hiermee is een duidelijke keuze gemaakt voor het verder versterken van de duurzame ontwikkeling van Papendrecht. Een belangrijke randvoorwaarde voor een goede duurzame ontwikkeling is een goede participatie, zowel door de overheid als door inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Een slagvaardige overheid die bruggen kan slaan en inwoners kan stimuleren en faciliteren. Hiervoor is het belangrijk dat gevoelens, meningen en ideeën die leven in de samenleving ‘opgehaald’ worden en onder de aandacht van de gemeente worden gebracht. Om het duurzaam denken en handelen te bevorderen is het belangrijk om duurzaamheid in het bestuurlijk proces te integreren. Hiervoor zijn tools beschikbaar. Met een duurzaamheidtoets kunnen projecten en voorstellen gescand worden op onderdelen van duurzaamheid. Alle voorstellen worden voorzien van een paragraaf duurzaam. Vernieuwd besef samenspel samenleving en gemeente Op meerdere terreinen zien we dat de rollen en het samenspel tussen samenleving en gemeente onderwerp zijn van herdefiniëring. Steeds meer en vaker, mede geïnitieerd door bijvoorbeeld de decentralisaties, komt de grotere eigen verantwoordelijkheid van de samenleving in beeld. Versterkt door de heroverwegingen, maar ook vanuit het besef dat een andere overheid beter is, is ook onze 9
gemeente bezig met verschuiven van verantwoordelijkheden. Het maatschappelijk initiatief, de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, bedrijven en instellingen, in combinatie met een mengeling van een regie en ondersteunende rol van onze gemeente leiden op termijn tot een nieuw samenspel. Dat betekent dat zowel bestuurlijk als ambtelijk in het denken en handelen een omslag moet worden gemaakt. Een uitdagend proces dat naar verwachting een aantal jaren nodig heeft, maar onomkeerbaar is ingezet. Vernieuwing planning en control instrumenten Bij het vormgeven van deze begroting zijn opmerkingen vanuit de gemeenteraad leidend geweest als kapstok voor verandering, waarbij vooral aandacht is besteed aan verbetering van de kaderstellende rol van de gemeenteraad. In een collegebrief is de gemeenteraad verzocht op basis van een evaluatie voorstellen te doen voor eventuele wijzigingen van de P&C-cyclus. Op een aantal aspecten is sprake van een gewijzigde presentatie in de begroting. De indeling van het collegeprogramma is als inhoudsopgave gehanteerd. Daarbij is per paragraaf een financieel overzicht opgenomen. Dit geeft meer inzicht dan de verzamelstaten die aan het eind van een programma worden gepresenteerd. Daarnaast is in een overzichtelijke tabel opgenomen wat de (sub)doelstellingen van het collegeprogramma zijn en welke maatregelen worden genomen om daaraan invulling te geven. Ten aanzien van de indicatoren is gekozen voor een beperkte set indicatoren, waarbij de gedachte is deze periodiek te vergelijken en bij grote afwijkingen beleidsmaatregelen te nemen. We zien dit als een pragmatisch gebruik van indicatoren. Veranderingen als katalysator voor doorontwikkeling De komende periode, beginnend in het jaar 2015, zien we een complexe opgave. Deze complexe opgave bestaat uit het realiseren van grote projecten in een maatschappelijk en economisch moeilijke tijd. Tegelijkertijd is de formatiereductie in de organisatie steeds meer merkbaar en dienen creatieve oplossingen te worden gevonden voor het blijvend realiseren van taken. Het op afstand plaatsen van onderdelen van de organisatie (als coalitieopdracht of als gevolg van regionale samenwerking) versnelt een herbezinning op onze organisatie. De veranderende rol van de overheid in relatie tot de samenleving vraagt om een verandering in denken en handelen. Dit alles vindt plaats in de wetenschap dat het jaarlijks lastig is om de komende begroting en het daarbij behorende meerjarenperspectief financieel sluitend te krijgen. Wij zien ons dan ook voor de opgave gesteld ons te bezinnen op de visie op de organisatie vanuit een middellang en lange termijn perspectief, waarbij elementen als omvang, cultuur en structuur en gewenst handelen van belang zijn. Van het bestuur en onze medewerkers vragen we innovatie, maar ook creativiteit, flexibiliteit en adaptief handelen. Financiële risico’s Onderstaande zaken maken (nog) geen deel uit van het huidige concept begrotingsresultaat 2015, maar vormen mogelijk wel financiële risico's. • • • • • • • •
Eventuele financiële gevolgen IBOR (PM); Eventuele financiële gevolgen toekomstvisie Voortgezet onderwijs (PM); Eventuele financiële gevolgen aanpassing verdeelsleutels decentralisaties in 2016 (PM); Eventuele financiële gevolgen opgaan budget decentralisaties in het gemeentefonds in 2018 (PM); Eventuele financiële gevolgen aanpassing verdeelsleutel Veiligheidsregio (PM); Eventuele financiële gevolgen integratie Drechtwerk (PM); Eventuele financiële gevolgen financiële problematiek Dienst Gezondheid en Jeugd (PM); Eventuele financiële gevolgen van de tweede tranche herijking gemeentefonds (PM).
10
2. Programma Samenleving Hoofddoelstelling Papendrecht is een prettige gemeente om in te wonen, werken en recreëren. Papendrecht streeft er naar een gemeente te zijn en te blijven, waarin samenhang, binding, geborgenheid en voorzieningen op het gebied van sport, onderwijs, cultuur, zorg, jeugd, recreatie, welzijn en winkelaanbod in de nabije omgeving aanwezig zijn. Papendrecht wil dit behouden en waar mogelijk op onderdelen ook versterken. De (financiële) realiteit heeft echter tot gevolg dat een sobere uitvoering niet altijd te vermijden is. De gemeente Papendrecht zal dan ook zoveel mogelijk moeten blijven zoeken naar andere werkwijzen, het (intern) verzelfstandigingen en/of het afstoten van taken. De verzorgingsstaat zoals wij die kennen verandert en dat is blijvend. Wij zien het als onze rol, mede in het licht van de nieuwe gedecentraliseerde taken, om de sociale samenhang in onze samenleving te bevorderen en de zelfredzaamheid en participatie van onze inwoners te vergroten. Papendrecht gaat uit van de eigen kracht van onze inwoners en het zoveel mogelijk benutten van de kracht van de sociale omgeving (familie, vrienden, school, buurt, (sport)verenigingen, kerk). Indien de eigen kracht of de sociale omgeving onvoldoende (in staat) is, ziet de gemeente Papendrecht het als onze rol om onze inwoners te ondersteunen. In de eerste plaats met algemene voorzieningen, maar indien nodig ook met maatwerk of gespecialiseerde hulp. Dit om te zorgen dat kwetsbare groepen actief blijven in de samenleving en naar vermogen kunnen blijven participeren. Ons doel is om onze leefomgeving, die gericht is op kwalitatief goed wonen, leven en werken met inachtneming van de demografische ontwikkelingen en de financiële realiteit, in stand te houden. Dit is geen vanzelfsprekendheid en dat betekent dat we moeten zoeken naar creatieve, innovatieve en duurzame oplossingen. Hiervoor is ook inzet nodig van inwoners, bedrijven en instellingen. Papendrecht zoekt dan ook nadrukkelijk de samenwerking en verbinding met hen. De gemeente doet tevens een beroep op hen op zelf actie te ondernemen en verantwoordelijk te nemen om deze leefomgeving in stand te houden. De gemeente kan het niet alleen. Ook de samenwerking met andere gemeenten, met inachtneming van onze zelfstandigheid, helpt ons om het (bovengemiddeld) comfortabel woon-, leef- en werkklimaat te behouden.
Beleidsthema’s • • • • •
Werk en inkomen Welzijn, volksgezondheid en cultuur Onderwijs en jeugd Sport Economie en ondernemen
(2.1) (2.2) (2.3) (2.4) (2.5)
2.1 Werk en inkomen Papendrecht biedt werkzoekenden ruimte voor het vinden van passend werk. Werk is geen doel op zich, maar richt zich op verwerving van inkomen, het leveren van een bijdrage aan de maatschappij en het onderhouden van sociale contacten. Papendrecht zet zich in voor het scheppen en in stand houden van werkgelegenheid en het ondersteunen van mensen bij het vinden van werk. Voor wie (tijdelijk) geen werk kan vinden, zijn er voorzieningen. Papendrecht vindt dat mensen met een uitkering mantelzorgers en vrijwilligers kunnen ondersteunen. 2.1.1. Invoering participatiewet Zelfredzaamheid van inwoners en zelf verantwoordelijkheid nemen is belangrijk. De overheid komt pas in beeld als inwoners echt zelf problemen niet kunnen oplossen. De gemeente heeft een
11
ondersteunende taak voor (tijdelijk) kwetsbare inwoners. Die taak verandert, mede door de invoering van de Participatiewet en de decentralisaties van de AWBZ, de Wmo en de Jeugdzorg. Dit wordt voor een groot gedeelte op Drechtstedelijk niveau georganiseerd. Van inzet om mensen naar werk te leiden tot schuldhulpverlening en armoedebestrijding. De gemeente ondersteunt die lijn en faciliteert initiatieven, die oplossingen bieden voor inwoners die onverhoopt en ongewenst toch te maken hebben met armoede. Uitvoering van de Participatiewet wordt grotendeels gedaan door de regio (GRD/SDD). Onze gemeente heeft een grote verantwoordelijkheid voor het lokaal organiseren van mogelijkheden voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. We zien hiervoor ook mogelijkheden in samenhang met inzet in de wijken. Heroverwegingen II De bijdrage aan Drechtwerk is op basis van voorgaande jaren behoedzaam geraamd. Mede in het licht van de invoering van de Participatiewet is vanaf 2017 ruimte om het budget met € 50.000 te verlagen. Het budget voor 2015 en 2016 wordt gehandhaafd om eventuele extra kosten als gevolg van de invoering van de Participatiewet op te vangen. 2.1.2 Werkgelegenheid Wij zetten in op behoud van werkgelegenheid in Papendrecht en een zo optimaal mogelijk functionerende economie, lokaal en regionaal. Dit gebeurt via het programma Arbeidsmarkt van de Drechtsteden en door aansluiting met de arbeidsmarkt in de West-Alblasserwaard. In beide regio’s zijn veel grote technische bedrijven gevestigd die een grote behoefte hebben aan goed gekwalificeerd personeel. Papendrecht ziet kansen voor vergroting van de werkgelegenheid en betere aansluiting tussen (beroeps)onderwijs en technische bedrijven. Door continuering van het Programma Onderwijs & Arbeidsmarkt wordt hierop ingezet. De uitgangspunten die in 2012 door de gemeenteraad zijn vastgesteld zijn leidend: - Vanuit concrete activiteiten en projecten een samenhangend programma ontwikkelen; - Centrale coördinatie in plaats van versnippering bij bestaande en nieuwe initiatieven (LOC als schakelpunt); - Goede aansluiting tussen het profiel van het LOC en het lokale en regionale sociaal-economische profiel; - Focus op technologie, gezien de bedrijvigheid in deze regio en aansluitend op de agenda van de Drechtsteden voor Onderwijs en Arbeidsmarkt en Economie en de economische agenda Zuidvleugel (Maritieme Delta) en de landelijke ontwikkelingen met Topsectoren en Techniekpact; - Versterken innovatie in samenwerking tussen onderwijs en ondernemers; - Promotie voor techniek richten op jongeren die nog niet gekozen hebben voor een vervolgopleiding. Deze promotie al starten in het basisonderwijs. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Versterking aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt met speciale aandacht voor VMBO- leerlingen en samenwerking tussen VMBO-scholen
Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt
Samen met het bedrijfsleven vormgeven van de onderwijsroute voor VMBO leerlingen
Onderwijsroute VMBO leerlingen
De bestaande bedrijfsscholen verbinden aan het vakmanschap, dat in het MKB zit. Samen met IHC en Deltametaal daartoe een stappenplan ontwikkelen
Stappenplan verbinding bedrijfsleven
12
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015 Een programma voor de VO scholen wordt samen met Jet-Net opgezet
Resultaat Programma VOscholen
Voortzetting programma leerlingen VO van Aerospace meets Maritime Versterking van de lokale en regionale werkgelegenheid
Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma economie ‘Verbinden en zichtbaar inspireren’
Uitvoeren van de 10 programmapunten uit het uitvoeringsprogramma
Vermindering van de werkloosheid, met name onder de jeugd
Via de SDD inzetten op de integrale werkgeversbenadering
Uitvoeren regionaal programma Arbeidsmarkt
Zorgen voor voldoende aanbod van leerwerkplaatsen
Door SDD uitvoeren van Jaarplan 2015
Zorgen voor voldoende aanbod van leerwerkplaatsen
Faciliteren van voldoende aanbod aan leerwerkplaatsen bij lokale bedrijven/organisaties
Via de SDD inzetten op het structureel helpen van mensen Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma economie ‘Verbinden en zichtbaar inspireren’
Door SDD uitvoeren van Jaarplan 2015
Voortzetting van de doelgerichte schuldhulpverlening om inwoners nieuwe kansen te bieden
Uitvoering van minimabeleid door de SDD
Bestrijding van armoede, mede door een adequaat minimabeleid en (voortzetting van) facilitering van maatschappelijke initiatieven (zoals ASFP, schuldhulpmaatje en Voedselbank)
Ondersteunen van maatschappelijke initiatieven, bijvoorbeeld door het maken van subsidieafspraken
Stimulering van werk naar werk en van een uitkering naar werk
Stimulering van zelfstandig ondernemerschap (ook voor mensen in een uitkeringssituatie) Ondersteunen van (tijdelijk) kwetsbare inwoners
13
Uitvoeren van de 10 programmapunten uit het uitvoeringsprogramma
Voldoende aanbod leerwerkplekken
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Werk en ink omen Baten Belang werk inkomen Invoering participatiewet Werkgelegenheid
9.472.000 6.350.000 3.093.000 29.000
9.372.000 6.250.000 3.093.000 29.000
9.372.000 6.250.000 3.093.000 29.000
9.372.000 6.250.000 3.093.000 29.000
9.372.000 6.250.000 3.093.000 29.000
Lasten Belang werk inkomen Invoering participatiewet Werkgelegenheid
24.879.000 8.483.000 16.077.000 319.000
24.623.000 8.358.000 15.946.000 319.000
24.145.000 8.358.000 15.469.000 318.000
24.033.000 8.358.000 15.357.000 318.000
23.935.000 8.358.000 15.260.000 317.000
Saldo
-15.407.000
-15.251.000
-14.773.000
-14.661.000
-14.563.000
2.2 Welzijn, volksgezondheid en cultuur We geven onze inwoners de ruimte om invulling te geven aan hun eigen welzijn. Ter bevordering van de gezondheid stimuleren we gezond gedrag en faciliteren onze inwoners door hun culturele voorzieningen en sociale zekerheid te bieden. 2.2.1 Decentralisatie van AWBZ/Wmo De invoering van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 in combinatie met de decentralisatie van de AWBZ, de toename van de doelgroep (vergrijzing) en de extramuralisering waardoor mensen langer zelfstandig blijven wonen, heeft ingrijpende gevolgen voor de rol van de gemeente. De burger die ondersteuning nodig heeft zal hiervoor een steeds groter beroep op de gemeente doen. Doordat het Rijk een korting toepast op de budgetten die naar de gemeente gaan voor deze nieuwe taken is creativiteit gewenst om toch de nodige ondersteuning te kunnen bieden. Samenwerking op Drechtstedenniveau en investeren in de ketens rond wonen en zorg, met daarin een duidelijke rol voor de Brede Welzijnsinstelling Papendrecht zijn op dit terrein belangrijke ingrediënten voor de komende periode om dit doel te realiseren. 2.2.2 Welzijn Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Invulling geven aan de nieuwe Wmo 2015 waarbij inwoners met een ondersteuningsvraag zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig geholpen worden en de eigen regie zoveel als mogelijk behouden blijft
Uitvoeren gemeentelijke taak bij de decentralisatie van de AWBZ/Wmo zoals verwoord in het Wmo beleidsplan Papendrecht / Drechtsteden en uitgewerkt in een lokaal uitvoeringsplan
Met de wettelijke opdracht vastgelegd in de nieuwe Wmo 2015 en onze visie op zorg en ondersteuning onderscheiden we de volgende drie hoofdopgaven: - Het stimuleren van eigen kracht en het faciliteren en ondersteunen van de kracht van sociale netwerken van
Verbeterd aandeel met weinig eigen kracht
14
Verbeterd aandeel dat vrijwilligerswerk doet Verminderd deel bewoners in sociaal isolement
Subdoelstellingen
Een lokale ondersteuningsstructuur waarbij naast de eigen kracht en het sociale netwerk optimaal gebruik wordt gemaakt van de maatschappelijke organisaties die lokaal actief zijn
Maatregelen
Activiteiten in 2015 inwoners
Verbinden van maatschappelijke organisaties bij invulling van lokaal maatwerk waardoor nieuwe voorzieningen tot stand komen dan wel bestaande voorzieningen beter benut worden. De pilot “De wijk in regie” vormt hierbij een belangrijke basis
-
Het bieden van algemene voorzieningen
-
Het bieden van maatwerkvoorzieningen wanneer men het zelf niet kan, het sociale netwerk dit onvoldoende kan ondersteunen en de algemene voorzieningen niet voldoende zijn
Door een rijk verenigingsleven en actieve kerkelijke gemeenschappen wordt reeds op diverse wijzen laagdrempelige ondersteuning geboden zonder directe bemoeienis van de gemeente De BWI Papendrecht verzorgt aanvullend hierop individuele cliëntondersteuning en laagdrempelige algemene voorzieningen, waarbij de inzet van vrijwilligers een belangrijk onderdeel is. Denk hierbij aan de klussendienst, hulp bij thuisadministratie, huisbezoek 80+ en het bieden van mogelijkheden tot ontmoeting De BWI Papendrecht verzorgt ook sociaal raadsliedenwerk, waarbij op individuele basis sociaal juridische ondersteuning wordt geboden Voor wat betreft de ondersteuning aan inwoners met schulden zijn, in aanvulling op het aanbod van de SDD, de
15
Resultaat
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015 BWI Papendrecht en Schuldhulpmaatje Drechtsteden actief op het gebied van preventie en nazorg in Papendrecht
Resultaat
Binnen Papendrecht is een eerste aanspreekpunt voor inwoners met vragen of problemen op het gebied van de maatschappelijk werk. Daartoe worden de volgende activiteiten gesubsidieerd: • algemeen maatschappelijk werk (AMW) • 24-uurs crisisdienst maatschappelijk werk • Thuisbegeleiding Inwoners van Papendrecht kunnen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen
Monitoren praktijksituaties bij zoeken naar mogelijkheden langer zelfstandig te blijven wonen. Hieraan wordt uitvoering gegeven in het meerjarig, integraal actieprogramma Wonen met Zorg in de Drechtsteden
Uitvoeren van het actieprogramma Wonen met Zorg in de Drechtsteden
2.2.3 Gezondheid Lokaal gezondheidsbeleid is integraal beleid. Gezond bouwen en wonen, een goede luchtkwaliteit, veilige wegen, bereikbare sportvoorzieningen en een (gebouwde) omgeving die uitnodigen tot bewegen voor alle leeftijdscategorieën, dragen bij aan een goede gezondheid. Wij streven naar voor de gezondheid belangrijke vermindering van de concentraties fijnstof en geluids- en verkeershinder, ook bij vervoer over water. Papendrecht stimuleert maatregelen zoals goede voorlichting om gezondheid te bevorderen en bedreigingen van gezondheid tegen te gaan (preventie, met speciale aandacht voor de jeugd). Wij zoeken samenwerking met maatschappelijke partners en nemen de regie. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Het optimaliseren van de gezondheid van onze inwoners, waarbij leeftijd, afkomst of sociaal economische status geen belemmering mogen vormen
Uitvoeren van een preventief gezondheidsbeleid of – programma in samenwerking met partners.
Uitvoeren van de jaarschijf 2015 uit de nota lokaal gezondheidsbeleid 20122015 “Gezond, gewoon doen”, en de uitvoeringsprogramma’s 2012-2015: - gezond gewicht
Cijfers in de Toekomstverkenning
16
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015 - mentale weerbaarheid - Verzuip jij je toekomst?! (alcohol)
Resultaat
Samen met andere gemeenten en de dienst Gezondheid & Jeugd voorbereiden van een nota gezondheidsbeleid voor de periode 2016-2019, met bijbehorende uitvoeringsprogramma’s
Cijfers in de Toekomstverkenning Eenmaal per vier jaar, voorafgaand aan het opstellen van de lokale nota volksgezondheid, informeert en adviseert de Dienst Gezondheid & Jeugd de gemeenten over de belangrijkste gezondheidsproblemen in de regio Zuid-Holland Zuid. Dit gebeurt door middel van een Toekomstverkenning, waarin een zo compleet mogelijk beeld van de gezondheidssituatie van de inwoners in Zuid-Holland Zuid aangevuld met beleidsadviezen wordt weergegeven. Het doel van de regionale volksgezondheid toekomstverkenning (rVTV) is om een zo compleet mogelijk beeld te geven van de gezondheidssituatie van de inwoners in de regio Zuid-Holland Zuid. Dit beeld aangevuld met beleidsadviezen biedt onderbouwing voor de gemeentelijke en regionale nota (volks)gezondheid. Heroverwegingen II Activiteiten in het kader van preventief gezondheidsbeleid zijn geen wettelijke verplichting. Hierdoor kunnen activiteiten worden gestopt. Het betreft het programma gezond gewicht (€ 10.500), verzuip jij je toekomst?! (€ 11.500), het programma mentale weerbaarheid (€ 16.000) en overige activiteiten (€ 5.000). Voor bovengenoemde programma’s zijn echter langdurige afspraken gemaakt met de GGD, zodat op korte termijn alleen op de overige activiteiten € 5.000 kan worden bespaard. 2.2.4 Cultuur Cultuur is belangrijk voor het welzijn van inwoners en levert een bijdrage aan maatschappelijke vorming. Dat geldt vooral voor kennismaking met cultuur door met name kinderen. Belangrijk hierbij zijn bereikbare culturele voorzieningen zoals het theater en een moderne bibliotheek. Kennismaking met cultuur door kinderen zal vooral vorm krijgen door het aanbieden van een kunstmenu en specifieke projecten voor scholen die aansluiten bij de kerndoelen onderwijs. Afhankelijkheid van instellingen van overheidssubsidies wordt verminderd, samenwerking tussen culturele instellingen wordt –waar mogelijk- bevorderd. Waar mogelijk vernieuwt de financieringsstructuur van voorzieningen en cultuursubsidies in het algemeen. Maatschappelijke initiatieven voor (culturele) evenementen worden gefaciliteerd. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Bevorderen van maatschappelijke vorming door middel van cultuur
De Culturele Adviesraad uitnodigen een voorstel voor de actualisering van de Nota Cultuurbeleid te doen
Vaststellen van een startnotitie en opstellen en actualiseren van het cultuurbeleid met oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen
17
Resultaat
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Verzelfstandiging theater
Voortzetting onderzoek naar verzelfstandiging theater (gestart in 2014) en opstellen van een voorstel
Uitwerken verzelfstandiging theater
Verzelfstandigd theater
Kinderen kennis laten maken met cultuur
Het aanbieden van een kunstmenu en specifieke projecten voor scholen die aansluiten bij de kerndoelen onderwijs
Subsidieafspraken met ToBe en deze monitoren samen met het onderwijs
Aantal deelnemers kunstmenu Aantal deelnemende scholen
Bij de subsidieafspraken met ToBe meer nadruk worden gelegd op kunstmenu en projecten scholen De visie op Cultuureducatie zal worden verwoord in een afzonderlijke nota
Opstellen nota Cultuureducatie
Financieringsstructuur voorzieningen en subsidies verminderen en vernieuwen
Onderzoek naar mogelijkheden in de markt zetten van producten
Subsidieafspraken actualiseren
Bevordering samenwerking lokale cultuuraanbieders
Onderzoek naar en verbinden van mogelijke samenwerkingspartners
Actualiseren van het cultuurbeleid met oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de bevordering van samenwerking tussen lokale cultuuraanbieders
Faciliteren maatschappelijke initiatieven (culturele) evenementen
Faciliteren evenementen
Faciliteren evenementen door stimuleren van sponsoren en het verstrekken van een subsidie
Modernisering van het informatieconcept van de bibliotheek
Samen met de bibliotheek een ontwikkelingslijn/plan ontwikkelen en implementeren. Hierbij worden tevens de samenwerkingsmogelijkheden onderzocht
Met bibliotheek gesprekken voeren over mogelijkheden modernisering informatieconcept, mede in het licht van de huisvesting
18
Nota cultuureducatie
Opheffen ambtenarenstatus ToBe
Verbeterd aantal bezoekers evenementen
Heroverwegingen II Onder het thema cultuur valt het evenementenbeleid. Voorbeelden van evenementen zijn de kerstmarkt, de ijsbaan, de Holland Ladies Tour en Powerpark. Totaal een budget van € 90.000 in de oneven jaren en € 86.000 in de even jaren. Een vast budget voor evenementen van € 70.000 wordt beschikbaar gesteld. Het college doet voorstellen voor besteding van het budget. In de even jaren wordt mede gelet het belang van jeugdactiviteiten ten behoeve van Powerpark aanvullend een budget opgenomen van € 10.000. Voor de oneven jaren een besparing van € 20.000 en voor de even jaren een besparing van € 6.000 (mede door verminderde veiligheidsactiviteiten). Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Welzijn en volk sgezondheid Baten Jeugdzorg AWBZ/WMO Gezondheid Cultuur
1.022.000 0 0 11.000 1.011.000
1.040.000 0 0 11.000 1.029.000
988.000 0 0 11.000 977.000
988.000 0 0 11.000 977.000
988.000 0 0 11.000 977.000
Lasten Jeugdzorg AWBZ/WMO Gezondheid Cultuur
7.822.000 768.000 3.579.000 402.000 3.073.000
7.615.000 768.000 3.569.000 301.000 2.977.000
7.603.000 768.000 3.569.000 300.000 2.966.000
7.603.000 768.000 3.569.000 300.000 2.966.000
7.586.000 768.000 3.569.000 300.000 2.949.000
-6.800.000
-6.575.000
-6.615.000
-6.615.000
-6.598.000
Saldo
2.3 Onderwijs en jeugd 2.3.1 Onderwijs Het hebben van een startkwalificatie is een belangrijke voorwaarde voor volwaardige maatschappelijke participatie, voor meedoen in de samenleving. Meedoen is niet alleen belangrijk voor iemands eigenwaarde en economische positie, maar ook voor een samenleving die kampt met een economische recessie en een toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat het belangrijk is om de interesses en talenten van de Papendrechters, in het bijzonder van de kinderen en jongeren, te ontdekken, te ontwikkelen en te behouden voor de regio. De gemeente creëert daarbij de randvoorwaarden door samen met de scholen en andere relevante partners te komen tot een breed gedragen lokaal onderwijsbeleid met voldoende en breed aanbod van kwalitatief goed onderwijs. De focus daarbij ligt op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten, het versterken van de verbinding tussen passend onderwijs en de zorg voor jeugdigen, de voortzetting van de maatschappelijke stage, het bieden van voor- en vroegschoolse educatie en het stimuleren van de samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en het primair onderwijs. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Iedereen moet gaven en talenten kunnen ontwikkelen
Uitvoeren van de Kadernota Onderwijs 20122016 en de tussenevaluatie van deze kadernota
Uitvoeren van de jaarschijf 2015 uit de Kadernota Onderwijs en tussenevaluatie
Aantal schoolverzuimers (absoluut en relatief)
19
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
De notitie Voorschoolse Voorzieningen 2010-2014 en samenwerkingsovereenkomst Kansen voor Kinderen II worden geëvalueerd en geactualiseerd
Maken van afspraken met kinderopvang, peuterspeelzalen en onderwijs over de voorschoolse voorzieningen
Resultaat Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
Afhankelijk van de nieuwe visie van het kabinet op het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang wordt de lokale verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen aangepast Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt
Uitvoeren van de jaarschijf 2015 van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt gericht op talentontwikkeling
Voldoende openbaar onderwijs
Toezicht houden op het Openbaar Primair Onderwijs en Openbaar Voortgezet Onderwijs
Beoordelen van begroting, jaarrekening en het voeren van bestuurlijk overleg om invulling te geven aan de toezichthoudende rol
Onderwijshuisvesting is van goede kwaliteit
Regie voeren op de bouwen planningsactiviteiten van de schoolbesturen die volgen uit het Integraal Huisvestingsplan 20132022
Bewaken van de voortgang van de uitvoering van het IHP door de schoolbesturen Rapportage opstellen over de voortgang van het IHP en de gevolgen van de doordecentralisatie van het buiten onderhoud
Rapportage IHP
2.3.2 Onderwijs en arbeidsmarkt Onderwijs en arbeidsmarkt is speerpunt van beleid. Ingezet wordt op het scheppen en in stand houden van werkgelegenheid en steun aan mensen bij het vinden van werk. Iedereen moet gaven en talenten kunnen ontwikkelen. Betere afstemming tussen het bedrijfsleven en onderwijs is essentieel. De gemeente creeërt daarbij de randvoorwaarden door samen met de scholen te komen tot een breed
20
gedragen lokaal onderwijsbeleid met voldoende aanbod van kwalitatief goed onderwijs, zowel primair, speciaal, voortgezet als beroepsonderwijs.Passend onderwijs en begeleiding om talenten optimaal te ontwikkelen horen daarbij. Een betere samenwerking tussen de VMBO’s in de Drechtsteden met een rol voor de ROC’s is wenselijk voor de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het LOC WestAlblasserwaard vervult daarin een schakelfunctie voor deze regio. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Doorontwikkeling van het LOC WestAlblasserwaard tot een volwaardig coördinatie en kristallisatiepunt van onderwijs- en arbeidsmarktinitiatieven voor de topsectoren en verbonden toeleveranciers en afnemers
Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt – onderdeel onderwijs
Een programma ontwikkelen met activiteiten en projecten op het gebied van Aerospace en Maritime in het schooljaar 2014/2015 voor onder meer het basisonderwijs
Vier activiteiten per leerjaar basisonderwijs 2015/2016
Overzichtskaart maken van de West-Alblasserwaard met scholen, bedrijven en bedrijfsscholen Uitbreiden van de activiteiten tot een programma gekoppeld aan technologiecertificaten zodat een doorgaande (technische)lijn ontstaat Vervolgstappen bestuurlijke vormgeving LOC West-Alblasserwaard
Samenwerking scholen en bedrijven
Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt – onderdeel onderwijs.
