MEDISCH CONTACT OFFICIEEL O R G A A N V A N DE K O N I N K L I J K E NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ T O T BEVORDERING DER GENEESKUNST
VAN „PARANORMAAL" NAAR „PRAKTIZEREND*' De Nederlandse Werkgroep van Paranormale Genezers (N.W.P.) heeft een bekendmaking rondgezonden, waarin zij bericht dat bij besluit van haar op 29 mei I.I. gehouden ledenvergadering de naam is gewljzigd in Nederlandse Werkgroep van Praktizerende genezers. Die wijziging heeft blijkens dit rondschrijven tot motief, dat het woord ,,paranormaal" door velen wordt gebruikt of opgevat voor verschijnselen van occulte, metafysische, mystieke, buitenzintuigeiljke of bovennatuurlijke aard, met weike verschijnselen de N.W.P. — de initlalen zijn gehandhaafd! — zich volgens haar zeggen niet bezighoudt. De huip en
INHOUD 206 JAARGANG
—
25 JUNI 1965 —
N O . 25
Van ,,paranormaal" naar ..practizerend" De 68e Deutsche Aerztetag in Berlijn Nieuwe verpleegstersschool t e A m e r s f o o r t ... De groei van de Groninger Universiteit De ..Internationale Hospital Federation" Medisch Contact met de tropen Universitaire berichten : Portret van een toekomstmens Besnnettingsgevaar v o o r t.b.c. door buitenlandse arbeidskrachten Wagen o v e r a p a r t e s p r e e k u r e n fondspatienten Chirurgie van vandaag en morgen Wan de L.H.V.: Vierde lijst apotheekrijpe gebieden Uit d e afdelingen Personalia Ingezonden \/aria
503 505 507 508 510 514 515 515 516 516 517 518 518 519 520 521
Hoofdredacteur: C. L. van Woelderen. Redactie-secretaris: J. J. van Ivlechelen, Colofoom op bladzijden 622.
genezlngen, weike door de leden-genezers van deze groepering worden verricht, acht de N.W.P. — aldus het rondschrijven — van zuiver natuurlijk karakter; zij acht het volstrekt onjuist hieraan — dus aan die hulp en die genezingen — een parapsychologische betekenis of -verklaring te hechten. Leest men dit rondschrijven verder, dan blijkt deze naamswijziging — als gezegd: met behoud van de tot nu toe gebruikelijke initiaien — ook van nuttig effect te v^orden geacht om langs een E.E.G.-weg vaste voet onder de grond te krijgen, want het woord ..praktizerend", zo wordt aangevoerd, geeft aansluiting aan de in het buitenland reeds ingeburgerde naam voor niet medlsche-genezers. De N.W.P. is, zo zegt zij, aangesloten bij de ,,genezers-organisaties" der E.E.G.-landen en die organisaties zijn doende eenheid te bereiken in de voorschriften voor de praktijk-uitoefening, de opieiding en de examens, de controle en het onderzoek der therapeutische resultaten, zulks met het oog op de vestigingsvrijheid voor deze beroepen, bepaald door artikel 57 van het Verdrag van Rome". # ** Vooreerst tot zover. Dat „velen" het woord paranormaal interpreteren als occult, bovennatuuriijk e.d., kortom aan het paranormale een parapsychologische betekenis of verklaring hechten, hetgeen een denkfout van deze ,,velen" is, meet dan wel in hoge mate in de hand zijn gewerkt door deze werkgroep zelf, die sinds 1948 het woord ,,paranormaar' in haar vaan voert. Om de ,,velen" nu voor deze denkfout te behoeden, gaan de paranormale genezers zich — hoe zorgzaam! — praktizerende genezers noemen. Dat heeft dan 503
tevens het nuttig effect van een naamaansluiting by de ,,genezers-organisaties" binnen de E.E.G. en met het oog op, zoals het rondschrijven zegt, de vestigingsvrijheid van deze beroepen, bepaald door artikel 57 van het Verdrag van Rome. Nu lijkt ons dat een interpretatie van genoemd artikel, waarbij aan de strekking daarvan door de paranormale genezers een ten minste zo onjuiste betekenis wordt gehecht als zij beweren dat ,,velen" aan het begrip paranormaal doen. Dat artikel * heeft met de vrijheid van vestiging en de daarvoor te stellen regelen wel lets anders op het oog dan bijvoorbeeld de Duitse Heilpraktiker uit hoofde van de E.E.G.-relatie in de naaste toekomst toe te staan op Nederlands grondgebied werkzaam te zijn en diensvolgens — zo zien het blijkbaar de paranormale genezers — dan ook hen maar op hun vaderlandse bodem vrijelijk hun gang te laten gaan. Artikel 57 is niet zonder meer een vrijbrief om in de landen van de E.E.G. bezigheden te gaan toelaten, weike in sommige dezer landen wel. In andere niet zijn toegestaan. Dat de paranormale genezers langs de E.E.G.-weg een streven wlllen ontwikkelen om nationaal hun bedrijvigheden wettelijk toelaatbaar te krijgen, is een andere zaak, doch in artikel 57 van het Verdrag van Rome een wondermiddel daartoe te zien lijkt wat prematuur. Met dat al kan de nieuwe benaming ,,praktlze-
* Artikel 57 van het Verdrag van Rome luidt: 1. Teneinde de toegang tot werkzaamhed'en, anders dan in loondienst, en de uitoefening daarvan te vergemakkelijken, stelt de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering, tijdens de eerste etappe met eenparigheid en daarna met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, rlchtiijnen vast inzake de onderlinge erkennlng van diploma's, certificaten en andere titels. 2. Met hetzelfde doel stelt de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering, voor de afloop van de overgangsperiode richtlijnen vast inzake de coordinatie van de wettelijke en bestuurlijke bepalingen der Lid-Staten betreffende de toegang tot werkzaamheden, anders dan in loondienst, en de uitoefening daarvan. Eenparlgheid van stemmen wordt vereist voor die onderwerpen weIke tenminste in een der Lid-Staten bij de wet zijn geregeld en eveneens voor maatregelen weIke betrekking hebben op de bescherming van de besparingen met name op de kredietverlening en op het bankwezen, en op de voorwaarden waaronder in de verschillende Lid-Statert de geneeskundige, paramedische en farmaceutische beroepen worden uitgeoefend. In alle overige gevallen besluit de Raad tijdens de eerste etappe met eenparigheid en vervolgens met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. 3. Wat de geneeskundige, paramedische en farmaceutische beroepen betreft, zai de geleidelijke opheffing van de beperkingen afhankelijk zijn van de coordinatie van de voorwaarden waaronder zij in de verschillende Lid-Staten worden uitgeoefend.
504
BITTERE PIL In Los Angeles, zo berlchtte Het Vaderland, is een merkwaardig „alimentatieproces" begonnen tegen een apotheker, die door een vergissing ongewild de ,,geestelijke vader" van de baby van het gezin Pearson is geworden. Hij leverde de 40-jarige mevrouw Pearson namelijk slaaptabletten in plaats van de op haar recept vermelde contraoeptieve plllen. De gevolgen bleven niet uit en het echtpaar Pearson eist nu 10O.00O dollar schadevergoeding van de apotheker voor de helemaal niet in het gezinsbudget opgenomen baby. Volgens de dagvaarding zijn de Pearsons economisch en psychologisch niet in staat en bereid om dit kind groot te brengen.
rende genezers" natuurlijk bij de eenvoudigen van geest weer geheel andere, mogelijk zelfs nog kwalijker misverstanden wekken dan de betiteling ,,paranormale genezer" onzes inziens nimmer, doch volgens de N.W.P. bij ,,velen" heeft gewekt. * Nog een ander punt in dit rondschrijven van de nu niet meer zich paranormale, doch praktizerend noemende genezers: het juridlsch beheersorgaan van de N.W.P., de stichting Centraal Bureau N.W.P. zaI als ondertitel gaan voeren: ,,Centraal Bureau voor Natuurlijke Geneeswijzen". De paranormale genezers, aan een kant beducht voor huns inziens onjuiste betekenissen, weIke aan sommige woorden worden gehecht, schromen niet aanduidingen te introduceren, waarbij de mogel ijkheid tot onjuiste interpretatie nogal voor de hand schijnt te liggen. Met de introductie van dat ,,natuurlijke" tonen zij zich tamelijk cameleontisch. Het zaI de taak van de nieuwe voorzitter van de praktizerende, voorheen paranormale genezers zijn allerlei dreigende misvattingen bij het publiek, zoals wij vrezen dat zich kunnen gaan voordoen, te voorkomen. Dienaangaande kan men echter gerust zijn, want het presidium van de N.W.P. is thans toevertrouwd aan een op voorhand ongetwijfeld als zeer serieus te kenschetsen figuur, te weten pastoor Jacques V. F. Mullenders te Wahwiller. Althans meergenoemd rondschrijven spreekt van Wahiwiller. Het aardrijkskundig woordenboek van K. ter Laan gewaagt van Waalwiler, dat weleer Wahlwiler en ook wel Waalwyire heette, een dorpje onder Wittem ten oosten van Gulpen aan de weg naar Vaals.
ELECTRISCHE
BEDIENING V A N U I T J J W SPREEKKAMER
VjGEEN GEHOOR BAVAK*DENHAAG LAAN V A N M E E R D E R V O O R T 1495 T E L E F O O N 0 7 0 - 3 6 2 9 1 4
B E W E G r N G S L E E R CESAR Opvoeding tot
harmonische lichaamsbeheersing Correctie van houdingsafwijkingen bewegings- en ademhalingsstoornissen Bewegingstherapie voor afwijkingen van neuroiogische aard Gymnastiek voor a.s. en jonge moeders
Laat maar bellen, dokter! U kunt rustig weggaan, want een ieder kan per telefoon horen, wanneer U terugkomt of wie er voor U waarneemt. Laat G R A E T Z op U w TELEFOON passen... en de boodschappen aannemen.
Secretariaat Vereniging Bewegingsleer Cesar: Badhuisstraat 25, Haarlem.
Alle telefoontjes worden met Uw eigen stem beantwoord en . . . als U w i l t . . . kunnen ook vragen of mededelingen op Uw bandrecorder of dikteerapparaat worden vastgelegd.
wekker tegen enuresis nocturna Literatuur: E. Pereira d'Olivelra (1961) Enuresis nocturna behandeld volgens de wekkermethode. Ned. T. Geneeek. 105, 867. Deze reeds jaren bekende methode (wekken d.m.v. een belsignaal) wordt toegepast door gebruik van de bij ons verkrijgbare wekker met bandages en gordel. Belangrljke voordelen hiervan: •k Direct bij de eerste druppel gaat de.bel reeds af. 'k IHet nornnale nachtgoed kan worden aangehouden, en blijft, evenals het beddegoed, droog. IHonderden attesten llggen ter inzage. Uitgebreide inlichtingen op aanvrage. Goedgekeurd door diverse fondsen.
Either N.V. Vaartweg 66, Hilversutn. Telefoon (02950) 4 70 97. Verhuurafdeling van elektro-medische apparaten
hoe laat is het nu? Een tijd, dat iedereen a! slaapt of is het zondagmiddag? Het doet er niet toe! U kunt ons NU bereiken. GRAETZ past ook op onze telefoon.
Probeert U maar! 010-13.49.15*
A\UC/7/<
N.V. ROTTERDAMSE TELECOMMUNiCATIE-
Y
MAATSCHAPPIJ
DELFTSESTRAAT
17 -
ROTTERDAM
het langwerkende, eiwitsparende, roborerende anabollcum
DECA-DURABOLIN (nandrolondecanoaat - 1 i.m. injectie per 3-4 weken) wordt voor bepaalde indicaties op aanvrage voor ziekenfondsverzekerden toegestaan en kan na goedkeuring boven het abonnementshonorarium worden gedeclareerd. VERPAKKINGEN; ampullen a 1 ml met 25 mg en 50 flacons a 2 ml met 5 mg per ml orgajects a 1 ml met 25 mg en 50 mg
DE 68e DEUTSCHE AERZTETAG IN BERLIJN Als regel eenmaal per jaar verenigen de afgevaardigden van de Duitse artsen zich in een vergadering, die enkele dagen duurt en waarop voornamelijk actuele probiemen van maatschappelljke aard worden besproken. Dit geschiedt onder leiding van het bestuur van de Bundesaerztekammer, de vrijwillige overkoepeling van de publiekrechtelijke Aerztekammem van de Duitse bondslanden. Deze bijeenkomst wordt voorbereid door het presidium van de Deutsche Aerztetag, waarin naast bovengenoemd bestuur o.a. zitting hebben vertegenvk^oordigers van alle Aerztekammem en van vele artsen-organisaties, zoals de Vereniging van Ziekenfondsartsen, van vrij gevestigde artsen, van ziekenhuisartsen en van artsen In dienstverband enz., vi^elke organisatles als regel van deze gelegenheid gebruik maken cm ook te congresseren. Dit jaar vend voor de derde maal na de oorlog deze Aerztetag plaats in Berlijn, mede naar aanleiding van het felt, dat twee jaar geleden de teen heropgerichte Berlijnse Aerztekammer in de Bundesaerztekammer werd opgenomen. Het vt/etenschappelijke gedeelte van dit congres wordt georganiseerd als vertoning van films over medische onderwerpen en dit jaar was dat gecombineerd met het 14e Deutsche Kongresz fur aerztliche Fortbildung, dat gelijktijdig in Berlijn plaats vond en dat door ruim 8000 artsen werd bezocht. De Aerztetag had zich gei'nstalleerd in de Kongreszhalle, een uiterst modern gebouw, opgericht met steun van de Verenigde Staten van Amerika ter gelegenheid van de Internationale Bouwtentoonstelling in 1957. Het dak ervan doet aan een geopende schelp denken, wat het in de volksmond de naam van de ,,zwangere oester" heeft bezorgd. Het is gelegen in een park aan de oever van de Spree, vanwaar men ruim zicht heeft op het vrijwel wear herstelde Rijksdaggebouw en de daaraan grenzende muur, die Berlijn in tweeen deelt. Deze muur was ook al heel duidelljk zichtbaar geweest vanuit het vliegtuig, dat, om te landen op Tempelhof, een boog boven Oost-Berlijn had moeten maken en waarbij reeds vanuit de lucht het verschil tussen beide gedeelten opviel. Spookachtiger kwam de scheiding van deze stad haast nog tot uiting in de ondergrondse spoorweg, die bij de verbinding tussen twee wijken van West-Berlijn onder Oost-Berlijn doorloopt; bij ieder station vertraagt de trein zijn vaart en passeert men een half verlicht perron, naar boven voliedig afgesloten en met enkele gewapende Vopo's ter bewaking. De Aerztetag en het Kongresz fur aerztliche Fortbildung begonnen op vrijdagavond met een gezamenlijke openingszitting. In de welkomstrede werd uiteraard het ontbreken van de Oostduitse collega's betreurd en verder, wat ons minder aansprak, het gedwongen afwezig zijn van vertegenwoordigers van de Duitse weermacht, die als zodanig geen toegang tot Berlijn hebben. Bij deze openingszitting waren prominente vertegenwoordigers van elk van de drie grote Duitse politieke
partijen uitgenodigd om hun visie te geven over enkele actuele vraagstukken, het medische beroep betreffend, weike vragen hen tevoren schriftelijk waren voorgelegd. Het was merkwaardig te vernemen, hoe iedere partij het beste bleek voor te hebben voor onze collega's, zowel aangaande de vrijheid van beroepsuitoefening, als bijvoorbeeld wat betreft het toepassen van belastingwetten. Zondagochtend waren er speciale kerkdiensten georganiseerd; voor de protestanten in de uiterst moderne Kaiser-Friedrich-Gedachtniskirche, waar de ruim 80-jarlge (Lutherse) bisschop van Berlijn, Otto Dibelius, sprak naar aanleiding van de groeten, die de apostel Paulus in zijn brief aan de Colossenzen overbracht namens de door hem zeer gewaardeerde geneesheer Lucas. De vergader-techniek De eigenlijke vergadering had plaats op maandag, dinsdag en woensdagochtend. De te behandelen onderwerpen werden daarbij ingeleid met een vrij uitvoerig referaat van een der leden van het presidium. Daarna is er vrije discussie voor de 185 afgevaardigden (1 per 500 artsen). Bij deze discussie is de vergadering voliedig autonoom, behalve dan, dat de spreektijd tot tien minuten is beperkt. Men moet zich schriftelijk melden om het woord te krijgen en de sprekers worden in volgorde op een bord genoteerd. Meestal is wel tevoren een concept-motie van de zijde van het presidium rondgedeeld, ter afsluiting van de discussie, maar hierop kunnen de afgevaardigden amendementen indlenen, weike met voorrang moeten worden voorgelezen. De discussie eindigt, als er zich geen sprekers meer melden, maar kan ook worden gesloten indien drie afgevaardigden een daartoe strekkend voorstel van orde indienen en dit bij meerderheid van stemmen wordt aanvaard. Ook een dergelijk voorstel van orde heeft voorrang, maar het mag alleen worden ingediend door afgevaardigden, die over het in behandeling zijnde onderwerp nog niet het woord hebben gevoerd. Op analogs wijze kunnen de afgevaardigden via een motie van orde de spreektijd bekorten tot vijf minuten. Een en ander brengt uiteraard met zich mede, dat het presidium weinig invloed heeft op het verloop van de besprekingen, terwiji ook het indienen en soms weer intrekken van moties een wat onrustige sfeer schept. Toch bleken over het algemeen de discussies viot te verlopen en kon het tijdschema gehandhaafd worden. Het eerste onderwerp betrof de artsenhonorering, waarbij in Duitsland, zowel in de ziekenfondspraktijk als bij werkzaamheden voor verzekeringsinstanties en in de particuliere praktijk, rekening moet worden gehouden met eenzelfde, van overheidswege vastgesteld tarief, dat zeer onlangs ingrijpend gewijzigd bleek te zijn. Naar gelang van de omstandigheden mag 1-6 maal dit tarief in rekening worden gebracht. Dit als overgangsmaatregel bedoelde tarief bleek vele afge505
De Kongreszhalle te Berlijn — in de volksmond „de zwangere oester" — waar de 68e Deutsche Aerztetag werd gehouden. Het gebouw ligt aan de Spree, niet ver van de muur, die Berlijn in tweeen deelt.
