Samenwerking met bedrijven helpt deeltijds lerende jongeren vooruit
Werk maken van de brede school is talenten gelijke kansen geven Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap streeft bij iedereen totale persoonlijkheidsontwikkeling, maximale leerwinst, maatschappelijke verantwoordelijkheid en individueel welbevinden na. Om dit te bereiken, zet het GO! in op talenten. Elk talent in Vlaanderen en Brussel moet de kansen krijgen om ontdekt te worden en zich te ontplooien. Alle talenten moeten ook dezelfde instrumenten krijgen, zodat zij zich op een gelijke wijze kunnen ontwikkelen. Het onderwijs moet de meest uiteenlopende verwachtingen kunnen inlossen in verband met milieuzorg, verkeerseducatie, kunst- en cultuureducatie, gezondheidseducatie, de doorstroming naar vervolgonderwijs, naar de arbeidsmarkt en zo meer. Daarom moeten scholen de talenten van hun leerlingen/cursisten ontdekken, prikkelen en in de meest ideale omstandigheden laten ontwikkelen. Maar zij mogen hier niet alleen in staan. Ze moeten samenwerken met plaatselijke initiatieven, zodat kinderen, jongeren én volwassenen een ruime waaier van leef- en leerervaringen kunnen opdoen. Dit samenspel maakt hen tot brede scholen. Jongeren die kiezen voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs engageren zich voltijds voor een stelsel van leren en werkplekleren, door het ‘leren’ in een centrum voor deeltijds
onderwijs te combineren met een persoonlijk ontwikkelingstraject, een voortraject, een brugproject of arbeidsdeelname (er zijn allerlei arbeidsovereenkomsten mogelijk). Elke jongere moet uiteindelijk met een kwalificering op de arbeidsmarkt terecht kunnen komen. Daarom maakt het GO! werk van trajectbegeleiding die naadloos leer- en werktraject inpast in een loopbaantraject. Wij zorgen ook voor voldoende en kwaliteitsvolle werkervaringsplaatsen voor leerlingen en leraren. Daarvoor werken wij graag samen met de bedrijfswereld.Samenwerking met de bedrijfswereld brengt leerkrachten en leerlingen in contact met levensecht leermateriaal. Beide werelden komen dichter bij elkaar en de leerlingen krijgen meer kansen op een succesvolle loopbaanstart. De jongeren kunnen zich bovendien een concrete voorstelling maken van de verschillende sectoren en beroepstakken. Het samenspel tussen de beroepgerichte vorming in het onderwijs en het werkplekleren zorgt ervoor dat zij de competenties ontwikkelen die ze nodig hebben om een beroep te kunnen uitoefenen. Kortom, de kwaliteit van het deeltijds beroepssecundair onderwijs vaart er wel bij en het beroepsleven kan beschikken over goed opgeleide werknemers. De belangstelling van bedrijven en sectororganisaties voor samenwerking met het GO! blijft groeien en neemt verschillende vormen aan. Dat is een goede zaak. Maar wij willen nog meer bedrijven warm maken om met ons samen te werken. Met deze brochure hopen wij de deur te openen naar een boeiend en succesvol partnerschap met uw bedrijf. Elk initiatief dat de kansen van onze leerlingen en de kwaliteit van ons onderwijs bevordert, nemen wij met beide handen aan. Raymonda Verdyck afgevaardigd bestuurder
Werken én leren!
Ali, leerling Spectrumschool Deurne:
Jongeren kunnen ervoor kiezen om deeltijds te werken en te studeren. Ze krijgen op die manier werkervaring en leren daarnaast nog bij op school, wat vaak een ideale combinatie is. Ook voor bedrijven biedt dit een meerwaarde. Zij kunnen jonge werknemers vertrouwd maken met het werk. Via school worden hun competenties nog aangescherpt. Na hun opleiding zijn ze klaar voor het beroepsleven en hebben ze bovendien al concrete werkervaring. Er bestaan verschillende formules waardoor het mogelijk is een traject op maat uit te werken. En bedrijven kunnen rekenen op ondersteuning via de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs.