Een programma voor 2015 wordt samen met Jet-Net, scholen en bedrijven opgesteld
Samen met TU Delft en Hogeschool InHolland worden activiteiten ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs in Papendrecht en de regio met als thema composieten
Doorontwikkelen en verder verknopen van de bedrijfsscholen en het MKB
Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt – onderdeel onderwijs.
21
De regio’s Drechtsteden, Rotterdam en Gorinchem hebben samen met Deltametaal een sectorplan maritiem vastgesteld. Er worden 100
Programma 2015
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015 opleidingsplaatsen gerealiseerd in de maritieme maakindustrie. Samen met IHC en Deltametaal daartoe een stappenplan ontwikkelen voor de WestAlblasserwaard
Resultaat
Promotie van techniek
Uitvoeren van het Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt – onderdeel onderwijs
Een techniekroute ontwikkelen voor leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs
Techniekroute
Onderwijsroute organiseren voor VMBO, voordat ze een profielkeuze maken. Dit wordt samen met Alblasserdam en ondernemersverenigingen georganiseerd
Onderwijsroute
2.3.3 Jeugd Kinderen en jongeren moeten zich kunnen ontwikkelen tot jongvolwassenen die later op een positieve manier invulling kunnen geven aan hun eigen leven en een bijdrage kunnen leveren aan de gemeenschap. Hiervoor is het belangrijk zij elkaar kunnen ontmoeten, hun talenten kunnen ontwikkelen en begeleiding krijgen als ze dat nodig hebben. De gemeente draagt hier aan bij door buitenspeelmogelijkheden te faciliteren en jeugd- en jongerenwerk aan te bieden. Bij het jeugd- en jongerenwerk wordt een onderscheid gemaakt tussen activiteiten en cursussen die gericht zijn op talentontwikkeling, het ambulant jongerenwerk dat gericht is op het contact leggen met en begeleiden van jongeren die in een moeilijke situatie zitten en het tegenaan van jongerenoverlast met behulp van de Chill-inn-methodiek. Bij het organiseren en ondersteunen van activiteiten voor en door jongeren wordt ingezet op een efficiënt gebruik van gemeentelijke accommodaties. Decentralisatie jeugdzorg Met de invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de gehele zorg voor jeugdigen. De gemeente moet effectieve en integrale ondersteuning op maat bieden en daarbij ook een efficiencykorting realiseren. Hiervoor is niet alleen een overdracht van taken en verantwoordelijkheden (transitie) nodig, maar vooral ook een vernieuwing van de organisatie en werkwijze van de zorg (transformatie). De kern van deze transformatie is dat jeugdigen die een ondersteuningsvraag hebben zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig worden geholpen en dat de eigen regie van jeugdigen en hun gezin zoveel als mogelijk blijft behouden. De komende periode ligt de focus op de gemeentelijke samenwerking in de regio Zuid-Holland Zuid en op de werking van het nieuwe stelsel in de praktijk. Lokaal gaat het daarbij vooral om de samenwerking tussen de basisvoorzieningen (waaronder het onderwijs en de huisartsen), het Centrum voor Jeugd en Gezin en het jeugdteam.
22
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
Kinderen en jongeren kunnen zich ontwikkelen tot jongvolwassenen die later op een positieve manier invulling kunnen geven aan hun eigen leven en een bijdrage kunnen leveren aan de gemeenschap
Evalueren van de Kadernota Jeugd 20102014
Opstellen evaluatie Kadernota Jeugd
Evaluatie Kadernota Jeugd
Uitvoeren van de jaarschijf 2015 uit het speelruimtebeleid
Uitvoeren van het speelruimtebeleid Het jeugd- en jongerenwerk organiseert en coördineert sociaal culturele activiteiten voor verschillende doelgroepen gericht op talentontwikkeling (programma Meedoen) Jongeren die dreigen uit te vallen worden ondersteund en begeleid op straat en zo nodig naar de juiste hulpverlening geleid
Het verminderen van jongerenoverlast
Het mogelijk maken van een open inloop in Interval en in de wijk (chill-inn)
Uitvoeren jaarplan 2015 jeugd- en jongerenwerk op basis van de notitie Meedoen Inzet van jeugd- en jongerenwerk en CJG om jongeren te begeleiden en zo nodig zorg te dragen voor de juiste hulpverlening
Uitvoering programma Meedoen Reageren op incidenten en meldingen
e
e
Verzelfstandiging van het jeugd- en jongerenwerk
1 fase onderzoek naar verzelfstandiging
Uitvoering 1 fase onderzoek
Huisvesting van het jeugd- en jongerenwerk
Onderzoek doen naar geschikte locatie(s)
Definiëren van toekomstige huisvestingsbehoefte en onderzoek doen naar mogelijke huisvestingsoplossingen
Lager percentage inwoners dat overlast ervaart door groepen jongeren
e
Rapport 1 fase onderzoek
Opstellen voorstel huisvesting jeugd- en jongerenwerk Jeugdigen groeien gezond en veilig op en krijgen kansen om zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te kunnen doen
Uitvoeren van de gemeentelijke taak bij de decentralisatie jeugdzorg zoals verwoord in het beleidsplan jeugdhulp Papendrecht en uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma
23
Uitvoeren van de jaarschijf 2015 van beleidsplan jeugdhulp Papendrecht en het uitvoeringsprogramma
% 12 tot en met 18-jarigen dat de eigen gezondheid als (heel) goed ervaart
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Verbinden van maatschappelijke organisaties bij de invulling van lokaal maatwerk
Maken van afspraken met maatschappelijke organisaties en monitoren daarvan, ondermeer via het subsidieproces
Resultaat % kinderen tot 18 jaar dat gebruik maakt van jeugdhulp
Heroverwegingen II Onder het thema jeugd valt Interval, de subsidie aan het Hofpleintheater en het speelplaatsenbeleid. Interval Door de keuze jeugdcentrum Interval niet te herbouwen, maar de jeugdactiviteiten onder te brengen in bestaande locaties kan op de jaarlijkse exploitatielasten bespaard worden. Uitgaande van sloop en herhuisvesting in 2016 is vanaf 2017 € 50.000 afgeraamd. Subsidie Hofpleintheater Het totale budget voor het Hofpleintheater bedraagt € 21.500. Besparen is mogelijk door de doelstelling te realiseren via het kunstmenu van ToBe. Het budget is vanaf 2016 met € 10.000 verlaagd. Speelplaatsenbeleid Naast het reguliere onderhoudsbudget van € 25.000 wordt voor vernieuwing of aanpassing van speelplaatsen jaarlijks € 68.000 in een voorziening gestort. Door te kiezen voor minder toestellen en speeltoestellen minder snel te vernieuwen wordt vanaf 2017 € 20.000 bespaard. Daarnaast wordt de kwaliteit van bestaande speellocaties voor de wijk in samenspraak met de wijkpartners opnieuw beoordeeld en wordt waar mogelijk meer geclusterd. Uitgangspunt is kwaliteit in plaats van kwantiteit. Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Onderwijs en jeugd Baten Onderwijs Jeugd
161.000 135.000 26.000
161.000 135.000 26.000
154.000 135.000 19.000
154.000 135.000 19.000
154.000 135.000 19.000
Lasten Onderwijs Jeugd
4.131.000 3.161.000 970.000
4.166.000 3.196.000 970.000
4.036.000 3.167.000 869.000
4.035.000 3.166.000 869.000
4.030.000 3.161.000 869.000
-3.970.000
-4.005.000
-3.882.000
-3.881.000
-3.876.000
Saldo
2.4 Sport Sport levert een positieve bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van de jeugd, volksgezondheid en sociale verbanden. Papendrecht kent een rijk aanbod aan voorzieningen. Papendrecht faciliteert sportverenigingen en scholen bij hun educatieve taak om zoveel mogelijk mensen met sport in aanraking te brengen. Het doel is sociale ontwikkeling te bevorderen, overgewicht te voorkomen en mentale en fysieke gezondheid te verbeteren. De sportaccommodaties zijn kwalitatief goed. Papendrecht bevordert dat (basis)voorzieningen voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Papendrecht houdt kosten van lokale voorzieningen voor sporten betaalbaar door creatieve oplossingen te stimuleren, zoals verzelfstandiging van het sportcentrum, waarbij de gemeente de 24
regie voert. Een aandachtspunt voor veel (sport)verenigingen is de werving van vrijwilligers die zich willen inzetten voor de vereniging. Papendrecht stimuleert de inzet van vrijwilligers. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten in 2015
Resultaat
De sociale ontwikkeling bevorderen, overgewicht voorkomen en mentale en fysieke gezondheid te bevorderen
Sportverenigingen en scholen faciliteren bij hun educatieve taak om zoveel mogelijk mensen met sport in aanraking te brengen, zoals verwoord in de beleidsnota ‘Sport op Koers’, onderdeel Sportstimulering
Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Sport op Koers 2015 Uitvoeren van de regeling jeugdsportsubsidie
Aantal leerlingen/scholen dat deelneemt aan gemeentelijke (sport) projecten
Uitvoering in regionaal verband van de subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden
Aantal Papendrechtse jeugdleden sportverenigingen
Stimuleren van de organisatie van sportevenementen door verenigingen, die er voor zorgen dat sporten gestimuleerd worden en ook Papendrecht op de kaart zetten
Zo mogelijk binnen geheel van evenementen faciliteren van een etappe van de Holland Ladies Tour in Papendrecht
Behoud van de sportvoorzieningen in Papendrecht
Actualiseren en uitvoeren meerjarenonderhoudsplannen.
Uitvoering geven aan de jaarschijf 2015 van het meerjaren onderhoudsplan
Verzelfstandiging van sportvoorzieningen, het sportcentrum in het bijzonder
Voorbereiden en opstellen van een voorstel m.b.t. verzelfstandiging sportcentrum
Eerste voorbereidingen treffen voor de verzelfstandiging
Stimuleren van de inzet van vrijwilligers (vrijwilligersbank)
Sportverenigingen faciliteren zoals verwoord in de beleidsnota ‘Sport op Koers’ onderdeel verenigingsondersteuning
Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Sport op Koers 2015 Subsidieafspraken maken met de BWI over activiteiten en inzet van het steunpunt vrijwilligerswerk
Heroverwegingen II De bezetting van bestaande gymzalen in relatie tot het nieuwe sportcentrum is onderzocht. Gekozen is voor beëindiging van verliesgevende doorverhuur en te onderzoeken of afstoten van één of meer gymzalen mogelijk is. Totaal een besparing in 2015 van € 5.000 oplopend naar € 20.000 vanaf 2017.
25
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Sport Baten Sport
1.037.000 1.037.000
1.022.000 1.022.000
1.022.000 1.022.000
1.022.000 1.022.000
1.022.000 1.022.000
Lasten Sport
3.776.000 3.776.000
3.723.000 3.723.000
3.648.000 3.648.000
3.632.000 3.632.000
3.639.000 3.639.000
Saldo
-2.739.000
-2.701.000
-2.626.000
-2.610.000
-2.617.000
2.5 Economie en ondernemen 2.5.1 Economie Papendrecht streeft naar een sterke economie met behoud van werkgelegenheid. Dit is ook opgenomen in het uitvoeringsprogramma economie ‘Verbinden en zichtbaar inspireren’. Speerpunten zijn economie, duurzaamheid en onderwijs & arbeidsmarkt, gestoeld op de gedachte dat de (lokale) overheid een faciliterende en coördinerende rol dient te spelen ten aanzien van de ontwikkeling van de economie. Beoogd wordt knelpunten weg te nemen en proactief aan te slag te gaan met het verzilveren van economische ontwikkelingskansen. Het uitvoeringsprogramma Economie richt zich met name op het verbeteren van de aansluiting tussen de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven, op de promotie van de gemeente, het stimuleren van innovatie, het faciliteren van het zzp-schap en op het verduurzamen van de economie. De Papendrechtse economie ontwikkelt zich in nauw samenspel met haar omgeving. Daarom wordt in aanvulling op lokale initiatieven, op regionaal niveau beleid ontwikkeld ten aanzien van detailhandel, kantoren, bedrijventerrein en acquisitie van nieuwe bedrijven met de onze partners binnen de Drechtsteden. Op bovenregionaal niveau werken we vanuit de Economische Agenda Zuidvleugel. 2.5.2 Ondernemen Zelfstandige ondernemers en het MKB zijn de motor van de lokale economie. Zij vertegenwoordigen een substantieel deel van de lokale werkgelegenheid en leveren een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de gemeente. Ondernemen kan alleen de ondernemer zelf. De gemeente faciliteert initiatieven vanuit de markt op basis van het gegeven dat marktpartijen deze initiatieven vanuit eigen behoefte, capaciteit en middelen zelfstandig doorontwikkelen. Vanuit deze rol werkt de gemeente samen met individuele bedrijven die een prominente positie innemen in de Papendrechtse economie, met onderwijsinstellingen en bedrijfsscholen en met diverse eigenaren van commercieel vastgoed.
Subdoelstelling
Maatregel
Activiteiten in 2015
Resultaat
Verbinden, zichtbaar inspireren en uitdragen
Promoten van Papendrecht als vestigingslocatie voor bedrijven
Opstellen promotieplan door consultatie van interne en externe stakeholders en uitvoering daarvan
Promotieplan (uitvoeringsplan promotie)
Overleg tussen gemeentebestuur en bedrijfsleven
Overleg faciliteren en organiseren met ondernemersverenigingen
26
Subdoelstelling
Maatregel
Activiteiten in 2015 en individuele bedrijven
Resultaat
Verbeteren aansluiting tussen arbeidsmarkt en bedrijfsleven
Verankeren van het onderwijsarbeidsmarktprogramma
Actualiseren en uitvoeren van het UP onderwijsarbeidsmarkt
Een toename van de aanname van lokaal technisch geschoold personeel door het lokale bedrijfsleven
Excellerende topsectoren
Regionale promotie en acquisitie
Invoering van het rode loper initiatief
Revitaliseren van en bieden van ruimte voor bedrijven(terreinen)
Uitvoering revitaliseringsprogramma Oosteind
Behoud van Oosteind in top 10 van beste bedrijventerreinen
Stimuleren innovatie en cross-overs Regionaal georganiseerde lobby bovenregionaal en richting Brussel Verduurzamen economie
Behoud en groei MKB
Verduurzamen van werklocaties en stimuleren maatschappelijk verantwoord ondernemen
Inzet Milieubarometer
Sturen op een gezonde, toekomstgerichte detailhandel
Onderzoek pick-up points binnen de regio
Ruimte voor starters en ondernemen in wijken
Informatie verzamelen, contact onderhouden, opstellen promotieplan work@erasmusplein, onderzoek naar flexplekken en uitvoering ruimtelijke projecten (zie 3.3.2)
Vermindering van regels voor ondernemers
Onderzoek naar relevante en potentiële wetgeving, afstemming met bedrijfsleven
27
Deelname en stimuleren deelname aan de Duurzaamheidskring
Een top 3 notering in Ranking the Rules van de Kamer van Koophandel
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Eeconomie en ondernemen Baten Economie Ondernemen
53.000 0 53.000
53.000 0 53.000
53.000 0 53.000
53.000 0 53.000
53.000 0 53.000
Lasten Economie Ondernemen
412.000 0 412.000
402.000 0 402.000
402.000 0 402.000
402.000 0 402.000
402.000 0 402.000
-359.000
-349.000
-349.000
-349.000
-349.000
Saldo
2.6 Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Baten Werk en inkomen Welzijn en volksgezondheid Onderwijs en jeugd Sport Economie en ondernemen
11.745.000 9.472.000 1.022.000 161.000 1.037.000 53.000
11.648.000 9.372.000 1.040.000 161.000 1.022.000 53.000
11.589.000 9.372.000 988.000 154.000 1.022.000 53.000
11.589.000 9.372.000 988.000 154.000 1.022.000 53.000
11.589.000 9.372.000 988.000 154.000 1.022.000 53.000
Lasten Werk en inkomen Welzijn en volksgezondheid Onderwijs en jeugd Sport Economie en ondernemen
41.020.000 24.879.000 7.822.000 4.131.000 3.776.000 412.000
40.529.000 24.623.000 7.615.000 4.166.000 3.723.000 402.000
39.834.000 24.145.000 7.603.000 4.036.000 3.648.000 402.000
39.705.000 24.033.000 7.603.000 4.035.000 3.632.000 402.000
39.592.000 23.935.000 7.586.000 4.030.000 3.639.000 402.000
Saldo
-29.275.000
-28.881.000
-28.245.000
-28.116.000
-28.003.000
Programma Samenleving
2.7 Achtergrondinformatie Kaderstellende nota’s WMO beleidsplan gemeente Papendrecht 2012-2015 WMO beleidsplan 2015-2018 Drechtsteden (met lokale aanvullingen) Algemene Subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013 Sturingsnotitie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Woonvisie Papendrecht 2012-2020 Integraal Huisvestingsplan Papendrecht 2013-2022 Kadernota Onderwijs Focus op talentontwikkeling 2012-2016 Kansen voor Kinderen II 2012-2016 Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt, inclusief uitvoeringsprogramma Kadernota Jeugd 2010-2014 Kansen voor kinderen II Notitie Meedoen! 2011-2015 Speelruimtebeleid 2011-2016 Beleidsplan Jeugdhulp Beleidsrijk Transitiearrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Gezondheid gewoon dichtbij 2012-2015, inclusief de lokale paragraaf. 28
Sport op koers 2010-2016 Nota Vrijwilligersbeleid en maatschappelijke stage 2011-2015 Cultuurbeleid 2012-2014 Uitgangspunten CJG Uitgangspunten toekomst LOC
Relevante ontwikkelingen Decentralisatie AWBZ/WMO Met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) worden we als gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners met een beperking, chronisch psychische of psychosociale problemen. De opgaven in de Wmo 2015 De nieuwe Wmo richt zich op het bevorderen van de sociale samenhang tussen inwoners en het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking. In de Wmo 2015 staat ook dat de gemeente opvang (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) en beschermd wonen biedt voor de inwoners die zich niet zelfstandig in de samenleving kunnen handhaven. Het ontwerp Wmo 2015 Inwoners kunnen naar vermogen participeren in de samenleving. Door sterke lokale inzet op preventie en algemene voorzieningen hopen we dat zo min mogelijk inwoners afhankelijk zullen zijn/worden van zware zorg en ondersteuning. Inwoners van de Drechtsteden zijn zelfredzaam door allereerst de eigen kracht en de kracht van de sociale omgeving (familie, vrienden, kennissen, buurtgenoten) te benutten. Ze leveren een actieve bijdrage aan de samenleving. Waar de eigen kracht en de kracht van het netwerk niet toereikend is, bieden we passende ondersteuning in de vorm van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De invoering van de Wmo 2015 De termijn van invoering van de nieuwe Wmo en het inregelen van de uitvoering is kort. Vanuit het belang van cliënten is het cruciaal dat we vanaf 1 januari 2015 continuïteit van ondersteuning en een goede kwaliteit van ondersteuning bieden. Om dit te realiseren is het zaak dat aanbieders per 1 januari 2015 in staat worden gesteld om die ondersteuning ook daadwerkelijk te kunnen leveren. Met andere woorden: onze eerste prioriteit als gemeenten is zorgen dat “de winkel open blijft”. Tegelijkertijd komt er met de decentralisatie van de AWBZ naar gemeenten ook een grote innovatieen veranderopgave om de Wmo anders te organiseren, anders te sturen, nieuwe werkwijzen te introduceren, nieuwe verbindingen te leggen, etcetera. Innovatie en verandering kosten tijd. We hebben het daarom over een langdurig innovatie- en verandertraject, dat meerdere jaren in beslag zal nemen. Om deze reden kiezen we voor een strategie met twee parallelle sporen: een spoor gericht op een stabiele overdracht van AWBZ naar Wmo (transitie) en een spoor gericht op de langjarige innovatie- en veranderopgaven (transformatie). Financiën De aangekondigde kortingen op het Wmo budget zijn fors (40% op huishoudelijke ondersteuning en 25% op begeleiding) en dienen in een relatief kort tijdsbestek te worden gerealiseerd. Hierin schuilen reële financiële risico’s voor gemeenten al in het eerste jaar van uitvoering (2015). Bovendien voorzien we extra financiële risico’s vanwege de vergrijzing, de extramuralisering en natuurlijk de forse bezuinigingen die in de huidige AWBZ al zijn toegepast. Wij hanteren vier basisprincipes bij het realiseren van de opgelegde kortingen en het beheersen van budgetten:
1. 2. 3. 4.
Innovatie (nieuwe, kostenefficiëntie ondersteuning bevorderen); Efficiency (maatregelen die ingrijpen op de prijs van ondersteuning); Versobering (maatregelen die ingrijpen op de omvang van de ondersteuning); Budgetsturing (maatregelen die zorgen dat we binnen de budgettaire kaders blijven). 29
Decentralisatie Jeugdzorg Opgave en transformatie Op dit moment zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid. Hier komen vanaf 1 januari 2015 alle vormen van jeugdhulp bij waar nu een indicatie voor nodig is, te weten: jeugdzorg, begeleiding en/of verzorging van jeugd met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking en de geestelijke gezondheidszorg. De decentralisatie gaat gepaard met een structurele bezuiniging van 15%. Voor de decentralisatie is niet alleen een transitie nodig - de overname van taken en verantwoordelijkheden - maar ook een transformatie van het stelsel van jeugdhulp. Deze transformatie zullen gemeenten, maatschappelijke organisaties, professionals en cliënten de komende jaren met elkaar vormgeven. Daarbij hoort een cultuurverandering, waarmee we stapsgewijs invulling geven aan principes als eigen kracht, regie bij de cliënt, autonomie van de professional en het loslaten van procedures en structuren. Samen met de andere 16 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben wij ons voorbereid. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke visie, intentionele schaalkeuzes, sturingskader en inhoudelijk ontwerp. Dit is vervolgens vertaald in een beleidsplan, regionaal transitiearrangement en inrichtingsplan voor een gezamenlijke serviceorganisatie. In 2014 zijn de laatste voorbereidingen getroffen om te komen tot besluitvorming over een beleidsrijk inkoopkader, sturingsnotitie met uitwerking Gemeenschappelijke Regeling, verordening en beleidsregels, uitwerking beleid, leeromgeving, jeugdteam en Diagnostiek Advies Netwerk. Uitgangspunt bij alles wat we moeten organiseren is en blijft dat de jeugdige en het gezin centraal staat. Als er problemen zijn, gaan we er vanuit dat het gezin dit zelf kan oplossen. Wanneer er problemen zijn die het gezin niet zelf kan oplossen, dan moet het voor hen gewoon zijn ondersteuning te vragen aan familie, vrienden, buren en anderen binnen hun sociale netwerk, oftewel de sociale opvoedomgeving. Het ondersteunen van (kwetsbare) gezinnen begint voor ons in de samenleving en niet in de hulpverlening. Als gemeente willen wij de sociale opvoedomgeving versterken. Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De gemeente wordt vanaf die datum verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Deze mensen zitten nu in de WWB (de Wet Werk en Bijstand), Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en mensen met arbeidsvermogen in de Wajong. Deze taak hebben wij ondergebracht bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Onze gemeente heeft een grote verantwoordelijkheid voor het lokaal organiseren van mogelijkheden voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Overgang Wajongers Er komt geen overgang van herbeoordeelde Wajongers met arbeidsvermogen naar gemeenten. Zij behouden hun Wajonguitkering. Die wordt wel 70% in plaats van 75% wettelijk minimumloon. Voordeel van de Wajong is dat die, anders dan de bijstand, geen vermogens- en partnertoets kent. Wajongers zonder arbeidsvermogen behouden een uitkering van 75% wettelijk minimumloon. Ter ondersteuning bij het vinden van een baan voor deze groep krijgt het UWV extra middelen. Het instrument loondispensatie blijft voor deze groep bestaan. Garantiebanen Arbeidsgehandicapten komen met voorrang in aanmerking voor de 125.000 (landelijk) nieuwe garantiebanen die eerder in het sociaal akkoord zijn afgesproken. De 5.000 banen die het bedrijfsleven in 2014 wil realiseren worden toegevoegd aan het quotum voor de periode 2015-2017. De extra banen gaan dus meetellen bij de inwerkingtreding van het quotum. Loonschalen Sociale partners krijgen drie jaar de tijd om in alle cao's nieuwe laagste reguliere loonschalen op te
30
nemen tussen 100% wettelijk minimumloon en 120% wettelijk minimumloon, te beginnen op 100% wettelijk minimumloon voor de mensen die zijn aangewezen op loonkostensubsidie ten behoeve van de garantiebanen. Wettelijk wordt geregeld dat de loonschalen beginnen op het minimumloon mocht dit onverhoopt niet in cao's worden gerealiseerd.
Indicatoren programma Samenleving Indicator
2009/2010
2011/2012
2013
Sociale cohesie (schaalscore)
6,1 (2009)
5,9 (2011)
5,7
Positief oordeel inwoners over sportvoorzieningen
83% (2009)
75% (2011)
85%
Cultuurparticipatie
83% (2009)
76% (2012)
96%
Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters
91 (2010)
73 (2011) 80 (2012)
Sportdeelname
61% (2009)
63% (2012)
Oordeel ondernemers over het ondernemingsklimaat
6,6 (2010)
31
6,6 (economische prestaties)
32
3. Programma Ruimte Hoofddoelstelling De gemeente streeft naar een (bovengemiddeld) comfortabel woon-, leef- en werkklimaat, waarin samenhang, binding, geborgenheid en (sport)voorzieningen in de nabije omgeving van belang zijn. Papendrecht is een gemeente met een fijne leefomgeving. Die leefomgeving is gericht op kwalitatief goed wonen, leven en werken. De uitdaging is daarbij om de realisering en instandhouding van die leefomgeving financieel mogelijk te maken. De gemeente streeft samen met haar inwoners, ondernemers en maatschappelijk partners naar het realiseren en in standhouden van een (bovengemiddeld) ruimtelijk-economisch leef- en vestigingsklimaat. Hierbij zijn de centrumontwikkeling, wonen en ruimtelijke kwaliteit, mobiliteit, groen, milieu en recreatie de thema's, ook in het belang van economie en ondernemen.