vaardigden niet te bevredigen en na een lange discussie werd het presidium verzocht zo spoedig mogelijk tot een meer aangepaste definltieve versie te komen. Het volgende agendapunt hield zich bezig met de arbeldsgeneeskunde. Dit is in Duitsland geen erkend specialisme en zou dat ook moeilijk kunnen worden, daar dan de betreffende arts zich uitslultend tot dit onderdeel van de geneeskunde zou dienen te beperken. Toch achtte men het gewenst, vooral ook met het oog op de situatie in E.E.G.-verband, tot een zekere ordening te komen. Besloten werd dat artsen, die aan de voorwaarden (o.a. een tweejarige opieiding) hadden voldaan, het predicaat ,,Arbeitsmedizin" zouden mogen voeren. Een dergelijke regeiing bestaat ook voor andere toegestane predicaten, zoals Homoepathie, Natuurgeneeskunde, Psychotherapie, Bad- en kuurarts en dergelijke. Aan het predicaat ,,Arbeitsmedizin" werd echter de voorwaarde verbonden, dat het alleen zou mogen worden gevoerd ter plaatse van de uitoefening van dit onderdeel van de geneeskunde, dus niet In de algemene praktijk, zulks om ongewenste concurrentie te vermijden. Het derde agendapunt ging over het voorschrijven van geneesmiddelen. Hierbij bieek o.a., dat weliswaar in Duitsland grote vrijheid bestaat, om voor ziekenfondsrekenlng voor te schrijven, maar dat van artsen, die het algemene gemiddelde met een zeker percentage overschreden, terugbetaling kan worden gevorderd. In de ziekenhuizen is dat niet het geval en dat schiep scheve verhoudingen, waartegen geprotesteerd werd. Tenelnde zo rationeel mogelijk te kunnen voorschrijven, werd besloten bij besprekingen met de farmaceutische Industrie er op aan te dringen te komen tot unificatie van de verpakkingshoeveelheden. Ook meende men, dat het dringend gewenst moest worden geacht, dat reeds aan de kleur van ampullen zou kun506
nen worden herkend, voor weike wijze van toediening deze waren bestemd. Tenslotte werd een appel gedaan op de farmaceutische Industrie om de namen van geneesmiddelen in gangbare nomenclatuur te vermelden. Na de behandeling van dit punt werd aan de aanwezigen uitgereikt de nieuwe druk van het zakboekje voor receptuur, waarin alle gebruikelijke medicamenten worden behandeld en ook de prijs daarvan wordt vermeid. Woensdagmiddag vond de officiele sluitingsbijeenkomst plaats, waarin de voorzitter de resultaten van de besprekingen samenvatte in aanwezigheid van o.a. de Bondskanselier, professor Erhard en de burgemeester van Berlijn, Willy Brandt, die beiden ook een korte toespraak hielden. Namens de buitenlandse gasten werd een woord van dank gesproken door Dr. GreyTurner uit Engeland, de voorzitter van de W.M.A. In een omramend programma waren inmlddels de vrije dagen en avonden van de afgevaardigden en de gasten gevuld met manifestaties van allerlei aard, zoals een wereldstad die kan bieden. Op zaterdagavond recipieerde het bestuur van de stad Berlijn in het slot Charlottenburg, waar later ook een kamermuziekavond plaats vond. Zondagmiddag werd een gezamenlijke boottocht op de meren om Berlijn gemaakt en verder werd een balletuitvoering in de nieuwe Duitse opera bijgewoond. Er werd gelegenheid geboden excursies te maken in West- en Oost-Berlijn, waar o.a. het beroemde Pergamon-Museum weer in zijn oude glorie hersteld bleek. Het slotfeest werd aangeboden in het Palais am Funkturm, wat zich hiervoor uitstekend leende. Donderdag verlieten wij Berlijn, dat in opwinding verkeerde wegens het bezoek van de Engelse koningin. Uit de lucht zagen wlj de muur weer beneden ons. G. A. C. BOSCH
NIEUWE VERPLEEGSTERSSCHOOL TE AMERSFOORT Op 18 juni jl. is te Amersfoort een nieuwe verpleegstersschool geopend, verbonden aan het Sint Radboutziekenhuis aldaar, dat de verpleegstersopleiding van 1956 af heeft gegeven in diverse gebouwen. Dit was mogelijl<, zolang het leerlingental vrij gering bleef, doch toen het ziekenhuls zich gestadig uitbreidde, schiep de bestaande situatle moeilijkheden. Een nieuw gebouw voor de verpleegstersopleiding werd een bijzonder dringende noodzaak toen het leerlingenaantal van twaalf in het begin tot 270, negen jaar later, bleek te zijn uitgegroeid. Thans is het gioednieuwe schoolgebouw gereed en in Amersfoort verheugt men zich nu de beschikking te hebben over een verpleegstersschool met zeven theorielokalen (waarvan zes voor 24 leerlingen en een filmlokaal voor zestig leerlingen), een studiebibliotheek, een demonstratielokaal en een compleet ingerlchte ziekenkamer, schone en vuile dienst, een kinderbox met sluis, een verbandkamer, een laboratorium voor scheikundeproeven en eenvoudige onderzoeken, alsmede een leskeuken. Het gebouw heeft voorts een grote ontvangsthal met garderobe, een sportzaal met wasruimte, docentenkamers en kamers voor de staf en de administratie. Staatssecretaris Dr. A. J. H. Bartels hield bij de opening van deze nieuwe verpleegstersschool een inleiding die hij als volgt begon: ,,Welke grondgedachte aan de opzet en de stichting van deze verpleegstersschool ten grondslag heeft gelegen, is mij onbekend. Maar wel ben ik ervan overtuigd dat u zich op zijn minst hebt laten lelden door het inzicht dat de rol die de verpleegster in onze gezondheidszorg vervult, een belangrijke en onmisbare is. En dan zie ik haar niet alleen als de zo vaak geprezen offervaardige ziel die zich naar de dokter schikt om zich het volgende moment, zoals dat dan heet, liefdevol over de patient te buigen." De belangrijkheid en de onmisbaarheid van de verpleegster, aldus de staatssecretaris, komt immers steeds meer te liggen in het vlak van haar persoonlijkheid die, gecombineerd met grote deskundigheid, haar in staat moet stellen een taak te vervullen — een eigen taak — naast de medicus, ten einde met hem deze medische en gezondheidszorg te dienen. Dat betekent dat zij, — zoals de medicus moet beschikken over een medische grondhouding — dat zij moet beschikken over een verpleegkundige grondhouding die bepalend is voor haar contact met de patient. De moderne arts kan zich als prakticus niet meer incidenteel tevreden stellen met de onderstelling van een psychosomatisch verband, zonder zich rekenschap te geven van de door deze onderstelling opgeroepen problematiek. De moderne verpleegster mag zich niet tevreden stellen met liefdevolle toewijding, zonder veel
begrip voor het menselijke in de mens en zonder voldoende inzicht in de betekenis die gezondheid en ziekte, nood en behoeften voor iemand in zijn moderne levensomstandigheden bezit. Daartoe moet zij naast haar technische verpleegkunde deskundigheid worden gevormd, zodat zij ook als persoon in staat is een ontmoeting tot stand te brengen tussen de zieke die in zijn angst hulp zoekt en haarzelf. Een verpleegster die op aanwijzing van de arts deze hulp schenkt. (Une confiance et une conscience, zoals Gabriel Marcel het uitdrukte.) Maar dit eist een opieiding en een vorming waan/oor deze verpleegstersschool een van de onontbeerlijke voorwaarden mag worden genoemd. Een school alleen vond Dr. Bartels echter niet voldoende. Wil men bereiken dat opieiding en vorming, gericht op persoonlijke groei en deskundigheid in zijn vak, zo goed mogelijk tot hun recht komen, zo zei hij, dan zullen onderwijs, leefklimaat, werkklimaat en persoonlijke begeleiding niet onafhankelijk van elkaar moeten worden bezien. GEHUWDE VERPLEEGSTERS Daarnaast echter moeten we aan andere zaken denken. Uit een prognose van het Centraal Planbureau inzake de beroepsbevolking blijkt dat door verschillende oorzaken na 1970 het aanbod van vrouwelijke beroepskrachten relatief zai dalen. Van 1965 tot 1970 wordt een toeneming van de bevolking verwacht met 7 pet terwiji de vrouwelijke beroepsbevolking met 6 pet zaI toenemen. Van 1970 tot 1975 wordt een toename van de totale bevolking verwacht van 8 pet en van de vrouwelijke beroepsbevolking van slechts 3 pet. Nu men opmerken dat iedere prognose aanveehtbaar is, maar een grote mate van reallteit mag men er toch ook niet aan ontzeggen. Hoe het echter ook zij, het lijkt me goed, aldus de Staatssecretaris, dat in dit geval de besturen van de ziekenhuizen zich in de naaste toekomst nader verdiepen in de mogelijkheid om ook op langere termijn te blijven beschikken over een voldoend aantal vrouwelijke beroepskrachten: verpleegsters en ziekenverzorgsters. En dan gaan met name mijn gedachten naar de gehuwden en de voor hen te ontwerpen secundaire arbeidsvoorwaarden, waarmee ook de organisatie en communicatie binnen het ziekenhuis rekening zaI moeten leren houden. We zullen eraan moeten wennen. En mij dunkt dat de gehuwde vrouw, die vroeger verpleegster was, en die, zoals hier in de opieiding, alle kansen heeft gekregen zich ook als mens te ontwikkelen, mij dunkt dat zij gaarne bereid zaI zijn zich wederom voor de gezondheidszorg ter beschikking te stellen als zij op latere leeftijd daartoe de weloverwogen gelegenheid krijgt. 507
DE GROEI VAN DE GRONINGER UNIVERSITEIT Brochure ter gelegenheid van 350-jarig bestaan Ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Rijksuniversiteit te Groningen, vorig jaar, is een brochure verschenen, getiteld ,,De groei van de Grpninger Universiteit". Eerst thans Is de brochure in wat bredere kring verspreid, na in 1964 aan slechts enkele adressen in de Martinistad te zijn toegezonden. De ,,Hooghe Schoole offte Academie" van Stad en Lande werd op 23 augustus 1614 geopend. In het eerste academlejaar legde Rector Magnificus Ubbo Emmius (hoogleraar In het Grieks en in de geschiedenis), tezamen met vljf andere professoren en 82 studenten de grondslag voor de unlversitaire gemeenschap van 168 hoogleraren en lectoren en 5400 studenten in 1964. In 1614 werd begonnen met vier faculteiten, die der godgeleerdheid, rechtsgeleerdheid, medlcijnen en fllosofie. Uit laatstgenoemde faculteit zijn bIJ de regeling van het hoger onderwijs in 1815 de faculteiten der wis- en natuurkunde en der letteren en wljsbegeerte voortgekomen. Tengevolge van de voortdurende strubbelingen die er waren tussen de stad Groningen en de Ommelanden Is de viering van het eerste eeuwfeest achterwege gebleven; het tweehonderd-jarig bestaan is daarentegen met grote luister herdacht. De latere Koning Willem I, kort tevoren ult Engeland gekomen, woonde als souverein vorst met zijn gemalin de feestelijkheden bIj. Bij de Instelling van het koninkrijk In 1815 werd de Gronlngse hogeschool verheven tot rijksuniversiteit. Enkele tientallen jaren later werd begonnen aan de bouw van een nieuwe academie, die In 1850 feestelijk in gebruik werd genomen. Merkwaardig genoeg maakte de Groningse universiteit vrij kort daarna een be-
staanscrlsls door; In 1870 werd gevreesd voor algehele opheffing van de universiteit: het aantal studenten was in het studlejaar 1869/70 tot 142 gezakt. Dank zij de nieuwe wet op het hoger onderwijs werd evenwel het voortbestaan van de noordelijke universiteit, althans voorlopig, verzekerd. In de as Nog eenmaal is later gesproken over opheffing van de universiteit. Dat was in 1906, het rampjaar van de Gronlngse hogeschool, waarvan het hoofdgebouw toen door brand werd verwoest. In het parlement gingen stemmen op om de universiteit te slulten, doch In plaats daarvan ging de Tweede Kamer akkoord met het voorstel om gelden voor het herstel van de academie beschlkbaar te stellen. Reeds in 1909 konden de Groningers hun nieuwe gebouw (dat er thans nog staat) In gebruik nemen, bij weike feestelljke gebeurtenis ook H.M. Koningin Emma en Z.K.H. Prins Hendrik tegenwoordig waren. Stormachtige ontwJkkeling De Groningse rijksuniversiteit heeft na de tweede wereldoorlog een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Ruim drie eeuwen waren nodig geweest om de eerste duizend studenten te berelken, het tweede dulzendtal werd in een kwarteeuw verkregen. Sinds 1950 is het aantal Ingeschreven studenten met sprongen omhoog gegaan, zodat In het studlejaar 1963/'64 het getal van 5400 werd bereikt. Aan de vljf bestaande faculteiten
StudentenwocMischepen in Groningen; in totaal komen er dertig. ledere studenten huisvesten. 508
boot kan vier
^ - < ; - l
^ ^ ^ n'*.^'^
^•^s^-^.'^iij'j^ -»»f".«r««-.,»^
l.<M>><««v,v^
Studentenflat „Corpus den Hoorn". De linkervleugel biedt woonruimte voor 36 damesstudenten; de hoogbouw kan 102 mannelijke studenten onderdak verlenen; de rechtervleugel is bestemd voor drie studentenechtparen. werden na 1945 eerst die der economische wetenschappen en, sinds kort, die der sociale wetenschappen toegevoegd, terwiji de mogelijkheld is geschapen tot Instelling van twee interfaculteiten, nl. de centrale interfaculteit d e r wijsbegeerte en de interfaculteit der aardrijkskunde en der prehistorie. Aan de medische faculteit werd een afdeling tandheelkunde verbonden, terwiji in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen een drietal technische studierichtingen is ingesteld; men kan thans te Groningen technische natuurkunde en scheikunde en toegepaste wiskunde studeren. Blik op toekomst
gericht
In de brochure wordt overigens niet alleen aandacht geschonken aan de historie van de Groningse universiteit; een apart hoofdstuk vormt de ,,ruimtelljke expansie". Er is een „ b o u w p l a n voor de t o e k o m s t " opgesteld, (tot 1980) dat de toekomstlge universitaire huisvesting door middel van enkele ,,hoofdgedachten" uiteenzet. Hoofdgedachte A : een complex in de binnenstad, aanslultend aan het academiegebouw en t e r plaatse van de bestaande Hortus Botanicus met Rijks
H.B.S., naar de voorlopige gedachte te bestemmen v o o r de A-faculteiten, de faculteit der sociale wetenschappen en de universiteitsbibliotheek; hoofdgedachte B: een nieuw terrein voor de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen t e n noorden v a n de stad; hoofdgedachte C: een medisch complex, gevormd door het Algemeen Provinciaal, Stads- en Academisch Z i e k e n huis en de niet-klinische Instltuten, w e i k e laatste hoofdzakelijk gesitueerd zullen worden op een aanslultend terrein; ten leste hoofdgedachte D: een biologisch complex op Hortus de W o l f in Haren. V a n het medisch complex is nog te zeggen, dat het programme van eisen voor een nieuw fysiologisch laboratorium gereed is. Dat voor een centrale dierenstal Is in voorbereiding. Naast de uitgebrelde nieuwbouw zai voorts een sanering nodig zljn van het elgenlljke zlekenhulsterreln, waarbij tevens d e verouderde klinleken door nieuwbouw worden vervangen. In de brochure Is voorts de prognose afgedrukt, die het Centraal Plan Bureau In 1962 voor de Groningse universiteit gaf: 1965 6015 studenten, 1970 7735, 1975 8510 en 1980 9660 studenten.
