Met bijzonderE mensen Rijnstad jaarmagazine 2014
“Het is anders kijken en anders denken”(pagina 9)
2
9
12
20
23
26
27
32
Meer met vrijwilligers Nuhat Kanat
Voorwoord Luciënne van den Brand // Directeur, bestuurder
MET BIJZONDERE MENSEN 2014 was een interessant jaar. Veel stond in het teken van de transities in het sociale domein. Rijnstad werkt sinds jaar en dag vanuit de wijk, dichtbij inwoners. Door de transities werken we sinds 1 januari 2015 met onze partners samen in wijkteams. Wat onveranderd is gebleven, is dat Rijnstad haar werk altijd doet met mensen. Met inwoners, onze deskundige beroepskrachten en onze vele bevlogen vrijwilligers.
V
rijwilligers zijn erg belangrijk voor Rijnstad. Veel van onze activiteiten en diensten kunnen bestaan omdat zoveel geweldige, deskundige vrijwilligers zich ervoor inzetten! Ze doen dat met hart en ziel en maken zo het verschil voor anderen. Zelf zeggen ze vaak dat ze het werk leuk vinden, in de ongedwongen (werk)sfeer bij Rijnstad. En interessant, omdat ze allerlei mensen ontmoeten, met uiteenlopende achtergronden, interesses en ideeën. Ze kunnen zich ontwikkelen en een bijdrage leveren aan het welzijn van de samenleving. Wij zijn blij met hun inzet en geven ze graag een prominente plek in dit jaarverslag! Want wij kunnen “Meer met vrijwilligers”.
Prof dr. Lucas Meijs zei onlangs tijdens onze Studium Generale: vrijwilligers hebben vijf keer waarde. Eco nomische waarde (wat zou dit nu in euro’s waard zijn?), individuele waarde (wat heeft de vrijwilliger eraan?), cliëntwaarde (wat maakt het uit voor de cliënt dat het vrijwilligerswerk is?), samenlevingswaarde (wat is de extra waarde voor de samenleving?) en legitimiteitswaarde (het effect van de individuele (h) erkenning van de doelgroep omdat er vrijwilligers zijn?).
leven wil zitten wanneer dat kan. Dit uitgangspunt staat dan ook centraal in onze meerjaren-toekomst visie “Met mensen…”.
In 2014…
…hebben we in Arnhem en omliggende gemeenten voor en vooral met mensen een kleine bijdrage ge leverd aan de kwaliteit van het leven van mensen en van de samenleving. Soms is die bijdrage een duwtje, soms lopen we wat langer samen op en af en toe
Wij zijn…
INHOUD
16 Cijfers
3 Voorwoord
18 RijnLAB
4 Matchen met de
20 Schuldhulpverlening
WAAR VIND IK WAT?
Luciënne van den Brand
Arnhemse Uitdaging
6 De Nieuwe Hommel:
Een jaar in Niet zo maar cijfers!
Marius Luimes en Marianne Turk wisselen ervaringen uit
12 Jongerenwerk
Mohammed Zahti werkt dicht bij jongeren
2 ) RIJNSTAD
Inzet Arnhem Marieke Kramer en Rineke Luijckx over Vrijwillige Coach 2.0
Kort, krachtig en inspirerend
Nadja Jungmann en André Moerman over schuldhulpverlening
Buurthuis van de toekomst?
9 Wijkcoaches
30 Vrijwillige
23 De opbrengst
van welzijn in beelden
27 Natuurspeelplaats
Alice Brouwer, Tessie Hoyer en Karin Veldkamp bouwden mee aan een natuurspeelplaats in Immerloopark
31 Silly ziet:
Maatwerk in de wijken
COLOFON
Bladformule: Rijnstad en Qrne / Teksten: Eelco Visser / Eindredactie: Communi catie en PR Rijnstad / Grafisch ontwerp en illustraties: Coert de Boe / Fotografie: Rijnstad, Hanne van der Woude, Tim van Veen en Eva van Stralendorff/ Cartoon: Sylvia Vlaardingerbroek / Drukwerk: Senefelder Misset
…overtuigd van dit verhaal. De schijnwerper in deze terugblik op 2014 staat dan ook extra op onze vrijwilligers. Vrijwilligers zijn bijzondere mensen, met unieke talenten en een enorme gedrevenheid. Als samenleving staan we voor een aantal grote opgaven. Door de inzet van vrijwilligers kunnen we ze met vertrouwen tegemoet zien. Met vrijwilligers en onze kundige en bevlogen be roepskrachten werkten wij ook in 2014 aan het be vorderen van actieve deelname aan de samenleving. Daarbij gaat het altijd om mensen. Mensen die het vermogen hebben om zelf hun leven in te richten en te sturen. We versterken ze in hun kwaliteiten, onder steunen ze bij hun problemen en ontwikkeling en spreken ze aan op hun eigen mogelijkheden en ver antwoordelijkheden. We gunnen mensen hun zelfred zaamheid, daar geloven wij sterk in. Daarom zijn we er voor alle mensen, maar niet langer en meer dan nodig is. Omdat iedereen achter het stuur van zijn eigen
“We gunnen mensen hun zelfredzaamheid, daar geloven wij sterk in” bieden we een vangnet. In ons formele jaarverslag leggen we uitgebreid en compleet verantwoording af over het brede scala van dienstverlening van Rijnstad. In dit jaarmagazine gunnen wij u mooie verhalen. Over mensen. In de 25 jaar dat wij bestaan, is er veel ver anderd. En voorlopig zal er veel blijven veranderen. Gelukkig is één ding hetzelfde gebleven: de focus op ‘bijzondere mensen’.
jaarmagazine 2014 ( 3
Z De Arnhemse Uitdaging verbindt werelden
“Binnen vijf minuten was het geregeld!” De Arnhemse Uitdaging is de creatieve linksbuiten binnen Rijnstad. Ze bemiddelt tussen vragen vanuit de maatschappij en aanbod vanuit het Arnhemse bedrijfsleven, maar doet dat niet zomaar. Mensen uit het bedrijfsleven spelen een actieve rol! Het idee is dat als ze ambassadeur zijn en zelf matches maken en verbindingen aangaan, het veel krachtiger is en er duurzame verbindingen ontstaan. In twee matchgroepen bekijken zij dan ook zelf of vragen van stichtingen of verenigingen passen binnen de doelstellingen en of er iets gerealiseerd kan worden.
4 ) RIJNSTAD
o ging het ook met een vraag van Stichting De Helling. In 1978 werd de Arnhemse Scheepvaart Maatschappij(ASM) gesloten. Er moest een plek gevonden worden voor de werkloos geraakte vaklui. Die plek werd een pand in de Bergstraat en later, na een verhuizing, in de Rozenstraat. De naam van de werkplaats verwijst nog naar de ASM: ‘De Helling.’
