MEDIA
BOEKRECENSIES Een detective over het broeikaseffect F. Pearce, vertaling J. den Bekker. De laatste generatie. Hoe de natuur wraak neemt voor het broeikaseffect. Utrecht: Uitgeverij Jan van Arkel i.s.m. Maurits Groen Milieu & Communicatie, 2007. 360 p., paperback. ISBN 978 90 6224 474 4. € 5,–.
126
De aarde glijdt de braadpan in. De vraag is niet: kunnen we bewijzen dat weerrecords worden veroorzaakt door klimaatverandering? De vraag is: kunnen we ons veroorloven dat het waar is? Ook al zijn de klimaatmodellen volwassen geworden, ze blijven tegelijk vol onzekerheden. Dat heeft een ernstig gevolg voor de publieke discussie. Alles waarvan klimatologen niet voor honderd procent overtuigd zijn, durven ze niet publiekelijk te benoemen. Er gebeurt niet wat de zogenoemde klimaatsceptici zeggen, dat het broeikaseffect enorm wordt opgeblazen. We krijgen juist een onderkoeld beeld voorgeschoteld. De werkelijkheid zal (of kan) steeds een graadje erger blijken. Wie terugkijkt, ziet dat dat al jaren aan de gang is. Met het broeikaseffect valt het elke keer weer tegen. Dit is de mening van de auteur van het boek, dat je in één ruk uitleest. En werkelijk alles dat
NVOX
maart 2008
invloed kan hebben op klimaat en klimaatverandering passeert de revue. Ik noem enkele klimaatveranderingen die zeer tot de verbeelding spreken: • 600 miljoen jaar geleden: laatste fase van ‘Sneeuwbal Aarde’, gevolgd door warme periode; • 65 miljoen jaar geleden: klimatologische opflikkering op korte termijn na inslag meteoriet (waar de mens waarschijnlijk zijn bestaan aan te danken heeft); • 55 miljoen jaar geleden: ‘megascheet’ van methaan uit de diepzee veroorzaakt een andere klimatologische opflikkering op korte termijn (dat is waar men nu voor vreest); • 16.000 jaar geleden: de laatste ijstijd komt met horten en stoten aan zijn eind (en waarschijnlijk kwam daardoor het ontstaan van de landbouw en het begin van het ingrijpen van de mens in de biosfeer op gang). De tijdstippen volgen elkaar steeds sneller op (dat is logisch, want dat is beter na te gaan). Ik noem enkele recentere: • 5500 jaar geleden: plotseling droogvallen van de Sahara; • 4200 jaar geleden: weer een droogteperiode, geconcentreerd in het Midden-Oosten, gevolgd door wijdverbreide ondergang van beschavingen. En in de huidige tijd: • 2003: Europese hittegolf met meer dan 30.000 doden; • 2007: zeeijs rond de Noordpool in de zomer op absoluut dieptepunt. De vraag is welke factoren invloed op de klimaatverandering hebben en hoe die invloed tot stand komt. Zijn het de feedbacks, is het het tot stilstand komen van de transportbanden in de oceanen?
Waar zit de aan- en uitknop: aan de Noordpool of in de tropen? Veel is nog niet zeker of duidelijk, maar het boek stemt tot nadenken. Zeker lezen dit boek. En ook aanschaffen en wel in tweevoud, zodat je het aan een ander kunt geven. Voor de prijs hoef je het niet te laten. Maak er een kettingboek van. Hoe langer de ketting is, des te meer mensen zich bewust worden van de problemen rond de opwarming van de aarde. Zie ook www.hitte.nu. ■ Marijke Domis
Linnaeus Bénédicte Leclerq e.a. Linnaeus. De ordening van plant en dier. Diemen: Veen Magazines, 2007. ISBN: 9789085710721. 168 p., hardcover, ill. kleur. € 32,50.