Beleidsthema’s • • • • •
Centrum Mobiliteit Wonen en Ruimtelijke Kwaliteit Groen, milieu en recreatie Wijkgericht werken
(3.1) (3.2) (3.3) (3.4) (3.5)
3.1 Centrum De hoofddoelstelling van de gemeente is dat het centrum haar (regionale) aantrekkingskracht behoudt. Dit wil zij bereiken door de dynamiek in het centrum te verhogen, door het functioneren van het winkelcentrum, de horeca en de parkeergarages te bevorderen en door de kwaliteit van het centrum nog verder te verbeteren. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Verhoging van de dynamiek in het centrum
Evenementen en activiteiten in het centrum faciliteren
Faciliteren van de grotere evenementen in het centrum
Veel activiteiten in het centrum
Opzetten evenementenkalender
Evenementenkalender
Het functioneren van het winkelcentrum, de horeca en de parkeergarages bevorderen
Het marktplein wordt heringericht tot multifunctioneel (evenementen) plein
Start uitvoering herinrichting marktplein
De locatie Veerpromenade ontwikkelen met duurzame toegevoegde waarde
Planvorming en RO procedures
De locatie Den Briel ontwikkelen met duurzame toegevoegde waarde
Start realisatie nieuwbouw Den Briel
33
Subdoelstellingen Verhogen van de kwaliteit van het centrum en het gebruik van de fiets stimuleren
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
Maatregelen Visie centrumranden opstellen (aandacht voor toegangs- en looproutes en verbinding jachthaven)
2015
Activiteiten 2015 Opstellen startnotitie
2016
Resultaat
2017
2018
2019
Centrum Baten Centrumontwikkeling Parkeren
2.874.000 2.155.000 719.000
24.769.000 24.025.000 744.000
1.085.000 323.000 762.000
1.088.000 326.000 762.000
1.088.000 326.000 762.000
Lasten Centrumontwikkeling Parkeren
4.618.000 3.070.000 1.548.000
26.528.000 24.980.000 1.548.000
1.846.000 323.000 1.523.000
1.849.000 326.000 1.523.000
1.848.000 326.000 1.522.000
-1.744.000
-1.759.000
-761.000
-761.000
-760.000
Saldo
3.2
Mobiliteit
De gemeente streeft naar een goede bereikbaarheid van Papendrecht met weinig verkeersoverlast en optimale veiligheid door een adequate infrastructuur, dit alles in de volle breedte van de verschillende modaliteiten en doelgroepen. Parkeerbeleid De gemeente continueert het vastgestelde parkeerbeleid. Het parkeerbeleid bestaat uit twee onderdelen: Nota Parkeerbeleid Centrum 2013 en Uitvoeringsplan Parkeerbeleid Centrum. Vastgelegd is dat het parkeerbeleid regelmatig wordt geëvalueerd, conform het evaluatieplan. In de parkeergarage (De Meent en De Overtoom) wordt een tarief gehanteerd dat zoveel mogelijk real-time is. De gemeente wil samen met ondernemers de bezetting van de parkeergarages stimuleren. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Het waarborgen van bereikbaarheid voor alle verkeersdeelnemers
Op basis van GVVP (beleid) opstellen van een uitvoeringsprogramma met aandacht voor OV, doorstroming op het hoofdwegennet, vermindering van beperkende maatregelen en borden, 30km zones in woonwijken en verkeersveiligheid
Uitvoeringsplan maken, met informerende rol naar de raad en mogelijke samenwerkingsovereenkomst met andere uitvoerende partijen, zoals waterbus en andere OVvormen
Uitvoeringsplan met informatietraject naar raad
Regionale lobby gericht op het verbeterde doorstroming A15/A16/N3
34
Subdoelstellingen
Het optimaliseren van veiligheid voor alle verkeersdeelnemers
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Evaluatie parkeerbeleid
Opstellen rapportage 2014 en voorleggen aan gemeenteraad
Rapportage evaluatie parkeerbeleid 2014
Zie ook uitvoeringsplan op basis van GVVP
Heroverwegingen II In de parkeervoorzieningen in het centrum is door de gemeente flink geïnvesteerd. Voor de berekening van de kapitaallasten is de componentenmethode toegepast, waarbij een splitsing wordt gemaakt tussen gebouwen, installaties en inventaris (parkeermeters). De afschrijvingstermijnen worden vervolgens per component gekoppeld aan de technische levensduur. Bij vervanging zijn, als gevolg van inflatie, hogere kredieten nodig. Hierdoor ontstaan ongewenste pieken in het meerjaren beeld. Door de vervangingsinvesteringen van de installaties op te nemen in een voorziening kan geanticipeerd worden op deze inflatoire prijsstijging. In de systematiek wordt afgestapt van de componentenmethode en zijn de vervangingsinvestering van installaties opgenomen in een voorziening, wat per saldo, inclusief herschikking van overige budgetten, leidt tot een voordeel van € 70.000. Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Mobiliteit Baten Mobiliteit
12.000 12.000
12.000 12.000
12.000 12.000
12.000 12.000
12.000 12.000
Lasten Mobiliteit
566.000 566.000
565.000 565.000
564.000 564.000
563.000 563.000
562.000 562.000
-554.000
-553.000
-552.000
-551.000
-550.000
Saldo
3.3
Wonen en ruimtelijke kwaliteit
3.3.1
Wonen
De gemeente vindt het belangrijk dat Papendrecht voor iedereen een aantrekkelijke woongemeente is met kwalitatief goede woningen en woonmilieus die aansluiten op de eisen en wensen die de woonconsument daaraan stelt. De gemeenteraad heeft in haar woonvisie vastgelegd hoe deze doelstelling bereikt zou moeten worden. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Aantrekkelijke, adaptieve woningvoorraad
Mogelijkheden om langer thuis te wonen bevorderen
Monitoren praktijksituaties langer zelfstandig blijven wonen
Bestaande woningvoorraad verbeteren
zie Ruimtelijke Kwaliteit
35
Resultaat
Subdoelstellingen
Maatregelen Duurzaamheid bevorderen
Activiteiten 2015 Toepassen GPR (of eventueel opvolger)
Aantrekkelijk woonmilieu
Het ontwikkelen van Land van Matena als rustig groen woonmilieu Actueel houden woonvisie
zie Ruimtelijke kwaliteit
Evaluatie woonvisie
Geëvalueerde woonvisie
Huisvestingsverordening
Opstellen Huisvestingsverordening
Huisvestingsverordening
Prestatieafspraken met de woningcorporatie
Opstellen van prestatieafspraken met de woningcorporatie
Prestatieafspraken corporatie
Actueel en uitnodigend beleid
Resultaat
3.3.2 Ruimtelijke kwaliteit De gemeente vindt de ruimtelijke kwaliteit bepalend voor de kwaliteit van de leefomgeving en wil deze verder verbeteren en borgen. We ondersteunen ontwikkelingen en initiatieven die hieraan bijdragen. We willen de groenblauwe structuur en kwaliteit versterken van de groen- en waterstructuur en streven naar een openbare ruimte die van voldoende niveau, schoon en netjes is. Ruimtelijke kwaliteit in de leefomgeving betekent een optelsom van drie begrippen: gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Deze belangen doen zicht voor op economisch, ecologisch, sociaal en cultureel gebied. Steeds zal daarbij weer een andere invulling worden gekozen, afhankelijke van de plek, de mensen en de omgeving. Zo kunnen met verschillende partijen ontwikkelingen tot stand worden gebracht. Strategie De bovenstaande ontwikkelingen vragen om actualisatie van onze gemeentelijke ruimtelijke visie. Dit zal voor een groot deel gaan over andere rolneming. Dit geldt ook voor de kaders rond binnenstedelijke herontwikkeling. In alle gevallen zal bij het formuleren en uitvoeren van beleid rekening worden gehouden met de ambities ten aanzien van duurzaamheid en de randvoorwaarden op het vlak van financiën en bewoners- en ondernemersgericht werken. In regionaal verband (Drechtsteden) vindt vanuit het perspectief van het lokale belang afstemming plaats over gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Gezamenlijk staan de gemeenten in de regio met het Rijk en het Waterschap voor de grote opgave om een oplossing te vinden voor de waterveiligheidsproblematiek die in combinatie met de economische opgave op het gebied afkomt, met oog voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Regels De gemeente wil de ruimtelijke kwaliteit borgen via regels die meer dan tot nu toe mogelijkheden bieden om initiatieven te faciliteren en tegemoet te komen aan de wens om langer thuis wonen mogelijk te maken. Om te voldoen aan wettelijke regels voornoemde ambities mogelijk te maken, zullen de ruimtelijke plannen actueel èn uitnodigend moeten zijn. Dat impliceert tevens dat in voorkomende gevallen soepel wordt omgegaan met de regels die we hebben.
36
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Versterken ruimtelijke kwaliteit in combinatie met de economische opgave
Actueel gemeentebreed ruimtelijk beleid als handelingskader voor de gemeente en als basis voor het beoordelen van initiatieven
Opstellen strategie Ruimtelijke Initiatieven
Invloed uitoefenen op koppeling wateropgaven lange termijn aan versterking ruimtelijke kwaliteit (bijvoorbeeld bij het dijklint)
Participeren in bovenlokale ambtelijke en bestuurlijke overleggen (gebiedsproces AV)
Herontwikkeling Lange Tiendweg zone
Officiële ingebruikname nieuwe sportcentrum vóór de opening van het buitenbad seizoen
Resultaat
Start uitvoering herinrichting parkeerterrein Afronding plan herbestrating Lange Tiendweg Vergevorderde realisatie eerste woningen locatie De Hooght
Aantrekkelijke bedrijvenlocaties
Afronding Oostpolder
Uitgifte 7 vrije kavels
Ontwikkeling Land van Matena
Planvorming en voorbereiding op uitvoering
Versterken blauwe en groene structuur en kwaliteit
Vaststellen groenbeleidsplan
Gebiedsontwikkeling Fokker Slobbengors
Voorbereiding aanbesteding hoofdkantoor en openbare ruimte
Uitvoeren revitalisering bedrijventerrein Oosteind Doelmatig en integraal beheer van de openbare ruimte met als aandachtspunten
Opstellen IBOR beleidsplan waarbij keuzes worden gemaakt in kwaliteitsniveaus van wegen, groen en wegmeubilair
37
IBOR 20152020
Subdoelstellingen kwaliteitsverbetering en veiligheidsbeleving
Maatregelen
Activiteiten 2015
Borgen van ruimtelijke kwaliteit
Vastleggen tienjarige cyclus ruimtelijke plannen
Resultaat
Vaststellen ontwerpbestemmingsplan A15/N3 Vaststellen Bestemmingsplan Woongebied II Opstellen Bestemmingsplan Aan de Noord Vaststellen Nota van uitgangspunten Dijklint Opstellen bestemmingsplan Dijklint Vaststellen Buitenplanse afwijking Markt van Matena
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Wonen en ruimtelijk e k waliteit Baten Wonen Ruimtelijke kwaliteit
2.436.000 640.000 1.796.000
2.376.000 580.000 1.796.000
2.251.000 520.000 1.731.000
2.221.000 490.000 1.731.000
2.221.000 490.000 1.731.000
Lasten Wonen Ruimtelijke kwaliteit
6.524.000 1.562.000 4.962.000
6.521.000 1.562.000 4.959.000
6.507.000 1.558.000 4.949.000
6.473.000 1.538.000 4.935.000
6.473.000 1.538.000 4.935.000
-4.088.000
-4.145.000
-4.256.000
-4.252.000
-4.252.000
Saldo
3.4 Groen, milieu en recreatie 3.4.1 Groen en milieu De gemeente vindt dat Papendrecht een groene gemeente is en blijft. Het streven is naar versterking van het groene karakter van de gemeente. Het duurzaam groenbeleid is erop gericht om het bestaande groen te behouden, de (ecologische) kwaliteit ervan te verbeteren, flora en fauna te stimuleren en de samenhangende groene en blauwe structuur verder te ontwikkelen. Een duurzaam en goed milieu is belangrijk voor een leefbare omgeving. Wij zetten het beleidsspeerpunt duurzaamheid verder door, aangezien een duurzame energiewinning en bewustwording over energiegebruik bijdraagt aan een duurzaam en goed milieu in de gemeente. Wij willen dat doen door het goede voorbeeld te geven en door inwoners, bedrijven en instellingen te faciliteren die duurzame ideeën/initiatieven hebben.
38
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Inzetten op een duurzaam milieu
Het bevorderen van afvalscheiding in samenhang met een goed functionerend afvalbrengstation (ABS)
Vaststellen van een afvalbeleidsplan en een inrichtingsplan ABS
ABS plannen
Invoeren ecologisch verantwoorde manier van onkruidbestrijding
Invoeren onkruidbestrijding zonder chemicaliën en ondertekening van een bijenconvenant
Bijenconvenant
Actieve voorlichting over duurzaamheid en energieverbruik
Voorlichting aan inwoners
Vermindering van concentraties fijnstof en geluid- en verkeershinder
Geluid: Uitvoering actieplan richtlijn omgevingslawaai gemeente Papendrecht 2015-2018 Lucht: Uitvoering programma luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015
Behoud en versterking van het groene karakter van de gemeente
Op een structurele, duurzame en beleidsmatige wijze waarborgen groene karakter
Vaststellen van een groenbeleidsplan en Beleidsvisie IBOR 20152020
Groenbeleidsplan en IBOR 2015-2020
Heroverwegingen II Voor de uitvoering van het jaarprogramma OZHZ is in de begroting van de gemeente Papendrecht afgerond € 270.000 beschikbaar. Om aan de wettelijke taken te voldoen zet Papendrecht jaarlijks € 10.000 extra in (onderdeel van een extra variabel budget van € 40.000 voor de uitvoering van lokale prioriteiten). Het restant van het extra budget (€ 30.000) wordt afgeraamd. Indien noodzakelijk zal aanvullend budget worden aangevraagd. 3.4.2 Recreatie De hoofddoelstelling is dat de gemeente zorgt voor voldoende recreatiemogelijkheden in Papendrecht door waardevolle gebieden te behouden. Zo onderzoeken we de mogelijkheden om het gebied ten noorden van de A15 te versterken als recreatie- en landschapsgebied. Daarnaast behouden we het Slobbengors als sport- en recreatiegebied. Ook de bestaande parken, buitenspeelruimtes en watergebieden in de (woon)omgeving bieden mogelijkheden voor recreatie. De gemeente zal op actieve wijze inwoners betrekken bij vormgeven en implementeren van particuliere recreatie-initiatieven.
39
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Het gebied boven de A15 behouden als recreatieen landschapsgebied
Onderzoek naar mogelijkheden voor recreatieve en landschappelijke versterking van het gebied ten noorden van de A15
Vaststellen kader t.b.v. het faciliteren van initiatieven op het gebied van recreatie (in overleg met eigenaren en gebruikers komen tot ruimtelijke kaders)
Het Slobbengors behouden als sport- en recreatiegebied
Aandacht geven bij uitwerken groenstructuur Slobbengors
Behoud van kwalitatief goede buitenspeelruimte en speelmogelijkheden
Uitvoering geven aan uitvoeringsprogramma speelruimtebeleid 20112016
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
Resultaat
Aanpak wijk Wilgendonk: (ieder jaar wordt een andere wijk aangepakt)
2016
2017
2018
2019
Groen, milieu en recreatie Baten Groen en milieu Recreatie
7.482.000 7.476.000 6.000
7.543.000 7.537.000 6.000
7.566.000 7.560.000 6.000
7.680.000 7.674.000 6.000
7.724.000 7.718.000 6.000
Lasten Groen en milieu Recreatie
10.200.000 9.993.000 207.000
10.192.000 9.985.000 207.000
10.174.000 9.967.000 207.000
10.184.000 9.977.000 207.000
10.149.000 9.943.000 206.000
Saldo
-2.718.000
-2.649.000
-2.608.000
-2.504.000
-2.425.000
3.5 Wijkgericht werken De gemeente wil de rol van wijkgericht werken herijken, met als doel samen met wijkpartners en maatschappelijke organisaties de aandacht voor de fysieke openbare ruimte (groen en grijs) en de sociale samenhang in de wijken te bevorderen. Wijkgericht werken zal verder ontwikkeld en versterkt worden om de binding in de wijken groter te maken. De rol van de gemeente zal facilitator zijn. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Versterking wijkgericht werken
Herijking rol wijkplatforms
1 fase van overleggen met wijkplatforms, 2015
e
Resultaat Gedragen visie op wijkgericht werken
Verbreding wijkgericht werken
Heroverwegingen II Voor wijkgericht werken is jaarlijks € 275.000 beschikbaar. Door wijkgericht werken anders te organiseren zal een besparing van € 50.000 worden gerealiseerd. 40
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Wijk gericht werk en Baten Wijkgericht werken
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Lasten Wijkgericht werken
282.000 282.000
232.000 232.000
232.000 232.000
232.000 232.000
232.000 232.000
-282.000
-232.000
-232.000
-232.000
-232.000
Saldo
Grondexploitatie Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Grondexploitatie Baten Grondexploitatie
11.993.000 11.993.000
10.212.000 10.212.000
9.340.000 9.340.000
6.882.000 6.882.000
3.990.000 3.990.000
Lasten Grondexploitatie
12.204.000 12.204.000
10.597.000 10.597.000
9.894.000 9.894.000
7.543.000 7.543.000
4.707.000 4.707.000
-211.000
-385.000
-554.000
-661.000
-717.000
Saldo
3.6 Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Baten Centrum Mobiliteit Wonen en ruimtelijke kwaliteit Groen, milieu en recreatie Wijkgericht werken Grondexploitatie
24.797.000 2.874.000 12.000 2.436.000 7.482.000 0 11.993.000
44.912.000 24.769.000 12.000 2.376.000 7.543.000 0 10.212.000
20.254.000 1.085.000 12.000 2.251.000 7.566.000 0 9.340.000
17.883.000 1.088.000 12.000 2.221.000 7.680.000 0 6.882.000
15.035.000 1.088.000 12.000 2.221.000 7.724.000 0 3.990.000
Lasten Centrum Mobiliteit Wonen en ruimtelijke kwaliteit Groen, milieu en recreatie Wijkgericht werken Grondexploitatie
34.394.000 4.618.000 566.000 6.524.000 10.200.000 282.000 12.204.000
54.635.000 26.528.000 565.000 6.521.000 10.192.000 232.000 10.597.000
29.217.000 1.846.000 564.000 6.507.000 10.174.000 232.000 9.894.000
26.844.000 1.849.000 563.000 6.473.000 10.184.000 232.000 7.543.000
23.971.000 1.848.000 562.000 6.473.000 10.149.000 232.000 4.707.000
Saldo
-9.597.000
-9.723.000
-8.963.000
-8.961.000
-8.936.000
Programma Ruimte
41
3.7 Achtergrondinformatie Kaderstellende nota’s • Structuurvisie Papendrecht 2020 - een venster naar de toekomst (2009) • Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan 2010 - 2020 (2010) • Welstandnota (2012) • Beleidsregel ‘kan-bepaling’ welstandstoets; • Handhavingbeleidsplan (2013) • Bouwverordening (2012) • Legesverordening • Nota Grondbeleid (2013) • IOP Recreatie op Slobbengors (2011) • Woonvisie Papendrecht 2012-2020 • Dijkvisie (2013) • Visie op het groenblauwe netwerk (2013) • Uitvoeringsprogramma Economie (2013) • Koersnotitie detailhandel (2014) • Route gevaarlijke stoffen Papendrecht (2011) • Geluidbeleid hogere waarden Wgh en 30 km/uur-wegen Papendrecht (2010) • Regionaal Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015 met integrale lokale (gebieds) opgaven • Actieplan omgevingslawaai Papendrecht 2013-2018; • Geluidbelastingkaarten Papendrecht (2012) • Programma luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 • Regionale bodembeheernota en bodemkwaliteitskaart Zuid-Holland Zuid (2011) • Concept-beleidsvisie externe veiligheid Papendrecht. • Sport op Koers 2010 – 2016 • Groenplan 2013 – 2017 • Boomverordening groene kaart 2013 • Wegenplan 2013-2017’ • Beleidsvisie IBOR 2009 -2014 • Diverse beheerplannen • vGRP 2014-2018 • Handboek kabels en leidingen 2014 • Leidingverordening • Telecommunicatieverordening • Afvalstoffenverordening • Verordening eenmalig rioolaansluitrecht • Beheerverordening begraafplaats
• • •
42
Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Richtlijnen buitenreclame Papendrecht Gladheidsbestrijdingsplan 2010 – 2015
Relevante ontwikkelingen Bovenlokaal beleid/ plannen/ wetgeving Omgevingswet In juni 2014 is een wetsontwerp Omgevingswet aangeboden aan de Tweede Kamer. Het omgevingsrecht, nu verspreid over 40 sectorale wetten, 117 AMvB’s en honderden ministeriële regelingen, wordt gebundeld in één nieuwe Omgevingswet in de vorm van een kaderwet. Een megaoperatie waar iedereen mee te maken krijgt: overheid, bedrijfsleven en burgers. Het voornemen is om de Omgevingswet in 2018 in werking te laten treden. De veranderingen in het omgevingsrecht grijpen fors in op de gemeentelijke praktijk. De oude planmatige en aanbodgerichte ruimtelijke ordening verandert in organisch en adaptief; de eindgebruiker komt steeds meer centraal te staan in het planproces. Dit komt tot uitdrukking in de term uitnodigingsplanologie+ hierbij worden initiatiefnemers actief gevraagd (uitgenodigd) om met plannen te komen die passen binnen de ruimtelijke uitgangspunten. Dat vraagt om voorspelbaarheid en transparantie. Dat vraagt ook om kaders, afweging aan de voorkant van het proces (Overheidsparticipatie). Daarin past ook de afweging van milieubelangen. Gemeentelijke medewerking vraagt aan de andere kant ook (financiële) duidelijkheid door de initiatiefnemer (voordat het apparaat in werking komt). Extramuralisering van de zorg en het scheiden van ‘wonen’ en ‘zorg’ Het kabinet wil de huidige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vanaf 2015 ingrijpend hervormen. Doel is om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Zo nodig met ondersteuning van de gemeente of zorg via de zorgverzekering. Door beter in te spelen op hun persoonlijke situatie en te kijken naar wat ze zelf nog kunnen doen, kunnen mensen over hun eigen leven blijven beslissen. Zo kan ook de zorg betaalbaar blijven. De ontwikkeling om langer thuis te blijven wonen is al langer gaande. Maar sinds 2013 gaat de ontwikkeling in een versneld tempo. De hervorming van de langdurige zorg betekent onder andere: - Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. De gemeente gaat zorgen voor de ondersteuning van burgers. De nieuwe Wmo 2015 is gericht op deelneming in de samenleving. De wet regelt hulp en ondersteuning, die past bij de persoonlijke omstandigheden van mensen. - Zorgverzekeringswet (Zvw). Wijkverpleegkundigen gaan thuis meer verpleging en verzorging leveren. Via de Zorgverzekeringswet (Zvw) is medische en de verpleegkundige zorg geregeld. - Nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz is er voor mensen die behoefte hebben aan permanent toezicht. Zij hebben 24 uur zorg per dag nodig in de directe nabijheid. De Wlz gaat de huidige AWBZ vervangen. De Tweede Kamer en ook de Eerste Kamer heeft inmiddels ingestemd met de aanpassing van de Wmo per 2015. De geplande ingangsdatum is 1 januari 2015, nadat het wetsvoorstel is aangenomen. Vanuit de wetgeving rond de zorg wordt ingezet op het langer thuis laten wonen van mensen (en daar zorg ontvangen). Dit betekent dat er mogelijk veel meer verzoeken zullen komen met betrekking tot het realiseren van aanpassingen aan bestaande woningen. Tevens zal het consequenties hebben voor grote zorgcomplexen. De verwachting is dat daarvan een overschot zal ontstaan. Nieuwe Huisvestingswet Deze nieuwe Huisvestingswet biedt gemeenten een instrumentarium om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Hiermee kunnen onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte bestreden worden en kan de leefbaarheid bevorderd worden. Meer groepen krijgen bij wet voorrang binnen de woonruimteverdeling.
43
Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken. Het doel is om Nederland ook voor volgende generaties te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoet water. Tot 2015 heeft de nadruk in het Deltaprogramma gelegen op het voorbereiden van de deltabeslissingen. Deze beslissingen zijn bepalend voor de toekomst van de Nederlandse delta en worden door de politiek genomen. Ze geven richting aan het werk vanaf 2015: ‘De Deltawerken van de toekomst’. Het doel van het Deltaprogramma is het voorkomen van grote overstromingen en forse droogteschade in de toekomst (het MIRT-onderzoek AV start binnenkort). Visie Ruimte en Mobiliteit inclusief de bijbehorende Verordening Ruimte Provincie Zuid Holland heeft op 9 juli 2014 de nieuwe structuurvisie vastgesteld. Deze geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer. In deze nieuwe provinciale structuurvisie wordt uiting gegeven aan een nieuwe sturingsfilosofie die past bij de ruimtelijke en maatschappelijke veranderingen die in de maatschappij hebben plaatsgevonden en continu plaatsvinden. De kern daarvan is: - Ruimte bieden aan ontwikkelingen. - Aansluiten bij de maatschappelijke vraag naar woningen, bedrijfsterreinen, kantoren, winkels en mobiliteit. - Allianties aangaan met maatschappelijke partners. - Minder toetsen op regels en meer sturen op doelen. Ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen De afgelopen jaren is een groot aantal veranderingen in de samenleving op gang gekomen. Door de crisis, maar zeker niet alleen daardoor. De crisis heeft gezorgd voor het struikelen van de woningmarkt, voor financieringsproblemen, werkloosheid en voor een ander perspectief op onze toekomst. Maar vooral ten aanzien van dit laatste is de crisis niet de enige factor van belang. Voor de groeigemeenten uit het verleden zijn de grenzen van de groei bereikt. Na alle ambities op het vlak van groei staan nu beheer- en transformatiedoelstellingen centraal. Gevoegd bij geldgebrek leidt dit tot afname van de grote sloop- en nieuwbouwoperaties. En tot meer renovatie, beheer, op niveau houden, kleinere meer private initiatieven, risicomijdend gedrag, andere partners, terug naar de kerntaak enzovoorts. Waar decennialang de fysieke aanpak leidend was, wordt nu het sociale domein steeds sturender. Ook in financiële zin is door de decentralisaties deze verschuiving van het zwaartepunt zichtbaar. Achter al deze recente en eerdere ontwikkelingen schuilen wijzigingen in de manier waarop overheid, bedrijven, burgers en het maatschappelijke middenveld tezamen de samenleving vormen. Ruimtelijke ontwikkelingen zullen steeds meer worden geïnitieerd vanuit de markt en minder vanuit de overheid. Dit heeft consequenties voor de rol die de gemeente zal spelen in projecten (overheidsparticipatie). De gemeente zal naar verwachting in veel meer projecten een faciliterende rol gaan spelen en voor de gemeente wordt het belangrijker om kostendekkend te werken bij het faciliteren van initiatieven van derden. Nieuwe ontwikkelingen zullen bijvoorbeeld mogelijk worden gemaakt door het opstellen van afwijkingsbesluiten of (postzegel)bestemmingsplannen. Bij het opstellen van dergelijke besluiten en plannen bestaat de wettelijke verplichting de kosten die gemaakt worden te verhalen op de aanvrager. Bij nieuwe ontwikkelingen zal met name in het voortraject meer nadruk komen te liggen op het sluiten van anterieure overeenkomsten of het vaststellen van een exploitatieplan. Hiermee wordt de kostendekkendheid vergroot.
44
Overige ontwikkelingen Momenteel is wetgeving in voorbereiding om chemische onkruidbestrijding op verhardingen vanaf eind 2015 te verbieden. Tevens is wetgeving in voorbereiding om vanaf 2017 chemische onkruidbestrijding op sportvelden te verbieden.
Indicatoren programma Ruimte Indicator
2009/2010
2011/2012
2013
Percentage inwoners dat parkeeroverlast ervaart
23% (2009)
24% (2011)
30%
Positief oordeel inwoners over openbaar vervoer
61% (2009)
61% (2011)
71%
Positief oordeel inwoners over fietsvriendelijkheid
73% (2009)
74% (2011)
73%
Rapportcijfer inwoners over hun woonomgeving
7,3 (2009)
7,5 (2011)
7,6
Positief oordeel inwoners over totaal winkelaanbod in de gemeente
80% (2009)
88% (2011)
85%
% inwoners dat het afgelopen jaar actief geweest om de buurt te verbeteren
32% (2009)
20% (2011)
15%
45
46
4. Programma Bestuur en Regio Hoofddoelstelling De gemeente Papendrecht streeft naar het zijn van een verantwoordelijke lokale overheid, die betrouwbaar en consistent functioneert door enerzijds als gemeente zelfstandig te blijven en inwoners, bedrijven en instellingen zekerheid te bieden en anderzijds samenwerkt met regiopartners om zo efficiënt en effectief mogelijk te zorgen voor een stabiele dienstverlening. We spelen daarbij op een betrokken en professionele wijze in op de dynamiek van de veranderende samenleving en de daarbij horende eigen verantwoordelijkheid van een ieder. Dat betekent dat wij de relatie tussen lokale samenleving en bestuur versterken door te investeren in de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming en ontwikkeling en verbetering van de dienstverlening. Eigen kracht, zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid van bewoners en investeren in een (veilige) leefomgeving waarin iedereen kan meedoen zijn daarbij van belang. Wij vernieuwen en intensiveren onze externe communicatie, investeren in regionale samenwerking en in de veiligheid en leefbaarheid van de gemeente. Wij vergroten de flexibiliteit en het adaptief vermogen van de organisatie en vertalen dit in gewenst gedrag en vaardigheden als onderdeel van de organisatieontwikkeling.
Beleidsthema’s • • • • •
Bestuur en organisatie Dienstverlening Openbare Orde en Veiligheid Communicatie Regio
(4.1) (4.2) (4.3) (4.4) (4.5)
4.1 Bestuur en organisatie We leven in een veranderende maatschappij waarin inwoners mondig zijn. De verhouding tussen inwoner en overheid verandert daardoor. Ook wijzigende inzichten in de rol van de overheid en de financieel economische werkelijkheid beïnvloeden de verhouding tussen inwoner en overheid. Wij onderzoeken of de taken die de gemeente uitvoert en de diensten die zij levert nog zinvol en noodzakelijk zijn of beter door andere partijen uitgevoerd kunnen worden. Daar past ook verzelfstandiging bij. Tevens vraagt deze wijzigende rol van de overheid om bestuurlijke vernieuwing. Papendrecht benadrukt de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van inwoners. We laten meer aan hen over en voeren minder taken zelf uit. Een krachtig en goed bestuur staat open en biedt ruimte voor maatschappelijke initiatieven en weet prioriteiten te stellen. Wij besturen betrouwbaar, transparant en herkenbaar en kiezen voor een open politieke discussie in de raad. Papendrecht versterkt de informatiefunctie binnen het samenspel tussen gemeenteraad en college. We maken onderscheid tussen informatieve en opiniërende bijeenkomsten en politieke bijeenkomsten. Dit alles met als doel om tot meer debat in de gemeenteraad te komen. Papendrecht bezint zich op de uitvoering van taken door te onderzoeken welke taken op afstand kunnen worden georganiseerd. Met voorrang worden de mogelijkheden voor op afstand plaatsing van het theater en de sportvoorzieningen onderzocht. Het college ziet ook als haar opdracht om te onderzoeken of taken nog wel door de gemeente of op afstand moeten worden uitgevoerd. In die gevallen dat maatschappelijke initiatieven de uitvoering van taken overnemen, zal onze lokale overheid zich sneller dan voorheen terugtrekken uit de uitvoering van die taken. Als we de eigen verantwoordelijkheid van anderen benadrukken, dragen we ook actief bij aan het overnemen van taken.
