Wat is mentoring en wanneer zet je welke vorm in?
Mentoring helpt ze vooruit Kinderen en jongeren in Nederland stappen over van de basisschool naar het voortgezet onderwijs en vaak doen zij daarna nog een vervolgopleiding. Voor veel van deze jongeren is de overstap naar een volgend onderwijstype een belangrijke stap in het leven. Ze betreden een wereld die er anders uitziet. Een vaak grotere school, nieuwe regels en routines, nieuwe vrienden en meer verantwoordelijkheden. Hoe snel voelen jongeren zich thuis en weten ze een goede balans te vinden tussen school en vrije tijd? Sommige leerlingen hebben tijdens hun schoolperiode een steuntje in de rug nodig, bijvoorbeeld van een mentor. Jongeren die pas naar een andere school zijn overgestapt, zijn volop bezig een nieuwe eigen plek te ontdekken. Het is nog zoeken of de gekozen opleiding echt bij hen past, of het huiswerk maken lukt en hoe de balans tussen school en vrije tijd is. Het proces van overstappen is niet voor iedere leerling vanzelfsprekend. Er zijn ook jongeren waarbij dit minder goed verloopt. Zonder hulp lopen juist deze leerlingen het riscio om de school voortijdig, dus zonder startkwalificatie, te verlaten.
Mentoring is één van de mogelijkheden om leerlingen te ondersteunen in de uitdagende maar vaak ook lastige schoolperiode. Door een leerling extra steun te bieden kan hij of zij verder groeien. Voor mentoren is het leuk omdat er gelegenheid is om eigen ervaringen over te dragen. Maar ook voor hen is het een leerproces. Je moet goed nadenken hoe je iets gaat overbrengen en hoe je de leerling kunt stimuleren niet op te geven. De kracht van mentoringsprojecten is vooral dat
een mentor hier vrijwillig voor kiest, waardoor er veel vertrouwen en wederzijds respect ontstaat. Deze publicatie is onderdeel van het provinciale project ‘Gelderse Aanval op de Uitval’ en gaat over de mogelijkheden van mentoringprojecten in het onderwijs.
Wat is mentoring? Een mentor is iemand, een medeleerling, student of volwassene, die een vriendschappelijke relatie heeft met een leerling. Door de eigen kennis en ervaring kan de mentor de leerling begeleiden en ondersteunen in het ontwikkelen van sociale, cognitieve en emotionele competenties. De mentor geeft praktische adviezen en feedback en kan fungeren als rolmodel, vertrouwenspersoon en coach. Een mentor begeleidt een leerling, ook wel mentee genoemd, op individuele basis. De kracht van de mentor is dat
hij meer ervaring heeft dan de mentee. Dat kan zijn op het gebied van studie, in het beroepenveld of doordat hij of zij eenvoudigweg meer levenservaring heeft. De mentor kan hierdoor als rolmodel gaan fungeren: de mentee vormt zijn houding en ambities naar het voorbeeld van de mentor. De mentor spreekt de leerling aan op zijn capaciteiten en stimuleert hem zijn talenten te ontwikkelen. Hij helpt de mentee bij het benoemen van de eigen verantwoordelijkheden én bij het daadwerkelijk nemen ervan.
Belangrijke kenmerken in de relatie tussen de mentor en de mentee zijn vertrouwen en onafhankelijkheid. Mentor en mentee bouwen aan een vriendschappelijk contact totdat er voldoende vertrouwen is om ondersteuning en begeleiding te bieden én aan te nemen. Het is een meerwaarde als de mentor een onafhankelijke positie ten opzichte van de school heeft, zodat de mentee de mogelijkheid heeft gemakkelijk zijn verhaal kwijt te kunnen.
Voor wie wel, voor wie niet? Mentorprojecten werken goed voor leerlingen die gebaat zijn bij individuele aandacht en begeleiding. Scholen nodigen meestal leerlingen uit voor mentorprojecten, die een beperkt sociaal netwerk of kapitaal hebben, die onvoldoende bekend zijn met het onderwijssysteem of met de
2
Mentoring
mogelijkheden van de arbeidsmarkt. Het kan natuurlijk ook zijn dat bepaalde leerlingen gewoon een steuntje in de rug nodig hebben. Bijvoorbeeld leerlingen die het best goed doen op school, maar waarvan men denkt dat zij niet al hun talenten benutten.