Een klik
Directeur John Veldman verzorgt glunderend een rondleiding in wellicht het best bewaarde geheim van Arnhem. Hij laat de ruimten zien waar ongeveer 350 mensen, veelal zonder betaalde baan, hun hobby kunnen uitoefenen. Een oud-directeur van Akzo en ge pensioneerde rechters staan er zij aan zij met gepensio neerde en werkloze vaklieden en ook enkele cliënten van Siza en RIBW met een indicatie voor dagbesteding. Ze binden er boeken, maken sieraden, klokken, stoom machines, glas-in-lood, beelden en bewerken metaal en hout. Die laatste hobby levert veel houtafval op. John vroeg zich af of er een partij was die iets aan dat afval
“Allemaal zonder bureaucratisch gedoe!” zou kunnen hebben en legde de vraag bij de Arnhemse Uitdaging neer. “Ik ben goed bekend in het Arnhemse circuit, ben een tijd raadslid geweest en kende Rijnstad en de Arnhemse Uitdaging dus ook. Na het indienen van onze vraag kreeg ik contact met Henk de Ruiter van KuiperBouw, wat net als De Helling een echte Arnhemse club is. Henk is een druk bezet man, maar toen de af spraak uiteindelijk was gemaakt en hij langskwam met zijn collega Tonnie Baakman, was er gelijk een klik.”
Geen bureaucratisch gedoe
blij met de tot stand gekomen match. “Ik vind vooral de manier waarop we dit met KuiperBouw hebben kunnen afspreken erg mooi. Het gaat allemaal zonder bureau cratisch gedoe. Simpel: wij kunnen wat voor KuiperBouw betekenen en zij voor ons. Zo zou het veel vaker moeten gaan tussen bedrijven en organisaties in Arnhem.”
Mariska Perrier
(Contactpersoon bedrijven, Arnhemse Uitdaging) Mariska is één van de twee Rijnstad-beroeps krachten die werkzaam is voor de Arnhemse Uitdaging. Bij de Arnhemse Uitdaging kan ze in haar eigen stad bijdragen aan het mooier maken van levens van mensen. De match tussen Henk en John leverde binnen no-time een duurzame oplossing op, maar soms is er meer nodig. Mariska geeft een voorbeeld. “We kregen een vraag van de ‘Leuk om te leren’-weekendschool. Of hun leerlingen met hun buddies konden kijken en koken in een restaurant. Er zijn contacten gelegd met restaurants, maar de groep bleek veel te groot om te ontvangen. Uiteindelijk ontstond er een match met iemand die een cateringbedrijf heeft. Ze vond het zo’n mooi idee, dat ze een Pop-up restaurant verzon. Er is een ruimte gehuurd, schorten zijn ter beschikking gesteld en ver schillende ondernemers hebben eten, drank en materialen geleverd. Zo konden de kinderen op een zondag voor echte gasten koken. Het is een vraag die door de creativiteit van een ondernemer is uitgegroeid tot een prachtig project. Weliswaar éénmalig en niet duurzaam, maar het ijlt nog steeds na.” Naast deze vorm van directe matchmaking, heeft de Arnhemse Uitdaging meer matchings instrumenten zoals de Klussenbank, Spullenbank, Cadeautjesbank en de Spellenbank. Kijk voor alle informatie op www.arnhemseuitdaging.nl
John vertelt geanimeerd over de eerste ontmoeting. “Henk was onder de indruk van De Helling en wist direct dat we linksom of rechtsom wat voor elkaar zouden kun nen betekenen. Binnen vijf minuten was het geregeld!” John brengt zijn houtafval nu naar KuiperBouw. Daar zuigen ze het af in een grote container. Al het materiaal in die container wordt periodiek opgehaald door een bedrijf dat er volgens John kattenbakvulling van maakt. KuiperBouw krijgt 150 euro voor zo’n volle container, De Helling spaart dure afvalzakken uit, kan waarschijnlijk een goedkoper vuilophaal-abonnement bij de SITA af sluiten en krijgt restanten hout van KuiperBouw. John is jaarmagazine 2014 ( 5
Een dagdeel werken in het buurthuis van de toekomst
De nieuwe hommel Ronkende nieuwtjes trekken aandacht. Lees maar eens mee: “Er zit energie in De Nieuwe Hommel, als buurthuis van de toekomst. Na een grondige verbouwing en met een totaal andere energie gaan welzijnsorganisaties, ondernemers en bewoners uit de wijk slim samenwerken aan een buurthuis van iedereen voor iedereen, onder regie van bewoners.” Dat klinkt ons als een buurthuis waar iedereen wil zijn! En dus gingen we er eens een dagdeel werken. De Nieuwe Hommel is niet te missen. Het staat groot en uitnodigend op de gevel van het pand. Daar waar het ‘oude’ buurthuis wat verscholen lag, straalt het buurt huis van de toekomst je tegemoet.
Ondernemende buurtbewoners
Ronald Klok is namens Rijnstad de trekker geweest van het concept. “Maar we kunnen het niet alleen doen. Dat is ook zo bijzonder aan dit project. De exploitatie wordt
Carine Lentjes
(Regiohoofd RIBW AVV) “We huren hier niet alleen wat vierkante meters, maar voelen ons gezamenlijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling van De Nieuwe Hommel. Het kan altijd beter, maar ik ben heel tevreden over de start die we samen gemaakt hebben.”
Meer met vrijwilligers Ko Petiet
namelijk gedragen door drie partijen: welzijnsorgani saties, ondernemers uit de buurt en buurtbewoners. Wij zijn als gezamenlijke partijen geweldig trots op dit project. Het is, geheel in de stijl van het nieuwe welzijn, een coproductie van bewoners, ondernemers en maat schappelijke instellingen.” Die coproductie krijgt binnen direct een smoel. Er springt van alles in het oog. De ruimte, de leuke stoeltjes en de hippe lampen bijvoor beeld. In de open keuken koken vrijwilligsters van Oase voor een cateringactiviteit. Vrouwen die contact zoeken met andere vrouwen, sluiten zich erbij aan, waarbij ze spelenderwijs (beter) de Nederlandse taal leren spreken. Achterin het gebouw is een Buitenschoolse opvang en rondom het horecagedeelte zijn kantoren, daar werken de professionals van Siza, RIBW AVV en Rijnstad. Buurtbewoners vergaderen in de frisse ver gaderruimten of buiten, in de enorme tuin. Daar zit Monique, een ondernemende buurtbewoner, die samen met Cindy het horecagedeelte runt. Dat doen ze vooral met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze vertelt over de tuin. “Daar kunnen buurtbewoners zelf, of voor het project Stadslandbouw, tuinieren: zaaien en oogsten. De opbrengst mogen ze zelf houden, een deel ervan gebruiken we hier direct in de keuken.”