In 2007 was het driehonderd jaar geleden dat Linnaeus in Zweden geboren werd. Er is uitgebreid aandacht aan besteed. Helaas kreeg ik dit boek pas onlangs, maar een beoordeling is nog wel toepasselijk. Zeker omdat het om een groot wetenschapper gaat. Linnaeus is gepromoveerd aan de universiteit van Harderwijk en was nadien nog jaren werkzaam in Nederland. Hij bedacht de ordening van planten en dieren op basis van soort- en geslachtskenmerken. Dat was volgens hem een logi-
sche manier van ordenen. Van hem stamt ook de binomiale nomenclatuur, waarbij elk soort een dubbele naam in het Latijn kreeg. Tot op de dag van vandaag baseren de Internationale Commissies voor Nomenclatuur zich op Linnaeus’ werk. Zijn indeling hield eeuwenlang stand, mede omdat ze goed te rijmen was met Darwins evolutietheorie. Nu wordt op grond van DNAonderzoek een soort weleens in een ander taxon ondergebracht, maar dat gooit tot dusver niet de hele indeling van Linnaeus omver. Onder tijdgenoten ondervond Linnaeus veel weerstand. Men vond een ordening op basis van seksuele organen smakeloos. Velen hadden er bovendien moeite mee dat de mens als aapachtige werd geclassificeerd. Pas in de laatste decennia van de negentiende eeuw vond de Linneaanse indeling steeds meer aanhangers. En dat leidde uiteindelijk tot een Linnaeusverering. Het moet een gigantisch werk zijn geweest. Je krijgt in dit tijdperk van informatietechnologie bijna niet bedacht dat Linnaeus dat in zijn tijd (de hoogtijdagen van de Verlichting) voor elkaar kreeg. Hij heeft blijkbaar ook een geweldige correspondentie onderhouden. Ook dat is in deze tijd moeilijk voor te stellen. Linnaeus was natuurlijk niet de eerste en in zijn tijd ook niet de enige die zich met het indelen van organismen bezighield. Daar wordt in deze biografie ook uitgebreid melding van gemaakt, zodat je een duidelijk beeld krijgt van de stand van de wetenschap in voorbije eeuwen. Het boek is rijk geïllustreerd met onder andere afbeeldingen van schilderijen, portretten, titelbladen en covers van boeken, gedichten en zelfs een
MEDIA
menu (van een maaltijd op een Linnaeusfeest). Verhalen over ‘oude wetenschappers’ moet je in ere houden. Het maakt je nederig. Dit boek draagt daartoe bij. ■ Marijke Domis
Alles over biologische globalisatie W. van der Weijden, R. Leewis en P. Bol. Bioinvasions and their impacts on nature, the economy and public health. Utrecht: KNNV uitgeverij, 2007. 224 p., genaaid, full colour. ISBN: 978-90-5011-243-7. € 49,95.
Niet alleen mensen, maar ook andere dieren, planten en micro-organismen verspreiden zich in steeds groter tempo over de wereld. Het veranderend klimaat en het toenemend (handels)verkeer zijn hiervoor verantwoordelijk. Deze biologische globalisatie heeft enerzijds gunstige gevolgen voor de mensheid. De huidige wereldbevolking van 6,5 miljard kan alleen overleven dankzij de hogere opbrengsten en grotere variatie in voedsel door invoer van gewassen van elders. Aan de andere kant zijn er ook veel negatieve gevolgen. Dit boek geeft legio voorbeelden van introducties van soorten, zowel opzettelijke als toevallige, met onverwachte gevol-
gen. Bio-invasies hebben in het verleden massale sterfte onder volken veroorzaakt. Ook voor de biodiversiteit vormen bio-invasies een groot gevaar. In het kort komt het neer op de gevolgen van kolonisaties van landen (en daarmee samenhangende bewuste en onbewuste invoer van gewassen, vee en ziektes), oorlogen en transport. Ook de globale opwarming heeft invloed. Nederland speelde en speelt een grote rol in de biologische globalisatie met zijn Oost- en West-Indische compagnie, zijn op twee na grootste haven, zijn enorme handel in land- en tuinbouwgewassen, maar terugkijkend heeft de mens altijd al organismen versleept. Er zijn legio verhalen van de rampen, die dit heeft opgeleverd. Het boek staat vol met voorbeelden hierover, in de 87 boxen, die overal tussen de tekst door te vinden zijn. Dat vergemakkelijkt het lezen overigens niet, want je wordt constant van de ene box naar de andere verwezen en soms klopten de nummers van de boxen niet, zodat het zoekwerk werd. Dat gaf ik na enige tijd maar op. Ik las een hoofdstuk en vervolgens een serie boxen. In de hoofdstukken na de introductie wordt telkens een aspect van biologische globalisatie bekeken: bijvoorbeeld de geschiedenis en de wegen en middelen die bij deze globalisatie gebruikt worden. Indrukwekkend en eigenlijk ook huiveringwekkend is het hoofdstuk waarin de gevolgen van de biologische globalisatie op gezondheid en economie opgesomd worden. De geschatte totale kosten zijn gigantisch. Ik noem een voorbeeld: de invasie van de tropische kakkerlak, die bij mensen astma veroorzaakt, levert per
patiënt € 600 kosten op per jaar; de totale kosten bedragen in Nederland 30-60 miljoen euro per jaar waarbij de kosten van bestrijding niet zijn meegerekend. Een laatste hoofdstuk is gewijd aan de lessen die we van het verleden kunnen leren en de acties die moeten worden ondernomen. Alleen daarom al is het boek de moeite waard. In de zes appendices staat alles overzichtelijk genoteerd en verder is er een uitgebreide notenlijst en een termenlijst. ■ Marijke Domis
Perfect universum Paul Davies. Perfect universum: waarom er leven is op aarde. Utrecht: Het Spectrum, 2007. 334 p., ill. ISBN 978 90- 274-5527-7. € 29,95.