Mentorprojecten zijn meestal niet krachtig genoeg voor leerlingen met zware problematiek. Mentoren zijn immers geen professionele hulpverleners. Voor deze leerlingen zijn andere ondersteuningsmogelijkheden.
Quest Het leerwerkbedrijf Jongeren voor Jongeren van Hogeschool INHolland zet in het project Quest studenten in voor het coachen van leerlingen op (V)MBO scholen. Leerlingen kunnen zelf contact leggen met de coaches, maar de coaches gaan ook zelf outreachend - naar de leerlingen toe. Quest loopt nu vier jaar. Doel “Op (V)MBO-scholen worden de mentoren ingezet om schooluitval te helpen voorkomen”, zegt Albertien Kappelhof, docent Social Work en projectbegeleider. “Dit doen ze door bijvoorbeeld de mentees te begeleiden bij keuzes die gaan over werk of over andere (toekomst)vragen.” Mentoren De mentoren zijn derde-jaars studenten van de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van Hogeschool INHolland. “We zeggen nu mentoren maar eigenlijk zijn het coaches”, zegt
Albertien Kappelhof. “De studenten lopen stage op de VMBO-school en coachen de mentees. Hun stageopdracht is het ‘zijn van een coach’ en het uitvoeren van verschillende opdrachten in de school.” Mentees De mentees zijn de leerlingen van (V)MBO scholen. Samen met de coach wordt in enkele gesprekken besproken wat de leerling graag wil van de coach en samen stellen ze een doel vast. Aan de hand daarvan wordt een plan gemaakt hoe dit doel bereikt kan worden en wat de leerling daarbij nodig heeft. “Doordat de coaches door
hun leeftijd dicht bij de leerlingen staan, is dit een laagdrempelige manier om ondersteuning te bieden. Ze sluiten volledig aan bij de doelgroep. De leerlingen nemen de coach hierdoor eerder in vertrouwen. Tegelijkertijd letten de coaches er ook op enige afstand te bewaren. Dat hoort bij de rol.” Opvallend De mentoren organiseren ook verschillende projecten in de school. Bijvoorbeeld een themamiddag over pesten of het geven van examentraining. Op deze manier ondersteunen ze de school en maken ze zich gelijk bekend en vertrouwd bij de leerlingen. Meer informatie Hannah de Vilder Hogeschool INHolland
[email protected]
Het is laagdrempelig, want door hun leeftijd staan de coaches dichtbij de leerlingen
Mentoring
3
Mentoring Stedendriehoek/ ROC Aventus Deelnemers van ROC van Twente, het Deltion College, ROC Aventus en ROC Landstede hebben een mentorprogramma waarbij mentoren uit het bedrijfsleven komen. De scholen zijn kleinschalig begonnen, maar met subsidie van de provincie Overijssel hebben ze hun programma kunnen uitbreiden. Al zes jaar is Marthen Pattipeilohy projectleider van het mentorprogramma Stedendriehoek, ROC Aventus. “We richten ons op het talent dat iedere jongere bezit en talent heeft een mentor nodig”, zegt hij. “In het begin waren alleen de risicoleerlingen onze doelgroep, maar nu zetten we ons voor elke leerling in. Centraal staan de vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik.” In het schooljaar 2008/2009 zijn er 91 geslaagde koppelingen tot stand gebracht. Doel Het belangrijkste doel is het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en de doorstroming naar vervolgonderwijs of werk verbeteren.
Mentoren en mentees “Om de jongere zijn talenten te laten ontwikkelen, hebben we gekozen voor mentoren uit het bedrijfsleven en maatschappelijk instellingen. We hebben mentoren van Centraal Beheer, Rabobank en gemeenten. Een mentor uit het bedrijfsleven kan er aan bijdragen, dat de deelnemer beter gaat presteren tijdens zijn opleiding, meer zicht krijgt op zijn toekomstmogelijkheden of toch besluit om na een opleiding verder te gaan met een vervolgopleiding. De mentees zijn leerlingen uit het MBO van allerlei niveaus”, zegt Marthen Pattipeilohy. “Ze zien elkaar ongeveer één keer per week. Het zijn geweldige mentoren, ik ben lyrisch als ik de mentoren
inspirerend hoor praten. Ze hebben veel geduld en haken niet af als studenten het wel eens laten afweten.” Opvallend Er net een onderzoek over de effecten van dit project is gepresenteerd: Onderweg naar morgen, niet zonder mijn mentor! (Variya, 2009). Daarnaast is vanaf november 2009 een nieuwe website van ROC Aventus in de lucht: www.aventus.nl. Bedrijven kunnen in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) participeren in een drietal mentoringen coachingprogramma’s. Meer informatie Marthen Pattipeilohy ROC Aventus
[email protected] www.mentoring-overijssel.nl
“Mentoring is zes keer winnen: de leerling, de docent, de school, het bedrijf, de mentor en de maatschappij wint!”
