33e jaargang - maart 2008 - nr 3
inhoudsopgave
NVOX Chicken soup Kijk de volgende keer dat je de auto door een wasstraat haalt, even op het kastje met regelapparatuur waar je geld ingooit of je nummer intikt. Zoek naar zo’n metalen plaatje met een merknaam.
90 Wrijving op een koopje IN DE KLAS 90 92 94 97 98
Wrijving op een koopje Egbert Balsma Ik zie ik zie wat jij niet ziet Hans Deuss Olie winnen door bellen te blazen Rob Mudde Smaakmakers (30): toverlantaarn 2 Louis Mathot en Hubert Biezeveld Een tweede leven voor garnalenafval Urjan Jacobs en Esengul Yildirim
CURRICULUM/EXAMENS 101
Hoe irrelevant is evolutie? Jan van Delden, Rob van Woerkom, Horst Wolter en Marcel Kamp
MENSEN 102
Op bezoek bij Thomas en Heike Röckmann Marianne Offereins
EN VERDER 104 106 107 109 112 116
De fysiologie van verliefdheid Jan Hindrik Ravesloot Biologie en poëzie Marjan Bruinvels Verdwenen tropen van Europa Marijke Domis Klap eens in je handjes: scheikunde met baby’s Marjan Bruinvels Aantrekkelijk bètaonderwijs: hoe aantrekkelijk en uitdagend bent u zelf? Monique Sanders Beroepsstandaarden Marianne Offereins
We bespraken kort geleden nog eens zijn schoolverleden. Hij was een te jonge leerling, in september geboren en dus consequent jonger dan de rest. In 2 mavo bleef hij zitten. Vanaf dat moment ging het beter. Nadat hij de mavo had gehaald, kwam hij bij mij in 4 havo. Doordringende bruine ogen en lastige vragen. Hij was knettergoed, zo goed dat we het er op de laatste rapportvergadering van het jaar allemaal mee eens waren: hij kon door naar 5 atheneum. Het was een super-bèta en daarom zakte hij bijna in 6 vwo. Hij deed op advies van zijn docent een herexamen voor onder andere Nederlands, omdat met het cijfer voor een opstel gerommeld kon worden. Een paar jaar later, inmiddels student aan de TU, kwam hij langs met de vraag of hij wat bij kon verdienen met computerles. En zo werd onze school één van de eerste in Nederland waar leerlingen informatica kregen: in basic programmaatjes schrijven voor de bediening van stoplichten. Ik begreep er niets van, maar drommen kinderen zaten achter de commodoortjes die hij meebracht. Hij woont nu in Canada, is nog steeds directeur van het automatiseringsbedrijf dat hij oprichtte en later verkocht. Hij is binnen, maar sleutelt nog steeds aan de automatisering van autowasstraten. Inmiddels kan hij de instelling van die apparaten wereldwijd via internet vanuit zijn huiskamer wijzigen. Af en toe komt hij langs zodat we de gelegenheid hebben de toestand van de wereld door te nemen. De laatste keer bracht hij een boekje voor me mee dat ik van harte aanbeveel: Chicken soup for the teacher’s soul – stories to open the hearts and rekindle the spirits of educators.
RUBRIEKEN 120
126
Vereniging brieven verslagen kabinet Media boekrecensies boekaankondigingen digitaal
130
133 134
Actueel wetenschap berichten scholing Colofon/Aansteker Agenda
Coverfoto: Alice Teekens-Veldkamp
O ja, als op dat naamplaatje Kesseltronics staat, is het apparaat er één van hem. Er is een belangrijke conclusie te trekken: zittenblijven in 2 mavo betekent niet per se dat je dom bent. Dat zou een mens zich bij het uitdelen van iedere onvoldoende moeten bedenken.