met het onze een groot multiversum zouden vormen, en neemt de lezer mee op een rondgang langs de nieuwste inzichten op het gebied van de kosmologie, het deelgebied van de sterrenkunde dat zich bezighoudt met ontstaan, evolutie en met de eigenschappen van het heelal als geheel. Daarbij komen de oerknaltheorie en de ontdekking van donkere materie en donkere energie natuurlijk uitgebreid aan bod. Binnen die Multiversumtheorie gaat hij in op de vraag waarom ons heelal precies die eigenschappen bezit die de vorming van de complexe levensvormen op aarde mogelijk maken. Door de ondertitel van de Nederlandse editie lijkt het alsof het boek vooral over het leven op aarde gaat. Dat is een misverstand: Davies behandelt de vraag waarom het heelal is zoals het is, en bewandelt daarbij het grensvlak tussen wetenschap en religie. Hij zoekt een antwoord op de vraag: Welke rol speelt het leven zelf in het ontstaan van het universum? Zijn heden en verleden met elkaar verweven? Hij stelt de vraag die volgens de geleerden een ‘onvraag’ is: Wat gebeurde er voor de Big Bang? Bestaat er eigenlijk wel een theorie van Alles? ■ Marianne Offereins
Bijna vanaf het moment dat ik leerde lezen, was er voor mij ook de science fiction. Daar bestaan de parallelle universa al heel lang, maar daar ga ik hier niet op in, hoe verleidelijk dat ook is (nou, ééntje dan: Wegwijzers van Roger Zelazny). Nu is het dit boek van Paul Davies, theoretisch natuurkundige en sterrenkundige die zich tegenwoordig ook bezighoudt met astrobiologie. Hij beschrijft de theorieën over parallelle heelallen, die samen
maart 2007
NVOX
127
MEDIA
BOEKAANKONDIGINGEN Nieuwe druk van Het Chemisch Practicum verschenen R. Udo, H.R. Leene, Het Chemisch Practicum, een laboratoriumhandboek, vierde druk, ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2008. ISBN 978 90 06 92100 7.
Onlangs verscheen bij uitgeverij ThiemeMeulenhoff de vierde druk van Het Chemisch Practicum, een laboratoriumhandboek. Dit handboek is al jaren een waardevol naslagwerk voor iedereen die met chemisch practicum te maken heeft: studenten, docenten en toa’s in het voortgezet onderwijs, mbo en hbo.
128
In Het Chemisch Practicum komt een groot aantal laboratoriumtechnieken en meet- en analysemethoden aan bod. Daarnaast wordt ruim aandacht besteed aan het voorbereiden van praktisch werk en het verwerken van waarnemingsresultaten. Veiligheid staat daarbij voorop: er wordt uitgebreid ingegaan op de consequenties van de Arbo-wetgeving. De auteurs, R. Udo (Educatieve Hogeschool van Amsterdam) en H.R. Leene hebben de vierde druk geactualiseerd, met toevoeging van enkele instrumentele technieken en meer aandacht voor chemisch rekenwerk en verslaggeving. ■ Hans Bouma
DIGITAAL Geografische Informatie Systemen (GIS) in het voortgezet onderwijs In het dagelijks leven worden interactieve digitale kaarten steeds belangrijker. Tom Tom en Google Earth zijn binnen korte tijd zeer populair geworden bij het grote publiek. Het is boeiend te zien hoe snel de laatste jaren de ontwikkelingen op dit gebied gaan. GIS is inmiddels niet meer weg te denken in het bedrijfsleven en bij de overheid. Het EduGISportaal laat leerlingen in het voortgezet onderwijs kennis maken met GIS. Was Nederland ooit wereldberoemd vanwege zijn kaartenmakers – niet voor niets is de Atlas Major van Blaeu opgenomen in de canon – ook bij de ontwikkeling van digitale kaarten speelt Nederland een
NVOX
maart 2008
rol van betekenis. Tom Tom is daar een voorbeeld van. Doe je nog een stap verder dan Tom Tom dan kom je bij GIS. GIS is een computersysteem dat hulpmiddelen biedt om aan elkaar gekoppelde ruimtelijke en niet-ruimtelijke gegevens te structureren, op te slaan, te bewerken, te beheren, op te vragen, te analyseren en weer
te geven, zodanig dat die gegevens nuttige informatie opleveren voor het beantwoorden van een gegeven beleids- of onderzoeksvraag. In een GIS kun je bijvoorbeeld kiezen welke type aardbevingen in welk gebied je in kaart gebracht wilt hebben. Desgewenst kun je daarbij de schadelijke gevolgen van die
Leerling uit 4 havo van het Sint Nicolaas Lyceum in Amsterdam aan de slag met een lesmodule over de gevolgen van klimaatverandering. Foto: Joop van der Schee.
aardbevingen op verschillende afstanden van het epicentrum analyseren met behulp van geografische en natuurkundige kennis. De kracht van GIS zit vooral in de mogelijkheid om veel data snel en efficiënt te visualiseren en te bewerken en andere informatiedragers zoals foto’s te integreren met kaartbeelden. De veelzijdigheid en flexibiliteit van digitale ruimtelijke gegevens gekoppeld aan de snelheid en het gemak waarmee deze gegevens kunnen worden opgeroepen is van grote waarde bij het bestuderen van maatschappelijke vraagstukken. Geen wonder dat niet alleen cartografen en geodeten, maar ook politiemensen, klimatologen, managers, logistieke planners, biologen, boeren en vele anderen er in toenemende mate gebruik van maken. Gezien het toenemend gebruik van GIS in de samenleving is het logisch dat het onderwijs leerlingen schoolt in het werken
MEDIA
Openingsscherm EduGIS. Foto: Joop van der Schee.