Midden in de wijk
Hanneke Feisler is bij Rijnstad coördinator van Oase. “De winst ten opzichte van de oude situatie zit in de uitstraling en de inrichting, het is echt een metamorfose geweest! Voorheen was het bereik hier minimaal, nu ervaar ik een groeimodel.” Hanneke licht met een prak tijkvoorbeeld de meerwaarde van het samenwerken in De Nieuwe Hommel toe. “We draaien een Loopbaan project dat bedoeld is voor allochtone en autochtone vrouwen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Daar zitten vrouwen bij die zichzelf melden of die bij voorbeeld via Rijnstad binnenkomen, maar ook vrouwen met een beperking die onze collega’s van SIZA en RIBW en Vitale Verbindingen hier in De Nieuwe Hommel naar ons doorverwijzen. Als we niet vastroesten en blijven meebewegen met z’n allen, lijkt hier echt van alles mogelijk. We moeten er met z’n allen voor blijven gaan!”
Het eindoordeel
De Nieuwe Hommel zou zomaar eens het buurthuis van de toekomst kunnen zijn! De energie zit erin, het lijkt nu al de spil van de wijk te zijn en alle mensen zijn er op hun plaats en kunnen wat bijdragen. Ga er vooral zelf eens kijken! 6 ) RIJNSTAD
jaarmagazine 2014 ( 7
Twee coaches vertellen over de Arnhemse wijkteams
“Het is: klaar voor de start, af!” Marius Luimes is 28 jaar oud en wijkcoach in Presikhaaf. Hij was Algemeen Maatschappelijk Werker bij Rijnstad, toen de gemeente Arnhem zocht naar pioniers die de pilot Sociaal gebiedsteam wilden draaien. Marius zag het als een mooie kans om vanuit zijn expertise en vakmanschap wat toe te voegen. Inmiddels, anderhalf jaar later, is hij echt onderdeel van de wijk. Hij kent de mensen en mogelijkheden en legt gemakkelijk verbindingen. Marianne Turk is sinds 1 januari coach in wijkteam Klarendal. Ze vertelt over haar eerste maanden. Marius reflecteert erop, met de kennis van 2014!
M
arianne is 35 jaar en vertelt over haar achtergrond. “Na het Vwo heb ik de Hotelschool in Maastricht gedaan. Op een gegeven moment belandde ik in een hele commerciële baan. De werkdruk was heel hoog en het klopte steeds minder: doordeweeks zat ik dan de consumptiemaat schappij aan te zwengelen en in het weekend stapte ik op mijn fiets om mijn pakket biologische groenten op te halen. Dat ging wringen.
Onwijs geluk
Ik was 30 jaar en kwam tot de conclusie dat ik terug naar school wilde, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening studeren. Een stage bij Rijnstad mondde uiteindelijk uit in een baan als Maatschappelijk Werker in De Laar. Ik kon zo instromen, had onwijs geluk. Toen mocht ik solliciteren voor de wijkteams en nu zit ik hier!” Marianne werkt in wijkteam Klarendal. De start op 2 januari betekende dat ‘de sluizen open gingen’. “Er kwamen direct heel veel vragen binnen. Die wil je snel oppakken en afhandelen, maar je zit ook met je eigen leerproces en dat van het team. Hoe houd je daar ruimte voor? Het risico is dat je, door de tijdsdruk, dingen blijft doen zoals je ze altijd deed. Terwijl we juist anders willen werken.” Marius vertelt over zijn eigen pilotervaringen. “Wij konden een jaar oefenen. We namen lopende casussen mee en iedereen kon zich nog overal melden. Wij hadden ruimte om alles wat we oppakten goed met elkaar te bespreken. We stelden onszelf vragen: wat is oud, wat nieuw, wat is de kanteling en het nieuwe werken, wat kan er anders, is 8 ) RIJNSTAD
dat anders persé beter… Daar hebben wij heel veel met elkaar in kunnen investeren. Idealiter had ieder team zo moeten beginnen, maar die tijd was er niet.”
Investeren in de wijk
Marius benadrukt het belang van een goede teamgeest. “We kijken hier echt naar elkaar om, houden in de gaten of collega’s niet te veel hooi op hun vork nemen en speken elkaar er actief op aan. Eén van de winstpunten van de pilot is dat we als team de wijk goed kennen. Daardoor kunnen we gemakkelijk verbindingen leggen en het werk goed aan. De medewerkers die zijn
“Het is anders kijken en anders denken” toegevoegd aan het pilotteam zijn in een gespreid bedje terecht gekomen.” Marianne ervaart dat haar team op stoom begint te komen. “We zijn een stuk verder dan vier maanden geleden. In het begin ben je erg met je zelf bezig en heb je niet altijd oog voor je collega’s. Nu merk ik al dat er meer ruimte voor komt.” Volgens Marius is het niet gek. “Je werkt soms al jarenlang volgens hetzelfde stramien en ineens weet je het even niet meer. Het is: klaar voor de start, af!” Inhoudelijk verandert het werk ook, vertelt Marianne. “Als maatschappelijk werker ben ik jaarmagazine 2014 ( 9
anders denken en daar heb je elkaar, als collega’s, bij nodig. Ik wil niet bezig zijn met ‘overnemen’, dan ontneem je mensen hun eigen leerproces. Als ze iets zelf oplossen, werken ze aan hun zelfredzaamheid.” Marianne is nog niet zover. “Ik denk dat er in de hulpverlening van voor 1 januari 2015 nog wel veel ‘hulp werd verleend’. Dat er veel vissen werden ge vangen voor mensen in plaats van ze te leren hoe te vissen. Theoretisch weet ik dat ik ze moet leren vissen, maar het zit er nog niet helemaal in. Ik vind ook echt dat we er zorgvuldig mee om moeten gaan. We zitten in een veranderproces, maar dat betekent nog niet dat alles wat we hiervoor deden verkeerd was. Als je dat zo be noemt, krijg je weerstand en dan leren we met z’n allen niets meer.”
Meer met vrijwilligers Lindy Balduk
Intenties zijn goed!
gewend om voor iemand te vechten als een leeuw, het maximale eruit te halen. Maar nu moet ik kritisch kijken en vragen stellen. Heb je dit echt wel nodig? Kunnen we dit niet anders oplossen? Een andere rol, die ik nog wel eens lastig vind.” Marius heeft dit ook ervaren in de pilot. “Voorheen kwamen mensen naar kantoor, ik schatte de situatie in en koppelde ze aan voorzieningen. Nu is de vraag: is het wel nodig? Dat is anders kijken,
Marius knikt instemmend. “Alle intenties zijn goed! Jarenlang hadden organisaties keuzemenu’s voor cliënten. Nu is het de kunst om mensen te vragen waar ze zelf zin in hebben. Een voorbeeld. Een man heeft schulden, een verslaving en zijn kinderen zijn uit huis geplaatst. De ene instelling zegt dan: werk aan je verslaving, dan houd je meer geld over, kun je met je schulden aan de slag. Een andere instelling kiest, op basis van de eigen expertise, weer een andere insteek. Maar nu vragen we het de man zelf. Wat past hem? Hij wil eerst werken aan zijn financiën. Dat leidt tot minder stress, hij voelt zich dan stabieler, stopt met snuiven, kan de schuldsanering in en op termijn zijn kinderen misschien weer zien. Dan zeg ik: we hebben een plan van aanpak, daar gaan we voor. Je kijkt wat past en houdt de regie bij de bewoner zelf. Dan winnen mensen hun trots terug.”