[email protected]
maart 2008
NVOX
89
Een tweede leven voor garnalenafval Het deel van de garnalen dat we weggooien kan misschien wel het meest waardevolle deel zijn. Het is namelijk mogelijk om uit garnalenschillen het natuurlijke polymeer chitine te winnen en die kan bijdragen aan de zuivering van afvalwater. Voor een profielwerkstuk of praktische opdracht kan in een experiment het chitine uit garnalenschillen worden verkregen en de zuiverende werking worden gemeten. ■
Urjan Jacobs en Esengül Yildirim / Technische Universiteit Delft, afdeling Biotechnologie
Introductie De visindustrie produceert door het pellen van garnalen wereldwijd miljoenen tonnen schaaldierafval. Dit pelafval bestaat voornamelijk uit de exoskeletten van garnalen die zeer veel chitine bevatten. Chitine is een natuurlijk polymeer dat na cellulose het meest voorkomende polysacharide op aarde is. Het biopolymeer is in 1811 ontdekt door de Fransman H. Braconnot, maar de stof kreeg pas na meer dan tien jaar zijn uiteindelijke naam. 98
Chitosan is een derivaat van chitine en meer bekend bij niet-biologen dan chitine. Chitosan werd in 1859 ontdekt door C. Rouget, toen hij chitine in een basische oplossing kookte en opmerkte dat de gevormde stof in zuur oplosbaar was geworden. De beide polymeren zijn zeer stijve moleculen, doordat ze veel intramoleculaire waterstofbruggen vormen. Chitosan is dus uit chitine te maken door met een chemische reactie de acetylgroepen te verwijderen. Normaliter wordt het polymeer pas chitosan genoemd als na deacetylering er minder dan 25% van de aceetamidegroepen over zijn. Door hun bruikbare eigenschappen vinden chitine en zijn derivaat chitosan hun toepassing in vele producten, zoals medisch verband, haarcosmetica en filters voor afvalwaterzuivering. Uit onderzoek
Structuurformules van cellulose, chitine en chitosan (zie ook Binas tabel 67 A3).
is gebleken dat het biopolymeer een uitstekende ‘vanger’ van zware metalen en kleurstoffen is. De adsorptie is het resultaat van de aminegroepen die de afvalstoffen vasthouden. Chitine en chitosan kunnen een oplossing zijn voor de tienduizenDe productiemethode voor chitine en chitosan.
NVOX
maart 2008
den tonnen kleurstoffen die jaarlijks wereldwijd in het water geloosd worden. In waterzuivering kan de biopolymeerfilter opnieuw worden gebruikt door de afvalstoffen uit te spoelen met zuur. Om het waardevolle chitine te kunnen
De fysiologie van verliefdheid Verliefd worden en verliefd zijn is een bijzondere levensverrichting. Gedrag, emoties en denkwijze veranderen op een unieke manier en ook het lichaam maakt kenmerkende aanpassingen door. Hoe plezierig ook, de verliefde toestand is eindig en niet vast te houden. Even raadselachtig als het begin is het langzame uitdoven ervan. Gelukkig behoudt een mens het vermogen om (opnieuw) verliefd te worden, vermoedelijk tot de laatste dag. ■
104
Jan Hindrik Ravesloot / Universiteit van Amsterdam
De avondlezing van de NIBI-conferentie was weer onvergetelijk. Ditmaal werd de fysiologie van de verliefdheid ‘behandeld’. Jan Hindrik Ravesloot geldt als de nationale verliefdheidheidsexpert. Hij begon zijn lezing met te vertellen dat hij enorm veel had gehad aan zijn biologieleraar. Die had hem liefde voor de natuurwetenschap bijgebracht. Hij heeft overwogen om biologie te studeren, maar het werd uiteindelijk medicijnen. Affiniteit met de fysiologie van de mens heeft hem liefde voor het vak bijgebracht. Alles wat hij zou gaan vertellen over verliefdheid was gebaseerd op zijn eigen ervaring, want het was hem wel een aantal malen overkomen. Het is niet gebaseerd op eigen onderzoek, maar sinds hij zijn verhaal over de fysiologie van de verliefdheid verteld heeft wordt hij te pas en te onpas gevraagd om lezingen te houden. Het luisteren naar de aria van Osmin uit Mozarts Entführung aus dem Serail: “Wer ein Liebchen hat gefunden” gezongen door Ravesloot kan ik niet weergeven, maar voor nietbiologen en voor degenen die niet op de conferentie aanwezig waren, volgt hier de tekst van de lezing. Marijke Domis, eindredacteur biologie
Van wie is wat? Prof. Ravesloot laat het beeld zien van een fMRIscan die is gemaakt tijdens een copulatie.