Commissie voor de Ramaer-Medaille De commissie voor de Ramaer-Medaille is als volgt samengesteld: Prof Dr. W. K. van Dijk, Prof. Dr. J. H. Plokker, Prof. Dr. A. Poslavsky, Dr. A. J. Westerman Holstijn en J. Westerhuis. Overeenkomstig de statuten van de RamaerMedaille komen voor daze medallle ultsluitend in aanmerking Nederlanders — lid of geen lid van de Nederlandse Vereniging voor Psychlatrie en Neurologie — die in de aan het jaar der uitkering voorafgaande vijf jaren de meest verdienstelijke wetenschappelljke bijdragen hebben geleverd op het gebied der kllnlsche psychiatrie in de ruimste zin van het woord.
De commissie zaI het op prljs stellen aanwijzingen te ontvangen omtrent geschriften, die geacht kunnen worden in aanmerking te komen voor beoordeling. Deze aanwijzingen sn eventueel de desbetreffende publikatles moeten voor 1 juli 1965 worden gezonden aan Prof. Dr. A. Poslavsky, Willem Arntsz Hoeve te Den Dolder, de secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en Neurologie. Publikaties, die na de inzendingstermijn In druk verschijnen of op papier gesteld zljn, zullen alsnog bij de beoordeling in aanmerking worden genomen, mits ze voor 1 September het bovengenoemd adres hebben bereikt.
509
DE JNTERNATIONAL HOSPITAL FEDERATION' door Dr. J. C. J. Burkens Na de eerste wereldoorlog gaat de ontwikkeling van het ouderwetse negentiende eeuwse ziekenhuis tot het moderne ziekenhuis van de twintigste eeuw, weike al zichtbaar was in vela individuele inrichtingen, algemeen worden; met name in Noord-Amerika, Europa en haar kolonien, in Zuid-Afrika en in Japan. Daarbij ontstaat in het ziekenhuiswezen van die werelddelen en landen een behoefte om gedachten en ervaringen ult te wisselen en zo wordt in 1929, op Amerikaans initiatlef, in Atlantic City een International Hospital Association opgericht, die tot aan de tweede wereldoorlog om de paar jaren een ziekenhuiscongres houdt. De tweede wereldoorlog maakt uiteraard aan deze Internationale samenwerking een eind; na de oorlog staat men voor de vraag of men de afgebroken draden weer aaneen zai knopen. Zonder meer de International Hospital Association voort te zetten gaat niet, onder andere omdat de Duitsers en Oostenrijkers, die in Europa een vooraanstaande plaats in de organisatie innamen, in 1946 dit uiteraard niet kunnen doen. Zo komen in 1947 in Zwitserland een aantal ziekenhuisfunctionarissen bijeen om te overleggen over de heroprichting van een internationals ziekenhuisorganisatie. Onder anderen zijn voor Nederland hier aanwezig wijien L. J. Zielstra en schrijver, op dat ogenblik voorzitter en secretaris van de Geneeskundige vereniging tot bevordering van het ziekenhuiswezen. Men besluit te pogen zo'n organisatie tot stand te brengen, deze in Zwitserland te domicilieren, als voorzitter Prof. Rene Sand uit Belgie, die zich voor de oorlog al met bijzondere begaafdheid op het gebied van Internationale gezondheidszorg en internationaal ziekenhuiswezen had bewogen, aan te zoeken en een eerste congres in Nederland te houden, om daar de vorming van een Internationale ziekenhuisvereniging met een groot aantal landen te bespreken. Inderdaad komt in 1949 een internationaal congres, waarop een vrij groot aantal landen uit Europa en Noord-Amerika ziJn vertegenwoordigd, bijeen in Amsterdam en Groningen; besloten wordt een International Hospital Federation op te richten, en op een tweede congres, in Brussel in 1951, komt dit inderdaad tot stand. De federatie Is formeel gedomicllieerd in Zwitserland en gei'ncorporeerd onder de Zwitserse wet; de voorzitter wordt Prof. Rene Sand terwiJI een Engelse ziekenhuisorganisatie met grote middelen buitengewoon grote steun geeft door een aanzienlijk voorschot te geven voor de oprichting van een toen nog zeer bescheiden bureau, dit bureau gastvrijheid te geven in haar eigen kantoorgebouw en door haar secretaris, capt. J. E. Stone gedeeltelijk vrij te stellen om als secretaris van de nieuwe organisatie op te treden. Het voorschot is geleidelijk terugbetaald! maar de uiterst vriendschappelijke relatie tussen de King Edward's Hospital Fund for London en de International Hospital Federation is gebleven, evenals een nauwe 510
samenwerking, en nog steeds geniet de IHF gastvrijheid in het — nu nieuwe en zeer fraaie — Hospital Centre van de King's Fund in Londen (24, Nutford place, Egdware road, London W 1). Laat ik er direct bijvoegen dat de IHF van nog een andere ziekenhuisorganisatie In de loop der jaren bijzondere steun en hulp heeft ontvangen, en wel van de American Hospital Association, verreweg de voornaamste ziekenhuisorganisatie in de Verenigde Staten. Deze heeft onder andere de aanstelling van een directeur-generaal in Londen mogelijk gemaakt door belangrijke financiele steun voor een tiental jaren, en haar Washington servicebureau met haar personeel (directeur Vane Hoge M.D., onderdirecteur Jose Gonzalez M.D.) ter beschikking gesteld om een reglonaal bureau voor Noord-, Midden- en Zuid-Amerika in te richten (Pan American Office of the IHF, 1 Farragut square, Washington-6, D.C.). Het is goed om erbij te zeggen, dat noch de King's Fund noch de American Hospital Association ooit enige voorwaarden aan hun hulp heeft verbonden; het is altijd en volledig geweest een ,,help without strings" en zo financieren de Amerikanen voor een zeer groot deel nog het salaris van de directeur-generaal zonder ooit een Amerikaan als kandidaat naar voren te hebben geschoven. De wenselijkheid van een Internationale ziekenhuis-toporganisatie Vele landen hebben machtige en goed georganiseerde ziekenhuisorganisaties, maar een algemene en Internationale toporganisatie bestaat er buiten de IHF niet. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie functioneert niet als zodanig. Tot nu toe was haar belangstelling zeer sterk gericht op de preventieve geneeskunde. De enige keer, dat voor het Europese bureau (waaronder ook de Oosteuropese landen vallen) het ziekenhuiswezen als zodanig onderwerp van studie vormde, was toen in 1958 een symposium in Stockholm werd gehouden. Dit jaar zaI eindelijk een tweede in Kopenhagen, waar het Europese bureau is gevestigd, worden gehouden. Naar mijn indruk is de belangstelling voor het ziekenhuiswezen wel toegenomen sinds Dr. R. Bridgman, een voortreffelijk ziekenhuisdeskundige en een geregelde bezoeker en medewerker der IHF-congressen, hoofd is geworden van de sectie ziekenhuizen van het centrale secretariaat in Geneve, maar voor de Wereldgezondheidsorganisatie blijft voorlopig het ziekenhuiswezen toch nog gelegen aan de periferie van de belangstelling, en vooral interessant in zoverre het dienstbaar is te maken aan de preventieve geneeskunde. Een afzonderlijke Internationale toporganisatie
CICLOFARLUTAL perfects ovulatleremmer Samenstetling per zuurvast tablet
* MedroxyprogesteronI Acetas Aethynyloestradiolum
5 mg o,oso mg
C* = 6(i-Methyl-i7a-hydroxy-progesteroni Acetas zz FarlutaO Handelsvorm Dosering
ao zuurvaste labletten
publiek f 3,4S
i tablet per dag, liefst 's avonds, gedurende de perlode van de Be tot en met de 24e dag ledere varpakklng is voorzien van een eenvoudigeen duideiijkegebruiks-. aanwijzing; op de verpakking is een dagtabel aangebracht, waarop men dagelijks kan noteren dat het tablet is ingenonnen.
Voordelen
Pertecte tolerantie, o.a. door toepassing van zuurvaste tabletten. Natuurlljke working, door Farlutal, het oraal werkzame progesteronderivaat zonder endocrlene bijwerkingen: het louter progestativum.
o //
rp)o
{fkmidMmim
Farmabo N.V. - Hofwijckplein AT - Den Haag - Telefoon CoroJ 60.79.33
(GB, S Tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid door ziekteof ongeval heeftfinanciele gevolgen. Wanneer U zlch daartegen verzekert, doe dat dan goed. Zoek zekerheid met een daguitkering tot 65-jarige leeftijd bij ziekte en tot 70-jarige leef-tijd bij ongeval. De M.O.V.I.R., Onderlinge Maatschappij voor Artsen, Tandartsen en Dierenartsen, bestuurd door Uw collegae, kan U deze zekerheid bieden.