met GIS. Universiteiten en hbo’s bieden GIS-cursussen aan, mede om aan de groeiende vraag naar geo-informatici te voldoen. Ook in het voortgezet onderwijs groeit langzamerhand de belangstelling voor GIS. In 2004 besloten het Kadaster, de Vrije Universiteit en Geodan een GIS portaal voor het onderwijs te ontwikkelen: EduGIS. De URL hiervan is www.edugis.nl. Uitgevers, docenten en leerlingen kunnen via internet bij EduGIS gratis terecht voor informatie over GIS en GPS, allerlei digitale kaarten van Nederland, lesmodules met die digitale kaarten en lesmodules met Google Earth. Scholen die meer willen, kunnen professionele GIS-softwarepakketten aanschaffen. Dat kost geld en ook meer tijd en moeite om te leren gebruiken. Echt iets voor de bovenbouw havo/vwo. EduGIS helpt de eerste stappen te zetten. GIS is goed inzetbaar bij NLT en in vakoverstijgende projecten van aardrijkskunde met de exacte vakken. Met GIS kun je bijvoorbeeld de trekroutes van vogels in kaart brengen of de relatie laten ontdekken tussen klimaatzones en vegetatietypen. Of bodemsoorten bekijken. GIS past uitstekend in het streven leerlingen voor te bereiden op de
kenniseconomie van morgen aan de hand van concrete projecten en gebruik makend van moderne technologie. Joop van der Schee, Vrije Universiteit Amsterdam
Homo litoreus: site over kustmenstheorie Dirk Meijers van het Zuyderzee College in Emmeloord heeft op de schoolsite een serie modules geplaatst met onderzoeksopdrachten rond de ‘kustmenstheorie’. De modules kunnen dienen als basis voor een profielwerkstuk, maar ook voor groepswerk met een werkverdeling. Niveau: bovenbouw HV (16+). De kustmenstheorie stelt dat in de evolutie van het genus Homo een aan water gebonden fase is opgetreden. De argumenten ervoor zijn ontleend aan fysiologische, anatomische en gedragsmatige bijzonderheden waarin wij afwijken van onze naaste verwanten, de mensapen chimpansee en bonobo. Deze serie modules: • vult het concept adaptatie in op een eigen manier, gericht op menselijke fysiologische, anatomische èn ethologische eigenschap-
pen op een eigen manier; • biedt de mogelijkheid door eigen onderzoek een gefundeerde eigen mening over dit onderwerp te vormen; • wil bijdragen aan het serieus nemen van dit idee; • geeft inzicht in de moeilijkheden die afwijkende theorieën in het algemeen ondervinden. Bekijk het zelf eens op http://www.intrazc.nl/ontwik kelwerk_dm/homo_lito reus_nl/index.htm.
De HIER online klimaatgids: klimaatverandering van A - Z In januari is op HIER.nu, de website van de landelijke klimaatcampagne, een online kli-
rijkste klimaattermen. De bedoeling van de klimaatgids is om voor zoveel mogelijk mensen duidelijk te maken wat klimaatverandering eigenlijk is, en hoe divers de oorzaken en de gevolgen zijn. Omdat klimaatnieuws vaak nogal wetenschappelijk is, of juist erg politiek van aard, staan veel klimaatberichten vol met jargon. Dat kan helaas maar moeilijk anders, omdat het onderwerp nu eenmaal erg complex is. Bovendien, voor woorden als ‘koolstofkringloop’, ‘Peak-Oil’ of ‘gashydraten’, bestaat niet zomaar een eenvoudiger synoniem. De nieuwsberichten op HIER.nu zijn daarom verbonden met de klimaatgids. Bezoekers hoeven maar op een klimaatterm te klikken om meteen te zien wat dat eigenlijk is, ‘CO2-compensatie’, het ‘albedo’, of wat wordt bedoeld met terugkerende afkortingen zoals IPCC, CCS of CDM. Naast uitleg over de terminologie laat de gids goed zien hoe alle onderwerpen met elkaar verband houden. De teksten zijn opgesteld volgens de geldende wetenschappelijke inzichten. Daarbij blijft de actualiteit gegarandeerd: nieuw onderzoek en nieuwe cijfers worden direct in de gids opgenomen. URL: www.hier.nu/klimaat
Lessuggesties en proeven over petrochemie
maatgids geopend. Bezoekers krijgen er uitleg over klimaatverandering aan de hand van de meest gebruikte en belang-
Leerlingen van 10 tot 20 jaar uit alle vormen van het voortgezet onderwijs worden uitgenodigd deel te nemen aan allerlei activiteiten en een proevencompetitie. Deze zijn bedacht om het bewustzijn van leerlingen te vergroten over hoe de petrochemie bij-
maart 2008
NVOX
129
MEDIA
130
draagt aan de ontwikkeling van moderne materialen. Meer informatie is te vinden op de site www.xperimania.net. De suggesties voor proeven zijn tamelijk gedetailleerd. Deze actie is uitgezet in heel Europa; de site is in 22 talen uitgebracht. Deelname aan Xperimania: • helpt leerlingen de brede verscheidenheid aan materialen te begrijpen die in het alledaagse leven gebruikt worden, en wat erin gaat; • biedt docenten een eenvoudige manier om moderne hulpmiddelen in hun lessen te integreren; • legt aan docenten en leerlingen uit hoe de ontdekking van nieuwe materialen bijdraagt aan de evolutie van veel alledaagse voorwerpen; • toont het belang van materialen en de processen die ze tot stand brengen; • stelt leerlingen in staat hun eigen experimenten met petrochemie te bedenken om materialen te onderzoeken; • motiveert leerlingen om de wereld wetenschappelijk te onderzoeken.