Hoe worden we verliefd? Waar vallen we op? Dat hangt af van of het een korte- of langetermijnrelatie betreft. In kortetermijnrelaties zijn vrouwen tamelijk kieskeurig. Angst voor zwangerschap, soa en het verliezen van aantrekkingskracht spelen daarbij een rol. Vrouwen letten op indicatoren voor goede genen. Mannen letten (als ze al ergens opletten) op vruchtbaarheidsaanwijzingen. Voor mannen bieden dikwijls een mooi gezicht, slanke taille, grote borsten en – waarom ook niet – de Playboy al voldoende uiterlijke prikkels om opgewonden te raken. De informatie over waarop
NVOX
maart 2008
mannen en vrouwen vallen is uit de krant bij de contactadvertenties te halen. Bij mannen is dat anders dan bij vrouwen. Bijvoorbeeld “Bijzondere man zoekt vrouw met overal rood of zwart haar”. Een zoekende dame zou het liefst vallen voor “mannen die niet schrikken van gesprekken over Nietzsche”.
Verliefdheid In westelijke culturen is er vaak een verliefdheidperiode met in het begin een ‘magisch moment’. Dat is niet in alle culturen zo. In andere culturen groeien mensen meestal naar een diepe liefde toe; daar komen vaak toch goede relaties uit voort.
Net zo goed als relaties die beginnen met een ‘kickstart’ zoals bij ons, waarbij de aanblik van de geliefde ‘arousal’ (opwinding) oproept. Wat als de zoekers hun ideale partner hebben gevonden? Dan schuiven de emoties van rustig naar hyper. En bij grote verliefdheid kan de boel fiks op hol slaan. De reacties van het sympathische zenuwstelsel gaan overheersen. Onze hartslag gaat sneller. Niet voor niets zijn er liedteksten zoals: ‘En m’n hartje ging van boem boem boem’. We krijgen rode wangen, wijde pupillen en opgezwollen lippen. Dat vergroot de aantrekkingskracht. Bella donna, dat vroeger (en misschien nog wel) door vrouwen gebruikt werd om hun aantrekkelijkheid te verhogen, heeft dezelfde werking. De sympaticus zwiept tevens de hartactiviteit op. Seconden lijken minuten te duren. De arousal wordt ook opgewekt door drugs, drank, lichamelijke inspanning, spannende filmscènes, angst. Het gevaar bestaat dat je dan die arousal koppelt aan een bepaalde persoon. (Ik heb weleens gehoord dat vrouwen die uit een zeer gevaarlijke situatie waren gered, verliefd werden op hun redder – M.D.) In een onderzoek bleek dat zowel vrouwen als mannen onder invloed van drank anderen, zowel vrouwen als mannen, mooier vonden dan in nuchtere toestand. Drank prikkelt blijkbaar. Verliefdheden komen in een dranksetting eerder tot stand.
De verliefde toestand Hoe ‘meet’ je die emoties? Onder wetenschappers rouleert een saaie vragenlijst voor het meten van verliefdheid. De lijst beschrijft drie velden van verandering bij verliefdheid: • de cognitie die het logisch denken betreft: je denkt bijvoorbeeld dat de
EN VERDER
Klap eens in je handjes Scheikunde met baby’s Als exacte ouder leer je een baby om in de handjes te klappen: muziekles. Je wijst treinen (tuut) en schaapjes (bèh) aan in een boek: omgevingsonderwijs. Schuitje varen, theetje drinken is een eenvoudige buikspieroefening. Spelen met autootjes: verkeersles. Maar waar blijven onze eigen vakken? ■ Marjan
Bruinvels
Net als spelletjes en liedjes is ook de kennismaking met de natuurwetenschap een vorm van cultuuroverdracht. Als echte deskundigen zijn wij daartoe uiteraard de aangewezen personen. Jammer genoeg denken we bij scheikunde vaak aan giftige en gevaarlijke stoffen, dus echt niets voor baby’s. Maar spelen met voedsel en water is een onschadelijk alternatief. Wat raar en fanatiek om zoiets te doen, dacht ik eerst bij mezelf, maar toen ik het enthousiasme van peuterleidsters meemaakte voor een scheikundeles met de kleintjes, realiseerde ik mij dat men er letterlijk op zat te wachten. Als voorbereiding op een workshop die ik, samen met Jan Peper, in 2001 voor een chemieconferentie gaf, probeerde ik namelijk de proefjes uit op een kinderdagverblijf: het kindercentrum Vandaag in Amsterdam. Als ‘toverjuf’ maakte ik daar de blits met mijn teletubbies-vla en andere kleurige experimenten. Ook op een
109
Pepijn en Falk, allebei twee jaar oud, genieten van hun zelfgemaakte vla.