47
Van de organisatie vragen we flexibiliteit, evenals van de medewerkers. Door het op afstand zetten van taken en wellicht afstoten van taken in combinatie met de verwachte uitkomsten van het proces heroverwegingen II zal van medewerkers veel flexibiliteit worden gevraagd. Flexibiliteit om taken van anderen over te nemen en flexibiliteit om mee te werken aan organisatorische oplossingen met soms ook personele consequenties. Lenigheid van geest is daarbij een belangrijke vereiste. Ook verwachten wij van medewerkers de bereidheid om zich blijvend te ontwikkelen en ervoor zorg te dragen dat de inzetbaarheid breed is en blijft. Als gemeentebestuur verwachten wij – ondanks de toenemende taken door de decentralisaties – een vermindering van het aantal medewerkers in de organisatie en een verschuiving van werk dat we nu nog doen naar maatschappelijke organisaties (al of niet in een afhankelijkheidsrelatie met onze gemeente). Via het instrument strategische personeelsplanning (SPP), dat regionaal wordt ingezet, sturen wij op de bezetting. Naast de hiervoor aangegeven verschuiving van taken naar maatschappelijke organisaties verwachten wij ook in meer of mindere mate een verschuiving van taken naar de regio of in coproductie tussen lokaal en regionaal. Op enig moment zullen deze verschuivingen in taken ook gevolgen hebben voor de interne cultuur en structuur van onze organisatie. Op het vlak van de cultuur van onze organisatie wordt gewerkt aan een andere mindset van medewerkers. Ook voor medewerkers betekent het terugleggen van verantwoordelijkheden dat rekening moet worden gehouden met een veranderend maatschappijbeeld. Inwoners, bedrijven en instellingen worden mede initiator van evenementen, de gemeente wordt meer volgend. Ook de verschuiving van financiële patronen verandert de sturingsrelatie tussen overheidsmedewerker en maatschappij. Van iedere medewerker wordt gevraagd zich ook op dit vlak te blijven ontwikkelen. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Regie versterken opdrachtgeverschap en control
Organisatiebreed inzetten op opdrachtgericht werken
Projecten vormgeven volgens methodiek opdrachtgericht werken
Werkend systeem van opdrachtgericht werken
Uitnodigend gemeentehuis dat past bij de veranderde rol bij de overheid
Noodzakelijk en doelmatig groot onderhoud gemeentehuis
Opstellen programma van eisen huisvesting
Programma van eisen
Doorontwikkeling organisatie
Blijvend professionaliseren P&C cyclus
Verder ontwikkelen P&C cyclus
Evaluatie P&C
Vergroten flexibele inzetbaarheid ambtelijk apparaat
Inzet strategische personeelsplanning Omzetten vaste in flexibele formatie
Bezinning op rol en werkwijze college en raad
48
Raadsconferentie
Geringere omvang vaste formatie
Heroverwegingen II Ten aanzien van de budgetten voor de collegeconferentie en de raadsconferentie is ten opzichte van het voorstel gedaan bij de perspectiefnota € 10.000 gekort. Het budget representatie wordt gekort met € 8.000 ten behoeve van een nieuw budget van € 8.000 voor bestuurlijke integriteit. Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Bestuur en Organisatie Baten Bestuur Organisatie
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Lasten Bestuur Organisatie
2.719.000 2.719.000 0
2.716.000 2.716.000 0
2.716.000 2.716.000 0
2.776.000 2.776.000 0
2.716.000 2.716.000 0
-2.719.000
-2.716.000
-2.716.000
-2.776.000
-2.716.000
Saldo
4.2 Dienstverlening De gemeente is de bestuurslaag die het dichtst bij de inwoners, bedrijven en instellingen staat. Voor ons is dit meer dan een staatsrechtelijk gegeven, het is een opdracht tot het onderhouden van waardevolle relaties, het vormen van netwerken en het faciliteren van maatschappelijke initiatieven. De dienstverlening is ons visitekaartje. De hoogwaardige vormgeving aan de dienstverlening is alleen mogelijk door de dienstverlening voortdurend te ontwikkelen en af te stemmen op de veranderende omgeving en op de veranderende wensen van inwoners, bedrijven en instellingen. Voor ons staat daarin een persoonsgerichte benadering voorop. De opkomst van digitale dienstverlening zet onverminderd door, dat maakt dat de e-gemeente staat voor een forse ontwikkelopgaaf. Zo wordt hard gewerkt aan de digitale basisinfrastructuur die de digitalisering mogelijk maakt (i-NUP), moeten steeds meer producten digitaal beschikbaar worden gesteld wegens het recht op digitaal zaken doen, ontstaan selfservice concepten, implementeren we apps voor het doen van meldingen en worden sociale media als Twitter, Facebook en Linkedin reguliere dienstverlening- en communicatiekanalen. Door de digitalisering effectief vorm te geven voldoen we aan veranderende wensen en eisen van inwoners, bedrijven en instellingen, die graag zelf hun zaken regelen, op een moment waarop hen dat uitkomt. Daarnaast is het stimuleren van digitale dienstverlening noodzakelijk om de kosten van dienstverlening binnen de financiële kaders te houden. Daarnaast blijft de balie- en telefonische dienstverlening een belangrijke rol spelen. Zo wordt dit type dienstverlening intensiever door de toenemende aandacht voor fraudebestrijding en zijn er producten, diensten en groepen inwoners waarvoor digitale dienstverlening minder geschikt is. De komende periode investeren we naast de digitale dienstverlening in de kwaliteit van de telefonische- en baliedienstverlening en wordt onder andere gewerkt aan een uitnodigende uitstraling van de publiekshal, als ontmoetingsplek tussen de gemeente en haar inwoners, bedrijven en instellingen. Om de ambities waar te maken wordt een nieuw dienstverleningsmodel ontwikkeld. Papendrecht benadrukt de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van inwoners. We doen minder zelf en laten meer aan hen over. Deze rolopvatting maakt dat inwoners, bedrijven en instellingen bij het ontplooien van maatschappelijke initiatieven niet gehinderd mogen worden door onnodige administratieve regeldruk. Administratieve regeldruk moet hier in een breed perspectief worden geplaatst. Uiteraard gaat het om het schrappen van onnodige vergunningen, het verminderen 49
van onnodige regels en het afschaffen van onnodige procedures. Het gaat echter evengoed om de mindset van medewerkers, zij krijgen te maken met inwoners, bedrijven en instellingen die vanuit een hun traditionele rol verschuiven richting de rol van mede initiator. Medewerkers leveren in mindere mate producten en diensten, zij faciliteren maatschappelijke initiatieven. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Onze dienstverlening is via nieuwe en oude media goed toegankelijk, kwalitatief hoogwaardig en snel
Bieden van keuzevrijheid door producten en diensten via alle dienstverleningskanalen beschikbaar te blijven stellen
Bij digitalisering de toegankelijkheid van alle dienstverleningskanalen waarborgen
Goede score tevredenheidsonderzoek Benchmarking Publiekszaken
Werken aan een uitnodigende uitstraling van de publieksbalie
Onderdeel maken van programma van eisen huisvesting
Programma van eisen
Inwoners, bedrijven en instellingen op een moderne wijze betrekken bij de gemeente
Aanschaf van een sociale media monitor
Meer producten en diensten digitaal beschikbaar stellen
Onderzoek naar digitalisering van producten en diensten
Innovatie met digitale dienstverlening stimuleren
Onderzoek naar implementatie van selfserviceconcepten
Investeren in de digitale basisinfrastructuur voor de e-overheid
Regionaal consolideren van ICT-systemen en investeren in i-NUP
Betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen bij het verminderen van regeldruk vergroten
Meldpunt voor overbodige regeldruk oprichten
Meer maatwerk afspraken
Ontwikkelen digitalisering van de dienstverlening en social media
Wij verminderen regeldruk en faciliteren maatschappelijke initiatieven waar mogelijk
50
Overzicht van geschrapte regels, vergunningen en indieningsvereisten .
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Standaardiseren aanvraagformulieren en daarbij schrappen van indieningsvereisten
Onderzoek naar nieuwe gestandaardiseerde en gedereguleerde aanvraagformulieren
Faciliteren van evenementen in het centrumgebied
Onderzoek naar behoeften van organisatoren
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
Resultaat
2018
2019
Dienstverlening Baten Dienstverlening
465.000 465.000
522.000 522.000
571.000 571.000
538.000 538.000
538.000 538.000
Lasten Dienstverlening
1.550.000 1.550.000
1.500.000 1.500.000
1.501.000 1.501.000
1.499.000 1.499.000
1.518.000 1.518.000
-1.085.000
-978.000
-930.000
-961.000
-980.000
Saldo
4.3 Openbare Orde en Veiligheid Onder Openbare Orde en Veiligheid valt handhaving en beheersing van de openbare orde en daarmee feitelijk ook de bevordering en instandhouding van de maatschappelijke samenhang. Het gaat daarbij met name om het veiligheidsgevoel van burgers. In samenwerking met onder meer partners als politie, het Openbaar Ministerie en Woonkracht 10 is ingezet op een integrale aanpak. Als invulling van de wettelijke opdracht is met deze partners samengewerkt, hetgeen heeft geleid tot het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2012-2015. In 2015 wordt gewerkt aan het vernieuwen van het IVP dat per 1 januari 2016 in zal gaan. In december 2013 heeft de gemeenteraad het handhavingsbeleid vastgesteld. Een belangrijk onderdeel daarbij was de prioriteitenindeling die bepaalt welke zaken een bovennormale prioriteit hebben en welke zaken een normale prioriteit. In het jaar 2014 is voor het eerst op basis van een werkprogramma waarin de prioriteiten aandacht hebben gekregen gewerkt. Op basis daarvan zal de organisatie ook rapporteren. Voor het jaar 2015 zal het werkprogramma verder worden uitgewerkt en vinden handhaving en toezicht gericht op de prioriteiten plaats. Een thematisch speerpunt is voor 2015 het omgaan met illegaal in gebruik genomen gronden. De gemeente legt meer terug bij haar inwoners, bedrijven en instellingen. De zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid worden benadrukt. Daar past bij dat inwoners conflicten onderling oplossen en dat zij elkaar aanspreken op wederzijdse verantwoordelijkheden. Buurtbemiddeling helpt bij het oplossen van onderlinge conflicten en is een samenwerking tussen de gemeente, politie en Woonkracht 10. Het gebruik van buurtbemiddeling stijgt al jaren, datzelfde geldt voor het percentage succesvolle pogingen. In algemene zin is de afbakening tussen de gemeente en de politie als gevolg van de invoering van de nationale politie scherper.
51
Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Inwoners voelen zich veilig in hun eigen huis en buurt
Overleg met inwoners over veiligheidsaspecten per wijk
Organiseren interactieve bijeenkomsten (in samenwerking met politie, Woonkracht 10, OM, brandweer en wijkplatforms)
Benadrukken eigen verantwoordelijkheid van inwoners voor veiligheid in de leefomgeving
Bewoners benaderen voor initiatieven als ZAPper, Preventieteam zakkenrollers, Sociale controle en buurtpreventie
Resultaat
Preventiemaatregelen inzetten om overlast, woninginbraken e.d. te voorkomen
Verdere samenwerking in de veiligheidsketen
Opstellen nieuw IVP
Voorbereiden IVP (2016) met aandacht voor lokale thema’s en prioriteiten
Voortzetten verbetering samenwerking
Voorbereiden om te komen tot 1 crisisorganisatie
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
Afgeronde besluitvorming nieuw IVP (2016)
2018
2019
Openbare orde en veiligheid Baten Openbare orde en veiligheid Verantw. eigen leefomgeving en bestr. overlast
51.000 30.000 21.000
51.000 30.000 21.000
51.000 30.000 21.000
51.000 30.000 21.000
51.000 30.000 21.000
Lasten Openbare orde en veiligheid Verantw. eigen leefomgeving en bestr. overlast
2.502.000 2.450.000 52.000
2.367.000 2.315.000 52.000
2.370.000 2.318.000 52.000
2.369.000 2.317.000 52.000
2.369.000 2.317.000 52.000
-2.451.000
-2.316.000
-2.319.000
-2.318.000
-2.318.000
Saldo
4.4 Communicatie In het collegeprogramma wordt aangegeven dat communicatie op alle onderdelen van het programma essentieel is. Goed luisteren is de kern.
52
Steeds meer inwoners en bedrijven maken volop gebruik van social media om te communiceren, ook met de gemeente. Ook op social media wil de gemeente goed luisteren en het gesprek voeren. Daar spelen we op in door het introduceren van webcare en het opleiden van medewerkers in het (beter) benutten van de mogelijkheden van social media. De webcare is zowel een vorm van communicatie als een kanaal voor de dienstverlening. Communicatie en dienstverlening zullen nog meer op elkaar betrokken worden, bijvoorbeeld in het verder ontwikkelen van de website en digitale dienstverlening, de kwaliteit van geschreven en mondelinge communicatie en de mogelijkheden van het toepassen van apps. Betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen bij voorbereiding én uitvoering van beleid blijft hoog op de agenda staan. Juist bij bewonersparticipatie is het lerend vermogen van de organisatie en een goede rolverdeling tussen raad en college van belang. In 2015 zullen nieuwe vormen van burgerparticipatie worden verkend, waarbij ervaringen van andere gemeenten meegenomen worden, maar ook de ervaringen die zijn opgedaan in Papendrecht, o.a. bij de communicatie over het Marktplein. De wijze van invullen van de rol van de gemeenteraad is van belang voor het betrekken van inwoners bij besluitvorming. De gemeenteraad maakt daartoe meer gebruik van het onderscheid in opiniërende, informerende bijeenkomsten en besluitvormende bijeenkomsten. Een goede communicatie met de samenleving begint bij goede interne communicatie. In het kader van de doorontwikkeling zal daar in 2015 meer aandacht voor zijn. Meer dan ooit zijn de medewerkers het gezicht van de gemeente en bepaalt hun houding en communicatie of en hoe Papendrechters zich gehoord voelen. Een recente tak van communicatie voor de gemeente is promotie. Het op de kaart zetten van Papendrecht draagt bij aan de economische ontwikkeling en bevordert de sociale samenhang binnen de gemeente. Een promotieplan, of liever nog een uitvoeringsplan, zet in op een actieve promotie van Papendrecht. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Versterken invloed inwoners, bedrijven en instellingen bij beleidsvorming en –uitvoering
Gebruik maken van communicatievormen die meningsvorming ondersteunen, zoals social media
Trainingen van medewerkers
Beoordeling v.d. gemeente rond betrokkenheid en inspraak. (Monitor communicatie en bestuur)
Inzet bewonerspanel Starten met webcare
Inwoners, bedrijven en instellingen meer bij beleid en uitvoering betrekken
Verkenning nieuwe vormen burgerparticipatie door een of meer pilots
Meer onderscheid maken tussen informatieve, opiniërende en politieke bijeenkomsten en inwoners, instellingen en bedrijven meer betrekken
53
Subdoelstellingen Papendrecht op de kaart
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
Maatregelen Gebruik maken van de mogelijkheden voor marketing en promotie
2015
Activiteiten 2015 Promotieplan vaststellen. In 2014 is al een start gemaakt om met bedrijven, instellingen en betrokken inwoners over het plan te spreken
2016
2017
Resultaat Uitvoeringsplan promotie
2018
2019
Communicatie Baten Communicatie
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Lasten Communicatie
201.000 201.000
201.000 201.000
201.000 201.000
201.000 201.000
201.000 201.000
-201.000
-201.000
-201.000
-201.000
-201.000
Saldo
4.5 Regio Sinds 2008 werken we in de regio Drechtsteden nadrukkelijk samen met elkaar. We doen dit vanuit het besef dat samenwerking voor ons als kleinere gemeente een basisvoorwaarde is om zelfstandig te kunnen blijven. De financiering van grote ontwikkelopgaven als de decentralisaties en de transitie ICT, maar ook de ontwikkeling van de digitale dienstverlening zijn lasten die in gezamenlijkheid beter kunnen worden gedragen. Zonder deze gezamenlijke regionale opgaven is de heroverwegingsopdracht voor de gemeente (nog) groter, waarbij evident is dat de oplossing deels uit het niet meer uitvoeren van taken zou bestaan. Ook voor de inbreng in lobbyprojecten is de regionale gezamenlijkheid een mogelijkheid om gehoord te worden. We werken naast de Drechtsteden samen in de regio Zuid-Holland Zuid en zoeken naar samenwerking in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ten aanzien van water, maritiem, recreatie, toerisme en jeugd. Ook dat doen we overigens samen met de Drechtsteden. Nadrukkelijker dan voorheen wordt een belangrijk onderdeel van succesvol samenwerken het voelen en tonen van eigenaarschap in de samenwerking. Eigenaarschap ontstaat door doelen en resultaten samen te ontwikkelen en te formuleren. De discussie richt zich daarbij vaak op de drie “k’s”: kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. Daarnaast is van belang te bewaken dat onze autonomie uitdrukking krijgt in burgernabij bestuur en de mogelijkheid om via heldere verantwoordingslijnen democratische legitimiteit te organiseren. In de Drechtsteden zet het Regionaal Meerjaren Plan 2014-2018 in op drie hoofdthema’s: • Versterken van onze economie kracht, op duurzame wijze • Aantrekkelijker maken van ons gebied • Zorg en (zelf)redzaamheid van onze inwoners De hoofdthema’s sluiten heel goed aan bij de koers en richting van het collegeprogramma van Papendrecht. Vanuit de inhoudelijke synergie is de gekozen lijn om werkzaamheden die we voor onze gemeente uitvoeren te richten op de lijn van het rMJP. Hierdoor wordt werk met werk gemaakt en
54
heeft het rMJP voor het structurele deel voor ons geen meerkosten. Overigens is dit een lijn die bij meer inhoudelijke thema’s wordt gehanteerd. Ten aanzien van de heroverwegingen geldt in de regio de “trap op, trap af” regel. Dat impliceert dat verbonden partijen meebewegen met onze financiële ruimte. Subdoelstellingen
Maatregelen
Activiteiten 2015
Resultaat
Continuering van regionale samenwerking
Sturing versterken mogelijkheden verbonden partijen
Opstellen Nota verbonden partijen
Nota verbonden partijen
Heroverwegingen II In de begroting is ruimte opgenomen voor extra diensten (pluspakket) van het onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD). Het budget wordt met 50% verlaagd. Een voordeel van € 25.000. Algemene dekkingsmiddelen Budgetten voor bedrijfsvoering worden hoofdzakelijk opgenomen in de kostenplaatsen (overhead). Deze kosten worden grotendeels over de begroting verdeeld door middel van tijdschrijven. Het restant wordt per saldo verantwoord bij algemene dekkingsmiddelen. Op de bedrijfsvoering is een besparing doorgevoerd van € 22.000 in 2015 en € 37.000 vanaf 2016. De besparing in 2015 betreft het verlagen van de budgetten voor communicatie, werving selectie en catering. Daarnaast zal de dekking van lopende verzekeringen worden herijkt, waardoor vanaf 2016 € 15.000 wordt bespaard. Overige baten en lasten De komende twee jaar worden de mogelijkheden tot verzelfstandiging van een aantal gemeentelijke onderdelen onderzocht. Uitgangspunt hierbij is dat vanaf 2017 € 50.000 bespaard moet worden op de exploitatie van deze onderdelen of door het terugdringen van de gemeentelijke overhead. Resultaatbestemming Inflatiecorrectie Aan diverse reserves wordt inflatie toegerekend. Dit betreffen de algemene reserve, reserve zonder naam, reserve raadsvisie, reserve stedelijke vernieuwing, risicoreserve Noordoevers, risicoreserve erfpachtgronden en de bestemmingsreserve egalisatie sportcentrum. Toevoeging van rente/inflatie is bij de reserve sportcentrum vereist en bij de algemene reserve gewenst ter versterking en handhaving van het weerstandsvermogen. Door de overige reserves niet meer te corrigeren voor inflatie wordt in 2015 € 156.000, in 2016 € 150.000, in 2017 € 168.000, in 2018 en 2019 € 178.000 bespaard. De reservepositie zal hierdoor uiteraard afnemen. Incidentele lasten Voorgesteld wordt incidentele lasten te dekken uit de algemene reserve. Dit betreft de aanvullende bijdrage transitieplan Drechtsteden 2015 (€ 145.000) en 2016 (€ 50.000) en de wachtgeldverplichtingen wethouders 2015 (€ 60.000) en 2016 (€ 30.000). Dit zijn incidentele lasten die ook in de begroting 2014 waren voorzien. Daarnaast wordt voorgesteld de incidentele bijdrage rMJP 2015 van € 178.000 ten laste te brengen van de reserve.
55
Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Regio Baten Regio
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Lasten Regio
1.035.000 1.035.000
847.000 847.000
847.000 847.000
847.000 847.000
847.000 847.000
Saldo
-1.035.000
-847.000
-847.000
-847.000
-847.000
4.6 Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Programma Bestuur en regio Baten Bestuur en organisatie Dienstverlening Openbare orde en veiligheid Communicatie Regio
516.000 0 465.000 51.000 0 0
573.000 0 522.000 51.000 0 0
622.000 0 571.000 51.000 0 0
589.000 0 538.000 51.000 0 0
589.000 0 538.000 51.000 0 0
Lasten Bestuur en organisatie Dienstverlening Openbare orde en veiligheid Communicatie Regio
8.007.000 2.719.000 1.550.000 2.502.000 201.000 1.035.000
7.631.000 2.716.000 1.500.000 2.367.000 201.000 847.000
7.635.000 2.716.000 1.501.000 2.370.000 201.000 847.000
7.692.000 2.776.000 1.499.000 2.369.000 201.000 847.000
7.651.000 2.716.000 1.518.000 2.369.000 201.000 847.000
Saldo
-7.491.000
-7.058.000
-7.013.000
-7.103.000
-7.062.000
4.7
Achtergrondinformatie
Kaderstellende nota’s: • Visie Intergemeentelijke Samenwerking • IVP • Collegeprogramma • Perspectiefnota • Mandaatbesluit • Ontwikkelprogramma Drechtsteden • Organisatiebesluit • Regionaal Meerjaren Plan Drechtsteden • Kadernota verbonden partijen • Programmaplan dienstverlening Papendrecht • Visie op dienstverlening Papendrecht
56
Relevante ontwikkelingen • • • •
• •
Er is sprake van structureel afnemende overheidsmiddelen (lage economische groei en krimp inzet overheid); Bevordering regionale samenwerking door rijk, provincie; Decentralisaties vanuit rijk naar gemeenten, inclusief forse bezuinigingstaakstellingen. Risico bestaat uit toenemende tekorten bij de decentralisaties door niet tijdig te anticiperen; De rol van de lokale overheid verschiet van kleur door te benadrukken dat zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid belangrijk is, hetgeen wel een groter verantwoordelijkheidsbesef van inwoners, bedrijven en instellingen vraagt; Afnemende middelen zijn ook realiteit bij verschillende belangrijke partners die in de gemeente actief zijn; Verregaande digitalisering en daarmee gepaard gaande veranderingen in het primaire dienstverleningsproces (o.a. aard, hoeveelheid en dienstverleningskanaal).
Indicatoren programma Bestuur en regio Indicator
2009/2010
Rapportcijfer inwoners over het gemeentebestuur
6,4 (2009)
2011/2012
2013
6,4
Rapportcijfer inwoners over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen
5,5 (2011)
5,7
Rapportcijfer inwoners over hun betrokkenheid bij de uitvoering van gemeentelijke plannen
5,3 (2011)
5,6
Rapportcijfer inwoners over de gemeentelijke informatie
6,7 (2011)
6,8
7,7 (2011)
7,7
5,8 (2011)
6,1
Rapportcijfer burgers over kwaliteit van de dienstverlening
7,6 (2010)
Rapportcijfer inwoners over controle en handhaving van regels door de gemeente
57
58
5. Algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Algemene Dekkingsmiddelen Baten Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Saldo lopend boekjaar
51.276.000 50.032.000 1.244.000 0
52.620.000 50.331.000 2.289.000 0
48.995.000 48.413.000 582.000 0
48.291.000 47.800.000 491.000 0
47.892.000 47.461.000 431.000 0
Lasten Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Saldo lopend boekjaar
4.913.000 4.033.000 823.000 57.000
6.958.000 5.561.000 741.000 656.000
4.774.000 3.703.000 549.000 522.000
4.111.000 3.528.000 545.000 38.000
3.891.000 3.574.000 539.000 -222.000
46.363.000
45.662.000
44.221.000
44.180.000
44.001.000
Saldo
59
60
6. VERPLICHTE PARAGRAFEN 6.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is het vangnet voor financiële tegenvallers. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld. Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandscapaciteit (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandscapaciteit van 4 is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen, waarbij moet worden aangetekend dat nog niet alle risico’s kwantificeerbaar zijn. Het weerstandsvermogen en de begroting voldoen aan de wettelijke bepalingen: Programmabegroting 2015 en Jaarrekening 2013 zijn in evenwicht. Er zijn geen negatieve reserves of voorzieningen. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld: Weerstandsvermogen Direct beschikbaar (ultimo) 2014 Direct beschikbaar (ultimo) 2015 Direct beschikbaar (ultimo) 2018 Op termijn (na 2018) beschikbaar
incidenteel 17.951.000 18.180.000 17.852.000 18.250.000
structureel 100.000 150.000 150.000 444.000
Incidenteel weerstandsvermogen Het incidentele vermogen is bedoeld voor het opvangen van onvoorziene eenmalige kosten of (des)investeringen. In lijn met voorgaande jaren worden vanwege hun neutrale karakter de egalisatiereserves (taakmutaties, tarief afvalstoffenheffing en riool) buiten beschouwing gelaten (evenals de reserve voor bedrijfsvoering en frictie personeel ten behoeve van de doorontwikkeling van de organisatie). Incidenteel weerstandsvermogen 1. Algemene reserve 2. Reserve raadsvisie 3. Reserve stedelijke vernieuwing 4. Reserve zonder naam 5. Risicoreserve grondexploitaties 6. Risicoreserve erfpachtsgronden 7. Risicoreserve deelnemingen 8. Risicores. Noordoevers transform. zone 9. Reserve Sportcentrum 10. Reserve geluidsschermen A15
Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct
Totaal weerstandsvermogen
ultimo 2014 ultimo 2015 ultimo 2018 op termijn 6.552.000 6.243.000 6.393.000 6.471.000 548.000 548.000 198.000 198.000 1.511.000 1.616.000 1.654.000 1.629.000 2.307.000 2.307.000 1.007.000 1.007.000 1.323.000 1.323.000 1.323.000 1.323.000 1.412.000 1.827.000 2.942.000 3.292.000 102.000 136.000 238.000 272.000 893.000 893.000 893.000 893.000 2.000.000 1.984.000 1.901.000 1.862.000 1.303.000 1.303.000 1.303.000 1.303.000 17.951.000
18.180.000
17.852.000
18.250.000
Direct Direct Direct Direct Direct Direct Direct
1.323.000 1.412.000 102.000 893.000 440.000 P.M. 0
1.323.000 1.827.000 136.000 893.000 530.000 P.M. 0
1.323.000 2.942.000 238.000 893.000 530.000 P.M. 0
1.323.000 3.292.000 272.000 893.000 530.000 P.M. 0
Totaal risico's
4.170.000
4.709.000
5.926.000
6.310.000
Direct restant weerstandsvermogen (afgerond)
13.800.000
13.500.000
11.900.000
11.900.000
1.540.000 P.M. -870.000 0
0 P.M. -820.000 0
0 P.M. -820.000 0
0 P.M. -820.000 0
11. Risico's grondexploitatie 12. Risico's erfpachtsgronden 13. Risico's deelnemingen 14. Risico's Noordoevers transformatie zone 15. Risico's bijdragen verbonden partijen 16. Risico's decentralisaties 17. Stille reserve aandelen Eneco
18. Verwachting begrotingsresultaat 19. Verwachting rekeningresultaat 20. Afgegeven gemeentegaranties 21. Risico inschatting herijking gemeentefonds
Op termijn Op termijn Op termijn Op termijn
Termijn restant weerstandsvermogen 14.470.000
61
12.680.000
11.080.000
11.080.000
Toelichting: 1. t/m 4. Diverse reserves Dit betreffen de reserves volgens de Programmabegroting 2015. De reserve ontwikkeling nieuw beleid maakt onderdeel uit van de Algemene reserve. Aan de Algemene reserve wordt jaarlijks een correctie voor prijsinflatie toegevoegd. De wijzigingen ten behoeve van het sportcentrum en het Integrale Huisvestingsplan zijn verwerkt. Bij de Reserve zonder naam en reserve raadsvisie is meerjarig financieel rekening gehouden met de voorgenomen onttrekkingen ten behoeve van het gemeentehuis. 5. t/m 10. Reserves grondexploitatie en 11 t/m 14 Risico’s grondexploitatie De risico’s van de grondexploitaties zijn ultimo 2013 (jaarrekening) opnieuw beoordeeld, bijgesteld en financieel in de Programmabegroting 2015 opgenomen. Gelet op de onzekere economische ontwikkelingen wordt als maatregel voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico. De Risicoreserve Noordoevers wordt in lijn met besluitvorming aangehouden op het maximum risico. 15. Risico’s bijdragen verbonden partijen Verbonden partijen hebben zelf weerstandvermogen, maar gemeenten zijn achtervang. De verwachte ontwikkelingen in 2015 en volgende jaren per verbonden partij zijn weergegeven in de paragraaf verbonden partijen. Bij de bepaling van risico’s bij verbonden partijen wordt eerst gekeken naar specifieke risico’s en vervolgens naar het risico van de verbonden partij in het algemeen. Daarbij wordt de lijn gevolgd: 1) Kan het risico opgevangen worden binnen de bestaande budgetten dan wel is budgetbijstelling vanuit behoedzaamheid wenselijk? 2) Is het noodzakelijk dan wel wenselijk een voorziening te treffen? 3) Is het wenselijk binnen het weerstandsvermogen rekening te houden met een specifiek risico? Illustratief hierbij is de aparte reserve voor Noordoevers. 4) Waar geen specifiek risico is geduid nemen we behoedzaamheidhalve een percentage van onze bijdrage. Daarbij wordt aangesloten bij gangbare risicomanagement modellen (Risman, Naris, Deloitte) gebaseerd op het principe “kans x impact”. Over het geheel genomen zijn de ontwikkelingen onzeker en gelet op de impact van risico’s bij de verbonden partijen schatten wij het benodigd weerstandsvermogen voor risico’s bij verbonden partijen in op € 440.000 in 2015 en structureel op € 530.000. 16. Risico’s decentralisaties Voor de uitvoering van de decentralisaties is het uitgangspunt dat de desbetreffende taken worden uitgevoerd voor het geld dat er vanuit het Rijk voor beschikbaar is. Wij sluiten echter niet uit dat in de transformatieperiode extra geld nodig zal zijn om de bijbehorende budgettaire beweging te maken. Er is momenteel namelijk nog een groot aantal onzekerheden of de financiële stromen passend zullen zijn bij de zorgvraag. 17. Stille reserve aandelen Eneco (positief of negatief risico) Eventuele ontwikkelingen bij Eneco (zie paragraaf verbonden partijen) kunnen van betekenis zijn voor de waardering van de aandelen Eneco. Wij houden conform behoedzaam beleid geen rekening met een overwaarde van de aandelen. Het positieve risico voor 2015 en verder op hogere uitkering is verdisconteerd in het risico verbonden partijen. 18. Verwachting begrotingsresultaat De stand van de Eerste Concernrapportage 2014 is hierin opgenomen. 19. Verwachting rekeningresultaat Gezien het financiële klimaat waarin gemeenten zich in het algemeen bevinden wordt vanuit behoedzaam beleid geen rekening gehouden met rekeningoverschotten. 20. Afgegeven gemeentegaranties Er is door de gemeente Papendrecht voor circa € 9,4 miljoen aan geldleningen gegarandeerd. Ultimo 2015 zal nog ongeveer eenzelfde bedrag open staan. Daarnaast is zij achtervang voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor een deel daarvan (43,7 miljoen) kan de gemeente Papendrecht mogelijk worden aangesproken, ultimo 2015 zal dit gedaald zijn tot 35,8 miljoen.