4
Mentoring
Bron: Variya, onderzoek Onderweg naar morgen, niet zonder mijn mentor!
Mentoren kunnen voor verschillende doelen worden ingezet
Wanneer zet je een mentorproject in? Een mentorproject komt in beeld wanneer leerlingen naast de reguliere begeleiding extra ondersteuning nodig hebben.Sommige scholen kampen bijvoorbeeld met het probleem dat leerlingen voortijdig, dus zonder startkwalificatie, de school verlaten. Die scholen kunnen met behulp van mentorprojecten iets doen aan de problematiek die hieraan ten grondslag ligt.
Mentoren worden meestal ingezet om hoofdzakelijk aan drie soorten doelen te werken: Stimuleren van sociaal-emotionele ontwikkeling Denk aan het ondersteunen bij het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen of het helpen bij de omgang met concrete problemen van alledag.
Bevorderen van studiesucces Dus het bevorderen van de cognitieve ontwikkeling van de leerling. Bijvoorbeeld het bieden van hulp bij leren en studeren en/of het verder ontwikkelen van talenten. Inzicht bieden in mogelijkheden voor vervolgstudie en arbeid Het ondersteunen bij (studie)loopbaan keuzes of het informeren over een bepaald beroep.
Mentoring
5
Soorten mentoren Het doel van een mentorproject en de doelgroep waarop men zich richt, bepalen het soort mentor dat de school het beste kan inzetten. Het kan een medeleerling zijn, een student of een volwassene uit een specifieke beroepspraktijk. Welke mentor de school ook kiest, hij of zij moet een grote mate van zelfstandigheid hebben en op een verantwoordelijke manier met de leerling kunnen omgaan. Een ouderejaarsleerling Deze vorm van mentoring wordt ook wel peersupport genoemd. De mentor is afkomstig van dezelfde school en zit in een hogere klas dan de mentee. Ondanks het leeftijdsverschil staan de leefwerelden van mentor en mentee vrij dicht bij elkaar. Hun dagelijkse ervaringen in en om de school verschillen nauwelijks. Deze vorm van mentoring is vooral geschikt wanneer leerlingen studiebegeleiding nodig
hebben. In ROC’s bijvoorbeeld kiest men overwegend voor deze vorm van mentoring. Wellicht kan dit in de toekomst zelfs worden ingezet als maatschappelijke stage (72 uur vrijwilligerswerk). Een hogeropgeleide student Deze vorm van mentoring wordt studentmentoring genoemd. De mentor is student en afkomstig van het MBO, HBO of WO. De leefwerelden van mentor en leerling hebben nog altijd overeenkomsten - de mentor zal veel van de leefwereld van zijn mentee herkennen - maar de mentor heeft in dit geval wel meer levenservaring. De ervaringen die mentor en mentee delen, zijn binnen het onderwijs erg belangrijk en het idee is dat deze mentor de functie van rolmodel kan vervullen. Deze vorm van mentoring is vooral geschikt wanneer leerlingen geen goede balans kunnen vinden
De mentoren van Quest
6
Mentoring
tussen school en vrije tijd en bij de oriëntatie op de vervolgstudie. Een volwassene De keuze kan ook vallen op een volwassen mentor, een persoon die niet meer naar school gaat. Vaak zijn deze mentoren binnen het bedrijfsleven te vinden. De mentor kan afkomstig zijn uit het beroepenveld waar de leerling later wil gaan werken. Zo’n mentor kan een leerling het juiste inzicht geven in de branche, de beroepsmogelijkheden en de opleidingsmogelijkheden. Een mentor hoeft overigens niet aan een beroepenveld of branche verbonden te zijn. De levenservaring van een volwassen mentor stelt hem of haar in staat een betere ondersteuning te bieden bij complexere levensvraagstukken.
Onderstaand schema geeft weer welke soorten mentoring de voorkeur hebben bij de gestelde doelen.