Claudia Tonissen
(Teamleider Wijkteam Schuytgraaf/Elderveld) “Via kennis van organisaties, samenwerkingsverbanden, buurtinitiatieven en sleutelfiguren in de wijk, ziet een wijkteam waar kansen en mogelijkheden liggen en waar ingangen zijn om bewoners te bereiken. Coaches met expertise "welzijn" in wijkteams kennen het DNA van de wijk. Ze zijn als geen ander gewend er con tacten te leggen en in staat verbindingen tussen wijkteam, welzijnsprofessionals en inwoners te leggen en onderhouden. Op deze manier leveren ze een essentiële bijdrage aan het betrekken van het netwerk in de buurt. Zowel bij individuele vragen van inwoners als in het overdragen van deze kennis en ervaring aan collega-coaches.”
10 ) RIJNSTAD
jaarmagazine 2014 ( 11
Imad Ajaid geeft het goede voorbeeld
“Ik werk dichtbij jongeren, maar Imad is ècht dichtbij!” Mohammed Zahti was jarenlang een bekend gezicht in en rondom het Arnhemse Willemeen. Lange kerel, kin omhoog en altijd goed gehumeurd. Hij is jongerenwerker uit overtuiging, trots op zijn werk en op de jongeren die hij mag begeleiden. Jongeren zoals Imad Ajaid, een bijzondere jongen. Geboren en getogen in Malburgen en ambitieus om voor ‘zijn’ buurt, en de jongeren die er leven, het verschil te maken. Mohammed Zahti vond bij toeval zijn roeping als jongerenwerker. Hij kwam bij jongerencentrum Wille meen, eerst als bezoeker, en later als vrijwilliger. Hij vond dat jongerenwerk wel wat, onderzocht welke opleiding daarvoor nodig was en ging naar het MBO.
Schoolperspectief
Hij haalde zijn diploma’s en kreeg bij Willemeen een opmerkelijk verzoek van de toenmalige coördinatrice Muriël: “Mohammed, als je wil, mag je het nu zelf een keer doen”. Dat was net nadat hij een Actieblad had geschreven met alles wat eraan schortte bij Willemeen. En zo werd hij jongerenwerker, een beroep dat hij tot op de dag van vandaag vol passie uitoefent. Hij komt er jongens tegen die niet in beweging zijn te krijgen, maar ook jongeren zoals Imad, die zelf verantwoordelijkheid nemen en dingen doen voor hun eigen wijk. Imad zag in zijn tienerjaren veel jongens het verkeerde pad 12 ) RIJNSTAD
kiezen. Hij wilde ze helpen en meldde zich toen hij zestien was als vrijwilliger in het jongerencentrum. Hij zette zaalvoetbal op, werd vrijwilliger bij het Jongeren Toezicht Team en hield vooral ook zijn ogen en oren open. Imad vertelt over zijn opleiding Sociaal Cultureel Werk. De generieke vakken zijn binnen, nu zijn portfolio nog. Mohammed en zijn collega’s Clarence en Melvin helpen Imad als het even lastig is. Hij praat bescheiden, bedeesd bijna. Zegt dat hij als vrijwilliger is gegroeid. Mohammed ziet het een tijdje aan. Dan grijpt hij in. “Imad is veel te bescheiden! We hadden hier bijvoor beeld een overlastsituatie rondom de supermarkt. Allemaal jongeren die hier uit de wijk komen. Imad ging het gesprek met ze aan en maakte ze bewust van hun aanwezigheid. Ze doen soms niet eens zo veel, maar buurtbewoners vinden het toch snel intimiderend. Imad maakte het verschil. Het is simpel: als hij gaat praten, luisteren de jongeren.” Het is een dunne lijn tussen goed doen en afglijden. Mohammed maakte het in zijn jeugd mee. “In mijn tijd kozen veel leeftijdsgenoten voor de drugshandel. Zij handelden bij het station. Ik vroeg me af waarom er niks gebeurde. De dealers stopten met school en gingen met hun geld van het station naar Big Apple en Toy Toy. Een aantal heeft daar een zware gokverslaving aan overgehouden. Mijn eigen
“Het is een dunne lijn tussen goed doen en afglijden” overtuigingen en de normen en waarden binnen mijn vriendenkring zorgden ervoor dat ik niet afgleed.” Imad herkent het verhaal. “Ook ik heb vrienden die er anders instaan. Als je anderen ziet afglijden, weet je direct dat jaarmagazine 2014 ( 13
Meer met vrijwilligers
Anny Westerhof
je dat zelf niet wilt. Ik probeer jongeren ook altijd het schoolperspectief te laten zien. In de buurt krijg ik veel complimenten voor mijn inzet, van buurtbewoners die
“Jongens als Imad zijn een zegen voor de moderne jongerenwerker” zeggen dat ik op jonge leeftijd al zo goed bezig ben. Dat vind ik best netjes van mezelf.”
me dat ze het enkel hebben gered doordat er één iemand was, bijvoorbeeld een leraar of een jongeren werker, die in ze geloofde.” Imad weet precies dat het zo werkt, hij is zelf regelmatig die persoon. “Ik raakte rondom een activiteit in gesprek met een jongere, die vastliep in zijn gokschulden. Toen ben ik naar mijn be geleider toegestapt en heb hem gezegd dat we deze jongere echt moesten helpen, de schulden werden steeds erger. Samen met hem hebben we toen een plan gemaakt, met dingen die hij zelf kon gaan doen en uiteindelijk is hij schuldenvrij. Hij bedankt me daar nog steeds voor, dat ik er toen voor hem was.” Mohammed vindt jongens als Imad een zegen voor de moderne jongerenwerker. “Zij vertellen de jongens in de buurt: “Ga eens praten met Mohammed.” Als Imad dat zegt, geloven die jongeren dat direct. Het is mijn taak als jongerenwerker om de uitvoering wat meer bij jongeren zelf neer te leggen. En het werkt! Jongens als Imad staan ècht dichtbij de jongeren in de wijk. We bieden ze ook vrijwilligersfuncties en stageplaatsen in de eigen buurt aan, zodat ze zichtbaar worden en waardering krijgen.” Imad ziet het als een missie om het goede voorbeeld te geven. “Twee van mijn broertjes zitten op het Stedelijk Gymnasium en ik merk dat de pubertijd begint. Ze willen ’s avonds buiten zijn, andere dingen doen en ontdekken. Prima, maar ik probeer ze ook te ondersteunen bij school, ze te stimuleren. Ik wil uit eindelijk verder als jongerenwerker. Ik weet dat de situatie momenteel niet zo rooskleurig is, met de crisis, maar ik heb veel ervaring en een mooi CV, dus ik hoop dat de toekomst me wat moois brengt.”
Niels Emeis
(Adviseur Veiligheid Gemeente Arnhem) “Wij hebben vanuit het Veiligheidshuis goed contact met jongerenwerkers en andere ambulante werkers in de stad. Zij komen op de Cruyff courts, bij activi teiten en ze organiseren zelf. Zo krijgen wij een veel beter beeld van wat er onder jongeren leeft. De jongerenwerkers brengen een stukje èchte ‘jongerenwerkelijkheid’ bij de gemeente binnen en dat is voor ons heel waardevol in het proces van beleidsontwikkeling.”