24 april: Girlsday De vierde week van april is het weer tijd voor Girlsday. Dan gaan meiden tussen de 10 en 15 jaar op bezoek bij technische medewerkers van allerlei bedrijven in heel Nederland. Veel Technika 10-clubs zijn al jaren trouw deelnemer van Girlsday en steeds meer scholen tonen belangstelling. Bedrijven openen graag hun deuren om bij jonge meiden interesse te kweken voor beroepen in de techniek en ict. Door de samenwerking met Jet-Net wordt Girlsday bekender bij bedrijven. Via de Girlsday-website www.girlsday.nl biedt Technika 10 Nederland handreikingen om deelname en organisatie voor bedrijven en scholen te vergemakkelijken. Het Girlsday Doe Mee! Handboek voor scholen en Technika 10-clubs staat op deze site. Deelnemende meiden doen gratis mee.
Lesmateriaal over kanker De stichting Bio-Wetenschappen en Maatschappij (BWM) houdt zich sinds 1972 bezig met het informeren van het publiek over biowetenschap-
100 jaar farmacologie
Onderwerp: kanker (incl. biologische achtergrond en actuele behandelmethoden) Tijdsduur: 3 lesuren Niveau: bovenbouw havo en vwo (m.n. 5 havo, 5/6 vwo) Eindopdracht: als medisch specialisten samenwerken om een behandelplan op te stellen voor een casuspatiënt met kanker.
pen. BWM publiceert onder meer thematische cahiers, geschreven door prominente wetenschappers die zich met het betreffende thema bezighouden. Recensies hiervan verschijnen regelmatig in NVOX. Vanaf dit voorjaar verschijnt bij de cahiers van BWM ook onderwijsmateriaal, zodat docenten in de klas direct aan de slag kunnen met actuele wetenschap. De Praktijk heeft het eerste onderwijsmateriaal, over kanker, inmiddels ontwikkeld en onlangs getest in de klas. Dat was een geweldig succes: leerlingen en docenten waren bijzonder enthousiast. Kijk voor meer informatie op www.praktijk.nu.
In de week van 13 tot en met 16 mei 2008 wordt gevierd dat 100 jaar geleden Rudolf Magnus als eerste hoogleraar in de farmacologie in Nederland werd benoemd. De Nederlandse universiteiten organiseren tal van activiteiten die in het teken staan van de farmacologie in de betreffende regio, zoals tentoonstellingen in locale musea en locale symposia en lezingen over dit onderwerp. Op de website www.100jaar farmacologie.nl staat informatie over deze activiteiten, die soms ook voor docenten en middelbare scholieren interessant zijn, zoals het publiekssymposium. De website informeert verder over geneesmiddelen en aspecten van het vak farmacologie. De teksten zijn van een zodanig niveau dat ze inhoudelijk ook begrijpelijk zijn voor middelbare scholieren uit de tweede fase van havo en vwo. Het materiaal is dan ook uitermate geschikt voor leerlingen om te gebruiken voor (profiel)werkstukken.
WETENSCHAP Citronella tegen vervuilde bodems Botanici van de universiteit van Adelaïde (Australië) hebben inheemse grassoorten ontdekt als milieuvervuilingsopruimers. Ze ontkiemen en groeien in een bodem die verontreinigd is met diesel en olie en breken deze tegelijkertijd ook af. De onderzoekers hebben het groeipatroon
NVOX
maart 2008
van drie van zulke soorten vergeleken in één onvervuilde en twee verontreinigde grondsoorten, welke laatste respectievelijk 0,5% en 1,0% van een mengsel van diesel en olie bevatten, en verkregen een verrassend resultaat. De ontwikkeling van één soort, een citronella (Cymbogon ambiguus) verliep veel beter in de vervuilde grond. Bovendien helpen de wortels van alle drie de soorten de groei te bevorderen van bacteriën die de verontreiniging
omzetten in neutrale producten. De bacteriekoloniën waren na 60 dagen honderd keer gegroeid, en na 120 dagen zelfs duizend keer zo groot geworden. Blijkbaar scheiden de wortels stoffen af die de bacteriegroei bevorderen. Het is een veelbelovende ontwikkeling: grond zuiveren door er gras in te zaaien! ■ Bron: c+b 3/07
ACTUEEL De handcomputer.