Het stimuleren van sociaal- emotionele ontwikkeling
Beperkt complex • Prettig voelen in de schoolomgeving
Peersupport
• Steun bij alledaagse problemen
Complexer • Ontwikkelen van een positief zelfbeeld
Studentmentoring
• Ontwikkelen van zelfvertrouwen • Vergroten weerbaarheid • Steun bij sociale omgang met anderen
Volwassen mentor
• Steun bij complexere levensvraagstukken
Het bevorderen van studiesucces
Studiehouding • Bevordering schoolsucces, door steun bij studie- en leergedrag • Opzetten/ uitvoeren studieplanning. • Begeleiding bij de overgang tussen de scholen/ niveaus
Peersupport
Studentmentoring
• Verder ontwikkelen van talenten
Inzicht bieden in mogelijkheden voor vervolgstudie en arbeid
Vervolgstudie • Oriënteren op vervolgstudie
Studentmentoring
Arbeid • Oriënteren op de arbeidsmarkt • Verwerven beroepsidentiteit • Begeleiding bij studie/ beroepskeuze
Volwassen mentor (uit het bedrijfsleven)
Mentoring
7
Peer support op het Insula College Op het Insula College in Dordrecht kunnen leerlingen naast begeleiding van een mentor ook ondersteund worden door een medeleerling. Uit het project Voortijdig Schoolverlaten van de gemeente Dordrecht is een aantal jaren terug een werkgroep ontstaan die de (on)mogelijkheden van mentorprojecten heeft bekeken. Nineke Smit zat destijds in die werkgroep en heeft het idee van peersupport projecten meegenomen naar haar eigen VMBO-school. “We zetten peersupport nu voor het vijfde jaar in op onze school. Mijn collega en ik waren zo gecharmeerd van het concept dat we zijn begonnen met het schrijven van een beleidsvoorstel. Daarin beschreven we de projectorganisatie, een tijdpad, de plek die peersupport binnen de leerlingbegeleiding zou innemen en nog meer. Toen directie en collega’s enthousiast waren zijn we begonnen met het inzetten van peertutoren.”
leerlingen ooit deze verantwoordelijkheid gegeven en het blijkt dat ze deze gewoon aankunnen! Leerlingen komen met heel veel goede ideeën, die wij indien nodig in goede banen leiden. Deze manier van werken brengt echt cohesie in de school tot stand!” De peertutoren en de leerlingen spreken ongeveer één keer per week af.
Opvallend De peertutoren en peerleaders krijgen aan het einde van hun studie een peersupport certificaat. Dit is een blijk van waardering en kan goed van pas komen als ze naar het MBO gaan. Ook daar hebben ze vaak mentorprojecten. Meer informatie Nineke Smit Insula College Dordrecht locatie Koningstraat
[email protected] www.peersupport.nl
Doel Centraal staat dat leerlingen worden ondersteund bij hun schoolwerk. Alle vragen daaromheen kunnen aan een peertutor worden voorgelegd. Uiteindelijk gaat het natuurlijk om het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Mentoren en mentees Het Insula College, locatie Koningstraat, heeft dit jaar 14 peertutoren en 21 peerleaders. Peertutoren zijn leerlingen uit VMBO 3; zij begeleiden brugklassers en VMBO 2 leerlingen. Deze leerlingen hebben bijvoorbeeld ondersteuning nodig bij een bepaald vak, of kunnen zich niet goed concentreren. Peerleaders zijn leerlingen uit VMBO 4 en zij ondersteunen de klassenmentor. Bijvoorbeeld bij een klassenuitje of bij een schoolfeest. Ook bij de kennismaking van groep 8 kinderen die naar het Insula College willen komen worden peerleaders ingezet. “Zij weten toch het meest over de school te vertellen”, zegt Nineke Smit. “En wat zo leuk is, we hebben de
8
Mentoring
Leerlingen krijgen een verantwoordelijkheid en het blijkt dat ze die gewoon aan kunnen