,,Op mijn zeventiende zat ik nog steeds in het derde middelbaar BSO. Ik ging praten met iemand van het deeltijds onderwijs. Ik zou het leren kunnen combineren met een tewerkstelling en zo mijn vak meer al doende en op de werkvloer kunnen leren. Ik zou de kans hebben om naast mijn certificaat als loodgieter ook nog mijn diploma te behalen. Tegelijkertijd zou ik ook geld kunnen verdienen - belangrijk omdat ik vlug op mijn eigen benen wil staan. Wat ik zo bijzonder aan het deeltijds vind is de andere manier waarop leerlingen en leerkrachten met elkaar omgaan. Er wordt echt geluisterd naar mij. Dankzij mijn trajectbegeleider heb ik een baas gevonden die mij een kans wil geven. Mijn baas weet dat ik nog veel moet leren. Voor hem is het vooral belangrijk dat ik wil werken en dat hij op mij kan rekenen. Ik werk als sanitair monteur bij een kleine onderneming. Ik plaats badkamers, ik repareer kapotte leidingen, ik leer ketels plaatsen, ik kan verwarmingselementen plaatsen en nog zoveel meer. Het is een zwaar beroep maar ik doe het graag. Mijn baas heeft me veel geleerd. Hij zegt dat hij liever heeft dat ik het duizend keer vraag dan dat ik verder blijf sukkelen. Ik heb ook geleerd dat het heel belangrijk is om te verwittigen als je te laat komt of als je ziek bent. Een baas rekent op je. Als ik op het einde van dit jaar mijn certificaat haal dan mag ik voltijds gaan werken bij mijn baas. Dan ben ik vertrokken!”
Het deeltijds beroepssecundair onderwijs richt zich naar jongeren vanaf 15-16 jaar tot 25 jaar. Per week volgen ze op school 15 lestijden. Daarnaast gaan ze op de werkvloer aan de slag. Deze jongeren moeten in totaal een engagement van minstens 28 uur per week aangaan. Begeleiding is cruciaal en draagt ertoe bij de kansen op slagen zo sterk mogelijk te maken. Jongeren kunnen een attest van verworven competenties behalen, een deelcertificaat van een module, een certificaat van een opleiding, het getuigschrift van de tweede graad, het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad en het diploma secundair onderwijs. Sonja Wellens, trajectbegeleider Spectrumschool Deurne: ,,Wanneer een jongere aan de opleiding begint, is er een uitgebreide intake, samen met de leerling en ouders zoeken we naar de opleiding die het beste past. Daarna begint een periode van twee weken screening om een realistisch individueel leertraject uit te stippelen. Er moeten wederzijds vertrouwen, veiligheid en respect zijn. Een sterke begeleiding is belangrijk. De jongeren krijgen een opleiding die hen in staat moet stellen een vak te leren en de nodige certificaten te halen zodat ze volwaardige werknemers kunnen worden. Ze krijgen ook algemene vorming waardoor ze in hun latere leven steviger in hun schoenen staan. En er is ondersteuning en begeleiding naar en op de reguliere arbeidsmarkt. Een goede teamwerking is essentieel, de leerling staat centraal.”
Begeleiding is cruciaal Om jongeren zoveel mogelijk perspectieven te bieden, is er in goed uitgewerkte begeleiding voorzien. Dit staat centraal in de werking van de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs. Het is een cruciale factor, er hangt heel veel van af. De begeleiding is individueel en intensief. Het opzet is jongeren meer kansen op duurzame werkgelegenheid te bieden, en ook om hun maatschappelijke participatie te vergroten. Sommige jongeren hebben het moeilijk om meteen in een onderneming aan de slag te gaan, soms is eerst wat voorbereiding nodig. Hiervoor kunnen ze terecht in doelgerichte programma’s; er zijn voortrajecten en brugprojecten mogelijk. Voortrajecten zijn gericht op het ontwikkelen van voldoende basisattitudes, op het versterken van de motivatie om te leren en om in de samenleving actief te zijn, en op het leren maken van keuzes. Tim Deneire, voortrajectbegeleider in Nieuwpoort en Oostende: ,,Via trajectbegeleiders verneem ik steeds weer dat deeltijds leren, om succesvol te zijn, een voltijds engagement van de jongere vraagt. De voortrajecten van PROFO vzw zijn geen universele oplossing om dit voltijds engagement voor élke jongere waar te maken, maar ze kunnen wel een belangrijke bijdrage leveren. Voor sommige jongeren liggen de oorzaken van werkloosheid bij hen zelf: gebrek aan arbeidsattitudes en -vaardigheden, demotivatie… Onze voortrajecten richten zich daar specifiek op. Ze zijn zeer verscheiden, zowel qua inhoud als naar vorm. We gebruiken activerende me-
