90 - Kijk op www.meridiantravel.nl
OOSTENDE Thuiskomen in
Het Belgische Oostende is het perfecte toevluchtsoord voor een weekeindje weg met je geliefde of een midweek met het gezin. De gezellige badplaats ademt geschiedenis en de visliefhebber kan er op hoog niveau zijn hart ophalen. Maar een zak frites is er natuurlijk ook te krijgen. T E K S T A N N E K E D E B U N D E L F O TO G R A F I E N I C O L E F R A N K E N M E T D A N K A A N TO E R I S M E V L A A N D E R E N
Kijk op www.meridiantravel.nl - 91
H
92 - Kijk op www.meridiantravel.nl
H
Heel langzaam, één voor één, verschijnen de garnalenkotters in ons blikveld. Erachter vuurt de zon haar eerste stralen af op Lange Nelle, de vuurtoren van Oostende. Het is nog geen zes uur. Luc Bogaert, eigenaar van de Dini, staat op de kade om de vracht binnen te halen. Aan de Visserskaai is het stil. Net als in de cafés aan de overkant. Straks, als de stad ontwaakt, heeft Bogaert zijn vracht al bij de restaurants afgeleverd, verkoopt zijn dochter verse garnalen in de viskraam en begeven de mannen van de boten zich slaapdronken richting hun bed. Rond vijf uur, als de cafés nonstop bier uit de tap laten schuimen, dient voor de mannen een nieuwe twaalfurige werkdag aan. Dan zullen de zes boten in omgekeerde richting langs het Weststaketsel de zee opvaren.
Altijd leven Lang was Oostende precies dat: een handjevol vissers met hun bootjes. Totdat koning Leopold I besluit er zijn zomerresidentie te vestigen. Er volgden villa’s, renbanen, en een casino verrees. Kunstenaars als Permeke en Spilliaert legden er de onstuimige Noordzee met hun penselen op doek vast. Schrijvers vonden er hun inspiratie. Mogelijk zou Oostende een badplaats voor de welgestelden worden als er zich niet gelijktijdig een tweede ontwikkeling had voorgedaan: de aanleg van het spoor van Brussel naar zee. En daar kwamen ze aangeboemeld; de arbeiders. Van de hoofdstad naar de kust om het vuil van de werkweek af te spoelen. Terwijl de rijken met uitzicht op zee dineerden, at het volk zijn meegebrachte boterhammekes met uitzicht op diezelfde zee.
‘En eigenlijk’, zegt Johan Kerckhof, eigenaar van B&B Het Wilgenhuis, ‘is dat altijd zo gebleven. Je treft hier frietkotten naast musea en chique restaurants.’ In de woonkamer van Kerckhof dient alles als kast voor zijn boeken. Tafels, de vleugel en ook de meeste stoelen vormen een minibibliotheek. Hij schuift het boek Seks
‘Kunstenaars als Permeke en Spilliaert legden er de onstuimige Noordzee met hun penselen op doek vast. Schrijvers vonden er hun inspiratie’ voor jongeren boven de vijftig opzij, in de terechte veronderstelling dat we daar nog te jong voor zijn, en legt boeken over Oostende op tafel. Over de kunstenaars van de stad naar wie hij zijn kamers heeft vernoemd, over tentoonstellingen in Mu.ZEE, over de vele restaurants. Als zeiler weet hij: Oostende heeft de beste zeilhaven. ‘Veere en Vlissingen zijn ook mooi,’ zegt hij inspelend op onze noordelijke accenten, ‘maar na tien uur kun je er in je blote gat lopen. Hier is altijd leven, ook ’s nachts.’
Onbekende visjes We stappen vroeg op de fiets om de vissers te zien binnenkomen. Van dat leven is weinig te bespeuren. Door slapende straten en langs donkere woningen fietsen we naar zee. Visser
Luc Bogaert is de vijfde generatie die vis binnenbrengt, maar of er een zesde komt? Hij haalt zijn schouders op en wijst naar de horizon. Daar zijn de grote schepen bezig de zee leeg te vissen, 24 uur per dag. Als kleine vissers kunnen ze hier niet tegenop. Dus hebben ze samen met Toerisme Oostende en Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling de handen ineengeslagen en het culinaire project à l’ostendaise gelanceerd onder het motto ‘Van vangst tot bord’. De vissers dagen koks uit onbekende vissen op tafel te zetten zodat consumenten er kennis mee maken en om overbevissing tegen te gaan. Wat is een onbekende vis? Bogaert wijst op de horsmakreel die meegekomen is met de garnalenkotter. In onze ogen een gewone zilvergrijze vis. ‘In Nederland en België levert ze nog weinig op, maar in Frankrijk weten ze al lang hoe goed deze vis smaakt. Daar bedraagt de prijs voor de horsmakreel het tienvoudige van wat hier gegeven wordt.’ Blijkbaar weten de Vlaamse zeemeeuwen dat ook, want de vis is nog niet op de kade beland of een meeuw pikt brutaal een makreel mee.