Ondertinge Verzekerfng voor Artsen, Tandartsen en Dierenartsen y
PRINS HENDRIKLAAN HENDRII 11, ZEIST,
POSTBUS 88,
TEL (03404 -12508)
op het gebied van het ziekenhuiswezen blijft dus hoogst gewenst, en w o r d t meer en meer nodig naarmate het duidelijker wordt dat de ziekenhuisproblemen in de hoog ontwikkelde landen identiek zijn en onderlinge vergelijking van problemen, proefnemingen, opiossingen en organisaties nodig is om zelf optimale resultaten te verkrijgen zonder onnodige risico's van mislukking en zonder onnodig verlies van geld of mankracht. Het ziekenhuiswezen is al moeilijk en duur genoeg zoals het is. De doeieinden van de IHF zijn hiermee al bepaald. De belangrijkste is eigenlijk om een soort Internationale brievenbus te zijn voor het ziekenhuiswezen en die ziekenhuiswerkers. Het verkrijgen van informaties uit het buitenland kan zeer tijdrovend zijn, vooral als men niet precies weet waar men dit moet vragen. In elk jaar wordt het secretariaat in toenemende mate bezig gehouden met geven van informaties op allerlei terreinen of het zoeken van en verwijzen naar die organisaties in het buitenland, weike de nodige gegevens en inlichtingen kunnen verschaffen. Het felt dat het secretariaat van de IHF woont naast de documentatieafdeling van de King's Fund maakt dit gemakkelijker. Daarnaast gaan meer en meer ziekenhuisfunctionarissen, vooral wanneer zij met nieuwbouw bezig zijn, in het buitenland ziekeninrichtlngen bezoeken en het bureau van de IHF wordt dikwijis ingeschakeld om advies te geven waar het beste een bezoek kan worden gebracht en om introducties te geven. Ook deze belangrijke dienstverlening gaat elk jaar meer tijd kosten. Congressen
en
studiereizen
Naar mijn mening is dit in feite het belangrijkste werk dat gedaan wordt. Meer aan de weg timmeren de congressen en studiereizen, w e i k e sinds de oprichting elk jaar zijn gehouden, en wel tot nu toe elk oneven jaar een congres en elk even jaar een studlereis. Tot nu toe werden congressen gehouden in A m sterdam/Groningen 1949, Brussel 1951, Londen 1953, Luzern 1955, Lissabon 1957, Edinburgh 1959, Venetie 1961 en Parijs 1963 en studiereizen in Zweden 1950, Italie 1952, Frankrijk 1954, lerland 1956, Dultsland 1958, U.S.A. 1960, Belgie 1962, Israel 1964. Het is wel de vraag of deze regel steeds zai zijn vol te houden omdat de mogelijkheden,.althans tijdelijk, kunnen opraken. Het feit, dat het overgrote merendeel der leden in Europa of Noord-Amerika woont, maakt dat congressen elders, bijvoorbeeld in Australie, Japan of Latijns Amerika, minder bezocht zullen w o r den en meer het karakter van regionale congressen zullen hebben. Dat is op zichzelf geen bezwaar en met het oog op een meer gelijkmatige verdeling van het lidmaatschap in de toekomst zelfs nuttig, maar het presenteert wel bijzonder grote en moeilijk opiosbare organisatorische problemen. Overigens zijn de mogeiijkheden nog verre van uitgeput: dit jaar zal een congres in Stockholm plaats hebben, waaraan voor het eerst een belangrijke tentoonsteliing van ziekenhuisuitrusting en een tentoonsteliing van Skandinavische
ziekenhuisarchitectuur zal zijn verbonden. Spanje heeft zich teruggetrokken van een voorlopige uitnodiging tot het houden van een studiereis in dat land in 1966 en het is nog de vraag welk land dit zou kunnen organiseren. In 1967 zal het congres in Chicago gehouden worden, direct aansluitend aan de jaarlijkse conventie van de American Hospital Association; en v o o r de v o l gende jaren staan meer studiereizen op stapel. Het is te hopen, dat binnenkort ook Nederland eens als gastheer kan optreden: ons land heeft langzamerhand heel wat te tonen en de Nederlandse groep is zowel op de congressen als de studiereizen, na de Engelse, in vergelijking tot de omvang van ons ziekenhuiswezen verreweg te grootste. Op de congressen zijn de voordrachten voor de v o l ledige vergadering steeds minder In aantal geworden en nu gereduceerd tot alieen de eerste dag, terwrjl de groepsbesprekingen meer en meer belangrijk zijn geworden. Het is echter duidelijk geworden dat deze alieen geheel bevredigend zijn wanneer van a tot z vertaling door getrainde tolken tijdens de besprekingen en voordrachten (simultaneous translation) w o r d t toegepast; en de kosten hiervan zijn buitengewoon hoog, terwiji het dikwijis moeiiyk is de nodige tolken bijeen te krijgen. Zo kan voi^r. het aanstaande congres in Stockholm geheel Skandinavie nog niet de helft van de nodige vertalers opbrengen. Het is om financieie en technische redenen tot nu toe dan ook niet mogelijk gebleken meer dan drie groepen tegelljkertijd te laten functioneren en meer talen te gebruiken dan de twee officlele talen van de IHF (Engels en Frans) met de taal van het ontvangende land. Om een indruk te geven van wat w o r d t behandeld (wat natuurlijk eike keer weer varieert): in Stockholm zullen slechts twee voordrachten in pleno gehouden worden en wel een door Dr. Candau, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, over ziekenhuisproblemen in ontwikkelingslanden en een door de president der Zweedse architectenvereniging over de ontwikkeling van de Skandinavische ziekenhuisarchitectuur. Een groep zal handelen over de zorg voor
That must be 20rs best friend (Hospital management)
511
de psychiatrische patient buiten de psychiatrische inrichting, ook in het algemene ziekenhuis; een groep over de polikllniek en een groep over de distrlbutiesystemen van het voedsel In het ziekenhuis en over centralisatle van bepaalde ziekenhuisdlensten. Daarnaast zullen in de IHF studiebijeenkomsten in kleinere kring (symposia) een grotere betekenis krijgen. Het bezwaar is dat zij relatief kostbaar zijn omdat een grondige voorbereiding en betrekkelijk grote outillage nodig zijn voor een gering aantal deelnemers, weike in het algemeen de werkelijke kosten niet kunnen betalen. Tot nu toe hebben twee van deze symposia plaats gehad in Londen, met de belangrijke materiele steun van de King's Fund, waarbij enkele vertegenwoordigers uit de meeste Westeuropese ianden hun gezondheidszorg en hun ziekenhuisproblemen samen bespraken; het is te voorzien dat dit in 1966 zai worden voortgezet. De IHF had meer vaste studiecommissies, maar met enkele uitzonderingen is hier niet veel uit gekomen, omdat de deelnemers te ver van elkaar verwijderd woonden. De studiebijeenkomsten, waarbij de deelnemers een week semen wonen, leveren veel betere resultaten, maar zij zijn kostbaar. Hulp aan de ontwikkelingslanden Een bijzondere taak kan de IHF in de toekomst krijgen door bij te dragen aan hulp aan ontwikkelingslanden. Een van de moeilijkheden bij hufp aan zuike Ianden is hun, niet steeds onbegrijpelijk en ten spijt de met de beste bedoelingen gegeven hulp, sterk belemmerend, wantrouwen tegen alles wat van regeringszijde komt of van de kant van grote met handel enigszins gelieerde organisatles. Een niet-gouvernementele en niet machtige organisatle als de IHF kan bemiddelen waar anderen op wantrouwen stuiten. Het is echter moeilijk de vorm te vinden en dit zaI een taak zijn voor de toekomst — mits de rljkere, hoog ontwikkelde Ianden, weIke het merendeel van de leden vormen, in de toekomst ook op dit gebied middelen ter beschikking willen stellen. Op het ogenblik is een begin gemaakt doordat de IHF heeft overgenomen de organisatie van een jaarlijkse opleidingscursus voor ziekenhuisadministrateuren in ontwikkelingslanden, weIke in Londen wordt gehouden. Ten slotte heeft de IHF haar kleine tijdschrift omgezet in een driemaandelijks internationaal ziekenhuistijdschrift. De leden van de IHF De IHF kent vier soorten leden. De enige stemhebbende leden, de zogenaamde A-leden, zijn die nationale organisatles, welke in een land het gehele ziekenhuiswezen vertegenwoordigen. Dit kan zijn een ministerie van volksgezondheid (bijvoorbeeld in Engeland met zijn National Health Service) of een nationale ziekenhuisorganisatie (zoals de American Hospital Association of de Deutsche Krankenhausgesellschaft) of beide. Nederland zou Nederland niet zijn indien het geen drie A-leden had, en wel het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Stichting het Nederlands Zlekenhuiswezen, de toporganisatie in ons
512
land van het niet-confessionele en protestantse ziekeninrichtingen, en de Vereniging voor het Katholieke Zlekenhuiswezen (tezamen met de Katholieke vereniging van (psychiatrische inrichtingen) welke het rooms katholieke zlekenhuiswezen omvat. Het spreekt wel vanzelf dat een land met meer dan een A-lid daarom niet meer stemmen krijgt: ieder land, groot en klein ( en hier wordt het voorbeeld van de Verenigde Naties gevolgd, zonder dat dit de problematiek meebrengt waaraan deze organisatie dreigt ten onder te gaan) heeft zes stemmen, welke het zelf maar meet verdelen over zijn aantal A-leden. Op het ogenblik zijn 28 Ianden lid met 39 A-leden. Daarnaast kent de IHF drie categorieen leden welke wel recht van inspraak doch geen stemrecht hebben: de B-leden bestaande uit nationale organisatles van bepaalde groepen ziekenhuiswerkers (bijvoorbeeld directeuren, administrateurs en economen, artsen. enz.) of ziekenhuizen of Internationale organisatles, welke niet het gehele zlekenhuiswezen omvatten zoals de zeer grote en machtige International Council of Nurses. Dan de persoonlijke leden, de G-leden; en tenslotte een kleine en klein gehouden groep van industriele leden, de D-leden, die op de politiek van de Federatie geen enkele invloed uitoefenen (en ook nooit hebben getracht dit te doen). Momenteel telt de IHF 320 B-leden, 860 C-leden, waarvan de meesten in Groot-Brittannie (109 respectievelijk 137) en de Verenigde Staten (74 respectievelijk 43), terwiJI Nederland er 13 respectievelijk 48 heeft. De
bestuursorganisatie
Wat de bestuursorganisatie betreft, het hoogste orgaan is de algemene vergadering (General Assembly) waarvan de A-leden de stemhebbende deelnemers vormen doch de B- en C-leden recht van spreken hebben zonder te kunnen stemmen. De praktijk brengt mee dat de algemene vergadering slechts om de twee jaar bijeen kan komen, namelijk wanneer er een congres plaats vindt. Wat er wordt behandeld moot daarom ter dege zijn voorbereid en een aantal zaken meet tussentijds schrifteiijk worden afgedaan. Deze zelfde moeilijkheid (welke de algemene moeilijkheid is van organisatles die de wereld omspannen doch niet de middelen voor reiskosten hebben waarover regeringen beschikken) bestaat voor het algemene bestuur (Council of Management), dat is samengesteld uit 21 leden — geen nationaliteit mag meer dan twee leden hebben, en ook dit is grote uitzondering —, en dat als een kleinere groep zich wat meer met details kan bezig houden maar nog altijd te groot is om bijeen te roepen buiten congressen om; dit wegens de prohibitieve reiskosten. Daarom is uit dit algemeen bestuur een dagelijks bestuur (Executive Committee) gevormd, bestaande uit 6 of 7 leden die tweemaal per jaar bijeenkomt. Een der leden, op het ogenblik de schrijver, welke als secretaris-generaal, voor dat een directeur-generaal werd aangesteld, het toezicht had op het bureau, is de liaison-officer met het secretariaat, dat op het ogenblik onder een directeur-generaal een tiental per-
soneelsleden omvat, die echter alien tamelijk hoog gekwallficeerd moeten zijn, ook al omdat zij enkele talen moeten beheersen. Aan de algemene vergadering in Stockholm zai worden voorgesteld de functle van secretarls-generaal te laten vervallen nu er een directeur-generaal is en het voorzltterschap de vooral in Amerika gebrulkelljke vorm te geven van een president-elect, die na twee jaar president wordt, dit vier jaar blijft en dan als past president nog twee jaar in de Executive committee zitting heeft aleer af te treden. Op deze wijze is het mogelijk figuren uit de ziekenhuiswereld vanuit zeer verschillende landen en werelddelen voorzitter te maken en hen toch goed in te werken, zodat de functie niet alleen een representatleve is. De International Hospital Federation is door haar kinderjaren heen en het is te voorzien dat zij nog regelmatig door zaI groeien. Wat zijn, voor zover men dit op het ogenblik kan overzien, de problemen van de naaste toekomst? Ten eerste het uitbreiden van het ledental en van de deelneming, met name uit Oost-Europa en uit Latijns-Amerika, Afrika en Azie. Rusland, Tsjechoslowakije, Joegoslavie, Hongarije en Roemenie hebben regelmatig waarnemers en deelnemers naar de congressen gezonden doch tot nu toe is alleen Polen A-lid. Oost en West kunnen — wederzijds! — op ziekenhuisgebied veel van elkaar leren en de IHF kan een van de kleine maar belangrijke bruggen tussen West en Oost
CONSUMENT IS HUIVERIG ,,Het viees in Nederland is de laatste maanden nogal in discussie geweest. Nu is vIees een zeer geliefd voedingsmiddel in Nederland; het is ook een noodzakelijk voedingsmiddel, waarin belangrijke eiwitten voorkomen, maar tevens is het een duur voedingsmiddel. Daarom meen ik, dat de Nederlandse consument er recht op heeft, dat het vIees goed is. Ook zaI hij bij het nuttigen van vIees allerlei ziektebeelden uit zijn gedachten moeten kunnen houden, want het nuttigen van vIees moot toch een vrij aangename bezigheid zijn. Door publikaties van de laatste jaren is de consument wat huiverig geworden. Ik herinner aan de uitvoerige behandeling van het salmonella-vraagstuk in deze Kamer,' terwiji in allerlei bladen, vooral door het voorlichtingsbureau voor de voeding, op de gevaren te dien aanzien wordt gewezen. Ik herinner verder aan de vele processen, die de laatste tijd zijn gevoerd tegen slachters van krengen en zieke dieren. Misschien betreft het een gering percentage van het vIees dat geconsumeerd wordt, maar het mist zijn uitwerking niet op de consument, die het dure vIees eet. Dr. Lamberts van de Tw/eede Kamer bIJ de behandeling van de Vee- en VIeeswet.