BERICHTEN Knoflook tegen arseen Knoflookextracten verminderen de toxische effecten van arseen en zorgen ervoor dat het versneld via de urine wordt afgevoerd. Een tot drie teentjes per dag kan chronische arseenvergiftiging (bijvoorbeeld door vervuild drinkwater) zelfs voorkomen. Dit volgens de Indiase chemicus Keya Chowdhuri van het Indian Institute of Chemical Biology in een artikel in Food and Chemical Toxicology. Hij probeerde het uit op celkweekjes in vitro, en op ratten. Lever- en niercellen bleken duidelijk beter te functioneren wanneer ze naast arseen (in de vorm van NaAsO3) ook knoflook kregen toegediend. Het zou kunnen komen doordat knoflook anti-oxidanten bevat, én stoffen die As3+ oxideren tot het minder toxische As5+, alsmede zwavelverbindingen die arseenionen binden als sulfiden. Zie: Choudhury, K. et al. (2008). Food Chem. Toxicol. 46, 740-751. ■ Bron: Chemisch2Weekblad 16 februari 2008
Schepen met zwavelhoudende rook betrappen Het gebruik van zwavelhoudende oliestook, hoe goedkoop ook, is verboden, maar schepen negeren dit verbod nogal eens. Nu heeft het RIVM een betrouwbare methode ontwikkeld om schepen te betrappen met LIDAR. Deze light detection and ranging meet vanaf de wal het SO2gehalte in de rookpluimen van voorbijvarende schepen. Een eerste meetwagen is vorig jaar met succes uitgeprobeerd op de oever van de Westerschelde. Het RIVM heeft nu het ministerie van VROM geadviseerd de methode officieel in te voeren. Om dit effectief te maken, moet er wel een wetswijziging komen om betrapte schepen te kunnen beboeten. ■ Bron: Chemisch2Weekblad 16 februari 2008. Zie ook http://www.rivm.nl/bibliotheek/ rapporten/609021039.html
De hele klas op pad met een handcomputer Ecomare op Texel heeft iets nieuws: wandelen door de natuur met een handcomputer! Speciaal voor de jeugd zijn er twee interactieve tochten ontwikkeld. Voor de bovenbouw van de basisschool is er een ontdekwandeling. Voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is er een digitale duinspeurtocht. Voor schooljeugd vanaf groep 8 van de basisschool wordt er een nachtwandeling ontwikkeld. Daarnaast zijn er gewone wandelingen die niet speciaal op jongeren zijn gericht. Tijdens de wandeling geeft de handcomputer regelmatig een signaal. De handcomputer is gekoppeld aan een gps voor de plaatsbepaling. De informatie die op het scherm verschijnt gaat hierdoor ook werkelijk over de plek waar de kinderen zich op dat moment bevinden. Tijdens de digitale duinspeurtocht verschijnt steeds een vraag op het scherm. Er zijn makkelijke en moeilijke vragen, de moeilijke leveren meer punten op. De jongeren beantwoorden de vragen en krijgen vervolgens uitleg bij het antwoord. Zo leren ze spelenderwijs over bijvoorbeeld sporen van dieren, groeikracht van planten en verschillende landschappen. De ontdekwandeling voert door het bos, de duinen en over het strand. Voor de opdrachten maken de kinderen gebruik
van verschillende zintuigen: horen, ruiken, zien, voelen. Zo worden ze gestimuleerd om hun omgeving eens op een andere manier te benaderen. Een bijzondere ervaring! De nachtwandeling, die nog in de testfase zit, moet in het donker worden gelopen. De kinderen zoeken zelf hun weg aan de hand van de kaart op hun handcomputer. Tijdens de tocht verschijnen er allerlei opdrachten op het scherm. Zo voelen ze aan de hand van de structuur van de bast welke boom het is, ze ontdekken dat elke vuurtoren zijn eigen lichtfrequentie heeft en dat het ’s nachts op de top van een duin warmer is dan beneden. Het is een spannende én leerzame activiteit! Schoolgroepen kunnen testwandelingen maken. De huur van een handcomputer bedraagt € 2,50 per stuk. De digitale duinspeurtocht is alleen mogelijk in combinatie met een bezoek aan Ecomare, de ontdekwandeling en de nachtwandeling zijn los te doen. Er kunnen maximaal drie leerlingen met één handcomputer op pad. Ecomare heeft voldoende handcomputers voor een hele schoolklas. Kijk voor meer informatie op www.eco mare.nl bij scholen of bel met de educatieve dienst van Ecomare (Jaco Spek of Quinten van Katwijk): 0222-367440.