thodieken, en soms zoeken we uitdagende activiteiten. In Nieuwpoort en Oostende wordt een zeiljacht in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Jongeren leren daardoor dat structuur en samenwerking zeer belangrijk zijn. Voor je een boot ontmantelt, moet je echt wel eerst elk stukje en onderdeel in een inventaris registreren, je moet foto’s maken, je moet samenwerken en je aandacht bij je opdracht houden… Het zijn allemaal attitudes en vaardigheden die bij het zoeken naar werk erg goed van pas komen. We houden de jongeren gemotiveerd door met hen een zeiltochtje te maken of bieden hen een andere vorm van ontspanning. We houden altijd voor ogen dat voortrajecten een eerste schakel moeten zijn in een arbeidsmarktgericht traject. Jongeren voorbereiden op de reguliere arbeidsmarkt is het ultieme doel.” Brugprojecten helpen jongeren die graag willen werken, daartoe de nodige attitudes en vaardigheden te ontwikkelen. Ze zijn zinvol voor jongeren die nood hebben aan extra opleiding en bemiddeling, en aan gestructureerde opvang en begeleiding. Op die manier worden ze klaargestoomd voor de reguliere arbeidsmarkt. Sommige jongeren kampen met multicomplexe problemen. Zij kunnen gebruikmaken van persoonlijke ontwikkelingstrajecten in centra voor deeltijdse vorming. Hilde Theunissen, KTA II Hasselt: ,,De laatste schooljaren is er duidelijk een kentering bij het invullen van de niet-lesdagen. De jongeren zijn verplicht om een voltijds engagement aan te gaan. Zowel ouders als jongeren beseffen dat dit strikt wordt opgevolgd. Er is eerst een screening op school en een intakegesprek met de jongere. De resultaten worden besproken met de trajectbegeleiders en leerkrachten. We gaan na welke trajectfase het meest geschikt is en stellen een aantal werkpunten op. Dit wordt met de jongere besproken. Het is belangrijk dat de jongeren weten waarom we een keuze maakten. In voortrajecten is de sfeer gemoedelijk. Hier is plaats om plezantere dingen te doen. Maar er gelden regels. Op tijd komen, samenwerken, doorwerken, initiatief nemen, beleefd blijven, gepast reageren, aanwezig zijn, verwittigen indien ze ziek zijn… De basisattitude die het meeste aandacht vergt, is en blijft stiptheid in de brede zin van het woord. Ook aan sociale vaardigheden en arbeidsattitudes besteden we veel aandacht. De meerwaarde van het voortraject is de regelmaat die jongeren krijgen: op tijd naar school, op tijd naar het voortraject. Dit is toch wel een basis om
aan het werk te kunnen gaan. Sommige jongeren gaan eerst naar het voortraject en daarna pas naar een brugproject. Anderen zijn onmiddellijk klaar om een brugproject te doen. De meerwaarde is dat jongeren hier echt werkervaring opdoen. Ze kunnen aan den lijve ondervinden wat werken is, in een echte werksituatie, met echte collega’s. Ook hier blijven stiptheid en sociale vaardigheden zeer belangrijk. De werkplekbegeleider geeft bovendien persoonlijke opvolging. Dankzij de brugprojecten heeft een aantal jongeren soms voor het eerst een succeservaring, wat alleen maar bijdraagt aan de persoonlijke ontwikkeling.”
Industrieel leercontract (ILC)
Statuten
Met een industrieel leercontract engageert de werkgever zich om jongeren 6 tot 24 maanden op de werkvloer op te leiden. De paritaire leercomités hebben een centrale rol: zij stellen een leerreglement en leercontract op, en organiseren de eindproeven voor de jongeren. De paritaire leercomités zijn ook bevoegd om bedrijven te erkennen. Dat is nodig om met industriële leercontracten te kunnen werken. De trajectbegeleider van het centrum voor deeltijds beroepsonderwijs en de opleidingsverantwoordelijke van het bedrijf stellen samen een individueel opleidingsschema voor, op maat van de jongere. Zijn vorderingen worden bijgehouden in een opleidingsplan alternerend leren. Dat bewaart het bedrijf.