Voorbeeld
Mohammed vindt het knap. “Ouders die het niet breed hebben, moeten sterk in hun schoenen staan om op de andere, positieve kant te blijven wijzen. Ik ken de familie van Imad en weet dat de sociale controle daar sterk is. Daarnaast moet je zelf een sterke persoonlijkheid hebben of soms wat geluk. Zo vaak vertellen jongeren 14 ) RIJNSTAD
jaarmagazine 2014 ( 15
Een greep uit de cijfers van 2014
Niet zo 3,1% maar cijfers! €412.502,65 ziekteverzuim gedaald
7,4
Rijnstad Medewerker Tevredenheid Onderzoek
vacaturebank Vrijwillige
(5,2 % benchmark Verzuim Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening).
Inzet Arnhem
Kind en ouder weer HKZ gecertificeerd.
€140.000,jaarlijkse besparing
gericht (ambulant)
het voorkomen van
443 voorzieningenchecks
Jongerenwerk bereikte
overgewicht, sport en spel,
heeft gerealiseerd.
jongeren.
cultuur en actuele thema’s.
250
van Zorgcoördinatie. aantal cliënten onder bewind geplaatst in plaats van 37 dankzij begelei ding Activerend Beheer.
3.163
vrijwilligers en 96 maatschappelijke stagiaires actief binnen
94
aantal gezinnen dat door 35 ervaren en getrainde vrijwilligers van Home-
Kinderwerk actieve vrijwilligers.
het Jongerenwerk
50
aantal binnen het
247
gemiddeld aantal in de Kindcentra opgevangen peuters, waarvan
Start is begeleid.
gemiddeld 73% tot de
3.645
aantal door het Kinder
VVE-doelgroep behoort.
30
aantal gezinnen dat is
aantal spreekuurcontacten
werk bereikte unieke
maken in wijken Schuyt
binnen het Algemeen
kinderen tussen
stimulering door stagiaires
graaf en Malburgen.
Maatschappelijk Werk.
de 4 en 12 jaar.
van Spel aan Huis.
Wijkgericht Kwartier
16 ) RIJNSTAD
bijeenkomsten, waarvan
Formulierenbrigade met
in preventief optreden
13
werk georganiseerde
3.683
iedere geïnvesteerde euro
is Rijnstad voor cluster Hulpverlening en afdeling
aantal door het Kinder
1.108 specifiek gericht op
euro opbrengst van
3 jaar
2.650
aantal door het Wijk
€1,40
(7,3 benchmark Zorg & Welzijn).
aantal bemiddelingen via
met 2% t.o.v. 2013
opbrengst die
gemiddeld rapportcijfer
1.972
begeleid in spel- en taal
jaarmagazine 2014 ( 17
RijnLAB als fictief laboratorium voor kennisdeling
Kort, krachtig en inspirerend! Het RijnLAB is één van de manieren waarop Rijnstad invulling geeft aan het ‘lerende organisatie’ zijn. Het is een fictief laboratorium voor kennisdeling, waar ruimte is voor innovatie, experiment en creativiteit. Het RijnLAB organiseert een aantal keren per jaar een Studium Generale: een lunchbijeen komst met sprekers die interessant zijn voor de medewerkers en voor collega’s van partnerorganisaties. Kort, krachtig en inspirerend! Hier presenteren we de sprekers die in 2014 voor levendige discussies zorgden.
“De presentie zoekt de trouwe nabijheid en de relatie met de ander die op hulp en steun is aangewezen als plek om te bepalen wat er gedaan zal worden... Als we niets meer kunnen doen voor de ander, kunnen we altijd nog bij hem of haar blijven.” Andries Baart (hoogleraar Presentie en Zorg aan de Universiteit van Tilburg)
“Wat mij drijft, is het verlangen betekenisvol te zijn en daar de voldoening van te ervaren. Ik ben dus op zoek. Een passage in het boek De Alchemist van Paolo Coelho, waarin Santiago een gesprek voert met zijn hart, gaat daarover. Santiago vraagt zijn hart hoe hij kan weten waar zijn schat ligt. Het hart antwoordt hem: ‘Waar je huilt, daar ben ik. En waar ik ben, daar ligt je schat.’ Heidi Leenaarts (initiatiefneemster bij United Economy)
“Hulpverleners willen mensen helpen. Maar wat zeg je tegen een ernstig zieke cliënt die zich afvraagt: ‘Waarom ik?’ En hoe help je een succesvolle cliënt voor wie het leven een ondraaglijke sleur is? Hoe kun je helpen als er geen oplossingen zijn? Via zingevende gespreksvoering bijvoorbeeld.” Marjoleine Vosselman en Kick van Hout (eigenaars van Zinproeverij)
“Wat is precies de ambitie van de Wmo? Als er meer mensen gaan participeren in buurten, verenigingen en allerlei andere sociale verbanden, zal er meer sociale cohesie ontstaan en daarmee meer informele zorg, is de verwachting. Maar is dat wel zo?” Marja Jager-Vreugdenhil (lector Samenlevingsvraagstukken aan de Gereformeerde Hogeschool)
“Is iedereen die roept dat mantelzorgers en vrijwilligers meer kunnen doen, zelf ook bereid dit te doen of denkt hij impliciet aan zijn vrouw, zuster of buurvrouw? Waarom zou informele zorg beter zijn dan formele? En waarom zou belangrijk werk niet gewoon betaald moeten worden?” Jan Willem Duyvendak (hoogleraar Algemene Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam) 18 ) RIJNSTAD
jaarmagazine 2014 ( 19
Duo-interview over een bijzondere samenwerking
“In de kern is schuldhulp verlening agogisch werk”
Nadja Jungmann is lector aan de Hogeschool van Utrecht, André Moerman manager schuldhulpverlening bij Rijnstad. Ze hebben een mooie staat van dienst in het veld opgebouwd: André op het juridische vlak, Nadja op het gebied van gedrag en de context waarin schulden ontstaan. Ze werken veel samen en dan is één plus één al snel drie.
T
ijdens lezingen kwamen ze elkaar geregeld tegen en uit die ontmoetingen groeide volgens Nadja iets moois. “Wat wij als lectoraat doen heeft in zichzelf waarde, wat André doet net zo goed, maar als we elkaar aanvullen, kunnen we op grotere aandacht rekenen dan wanneer we los van elkaar iets uitbrengen.”