Kindertentoonstelling ‘Over Nachten’
Hans Bouma Tot en met 10 augustus 2008 is de tentoonstelling ‘Over Nachten’ te zien op het tijdelijke adres van het Pieter Vermeulen Museum, de Driehuizerkerkweg 34-d te Driehuis. De tentoonstelling is gemaakt
maart 2008
NVOX
131
ACTUEEL
voor kinderen in de leeftijd van 3 t/m 7 jaar. De tentoonstelling bestaat uit een mooi en donker sprookjesbos. De dieren die de kinderen in dit bos tegenkomen zijn onder andere: vos, reekalf, konijn, bunzing, rat, vleermuis, nachtegaal, kerkuil, bosuil, slakjes en nachtvlinders. Voor de kleine bezoekers een mogelijkheid de dieren eens van dichtbij te zien, te horen wat voor geluid ze maken en meer over het leven van de dieren te weten te komen. Voor kinderen die kunnen lezen zijn er teksten die iets vertellen over de levenswijze van de aanwezige dieren. Voor kinderen
die niet kunnen lezen zijn er eenvoudige zelfcontrolerende spelletjes te doen waarbij ze leren hoe oud de dieren kunnen worden, wat slakken fijn vinden, waardoor egels bedreigd worden en welke dieren er een winterslaap houden. Bovendien kunnen bezoekertjes in een boomhut klimmen of in een molshoop kruipen waar ze kennismaken met het ondergrondse leven van mol en bosmuis. Het speelse karakter van de tentoonstelling wordt versterkt door het spel Dag- of nachtdier?, verschillende voeldozen, een hoorspel over een eekhoorn, een geluidenspel en een kunstmatige vijver met allerlei waterdiertjes.
Voor schoolgroepen begint de tentoonstelling met een hoorspel over een eekhoorn die op zoek is naar verloren hazelnoten. Tijdens zijn zoektocht komt de eekhoorn allerlei dieren tegen. Dit zijn dezelfde dieren die de kinderen in de tentoonstelling tegenkomen. Daarna gaan de kinderen onder begeleiding van ouders door de tentoonstelling. Bij de tentoonstelling is bovendien een speurtocht ontwikkeld voor kinderen van 6 en 7 jaar. Verdere gegevens vindt u op http://www.pieter-vermeulen-museum.nl.
In de cursus wordt gewerkt met het freeware programma Powersim. De benodigde modellen zijn op de leslocatie aanwezig.
melding. De kosten bedragen € 140,00 per deelnemer. U kunt zich aanmelden bij dhr. Hans van der Rijst via
[email protected]. Graag de namen van de deelnemers vermelden en de contactgegevens van de school in verband met het verzenden van de factuur. Na deelname ontvangt u een certificaat. Alice Veldkamp, coördinator steunpunt mail:
[email protected]; url: www.bestutrecht.nl
SCHOLING Landelijke nascholing Dynamische modellen 132
Het NLT Steunpunt BEST Utrecht organiseert een landelijke nascholingscursus Dynamische Modellen. De cursus geeft vakinhoudelijke en didactische ondersteuning bij de NLT-modules voor havo en vwo. Er wordt ingegaan op de verschillen in modelleren met Powersim en in IP-Coach.
De cursus wordt in Utrecht gegeven op de donderdagen 27 maart, 10 april en 24 april, steeds van 16.00 – 19.30 uur (er wordt voor een hapje gezorgd). De leslocatie is in de Hogeschool Utrecht, Faculteit Natuur en Techniek, Nijenoord 1, 3500 AD Utrecht. Het lokaalnummer volgt na aan-
magazine voor natuurwetenschap op school
NVOX Betreft nascholingsaankondigingen Geachte heer/mevrouw, Evenals vorig jaar zal NVOX weer een nascholingskatern uitbrengen, tegelijk met nummer 6, dat op 23 juni 2008 zal verschijnen. NVOX is het verenigingsblad van de NVON, de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Als service aan onze leden verschijnt jaarlijks een nascholingskatern, waar nascholingsinstellingen hun activiteiten tegen kostprijs kunnen plaatsen. De redactie zou graag de aankondigingen van uw nascholingsaanbod in NVOX plaatsen. U kunt uw aankondiging uiterlijk 23 mei a.s. mailen aan
[email protected]. De opname van uw bericht in het nascholingskatern zal geschieden tegen kostprijs, hetgeen neerkomt op € 7,35 per cm (opgemaakt). De kolombreedte is 9,5 cm. De redactie is uitsluitend geïnteresseerd in mededelingen voor de vakken anw, natuurkunde, scheikunde, biologie, NLT, verzorging, technologische vorming/warenkennis, kennis der natuur/natuuronderwijs en milieukunde. Mocht u de omvang van de berichten te gering
NVOX
maart 2008
achten, dan bestaat de mogelijkheid te adverteren via Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. 023-5714745, e-mail:
[email protected], fax 023-5717680. Wij verzoeken u de berichten als PLATTE TEKST aan te leveren, dus zonder koppen en andere opmaak. In het bericht graag de volgende zaken vermelden: plaats, tijd, aantal bijeenkomsten, prijs (max. bij voorkeur niet boven € 185,-), indien van toepassing: prijs voor NVONleden, adres voor aanmelding en informatie, telefoonnummers, rekeningnummer en verdere bijzonderheden. Daarnaast bevat het bericht een beknopte beschrijving van de inhoud van de cursus. Het adres voor het aanleveren van de kopij is:
[email protected] NVON-secretariaat, postbus 60047, 9703 BA Groningen tel. 050-5490205, fax 0842-245324 Uiterste datum voor ontvangst van uw kopij: 23 mei 2008. Redactie NVOX
Aansteker
Liever orde dan entropie Zeuren niet toegestaan
Verbieden. Ik maakte een poster met regels voor een prettig lesverloop. Het zijn mijn regels, ik voel me er prettig bij, en dat is belangrijk. Zeuren vind ik vervelend. Van veel zaken weet ik wel dat ze beter en effectiever kunnen. Ik kan dat niet in mijn eentje. Ik heb de hulp van studenten en leerlingen
nodig. Met de ordeposter probeer ik deviant gedrag te voorkomen. Of het effectief is? Ik kan het niet proefondervindelijk aantonen. Het is een van de vele oefeningen in ordeherstel. Ik vroeg eerstejaars lerarenstudenten naar hun commentaar op de regels. Een bloemlezing: • niet in de klas hangen; • efficiënter om aan het begin van het jaar regels op het bord te schrijven; • mondeling overbrengen is beter; • niet geschikt voor hbo; • positief en negatief liggen te dicht bij elkaar (bijvoorbeeld leerlingen mogen wel zeggen hoe een betere les mogelijk is maar niet zeuren en klagen); • beperk je tot een paar algemene regels die niet bij elke leraar anders zijn. Dat is wel handig; hang de ordeposter niet in elke klas op;
Waakhond.