Als ‘toverjuf’ maakte ik daar de blits met mijn teletubbies-vla
peuterspeelzaal in Bilthoven blijk ik van harte welkom. U hoeft dus geen aarzeling te hebben om zelf eens een paar proefjes te doen samen met kleine kinderen. Als je maar steeds bedenkt: veiligheid staat voorop! Ter ondersteuning kun je de teletubbiesdvd’s gebruiken, die allerlei ervaringen behandelen die peuters aanspreken: hoe kinderen helpen, spelen, bewegen, ontdekken en een basisidee krijgen van natuur- en scheikunde, wiskunde, dieren en hun omgeving.
Maria Montessori onderscheidde diverse stadia in de ontwikkeling van een baby. Zij stelde dat natuurwetenschap in het bijzonder fascinerend is voor een kind van nul tot drie jaar. In deze eerste jaren noemde zij vijf hoofdcategorieën: • onderzoeken van de natuurkundige eigenschappen van dingen; • het ontdekken van oorzaak en gevolg; • het onderscheiden van fantasie en werkelijkheid; • orde scheppen uit chaos; • het maken van eenvoudige classificaties.
Simpele tips om iets exacts met een baby te doen Zodra een kindje kan zitten en zelf eten in zijn mond kan stoppen, kan men ook met proefjes beginnen. Het zou onzin zijn om in dit stadium rigoureus onderscheid te maken tussen natuurkunde en scheikunde, maar de proefjes die ik zelf doe zijn altijd min of meer chemisch. Een goed begin is het badje. Baby zit in het bad en speelt met schuim en water. Als hulpmiddelen gebruikt men plastic gardes, trechters, kannetjes, gieters en allerlei plastic huishoudgereedschap. Baby leert het verschil tussen nat en droog: neem washandjes van verschillende kleuren en zie hoe de kleur intensiveert bij bevochti-
maart 2008
NVOX
Aantrekkelijk bètaonderwijs: hoe aantrekkelijk en uitdagend bent u zelf? ■ Monique
Sanders / APS en Amito Haarhuis / freelance auteur
Aantrekkelijk bètaonderwijs begint bij de man of vrouw voor de klas. Ondanks alle zelfstandigheid van de leerlingen blijkt de docent zélf (gelukkig) nog de belangrijkste factor als het gaat om wat leerlingen uitdagend onderwijs vinden. We denken nu meteen aan de docent met inspirerende verhalen, doorspekt met eigen ervaringen. De docent die de leerlingen verleidt
en meeneemt, en hun nieuwe horizonten laat zien. Prachtig. Maar wij vergeten hierbij gemakkelijk één ding: hoe zien we er zelf eigenlijk uit? Leerlingen in de middelbareschoolleeftijd zijn zeer gevoelig voor het uiterlijk en de uitstraling van de docent. Aantrekkelijk bètaonderwijs heeft een grote relatie met een aantrekkelijke bètadocent. Hieronder vindt u een zelftest
Zelftest voor de mannelijke bètadocent Geef bij elk item aan welk plaatje het best bij u past.
1. De schooltas 112
A
B
C
B
C
B
C
2. De schoenen
A
3. Het shirt
A
NVOX
maart 2008
waarmee u uw eigen aantrekkelijkheid voor leerlingen kunt testen. Er zijn twee verschillende testen: één voor de man en één voor de vrouw. Na de test volgt een antwoordenmodel. Het antwoord spiegelt uw (gemiddelde) uitstraling voor de leerlingen. Stylingadviezen krijgt u er gratis bij: en dit alles voor aantrekkelijker bètaonderwijs!