Er zijn verschillende manieren om een jongere aan het werk te zetten.
Marc Vanpeteghem, Lecot NV Oudenaarde (metaalwaren):
Deeltijds arbeidscontract Elke onderneming kan een jongere een deeltijds arbeidscontract van bepaalde of onbepaalde duur aanbieden. De jongere krijgt een minimumloon, afhankelijk van de sector waarin hij werkt en van zijn leeftijd. Er gelden dezelfde rechten en plichten als voor andere werknemers. Carine Van Holsbeke, KTA I Aalst: ,,Vooral in de verkoop en in kleinere bedrijven wordt met deeltijdse arbeidscontracten gewerkt. De leerlingen krijgen twee dagen per week school. De rest van de week zijn ze op de werkvloer aan de slag, minstens 15 uur, maximum 23 uur. De combinatie is prima, het draagt bij aan de motivatie van de leerlingen. Eerst gaan we enkele dingen na, zoals hun attitudes. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat ze beseffen dat ze op tijd moeten komen. Ook raden we hen aan om het telefoonnummer van de werkgever steeds bij de hand te hebben zodat ze snel kunnen verwittigen wanneer ze ziek zijn. Met een test gaan we na of ze bereid zijn gezag te aanvaarden en of ze met kritiek kunnen omgaan. Uiteraard peilen we of ze de nodige praktische vaardigheden meester zijn. Deze gegevens bespreken we met alle collega’s. Er wordt voor iedere jongere een traject op maat uitgestippeld, dat bepaalt onder meer wat hij allemaal moet leren. We hameren er bij de bedrijven op dat er begeleiding moet zijn. Samen met de begeleider in het bedrijf evalueren we de voorbije periode zodat er snel kan worden bijgestuurd.”
,,In korte tijd werd de werkdruk in ons filiaal in Oudenaarde te groot voor twee personen. Er werd een jongere aangeworven onder het stelsel deeltijds leren uit de opleidng Magazijnier-goederenbehandelaar. Wat stiptheid en voorkomen betreft hadden wij absoluut niets aan te merken, in de dagelijkse omgang was de jongen wel heel stil. Hij leerde stap voor stap een aantal zaken die in onze firma tot het takenpakket behoren en die aansloten bij zijn opleiding. Knelpunten waren echter zijn grote terughoudendheid en geringe interesse in het product. Hij maakte zijn twee eerste jaren met succes rond, onlangs echter haakte hij zelf af om per-
soonlijke redenen. Dat er voor deze jongeren doorgroeimogelijkheden zijn bij Lecot NV werd onder meer aangetoond in het filiaal van Gentbrugge. Daar evolueerde een deeltijdse leerling eerst tot prima verkoper, nu is hij vertegenwoordiger! Anderen zijn baliemedewerker geworden, nog anderen deden werkervaring op, tegenwoordig zéér belangrijk bij het solliciteren. Zeer recent is er een nieuwe jongere gestart bij Lecot Oudenaarde. Belangrijk vind ik daarbij dat het duidelijk is voor de jongere waarom een taak op deze of gene manier uitgevoerd moet worden. Een ander aandachtspunt is het aanwakkeren van de interesse in het product en de activiteiten van de firma. Lecot NV heeft een assortiment van 40.000 producten voor de aannemer, van een simpele nagel over machines tot veiligheidskledij. Gaandeweg zal hij de producten leren kennen en indien zijn vorderingen en sociale vaardigheden het toestaan zal hij klanten kunnen bedienen, kortom, hij zou een volwaardige polyvalente medewerker kunnen worden. De administratieve kant valt heel goed mee. Vanaf de start moet er een aanwezigheidslijst bijgehouden worden en wordt er een takenpakket opgesteld door de begeleider in de firma. Veranderingen in dat takenpakket moeten worden meegedeeld aan de school. Verder komt er in de loop van het schooljaar regelmatig een leraar op het bedrijf voor een gesprek over de vorderingen van de jongere. Voor ons is het een goede zaak.”