• op hbo worden deze regels als kleinerend ervaren; • als het wordt opgehangen kan het averechts werken (want pubers gaan tegen de regels in); • regels met de klas opstellen; • geen lijst van wat niet mag maar een lijst van wat wel mag. Wie effectievere manieren kent: laat het me weten. Gerard Stout,
[email protected]
133
COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON)
bij de NVON-ledenadministratie, postbus 41, 7940 AA Meppel (tel. 0522 855175, e-mail:
[email protected])
Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis; adjunct-hoofdredacteur: mw. H. Kramers-Pals. Eindredacteuren: mw. M. DomisHoos (biologie), mw. J.E. Frederik (natuurkunde), J. de Gruijter (scheikunde), A. Pollmann (anw), mw. M.I.C. Offereins. Redacteuren: J.T. Boer, H. Bouma, H. Jorna, B. Lefeber, M. Metselaar, mw. I. Schreurs. W. Sonneveld, mw. M. Bruinvels.
Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren tot: Nr. 01-08 15-12-2007; Nr. 02-08 18-01-2008; Nr. 03-08 18-02-2008; Nr. 04-08 21-03-2008; Nr. 05-08 18-04-2008; Nr. 06-08 23-05-2008; Nr. 07-08 22-08-2008; Nr. 08-08 19-09-2008; Nr. 09-08 17-10-2008; Nr. 10-08 14-11-2008
Redactieadres voor alle kopij: Eekhorstweg 1, 7942 JC Meppel, t.a.v. mw. B. Lobo E-mail
[email protected] . Tel. en fax 053-4326887, bgg tel. 053-4326814 Internetadres: www.nvon.nl/nvox en (voorlopig) www.nvon/oud/nvox De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel. 079 3165569, e-mail:
[email protected]) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen
Verschijningsdata 2008: 21 jan., 18 feb., 21 mrt., 21 apr., 19 mei, 23 jun., 22 sep., 20 okt., 17 nov., 15 dec. Basisvormgeving: FIZZ new media solutions, Meppel. Vormgeving: S. Willems Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel. 023 5714745, fax 023 5717680, e-mail:
[email protected]; site: www.bureauvanvliet.com) Dagelijks bestuur NVON: H.A.C. Huijsmans, voorzitter (
[email protected]), L.A.M. Jansen, secretaris (
[email protected]), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (
[email protected]),
J. Bette, algemeen lid (
[email protected]), H. de Graaf, algemeen lid (
[email protected]). Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde mw. A. Thurlingsvan der Lingen (
[email protected]), pabo-p.o. mw. M. v. Graft (
[email protected]), scheikunde L. Donk (
[email protected]), toa A.P. Soldaat (toa-sectie @nvon.nl), vmbo J. Baas (
[email protected]). Bestuursmedewerker: mw. L. Pors (
[email protected]) Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen kunt u tot 1 december bij de ledenadministratie. NVON-ledenadministratie: mw. M. Worst, Postbus 41 7940AA Meppel, tel. 0522 855175, fax 0522855176,
[email protected] NVON-secretariaat: Maandag-donderdag 08.3012.30 uur.Postbus 60047, 9703 BA Groningen, tel. 050 5490205, fax 0842 245324,
[email protected] en
[email protected] NVON-ledenservice: mw. J.A. Huijsmans-Janssen, Nieuwstraat 12, 5527 AT Hapert, tel 0497-336377. Gironummer 619809,
[email protected] en
[email protected] Internetadres: www.nvon.nl. Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie.
maart 2008
NVOX
Aansteker Liever orde dan entropie Zeuren niet toegestaan
Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 133 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan
[email protected]
Agenda 2008 datum maart 28 april 23 mei 16
NVOX
doelgroep
organisatie/ onderwerp
plaats/tijd
in nummer
lio’s natuur- en scheikunde
Lions-congres
Windesheim
2
bètadocenten havo/vwo
Reehorstconferentie NLT-ANW-Bètabreed (APS)
Ede
2
bètadocenten en toa’s
ICLON Good Practice Dag Bèta
Leiden
2 (flyer)
maart 2008