Gedrag meer aandacht
Deze middag staat er een bijeenkomst op het pro gramma waar de uitkomsten van onderzoek van Nadja en André worden besproken. Nadja stipt alvast een 20 ) RIJNSTAD
belangrijk resultaat aan. “Als schuldeisers doen wat ze van de wet mogen doen, dan komen mensen met schulden ver onder het bestaansminimum uit en zijn nieuwe schulden onvermijdelijk.” Bij de schuldhulp verlening zie je vervolgens vaak dat recente schulden een reden zijn om niet in behandeling te worden genomen. Zo houden we mensen gevangen. Dat heeft onze aandacht: mensen met onoplosbare schuld situaties. André Moerman is naast manager bij Rijnstad, ook publicist, spreker en oprichter/eigenaar van www.schuldinfo.nl. Hij vertelt over het werk van de
schuldhulpverleners. “Hun werk is altijd een combinatie van gedrag, begeleiding en toepassing van regels, de technische dingen. Tegenwoordig is dat een goede mix, voorheen lag de nadruk veel meer op die technische kant. Schuldhulpverlening werkt alleen als beide aspecten worden meegenomen. Nadja heeft met haar onderzoek een belangrijke rol gespeeld in de bewustwording. Bij Rijnstad werkten we al lang vanuit deze balans, maar ook elders zie je dat gedrag en begeleiding nu meer aandacht krijgt. En dat betekent dat je een klant die niet richting schuldregeling kan, toch nog iets kunt aanbieden. In de oude situatie was het alles of niets: of het lukte en je kwam van je schulden af, of je had pech.”
Geen oordeel
Nadja komt in haar onderzoek voortdurend tot in zichten, die André een plek kan geven in het werk van schuldhulpverleners. Mooi voorbeeld is de motiverende gespreksvoering. “Onze medewerkers leren dat stukje motivatie dat er bij iedere klant wel is, verder aan te wakkeren en ervoor te zorgen dat de klant het traject ook echt zelf wil. Dan beklijft er meer, krijgen we meer voor elkaar. Daarnaast gebruiken we nu het screenings instrument Mesis, dat mede door Nadja is ontwikkeld.
Aan de hand van een vragenlijst, die door de klant wordt ingevuld, wordt een rapportage gemaakt dat je infor matie biedt waardoor we veel sneller een adequate start kunnen maken.” Nadja: ”De zoektocht is altijd naar waar te beginnen. Als je geen informatie hebt, heb je de
“We raken wel eens verrast door wat klanten blijken te kunnen” neiging om altijd op dezelfde plek te beginnen of op de plek waar je vooroordelen je heen leiden. Kleding, persoonlijke verzorging, rommel in huis, die beelden bepalen dan de start van het traject. André: “Het in strument harmoniseert het werk en past goed in deze tijd: de klant is zélf bezig met het nadenken over zijn situatie voor de gesprekken starten.” Nadja: ”De ervaring leert dat in de meeste gevallen klanten het jaarmagazine 2014 ( 21
Krachtige beelden
invullen van die lijst geen probleem vinden. Doordat ze zelf hun situatie inzichtelijk hebben gemaakt, voelt een voorstel van de professional voor bijvoorbeeld budgetbegeleiding niet meer als een oordeel, maar is het een logisch passend aanbod bij informatie die ze zelf als klant hebben gegeven. Dan is de ontvankelijkheid voor hulp meteen groter. Klanten hoeven niet in de weerstand te schieten omdat er een professional met een oordeel zit.” André: ”Een andere ontwikkeling is gericht op het zo veel mogelijk zelf leren de financiën te beheren in plaats van de betalingen via budgetbeheer of beschermingsbewind over te nemen. We raken wel eens
“Dit werk gaat over mensen” verrast door wat klanten blijken te kunnen, de klanten zelf overigens ook. Dat geeft echte motivatie! Het kost wel veel inzet, daar heb je veel uren voor nodig, maar daar gebruiken we de hulp van vrijwillige budgetcoaches voor. Met z’n drieën stellen ze een plan op, met een taakverdeling, waarin ook duidelijk is dat de vrijwilliger terugkoppelt aan de professional. De groep die uiteinde lijk toch naar beschermingsbewind moet, de klanten waar we het van moeten overnemen, is dan klein. Voor deze groep is een bewindvoerder beter, sneller en goedkoper.” 22 ) RIJNSTAD
Kracht zit op het snijvlak
Nadja wil dat haar werk er echt toe doet op de werk vloer. “Wij proberen onze inzichten heel praktisch te ontsluiten, zodat schuldhulpverleners ermee aan de slag kunnen. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan het geloof in eigen kunnen. Als een klant iets niet voor elkaar krijgt, is dat dan een leerervaring of een faalervaring? Het zijn allemaal hele kleine knopjes waar schuldhulp verleners met onze inzichten aan kunnen draaien, maar de optelsom maakt dat iemand minder kans heeft om uit te vallen.” André en Nadja zijn het erover eens dat zelf leren, motiverende gesprekstechnieken en geloof in eigen kunnen, sleutelfactoren zijn voor succesvolle schuldhulpverlening. Op die basis werken de schuld hulpverleners van Rijnstad in Arnhem, gesteund door de beleidsvisie ‘Activerende schulddienstverlening’ van de gemeente. In veel gemeenten wordt de schuldhulp verlening technischer aangevlogen. André zoekt een verklaring. “Ik denk dat dit werk in de kern werk voor agogen is. Het is werk met veel juridische componenten, waardoor veel agogen het niet kunnen, maar in de basis gaat het om mensen in beweging krijgen, gedrags verandering tot stand brengen. Als je daar niet mee bezig bent en het proces vooral technisch inricht, vallen mensen uit. De kracht zit op het snijvlak. Wij werken met maatschappelijk werkers, die zich op het juridischtechnische deel scholen en met sociaaljuridisch dienst verleners, die hetzelfde doen op het agogisch deel. In casuïstiekbesprekingen komt het beste van beide werelden samen. Schuldhulpverlening kent veel juridische regels, maar we moeten vooral niet vergeten dat het om mensen gaat!”
De OPBRENGST van welzijn De opbrengst van welzijn kun je proberen te kwantificeren. Je kunt er prachtige verhalen over (laten) vertellen. En je kunt proberen het te vangen in beelden. jaarmagazine2014 ( 23
J
S
afure Karatay had een paar jaar geleden een vraag, ze weet al niet meer welke. Ze kwam ermee uit bij een participatiewerker van Rijnstad en er ging een balletje rollen dat niet meer stopte. Via de participatie werker kwam ze bij Oase uit, via Oase bij een cursus mantelzorg, via de cursus als stagiaire bij het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp in Arnhem en daar werd ze vrijwilliger. Het Meldpunt, dat inmiddels Mantelzorg Vrijwillige Thuishulp heet, hielp Safure haar droom te verwezenlijken: studeren! Als alleenstaande moeder van twee kinderen is de studie best zwaar, maar ze wil deze gouden kans met beide handen grijpen. Een kans die ze kreeg door een vraag die ze had en die ze zich nu niet eens meer kan herinneren.