vormen. Een aantal landen uit Latijns-Amerika. Azie en Afrika is lid maar dit is lang niet voldoende. Een probleem is, dat deze landen veelal arm zijn — armer dan men zich dikwijis realiseert — zodat zij al moeilijkheden hebben met de betaling van de minimum contributie en zeker met reiskosten. Toch is de deelneming van ziekenhuisfunctionarissen uit zuike landen, wanneer deze goed worden uitgekozen, zeer belangrijk: belangrijk In de eerste plaats voor hen zelf om technische voorlichting te verkrijgen, maar ook belangrijk voor de ontwikkelde landen om te weten wat daar wordt gedaan op gebieden, waar het ontbreken van tradities en de noodzaak met de middelen zuinig om te gaan dikwijis tot meer rationele opiossingen noopt dan wij soms toepassen. Hoofdzaak is echter dat de ontwikkelingslanden voor alles technische hulp, instructie en voorlichting nodig hebben om te leren zelf efficient te handelen. Het zaI de vraag zijn of de hoog ontwikkelde landen, weike momenteel de grote meerderheid van de leden der IHF uitmaken, in de toekomst bereid zullen zijn ook via een voor de ontwikkelingslanden onverdachte en in het algemeen populaire organisatie, als de IHF is, hulp te bieden. Een bijzonder moeilijk probleem is, dat voor een de wereld omvattende organisatie een centrum, in Londen, onvoldoende is. De IHF wordt geconfronteerd met de vraag der regionalisatie. Het knelpunt is ten eerste dat dislocatie sterk kostenverhogend werkt. Een regionaal bureau bestaat voor de Amerika's, maar alleen omdat de American Hospital Association bereid was haar bureau in Washington ter beschikking te stellen. Doch regionale bureaus, hoe bescheiden ook, zijn vooral daar nodig, waar landen nog geen grote en machtige eigen organisaties ter beschikking hebben; terwiji — nog geheel afgezien van de kosten — een regionaal bureau alleen kan worden opgericht en kan functioneren met de hulp van een nationale organisatie. Dit is dus een buitengewoon moeilijk opiosbaar probleem, waarvoor wij in de toekomst de opiossing toch moeten vinden. Tenslotte is het meer en meer duidelijk geworden, dat de bestudering van vele ziekenhuisproblemen het meest effectief plaats vindt in kleine bijeenkomsten, goed voorbereid en samengesteld uit geselecteerde deelnemers. Om de reiskosten niet prohibitief hoog te maken zullen zuIke bijeenkomsten veelal ook een min of meer regionaal karakter moeten hebben. Dit betekent echter dat de voorbereiding ook plaatselijk, dat wil zeggen op nationaal niveau zaI moeten geschieden. Hierbij kan de IHF helpen door haar technische ervaring en haar relaties en waarschijniijk ook door het Internationale raam te vormen waarbinnen zich zuIke bijeenkomsten afspelen. Naar mljn mening blijven de grote congressen daarnaast noodzakelijk, omdat zij het trefpunt vormen van ziekenhulswerkers uit zeer verschillende landen en situaties. Ditzelfde geldt min of meer voor de studiereizen, die een gelegenheid scheppen collegae te ontmoeten binnen het raam van concrete opiossingen van vraagstukken waarmee eike ziekenhuiswerker In elk land wordt geconfronteerd. 513
Collega Voorhoeve schrijft ons uit N i g e r i a :
MEDISCH CONTACT MET DE TROPEN De juist zelfstandjg geworden, jonge ontwikkelingslanden in de tropen hebben zeker nog medische hulp nodig van ervaren Europese of Amerikaanse artsen. Hulp zowel voor de behandeling van patienten, als voor de opbouw van de gezondheidszorg, ondenwijs aan medische studenten en medisch hulp-personeel, als voor research over ziekten in de tropen. Alle Ianden, van oost en west, spannen zich om het hardst in deze hulp te geven en Nederland blijft hierbij niet achterl Het is verheugend, dat ook Nederlandse artsen aan alle onderdelen van dit werk hun krachten geven. Enkele voorbeelden hiervan volgen nu. Het Medisch Centrum te Nairobi (Kenya) van het Instituut voor Tropische Hygiene te Amsterdam is bedoeld als research-instituut. In de Ethiopische Provincie, waarvan Nederland de gezondheidszorg zai behartigen, worden zowel zieken behandeld, de gezondheidszorg opgebouwd, als medisch hulp-personeel opgeleld. Hier in Nigeria zijn Nederlandse artsen in alle delen van het land werkzaam bij verschillende onderdelen van de gezondheidszorg. Zowel biJ het werk voor de Leprabestrijding, als bij het Medisch Hoqer Onderwijs, maar ook bij een proefproject over Malariabestrijding, weike hier nog niet algemeen wordt toegepast. De vroeger in Westelijk Nieuw-Guinea en thans in Kenya werkzame leproloog D. Leiker bewerkte gedurende zijn verblijf in Nigeria boeken en instructiemateriaal voor artsen, medisch hulp-personeel en bevolkingsvoorllchtlng. Een brochure van het Institute of Child Health te Ibadan over lepra bij kinderen werd geschreven door L. M. Hogerzeil. Bij een door Nederlandse artsen en verpleegsters geleid zendingsziekenhuis in Oost-Nigeria, werd met financiele steun van de Vereniging Simavi, een „maternity"-paviljoen gebouwd met een verloskamer, kraamzaal, kamer voor pre- en post-natale zorg, alsmede een wacht- en demonstratieruimte. Vanuit het ziekenhuis wordt de kinderhygiene in de omiiggende dorpen op de meest aangepaste wijze verrlcht. Dit eenvoudige, praktische en door persoonlijk enthousiasme en ervaring opgezette project van een arts uit Indonesie en een verpleegster, die vroeger in West Nieuw-Guinea werkte bij de Afdeling ,,Zorg voor Moeder en Kind", is een voorbeeld voor de gehele omgeving. In door de plaatselijke Overheid duur gebouwde, model-gezondheidscentra wordt stellig vaak minder werk verzet. Wat de aangehaalde voorbeelden betekenen in een omgeving, die grotendeels beheerst wordt door geboorte, ziekte en sterfte is moeilljk te beschrljven. Het geboortecijfer is zo enorm hoog, dat ondanks de hoge sterfte, de bevolking toch jaarlijks aanzienlijk toeneemt en de bevolkingsaanwas een belangrijk probleem vormt van vrijwel alle ontwikkellngslanden. 514
Hierdoor is het massale stellig een kenmerk van het werk in dergelijke gebieden; een ander kenmerk is het primitleve: In Nigeria en algemeen in West-Afrika, draagt de bevolking alles stuk voor stuk op het hoofd, alsof het wiel nog niet was uitgevonden, om de lokale situatie maar op deze manier te schilderen. De medische problemen waarmee de in- en uitheemse artsen in deze streken hebben te maken betreffen (vereenvoudigd en schematisch weergegeven) infectieziekten tengevolge van slechte hygiene en voedingsziekten als gevolg van ondoeimatige voeding. Wat dit laatste onderdeel voor Nigeria te betekenen heeft werd besproken op de wetenschapelljke vergadering van de ..Nutrition Society of Nigeria" te Ibadan gehouden. Een gedetailleerd verslag hiervan verscheen in „Voeding" (waarheen voor belangstellenden wordt verwezen). De Nederlandse bijdrage aan het Medisch Ontwlkkelingswerk is verheugend, omdat hierdoor de kans bestaat de rijke Nederlandse tropische ervaring uit, onder andere. Indonesie door te geven. Het genoemde dorpswerk voor kinderhygiene is hiervan een goed voorbeeld. Er is echter sprake van een ..two-way-traffic". Werk in de tropen is voor Nederland even belangrijk als voor het ontwikkelingsland. Het is de enige manier, dat ook Nederlanders op de hoogte blijven van en ervaring houden met de moderne ontwikkeling in de tropische geneeskunde en de medische ontwikkelingsproblematiek. Het is daarom te hopen. dat ook in de komende jaren Nederlanders zullen worden in staat gesteld hun krachten aan dit werk te blijven geven. om zodoende de Nederlandse ervaring en traditie te continueren. Maar dit zijn niet de enige redenen, waarom het werk van de Nederlandse medici in de tropen meer algemene belangstelling verdlent. Het steeds in snelheid en intensiteit toenemende wereldverkeer zaI ledere medicus practicus ook in Nederland gemakkelijk in aanraking brengen met personen uit de tropen en hij zaI steeds rekening moeten houden met van daaruit geimporteerde ziekten. Professor Zuidema beschreef ankylostomiasis bij uit Nieuw-Guinea gerepatrieerde militairen. Pokken is de laatste jaren meerdere malen in Europese steden voorgekomen en op de aan dit onderwerp gewijde wereldgezondheidsdag (7 april), heeft Professor Muntendam er weer op gewezen, dat de uitbreiding van pokken nog steeds een reeel gevaar is. Malaria en amoebiasis wordt ook in Nederland regelmatig gezien. Ondanks het verlies van de koloniale gebieden, lijkt het medisch contact met de tropen eer toe dan af te nemen. Zeker is dit contact nu breder verspreid en gevarieerder geworden. Nederlandse artsen werken over de gehele wereld: van de Stille Zuidzee tot in het Carai'bische gebied van Zuid-Amerika. In
SNELLE VERLICHTING
Medihaler-iso Forte Bij de astma-aanval snelle verlichting na enkele seconder! Een of twee inhalaties isoprenaline sulfaat met de Medihaleriso Forte kunnen een verlichting van bronchospasmen geven, die in snelheid en hoedanigheid vergeleken kunnen worden met Inet resultaat van een injectie isoprenaline. Toch is er voor de patient niets eenvoudiger of gemakkelijker te gebruiken dan de Mediha/er-methode, op elk gewenst moment. EIke dosis (0,4 mg isoprenaline sulfaat) bevat meer dan 80% gew. % aan bestanddeeltjes tussen 2 en 7 micron diameter — optimaal voor opname in de longen Daar eike patroon meer dan 300 doses bevat, is een zuinige, economische behandeling verzekerd Verpakkingen
Medilialer-iso Forte, isoprenaline sulfaat lOmg/ml Medihaler-iso, isoprenaline sulfaat 2nig/mi Medihaier-epi, adrenaline bitartraat 7mg/ml
RIKER
LABORATORIES
Medlhaler, Medlhaler-epi, fiAedlhaier-lso: Handelsmerken
• LOUGHBOROUGH
•
ENGELAND
Voor Nederiand: N.V. Koninklijke Pharmaceutische Fabrleken v/h BROCADES-STHEEMAN & PHARMACIA AMSTERDAM - MEPPEL
Bates97 da7/3
Indonesia en Nieuw-Guinea, in Singapore, Bangkok, Bagdad en India; in Oost- en in West-Afrika; op Haiti en de Antilliaanse eiianden en natuurlijk ook in Suriname. Het is verheugend, dat de Vereniging voor Troplsche Geneeskunde door het viermaal per jaar verschijnende periodiek ,,Medicus Tropicus" onder redactie van Professor Dr. O. Kranendonk, liet contact met alle Nederlandse artsen In de tropen zo rechtstreeks mogelijk tracht te onderhouden. Literatuur: Voorhoeve, H. W. A. — (1965) — Nutritional Problems of Nigeria and their Solutions. Voeding (in druk). Zuidema, J. P. — (1963) — Ankylostomiasis bij uit NieuwGuinea gerepatrieerde militairen. Ned. T. Geneeskunde en Tropical and Geographical Medicine. Ivluntendam, P. — (1965) — Aangehaald in Luchtposteditie N.R.C. van 13 april 1965, pagina 13. Medisch Contact 1965, no. 10, pagina 185. Pokkenbestrijding (1965) Commentaar, Ned. T. Geneesk. I, 664.
UNIVERSITAIRE BERICHTEN
Promoties H. H. Welter te Heemstede promoveerde aan de Rijksuniverslteit te Groningen tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift, getiteld: Bijnierschorsactiviteit bij cara (astma), onderzoek naar de corticosteron en cortisolspiegel in het bloed. Promotor was Prof. Dr. N. G. M. Orle. Senoem/ngen Dr. W. Lammers hoofd van het Laboratorium voor Farmacologie van het Rijkslnstituut voor de Volksgezondheid en buitengewoon hoogleraar in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen aan de Rijksuniverslteit te Utrecht, is benoemd tot gewoon hoogleraar In de farmacologie (faculteit der geneeskunde) aan de Rijksuniverslteit te Groningen. Dr. P. E. Voorhoeve wetenschappelijk hoofdambtenaar A aan het Physiologisch laboratorium der Rijksuniverslteit te Leiden, is benoemd tot gewoon hoogleraar in de neurofysiologie aan de Universiteit van Amsterdam.
PORTRET VAN EEN TOEKOMSTMENS In het nummer van 22 mei jl. publiceert het weekblad van The Canadian Medical Association het portret van de toekomstmens, getekend en toegelicht door Dr. R. M. Bucke, die in de laatste jaren van de vorlge eeuw hoofd was van de psychologische afdeling van The British Medical Association. Het beeld dat Dr. Bucke, die in 1902 stierf, zich van de toekomstige mens had gevormd is zo fantastisch dat wij niet willen nalaten de voorspelling uit het Canadese tijdschrift over te nemen. Het nieuwe ras, aldus Dr. Bucke, zai geen taal meer gebruiken, eenvoudig omdat het die niet langer nodig heeft. Het uitwisselen van gedachten zaI door middel van telepathie geschieden, een gave die nu reeds veel mensen bezitten (zij het in zeer bescheiden mate), maar waar heden ten dage nauwelijks aandacht aan geschonken wordt omdat men bang is zich belachelijk te maken. In de komende jaren, zo profeteerde Dr. Bucke verder, zaI deze gave bij voortdurend meer mensen steeds verder worden ontwikkeld. Tot het moment dat een stilzwijgende uitwisseling van gedachten even normaal is als thans het spreken. En ook dan zijn de ongekende mogelijkheden voor de toekomstmens nog niet op. Dr. Bucke voorspelde dat onze verre nakomelingen door middel van de telepathie niet alleen over duizenden kilometers met elkaar kunnen ,,praten", maar dat zij ook kunnen zien wat ze maar willen en waar ter wereld het ook Is. Ogen en oren zoals we die nu bezitten zullen overbodig worden, gaat Dr. Bucke enthousiast verder, net zo goed als we het straks ook zonder stembanden kunnen stellen. Voor onze nu nog onmisbare organen zullen littekens en onbeduidende uitgroeisels in de plaats
komen. En precies zoals er nu aanduidingen zijn dat we van de apen afstammen zullen deze overblijfselen herinneren aan een primitief voorgeslacht, dat wiJ dan zijn. Maar zelfs die tastbare herinneringen zullen geleidelijk aan minder worden en tenslotte geheel verdwijnen. Richard Maurice Bucke publiceerde bovenstaande profetie in de Montreal Star van 6 oktober 1897. 515
BESMETTINGSGEVAAR VOOR T.B.C. DOOR BUITENLANDSE ARBEIDSKRACHTEN Het Tweede-Kamerlid Oele (P.v.d.A.) heeft onlangs de staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid Dr. A. J. H. Bartels de volgende vragen gesteld in verband met mogelijke stijging van het besmettingsgevaar voor t.b.c. door tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten: 1. Verwacht de Staatssecretaris met een aantal volksgezondheidsdeskundigen een hoger tuberculoseziektecijfer ten gevolge van de vele malen grotere besmettingsdichtheid bij de buitenlandse arbeidskrachten, waarbij in het bijzonder de kinderen en de jeugdlge volwassenen In een meer kwetsbare positie komen te verkeren? 2. Vindt een dergelijke verwachting steun in de tuberculosestatistiek van bijvoorbeeld Belgie of de Duitse Bondsrepubliek, waar buitenlandse arbeidskrachten in een vroeger stadium en een grotere omvang zijn opgenomen in het arbeidsproces? 3. Weike bijzondere maatregelen acht de Staatssecretaris nodig om in deze aangelegenheid het beginsel: ,,Voorkomen is beter dan genezen" in de voile omvang toe te passen? De staatssecretaris heeft thans mede namens de heer De Meijer, Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid het volgende geantwoord: 1. Een hoge besmettingsdichtheid bij een bevolkingsgroep geeft aan, dat een hoog percentage van deze groep te eniger tijd met de tuberkelbacil in aanraking is geweest, doch betekent niet per se een hoog
Vragen over aparte spreekuren fondspatienten Het Tweede-Kamerlid Mr. Th. }. A. M. van Lier (P.v.d.A.) heeft de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Dr. G. M. J. Veldkamp schriftelijk gevraagd weIke maatregelen hij kan en wil nemen om een eind te maken aan de ,,als discrimlnatie gevoelde" afzonderlijke spreekuren voor ziekenfondspatienten. Het Kamerlid spreekt van toenemende weerstand onder deze patienten tegen de door vele artsen gevolgde praktijk en vraagt of de minister het ook niet gewenst acht deze praktijk zo veel mogelijk te beeindigen, zowel om het gevoel van discrimlnatie weg te nemen als om de schijn van ongelijke medische behandeling te vermijden. Ook stelt Mr. Van Lier de vraag of het in het tegenwoordige stelsel van ziekenfondsverzekering mogelijk is de gevoelde bezwaren te ondervangen. 516
percentage van lijders, c.q. genezen lijders aan tuberculose in die groep. Wei is zij eventueel een indicatie voor een gerlngere ontwikkeling van de t.b.c.-bestrijding in het land van herkomst der betrokkenen. Derhalve blijft t.a.v. buitenlandse arbeidskrachten waakzaamheid geboden, zowel bij de keurina voor het vertrek als bij de aankomst hier te lande. Deze waakzaamheid is uiteraard in bijzondere mate geboden ten aanzien van de buitenlandse arbeiders, die niet via een officiele werving, maar op eigen gelegenheid in ons land trachten werk te zoeken. Aangezien dit aantal betrekkelijk gering is, is een invloed op de Nederlandse volksgezondheid niet te verwachten. Indien dit aantal in belangrijke mate gaat toenemen, zou wel een ongunstige invloed op de tuberculose- en ziektecijfers bij de Nederlandse bevolking en in het bijzonder bij kinderen en jeugdige volwassenen kunnen ontstaan, indien niet bijzondere maatregelen worden getroffen. Voor deze maatregelen moge worden verwezen naar het gestelde onder 3. 2. De tuberculosestatistieken van Belgie en Duitsland geven geen voldoende indruk omtrent de invloed, die het aantrekken van de grote aantallen buitenlandse arbeiders heeft op het ziektecijfer bij de bevolking van die landen. Overigens dient te worden bedacht, dat de besmettingsdichtheid bij de bevolking van Belgie en Duitsland aanmerkelijk hoger ligt dan die bij de Nederlandse bevolking, zodat het ,,invoeren" van besmettingbronnen in de Belgische en Duitse bevolking epidemiologisch van veel gerlngere invloed zai ziin. 3. Van de aanvang van de georganiseerde wervingen van buitenlandse arbeidskrachten af heeft in het land van herkomst een geneeskundig onderzoek, waarin een rontgenologisch onderzoek van de borstorganen is begrepen, plaatsgehad; aan de bedrijfsartsen is aangeraden, dit onderzoek door een longarts te doen controleren. Voorts is steeds bevorderd, dat buitenlandse arbeidskrachten, die buiten de officiele wervingen om naar ons land komen, door toedoen van de werkgevers in Nederland worden onderzocht. Er is bij herhaling bij de bedrijfsartsen op aangedrongen, de buitenlandse arbeiders op regelmatige tijden aan een hernieuwd onderzoek te onderwerpen. De geneeskundige hoofdinspecteur van de volksgezondheid heeft het belang van onderzoek en frequent heronderzoek van buitenlandse werknemers onlangs nogmaals per circulaire onder de aandacht van alle Nederlandse artsen gebracht. Bovendien is een departementale werkgroep — in overleg met enige functionarissen van het ministerie van Justitie — bezig zich te beraden of en 20 ja, op weIke wijze het mogelijk is binnen het kader van de geldende Internationale afspraken en regelingen alle buitenlandse arbeiders onmiddellijk bij binnenkomst van ons land aan een keuring op t.b.c. te onderwerpen.