Contract individuele beroepsopleiding (IBO) Een individuele beroepsopleiding biedt een jongere opleiding en training op de werkvloer. De VDAB bepaalt hoe lang dat duurt, gaande van 1 tot 6 maanden. Onder meer het opleidingsplan van de werkgever speelt hierbij een rol. Als de jongere de opleiding met succes volgt, krijgt hij van de werkgever een contract voor onbepaalde duur. De werkgever is hiertoe verplicht. www.vdab.be Lode Brouckaert, KTA Brugge: ,,Onze leerlingen werken met een IBO onder meer bij kappers, in de horecasector enzovoort. VDAB bepaalt de termijn, doorgaans gaat het om drie tot zes maanden. Als er problemen opduiken, wordt zo snel mogelijk naar een oplossing gezocht, begeleiding blijft cruciaal. We hameren er ook op bij de werkgever dat het om jongeren in opleiding gaat, dus dat het nodig is hen op de werkvloer te ondersteunen. Het grote voordeel is dat de leerlingen daarna een
contract van onbepaalde duur krijgen, wat motiverend is.”
Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) Dit contract stemt overeen met het industrieel leercontract, maar is bedoeld voor specifieke publieke werkgevers. De jongere krijgt tijdens de leerwerkopleiding een leervergoeding. De volgende werkgevers kunnen een beroepsinlevingsovereenkomst sluiten: op Vlaams niveau: • departementen en intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid • intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid • publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen (kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003) op provinciaal en lokaal niveau: • provincies en gemeenten • intergemeentelijke samenwerkingsverbanden • ocmw’s • ocmw-ziekenhuizen • autonome gemeente- en provinciebedrijven Suleyman, leerling Spectrumschool Deurne: ,,Ik heb ik een BIO bij de Lijn en werk er drie dagen per week in het houtatelier. Ik verdien niet het loon van een gewone werknemer, maar word nog opgeleid. Ik heb een heel goede begeleider op de werkvloer. Bij hem kan ik altijd terecht. Ik leer veel bij op het werk. De opdrachten die ik uitvoer variëren. Het lukt best om met de andere werknemers samen te werken, ook al is dat niet altijd gemakkelijk. Mijn collega’s moeten openstaan voor mijn tekortkomingen want ik heb nog veel moeten leren. BIO is een contract dat speciaal voor bedrijven van de overheid is uitgewerkt. Als je vast wil beginnen moet je examens afleggen. Na mijn opleiding zoekt mijn trajectbegeleider samen met mij naar een andere job. Dat is geen eenvoudige opdracht in tijden van crisis. Ik hoop dat het lukt. Ik leerde heel veel. Niet alleen werken, maar ook mens worden. Ik leerde me een weg te banen in het leven en andere mensen ook graag te zien, ongeacht hun kleur, hun afkomst en hun verleden. Ik redde ooit een mevrouw van de verdrin-
kingsdood. Het krantenartikeltje hangt in de hal van de school. Ze zijn fier op mij. En ik op de school.”
Thuishelper De jongere mag in het familiebedrijf aan de slag gaan, weliswaar naast zijn lesdagen. Het moet gaan om een eenmanszaak, dus het mag geen nv, bvba of vzw zijn. Voorwaarde is dat er een familiale band met de zaakvoerder is: vader en zoon of broer en zus. Als de verwantschap een verdere graad heeft, bekijkt RSZ of het statuut wordt toegekend. Een loon wordt niet uitgekeerd. Timmy Sterckx (17), leerling KA Schaarbeek: ,,Ik volg de opleiding kermiswerker. We hebben een klein klasje, dat is heel prettig. Onze opleiding loopt alleen in de winter, van maandag tot donderdag. Dit jaar stoppen de lessen op 11 februari, daarna kunnen we mee van kermis naar kermis reizen. Op school krijgen we onder meer bedrijfsbeheer zodat we ons later zelfstandig kunnen vestigen. Dat zou ik graag doen, vraag is of het haalbaar is, want dan heb je een groot budget nodig. Het is dus nog afwachten hoe dat zal lopen. Op school krijgen we ook praktische vakken zoals elektriciteit en mechanica, we leren lassen enzovoort. Mijn ouders zijn foorkramers en hebben twee eendjeskramen en een lambada. Ik groeide op in die wereld. In de winter gaat alle aandacht naar het opknappen van de attracties. Ik help mee met het schuren en schilderen. De combinatie van werken en school vind ik prima, het is leuk om op die manier je toekomst goed te kunnen voorbereiden. Het liefst ben ik aan de slag op de kermis. Uit ervaring weet ik dat het om een zware job gaat, we moeten immers hard werken. We zijn vaak heel druk bezig in het weekend en tot ’s avonds laat. Maar op elke kermis zie ik weer andere vrienden terug, de sfeer is heel leuk.”