24 ) RIJNSTAD
oyce van der Woerd werd als Home-Startvrijwilliger gematcht aan Ramona Raducu en haar gezin. Ramona wilde de Nederlandse taal goed leren spreken, voor zichzelf, maar vooral ook voor haar kinderen. Zodat ze zich ‘buiten’ beter zou kunnen redden. Nu spreekt ze volgens Joyce veel beter Neder lands, weet ze de weg in haar buurt en treedt ze meer naar buiten. Al haast ze zich daarbij te zeggen dat ze niet weet wat haar inzet als vrijwilliger daaraan heeft bijgedragen. Het contact heeft Joyce zelf ook verrijkt. Ramona is namelijk een erg krachtige vrouw, die be hoorlijk heeft moeten knokken om te komen waar ze nu is. Dat heeft Joyce leren relativeren. De Home-Start begeleiding zit er inmiddels op, toch zien Ramona en Joyce elkaar nog regelmatig. Nog een mooie opbrengst.
jaarmagazine 2014 ( 25
Participatie Nieuwe Stijl
“Deze speel plaats kunnen we straks laten zien: we hebben het gedaan!” In jongerencentrum De Madser, op een steenworp afstand van winkelcentrum Kronenburg, trakteren opbouwwerker Karin Veldkamp en buurtbewoners Alice Brouwer
H
et nieuwe jongerenwerk. Het ‘loslaten’ en meer overlaten aan de jongeren om precies te zijn. Jongerenwerker Daniël Smit (niet op de foto) ontmoette bij het jongerenwerk Blink (rechts op de foto) en herkende in hem een enorm gemotiveerde, getalenteerde jongen. Blink wil nu zelf jongerenwerker worden, de eerste echte hip-hop jongerenwerker. Daarnaast is hij vrijwilliger en rapdocent bij Buro Propz. Tevfik (artiestennaam Grandioos, links op de foto) is een stuk jonger. Blink is voor een jongen als Tevfik een echte inspiratiebron. Tevfik is vrijwilliger bij Buro Propz en wil nu al veel meer. Hij helpt bij het jongerencentrum, verzint activiteiten en is sinds kort ook vrijwilliger bij het Sportbedrijf. Hij geeft en krijgt er van alles voor terug: de kans om op te treden, samen teksten te schrijven, een eigen videoclip te maken en met Blink de studio in te kunnen.
26 ) RIJNSTAD
en Tessie Hoyer ons op een mooi verhaal over de totstandkoming van een natuurspeelplaats in het Immerloopark.
jaarmagazine 2014 ( 27
maal niet. Karin zorgt ervoor dat wij kunnen doen wat we belangrijk vinden: meedenken over de speelplaats.”
De vaart erin houden
We blikken terug op het proces. Alice kon soms moeilijk haar ongeduld beteugelen. “Misschien benader ik het te professioneel, terwijl we dit allemaal vrijwillig doen.” Karin: “Wij hebben als groep steeds de vaart erin ge houden, maar je bent op momenten ook afhankelijk van andere partijen.” Tessie benadrukt de rol van Karin. “Het helpt dat ze regelmatig met haar vuist op tafel slaat. Als we teveel afdwalen en oeverloos heen en weer gaan, moet er iemand zijn die duidelijkheid schept. Wij zijn natuurlijk allemaal verschillend en hebben andere be langen en voorkeuren. Karin is onafhankelijk, staat er boven en dat is soms echt nodig.” Het proces heeft
“Als we als inwoners durven participeren, kunnen we echt wat voor elkaar krijgen”
A
lice zag de planvorming rondom het Immerloo park als een kans. “Je kunt dan meedoen als burger, zonder dat je veel specifieke expertise hoeft te hebben. Daarnaast vind ik dat er veel te weinig natuurlijke speelruimte is in onze wijk.”
Sturing
Karin is inmiddels ongeveer negen jaar opbouwwerker. Ze schetst de start van het traject. “In de wijken Vreden burg, Holthuizen en Immerloo staan diverse kleine speelvoorzieningen. De gemeente wil deze uit de wijken halen en zal ze om die reden op den duur niet meer onderhouden. Het vrijgekomen bedrag is beschikbaar voor planvorming in het Immerloopark, waar de gemeente de recreatie voor de omliggende wijken centraal wil aanbieden. Tijdens een informatieavond bleken er veel enthousiaste mensen die wilden meedenken over de invulling.” Alice: “We zijn met een 28 ) RIJNSTAD
aantal dames begonnen, dames met inspiratie en veel ideeën. Dat was een jaar geleden. Onderweg bladderde het wel een beetje af en raakte je de draad een beetje kwijt. Gelukkig was Karin er steeds bij, die bewaakte de rode draad en zorgde voor wat broodnodige sturing. We zijn nu een jaar bezig, waarin we op excursie zijn geweest naar andere speeltuinen, de wensen hebben geïnventariseerd en twee bureaus hebben gevraagd hun ideeën te presenteren. Vervolgens gunden we één club de opdracht. Deze presenteerde de definitieve plannen, waarna we uiteraard budgettair moesten schrappen, want de plannen overstijgen altijd het beschikbare budget. En nu zitten we in de aanbestedingsfase.”
“Ze menen het écht”
Tessie is nagenoeg fulltime ‘actieve bewoner’. Ze heeft in de loop der jaren een en ander zien veranderen. “Voorheen was het veel praten en weinig doen, nu
bezochten we de informatieavond, Karin verzamelde direct de mensen die geïnteresseerd waren om iets te doen en er was ook budget. Het ging heel snel! Dat gaf mij het gevoel: Ze menen het écht! Er gaat echt iets gebeuren. Daarna heeft Karin geweldig werk met onze groep verricht.” Karin probeert haar rol wat te relati veren. “Kijk, een ambtenaar is vooral bezig met het goedkeuren van toestellen, het verlenen van vergun ningen en het maken van ontwerpen. Ik begeleid be wonersinitiatieven, ben met mensen bezig. En de excursie die we in het begin maakten, gaf meteen een goed gevoel in de groep.” We komen op de vraag wat een bewonersinitiatief nu eigenlijk nodig heeft om te slagen? Alice probeert een antwoord te formuleren. “We kunnen veel zelf, maar er moet iemand zijn die informeert, weet waar je bij de gemeente moet zijn en ons wijst op kansen, zoals de potjes die er bij wijkplat forms zijn voor deze initiatieven. Dat wisten we hele
Tessie en Alice, naast een speelplaats, veel opgeleverd. Alice vond het vooral leerzaam. “Ik had het nog nooit meegemaakt: er is een pot geld en wij gaan er iets nuttigs mee doen. Gaandeweg kom je erachter dat het iets genuanceerder ligt. Het geheel is voor mij een inspiratievol gebeuren geweest, zeker toen er ook tekeningen op tafel kwamen, dat gaf mij een enorme boost. Het was niet zwaar, maar leuk en snel. Ik vind het zo belangrijk dat kinderen buiten kunnen spelen in hun directe woonomgeving, met natuurlijk materiaal, zonder verkeer en hondenpoep. Ik heb twee jongens van 9 en 11. Ik vind dat het hier in de wijken ontbreekt aan wilde terreintjes, waar kinderen kunnen en mogen ravotten, zich kunnen en mogen uitleven.” Tessie heeft een andere drijfveer. “Het is weer een kans om als inwoner invloed uit te kunnen oefenen! Als we als inwoners durven participeren, kunnen we echt wat voor elkaar krijgen. Deze speelplaats kunnen we straks laten zien: we hebben het gedaan. Daarom doe ik aan deze initia tieven mee: we moeten niet achteraf klagen, maar de kansen grijpen die er zijn. Het is zó mooi om deze dingen te zien ontstaan, sociaal en maatschappelijk.” jaarmagazine 2014 ( 29
Meer met vrijwilligers
De Vrijwillige Coach 2.0
In drie maanden op je plek! Vrijwillige Inzet Arnhem (VIA) maakt sinds 1 januari 2014 deel uit van Rijnstad. Volgens adviseurs Rineke
Diana Kummeling
mensen. Wat konden we daarvoor ontwikkelen? Hoe konden we ze mee laten doen? Er was binnen vrijwil ligersorganisaties weinig animo om deze mensen als vrijwilliger binnen te laten. De vrijwilligerscoördinatoren hebben al werk genoeg en de begeleiding van deze groep mensen kost veel tijd. Dus ontwikkelden we de Vrijwillige Coach 1.0, een vrijwilliger die de vrijwilligers coördinatoren ondersteunt en vrijwilligers begeleidt. We kregen er subsidie voor van het Oranjefonds, alleen bleef het aantal coaches dat we konden inzetten uit eindelijk wat achter bij onze verwachtingen.