School’s cool brengt structuur School’s cool is een mentororganisatie die mentoren toewijst voor leerlingen in groep 8 die extra ondersteuning nodig hebben bij de voortgang naar het voortgezet onderwijs. Het doel is het voorkomen van vroege schooluitval en het vergroten van de kansen van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Marion Hendrix is nu al voor een tweede periode mentor en begeleidt Patricia Paskuljevic. Patricia zit in de tweede klas van het VMBO T/ Havo. Ze wil straks graag Havo gaan doen en journalist worden. “In ben nooit echt goed geweest in rekenen”, zegt Patricia. “Toen ik in groep 8 een folder kreeg over dit project, heb ik dit met mijn moeder besproken en mocht ik mee doen. Het leek Patricia erg handig om een mentor te hebben, omdat de leraren op school niet altijd even veel tijd hebben om een som goed uit te leggen. Marion geeft aan dat ze Patricia ook helpt met het plannen van haar huiswerk en het aanbrengen van structuur. “In het voortgezet onderwijs krijgen ze veel meer huiswerk dan op de basisschool, dit kan soms lastig zijn”, zegt Marion. Patricia wilde graag een vrouwelijke mentor, het maakte haar niet uit wat de leeftijd was. Ze vond het wel belangrijk dat ze ook een beetje gek kan doen, dus dat ze lekker met elkaar konden lachen. “Ik heb met de mentorcoach een gesprek gehad over mijn hobby’s en mijn interesses en wat voor mentor ik wilde. Daarna werd ik voorgesteld aan Marion.” Marion Hendrikx werkt als bestuursecretaresse in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Ooit is ze begonnen met een studie pedagogiek, de affiniteit met kinderen en jongeren is dus zeker aanwezig. “Dit is gewoon hartstikke leuk”, zegt Marion.
Marion: “Als je zo doorgaat zoals je het nu doet, red jij het met gemak!” “Patricia is heel zeker van zichzelf, ze staat volwassen in het leven en weet heel goed wat ze wil. Daar kan ik nog wel wat van leren, want ik ben nogal een twijfelaar.” En wat nu als straks het mentorprogramma stopt? “Dat zie ik als een uitdaging”, zegt Patricia. “Dan moet ik het alleen gaan doen!” Meer informatie Mia Schoffelen Groenestraat 294 6531 CA Nijmegen
[email protected] www.schoolscoolnijmegen.nl
Mentoring
9
Een match Een goede match tussen mentor en mentee is essentieel voor het slagen van het project. Of het ‘klikt’ is niet altijd te voorspellen. Soms werkt het goed uit als beiden veel gemeen hebben, maar soms werkt het evenzo goed uit als beiden juist erg van elkaar verschillen. De manier waarop een match tot stand komt verschilt van
project tot project. In sommige projecten worden leerlingen bewust aan iemand gekoppeld die bijvoorbeeld dezelfde afkomst of hetzelfde geslacht heeft. In andere projecten hebben deze kenmerken geen koppelingswaarde.
gemeenschappelijke hobby of een zelfde gevoel voor humor. Dit zorgt ervoor dat ze wat te bespreken hebben en samen activiteiten kunnen ondernemen. De voorkeur van de leerling en van de mentor is dus vooral bepalend voor de match.
Enig raakvlak moeten mentor en mentee wel hebben, bijvoorbeeld een
Professionele aanpak Nederland kent veel aansprekende mentorprojecten. In deze publicatie laten we slechts enkele voorbeelden de revue passeren. Projecten kunnen niet zomaar worden gekopieerd; de eigen praktijk moet uitgangspunt blijven bij de ontwikkeling van een project. Een mentorproject is bij uitstek maatwerk. Het organiseren van een mentorproject vereist een professionele aanpak. Om mentoring binnen het onderwijs te laten slagen is het van belang om dit goed te organiseren. Hierbij is het essentieel om een gedeelde visie te hebben binnen de school over de organisatie van het project. Vaak betekent dat aansluiten bij de manier waarop leerlingbegeleiding is georganiseerd. En natuurlijk moet er
belangstelling en draagvlak zijn vanuit het schoolbestuur, want goede afspraken over bijvoorbeeld de financiën zijn een voorwaarde voor succes. Voor het krijgen van draagvlak en zeggingskracht naar buiten dienen de mentoring activiteiten goed gestructureerd te zijn met aandacht voor evaluatie en effectmeting. Maar bovenal is de visie op mentoring van belang, omdat dit voor de instelling een belangrijke drager is van de opvattingen naar medewerkers, leerlingen en ouders. Verder vaart het project wel bij heldere doelstellingen en een doordachte methodiek. De mentoren moeten een goede training en begeleiding krijgen.