Interimcontract Hier gaat het om een klassieke overeenkomst tussen het bedrijf, het interimkantoor en de jongere. De regels van uitzendarbeid zijn dezelfde. Maria Bruno, Esso Bruno: ,,Voor de jongeren biedt deze formule het voordeel dat ze zich langzaam kunnen inwerken. Maar ook voor ons biedt het voordelen. Wij krijgen de kans om karweitjes te doen waarvoor we anders te weinig tijd hebben, zoals het proper maken van de rekken. We blijven altijd in de buurt van de jongere. Stap voor stap krijgen ze meer verantwoordelijkheid. Begeleiding is heel belangrijk, daar besteden we veel energie aan. Ook de school volgt dit heel goed op, bij problemen is er een overleg. Klantvriendelijkheid, de manier waarop ze praten, een verzorgd voorkomen, kauwgom: het zijn aandachtspunten. Soms lijk ik streng, maar de jongeren begrijpen dat dit met de beste bedoelingen is. Ik merk ook dat ze eigenlijk blij zijn met de structuur die hen hier wordt geboden. Soms hebben ze goede ideeën waar ik nog niet aan dacht, dan laat ik mijn appreciatie blijken. Hier zijn zeker ook doorgroeimogelijkheden. We hebben een van de jongeren nu een beter contract gegeven. Hij heeft de capaciteiten om later een eigen zaak te beginnen. Soms loopt er nog iets mis. Het lukt hem niet altijd om verstandig met zijn verdiende geld om te gaan. Vaak gaat het om het geven van advies en goede raad. We leren hen immers ook een stukje volwassen te worden.”
Adressen Onze centra deeltijds onderwijs KTA Herentals Menenstraat 21, 2200 HERENTALS T 014 21 27 79 Spectrumschool Deurne Ruggeveldlaan 496, 2100 DEURNE T 03 328 03 60 KTA Heist Op Den Berg Molenstraat 19, 2220 HEIST O/D BERG T 015 24 17 23 Spoor 5 Nekkerspoelstraat 74, 2800 MECHELEN T 015 55 55 61 KA Leuven Redingenstraat 90, 3000 LEUVEN T 016 31 97 19 KA Schaarbeek Groenstraat 260, 1800 VILVOORDE T 02 251 41 87 KA Overpelt Laarbemdeweg 15, 3581 BEVERLO T 011 60 67 38 KTA II Hasselt Vildersstraat 3, 3500 HASSELT T 011 87 36 83 KTA I Aalst Welvaartstraat 70, 9300 AALST T 053 81 06 81 KA Oudenaarde Bergstraat 36, 9700 OUDENAARDE T 055 39 04 20 KA St.Niklaas Noordlaan 32, 9100 ST.NIKLAAS T 03 760 96 09
Vragen? Neem dan zeker contact op met een van de centra of met Rita Beckers GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Alhambragebouw Emile Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel
[email protected] 02 790 96 58 - 0499 55 54 68
KTA Brugge Jakobijnessenstraat, 8000 BRUGGE T 050 47 11 57 KTA Heule Pastoor De Beirstraat 7, 8860 LENDELEDE T 051 31 85 20 KTA De Panne Arsenaalstraat 20, 8620 NIEUWPOORT T 058 62 44 90 KTA1 Oostende Ieperstraat 5, 8400 OOSTENDE T 059 70 77 50 Maritiem Instituut Mercatorlaan 15, 8400 OOSTENDE T 059 70 40 19
Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap streeft naar maximale, gelijke onderwijskansen. Elke persoon is een unieke persoonlijkheid met specifieke interesses en ambities en moet zich intellectueel en creatief kunnen ontplooien. Onze 1000 scholen en instellingen maken hier werk van voor om en bij de 300.000 leerlingen en cursisten. Werken aan de ontwikkeling van elke persoonlijkheid, aan harmonie in diversiteit en aan verantwoordelijkheid ten aanzien van anderen is het doel waarvoor 32.000 medewerkers zich dagelijks engageren. Het GO! vormt verdraagzame, respectvolle, positief kritische, mondige, verantwoordelijke, geëngageerde, creatieve, zelfstandige, sociale en leergierige persoonlijkheden.