Chirurgie van vandaag en morgen Prof. Dr. L. D. Eerland, sinds 1938 hoogleraar in de heelkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen heeft op 18 juni jl. zijn afscheidscollege gehouden over ,,Chirurgie van vandaag en morgen". ,,Men zai geen tegenspraak ontmoeten", aldus de hoogleraar ,,bij de bewering, dat de chirurgie momenteel ook in ons land een grote bloeiperiode doormaakt. Vooral na de iaatste oorlog is er op heelkundig gebied veel tot stand gebracht. In het bijzonder werd aan de voor- en nabehandeling van operatiepatienten veel zorg besteed. Het gevolg hiervan was, dat de morbiditeit- en mortaliteitcijfers sterk terugliepen. Bij sommige operaties zaI het zelfs moeilijk zijn deze percentages nog verder te drukken. Het sterftecijfer van de appendectomie a chaud in de Groningse Kliniek wegens appendicitis acuta (inclusief peritonitis) bedraagt bijvoorbeeld thans 0,13% en is met andere woorden twintig maal kleiner geworden vergeleken met de periode 1933-1941. Ook de uitkomsten der galblaaschirurgie zijn verbeterd en nog voor verdere verbetering vatbaar als men de ziekte operatief behandelt in het stadium, dat het ontstekingsproces nog tot de galblaas beperkt is. Ook bij segmentresecties wegens longtuberculose is de sterfte van % % in ons Thoraxcentrum slechts tweemaal zo groot als bij de verwijdering van een acuut ontstoken blinde darm. Een lager percentage bij dergelijke thoraxoperaties lijkt in de toekomst vrijwel onbereikbaar. De trombose en embolie zijn ondanks de antistollingsmiddelen, die ter beschikking kwamen, nog steeds een ernstige verwikkeling. Het zou aanbeveling verdienen een stollingsdeskundige in de Chirurgische Kliniek aan te trekken, die zijn aandacht zou moeten wijden aan profylaxe en therapie dezer soma dodelijke complicatie. De hartchirurgie wordt steeds intensiever uitgevoerd en ingrepen, die enige jaren geleden nog vrijwel onmogelijk leken, staan nu geregeld op de operatieprogramma's. Nieuwe hartkleppen worden ingebracht, alsmede ,,gangmakers" wanneer de geleiding in het hart gestoord is. Men beseft de grootte van de wissel, die men op zo'n gangmaker trekt, als men bedenkt, dat een normaal hart in een jaar meer dan 30.000.000 maal contraheert. De longchirurgie droeg haar steentje bij om de patienten met longtuberculose sneller te laten genezen. Vroegdiagnosttek zaI ook de postoperatieve overlevingskansen van de patienten met longkanker nog aanzienlijk kunnen verbeteren. Thans is men alom koortsachtig bezig met de problemen der transplantatie, ook van organen (nier, hart, lever, long). Zo ergens, dan is hier ..teamwork", waarbij o.a. immunoloog en histochemicus moeten worden ingeschakeld, noodzakelijk. De problematiek van de donor ligt bij alle orgaantransplantaties op medisch-ethisch en legaal terrein. Het zaI de vraag zijn of de uitkomsten der homoiotransplantatie (ruilorganen) tenslotte wel tot het gewenste doel zullen leiden. Men is dan ook druk bezig organen van plastic te ontwerpen."
Nederlandse Stichting Consultatiebureaus voor huwetijks- en geslachtsleven ALKMAAR — Dr. J. Rutgershuis, Stationsweg 142, t e l . 0220012951. Medisoh ieldster: mevr. B. E. v. Geldorp-v. Baalen, arts. ALMELO — Dr. J. Rutgershuis, Groene Krulsgebouw, Grotestraat 120. Medisoh leider: A. J. van den Toren, arts. Correspondentieadres: Hoornbladstraat 132. AMEHSFOORT — Dr. J. Rutgershuis, W i l l e m van Mechelenstraat 13, tel. 03490-18931. Medisoh leidster: mevr. Glas. H. Schreuder. arts. AMSTERDAM — Dr. Aletta Jacobshuis, Keizersgracht 718, tel. 020-239032. Medisoh leider: F. P. Wibaut, arts. AMSTERDAM-OSDORP — Dr. Aletta Jacobshuis, Hoekenes 25, tel. 020-194037. Medisoh leider: F. P. Wibaut, arts. APELDOORN — Dr. J. Rutgershuis, Hoogakkerlaan 64. Medisoh • leider: Dr. W. Briet. Correspondentieadres: Goeman Borgesiusstraat 104. ARNHEM — Dr. J. Rutgershuis, Apeldoornseweg 52-54, t e l . 08300-22593. Medisoh leider, W . Boissevain, arts. BREDA — Dr. J. Rutgershuis, Balfortstraat 59, t e l . 01600-45066. Medisoh leidster: C. M. van Leeuwen-Franken, arts. DELFT — Dr. J. Rutgershuis, van Lodensteijnstraat 122, tel. 01730-23925. Medisoh leider: D. de Heer, arts. DEVENTER — Dr. J. Rutgershuis, Lindenstraat 6, Groene Krulsgebouw. V o o r l o p i g medisoh leider: K. de Vries, arts. DORDRECHT — Dr. J. Rutgershuis, Amalia van Solmsstraat 47, tel. 01850-9986. Medisoh leider: J. P. Kruyt, arts. DRACHTEN — Dr. J. Rutgershuis, Prov. Groene Krulsgebouw, Gosterstraat. W n d . medisoh leidster: mevr. M. M. RengelinkKorfage. art's. Correspondentieadres: Oostelnde 14. EINDHC5VEN — Dr. J. Rutgershuis, Jan Heijnslaan 46. Medisoh leider: A. W. Kastein, arts. EMMEN — Dr. J. Rutgershuis, Gosterstraat 120, t e l . 05910-2116. Medisoh leider: J. Koppe, arts. ENSCHEDE — Dr. J. Rutgershuis, Brinkstraat 87, tel. 0542012524. Medisoh leider: H. W. van Dommelen, arts. GOES — Dr. J. Rutgershuis, Medisoh Centrum, Beatrixlaan. Medisoh leidster: mevr. A. G. Kroonenberg-Holthuls, arts. Correspondentieadres: Keizersdijk 32. GORINCHEM — Dr. J. Rutgershuis, Groene Krulsgebouw, Krulsboogstraat 7. Medisoh leider: H. J. Hemmers Bouwkamp, arts. Correspondentieadres: Schelluinse V l i e t 4 1 . GOUDA — Dr. J. Rutgershuis, de Visserstraat 30. Medisoh leidster: mevr. E. Emmens-Vijlbrief, arts. 's-GRAVENHAGE — Dr. J. Rutgershuis, Stadhouderslaan 7, tel. 070-398282. Medisoh leldsten mevr. H. F. Fortuin-Blitz, arts. 's-GRAVENHAGE — Dr. J. Rutgershuis, Berenrade 10, t e l . 070673268. Medisoh leider: F. E. J. Bouriclus, arts. Correspondentieadres: Stadhouderslaan 7. GRONINGEN — Dr. J Rutgershuis, Damsterdlep 65, tel. 0590024203. Medisoh leider: J. A. Roorda, arts. HAARLEM — Dr. J. Rutgershuis, Middenweg 143, t e l . 0250057360. Medisoh leidster: mevr. Th. L. Wolf-Neumann, arts. HILVERSUM — Dr. J. Rutgershuis, Burg. Schooklaan 7, t e l . 02950-12466. Medisoh leider: H. J. v. d. Leen, arts. LEEUWARDEN — Dr. J. Rutgershuis, Raadhulsstraat 13, t e l . 05100-24231. Medisoh leider: J. Sirag, arts. LEIDEN — Dr. J. Rutgershuis, Papengracht 26. Medisoh leidster: mevr. A. B. J. v. d. Vliet-de Vries. Correspondentieadres: Kastaniekade 32. MAASTRICHT — Dr. J. Rutgershuis, Franciscus Romanusweg 23. Medisoh leider: W . J. Peek, arts. MEPPEL — Dr. J. Rutgershuis, Gezondheidsoentrum, Burg. Knopperslaan. Medisoh leiden L. C. Binsbergen, arts. Correspondentieadres: Hesseiterweg 73. ROTTERDAM — Dr. J Rutgershuis, Heemraadsslngel 159, t e l . 010-232866. Medisoh leider: K. Bosma, arts. ROTTERDAM/ZUID — Dr. J. Rutgershuis, Randweg 90b, t e l . 010-190919. Medisoh leider: B. J. Looy, arts. ROTTERDAM-HOOGVLIET — Dr. J. Rutgershuis, Aveling 65, Hoogvliet (Medisoh Centrum). Medisoh leider: B. J. Looy, arts. Correspondentieadres: Randweg 90b, Rotterdam, t e l . 010-190919. TERNEUZEN — Dr. J. Rutgershuis, Wljkgebouw Groene Kruis, van Steenbergenlaan. Medisoh leidster: mevr. A. G. Kroonenberg-Holthuls, arts. Correspondentieadres: Margrletstraat 27. UTRECHT — Dr. J. Rutgershuis, Weerdslngel W . Z . 10, t e l . 03022734. Medisoh leider: J. D. Th. Wolters, arts. VLAARDINGEN — Dr. J. Rutgershuis, Dr. A. Kuyperstraat 4, tel. 01898-7450. Medisoh leidster: mevr. B. L. OppenhelmSantcroos, arts. VLISSINGEN — Dr. J. Rutgershuis, Gebouw Medisoh Centrum, Jullanalaan 4. Medisoh leider: C. C. Sluljter, arts. Correspondentieadres: Margrletenlaan 52. WAGENINGEN — Dr. J. Rutgershuis, Wljkgebouw, Kolkakkerweg 2. Medisoh leider: J. H. Aafjes, arts. Correspondentieadres: Nieuweweg 25, Renkum. Z A A N D A M — Dr. J. Rutgershuis, Frans Halsstraat 27, tel. 02980-65076. Medisoh leidster: mevr. J. H. Moes, arts. ZWOLLE — Dr. J. Rutgershuis, Oosterlaan 5, teL 05200-17000. Medisoh leider: J. G. Sohwantje, arts. Algemeen
secretarlaat:
Postbus
64, Den Haag, tel. 070-1834S0
517
MC
V A N HET CENTRAAL BESTUUR U H . V .
akker (180.782) via punt 217.788 naar het kruispunt met de straatweg Drachten-Grossingen (221.785) en vervolgens langs de straatweg tot de gemeentegrens (168.798);
V i e r d e lijst v a n a p o t h e e k r i j k e g e b i e d e n Bij beschikking van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn met ingang van 10 juni 1965 voor de vierde maal apotheekrijpe gebieden aangewezen, gebieden dus als bedoeld In artikel 7, eerste lid, van de W e t op de Geneesmiddelenvoorziening. Het betreft in deze bescliikking de volgende gedeelten van gemeenten: a. de gemeente Heerde: de plaats Heerde met het omiiggende gebled, tezamen vormende het gedeelte van de gemeente Heerde, gelegen ten zuiden van een op de topografische kaart van Nederland schaal 1 : 50.000, bladen 27 west en 27 cost, getrokken denkbeeldige lijn lopende van punt 960.937 via het punt 005.921, 004.916 naar punt 017.908 aan de Nieuw^e Watering, vervolgens langs de Broekstraat naar punt 026.908, vandaar via punt 042.907 en de Kerkweg tot punt 048.908; b.
de gemeente Gendringen: de plaats Ulft met het omiiggende gebled, tezamen vormende het deel van de gemeente Gendringen, gelegen: 1e. ten zuiden van een op de topografische kaart van Nederland, schaal 1 : 50.000, bladen 40 oost en 41 west, getrokken denkbeeldige lljn, lopende van punt 198.345 langs de weg via punt 198.349 naar punt 199.356, vervolgens langs de weg via punt 210.357 naar punt 213.363 aan de Ettenseweg, vandaar tot punt 215.364 aan de gemeentegrens en langs deze grens tot punt 263.338 aan de Dinxperloseweg, langs deze weg tot punt 285.331; 2e. ten westen van de denkbeeldige lljn, lopende vanaf punt 285.331 langs de weg tot punt 278.317 aan de A-Sprang en langs de A-Sprang naar punt 283.312 aan de Duitse Grens; c. de gemeente Hardenberg: de plaats Hardenberg met het omiiggende gebied, tezamen vormende het deel van de gemeente Hardenberg, begrensd door de op de topografische kaart van Nederland schaal 1 : 50.000, bladen 22 west en 22 oost, getrokken denkbeeldige lljnen, lopende: 1e. vanaf punt 335.123 aan de gemeentegrens via de punten 346.132 en 348.131 naar punt 353.133 aan de Middenweg. Vervolgens langs deze w e g , de Slagenweg en de Kerkweg naar punt 373.141; 2e. van punt 373.141 langs de gemeentegrens en langs de zuidlljn 507 tot aan de gemeentegrens en vervolgens langs deze gemeentegrens tot punt 335.123; d. de gemeente Leek: de plaats Leek met het omiiggende gebied, tezamen vormende het deel van de gemeente Leek, gelegen ten noorden van de op de topografische kaart van Nederland schaal 1 : 50.000, bladen 6 oost, 7 west, 11 oost en 12 west, getrokken denkbeeldige lijn, lopende langs de Oostlndlsche W i j k naar punt 192.724, en ten zuiden van een denkbeeldige lijn, lopende van Boer-
518
e. de gemeente Roden: de plaats Nietap met het omiiggende gebled, tezamen vormende het deel van de gemeente Roden, dat wordt begrensd door de denkbeeldige lijn, lopende vanaf punt 268.797 langs de gemeentegrens en het Leekstermeer via punt 242.770 naar punt 245.760, langs de weg over de punten 250.750, 246.749, 246.747, 236.744, 240.735, 236.733, 238.725 naar punt 226.721 en vervolgens langs de Poolse W i j k tot de gemeentegrens. C. V A N DER MAREL, arts, voorzitter Apotheekcommissie L.H.V.