Voorafgaand aan de start van een project moet de taakverdeling voor iedereen duidelijk zijn. Kortom, zorg voor een plan van aanpak. Op basis daarvan kan het project geëvalueerd worden. Regelmatig contact tussen mentor, mentee en casemanager (of projectleider) is daarbij een voorwaarde. Misschien heeft het in de steigers zetten van een mentorproject meer om het lijf dan het karakter van een dergelijk project doet vermoeden. Krijgen echter bovengenoemde zaken voldoende aandacht, dan is de kans op succes van een mentorproject groot.
Een gedeelde visie binnen de school over mentoring is essentieel
10
Mentoring
Goal! De gemeente Amsterdam is al langere tijd enthousiast over mentorprojecten. Ze heeft daarom Radar Advies, dat al verschillende mentorprojecten heeft ondersteund, gevraagd een programma uit te voeren dat zorgt voor de borging van de kwaliteit in de verschillende projecten. Het resultaat is Goal!, een mentorprogramma dat nu loopt op zo’n 35 Amsterdamse scholen, welzijns- en jeugdzorginstellingen. Omar Ramadan is projectleider van Goal! en vertelt dat ze nu samenwerken met zo’n 35 instellingen die met mentoring aan de slag willen gaan of al bezig zijn. “We gaan een samenwerkingsverband met de instelling aan. Dit betekent onder andere dat wij zorgen voor getrainde mentoren en de instelling zorgt voor werving van de jongeren en de begeleiding van mentoren.”
niet klakkeloos alle voorkeur van iedereen inwilligen. Je moet bijvoorbeeld niet een ruige jongen van begin twintig koppelen aan de relaxte mentor waar hij om vraagt.” De mentees zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben. Sinds mei 2004 zijn er in Amsterdam 3.000 jongeren aan een mentor gekoppeld. De jongere en de mentor hebben wekelijks contact.
Bij de start van het mentoraat tekent de jongere een trajectplan met zijn of haar mentor. Daarmee wordt de intentie uitgesproken om het traject te laten slagen. Aan het einde van het mentoraat wordt samen met de mentor bekeken of de beoogde doelen zijn behaald. Opvallend Het project Goal! heeft zijn eigen nieuwsbrief. Meer informatie Omar Ramadan Radar Advies
[email protected] www.goal.amsterdam.nl
Doel Voorop staat dat de jongeren ondersteund worden bij het ontwikkelen van hun toekomstplannen. Wat wil ik van mijn leven maken en wat moet ik daarvoor doen? Goal! kan echter ook voor andere doeleinden ingezet worden. Vaak begeleiden de mentoren de jongeren ook bij wat minder zichtbare problemen, bijvoorbeeld bij het vergroten van hun zelfvertrouwen of het verbeteren van hun omgang met anderen. Mentoren en mentees “Iedereen die positief in het leven staat kan mentor worden”, zeg Omar Ramadan. “Wij vinden het belangrijk dat er een leeftijdsverschil van minimaal vijf jaar tussen de mentor en mentee zit. Het gaat uiteindelijk om coaching en dat vraagt dat de mentor het goede voorbeeld kan geven en mogelijk als rolmodel fungeert. Goede matching is daarbij essentieel, je kunt
Goede matching is essentieel, je kan niet klakkeloos alle voorkeur van iedereen inwilligen
Mentoring
11
Spectrum biedt ondersteuning Wilt u aan de slag met dit thema of bent u al begonnen en wilt u een verdiepingsslag maken? Spectrum heeft expertise op dit terrein en is betrokken bij de implementatie van mentoring op diverse Voortgezet Onderwijsscholen in Gelderland. Spectrum kan u ondersteunen op de verschillende thema’s die horen bij een
mentorproject, bijvoorbeeld door samen met u na te denken over de visie, het doel van het mentorproject en de meest geschikte vorm van mentoring. Verder kan Spectrum helpen bij het implementeren van het project binnen uw eigen organisatie, of lopende projecten voor u evalueren.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jaap Terpstra T (026) 384 6311 E
[email protected]
Colofon Tekst Ellen Beltman, Jaap Terpstra, Jorike Smeitink Eindredactie Renkse Valk, John Smeets
Spectrum CMO Gelderland Postbus 8007 6880 CA Velp T (026) 384 62 00 E
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl
Fotografie Novy Print en anderen Ontwerp en lay-out van arendonk ontwerpers Druk drukkerij Roos en Roos december 2009 Niet alle jongeren op de foto’s hebben te maken met mentoring.
12
Mentoring