Parfum van Oostende Omdat het nog te vroeg is voor vis, pakken we onze fiets voor een tocht langs zee. Eens zien of we het parfum van Oostende kunnen ruiken waarover schilder Ensor verhaalt: ‘Het gekrioel van de toeristen, het geluid van de zee, de drukte in de haven, het licht over de Oostendse daken. En de onmiskenbare geur van mijn stad. Het parfum van Oostende.’ Zodra we aan het eind van de kaai links met de zee meedraaien, stuiten we op het Zeeliedenmonument.
Kijk op www.meridiantravel.nl - 93
Oneerbiedig door de inwoners ‘de visser en de pisser’ genoemd. Voor ons ligt de Noordzee. Voorbij de horizon het Engelse kustplaatsje Ramsgate. Marx en Engels vertrokken vanaf hier naar Engeland. Mark Twain, James Joyce en Einstein, allemaal kwamen ze door Oostende op weg naar de overkant. Maar er zijn er ook die naar Oostende kwamen en bleven. Zoals het Nederlandse kunstenaars echtpaar Van Nimwegen. Ze liggen in ligstoelen op de Visserskaai naast het aquarium. Een vreemde locatie in een badplaats met zoveel zand. Maar hun werk wordt in het aquarium tentoongesteld en daarom zitten ze voor de bezoekers klaar met een thermoskan koffie. Er waren er meer die bleven. Hugo Claus schreef er zijn eerste roman en Marvin Gaye kwam naar
94 - Kijk op www.meridiantravel.nl
Oostende om af te kicken en schonk de stad zijn grote hit Sexual Healing. De zon staat inmiddels hoger aan de hemel. Op de boulevard gaan de eerste cafés open. Stoelen schrapen luidruchtig over terrassen. Het zal niet lang meer duren voor het volloopt met skelterende kinderen, hondenbezitters en pubers die elkaar stiekem langs de reling zoenen. Op het strand bollen de gestreepte zittingen van de ligstoelen vrolijk in de wind. Als we zuidwaarts gaan, passeren we de Venetiaanse Gaanderijen. Met lange overdekte gangen biedt het imposante gebouw een perfecte plaats om te rolschaatsen. Ooit bevond zich onder de gaanderijen een geheime gang die de bejaarde Koning Leopold II benutte om bij zijn zeer jonge maîtresse barones de
Vaughan te komen. Blijkbaar had zijn zoon geen behoefte aan een geheime maîtresse want die gooide de gang na zijn vaders overlijden dicht. Wat ook niet gezien mocht worden, waren de zwemmende badgasten in de 19e eeuw. Tegenover de gaanderijen staan de witte houten strandcabines die vroeger op wielen door paarden naar zee werden gereden. Mannen en vrouwen konden zich dan kuis omkleden aan de rand van het water en zich voor de cabine in zee laten zakken. De paarden en de wielen zijn verdwenen, maar de witte, houten cabines worden ieder jaar na een winterslaap weer op het strand geplaatst. Als we verder fietsen door de duinen komen we aan bij Walraversijde. Ooit
Kijk op www.meridiantravel.nl - 95
96 - Kijk op www.meridiantravel.nl
‘Het gekrioel van de toeristen, het geluid van de zee, de drukte in de haven, het licht over de Oostendse daken. En de onmiskenbare geur van mijn stad. Het parfum van Oostende’
Kijk op www.meridiantravel.nl - 97
98 - Kijk op www.meridiantravel.nl
was het een vissersdorp. Vier witte huisjes zijn opnieuw leven ingeblazen om ons eraan te herinneren hoe het leven van Bogaert’s voorouders er uitzag. Iets verder ligt de Atlantische wal van de Duitsers, met zestig bunkers en geheime gangen, gebouwd om een aanval tegen te houden.
Oosteroever We voelen onze maag rammelen en besluiten dat het tijd is voor een onbekend visje. De zon staat hoog als we terugkomen bij de Visserskaai. Het schip van Bogaert ligt er eenzaam bij. We pakken het pontje naar de Oosteroever. Een prachtig natuurlandschap en industrieel havengebied ineen, met houten droogdokken en vergane scheepsloodsen. Zoals de Duitsers de geallieerden vreesden en verdedigingswerken langs de
kust aanbrachten, zo hield Napoleon zijn hart vast voor de Engelsen en liet Fort Napoleon bouwen. De Duitsers namen het in de 1e en 2e Wereldoorlog dankbaar over. Nu is het een museum met een restaurant, ondergebracht in wit gestucte gewelvengangen. De ideale plek voor een onbekend visje. We nemen plaats op het terras. Links ligt vuurtoren Nelle, ervoor de Nele: een 19e-eeuwse tweemastsloep. Als we naar horsmakreel vragen, moet de kelner ons teleurstellen. Dat hebben ze niet, wel verse garnalen en zeetong. Op de terugweg met de pont zien we dat Bogaert’s schip aanstalten maakt uit te varen. We zwaaien even. Dan maken we kennis met Herbert. Ook hij is de hele wereld overgegaan om uiteindelijk in Oostende thuis te komen. ‘Theo van Gogh ging een film over mij maken, maar toen ging hij dood. Tsja, deze stad trekt wonderlijke mensen.’ ■
Kijk op www.meridiantravel.nl - 99