MC
UIT DE AFDELINGEN
Zaanland Viering
10O-jarig bestaan
der
afdeling
Onze afdeling heeft niet kunnen medewerken aan het tot stand komen van de vier wetten van Thorbecke. De bevordering van de geneeskunst echter Is door haar, sinds haar oprichting in het late voorjaar van 1865, met kracht en overtuiging nagestreefd. De middelen, die daartoe dienstig zljn, werden alle gebruikt. Zlj vonden zo ook hun afspiegeling in het programma van de Eeuwfeest-vlerlng. Onder het motto ,,dokters wetenschappelljk" hield Prof. Dr. J. G. G. Borst een boeiende voordracht over de hedendaagse kllnische geneeskunst op de feestelijke kringvergadering van 13 mei j l . Zaterdag 15 mei was de leuze ,,Geneesheren integraal". Een groot aantal kringleden reed in eigen auto's thuls-zlttende zieken door de Noordhollandse polders in bloesemtooi. Vrijdag 21 mei waren de „artsen officieel". In de Oostzijderkerk te Zaandam gaf Prof. Dr. P. Muntendam In een feestrede zljn visie op „ D e Ontwikkeling van de geneeskundige zorg in de t o e k o m s t " . De voorzitter van de afdeling, collega S. Klopper, schetste In ,,Honderd jaar artsenkring Z a a n l a n d " de groel van de geneeskunde, de Kring en de Volksgezondheid in het verleden. Tenslotte vertolkte de voorzitter van de Zaanse burgemeesterskring J. C. A. Provily, de dank van de Zaankanters voor alle toegewijde geneeskundige zorg In honderd jaren verleend. De redevoeringen zijn gepubllceerd in het Eeuwfeestnummer van het Maandblad Noord-Holland (X, no. 4-5), tezamen met enige bijdragen over de historie van een aantal onderdelen van de geneeskundige verzorging van de streek. Het tijdschrift werd aan alle leden en gasten overhandlgd. Een geanlmeerde receptie In het Zaandamse gemeentehuls voor leden en vele genodlgden besloot deze middag. 's Avonds aten de Eeuwfeest-commissies met de officiele gasten. De niet geringe feestvreugde steeg ten top toen na het aanbieden van vele fraaie en nuttlge geschenken, de kringvoorzltter voor ieder kring-
lid een kistje ,,Sekt" werd toegezegd namens het bestuur van een der Zaandamse Ziekenhuizen, als dank voor de prettige samenwerking in een lange reeks van jaren. Zaterdag 22 mei was geheel gereserveerd voor de Kringfeesten. 's Middags verzamelden zicli vale sportieve leden en hun dames aan een lunch met fanfareen drumbandbegeleiding. Daarna demonstreerden zij hun ,,behendigheid op wielen" in een klassementsproef en autorltje. Veertien leden van de ,,Pionier Automobiei Club" reden voorop in hun bijzonder fraaie oude wagens. De prijsuitreiking vond plaats tijdens een borrel, waar dansmuziek gelegenheid bood de vaardigheid te voet te tonen. De ,,Zaanland-nacht, cultureel en uitbundig" werd het hoogtepunt van de festiviteiten. In bijzonder fraai en zeer toepasselijk versierde zaien — waarin o.m. de portretten van alle kringleden een plaats vonden — speelden een Boerenkapel en een jazz-combo. Een Zaanlands Artsencabaret oogstte uitbundige bijval met een non-stop ,,Kermesse-medicale". Dit programma gaf ons in twee uren de overtuiging, dat de kwaliteiten, benodigd voor de kunst van het genezen, sterk gecorreleerd moeten zijn met de eigenschappen, die de mens tot kunstenaar stempelen. De voorzitter van de afdeling kon In zijn slotwoord vaststellen, dat het eeuwfeest groots werd door dezelfde krachten die steeds de Zaanse artsenpopulatie kenmerkten: de ijver en de actieve samenwerking van zeer vele kringleden in een voortreffelijke collegiale sfeer en — wetenschappelijk en cultureel — op een goed niveau. Dr. J. P. van Nieuwenhuize Voordrachten Op de agenda's voor de afdelingsvergaderingen warden de volgende voordrachten varmeld: Heerenveen en omstreken: Dr. F. Grewel te Amsterdam, over ,,Differentiatie van domme kinderen". Apeldoorn en omstreken: Prof. Dr. M. T. Jansen, hoogleraar in da histologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, over ,,Gedachten van een histoloog over het leven". Leiden en omstreken: Prof. Dr. C. G. Egeler over „Dwars door de Himalaya". Alphen en omstreken: W. B. J. M. van dar Meeren over ,,Da huisarts an da Jeugdgezondheidszorg voor schoolkinderen".
Maatschappij agenda Alg. Vergadering Maatschappij Centraal Bestuur L.S.V. met dlstrictsvoorzitters 7, 8 en 9 oktober Ledencongres der Ivlaatschappij 23 oktober Ledenvergadering L.S.V. 19 november Ledenvergadering LH.V. 20 november Ledenvergadering L.A.D. 27 november - N.H.G.-congres 11 december Alg. Vergadering Maatschappij SJuil 23 September
LUSTRUM VAN DE AFDELING DORDRECHT Ter gelegenheid van het dertiende lustrum heeft de afdeling Dordrecht een extra lijvig ,,Mededelingenblad" het licht laten zlen, dat behalve door het formaat opvalt door de originele omslag: een cliche van verzamelde krantekopjes. Het blad (twee-en-twintig pagina's!) is verlucht met diverse artikelen, in een waarvan ingegaan wordt op de Crijke) historie van het Medisch Dispuut Gezelschap, dat zijn 65e jubileum op 11 juni herdacht. G. C. Kooyker schrijft over het Medisch Dispuut Gezelschap: ,,ln de kring van artsen, die de afdeling Dordrecht van de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst vormt, neemt het Medisch Dispuutgezelschap een zo belangrijke plaats in, dat eigenlijk naast het uitbrengen van een gelukwens aan het bestuur met de bloeiende welstand van het Dispuut op zijn 65e verjaardag, de afdelingsleden ook zichzelf mogen gelukwensen, dat dit gezelschap zijn dienende, behoudende en waar nodig genezende functie in de Dordtse artsengemeenschap blijvend zai vervullen,"
Zwolle en omstreken: Dr. D. Hoogandoorn te Wijhe, C. J. Ottan te Zwolle en J. Postuma te Hardenberg, over,,Tetanus". Sittard-Geleen: Dr. H. Lokkarbol, radioloog te Heer!en, over ,,Enige aspecten van de radiologie". Zaanland: Dr. R. W. Relyveld, ,,Enkeia sociale en aconomischa aspecten van Suriname". De Vecht en omstreken: Dr. J. Schreurs, ,,De geriatrische patient in de huisartsenpraktijk". Tiel: Dr. A. W. Bots te Voorhout over ,,De problemen rond de therapie van de tonsillitis".
MC
PERSONALIA
Nieuwe leden: A. A. J. Kole, Grimburgwal 10, Amsterdam. J. A. Kunst, Adm. de Ruyterweg 395", Amsterdam. Mej. J. G. de Miranda, 1e Helmersstraat 104, Amsterdam. K. S. Ong, Joh. Jongkindstraat 5 1 ^ Amsterdam-W. S. Rep, Rutherfordstraat 6 hs, Amsterdam-O. A. D. Sitalsing, Weesperzijde 197, Amsterdam. M. A. J. M. van Bakel, Schorsmolenstraat 6, Breda. F. J. M. Verhulsdonck, Indigolaan 19, Tilburg. F. Boss, Harderwijkerweg 23, Nunspeet. Over/eofen: J. N. H. Dresen, Pettelaarseweg 95, 's-Hertogenbosch. W. H. van Haaften, De Braamberg, Drempt. Dr. R. Jensema, Houtweg 2a, Laren, N.H. Oh. van Rossum, Hekendorp 118 b., Dr. A. J. R. E. van Schoonhoven van Beurden, Irenelaan 39, Sittard. F. A. Ch. Sekhuis, Hofkampstraat 48, Almelo. Dr. M. Sypkens Smit, Geldersche Dijk 3, Hattem. J. v. d. Werff, de Ruyterstraat 57, 's-Gravenhage. 519
MC
INGEZONDEN
VRIJWILLIGHEID
De 142ste Algemene Vergadering besloot tot het oprichten van een pensioenfonds voor artsen met vrijwillige deelname. Het hoofdbestuur besliste dat dit de vorm van een onderlinge waarborgmaatschappij zai krijgen. Voorstellen, hoe het beginkapitaal van deze waarborgmij bijeen moet worden gebracht doet echter het hoofdbestuur niet. Ook wordt hierover in de afdeiingsvergaderingen niet gesproken. Op de agenda van de landelijke vergaderingen van L.H.V. en L.S.V. echter verschijnt een voorstel, dat, voorzover het het bijeenbrengen van een kapitaal betreft, radicaai breekt met het door de Algemene Vergadering voor de deelname uitdrukkelijk voorgeschreven beginsel van vrijv\/illigheid. Behalve dat dit punt op de agenda staat temidden van vele andere punten, zodat het een goede kans maakt onopgemerkt te blijven, wordt er bij ons weten niets over gepubliceerd. Anders is M.C. als het principiele zaken betreft toch niet zo terughoudend. Voor zover de individuele leden, echt niet zo erg geinteresseerd in agendapunten voor de landelijke vergadering, het betrokken voorstel al ontdekt en begrepen hebben waar het hler om ging, hebben zij afgewacht tot de plaatseliike belangenvereniging het zou bespreken. Dit is echter, althans in deze streek, niet gebeurd. En zo kon het dan gebeuren dat op de landelijke vergaderingen over ons en zonder ons werd beslist zonder dat wij zelfs maar in de gelegenheid waren geweest onze mening kenbaar te maken. Natuurlijk Is formeel en legaal de zaak volkomen in orde. Het begint echter wel wat te lijken op de legaliteit van bijvoorbeeld het landbouwschap. Moreel deugt het niet. Het is mogelijk dat onze streek een ongunstige uitzondering vormt en overal elders door de grondvergaderingen v/el uitvoerig hierover is gesproken. Het is te hopen dat het hoofdbestuur, waarin toch tegen deze dwangprocedure' wel bezwaar is gemaakt, zich nader in dit vraagstuk zaI verdiepen. Mocht daarbij blijken dat ons wantrouwen gemotiveerd is en er op deze manier een besluit is doorgedrukt, dat, hoe legaal ook genomen, in strijd is met de opvatting van een groot aantal van de leden, dan zaI het hoofdbestuur moeten overwegen de centrale besturen mede te delen van hun aanbod, het benodigde kapitaal te verschaffen, geen gebruik te willen maken. De leden die zich, evenals wij, door deze gang van zaken verontrust voelen, zullen er goed aan doen in hun plaatselijke belangenverenigingen, voor zover
520
deze tekort zijn geschoten en deze zaak niet tijdig hebben besproken, van hun verontwaardiging blijk te geven en er op aan te dringen dat dit ook ter kennis van de centrale besturen wordt gebracht. Ook in de afdelingsvergaderingen kan er geprotesteerd worden tegen de mogelijkheid dat het hoofdbestuur een dergelijk op dwang berustend aanbod aan zou nemen. Ongetwijfeld zaI er dan wel weer geschermd worden met efficiency, administratleve eenvoud, goedkoopte, enz. enz., maar dat zijn geen principiele zaken. Vrijheid en vrijwilligheid wel. Winterswijk, 28 mei 1965. N. de Bruyn B. Brongers P. van de Bijl K. Bijisma A. Fierstra A. Koch Naschrift: Bovenstaande beschouwing heeft de redactie M.C. voorgelegd aan de voorzitter der L.H.V. H. Frese en de secretaris-penningmeester der Maatschappij G. Dekker, die haar het volgende commentaar verstrekten: De uitspraak, in bovenstaand ingezonden stuk, dat de individuele leden echt niet zo erg zijn geinteresseerd in agendapunten, staat in merkwaardige tegenstelllng tot de heftig verwijtende toon van het stuk. Daarbij wordt ook gesteld dat op de landelijke vergaderingen over de leden en zonder de leden beslissingen zouden zijn genomen. In tegenstelling hiermee staat het felt, dat bijvoorbeeld de Landelijke Huisartsen Vereniging het voorstel uitvoerig heeft toegelicht in een rondschrijven, dat aan ieder der leden persoonlijk werd toegezonden en de omstandlgheid dat ieder lid het recht heeft de ledenvergaderingen te bezoeken en er het woord te voeren. De veronderstellingen van de inzenders, die betrekking hebben op een te geringe communicatie in de periferle, kunnen misschien juist zijn, zij kunnen echter aan de centrale instanties niet worden verweten daar dit uitsluitend door de regionale en plaatselijke besturen wordt geregeld. De inzenders zullen zich dus, wat dit betreft, tot zichzelf, respectievelijk hun plaatselijke bestuurders moeten wenden. Wat de kwestie zelf betreft, deze is op de ledenvergaderingen lang en intensief besproken. Het is hier niet de plaats alle argumenten voor deze contrlbutieverhoging nog eens te noemen. Slechts het misverstand, waarvan de inzenders uitgaan, zij nog eens verklaard: De deelname aan het op te richten pensioenfonds is een geheel vrijwillige. Dit is door de Algemene Vergadering der Maatschappij besloten en dit is in
geen enkel opzicht veranderd. Het bijeenbrengen van het nodige oprichtingskapitaal, hetwelk met deelneming aan de verzekering natuurlijk niets heeft uit te staan, wordt, zo is besloten, verwezenlijkt door contributieverhoging. De aldus verkregen gelden worden ter beschikking gesteld van het waarborgfonds. Enig recht staat daar voor de verenigingen niet tegenover. Zij doen slechts, wat de grote wens van de grote meerderheid der Maatschappij-leden is: er voor zorgen dat het waarborgfonds, waaraan zo dringend behoefte bestaat, zo spoedig mogelijk kan gaan functioneren. Het protest van de collegae is dus niet gerechtvaardigd en zonder te schermen met ,,efficiency", „administratiekosten" enz. en zonder de vrijheid en vrijwilligheid geweld aan te doen kan worden gesteld, dat de vrijheid van de leden al of niet aan de oudedagvoorziening deel te nemen, onverkort wordt gehandhaafd en dat de met grote meerderheid aanvaarde verhoging van de contributie een gevolg is van het in vrijheid aanvaarde lidmaatschap der Maatschappij, waarin op democratische wijze tot beslissingen wordt gekomen.