62
21. Herijking Gemeentefonds Inmiddels zijn de gevolgen van de eerste tranche van de herijking van de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds bekend. Eerder was sprake van een maximaal nadeel van € 15 per inwoner. Voor de gemeente Papendrecht bleek uit de meicirculaire een voordeel dat in de voorliggende begroting is verwerkt. Onduidelijk is wat de tweede tranche, die volgend jaar volgt, gaat betekenen. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat de gevolgen minimaal zullen zijn. Structureel weerstandsvermogen Het structurele weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is: Structureel weerstandsvermogen 1. Besparing inflatiecorrectie 2. Budget voor onvoorziene uitgaven 3. Onbenutte belastingcapaciteit
Direct Direct Direct Totaal
4. Vermindering renteresultaat bij aanwending van alle reserves Weerstandsvermogen op korte en lange termijn
Op termijn Totaal
ultimo 2014 ultimo 2015 ultimo 2018 op termijn 78.000 100.000 100.000 100.000 100.000 50.000 50.000 1.000.000 100.000 150.000 150.000 1.178.000 -
-
-
-734.000
100.000
150.000
150.000
444.000
Toelichting: 1. Besparing inflatiecorrectie Aan de algemene reserve wordt jaarlijks een correctie voor inflatie toegevoegd. Hiermee blijft deze reserve waardevast. Dit principe kan worden losgelaten met bijbehorende besparing. 2. Budget onvoorziene uitgaven Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar. 3. Onbenutte belastingcapaciteit Gemeenten mogen gezamenlijk de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) jaarlijks met maximaal 2,45% verhogen (landelijk gemiddelde). Deze zogeheten macronorm geldt voor de onroerende zaakbelasting en is een macro-plafond dat is ingesteld om te forse lokale lastenstijgingen te voorkomen. In de Programmabegroting 2015 van Papendrecht is met een stijging van de OZB met de inflatiecorrectie van 1,50% tot een opbrengst van ca. € 5,5 miljoen rekening gehouden. De onbenutte belastingcapaciteit in 2015 (het gat tussen de 1,50 en 2,45%) is € 50.000 met structureel effect. Als jaarlijks de inflatie lager is dan de 2,45% en de OZB enkel met inflatie wordt gecorrigeerd, is sprake van een structureel cumulatief effect. Om de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB op termijn te berekenen maken we gebruik van de berekeningswijze van het Rijk in de meicirculaire 2014. De opbrengsten uit afvalstoffenheffing en rioolheffing dekken volledig de kosten (100% kostendekkendheid), zodat op deze onderdelen geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit. 4. Vermindering renteresultaat bij aanwending van alle reserves De gemeente Papendrecht heeft ultimo 2014 (algemene en bestemmings-)reserves voor € 17,9 miljoen. Onze vaste activa (materieel en financieel) bedragen ultimo 2013 € 95 miljoen. Deze activa zijn grotendeels met vreemd vermogen gefinancierd. Hierdoor is de gemeente financieel kwetsbaar als gevolg van renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten. Het opgenomen bedrag veronderstelt het aanwenden van alle geprognosticeerde reserves ultimo 2017 ad € 18,2 miljoen en een samenhangend negatief effect op het renteresultaat van € 734.000.
63
Heroverwegingen De realisatie van de heroverwegingen I ligt op koers, behoudens de in de inleiding vermelde uitzonderingen. De heroverwegingen zijn financieel vertaald in de programma’s. Verbonden partijen worden geacht mee te bewegen met de gemeentelijke financiën (samen de trap op, samen de trap af). Conform heroverwegingen I zijn de taakstellingen op verbonden partijen ingeboekt in de begroting. Heroverwegingen II zijn opgestart en gedeeltelijk in de nu voorliggende begroting verwerkt. Een toelichting op de diverse heroverwegingen is opgenomen bij de desbetreffende programma’s. Conclusies • Wij hebben geen negatieve voorzieningen of reserves, geen taakstellingen en de heroverwegingen liggen op koers. In 2015 is er evenwicht. Door de inzet van heroverwegingen II is er meerjarig evenwicht. Met een relatief geringe inspanning zal ook 2019 sluitend te krijgen zijn. • Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Ultimo 2015 is de vermogensomvang € 18 miljoen - inclusief apart gevormde risicoreserves - en zijn de benoemde risico’s € 4,6 miljoen. Dit komt neer op een weerstandscapaciteitsratio van 4. Ultimo 2014 resteert een vermogen voor eenmalige tegenvallers van € 12,8 miljoen. Daarmee is het weerstandsvermogen toereikend. Daarbij moet worden aangetekend dat nog niet alle risico’s kwantificeerbaar zijn. • Gemeentelijke beleid- en uitvoeringstaken zijn bij gemeenschappelijke regelingen ondergebracht met bijbehorende financiële verplichtingen. Een toename van regelingen en/of het onderbrengen van meer taken naar een gemeenschappelijke regeling leidt bij een gelijkblijvend financieel kader tot een afname van het autonome budget. Het sturen op de begrotingen van de regelingen en de managementrapportages zijn vooraf en gedurende het jaar belangrijke instrumenten voor budgetsturing op en risicobeheersing van de gemeenschappelijke regelingen en de financiële gevolgen voor de gemeente.
64
6.2
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding In deze paragraaf wordt aangegeven wat we gaan doen aan de openbare infrastructuur in 2015. De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, civiele constructies, riolering, openbare verlichting, water, groen en speelruimte. Het onderhoud en beheer van de kapitaalgoederen is zoveel mogelijk vastgelegd in de beleidsvisie Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR), de individuele beleidsplannen en/of meerjaren onderhoudsplannen. Beheervisie De visie van de gemeente Papendrecht geeft aan welke richting we op willen met beheer. De openbare ruimte heeft vele functies. Het is dé ontmoetingsplek van de samenleving, het is de plek voor economische en maatschappelijke activiteiten, voor transport en vervoer en voor ontspanning, de plek waar kinderen spelen en opgroeien, bewoners en bezoekers genieten van groen, water en buitenlucht. Beheer is erop gericht om al deze functies van de openbare ruimte blijvend te faciliteren. Alle onderdelen van de openbare ruimte dienen hiertoe gedurende de levenscyclus aan hun functie te blijven voldoen en na afloop van de levensduur te worden vervangen. De openbare ruimte wordt door middel van beheer en onderhoud in stand gehouden. Belangrijk hierbij is dat klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Dit proces is, aan de hand van de levenscyclus van de weg, onderstaand in beeld gebracht.
Aanleg
Onderhoudstoestand
Klein onderhoud / IBOR Groot onderhoud
Vervanging
Onderhoudscyclus 0
Tijd (jaren)
40 - 60 jaar
Figuur 1: Onderhoudscyclus
Beheer wordt kort gedefinieerd als alle maatregelen waarmee we de openbare ruimte in stand houden. Naast het uitvoeren van fysieke onderhoudsmaatregelen, betekent dit ook sturing geven (beleidsontwikkeling, optimaliseren van de bedrijfsvoering, etc.). Bij het fysieke onderhoud onderscheiden we verzorging (van de openbare ruimte) en de technische staat van de objecten. Onder verzorging verstaan we: de bestrijding van onkruid, het verwijderen van zwerfvuil, graffiti, e.d. Onder technische staat verstaan we: de duurzame instandhouding van de objecten, door middel van vaktechnische maatregelen. Belangrijk hierbij is dat zowel het klein onderhoud als het planmatig groot onderhoud en tijdige vervanging bijdragen aan een voldoende technische staat. Beleidskaders Algemeen Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. De beleidsvisie IBOR gaat over de kwaliteit van de openbare ruimte en de hierbij horende inzet van financiële middelen. Met de Beleidsvisie IBOR 2009-2014 is een kader vastgesteld voor de integrale aanpak van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Papendrecht. Hierin worden de kwaliteitskaders en inzet van de financiële middelen aangegeven. De huidige beleidsvisie IBOR loopt in 2014 af. Daarom wordt de huidige beleidsvisie IBOR geactualiseerd en vastgesteld in 2015 in de Beleidsvisie IBOR 2014-2020.
65
De insteek daarbij wordt dat de openbare ruimte leefbaar, bereikbaar en veilig moet zijn. Aan de hand van de beleidsvisie IBOR is de visie voor de openbare ruimte nader uitgewerkt. De beleidsvisie is een soort “paraplu” die over de vakgebieden riolering / water, wegen, openbaar groen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en speelruimte is “uitgevouwen”. Riolering Beleidskader Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht (GRP) 2014-2019 Stedelijk Waterplan 2007-2016 Egalisatievoorziening Groot onderhoud 2015-2024 De Wet milieubeheer bepaalt dat gemeenten verplicht zijn een geldig verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) te hebben. Dit geldt voor zowel de riolering als rioolgemalen. Een verbreed GRP wil hierbij zeggen dat de gemeente naast een zorgplicht voor afvalwater ook de zorgplicht heeft voor hemelwater en grondwater. Deze 3 wettelijke zorgplichten worden als volgt omschreven: • Inzamelingsplicht van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater en het transporteren van afvalwater naar een geschikt lozingspunt (rioolwaterzuiveringsinstallatie); • Hemelwaterzorgplicht. Het doelmatig inzamelen van het afvloeiend hemelwater; • Grondwaterzorgplicht. Het doel is om te verhinderen dat grondwater geen structurele nadelige gevolgen heeft voor de bestemming van de grond. Van overlast is sprake als de grondwaterstand een negatief effect heeft op de volksgezondheid of wanneer blijvende schade ontstaat aan het gebouw. Om dit inzichtelijk te brengen dient de grondwaterstand bekend te zijn. Naast de zorgplicht zijn de kosten van de activiteiten en de gevolgen voor de rioolheffing op korte en lange termijn in beeld gebracht. Het vGRP is in 2014 vastgesteld, waarbij slechts een beperkte stijging binnen de rioolheffing nodig is. Papendrecht heeft te maken met zettinggevoelige veenondergronden, waardoor de riolering eerder wordt vervangen dan gemiddeld in Nederland. Het rioolstelsel verzakt onregelmatig, wat verlies aan berging tot gevolg heeft en de afvoer van het riool niet goed functioneert. De berging in het riool dient toereikend te zijn, om wateroverlast binnen de gemeente te voorkomen. Gezien de samenhang met de andere vakgebieden wordt gestreefd naar integrale vervanging. Op basis van het GRP is een vervangingsplan opgesteld welke als basis dient voor de verdere uitwerking van de overige integrale beleid- en beheerplannen. Samenwerking in de waterketen Landelijk hebben diverse partijen besloten de onderlinge samenwerking te versterken met als doel "het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen". Het waterschap Rivierenland heeft daarom, samen met 9 gemeenten in de polder Alblasserwaard- Vijfheerenlanden, de samenwerkingsovereenkomst “Samenwerken in de waterketen” ondertekend. Gemeenten stemmen met elkaar af om te onderzoeken waar bezuiniging binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van “samenwerking zoeken” op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen. Op het product zelf is de vraag of er winst valt te boeken, vanwege de samenhang met andere gemeentelijke vakgebieden wegen en groenvoorziening. In 2013 is de samenwerkingsovereenkomst “Gemeenschappelijke Afvalwaterketen Alblasserwaard Vijfheerenlanden” ondertekend. Voor Papendrecht is de basis dat deze samenwerking bestaat uit een netwerkorganisatie.De kern van de werkwijze is een jaarprogramma voor samenwerkingsactiviteiten en -projecten. Het jaarprogramma wordt ter instemming aangeboden aan de colleges van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van de verschillende partners. Wegen Beleidskader Wegenplan 2013-2017 Voorziening asfaltwegen 2015-2024 Voorziening IBOR 2015-2024
66
Het hoofddoel voor het onderhoud aan de wegen is functiebehoud van de openbare verharding, waarbij maximale afstemming plaatsvindt met het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Wegenplan 2013-2017. Daarnaast het handhaven van de verkeer- en verblijfsfunctie. In de beleidsvisie IBOR wordt het onderhoud, de vervanging en de financiële middelen vormgegeven. Uitgangspunt van het Integraal Beheer Openbare Ruimteplan (IBOR) is dat de gemeente Papendrecht invulling geeft aan de zorgplicht en burgertevredenheid. In de komende periode verdienen in het bijzonder de asfaltwegen aandacht, omdat veel oudere asfaltwegen zich aan het einde van hun levensduur bevinden en de geluidsreducerende asfaltdeklagen kwetsbaar zijn voor weersomstandigheden, zoals vorst. Leidraad bij het inrichten van wegen zijn de uitgangspunten van Duurzaam Veilig. De technische kwaliteit van de wegen wordt gebaseerd op de landelijke erkende Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) - systematiek van het wegbeheer. Groen Beleidskader Groenplan 2013-2017 Voorziening IBOR 2015-2024 Het Groenplan 2013-2017 is maatgevend voor het dagelijkse reguliere onderhoud, groot onderhoud en vervanging van groen. De uitwerking hiervan loopt in hoofdlijnen samen met het vervangingsplan riolering (Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht 2014-2019) en vanuit de voorziening IBOR. Bij de uitwerking van deze plannen worden de bewoners en belanghebbenden betrokken en geïnformeerd. Naast de grootschalige vervangingswerkzaamheden worden jaarlijks op basis van urgentie een aantal groenvakken vanwege noodzakelijk onderhoud vervangen of eventueel omgevormd. Vanuit de structuurvisie bestaat de behoefte om de groen- en waterstructuur, in samenhang met de IBOR-actualisering en ruimtelijke ontwikkeling, verder uit te werken. Deze vormen de basis voor de groenbeleid- en beheerplannen. In 2014 is het Groenbeleidsplan 2014-2024 voorbereid. Hierin heeft uitgebreide communicatie plaatsgevonden met de bewoners en verschillende organisaties binnen Papendrecht, en heeft de eerste consultatie met het bestuur plaatsgevonden. De definitieve besluitvorming vindt in 2015 plaats. Openbare verlichting Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. De openbare verlichting vervult een belangrijke functie op het gebied van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid. De kwaliteit van de openbare verlichting moet dus op orde zijn. Aansluitend op de herijking IBOR 2014-2020 wordt in 2015 een korte beleidsnotitie en meerjarenplanning opgesteld. Beleidspunten en kwaliteiten: • De verlichtingsniveaus zijn afgestemd op de functie van de te verlichten ruimten. De categorisering uit het verkeersveiligheidsplan wordt overgenomen in de beleidsnota openbare verlichting; • De gemeente verlicht de openbare wegen, die eigendom zijn van de gemeente en waarvan ze wegbeheerder is, met uitzondering van parken en recreatieve ruimten. • Voor nieuwbouwprojecten en vervangingsprojecten worden de geldende richtlijnen gehanteerd; • Bij vervanging wordt, daar waar mogelijk, en effectief LED-verlichting binnen de landelijke richtlijnen aangebracht. De geldende Richtlijn voor Openbare verlichting (ROVL-2011) zijn hierin een richtsnoer bij deze projectmatige vervanging. Samenwerking bij openbare verlichting Samen met 9 gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is een gemeenschappelijke Regeling (met een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB)) ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering / toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare
67
verlichting (Bureau OVL). Het groot onderhoud en vervanging wordt door ons aangestuurd en begeleid. Civiele constructies Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Civiele kunstwerken, zoals bruggen, vis- en loopsteigers, tunnels, viaducten, geluidsschermen en damwanden, zijn belangrijke elementen binnen de openbare ruimte. Het zijn onvermijdelijke verbindingen in de verkeersstructuren, verbindingen in grote waterstructuren, recreatieve elementen in de wijken. Om de functionaliteit in stand te houden en de veiligheid te waarborgen, dienen deze civiele kunstwerken goed beheerd, onderhouden en tijdig te vervangen worden. In 2014 de rapportage civiele kunstwerken en de meerjarenplanning opgesteld. De beleidsmatige inbedding van deze meerjarenplanning heeft in de herijking van de Beleidsvisie IBOR plaatsgevonden. Speelruimte Beleidskader Uitvoeringsprogramma speelruimtebeleid Papendrecht 2011-2016. In de nota zijn de jaarlijkse uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de speelvoorzieningen geïnventariseerd en begroot. Dit kan aanleiding geven tot opheffen van bestaande speelplaatsen, verandering van inrichting van bestaande speelplaatsen en aanleg van nieuwe speelplaatsen. In de kadernota is aangegeven dat de uitvoering plaatsvindt in 6 jaarschijven. In de beleidsvisie IBOR wordt een voorstel gedaan voor de financiële voortzetting van deze kadernota. Baggeren Beleidskader Voorzieningen baggeren vijvers en watergangen 2015-2024 Voorzieningen baggeren havens 2015-2024 Gemeente Papendrecht heeft gezamenlijk met waterschap Rivierenland een Stedelijk Waterplan (SWP) vastgesteld. In 2015 vindt een herijking van het Stedelijk Waterplan plaats. In het SWP, dat vooral betrekking heeft op het oppervlaktewater, is een visie gegeven op het stedelijk water en het hebben van een beter functionerend watersysteem. Hierin zijn de doelen voor het gemeentelijke oppervlaktewater bepaald en zijn daaraan streefbeelden en functionele eisen gekoppeld. Aan de hand van de streefbeelden wordt de constructie van de water- en oevertypen bepaald en onderhoudsmaatregelen opgesteld. Aan het Stedelijk Waterplan is een meerjaren uitvoeringsplanning gekoppeld. Met onze meerjarenplanning baggeren & beschoeiing wordt rekening gehouden met deze uitvoeringsplanning en steunt daarin de realisatie van de doelen uit het SWP. Voorbereidingen zijn gaande voor de baggercyclus om de vereiste diepgang van vijvers en watergangen (ten behoeve van het doorstroomprofiel) op peil te houden. Parkeergarages Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Papendrecht exploiteert op dit moment twee parkeergarages (De Meent en Overtoom). In het parkeerbeleid worden de kaders en tarieven van beide parkeergarages vastgesteld. Wij zorgen voor uitvoering van het onderhoud (zoals bebording, programmering, etc.). In 2014 is een meerjarenplan voor parkeergarages opgesteld, met als doel de structurele kostenontwikkeling in beeld te brengen. Gebouwen Binnen onze gemeente zijn circa 35 panden beschikbaar voor maatschappelijke doeleinden en sportactiviteiten. Ook worden 5 woningen - die in eigendom van onze gemeente zijn - verhuurd. Per pand en woning wordt jaarlijks een exploitatiebegroting opgesteld als onderdeel van de gemeentelijke begroting. Een van de uitgangspunten van het gebouwenbeheer is om minimaal kostendekkend te verhuren. Bij het opstellen van de jaarrekening vindt een analyse van het jaarresultaat van de panden en woningen plaats. Daarnaast wordt voor alle panden jaarlijks een geactualiseerde 10-jarige 68
onderhoudsplanning (MOP) opgesteld, op grond waarvan jaarlijks de gemiddelde storting aan de voorziening van het pand wordt toegevoegd. Regionale samenwerking Binnen de openbare ruimte in de Drechtsteden wordt door ons op veel gebieden in de openbare ruimte samengewerkt. Dit betreft op zowel uitvoeringniveau (o.a. samenwerking met uitvoeringbestekken) als op beheersmatig niveau, zoals de implementatie van een gezamenlijk beheersysteem. De implementatie van een nieuw beheersysteem wordt in 2015 verwacht. In 2015 vindt binnen de Drechtsteden de ontwikkeling van het bedrijfsplan voor een beheerorganisatie plaats, waarbij een regionale netwerkorganisatie wordt onderzocht. Vanuit de business cases zijn o.a. de volgende onderwerpen benoemd als prioriteit en worden verder uitgewerkt om tot een concrete aanpak te komen: Het harmoniseren van beleid en beheer: Het gaat om samenwerking van gemeenten onderling en het waterschap door onderlinge expertise te benutten en afstemming in het voortraject. Nevendoel is het vrijspelen van capaciteit voor andere deeltaken, bijvoorbeeld voor onderzoek en gegevensbeheer. Het afstemmen van financiële uitgangpunten: Het op identieke wijze rubriceren van begrotingsposten maakt vergelijking en analyse van verschillen mogelijk. Dit is de basis voor een verdere optimalisatie. Het inventariseren en afstemmen van onderhoudscontracten voor de riolering: Hier bestaan per partner verschillen tussen aanpak, procedures, contracturen en werkwijze. Inventarisatie levert kennisuitwisseling op en op basis daarvan nagaan of afstemming en bundeling zinvol is en welke voordelen dit oplevert. Over concrete investeringsvoorstellen en/of het bijstellen van werkwijzen besluit elke deelnemer (college / dagelijks bestuur) afzonderlijk. Vanwege de regionale doelstelling van de gemeente is aandacht op bestuurlijk vlak hierin vanzelfsprekend. Activiteiten in 2015 Projecten / groot onderhoud
Uit Egalisatie voorziening Algehele vervanging en ophoging van Van der Palmstraat grootonderhoud Egalisatie voorziening grootonderhoud & e Algehele vervanging en ophoging van Wieklaan (2 fase) voorziening Asfaltwegen Egalisatie voorziening Algehele vervanging en ophoging van Edelweisslaan grootonderhoud Egalisatie voorziening grootonderhoud Relinen riolering Plaatselijk groot onderhoud, o.a. Henri Dunantsingel, aangehouden projecten 2012/2013/2014. Daarnaast Voorziening IBOR enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten Baggeren vijvers + watergangen – (gedeeltelijk) Voorziening baggeren hoofdwatergangen Kraaihoek vijvers en watergangen Voorziening Baggeren Baggeren Schaarhaven havens Voorziening pontons Onderhoud 5-jaarcyclus waterbushaltes waterbus Vervangen speellocaties in de wijk Molenvliet
Voorziening speelruimte
69
€ 1.030.000,575.000,1.360.000,50.000,195.000,-
150.000,350.000,45.000,70.000,-
Overzicht benodigde dotatie Onderdeel openbare ruimte
Benodigde dotaties 2015 in voorziening (in €)
IBOR
195.000,-
Riolering
2.099.000,-
Wegen
292.700,-
Asfalt wegen
418.700,-
Groenvoorziening
177.900,-
Baggeren vijvers en watergangen
142.600.-
Baggeren havens
80.100,-
Pontons t.b.v. waterbus
15.500,-
Speelruimte
70.000,-
Parkeergarages
47.000,-
Gebouwen
425.000,-
70
6.3
Financiering
Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. De advisering over en het beheer met betrekking tot treasury worden in opdracht van de gemeente uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) en is vooral gericht op het liquiditeitsrisico en het renterisico. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of liquiditeitsoverschot wordt vermogen kort of langdurig aangetrokken of uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Het huidige gemeentelijke Financieringsstatuut dateert van eind 2010. Er wordt gewerkt aan een geactualiseerde versie. Deze actualisatie is noodzakelijk door zowel externe als interne oorzaken. Extern vanwege wettelijke ontwikkelingen (o.a. Schatkistbankieren) en intern door organisatorische aanpassingen of gewijzigde functiebenamingen. Dit laatste is vooral van belang in de sfeer van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zoals deze in het statuut zijn omschreven. Eind 2014 of begin 2015 wordt een geactualiseerd Financieringsstatuut aan de gemeenteraad aangeboden. Ontwikkelingen Op het terrein van gemeentefinanciering is op dit moment een aantal ontwikkelingen te signaleren. Vastgesteld kan worden dat, vooral onder invloed van de medio december 2013 in werking getreden Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof), de aandacht voor gemeentelijke schuldposities en EMUsaldi flink is toegenomen. Over de periode 1 juni 2013 – 1 juni 2014 heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien:
3,00%
10- jaars IRS 3- maands Euribor
Percentage
2,50%
2,00%
1,50%
1,00%
0,50%
1-jun-14
1-mei-14
1-apr-14
1-mrt-14
1-feb-14
1-jan-14
1-dec-13
1-nov-13
1-okt-13
1-sep-13
1-aug-13
1-jul-13
1-jun-13
0,00%
Datum
De 3-maands rente, welke vooral onder invloed staat van de monetaire beleidsbeslissingen van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft gedurende het eerste halfjaar 2014 vooral een horizontale beweging laten zien rond een niveau van 0,30%. De 10-jaars rente vertoonde gedurende het eerste halfjaar van 2014 juist een sterk neerwaartse beweging van 2,20% begin 2014 naar circa 1,60% per begin juni. Dat kan voor een groot deel worden verklaard vanwege internationale spanningen, onder andere de situatie rond Oekraïne. Onder die omstandigheden zoeken investeerders veilige havens met als gevolg dat het kapitaalaanbod daar groot is, met een dalende rente tot gevolg. Voor het komende jaar wordt een renteontwikkeling voorzien zoals in onderstaande tabel weergegeven. Dit is het gemiddelde van de voorspellingen van een aantal sector- en grootbanken. Benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die dagelijks wijzigt.