zelfstandig verder te gaan, samengaan
Toen onze toenmalige directeur Cees van den Bos promoveerde bij Lucas Meijs, een autoriteit als het om vrijwillige inzet gaat, trokken we de stoute schoenen aan. We vroegen Lucas wat hij hier nou van vond. Hij had er zo zijn ideeën bij en gaf ons een waardevol advies: richt je op een andere doelgroep.”
met een welzijnsorganisatie voelt goed.
Best passende plek
Luijckx en Marieke Kramer ging dat heel natuurlijk; de club was te klein om
Passie
Dat deden Rineke en Marieke, waarmee de Vrijwillige Coach 2.0 was geboren. Deze coach begeleidt in drie maanden tijd potentiële vrijwilligers naar de best pas sende plek. Daar hebben vrijwilligers zelf, maar ook de ontvangende organisaties wat aan. Marieke: “De vrij willigers kiezen op deze manier heel bewust voor een plek die bij ze past. En de organisaties krijgen vrijwil ligers binnen die direct inzetbaar zijn.” Hoe ziet het traject van drie maanden eruit? Bijvoorbeeld voor een schrijver die na een burn-out weer wat wil doen?
“Marieke en ik deden mee aan de Zomerschool van het Oranjefonds. Daar moesten we een product ontwikkelen dat dicht bij onszelf stond. We kwamen uit bij kwetsbare
Rineke: “Hij krijgt dan eerst een gesprek met één van ons. Dan bekijken we samen wat hij wil, kan en of vrij willigerswerk wat voor hem is. Vervolgens proberen we een passende match met een Vrijwillige Coach te maken. Dan volgt er een gesprek waarbij één van ons, de coach en de beoogde vrijwilliger aanwezig zijn. Daar maken we het coachingsplan. Door dat plan stap voor stap te volgen moet de vrijwilliger in drie maanden op zijn plek zijn!” Het project loopt een half jaar en de eerste successen zijn geboekt. Maar wanneer zouden Rineke en Marieke Lucas Meijs weer durven aanschieten om over het succes van het project te vertellen? Marieke: “Ik zou heel trots zijn wanneer we met dit project wat kunnen betekenen voor de potentiële vrij willigers met een rugzakje. Dat zij weer welkom zijn bin nen vrijwilligersorganisaties. Dat ze eerst als mens en niet eerst als hun beperking worden gezien.”
H
et samengaan heeft ervoor gezorgd dat VIA meer naar buiten treedt. In de wijken laat VIA bewoners, wijkcoaches en kwartiermakers de mogelijkheden en meerwaarde van vrijwillige inzet zien. Het heeft het werk voor Rineke en Marieke nog leuker gemaakt.
‘Nog leuker’, want leuk was het altijd al. Marieke kwam zeventien jaar geleden ‘zo maar’ bij VIA binnen. “Een kennis vroeg me of ik interesse had in een administra tieve baan. Zo begon ik. Mijn passie voor het vrijwil ligerswerk ontwikkelde zich gaandeweg. Ik vind dat vrijwilligers zoveel goede en mooie dingen doen. Jam mer dat het wat onderbelicht blijft.” Rineke vindt haar werk ronduit geweldig. “Al die mensen die iets voor een ander willen doen. Dat heeft me bij het project Vrijwil lige Coach 2.0 ook weer getroffen. We dachten dat het moeilijk zou zijn coaches te werven, maar na zes maan den moesten we een vacaturestop inlassen!” Vrijwillige Coach 2.0 dus. Maar wie of wat was de Vrijwillige Coach 1.0 dan? Rineke neemt ons mee terug naar de start.
30 ) RIJNSTAD
Silly ziet:
Maatwerk in de wijk
jaarmagazine 2014 ( 31
Doorkijkje naar 2015
Tjebbe Vugts
(Wethouder gemeente Rheden) “In 2013 moest het welzijnswerk in de gemeente Rheden noodgedwongen opnieuw worden ingericht. Carion dat veel van welzijnsdiensten voor ons uit voerde, ging failliet, vooral door bezuinigingen binnen de kinderopvang. We wilden niet langer meer af hankelijk zijn van één partij en hebben de welzijns diensten in percelen opgeknipt en afzonderlijk aan besteed. Die laatste beslissing kwam niet uit de lucht vallen. Met Carion waren we ook al bezig nieuwe afspraken in een duidelijk bestek te gieten, met als doel de dienstverlening en de samenwerking verder te professionaliseren. Uiteindelijk werden diverse aanbieders een perceel gegund voor het restant van 2013 en 2014. Voor 2015 volgde een nieuwe ronde, waarbij Rijnstad het Maatschappelijk Werk en Sociaal Raadsliedenwerk werd gegund. In de gunning ging het om prijs, kwaliteit, maar ook over flexibiliteit.
Onze wens was dat er personeel van de STMG, de vorige aanbieder, zou worden overgenomen. Rijnstad wilde daarin meedenken, nam een aantal maatschap pelijk werkers over en mede daardoor is de overgang van aanbieders sinds 1 januari 2015 voor de cliënten allemaal goed verlopen. Rijnstad is een gedegen partner voor Arnhem, maar is ook actief in dorpen in de gemeente Lingewaard. Dat neemt Rijnstad mee naar onze gemeente, waar iedere lokaliteit zijn eigen aanpak nodig heeft. Wij hebben heel veel vertrouwen in Rijnstad als professionele partner in het sociale domein. Een partner die ook meedenkt over het vormgeven van de transformatie. Het gaat uiteindelijk om mensen en om het leveren en borgen van kwaliteit. Ik heb hier met Rijnstad als partner het volste vertrouwen in en kijk uit naar onze verdere samenwerking in 2015!”