HONORERING VAN DE HUISARTS
Met groeiende verontrusting volg ik de ontwikkeling van de financiele positie van de huisarts in Nederland. Al ben ik overtulgd dat er hard wordt gewerkt door de bevoegde instanties om de honorering van de huisarts op een redelijk niveau te plaatsen, toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat er een schreeuwende discrepantie bestaat tussen de honorering van de diensten, verricht door de huisarts, en de diensten in de overige medische sectoren. Ik zou wel eens willen weten tot welke jaarsalarissen voor huisartsen men zou komen wanneer men op het patroon zou voortborduren, dat de ,,Salaris en Pensioen-Commissie" der L.A.D. heeft gebruikt (zie publ. M.C. 4 juni 1965). De grote mate van verantwoordelijkheid en de benodigde kennis en parate kennis van zaken zou toch zeker aanleiding zijn om hem te plaatsen in categorie II. De risicodragende positie zou dan ook wel rechtvaardigen om hem In groep B onder te brengen met verhoging van 20 procent. Dat zou dan een basisbedrag betekenen van f 37.495,— plus X plus ij. Wanneer men dan berekent, hoeveel de dienstvragende instantie per werkelljk verricht dienstuur moet besteden, waarbij dus rekening moet worden gehouden met verloren uren door ziekte, vakantie, niet altijd gevulde diensturen en waar bijzonder zwaar zaI wegen de sociale zekerheld, die moet worden betaald met alle kansen van waardevermindering van de gulden, dan zou men wel
i ,
N^
••
' 5 *
«slfi
:*aa/0;^-"'«e^eo '^ft
'o/i^"efr;
• bloedspiegel ook na i.m. toediening hoger dan na tetracycline oraal
^Vc/, '"0^
ir/mi Reverin t X275 mg i.i
Tetracydin 2x500 me oraal
Reeds een uur na i.m. injectie is de Reverin-concentratie in het bloed al gelijl< aan die na i.v. injectie. • bloedspiegel na i.v. toediening lOx hoger dan na tetracycline oraal Direct na i.v. injectie bereiict deze bloedspiegel bactericide waarden.
ee/j
llllll
i serumconcentraties na 2 X 500 mg tetracycline oraal respectievelijk na 1 X 275 mg Reverin i.v. Reverin i.m. Flacons a 150 mg en 350 mg Reverin i.v. (ook voor lokale toepassing) Flacons & 110 mg en 275 mg Monsters en literatuur op aanvrage.
• daarom ook vaak dan nog resultaat als orale tetracyclines plegen te falen I • zelfs voor tetracycline minder gevoelige stammen spreken nog op Reverin aan Reverin biijkt in staat de tetracycline-resistentie van stafylokokken te doorbreken dank zij specif ieke aan de chemische structuur gebonden eigenschappen
HOECHST-HOLLAND N.V. Postbus 284 - Amsterdam
eens op een bedrag kunnen komen, dat ver boven de f 35,— ligt. Maar dit op deze wijze gevonden bedrag zou slechts dan als basis voor het berekenen van eer. verrichtingstarief redelijk zijn, wanneer de huisarts buiten de diensturen even onafhankelijk zou zijn als de voor de bedoelde honorering gedachte arts in dienstverband. Stelt men de eis, dat de huisarts ook nog paraatheidsdiensten verleent, dan meet ook deze factor worden verdisconteerd. Voorts moet worden berekend, dat de arts in dienstverband enorm veel minder ,,kosten" heeft zeals huur, praktijkassistente, auto, afschrijving, investeringen enz. Het lijkt mij dringend nodig dat deskundigen berekenen tot welk uurloon de huisarts zou moeten komen, wanneer deze rekenweg wordt gevolgd. Wanneer dit bedrag is gevonden lijkt het mij nuttig verzekeraars hiervan in kennis te stellen om in de toekomst te voorkomen, dat door voorwaarden, als in M.C. bladzijde 473 omschreven, de suggestie wordt gewekt, dat men met een bedrag van f 5,— per verrichting reeds in de buurt van een redelijke honorering komt. Waarom zou men de huisartsrekening niet evengoed met 80 procent vergoeden als die der specialisten? Door fixatie van het vergoedingsbedrag zai men altljd op de tariefontwikkeling achter blljven en daardoor de suggestie wekken, dat de huisarts met zijn tarief onredelijk hoog ligt. Aan de verzekeraars zou ik willen suggereren bij hun premieberekening voor
huisartsenhulp niet alleen uit te gaan van de hiervoor ingediende rekeningen maar ook van het verschil der specialistenkosten bij verzekerden met en zonder huisartsbehandeling. Als voorbeeld ter overdenking noem ik een vrouw in mijn praktijk, die onafgebroken onder controle staat voor haar hypertensie bij een internist, omdat zij wel voor specialistenhulp en niet voor behandeling door de huisarts is verzekerd. Den Haag, 12 juni 1965. W. Wintzen
MC
VARIA
Het blad ,,Der Deutsche Arzt" klaagt in zijn jongste uitgave er over, dat de autoriteiten in de Bondsrepubliek maar blijven treuzelen met het afgeven van speciale verkeersfaciliteiten aan doktoren. Reeds jaren zijn de artsen bezig vergunning te verkrijgen om met hun auto daar te komen waar het voor een snelle hulpverlening aan patienten gewenst en noodzakelijk is, aldus schrijft het blad. Het verzoek van de doktoren is zo dringend en ligt zo voor de hand, dat inwilliging al lang plaats had moeten vinden. Uitzonderingen op bepaalde verkeersver- en -geboden zijn immers altijd al toegestaan; men denke aan de tegemoetkoming aan leveranciers, die op
plaatsen waar een stop- of wachtverbod geldt, toch mogen laden en lessen. Ook het parkeerverbod behoeft niet altijd nageleefd te worden. Maar als gevraagd wordt om de verkeersmaatregelen te ontkrachten als het om mensenlevens gaat ,,wird der Behordenweg dornig, dann treten Schwlerigkeiten auf, die niemand so recht einsehen will". Het artikeltje in „Der Deutsche Arzt" gaat verder met een Juichkreet, geslaakt naar aanleiding van de inwilliging van het verzoek door de staat Beijeren. Doktoren behoeven zich daar voortaan niets meer aan te trekken van verkeersvoorschriften betreffende stoppen en parkeren als hun aanwezigheid bij een zieke of gewonde dringend gewenst is. Verzucht de schrijver tenslotte: Er ware an der Zeit, dass auch die noch ausstehenden Bundeslander ahnliche Regelungen treffen". •
MC
•
In het jaarverslag van de Vereniging ,,Het Zonnehuis" (de christelijke vereniging tot verpleging van langdurig ziekenj wordt er op gewezen, dat het evenals in 1963 moeilijk was leidlnggevend verplegend personeel aan te trekken. Grote zorgen baart het de vereniging weliswaar niet, maar het punt zaI desniettemin alle aandacht blijven vragen, aldus het verslag. De vereniging beschikte in 1964 over 370 bedden, verdeeld over vier ,,Zonnehuizen". Hiervan waren er gemiddeld 322 bezet. Het achterblijven van de gemiddelde bezetting werd veroorzaakt door de aanloop van (het vorig Jaar geopende) zonnehuis te Zuidhorn. De Vereniging ontploolt grote activiteit en heeft bouwplannen met betrekking tot de tehuizen te Beekbergen en Doom. In Vlaardingen wordt een nieuw tehuis gebouwd; op het plan Amstelveen is de rijksgoedkeuring aangevraagd. Dit plan behelst de bouw van een tehuis voor 204 langdurig zieken en 96 demente bejaarden. Het gebouw zaI ook aan 200 personeelsleden onderdak verschaffen. •
MC
-
Duitse doktoren hebben op een te Berlijn gehouden „Deutsche Arztetag" hun bezorgdheid uitgesproken over de gebrekkige eerste hulp, die in hun land bij verkeersongevallen aan de slachtoffers wordt verleend. De maatregelen, die vlak na een ongeluk worden getroffen, halen meestal weinig uit en hebben soms zelfs een nadelige invloed op de gezondheld van de verongelukten. Als oorzaak van de slechte hulpverlening wijzen de artsen de onwetendheid aan van de weggebruikers, zelfs als het gaat om de meest eenvoudige bijstand. Met het cog op de toenemende verkeersdrukte en het daaraan verbonden 521
verhoogde ongevallenrisico pleiten de Duitse arisen voor het geven van lessen in de eerste hulp, aan mensen die hun rijbewijs trachten te halen. Een pleidooi, dat verdient ook in ons land te worden gehoord, aangezien het euvel ten onzent in niet mindere mate geldt. De Westduitse artsen zijn tijdens deze zelfde ,,Arztetag" ook in het geweer gekomen tegen de vale buitenlanders, die in het kader van de ontwikkelingshulp aan voornamelijk Afrikaanse Ianden, in de Bondsrepubliek voor arts studeren. Het bezwaar van de Westduitse doktoren richt zich tegen het felt, dat, als gevolg van de duizenden door buitenlanders bezette studieplaatsen, vele Westduitse jongeren niet in de gelegenheid zijn in hun eigen land te studeren. De „Arztetag" heeft voorts bezwaar gemaakt tegen de blijvende praktijkuitoefening door afgestudeerde buitenlanders in de Bondsrepubliek. De ontwikkelingshulp is daar bepaald niet voor bedoeld, vinden de Duitse doktoren. Zij geven de bevoegde autoriteiten dringend in overweglng de reglementen voor de praktijkuitoefening door buitenlanders te herzien en vergunningen hiervoor slechts sporadisch en op bijzondere gronden af te geven, •
MC
Volgens een Reuter-bericht in de dagbladen heeft een der leiders van de gezondheidsraad van Stockholm, Ulf Zetterblad, meegedeeld dat het stadsbestuur van Stockholm thans met de Romeinse autoriteiten onderhandelt over huur of aankoop van het nabij Rome gelegen San Giovanni-ziekenhuis. Men wil hiertoe overgaan in verband met het nijpende tekort aan verpleegsters in Zweden. Het San Giovanni-ziekenhuis, waarin tweehonderd patienten kunnen worden opgenomen, staat reeds meer dan een jaar ieeg. Indien het plan doorgaat zouden de Zweedse patienten door een Italiaanse staf worden behandeld en verpleegd, Zetterblad heeft meegedeeld dat vele Zweedse ziekenhuizen wegens het tekort aan medisch personeel hun deuren hebben moeten sluiten. Een woordvoerder van de nationale Zweedse vereniging voor de bestrijding van rheumatische ziekten heeft meegedeeld dat de vereniging overweegt een verplegingscentrum in Tunesie te kopen of te bouwen. •
MC
•
In het kader van het lustrum van de ,,Medisohe Faculteit van Amsterdamse Studenten" organiseert de ,,congrescommissie voor het M.F.A.S.-lustrum
522
"65" op 29 en 30 oktober aanstaande te Amsterdam een congres. De titel van dit congres luidt: ,,De medische opieiding: convergentie-divergentie". Het doel van de organisatoren is een bijdrage te leveren in de discussie rond wljzigingen in de medische opieiding In Nederland. Als sprekers zijn gevraagd hoogleraren, lectoren etc. van alle Nederlandse universiteiten. Het ligt in de bedoeling de inschrijving voor dit congres met ingang van het studiejaar 1965-'66 te openen. De commissie hoopt de deelnemers aan dit congres uit het gehele land aan te trekken.
In ,,Heim und Welt" kon men een stukje belletrie aantreffen, waarin de conversatie is verwerkt tussen twee moeders, die spreken over een gemeenschappelijke vriendin van veertig jaar en van deze verhalen, dat zij zich door de arts „Anti-Baby-Pillen" laat voorschrljven en haar dochter dwingt die in te nemen. wil het meisje toestemming krijgen een avondje uit te gaan. Dat vindt „Heim und Welt" een misdadig misbruik van de pil en het pleit voor een ,,mehrjahrigen Verlauf des weiblichen Rhytmus bevor man uberhaupt an die orale Antikonzeption denken durfte". Het blad stelt de vraag: ,,Gibt es solche Mutter wirklich?" en vreest dat die er meer zijn dan men denkt. MC
•
Bericht uit Spanje: stierenvechters hebben sinds kort alle kans te genezen van de prikken die hun vierbenige tegenstanders in de arena maar a! te vaak uitdelen. In Madrid heeft zich nl. een chirurg gevestigd die niet anders doet dan gewonde toreadoren behandelen. HiJ heeft hiervoor een speciale kliniek ingericht, waar hij niet alleen ontvellingen heelt, maar waar de heren ,,Bullfighthers" ook terecht kunnen voor gebroken ledematen en inwendlge „beschadigingen". Het verhaal wil, dat reeds menig toreador zijn leven aan deze chirurg te danken heeft, zodat het met de stierengevechten voorlopig we! crescendo zai gaan. Eerder lieten namelijk veel gewonde stierenvechters het leven op weg naar het zlekenhuis.
•
MC
Verschijnt wekelijks Abonnementen niet-Ieden f 20,—. Losse nummers f 0,50. Bestuur: K. Vaandrager, Deventer, voorzitter; Prof. Dr. A. Kummer, Amsterdam, vice-voorzitter; Dr. C. de Groot, Kon. Wilhelminalaan 22 a, Gorinchem, secretaris; Dr, M. van der Stoel, Voorschoton, penningmeester; A. Taminiau, Tilburg. Redactie: Keizersgracht 327, Amsterdam-C. Telefoon 020-24 25 35.
MC
•
M E D I S C H CONTACT
•
De Tweede Kamerleden mevrouw G. Brautigam en dr. J. H. Lamberts, beiden soc, hebben de minister van Landbouw en Visserij en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid schriftelijk gevraagd of de consument zelf enige mogelijkheid heeft om vast te
Adressen van de Maatschappij en haar organen-. Keizersgracht 327, Amsterdam-C, telefoon 02024 25 35: hoofdbestuur, dagelijks bestuur, boekhouding, bureau voor Waarneming en Vestiging 8.30-17 uur (na 18 uur en zondags tel.: 79 89 84) - Landelijke Huisartsen Vereniging - Landelijke Speclalisten Vereniging - Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband - Specialisten Registratie Commissie. Raad van Beroep: secretaris Dr. H. Navis, Sonsbeekweg 6, Arnhem. Ondersteuningsfonds weduwen en wezen: postgiro 111950, Keizersgracht 327, Amsterdam-C. Secretaris F. Weijnen, Vijverweg 14, Sittard, telefoon 04490-33 63. Advertenties en abonnementen: Uitgeversmij. J. H. Kruyt, Groot Hertoginnelaan 28, Bussum, telefoon 02959-1 61 55. Advertenties behoeven de goedkeuring der redactie en kunnen zonder opgaaf van redenen worden geweigerd. Druk: Verweij - Mijdrecht. Op/age: 13.720.
stellen of een hanng juist is behandeld. Zij vragen dat naar aanleiding van een perscommunique van het ministerie van Sociale Zaken over de gevaren van het eten van ondeugdelijk behandelde baring. Als de consument het zelf niet kan vaststellen, vragen zij, is een goede controle op het behandelen van haring dan niet een aanzienlijk betere garantie voor de volksgezondheid dan het publiceren van een waarschuwing aan het publiek? Verder willen deze kamerleden weten of de overheid over voldoende maatregelen beschikt om het behandelen van haring te controleren, weike dat zijn en of ze ten voile worden gebruikt.