71
Renteverwachting komend jaar (rentevisie) Actueel ten tijde van opstelling begroting 2015
Gemiddelde verwachting grootbanken van stand over 1 jaar
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
0,31%
0,27%
-0,04%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
1,56%
2,10%
0,54%
Spread
1,25%
1,83%
0,58%
Omschrijving
In ogenschouw dient te worden genomen dat banken bij het verstrekken van langjarige financiering liquiditeitsopslagen berekenen bovenop de in voorgaande tabellen genoemde IRS-niveaus. Voor bijvoorbeeld een 10-jaars lening bedraagt deze opslag thans circa 0,60% (60 basispunten). Dat is iets lager dan vorig jaar. Bij langere looptijden gelden hogere opslagen. Schuldpositie De afgelopen jaren is de bewustwording rond schuldposities, juist ook van overheden, sterk toegenomen. Een schuldpositie ontstaat indien de eigen middelen van een gemeente ontoereikend zijn om bijvoorbeeld activiteiten of investeringen te bekostigen. In dat geval dient externe financiering te worden aangetrokken. Een goed zicht op de schuldpositie draagt bij aan het besef dat de aan financiering verbonden rente en aflossingen andere noodzakelijke uitgaven van de gemeente verdringen. De (ontwikkeling van de) schuldpositie kan vanuit meerdere invalshoeken worden benaderd. Eén van de meest geijkte is de Debt Ratio. Deze ratio wordt ontleend aan de balans, waarbij wordt bezien welk percentage van het totaal vermogen (balanstotaal) met vreemd, extern aangetrokken, vermogen gefinancierd is. Ook kan een verhouding worden bepaald tussen de schuldpositie (balans) ten opzichte van de totale exploitatiebaten. In de navolgende tabel wordt de (ontwikkeling van) de schuldpositie van de gemeente Papendrecht zowel in historisch perspectief als richting de toekomst in beeld gebracht. Een complicerende factor daarbij dat is een kengetal als de Debt Ratio wordt uitgedrukt in het balanstotaal. Dat hindert een doorkijk naar de toekomst, omdat in begrotingen doorgaans geen volledige balans is opgenomen, maar slechts op onderdelen. In onderstaande tabel is het balanstotaal vanaf 2014 dan ook geschat. Verloop schuldpositie 2012-2018
Debt ratio Totale schuld (1) Balanstotaal (2)
Bedragen x € 1.000
Werkelijk 2012
Werkelijk 2013
Voorlopig 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
€ 82.093 € 121.588
€ 89.313 € 125.849
€ 81.479 € 125.000
€ 69.127 € 125.000
€ 74.275 € 125.000
€ 68.173 € 125.000
€ 66.820 € 125.000
68%
71%
65%
55%
59%
55%
53%
Debt Ratio % Nettoschuld per inwoner Netto schuld (3) € Aantal inwoners
58.316 32.082
€
66.930 32.117
€
60.479 32.117
€
48.127 32.117
€
53.275 32.117
€
47.173 32.117
€
45.820 32.117
Bedrag x € 1,-
€ 1.818
€ 2.084
€ 1.883
€ 1.498
€ 1.659
€ 1.469
€ 1.427
Schuldevolutie (4) Bedrag x € 1,-
-
€ 266
-€ 201
-€ 385
€ 160
-€ 190
-€ 42
Schuldquote Netto Schuld Exploitatiebaten (5) Schuldquote %
€ €
58.316 76.286 76%
€ €
66.930 71.333 94%
€ €
60.479 67.093 90%
€ €
48.127 86.565 56%
€ 53.275 € 106.950 50%
€ €
47.173 80.365 59%
(1) Som van opgenomen leningen, kortlopende schulden en overlopende passiva. Zie balans. (2) Vanaf 2014 geschat. (3) Totale schuld minus som van uitgezette langlopende leningen, kortlopende vorderingen, liquide middelen en overlopende activa. Zie balans. (4) Toe/afname nettoschuld per inwoner t.o.v. voorgaand jaar. (5) Vóór bestemming.
72
€ €
45.820 77.350 59%
Voor 2015 wordt een Debt Ratio verwacht van 55%. Dit betekent dat 55% van de gemeentelijke bezittingen met externe middelen gefinancierd is (en dus 45% met eigen middelen). Ter indicatie: per eind 2012 bedroeg de landelijk gemiddelde Debt Ratio 58%. Verwacht wordt dat de Debt Ratio de komende jaren licht daalt. De nettoschuld per inwoner zal in 2015 ± € 1.500 bedragen. De schuldquote van de gemeente zal in 2015 naar verwachting 56% bedragen. Per eind 2012 bedroeg de landelijk gemiddelde schuldquote 72%. Bedacht moet worden dat de in bovenstaande tabel weergegeven exploitatiebaten exclusief de drie grote landelijke decentralisaties zijn (zorg, jeugd en werk). Deze zullen een ophogend effect hebben op de exploitatiebaten en dus een (cosmetische) verlaging van de schuldquote tot gevolg hebben. Renterisico’s Renterisico’s kunnen vanuit de Wet fido worden bezien op de korte en op de langere termijn. Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Indien de kasgeldlimiet bij herhaling wordt overschreden dient geconsolideerd te worden en een deel moetworden omgezet in langlopende financiering. Voor 2015 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Papendrecht als volgt worden bepaald: Berekening kasgeldlimiet 2015: Begrotingstotaal Relevant percentage Kasgeldlimiet
€ €
87,000 miljoen 8,5% 7,395 miljoen
De gemeente Papendrecht verwacht in 2015 binnen de kasgeldlimiet te opereren. Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm De toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente wordt gebaseerd op de liquiditeitenplanning, die in nauwe samenwerking tussen gemeente en SCD wordt samengesteld en periodiek wordt geactualiseerd. Uit de meest recente liquiditeitenplanning komt naar voren dat de gemeente, om binnen de kasgeldlimiet te blijven, genoodzaakt is om in 2016 een lange financiering aan te trekken van € 12,5 miljoen euro. Hiervan is in 2014 € 10 miljoen afgedekt door het aangaan van een fixelening met uitgestelde storting in 2016. De door de gemeente gehanteerde rentevoet voor (her)financiering is voor 2016 bepaald op 3,5%, vanaf 2017 wordt gerekend met 4%. De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen. Dit ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar.
73
Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2015 circa € 17,4 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal. Renterisiconorm
(bedragen x € 1.000)
Renterisico's Renteherzieningen Aflossingen Renterisico
2015 € - € € 12.352 € € 12.352 €
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2015 Percentage cf. regeling Renterisiconorm 2015
€ 87.000 20% € 17.400
2016 - € 7.352 € 7.352 €
2017 - € 8.602 € 8.602 €
2018 1.352 1.352
Toetsing renterisico aan norm: Renterisico € 12.352 Renterisiconorm € 17.400 Ruimte onder de norm € 5.048-
Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert. Kredietrisico’s Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties. Verstrekte geldleningen De gemeente heeft voor een totaalbedrag van circa € 3,6 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie: Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per Categorie Gemeenten / Provincies Overheidsbanken Woningcorporaties met garantie WSW Semi-overheidsinstellingen Financiële instellingen (A en hoger) Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut Niet-toegestane instellingen volgens Treasurystatuut Totaal
1-1-2015
31-12-2015
% verdeling per eind 2015
€ €
-
€ €
-
€ €
1.841 -
€ €
1.841 -
0,0% 0,0% 0,0% 51,3% 0,0%
€
1.782
€
1.747
48,7%
€ €
3.623
€ €
3.588
0,0% 100,0%
De verstrekte leningen bestaan o.a. uit: • Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (fondsdeelname) en • Fabriek Slobbengors CV.
74
Verleende borgstellingen De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep: Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per
Risico profiel
Categorie Directe borgstellingen (m.b.t. lokale instellingen, verenigingen e.d.) Achtervangpositie in waarborgfondsen (bijv. Waarborgfonds Sociale Woningbouw) Totaal
1-1-2015
31-12-2015
% verdeling per eind 2015
Middel/ hoger
€
13.972
€
12.882
26,5%
Laag
€
43.738
€
35.797
73,5%
€
57.710
€
48.679
100,0%
Kas- en saldobeheer De inrichting van het betalingsverkeer (het beheer van het gemeentelijke rekeningstelsel, het coördineren van bevoegdheden en het verrichten van feitelijke betalingen) en de saldoregulatie wordt verzorgd vanuit Servicecentrum Drechtsteden. De gemeente is daarbij overigens eigenaar van de betreffende bank- en girorekeningen. Een hulpmiddel bij de saldoregulatie en voor het eventueel opnemen van langjarige financiering is de meerjarige liquiditeitenplanning, welke door het SCD in nauw overleg met de gemeente wordt opgezet. Deze planning wordt periodiek geactualiseerd op grond van nieuwe informatie of inzichten. Schatkistbankieren Bij het gemeentelijk saldobeheer dienen de nieuwe voorschriften rond Schatkistbankieren in acht te worden genomen. Onder deze regeling dienen gemeenten tijdelijk overtollige geldmiddelen, rekening houdend met een drempelbedrag, bij het Ministerie van Financiën te stallen. Het drempelbedrag voor de gemeente Papendrecht voor 2015 kan als volgt worden berekend: Berekening drempelbedrag SKB 2015: Begrotingstotaal Relevant percentage Drempelbedrag
€ €
87,000 miljoen 0,75% 652.500
Dit betekent dat de gemeente, voor zover haar banksaldo het drempelbedrag overschrijdt, het meerdere dient af te storten in ‘s Rijks Schatkist. Over dit saldo wordt rente vergoed. Het SCD beoordeelt de saldo-ontwikkeling op dagelijkse basis en verzorgt zo nodig de overboekingen naar en vanuit de Schatkist. EMU-saldo Het EMU-saldo is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van de Rijksoverheid, sociale fondsen en lokale overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen van grond, investeringen, investeringsbijdragen en opbrengsten uit de verkoop van gas. Vanwege de voortdurende kredietcrisis en gebrekkige begrotingsdiscipline hebben de Europese lidstaten besloten een grens aan het nationale begrotingstekort van 3% te stellen (het EMU-saldo).
75
Voor de gemeente Papendrecht geldt onderstaand overzicht voor haar bijdrage aan het EMU-saldo: Gemeente Papendrecht Berekening EMU-saldo
2014 x € 1000,-
2015 x € 1000,-
2016 x € 1000,-
Volgens realisatie tm sept 2014 aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2015
Volgens meerjarenraming in begroting 2015
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.713
1.909
2.006
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
6.516
4.386
5.976
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
14.823
498
135
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
-
-
-
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
-
-
-
12.050
9.976
7.672
16.056
8.212
10.841
4.000
5.532
6.066
-
-
-
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
735
ja
364-
ja
nee
-
nee
892-
ja
-
nee
-
Berekend EMU-saldo
5.853-
1.863-
4.058
Referentiewaarde 2014 (herberekend naar tekortnorm)
3.405-
3.405-
3.405-
Overschot (+) / tekort (-)
2.448-
1.542
7.463
76
6.4
Lokale Heffingen
Inleiding De lokale heffingen kunnen we onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden of ongebonden is. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn in de regel retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de betreffende programma’s en niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zuivere belastingen, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB), hondenbelasting en precariobelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op: Ontwikkelingen en rijksbeleid Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Overige lokale heffingen Kwijtscheldingen Ontwikkelingen en rijksbeleid a. OZB tarieven Tot op heden wordt de maximale jaarlijkse stijging van de onroerende-zaakbelastingen begrenst door de macronorm. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. De besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB zal uiterlijk plaatsvinden in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van september 2014. Daarom wordt vooralsnog de huidige systematiek gecontinueerd. In de septembercirculaire 2014 is hier nader op ingegaan. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000) Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2015 en 2014, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2013. Wij merken op dat de verschillen tussen 2015 ten opzichte van 2014 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol. Heffingssoort
Algemene dekkingsmiddelen (ongebonden heffingen) Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Subtotaal Gebonden heffingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Lijkbezorgingsrechten Bouwleges Overige leges Subtotaal TOTAAL
Rekening 2013
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Mutatie 2015 t.o.v. 2014
5.533 151 5.684
5.401 155 5.556
5.482 155 5.637
81 0 81
3.016 3.769 389 160 537 7.871 13.555
3.031 3.820 460 620 565 8.496 14.052
3.067 3.872 460 565 522 8.486 14.123
36 52 0 -55 -43 -10 71
77
Procentueel aandeel per heffingssoort op totale opbrengst 2015 Bouwleges 4%
Overige leges 4%
Lijkbezorgingsrechten 3% Onroerendezaakbelastingen 38% Rioolheffing 28%
Afvalstoffenheffing 22%
Hondenbelasting 1%
Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde (= basis voor het berekenen van de OZB-aanslag) en de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens weergegeven over de laatste vier jaar (2011 t/m 2014). Hierin zijn voor de afvalstoffen- en de rioolheffing de voor dat jaar gelden tarieven opgenomen en is de OZB-eigenaar berekend door de gemiddelde WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het geldende OZB-percentage. In de kolom 2015 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.
Gemiddelde WOZ-waarde OZB-eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffing eigenaar Ontwikkeling lastendruk % stijging tov vorig jaar
2011 217.000 234,58 222,00 204,00 661
2012 213.000 239,41 222,00 228,00 689 4,4%
2013 205.000 242,11 222,00 255,00 719 4,3%
2014 190.000 244,53 222,00 258,00 725 0,8%
2015 184.000 249,00 222,00 260,00 731 0,9%
(bedragen * € 1,-)
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Papendrecht in 2015 met 0,9% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor. Hieronder treft u per heffing een toelichting aan. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De OZB wordt gesplitst in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengsten betreffen algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt met het vaststellen van de begroting de totale opbrengst van deze heffing. De heffingsgrondslag is de totale WOZ-waarde van de onroerende zaken, de WOZ-capaciteit. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2015 gelden WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2014. Door de geraamde opbrengst te delen door de WOZ-capaciteit ontstaat het tarief dat de belastingplichtigen moeten betalen. Sinds 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak.
78
De WOZ-waardeontwikkeling van peildatum 1 januari 2013 naar 1 januari 2014 is voor woningen vastgesteld op - 3,0% en voor niet-woningen -4,0 %. Rekening houdend met de gewenste (meer)opbrengst en de waardeontwikkeling leidt dit voor 2015 tot de volgende tarieven. Om de ontwikkeling van de tarieven te laten zien zijn ook de tarieven over eerdere jaren opgenomen.
Eigenaar woning Eigenaar niet-woning Gebruiker niet-woning
2011 0,1081 0,1994 0,1598
2012 0,1124 0,2070 0,1659
2013 0,1181 0,2105 0,1746
2014 0,1287 0,2219 0,1867
2015 0,1344 0,2298 0,1868
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Uitgangspunt is dat dit kostendekkend gebeurt. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1): 2011 2012 2013 2014 Tarief 222,00 222,00 222,00 222,00 Stijging 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
2015 222,00 0,0%
Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van dezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Tot 2010 konden alleen de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel via het rioolrecht worden verhaald. Welke kosten via de nieuwe rioolheffing worden verhaald, dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1): Rioolheffing eigendom Stijging
2011 204,00 15,3%
2012 228,00 11,8%
2013 255,00 11,8%
2014 258,00 1,2%
2015 260,00 0,8%
Papendrecht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar. Hierbij geldt 1 januari als peildatum. Vergelijking andere gemeenten Onderstaand is een vergelijking van de woonlasten gemaakt met andere Drechtstedengemeenten. Dit is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2014 (COELO) en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2014 in Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1). Gemeente Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Landelijk gemiddelde
Gemiddelde WOZ-waarde 192.000 159.000 215.000 191.000 172.000 169.000 222.000
tarief OZB 0,1319 0,1280 0,1417 0,1287 0,1049 0,1326 0,1184
OZB Rioolheffing Afvalstoffen Totaal Rangnr. eigenaar eig/gebr heffing meerp.huish. 254 250 273 777 319 204 164 256 624 57 304 165 312 781 324 246 258 222 726 224 179 193 194 566 13 224 226 290 740 258 257 186 261 704
De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de
79
Overige lokale heffingen Éénmalig rioolaansluitrecht Hondenbelasting Lijkbezorgingsrechten Leges Parkeerbelasting Marktgeld Havengelden Kadegelden Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens mag worden verruimd tot 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Aanvullend vindt nog wel een vermogenstoets plaats. Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt jaarlijks geautomatiseerd getoetst. Doel hiervan is de administratieve lasten voor de burger te verminderen. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In Papendrecht kan kwijtschelding worden aangevraagd voor: •
Afvalstoffenheffing
Naar verwachting wordt in 2015 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend: x € 1.000
Afvalstoffenheffing
Werkelijk 2013 132
Begroting 2014 128
Begroting 2015 128
80
6.5
Grondbeleid
Algemeen De Structuurvisie Papendrecht 2020 is het belangrijkste beleidsdocument voor de ruimtelijke ontwikkeling van Papendrecht binnen de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de structuurvisie wil en kan de gemeente regie voeren op de ontwikkelingen en processen die voor de toekomst van de gemeente belangrijk zijn. Het ruimtelijk beleid is bepalend voor de inrichting van de leefomgeving en is daarom bij uitstek een overheidstaak. In navolging op de structuurvisie is de nota Grondbeleid Papendrecht opgesteld. Deze nota geeft een strategische visie op het toekomstige grondbeleid van de gemeente. Het grondbeleid is erop gericht het grondgebruik binnen de gemeente te optimaliseren, binnen de gemeentelijke doelstellingen in het kader van de ruimtelijke ordening (structuurvisie). Voorwaarde hierbij is dat geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico wordt gelopen. Nu de gemeente bijna is uitgegroeid gaat het bij nieuwe ontwikkelingen vooral om herontwikkeling van bestaande wijken. Daardoor krijgt de gemeente te maken met meer spelers/actoren en een grotere maatschappelijke betrokkenheid. Ontwikkelingen zijn daardoor vaak complexer. De gemeente kan hierop inspelen met het voorliggende grondbeleid door, waar mogelijk en gewenst, een actieve houding te nemen. Bij particuliere ontwikkelingen kan de gemeente beter sturen en kosten verhalen door de inzet van het instrumentarium van de Wro. De gemeente kan daarmee actief invloed uitoefenen op de grondmarkt zonder dat zij risico loopt als ontwikkelaar. De woningmarkt is de afgelopen periode licht verbeterd. Toch hebben projectontwikkelaars het financieel nog altijd zwaar. Projecten lopen vertraging op en/of worden verder doorgeschoven in de tijd. Nieuwbouw wordt heroverwogen (geoptimaliseerd), waardoor inkomsten uit grondverkoop lager zijn en vertragen in tijd. Deze risico’s manifesteren zich voor de gemeente vooral bij het complex Centrum en het complex Land van Matena. De gemeente is op dit moment nog in staat om de risico’s op te vangen binnen de hiervoor aangelegde financiële reserves (Risicoreserve grondexploitaties en Reserve stedelijke vernieuwing). De (financiële) situatie vraagt van de gemeente echter ook een andere wijze van benaderen van de grondexploitatie. Het planaanbod van (woning)bouwactiviteiten voor de komende jaren zal optimaal moeten worden afgestemd op de vraag uit de markt. Daarnaast moeten eventuele partners in de ontwikkeling(en) extra worden getoetst op solvabiliteit Meerjarenperspectief Grondexploitaties De exploitatieberekeningen worden jaarlijks herzien. Hiervoor wordt bij de jaarrekening per complex een bouwrekening opgesteld. In deze bouwrekeningen worden de werkelijke uitgaven en inkomsten vergeleken met de raming van het betreffende jaar. Daarnaast worden de exploitatieberekeningen bijgesteld, zodat een doorkijk kan worden gegeven naar het uiteindelijke resultaat. Hierbij wordt naast de beoordeling van de beschikbare budgetten - ook gekeken naar de fasering en looptijd van een project en wordt de hoogte van de gehanteerde parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 4,5 bij een positieve1 boekwaarde (uitgaven groter dan de inkomsten) en 1,5 bij een negatieve boekwaarde (inkomsten groter dan uitgaven). De geraamde kosten voor latere jaren zijn gecorrigeerd met 1,5% inflatie. Voor de geprognosticeerde opbrengsten wordt geen rekening gehouden met inflatie. Niet in exploitatie genomen gronden De gemeente heeft geen gronden in bezit die nog niet in exploitatie zijn genomen. Strategische grondaankopen zijn opgenomen bij de materiële vaste activa. In exploitatie genomen gronden Jaarlijks worden de exploitatieberekeningen van complexen geactualiseerd. Voor complexen waar een tekort wordt verwacht, wordt een voorziening gevormd. In onderstaande tabel is een prognose van het totaal in exploitatie genomen gronden opgenomen, waarbij rekening is gehouden met verrekening van de Voorziening tekort Centrumplan, de Voorziening tekort Land van Matena en (tussentijdse) winstneming. Per saldo wordt een voordelig resultaat verwacht van € 2.298.000. 1
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording worden uitgaven positief en inkomsten negatief verantwoord.
81
Verloop van het totaal van in exploitatie genomen gronden Omschrijving In exploitatie genomen gronden
Boekwaarde per 31-12-2013 (1)
Totaal nog verwachte uitgaven (2)
11.993.000
Totaal nog verwachte inkomsten (3)
40.303.000
Verwacht Resultaat (1+2-3)
54.595.000
Toelichting
-2.298.000 Voordelig
Winstneming Winsten op grondexploitaties worden tussentijds genomen. Dit is, afhankelijk van de grootte van het complex, per deelgebied of voor het hele complex. Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Risicoreserve grondexploitaties De Risicoreserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen voor grondexploitaties en is bedoeld om financiële risico’s van nog niet in exploitatie genomen gronden op te kunnen vangen en tekorten op lopende grondexploitaties af te dekken. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit, in lijn met het gemeentelijk beleid, via de Reserve stedelijke vernieuwing worden geëgaliseerd. Risicobepaling grondexploitaties In lijn met de nota grondbeleid worden risico’s in de grondexploitatie per complex geïnventariseerd. Van deze risico’s wordt een inschatting gemaakt hoe groot de kans is dat een bepaald risico zich voordoet. Uitgangspunt bij het bijstellen van een exploitatieberekening is, dat risico’s waarvan de kans dat het zich voordoet groter dan of gelijk is aan 50% volledig worden verwerkt in de exploitatieopzet van betreffend complex. Door een ambtelijke werkgroep is de risicoanalyse uitgevoerd. Risico’s worden situationeel beoordeeld, en afhankelijk van het ingeschatte risico, voorzien van een wegingsfactor. Voor deze wegingsfactor wordt 10%, 20% en 30% gehanteerd. Het totale risico binnen de grondexploitaties is berekend op circa € 19 miljoen. Het totaal gewogen risico (risicobedrag x kans) is berekend op € 2,3 miljoen. Dit is afgedekt met de risicoreserve grondexploitaties. Meerjarenbegroting 2015 – 2019 De budgetten van de grondexploitatie zijn onderdeel van de gemeentebegroting. In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen per kostensoort van de te verwachten uitgaven en inkomsten.
Resume grondexploitaties per kostensoort Kostensoort Uitgaven Verwervingskosten Milieukosten Planontwikkeling Kosten bouw- en woonrijpmaken Financieringskosten Inflatie Beheer- en administratiekosten Fondsvorming Totaal uitgaven Inkomsten Gronduitgifte Inflatie Huren Bijdragen derden Verrekening verliesvoorziening Totaal inkomsten Totaal Saldo
Exploitatieopzet 2014
Waarvan begroot in 2015
Waarvan begroot in 2016
Waarvan begroot in 2017
Waarvan begroot in 2018
Waarvan begroot in 2019
57.940.000 7.079.000 13.146.000 85.145.000 19.152.000 827.000 15.412.000 18.470.000 217.171.000
0 25.000 312.000 8.901.000 1.311.000 133.000 605.000 2.199.000 13.486.000
4.000 76.000 219.000 6.627.000 1.349.000 225.000 521.000 114.000 9.135.000
0 25.000 85.000 3.949.000 279.000 189.000 179.000 0 4.706.000
0 25.000 57.000 3.216.000 87.000 198.000 20.000 0 3.603.000
0 14.000 0 1.065.000 158.000 82.000 11.000 0 1.330.000
-150.948.000 0 -12.274.000 -22.319.000 -33.928.000 -219.469.000
-6.663.000 0 -362.000 -1.187.000 0 -8.212.000
-10.502.000 0 -339.000 0 -22.191.000 -33.032.000
-7.027.000 0 0 0 0 -7.027.000
-5.920.000 0 0 0 0 -5.920.000
0 0 0 0 -3.678.000 -3.678.000
-2.298.000
5.274.000
-23.897.000
-2.321.000
-2.317.000
-2.348.000
82
6.6
Bedrijfsvoering
De besturing en beheersing van het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie is het onderwerp van de paragraaf bedrijfsvoering. De uitvoering van de programma’s wordt direct of indirect ondersteund door de bedrijfsvoering. De meeste werkzaamheden op dit terrein worden verricht door de afdeling Bestuur en Organisatie, dan wel zijn qua uitvoering uitbesteed aan het Servicecentrum Drechtsteden. In dit hoofdstuk worden onderdelen belicht die in 2015 (verder) worden vormgegeven op het gebied van bedrijfsvoering. Doorontwikkeling Organisatie Papendrecht bezint zich op de uitvoering van taken door te onderzoeken welke taken op afstand kunnen worden georganiseerd. Met voorrang worden de mogelijkheden voor op afstand plaatsing van het theater en de sportvoorzieningen onderzocht. Het college ziet ook als haar opdracht om te onderzoeken of taken nog wel door de gemeente of op afstand moeten worden uitgevoerd. In die gevallen dat maatschappelijke initiatieven de uitvoering van taken overnemen, zal onze lokale overheid zich sneller dan voorheen terugtrekken uit de uitvoering van die taken. Van de organisatie vragen we flexibiliteit, evenals van de medewerkers. Naast een verschuiving van taken naar maatschappelijke organisaties verwachten wij ook in meer of mindere mate een verschuiving van taken naar de regio of in coproductie tussen lokaal en regionaal. Op enig moment zullen deze verschuivingen in taken ook gevolgen hebben voor de interne cultuur en structuur van onze organisatie. Personeel Van de organisatie vragen we flexibiliteit, evenals van de medewerkers. Door het op afstand zetten van taken en wellicht afstoten van taken in combinatie met de verwachte uitkomsten van het proces heroverwegingen II zal van medewerkers veel flexibiliteit worden gevraagd. Flexibiliteit om taken van anderen over te nemen en flexibiliteit om mee te werken aan organisatorische oplossingen met soms ook personele consequenties. Lenigheid van geest is daarbij een belangrijke vereiste. Ook verwachten wij van medewerkers de bereidheid om zich blijvend te ontwikkelen en ervoor zorg te dragen dat de inzetbaarheid breed is en blijft. Als gemeentebestuur verwachten wij – ondanks de toenemende taken door de decentralisaties – een vermindering van het aantal medewerkers in de organisatie en een verschuiving van werk dat we nu nog doen naar maatschappelijke organisaties (al of niet in een afhankelijkheidsrelatie met onze gemeente). Via het instrument strategische personeelsplanning (SPP), dat regionaal wordt ingezet, sturen wij op de bezetting. Op het vlak van de cultuur van onze organisatie wordt gewerkt aan een andere mindset van medewerkers. Ook voor medewerkers betekent het terugleggen van verantwoordelijkheden dat rekening moet worden gehouden met een veranderend maatschappijbeeld. Inwoners, bedrijven en instellingen worden mede initiator van evenementen, de gemeente wordt meer volgend. Ook de verschuiving van financiële patronen verandert de sturingsrelatie tussen overheidsmedewerker en maatschappij. Van iedere medewerker wordt gevraagd zich ook op dit vlak te blijven ontwikkelen. Mobiliteit en brede inzetbaarheid Door de steeds veranderende vraag aan gemeenten en de bijbehorende wijzigingen van taken is een voortdurende ontwikkeling en aanpassing van de gemeentelijke organisatie noodzakelijk. Als medewerkers niet meegaan in deze ontwikkeling, ontstaat een mismatch tussen zittende medewerkers en de organisatie. Om die mismatch te voorkomen en te zorgen dat medewerkers inzetbaar blijven, zijn diverse mobiliteitsinstrumenten nodig, variërend van strategische personeelsplanning (SPP), duurzaam inzetbaarheidsbeleid en opleiding en ontwikkeling. Om onze positie van aantrekkelijke werkgever te behouden en te versterken, maar ook om te blijven voldoen aan de eisen die de omgeving van ons vraagt, zullen we blijvend moeten investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers om zo lang mogelijk gebruik te kunnen blijven maken van hun kennis en kunde. Via de CAO wordt dit ondersteund door de invoering van een Individueel loopbaanbudget van € 500 per medewerker voor een periode van 3 jaar.
83
Integriteit Onze gemeente vindt aandacht voor integriteit belangrijk. Niet alleen omdat wij als werkgever op grond van de Ambtenarenwet verplicht zijn een integriteitbeleid te voeren, maar omdat wij vinden dat bij een goed werkgeverschap behoort dat integriteit en integriteitvraagstukken worden besproken. In 2014 is een integriteitmodule geïmplementeerd. Iedere medewerkers is op deze wijze nog eens geconfronteerd met integriteitvraagstukken. In 2015 hebben alle medewerkers een ambtseed of – gelofte afgelegd en zal het integriteitbeleid een vervolg in de organisatie krijgen. Ook krijgt bestuurlijke integriteit aandacht (mede als wettelijke verplichting). Daartoe is een apart budget verbijzonderd van € 8.000 per jaar. Ziekteverzuim Het is gelukt om de stijgende trend van het ziekteverzuimpercentage om te zetten in een verlaging die vanaf het tweede halfjaar zichtbaar is. Ziekteverzuimpercentage Papendrecht Vergelijkbare gemeenten Gemeentelijke verzuimnorm (25% van de gemeenten zit onder dit percentage)
2008 4,16
2009 4,36
2010 4,92 5,0
4,20
4,1
4,1
2011 4,95 5,1
2012 5,28 4,8
2013 4,86 4,8
4,3
4,2
3,9
Voor 2015 zal de inzet zijn om deze verlaging vast te houden. Speciale aandacht zal uitgaan naar het herkennen en voorkomen van werkdruk. Huisvesting Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat sprake is van een veelheid aan problemen met het gebouw dat inmiddels meer dan twintig jaar in gebruik is. De noodzaak om de problemen aan te pakken wordt versterkt door de inmiddels gewijzigde opvattingen over adequaat ruimtegebruik. In 2015 zal een programma van eisen worden gepresenteerd met bijbehorende kosten. In de begroting is reeds financieel geanticipeerd in de meerjarenbegroting om groot onderhoud vanaf 2015/2016 mogelijk te maken. Wij hebben door een combinatie van het doen van een investeringsvoorstel naast onttrekking aan reserves financieel geanticipeerd op het uitvoeren van noodzakelijk groot onderhoud. Eind 2014, begin 2015 wordt een kredietaanvraag aan de gemeenteraad voorgelegd. Flexibiliteit is een belangrijk element in de plannen. ICT ondersteuning Voor de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en de bedrijfsvoering van de organisatie zijn informatisering en ICT van groot belang. In december 2014/januari 2015 worden de infrastructuur (gebruik en beheer) en de informatievoorziening geoptimaliseerd. Hiermee is de ICT omgeving klaar voor de toekomst en wordt het nieuwe werken op ICT-gebied mogelijk gemaakt. Daarmee heeft Papendrecht weer een stabiel en toekomstbestendig netwerk. Communicatie Communicatie is een belangrijk speerpunt nu en in de toekomst. In het collegeprogramma is nadrukkelijk sprake van een veranderende rol van de overheid richting samenleving. Daarbij is een adequaat en modern communicatiearrangement van betekenis. Enerzijds zal een samenhangend program op communicatiegebied worden geformuleerd, maar zal de nadruk anderzijds ook liggen op een pragmatisch uitvoeringsprogramma, waarin de elementen uit het collegeprogramma zijn opgenomen. De verschuiving van drukwerk naar digitale communicatie zet zich ook in 2015 voort. Planning en control In 2015 wordt als basis voor sturing en verantwoording ten behoeve van het management een verdere kwaliteitsslag gemaakt naar integrale informatievoorziening. Het gaat hierbij niet alleen om financiële informatie, maar ook informatie op het gebied van bijvoorbeeld HRM. Wij hebben ons te houden aan interne en externe regelgeving bij de uitvoering van onze werkzaamheden en processen. Om risico’s op fouten te verkleinen treffen we beheersmaatregelen en bouwen we waarborgen in. Interne controle richt zich op het toetsen van de opzet en werking van de beheersmaatregelen, bedoeld om de rechtmatigheid en doelmatigheid te borgen. Wij pakken dit in 2015 verder op. 84
In het kader van de verdere vernieuwing en ontwikkeling van de P&C-cyclus krijgt een aantal onderdelen bijzondere aandacht in 2015: • • • • • • •
Invoering vennootschapsbelasting Monitoring Heroverwegingen II Monitoring drie decentralisaties Financieel toezicht verbonden partijen Herinrichting administratie in lijn met rapport Depla in verband met uniform inrichten gemeente begrotingen Tweede tranche herijking gemeentefonds Doorvertaling (interne) verzelfstandigingen
Juridische kwaliteitszorg Het aantal verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur neemt toe, naar verwachting wordt hier in 2015 veel inzet op gepleegd. In 2014 zijn in de organisatie instructies uitgevaardigd hoe om te gaan met WOB-verzoeken. Het werkproces is aangepast en de coördinatie van (tijdige) afhandeling van WOB-verzoeken geschiedt door de klachtencoördinator. Er blijkt vaak een verband te zijn met bestaande bezwaar- en/of klachtprocedures. Bij de afhandeling van bezwaarschriften en klachten wordt de inzet van mediationvaardigheden, gelet op de positieve bijdrage, voortgezet.
85
6.7 Verbonden partijen Inleiding De uitvoering van een aantal gemeentelijke taken is overgedragen aan verbonden partijen. De gemeente ervaart een duidelijke meerwaarde van samenwerking met deze partijen. Met behoud van eigen karakter en identiteit zal continuering van regionale samenwerking plaatsvinden. Hoewel de gemeente de taken niet meer zelf uitvoert, blijft zij hiervoor wel verantwoordelijk. Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijk belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Hieronder wordt een opsomming gegeven van dergelijke samenwerkingsverbanden: Gemeenschappelijke regelingen 1 2 3 4 5 6 7 8
GR Drechtsteden GR Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid GR Sociale Werkvoorziening Drechtwerk GR Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede (OVL) GR Logopedische Dienst Kring Sliedrecht GR Gevudo
Privaatrechtelijke rechtspersonen 9 10 11 12 13
Eneco Holding NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Oasen NV Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV
Deze paragraaf geeft inzicht in de betrokkenheid van de gemeente Papendrecht bij door verbonden partijen uit te voeren taken en processen. Vanwege de vaak aanmerkelijke bestuurlijke en financiële belangen blijft inzicht in en effectieve sturing op deze verbonden partijen gewenst. Voor de beleidsmatige ontwikkelingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s. Zoals gebruikelijk zullen we per verbonden partij volgens de stoplichtenmethode in beeld brengen welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld jonge regeling, worden meegewogen. Indien er geen opmerking over het risico is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. De kleuren van het stoplicht van de betreffende verbonden partijen zijn ten opzichte van de voorgaande rapportage ongewijzigd. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen 2015. In deze tabel zijn ook de cijfers 2014 opgenomen. In de tabel wordt ook inzicht verschaft van de overige verbonden partijen.
86
Tabel 1 Relatie met Overzicht verbonden partijen Gemeenschappelijke regelingen 1. Drechtsteden
programma
Vertegenwoordiging in DB en AB
Begroting
Begroting
2014*
2015
1,2,3,4
DB/AB
18.471
1,2
AB
1.235
3. Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
2
AB
4. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 5. Sociale werkvoorziening Drechtwerk
3 1
6. Bureau Openbare Verlichting
2
DB/AB
1 2,4
AB
2. Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
Kleur
* € 1.000 Stoplicht
* € 1.000
18.976
Oranje
562
562
Oranje
AB
1.418
1.418
Oranje
AB
2.873
2.831
Oranje
47
47
Groen
80
80
Rood
Lek-Merwede BV (OVL) 7. Logopedische dienst (in liquidatie) 8. Gevudo - garantstellingsprovisie HVC
Groen
AB
Groen
(baat) Relatie met
Vertegenwoordiging
programma
in DB en AB
Geinvesteerd vermogen
Dividend
Dividend
2014
2015
Kleur
Privaatrechtelijke rechtspersonen 9. Eneco 10. Bank Nederlandse Gemeenten 11. Oasen 12. ROM-D Holding ROM-D CV Kil III 13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V.
Stoplicht * € 1.000
AB
* € 1.000 984
* € 1.000
4
818
700
Groen
4
AB
15
8
8
Groen
4
AB
13
Groen
2,4
AB
150
Groen
2,4 4
AB
194
Groen
18
Groen
* Geactualiseerde begroting 2014
Gezien de omvang en de diversiteit van de verschillende onderdelen binnen de GRD is in tabel 2 een nadere detaillering per dienst weergegeven. Tabel 2 Dienst
Begroting Papendrecht 2014
Bijdrage GRD*
* € 1.000 Bureau Drechtsteden
* € 1.000
Begroting Papendrecht 2015
Bijdrage GRD
* € 1.000
* € 1.000
677
5.766
739
6.278
Sociale Dienst Drechtsteden
13.797
187.496
14.253
195.987
Servicecentrum Drechtsteden
3.485
29.434
3.467
29.790
422
4.269
427
5.482
90
750
90
750
18.471
227.715
18.976
238.287
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal Excl WSW (Drechtwerk) totaal
15.961
* Geactualiseerde begroting 2014 GRD
87
16.539
1.
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen
• Bureau Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden (SCD), Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD): Dordrecht; • Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden (GBD): Sliedrecht; • Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD): Zwijndrecht.
Doel
1. Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit deze regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied. 2. Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde doelstellingen behartigt Drechtsteden, met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen: a. Economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme) b. Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur) c. Sociaal (sociale zekerheid en -ontwikkeling, onderwijs en kennisinfrastructuur, sport en cultuur) d. Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid e. Staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering f. Beleidsonderzoek. 3. Naast de in het tweede lid genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor: a. De efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld, elk voor zover het hun gebied betreft b. De uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft.
Openbaar belang
Het in algemene zin behartigen van regionale belangen op het terrein van: economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme), fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur), sociaal (sociale zekerheid en - ontwikkeling, onderwijs en kennisinfrastructuur, sport en cultuur), bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid, staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering, sociaal-geografisch onderzoek, uitvoering van de belastingheffing en -invordering.
Financieel belang
De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van onderdeel en activiteit een bijdrage. Verwezen wordt naar de tabellen 1 en 2 bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging door wethouder R.T.A. Korteland in het Drechtstedenbestuur. Daarnaast heeft elke fractie van de gemeenteraad een lid aangewezen, die namens de gemeente Papendrecht zitting heeft in de Drechtraad.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 11.100.000 31-12-2013 € 15.793.000 € 59.806.000
31-12-2012 € 21.589.000 € 73.770.000
88
1.
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Relatie met programma
1. Samenleving 2. Ruimte 3. Bestuur en regio 4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
De gemeenschappelijke regeling heeft 2013 afgesloten met een positief resultaat van € 11,1 miljoen. De positieve resultaten zijn deels het gevolg van hogere rijksbudgetten, maar voor een groot deel ook het gevolg van efficiënte uitvoering van taken, aanbestedingsvoordelen, afslanking van de organisatie en versobering van de uitvoering. Van het totaal aan de gemeenten uitbetaalde bedrag ad € 5,0 miljoen is het aandeel van Papendrecht voor € 356.000 verwerkt via de eigen gebruikelijke planning- en controlcyclus. In de Drechtraad van 1 juli 2014 is de begroting 2015 vastgesteld. In de begroting zijn geen voorstellen voor nieuw beleid opgenomen, het is in feite een financiële doorvertaling van de geactualiseerde begroting 2014, die in januari 2014 door de Drechtraad is vastgesteld. De meicirculaire 2013 heeft voor de GR geleid tot een nieuwe financiële taakstelling e (2 ronde trap af), die oploopt van € 2,0 miljoen (2015) tot 3,0 miljoen in 2016. De bezuinigingen zijn nog niet in de primaire begroting van de GR verwerkt.
Kleur stoplicht
Oranje
Website
www.drechtsteden.nl (vergaderstukken van de Drechtraad zijn op de site raadpleegbaar).
2.
Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd ZuidHolland Zuid
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Holland Zuid (GGD), Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS): Dordrecht.
Doel
Het samenwerkingsverband heeft tot taak, vanuit het beginsel van verlengd lokaal bestuur, en met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De behartiging van belangen geschiedt door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen door middel van sturing, ordening, integratie en in voorkomende gevallen uitvoering ter zake van de taakvelden publieke gezondheid en onderwijs.
Openbaar belang
Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van volksgezondheid, onderwijs en welzijn.
Financieel belang
Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder J. R. Reuwer-Verheij.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht.
89
2. Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013
Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd ZuidHolland Zuid € 31-12-2013
Eigen vermogen Vreemd vermogen
31-12-2012 € 359.000 € 13.635.000
€ €
Relatie met programma
1. Samenleving
Achtergrondinformatie
Ondanks dat in 2013 was ingezet op verbetering van de bedrijfsvoering, werd begin 2014 duidelijk dat dit onvoldoende resultaat had opgeleverd en de GR het jaar 2013 moest afsluiten met een negatief resultaat. Aangezien dit deels veroorzaakt werd door structurele tekorten zijn er grote zorgen ontstaan over de bedrijfsvoering bij de dienst. Naar aanleiding hiervan heeft het algemeen bestuur een onderzoek laten instellen naar de financiën en de cultuur binnen de Dienst. Het algemeen bestuur heeft in juni 2014 laten weten een aantal maatregelen te nemen naar aanleiding van het evaluatieonderzoek naar financiën en de cultuur bij de Dienst Gezondheid & Jeugd. Het betrof negen samenhangende maatregelen op het gebied van personeel en organisatie, bestuur en governance en financiën, financieel beheer en financiële functie. Een van de maatregelen betrof het op korte termijn aanstellen van een tijdelijk directeur. Door bovengenoemde problemen is vertraging opgetreden bij de totstandkoming van de financiële (planning & control)stukken van de dienst. Daardoor staat het jaarresultaat nog niet definitief vast. Op 25 september 2014 zal het algemeen bestuur de jaarrekening 2013 vaststellen. Een sluitende begroting 2015 zal naar verwachting op 27 november 2014 door het algemeen bestuur worden vastgesteld.
Kleur stoplicht
Rood
Website
www.dienstgezondheidjeugd.nl
3.
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doel
De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.
Openbaar belang
Veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.
Financieel belang
Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt in het algemeen bestuur door wethouder J.R. Reuwer-Verheij vertegenwoordigd. Op voordracht van de colleges van de gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht vertegenwoordigt de heer H. Mirck, wethouder uit Zwijndrecht de Drechtsteden in het dagelijks bestuur.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik, Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland.
90
3. Kerncijfers verbonden partij Resultaat 2013
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 929.000 31-12-2013 € 934.000 € 7.149.000
Relatie met programma
2. Ruimte
Achtergrondinformatie
De jaarrekening 2013 van de GR geeft een positief financieel resultaat van € 929.000. Een deel van het resultaat is aangewend om de gemaakte aanloopkosten bij de vorming van de GR terug te verdienen. Daarnaast heeft opbouw plaatsgevonden van het weerstandsvermogen. In de begroting 2015 van de GR is de nullijn gehanteerd voor wat betreft de jaarprogramma’s en inwonerbijdragen.
Kleur stoplicht
Oranje
Website
www.omgevingsdienstzhz.nl
4.
31-12-2012 € 229.000 € 6.106.000
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen
• Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid: Dordrecht. • Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR). • Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid (RAV) (BV): Zwijndrecht.
Doel
Het openbaar lichaam heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.
Openbaar belang
Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: regionale brandweer, centrale post ambulancevervoer, geneeskundige hulpverlening, openbare orde en veiligheid.
Financieel belang gemeente
De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van onderdeel en activiteit een bijdrage. Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen. In 2013 is de bijdrage verhoogd door de regionalisering van de brandweer per 01-01-2013.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Burgemeester C.J.M. de Bruin vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 2.900.000 31-12-2013 € 4.790.000 € 56.814.000
31-12-2012 € 2.302.000 € 20.279.000
91
4.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Relatie met programma
3. Bestuur en regio
Achtergrondinformatie
Het jaar 2013 is met een positief resultaat van € 2,9 miljoen afgesloten. Dit resultaat is met name gerealiseerd uit een voordelig saldo op de exploitatie van de basisbrandweerzorg (box 1). Door enerzijds de afgekondigde vacature- en investeringsstop en anderzijds door een behoudend gedrag in de besteding is het positieve resultaat bereikt. Een deel van het resultaat is aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd. Voor Papendrecht betreft dit een restitutie van € 39.000, welke is verwerkt in de lokale begroting. In het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio is een beleidsarme begroting 2015 vastgesteld, omdat ten tijde van het opstellen van de concernbegroting 2015 op een aantal dossiers nog geen volledige (bestuurlijke) besluitvorming heeft plaatsgevonden. Vanuit het project vernieuwde brandweerzorg heeft de veiligheidsregio als doelstelling een substantiële kostenverlaging te realiseren op de totale gemeentelijke inbreng 2013, uit te werken in twee scenariovoorstellen (van 10% en 15%). Deze verlaging moet uiterlijk vanaf het begrotingsjaar 2016 volledig structureel zijn geëffectueerd.
Kleur stoplicht
Oranje
Website
www.vrzhz.nl (vergaderstukken van het algemeen bestuur zijn op de site raadpleegbaar).
5.
Gemeenschappelijke regeling Drechtwerk
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doel
Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van de sociale werkvoorziening en geeft in opdracht van de gemeenten uitvoering aan de in de wet en in deze regeling genoemde taken.
Openbaar belang
Mogelijk maken dat mensen met een arbeidshandicap kunnen werken naar vermogen.
Financieel belang
Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen. De algemene bijdrage per gemeente wordt bepaald op basis van het aantal geplaatste werknemers, afkomstig uit de betreffende gemeente, op 1 januari van het boekjaar.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder J.N. Rozendaal.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 545.000 31-12-2013 € 1.506.000 € 9.490.000
Relatie met programma
1. Samenleving
Achtergrondinformatie
De GR Drechtwerk heeft, na verrekeing van de gemeentelijke bijdragen, over 2013 een voordelig resultaat behaald van € 545.000. De jaarrekening zoals die op 15 juli is vastgesteld, is gewijzigd ten opzichte van de
31-12-2012 € 1.268.000 € 10.537.000
92
5.
Gemeenschappelijke regeling Drechtwerk versie die voor het indienen van zienswijzen naar de gemeenten was gestuurd. Waar in de eerdere versie nog sprake was van een nadelig resultaat ten opzichte van de gewijzigde begroting 2013, is in de laatste versie sprake van een licht positief resultaat. Het positieve jaarresultaat wordt veroorzaakt door de vrijval van de voorziening verlofsparen. Daarnaast blijkt een onjuiste verdeelmaatstaf gehanteerd te zijn, waardoor de Papendrechtse bijdrage sowieso lager uitkomt. Voor Papendrecht betekent dit een restitutie van € 66.000. De GR Drechtwerk heeft aan de deelnemende gemeenten een beleidsarme begroting 2015 voorgelegd. Hierin zijn nog geen beleidsontwikkelingen rond de integratie van Drechtwerk in de GRD en de Participatiewet opgenomen.
Kleur stoplicht
Oranje
Website
www.drechtwerk.nl
6.
Gemeenschappelijke regeling Bureau Openbare Verlichting LekMerwede
Vestigingsplaats
Hardinxveld-Giessendam
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doel
Doel is het behartigen van de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van het beheren en in stand houden van de openbare verlichting van de gemeenten.
Openbaar belang
Het beheren en in stand houden van de openbare verlichting.
Financieel belang
Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen. De gemeentelijke bijdrage bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal lichtobjecten, dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder C. Koppenol. Daarnaast maakt de wethouder deel uit van het dagelijks bestuur.
Deelnemende partijen
Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Molenwaard, Papendrecht, Nederlek, Vianen en Zederik.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 16.000 31-12-2013 € 152.000 € 293.000
Relatie met programma
2. Ruimte
Achtergrondinformatie
-
Kleur stoplicht
Groen
Website
www.bureau-ovl.nl
31-12-2012 € 374.000 € 76.000
93
7.
Gemeenschappelijke regeling Logopedische Dienst Kring Sliedrecht
Vestigingsplaats
Sliedrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doel
Instellen en instandhouding van een logopedische dienst die preventieve zorg en behandeling op logopedisch gebied verleent aan de daarvoor in aanmerking komende leerlingen van de aangewezen basisscholen.
Openbaar belang
Preventieve zorg en behandeling op logopedisch gebied aan leerlingen basisscholen in het betreffende verzorgingsgebied.
Financieel belang
Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder J..R. Reuwer-Verheij.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Giessenlanden, Hardinxveld-Giessendam, Molenwaard, Papendrecht, Sliedrecht, en Zederik.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
In liquidatie 31-12-2013
31-12-2012 € 121.000 € 98.000
€ €
Relatie met programma
1. Samenleving
Achtergrondinformatie
Het jaar 2013 heeft vooral in het teken gestaan van de voorbereidingen voor de opheffing/liquidatie van de gemeenschappelijke regeling. Er is een liquidatieplan opgesteld, waarin de financiële consequenties van de liquidatie zijn opgenomen. De gemeenteraad van Papendrecht heeft op 12 december 2013 met het liquidatieplan ingestemd. De logopedische dienst houdt met ingang van 1 januari 2014 op te bestaan. De deelnemende gemeenten zullen periodiek worden geïnformeerd over de voortgang van de liquidatie en de gemaakte kosten. Op basis van het zogenaamde realistische scenario en de kosten van 5 jaar subsidie aan Rivas zijn de kosten van de liquidatie voor de gemeente Papendrecht begroot op € 342.000 (opgenomen als voorziening). Na afronding van de liquidatie dient het vermogen vereffend te worden. Dit volgt uit de Wet gemeenschappelijke regelingen. De verwachting is dat dit in 2018 plaats zal kunnen vinden. De gemeente Sliedrecht draagt als centrumgemeente van deze regeling zorg voor de financiële afwikkeling van de liquidatie.
Kleur stoplicht
Groen
Website
-
8.
Gemeenschappelijke regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doel
Gevudo bezit 529 aandelen van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar (HVC) en behartigt en coördineert de belangen van de deelnemende gemeenten richting HVC.
94
8.
Gemeenschappelijke regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)
Openbaar belang
Afvalinzameling, - verwerking en straatreiniging.
Financieel belang
Gevudo is aandeelhouder in de HVC met 529 aandelen op een totaal van 2.914 (18,15%). Gevudo heeft met ingang van 2007 het karakter van een ‘houderstermaatschappij’’: zij voert geen operationele taken meer uit.
Bestuurlijk belang
Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder C. Koppenol.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Molenwaard, Papendrecht, Sliedrecht, Zederik en Zwijndrecht.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
-/- € 33.000 31-12-2013 € 26.000 € 6.000
31-12-2012 € 60.000 € 561.000
Relatie met programma
2. Ruimte 4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
Het resultaat 2013 bedraagt € 33.000 negatief. Bij de doorbetaling van provisie aan gemeenten is onvoldoende rekening gehouden met de eigen kosten van de GR. Uitgangspunt van de GR is dat alle kosten worden gedekt vanuit de provisie van HVC, waarna vervolgens het restant wordt uitgekeerd aan de deelnemers. Een en ander zal in het dienstjaar 2014 worden gecorrigeerd.
Kleur stoplicht
Groen
Website
N.v.t.
9.
Eneco Holding NV
Vestigingsplaats
Rotterdam
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Doel
Kredietverlening aan de publieke sector.
Openbaar belang
Doel van Eneco is in hoofdzaak het op een betrouwbare, veilige en maatschappelijk verantwoorde wijze produceren, verkopen en leveren van energie, warmte/ koude en gassen en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten en samenwerking en deelneming in andere rechtspersonen.
Financieel belang
De gemeente is aandeelhouder van minder dan 2% (0,69%) van de aandelen (verder wordt verwezen naar tabel 1).
Bestuurlijk belang
Deelnemende partijen
De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder R.T.A. Korteland vertegenwoordigd.
http://www.eneco.com/nl/organisatie/aandeelhouders/
95
9. Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013
Eneco Holding NV
Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 241.000.000 31-12-2013 € 4.588.000.000 € 3.411.000.000
Relatie met programma
4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
Eneco Holding N.V. boekte in 2013 een nettoresultaat van € 241 miljoen, een stijging van € 8 miljoen ten opzichte van 2012. Deze toename is vooral het gevolg van een verhoging van de gereguleerde transporttarieven, uitbreiding van duurzame productiemiddelen én een hogere afzet van gas en warmte in de koude eerste helft van het jaar. Van het resultaat is 50% uitgekeerd aan de aandeelhouders, waarvan voor Papendrecht een dividend van € 818.000.
Kleur stoplicht
Groen
Website
www.eneco.com/nl
10.
31-12-2012 € 4.444.000.000 € 3.125.000.000
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Doelstelling
Kredietverlening aan de publieke sector
Openbaar belang
De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Financieel belang
De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 6.318 aandelen. Het totaal aantal geplaatste aandelen bedraagt 55.690.720 aandelen.
Bestuurlijk belang
De gemeente wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA) vertegenwoordigd door wethouder R.T.A. Korteland.
Deelnemende partijen
De BNG bank is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 283.000.000 31-12-2013 € 3.403.000.000 € 127.753.000.000
Relatie met programma
4. Algemene dekkingsmiddelen
31-12-2012 € 2.752.000.000 € 139.476.000.000
96
10. Achtergrondinformatie
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Kleur stoplicht
Groen
Website
www.bng.nl
11.
BNG Bank heeft over 2013 een nettowinst behaald van EUR 283 miljoen. Ondanks een belangrijke stijging van het renteresultaat, de kern van het resultaat, komt dit neer op een daling van EUR 49 miljoen ten opzichte van 2012. Van dit resultaat wordt gelijk over 2012 25% - van de winst na belasting - uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Oasen NV
Vestigingsplaats
Gouda
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Doel
Leveren van helder en betrouwbaar drinkwater
Openbaar belang
Drinkwatervoorziening
Financieel belang
De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 29 van de 748 aandelen (3,9%). De aandelen hebben een nominale waarde van € 455 per aandeel. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het verzorgingsgebied van Oasen NV. Dit komt ongeveer neer op ongeveer 1 aandeel per 1.000 inwoners. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) bestaat uit vertegenwoordigers van aandeelhoudende gemeenten.
Bestuurlijk belang
De gemeente wordt vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering door wethouder J.N. Rozendaal.
Deelnemende partijen
http://www.oasen.nl/over-oasen/Paginas/aandeelhouders-artikel.aspx
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 4.103.000 31-12-2013 € 86.019.000 € 114.863.000
Relatie met programma
4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
-
Kleur stoplicht
Groen
Website
www.oasen.nl
12.
31-12-2012 € 81.916.000 € 111.852.000
Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
Vestigingsplaats
Dordrecht
Rechtsvorm
Binnen de ROM-D groep participeert gemeente Papendrecht direct in de: naamloze vennootschap ROM-D holding (ROM-D Holding NV); commanditaire vennootschap ROM-D Dordtse Kil III (ROM-D Dordtse Kill III CV). 97
12.
Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
Doel
Versterken en uitbouwen regionale economie.
Openbaar belang
Economisch belang: Versterken en uitbouwen van de regionale economie door: de uitgifte van kavels, de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen, de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en de promotie van de regio Drechtsteden
Financieel belang
De gemeente heeft een kapitaalinbreng in - ROM-D Holding van € 150.000. - ROM-D Dordtse Kil III € 194.000. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal: € 344.000. Deze inbreng bestaat uit aandelen in ROM-D Holding, respectievelijk deelname in het commanditair kapitaal van ROM-D Dordtse Kil III.
Bestuurlijk belang
De gemeente Papendrecht heeft binnen de ROM-D Holding NV een aandeel van 3% en in de ROM-D Dordtse Kil III een aandeel van 2%.
Deelnemende partijen
Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, de Provincie Zuid-Holland, de BNG en de gemeente Rotterdam.
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 (ROM-D NV) Eigen vermogen Vreemd vermogen
-/- € 2.000 31-12-2013 € 3.913.000 €4.557.000
31-12-2012 € 40.000 € 22.000
Jaarresultaat 2013 (ROM-D CV) Eigen vermogen Vreemd vermogen
€ 194.000 31-12-2013 € 7.630.000 € 15.629.000
31-12-2012 € 7.436.000 € 10.626.000
Relatie met programma
2. Ruimte 4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
Overeenkomstig het aandeelhoudersbesluit van 15 juli 2013 is het geplaatste kapitaal verhoogd doordat de aandelen, die de Drechtsteden hielden in ROM-D CV werden ingebracht in ROM-D Holding BV van waaruit de Drechtsteden via ROM-D Capital BV hun aandelen zijn gaan houden in ROM-D Projecten CV.
Kleur stoplicht
Groen
Website
www.rom-d.nl
13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV Vestigingsplaats
Papendrecht
Rechtsvorm
Besloten vennootschap
Doel
Deelnemen in een besloten vennootschap die participeert als beherend vennootschap in een commanditaire vennootschap ter exploitatie van een fabriek en de realisatie en exploitatie van een hoofdkantoor gelegen op het terrein Slobbengors.
98
13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV Openbaar belang
Exploitatie van een fabriek en de realisatie en exploitatie van een hoofdkantoor gelegen op het terrein Slobbengors.
Financieel belang
Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 18.000.
Bestuurlijk belang
De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder R.T.A. Korteland.
Deelnemende partijen
Papendrecht
Kerncijfers verbonden partij Jaarresultaat 2013 Eigen vermogen Vreemd vermogen
-/- € 4.000 31-12-2013 € 9.000 € 13.000
Relatie met programma
4. Algemene dekkingsmiddelen
Achtergrondinformatie
De vennootschap heeft 2013 (geprognosticeerd) afgesloten met een verlies. Dit verlies zal worden aangezuiverd. In de gemeentebegroting is hiermee rekening gehouden.
Kleur stoplicht
Groen
Website
-
31-12-2012 € 13.000 € 14.000
99
100
7. DE FINANCIËLE BEGROTING De Programmabegroting 2015 - 2019 is opgesteld conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarnaast is rekening gehouden met de aandachtspunten zoals deze door de toezichthouder in de Begrotingscirculaire 2015-2018 zijn vermeld. Om in 2015 weer in aanmerking te komen voor Provinciaal repressief toezicht (toezicht achteraf) gelden de volgende criteria. De begroting 2015 dient in evenwicht te zijn of, indien dit niet het geval is, moet aannemelijk worden gemaakt dat dit evenwicht in 2018 uiterlijk tot stand moet zijn gebracht. Van materieel evenwicht is sprake als op basis van het huidig beleid en vastgesteld nieuw beleid, structurele lasten worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Een ander criterium betreft het tijdig indienen van de jaarstukken en de begroting bij de provincie Zuid-Holland van deze jaarrekening en deze Programmabegroting 2015 - 2019. Bij het opstellen van de begroting is een aantal financiële uitgangspunten gehanteerd. In het Centraal Economisch Plan 2014 wordt voor 2015 een inflatie van 1,5% geprognosticeerd. Het inflatiecijfer voor 2015 wordt in onze gemeente gebruikt voor het verhogen van de leges, rechten, dienstverlening en belastingen per 1 januari 2015. Voor de inflatiecorrectie op de budgetten voor inkopen en subsidieverstrekking wordt in lijn met voorgaande jaren ervoor gekozen de budgetten niet te corrigeren voor inflatie. De gemeentelijke administratie bestaat uit drie programma’s en algemene dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen vervult de financieringsfunctie van de drie programma’s. Hier staan alle gemeentelijke inkomsten verantwoord w.o. belastingen, algemene uitkering en financieringsresultaat. Met deze middelen worden de kosten uit de programma’s gedekt. Een gespecificeerd overzicht van de algemene dekkingsmiddelen is opgenomen in de tabel Meerjarig overzicht baten en lasten in paragraaf 4.2.
101
7.1 Toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de lopende begroting Voor de Begroting 2015-2019 wordt uitgegaan van de bij de Perspectiefnota 2015 geactualiseerde meerjarenraming. De budgetten zijn, tijdens het opstellen van de begroting, op veranderende wet – en regelgeving, nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdend inzicht aangepast. Ook zijn de voorstellen van de vastgestelde heroverwegingen financieel verwerkt. Het verloop van het begrotingssaldo is als volgt: Omschrijving ( -/- = nadelig)
2015
2016
2017
2018
2019
Stand Perspectiefnota 2015 Renteresultaat Algemene uitkering Correctie voorzieningen Verkiezingen Bouwleges Nieuw beleid college Saldo kostenplaatsen Taakstelling personeel Bijdrage rMJP Afschaffen hondenbelasting Nieuw te ontwikkelen dienstverleningsmodel Investering Gemeentewerf Kunstuitleen Accommodatie Duindoornhof Bestemmingsplannen Overige verschillen
-802.000 288.000 193.000 50.000 0 -50.000 -100.000 -292.000 200.000 -178.000 0 1.000 0 10.000 5.000 0 20.000
-387.000 339.000 394.000 40.000 0 -50.000 -90.000 -412.000 300.000 0 0 10.000 0 10.000 10.000 0 -2.000
-675.000 284.000 562.000 40.000 0 -50.000 -90.000 -414.000 350.000 0 -155.000 18.000 0 18.000 10.000 0 2.000
-951.000 248.000 196.000 40.000 38.000 -50.000 -90.000 -467.000 500.000 0 -155.000 45.000 0 18.000 10.000 20.000 -3.000
-644.000 172.000 -95.000 40.000 -38.000 -50.000 -90.000 -537.000 500.000 0 -135.000 45.000 -87.000 18.000 10.000 20.000 15.000
Begrotingresultaat voor heroverweging
-655.000
162.000
-100.000
-601.000
-856.000
712.000
494.000
622.000
639.000
634.000
57.000
656.000
522.000
38.000
-222.000
Heroverwegingen Stand meerjarenraming 2015 - 2019
Toelichting op de verschillen Renteresultaat Het voordeel op het renteresultaat wordt grotendeels veroorzaakt door het goedkoop af kunnen sluiten van een nieuwe langlopende lening. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte wordt een rekenrente gehanteerd van 4% voor nieuwe leningen. De nu afgesloten lening kon uiteindelijk afgesloten worden tegen een lager percentage. De overige effecten betreft de andere fasering van de financieringsbehoefte, waardoor nieuw aan te trekken leningen vertragen in tijd. Algemene uitkering Voor de Perspectiefnota 2015 is, op basis van de informatie uit de september- respectievelijk decembercirculaire van het voorgaand boekjaar, een meerjarige berekening gemaakt van de uitkering uit het gemeentefonds. De uitkomsten hiervan zijn vervolgens meerjarig verwerkt. Op basis van de gegevens uit de meicirculaire 2014 van het ministerie BZK is voor de begroting 2015 - 2019 een nieuwe meerjarige berekening gemaakt op basis van actuele maatstafgegevens als inwoneraantal, woningvoorraad etc.. Het verloop van de algemene uitkering laat zich moeilijk voorspellen en is afhankelijk van een groot aantal factoren. En omdat de algemene uitkering landelijk een gesloten vat is, is de gemeente niet alleen afhankelijk van eigen resultaten, maar wordt er ook “meegedeeld” in de landelijke ontwikkelingen. Het Rijk draagt enkele taken over aan gemeenten. Voor de uitvoering worden gelden in het gemeentefonds gestort of, wat ook voor kan komen, hieraan onttrokken. En hoewel de benaming lijkt aan te geven dat deze gelden geoormerkt zijn, is dit niet het geval en blijven het algemene middelen. Het is een gemeentelijke keuze hoe deze middelen worden ingezet. Er is uiteraard wel een “morele” verplichting de middelen te besteden waarvoor ze zijn verstrekt.
102
De nieuwe taakmutaties voor 2015 - 2019 betreffen middelen voor uitvoeringskosten participatiewet, intensivering armoedebeleid en Individuele studietoeslag. De taakmutaties vallen bijna altijd volledig onder de werkzaamheden van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Ontvangen gelden voor deze (nieuwe) taakmutaties worden om die reden in de begroting één op één als kosten opgenomen tot het moment dat deze middelen “geclaimd” worden. Met ingang van 2015 gaat de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud van de scholen voor primair en speciaal onderwijs over naar de schoolbesturen. De gemeenten zijn gekort op het gemeentefonds voor het bedrag van de overheveling (€ 158,8 miljoen). Hiermee vervalt echter ook de jaarlijkse storting van de gemeente in het onderhoudsfonds. Per saldo resteert een klein voordeel. Als gevolg van de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen per 1 juli 2014 worden de verkiezingen gelijk gehouden met de verkiezing van de provinciale staten. Als gevolg hiervan krijgen de gemeenten in 2015 hierin voor het eerst een rol. Ter compensatie van de extra kosten van deze gecombineerde verkiezingen wordt een bedrag van € 23,8 miljoen in het gemeentefonds gestort. Voor onze gemeente een bedrag van € 45.500. Dit bedrag is ook aan de kostenzijde opgenomen. Correctie voorzieningen Het voordeel wordt veroorzaakt door te hoog berekende storting in de voorzieningen en betreft uren van de gemeentelijk gebouwenbeheerder. Deze uren waren ten onrechte twee keer als kosten meegenomen in de berekening van de storting. Verkiezingen Europese verkiezingen vinden eens in de vijf jaar plaats. Ten onrechte waren deze, net als bij de overige verkiezingen, op vier jaar gezet wat leidt tot een verschuiving tussen 2018 en 2019. Bouwleges De opbrengsten van de bouwleges worden als gevolg van afnemende activiteiten structureel verlaagd met € 50.000. Nieuw beleid college Het is van belang dat er, ondanks financieel zware tijden, budgettaire ruimte is om nieuw beleid te ontwikkelen. Wel is hierbij de spelregel “nieuw (beleid) voor oud (beleid)”. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld. Voor de jaren 2016-2019 was meerjarig nog een budget van € 10.000 beschikbaar, wat vanaf 2016 resulteert in een jaarlijkse aanvulling van € 90.000. Saldo kostenplaatsen Kostenplaatsen worden ingericht om meer inzicht te krijgen in specifieke kosten en/of prestaties per bedrijfsonderdeel. Bij de gemeente betreffen dit de afdelingen, al of niet onderverdeeld in clusters. Alle personeelskosten en apparaatskosten worden hier verzameld. De kosten worden vervolgens via tijdschrijving verdeeld over de producten. Aan de verantwoorde uren hangen, afhankelijk van functie en salaris, verschillende tarieven. Een saldo op een kostenplaats ontstaat dus door een verschil in kosten en/of een verschil in het aantal doorbelaste uren. De grootste verschillen ten opzichte van de vorige begroting betreffen loonkosten (incl. de gevolgen maatregelen van de nieuwe CAO) en lagere ontvangen huur. Daarnaast heeft het aflopend aantal toegerekende uren aan de grondexploitaties ook invloed. Taakstelling personeel De bezuinigingen en heroverwegingen van taken hebben betrekking op het gehele ambtelijke apparaat. Bovengenoemde bedragen zijn als taakstelling op het personeel opgenomen. Deze bedragen worden bijna volledig opgevangen binnen het natuurlijk verloop van de komende jaren. Hierbij is beoordeeld of het vertrek van medewerkers zodanig kan worden opgevangen of anders kan worden georganiseerd, dat het niet invullen van functies niet zal leiden tot problemen in de organisatie. Daarnaast worden vacatures niet opengesteld, maar zoveel mogelijk intern opgevangen door herschikking van taken.
103
regionaal MeerJarenProgramma (rMJP) In het regionaal uitvoeringsprogramma wordt naast een aanvullende structurele bijdrage ook gesproken over een éénmalig bedrag van € 1,49 miljoen voor 2015. Dit bedrag zal gaan dienen als een regionaal financieringsfonds. Voor de gemeente een kostenpost voor 2015 van € 178.000. Uitgangspunt is de structurele inwonerbijdrage te bekostigen uit staande budgetten voor Economie en duurzaamheid en de WMO. Afschaffen hondenbelasting In het coalitieakkoord is de intentie uitgesproken de hondenbelasting af te schaffen. In de raming voor de komende jaren is rekening gehouden met een structurele opbrengst van € 155.000. Het schrappen van deze belasting (vanaf 2017) kost de gemeente over 2017 en 2018 het volledige bedrag. Door afspraken met Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD), die de hondenbelasting voor ons uitvoert, vervallen de kosten van de aanslagen pas twee jaar later (€ 20.000), waardoor vanaf 2019 het nadeel structureel € 135.000 bedraagt. De overige kosten met betrekking tot de hondenbelasting betreffen voor het grootste deel de kosten van handhaving en onderhoud. Deze kosten vervallen echter niet bij afschaffing van de hondenbelasting. Nieuw te ontwikkelen dienstverleningsmodel Met de vorming van een nieuw te ontwikkelen dienstverleningsmodel wordt gekozen voor een duurzame samenwerking waarbij op langere termijn een goede en efficiënte manier dienstverlening wordt gewaarborgd. Door deze samenwerking kunnen de deelnemende gemeenten meer bereiken voor de inwoners en het bestuur dan wanneer ze apart werken. In het nieuw te ontwikkelen dienstverleningsmodel kunnen synergievoordelen ten volle worden benut: door de schaalgrootte kan het personeel efficiënter worden ingezet, worden specialismen gebundeld enz.. De voordelen kunnen oplopen tot € 45.000 structureel vanaf 2018. Gemeentewerf In het coalitieakkoord is aangegeven dat er opdracht zal worden gegeven voor een noodzakelijke en doelmatige renovatie van de gemeentewerf. Hierbij wordt gerekend met een investering voor de opstallen van ± € 1,5 miljoen. In de begroting is rekening gehouden dat de renovatie in 2018 wordt uitgevoerd. Vanaf 2019 is hiervoor een jaarlijkse kapitaallast opgenomen. De renovatie van het afvalbrengstation (eerste inschatting € 1,5 miljoen) wordt betrokken bij de afvalstoffenheffing. Kunstuitleen Besloten is de kunstuitleen te sluiten. De begroting is hierop aangepast. Voor 2015 en 2016 een besparing van € 10.000 en uitgaande van verhuur na twee jaar vanaf 2017 een voordeel van € 18.000. Accommodatie Duindoornhof Door de wetswijziging overheveling buitenonderhoud ontvangen de schoolbesturen vanaf 1-1-2015 geld van het rijk voor onderhoud. De onderhoudskosten van het gemeentelijk pand worden vanaf schooljaar 2015/2016 opgenomen in het huurprijs. Wonen (Bestemmingsplannen) De nieuwe omgevingswet wordt in 2018 van kracht. Dit zal met name in 2017 extra inzet vragen van de organisatie. Voorgesteld wordt hiervoor eventuele overtollige middelen van 2015 en 2016 te reserveren om deze kosten te dekken. Vanaf 2018 worden lagere kosten verwacht. Overige (waaronder kapitaallasten) Onder deze post zijn kleinere afwijkingen opgenomen inclusief wijzigingen in de kapitaallasten.
104
Heroverwegingen De heroverwegingen kunnen als volgt in thema’s worden onderverdeeld: Omschrijving (-/- = nadelig) Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Bestuur Cultuur Groen en milieu Invoering participatiewet Jeugd Parkeervoorzieningen Regio Sport Wijkgerichtwerken Overige , Totaal verwerkte Heroverwegingen
2015
2016
2017
2018
2019
22.000 539.000 20.000 30.000 70.000 25.000 5.000 1.000
37.000 230.000 14.000 30.000 10.000 70.000 25.000 21.000 50.000 7.000
87.000 168.000 28.000 30.000 50.000 80.000 70.000 25.000 27.000 50.000 7.000
87.000 178.000 20.000 14.000 30.000 50.000 80.000 70.000 25.000 28.000 50.000 7.000
87.000 178.000 28.000 30.000 50.000 80.000 70.000 25.000 29.000 50.000 7.000
712.000
494.000
622.000
639.000
634.000
Voor een toelichting wordt verwezen naar de programma hoofdstukken..
105
7.2 Resultaatbepaling en resultaatbestemming Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) verplicht de gemeenten een onderscheid te maken in resultaatbepaling en resultaatbestemming. Op deze manier wordt inzichtelijk hoe het resultaat is opgebouwd om vervolgens een voorstel te doen dit te bestemmen. Op deze wijze worden onttrekkingen en stortingen uit reserves duidelijk zichtbaar wat een beter inzicht geeft in het eigenlijke resultaat. Meerjarig overzicht baten en lasten Omschrijving (-/- = nadelig) Programma Samenleving Baten Lasten Saldo Programma Ruimte Baten Lasten Saldo Programma Bestuur en regio Baten Lasten Saldo Totaal saldo programma's Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Saldo kostenplaatsen Voormalig personeel Boventallig personeel Onvoorzien Overige algemene baten en lasten Saldo dekkingsmiddelen
Realisatie 2013
2014
11.570.000 11.579.000 29.014.000 30.330.000
2015
11.745.000 41.020.000
2016
11.648.000 40.529.000
2017
11.589.000 39.834.000
2018
11.589.000 39.705.000
2019
11.589.000 39.592.000
-17.444.000 -18.751.000 -29.275.000 -28.881.000 -28.245.000 -28.116.000 -28.003.000
19.967.000 32.101.000 31.607.000 41.840.000
24.797.000 34.394.000
44.912.000 54.635.000
20.254.000 29.217.000
17.883.000 26.844.000
15.035.000 23.971.000
-11.640.000
-9.739.000
-9.597.000
-9.723.000
-8.963.000
-8.961.000
-8.936.000
1.096.000 7.955.000
517.000 7.799.000
516.000 8.007.000
573.000 7.631.000
622.000 7.635.000
589.000 7.692.000
589.000 7.651.000
-6.859.000
-7.282.000
-7.491.000
-7.058.000
-7.013.000
-7.103.000
-7.062.000
-35.943.000 -35.772.000 -46.363.000 -45.662.000 -44.221.000 -44.180.000 -44.001.000
5.448.000 5.315.000 28.987.000 29.473.000 905.000 934.000 2.698.000 2.965.000 -1.919.000 -2.692.000 -141.000 -183.000 -51.000 -59.000 0 -100.000 145.000 455.000 36.073.000 36.109.000
5.416.000 39.499.000 815.000 3.777.000 -2.911.000 -142.000 -59.000 -100.000 -296.000 45.999.000
5.426.000 39.594.000 816.000 3.981.000 -4.465.000 -112.000 -59.000 -100.000 -311.000 44.770.000
5.271.000 38.956.000 718.000 2.955.000 -2.670.000 -82.000 -59.000 -100.000 -279.000 44.710.000
5.271.000 38.514.000 719.000 2.785.000 -2.486.000 -82.000 -59.000 -100.000 -290.000 44.272.000
5.291.000 38.133.000 720.000 2.826.000 -2.548.000 -82.000 -59.000 -100.000 -294.000 43.887.000
Resultaat voor bestemming
130.000
337.000
-364.000
-892.000
489.000
92.000
-114.000
Resultaatbestemming Baten Lasten Totaal resultaatbestemming
5.956.000 5.620.000 336.000
8.480.000 7.277.000 1.203.000
1.244.000 823.000 421.000
2.289.000 741.000 1.548.000
582.000 549.000 33.000
491.000 545.000 -54.000
431.000 539.000 -108.000
466.000
1.540.000
57.000
656.000
522.000
38.000
-222.000
Resultaat na bestemming
Onder de post Resultaatbestemming zijn posten opgenomen die volgens planning met een reserve worden verrekend. Hieronder vallen bijvoorbeeld de saldi van rioolrechten en afvalstoffenheffing die met een tariefsegalisatiereserve worden verrekend. Dit om de tarieven een gelijkmatig karakter te geven. Het besluit tot inzet van de reserves berust bij de gemeenteraad. De resultaatbestemming is dan ook een voorstel tot bestemming.
106
Het voorstel tot resultaatbestemming 2015-2019 is als volgt: Resultaatbestemming
2015
2016
2017
2018
2019
Programma Samenleving Bijdrage in kapitaallasten Sportcentrum
116.000
116.000
116.000
116.000
116.000
25.000 -130.000 144.000 336.000 -415.000
25.000 -113.000 136.000 282.000 -415.000
25.000
25.000
25.000
154.000 236.000 -350.000
137.000 133.000 -350.000
119.000 91.000 -350.000
0 178.000
350.000 0
0 0
0 0
0 0
0 -34.000 -70.000 240.000 145.000 60.000 -174.000 421.000
1.300.000 -34.000 -10.000 0 50.000 30.000 -169.000 1.548.000
0 -34.000 50.000 0 0 0 -165.000 33.000
0 -34.000 80.000 0 0 0 -161.000 -54.000
0 -34.000 80.000 0 0 0 -155.000 -108.000
Programma Ruimte Bijdrage in kosten beeldbepalende panden Opbrengst grondverkopen 5% Bijdrage in de kosten afvalstoffenheffing Bijdrage in de kosten riolering Risicoreservering erfpachtsgronden Programma Bestuur Renovatie gemeentehuis Incidentele bijdrage rMJP Algemene dekkingsmiddelen Renovatie gemeentehuis Risicoreservering deelnemingen Egalisatie leges omgevingsvergunning Storting gelden nieuwe taaknmutaties Bijdrage transitieplan Drechtsteden Wachtgeldverplichtingen wethouders Inflatiecorrectie diverse reserves Totaal (per saldo)
107
7.3 Financiële positie Incidentele baten en lasten De raming 2015 sluit met een voordelig begrotingssaldo van € 57.000. Door de provincie worden strenge eisen gesteld als het gaat om materieel evenwicht. Dit evenwicht wordt bepaald door de incidentele baten en lasten uit de meerjarige resultaten te elimineren. De strekking is dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten en niet mogen worden beïnvloed door incidentele zaken. In artikel 19 van het Besluit verantwoording en verantwoording (BBV) is opgenomen dat de gemeente in haar stukken een overzicht van deze incidentele posten moet opnemen, voorzien van een toelichting. In de begrotingscirculaire 2015 - 2018 heeft de provincie aandachtspunten met betrekking tot de BBV-voorschriften opgenomen. Voor wat betreft incidentele baten en lasten is aangegeven dat deze per programma verantwoord moeten worden. Verder moeten de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves worden opgenomen in het overzicht. Incidentele Baten en Lasten (-/- = nadelig)
2015
2016
2017
Programma Ruimte Opbrengst grondverkopen 5%
130.000
113.000
0
0
0
Programma Bestuur Vervanging iPads gemeenteraad Raadsconferentie Collegeconferentie Verkiezingen
0 0 0 -117.000
0 0 0 0
0 0 0 -72.000
-30.000 -15.000 -15.000 -72.000
0 0 0 -109.000
Algemene dekkingsmiddelen Renovatie gemeentehuis Algemene uitkering taakmutaties Bijdrage waterschapsverkiezingen Bijdrage transitieplan Drechtsteden Wachtgeldverplichtingen wethouders Onderzoek verzelfstandigingen
0 -240.000 45.000 -145.000 -60.000 -50.000
-1.650.000 0 0 -50.000 -30.000 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
145.000 60.000
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
-72.000
-132.000
-109.000
Resultaatbestemming (mutaties reserve) Dekking Transitieplan Drechtsteden Dekking wachtgeldverplichtingen wethouders Dekking renovatie gemeentehuis Storting opbrengst grondverkopen Dekking taakmutaties rijksstromen
-130.000 240.000
50.000 30.000 1.650.000 -113.000 0
Totaal incidentele baten en lasten
-122.000
0
2018
2019
Ook na verrekening van de incidentele baten en lasten blijven de meerjarige saldi positief, hetgeen één van de Provinciale toetsingspunten is om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. Weerstandsvermogen Voor een overzicht van het gemeentelijk weerstandsvermogen wordt verwezen naar het onderdeel verplichte paragrafen. Hierin is een berekening gemaakt van het vermogen in relatie tot de risico’s. Stand en verloop van de reserves In onderstaand overzicht is in een gecomprimeerd overzicht opgenomen van het verloop van de diverse gemeentelijke reserves. Reserves bestaan uit algemene reserves, deze zijn vrij besteedbaar en bestemmingsreserves, gevormd voor een bepaald doel. Onder de bestemmingsreserves vallen ook de tariefsegalisatiereserves rioolrechten en afvalstoffenheffing. Zoals de naam aangeeft worden deze reserves gebruikt om grote tariefsveranderingen als gevolg van fluctuaties in de jaarlijkse kosten te voorkomen. Per jaar is een overzicht gemaakt van de geraamde kosten en opbrengsten. Eventuele saldi worden verrekend met de reserve.
108
Saldo ultimo
Verloop reserves
2014
Algemene reserves
Bij
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
2015
2016
2017
2018
2019
Af
6.552.000
74.000
383.000
6.243.000
6.238.000
6.315.000
6.393.000
6.471.000
Bestemmingsreserves
13.740.000
749.000
861.000
13.628.000
12.085.000
11.976.000
11.952.000
11.982.000
Totaal reserves
20.292.000
823.000
1.244.000
19.871.000
18.323.000
18.291.000
18.345.000
18.453.000
Stand en verloop van de voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor toekomstige verplichtingen. Voorzieningen worden dan ook beschouwd als vreemd vermogen. Dit in tegenstelling tot reserves die als eigen vermogen worden gekwalificeerd. De voorzieningen van de gemeente zijn te verdelen in voorzieningen te egalisatie van kosten, voorzieningen voor verplichtingen, verliezen er risico’s en voorzieningen voor middelen van derden, waarvan de bestemming gebonden is. De hoogte van de voorziening dient steeds toereikend te zijn en mag volgens het BBV niet negatief zijn. Jaarlijks dient nagecalculeerd te worden of enerzijds de werkzaamheden hebben plaats gevonden conform de planning en anderzijds of de storting toereikend is. Op deze manier ontstaat een dynamisch beheer waarbij planning van de onderhoudswerkzaamheden steeds wordt afgestemd met het financiële aspect. Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Verloop voorzieningen
Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo ultimo 2014 ultimo 2015 ultimo 2016 ultimo 2017 ultimo 2018 ultimo 2019
Voorzieningen ter egalisatie van kosten
5.792.000
4.387.000
4.130.000
3.595.000
3.584.000
2.900.000
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.019.000
3.193.000
3.277.000
3.393.000
3.471.000
3.550.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
8.936.000
7.705.000
7.532.000
7.113.000
7.180.000
6.575.000
Voorzieningen voor middelen van derden, waarvan de bestemming gebonden is Totaal Voorzieningen
Leningenportefeuille Voor de financiering van de gemeentelijke uitgaven worden leningen afgesloten. Afhankelijk van de aard van de financiering en de mogelijkheden binnen de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) vallen deze uiteen in kortlopende leningen, looptijd korter dan één jaar, en langlopende geldleningen. In deze wet is voorgeschreven welk gedeelte met kort geld mag en welk gedeelte met lang geld moet worden gefinancierd. Dit is afhankelijk van de hoogte van de kasgeldlimiet, die wordt berekend op basis van een percentage van het begrotingstotaal. Gestreefd wordt naar een optimale combinatie van leningen die leidt tot de laagste rentekosten. Het aantrekken van de leningen wordt uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden. De totale leningenportefeuille per 1 januari 2015 bedraagt 67 miljoen. In onderstaand overzicht wordt het geraamde verloop van de leningen weergegeven. Leningenportefeuille
2015
2016
2017
2018
2019
Saldo begin boekjaar Nieuw aan te trekken leningen Aflossing
67.479.000 0 12.352.000
55.127.000 12.500.000 7.352.000
60.275.000 2.500.000 8.602.000
54.173.000 0 1.352.000
52.821.000 0 1.752.000
Saldo einde boekjaar
55.127.000
60.275.000
54.173.000
52.821.000
51.069.000
109
Investeringsprogramma 2015-2019 Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de geplande investeringen voor de komende jaren. In verband met de heroverwegingen zijn de investeringen niet alleen intensief bekeken op nut en noodzaak, maar ook op het tijdstip van vervanging. Het merendeel van de investeringen betreft vervangingsinvesteringen. Na beoordeling op bovenstaande zaken is in onderstaande, gecomprimeerde tabel per categorie investering weergegeven welke investeringen voor de komende jaren staan gepland. Investeringsprogramma
2015
2016
2017
2018
2019
Huisvesting onderwijs Vervangingsinvesteringen
390.000 108.000
135.000
40.000
330.000
40.000
Totaal investeringen
498.000
135.000
40.000
330.000
40.000
De meeste investeringen in het investeringsplan (IP) betreffen vervanging van reeds aanwezige activa. In het jaar na het verstrijken van de geplande levensduur wordt een nieuwe investering bezien. Bij vervanging wordt eerst gekeken naar nut en noodzaak van vervanging en de huidige staat van het actief. Als vervanging kan worden uitgesteld, wordt deze doorgeschoven. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat een actief eerder vervangen moet worden dan gepland. Bij investeringen zal worden bezien of samenwerking met anderen mogelijk is en in welke producten zal worden geïnvesteerd. De waardering en afschrijving van vaste activa is conform artikel 212 Gemeentewet, opgenomen in de Financiële verordening gemeente Papendrecht. De voorbereiding van het groot onderhoud van het gemeentehuis en de gemeentewerf vindt plaats, inclusief de vraag welke investeringen daarmee gemoeid zijn. In deze begroting is hierop financieel geanticipeerd. Totaal is voor het gemeentehuis een budget beschikbaar van € 4,2 miljoen en voor de gemeentewerf wordt gerekend met een budget van € 1,5 miljoen.
110
8.
ONTWERP-RAADSBESLUIT
Datum en nummer 6 november 2014, nummer 071/2014
De raad van de gemeente Papendrecht; Gelezen het voorstel (1288782) van het college van 23 september 2014, gelet op artikel 191 Gemeentewet, besluit: 1. De Begroting 2015 (inclusief de verplichte paragrafen, de financiële begroting met resultaatbestemming 2015 en het investeringsprogramma 2015) vast te stellen; 2. De Meerjarenbegroting 2016 - 2019 voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2014, de griffier,
de voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin
111
BIJLAGEN I. Verloop reserves Verloop reserves
Saldo ultimo 2014
Bij
Af
Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo 2015 2016 2017 2018 2019
A. Algemene reserve Algemene reserve
6.552.000
74.000
383.000
6.243.000
6.238.000
6.315.000
6.393.000
6.471.000
Algemene reserves
6.552.000
74.000
383.000
6.243.000
6.238.000
6.315.000
6.393.000
6.471.000
1.007.000 1.704.000 1.323.000 1.962.000 198.000 488.000 107.000 312.000 2.242.000 170.000 893.000 46.000 330.000 1.303.000
1.007.000 1.679.000 1.323.000 1.934.000 198.000 98.000 107.000 312.000 2.592.000 204.000 893.000 46.000 280.000 1.303.000
1.007.000 1.654.000 1.323.000 1.901.000 198.000 -172.000 107.000 312.000 2.942.000 238.000 893.000 46.000 200.000 1.303.000
1.007.000 1.629.000 1.323.000 1.862.000 198.000 -382.000 107.000 312.000 3.292.000 272.000 893.000 46.000 120.000 1.303.000
12.085.000
11.976.000
11.952.000
11.982.000
18.323.000
18.291.000
18.345.000
18.453.000
2.307.000 1.511.000 1.323.000 2.000.000 548.000 1.386.000 107.000 312.000 1.412.000 102.000 893.000 286.000 250.000 1.303.000
0 130.000 0 100.000 0 0 0 0 415.000 34.000 0 0 70.000 0
0 25.000 0 116.000 0 480.000 0 0 0 0 0 240.000 0 0
Bestemmingsreserves
13.740.000
749.000
861.000
0 0 2.307.000 1.536.000 1.323.000 2.116.000 548.000 1.866.000 107.000 312.000 1.412.000 102.000 893.000 526.000 250.000 1.303.000 0 13.628.000
Totaal reserves
20.292.000
823.000
1.244.000
19.871.000
B. Bestemmingsreserves Reserve zonder naam Reserve stedelijke vernieuwing Risicoreserve grondexploitaties Reserve sportcentrum Reserve raadsvisie Reserve tariefsegalisatie riool en afvalstoffen* Reserve frictie personeel Reserve bedrijfsvoering Risicoreserve erfpachtsgronden Risicoreserve deelnemingen Risicoreserve Noordoevers transformatiezone Egalisatie rijksstromen taakmutaties Risicoreserve leges Omgevingsvergunningen Reserve geluidsschermen A15
* Deze reserves dienen om grote tariefsmutaties op te vangen. De kosten van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) en de inzamelingskosten worden verrekend met de opbrengsten. Het saldo wordt vervolgens onttrokken aan of gestort in deze reserve. Vanaf 2018 onstaat op basis van de gehanteerde tarieven bij deze reserve een negatief saldo. Als dit beeld de komende jaren aanhoudt zullen de huidig gehanteerde tarieven hiervoor worden aangepast.
112