MEDIA
BOEKRECENSIES Het Reeuwijkse land J. Sophie Visser. Het Reeuwijkse land. De landschapsgeschiedenis van een ‘merkwaardig’ gebied. Zutphen: Walburg Pers. 142 p., ill. ISBN 978-90-5730-79-8. € 19,95.
Uitgeverij Walburg Pers staat al jaren bekend om de goed en mooi verzorgde uitgaven, voornamelijk op cultuurhistorisch terrein. Daar hoef ik het dus hier niet over te hebben. In dit rijk met kaarten en andere afbeeldingen geïllustreerde boek, gebaseerd op de scriptie van Sophie Visser, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de streek op de grens van de provincies Utrecht en Zuid-Holland, tussen de Oude Rijn in het noorden, de Gouwe in het westen de Hollandsche IJssel in het zuiden en in het oosten de ‘lijn’ tussen Woerden en Oudewater. Van oudsher vormde dit gebied de verbinding tussen oost en west. Eerst via de waterwegen, later via trein en snelweg. Na de inleiding begint het boek met de oudste geschiedenis van het gebied vanaf de laatste ijstijd. Het gaat over de veranderende loop van de rivieren, het ontstaan van het veengebied, en over de ontginningen. Die begonnen al in de tijd van de Romeinen, waar-
door het gebied gebruikt kon worden voor de landbouw. Belangrijk daarbij was onder meer de afwatering op de rivieren, die men daarom het liefst zo laag mogelijk had, maar die overigens ook weer niet te weinig water mochten bevatten, vanwege het verkeer dat voor een belangrijk deel over het water ging. Een bijkomende complicatie was, dat het veen inklonk en dat het land daardoor steeds lager kwam te liggen, waardoor weer problemen ontstonden met de afwatering, kortom: veel conflicterende belangen. Het afgraven van het veen voor de turfwinning leidde tot de Reeuwijkse Plassen, die gespaard bleven voor drooglegging en die nu een belangrijk – toeristisch – element zijn in het gebied. De auteur heeft niet alleen belangstelling voor het landschap, ook beschrijft ze de bewoners: van Romeinen tot Fransen, van krijgers tot geestelijken en boeren. Ze besteedt aandacht aan de manier waarop ze leefden, hoe ze in hun levensonderhoud voorzagen en wat ze aten. In de loop van de tijd breidde de bebouwing zich uit. Eerst gebeurde dit in de dorpskernen en stadjes, vervolgens ontstonden er vooral op kruispunten van vaar- en wegenroutes woonkernen, zodat ook dit platteland steeds meer verstedelijkte. Daarover gaat dit boek niet. Het gaat hier vooral om het platteland en dan meer specifiek, dat in de gemeente Reeuwijk. Zeker voor mensen die banden hebben met het gebied, uitermate interessant. ■ Marianne Offereins
Uitputtend Tessel Pollmann. Van Waterstaat tot Wederopbouw. Het leven van dr.ir. J.A. Ringers (1885-1965). Amsterdam: Boom, 2006. 442 p., 3 fotokaternen met z/w illustraties. ISBN 90 8506 255 1. € 25,00.
Tessel Pollman, ex- journaliste voor Vrij Nederland, is op dr. Ringers gepromoveerd. En omdat ik zowel voor biografieën als voor technici belangstelling heb, vroeg ik dit boek verwachtingsvol aan. Op zo’n zin moet volgen dat de recensent teleurgesteld is. Niet in de nauwgezetheid waarmee Ringers’ leven wordt verteld. Ik begin met dat positieve. Het gaat om iemand die ons land voorbeeldig heeft gediend. Als Waterstaatsingenieur tekende hij voor de grote Noordersluis in IJmuiden en voor de Afsluitdijk. In mobilisatietijd adviseur voor Defensie over de Waterlinie; na de verloren oorlog al in mei 1940 belast met de wederopbouw. Hij raakt in gevangenschap, en de ervaringen bij de dodentocht uit het concentratiekamp Neuengamme breken hem voor de rest van zijn leven. Wel is hij in het kabinet-Schermerhorn minister, maar de fut is eruit. Hij neemt ontslag, teleurgesteld in de Indië-politiek (Ringers was van 1916-1920 in Indië als ingenieur bij de Nederlandsch-
Indische Spoorwegmaatschappij), is nog actief bij advieswerk in Engeland, maar kan niet de oude energie meer opbrengen. Dit alles uitputtend beschreven. Maar bij het lezen slaat twijfel toe. Al die ambtelijke verwikkelingen, die moeizame gevechten met de bezetter en met de NSB, alle tegenwerking die Ringers ondervindt goed dat dit is vastgelegd, maar of dit de collega’s en hun leerlingen zal boeien? De titel van deze recensie is expres dubbelzinnig gekozen. Boeiend is de beschrijving van zijn jeugd in Alkmaar, studie en eerste werkzaamheden aan de sluis in Hansweert. En bovenal zijn gevangenisbrieven. Daar leer je Ringers van zijn menselijke kant kennen, bijvoorbeeld zijn zorg voor mede-gevangene professor Cleveringa. Wat me heeft verbaasd: de onregelmatigheden en slordigheden, en niet alleen het gemodder met de oude spelling. Als Pollmann uit een kampbrief weergeeft hoe Ringers ‘1 Corinthiërs 10-13’ citeert, geeft ze eerst I Corinthiërs 10:10 en dan 10:13 weer, alsof ze niet weet dat de eerste ‘10’ het hoofdstuknummer is. En als de NSB-er Goedewaagen is geïntroduceerd, schrijft ze pas vele pagina’s later, alsof hij daar voor het eerst optreedt, dat hij bekend stond onder de spotnaam ‘Rotkar’. Waarom niet meteen bij de eerste vermelding? Zo is er meer. Laat ik maar niet verder zeuren. Belangwekkend is de tekening van Ringers in de gevangenis, als de workaholic gaat beseffen dat hij vrouw en kinderen heeft verwaarloosd, en de briefwisseling tussen man en vrouw. Ringers was een man van gezag, die veel voor elkaar kreeg, maar die, zo concludeer ik uit de biografie, eerder ver-
maart 2007
NVOX
387
MEDIA
eerd dan bemind werd. Dit menselijke trekje voltooit het beeld. U begrijpt het. Niet de flitsende beschrijving die je enthousiasmeert voor de techniek, vooral een zakelijke levensbeschrijving. Duur is het niet. En door een journaliste, dus vlot, geschreven. Aan u de keuze. ■ Hans Bouma
Het dagboek van de aarde Marcia Bjornerud. De aarde: een autobiografie. Amsterdam: Pearson Education, 2007. 232 p. paperback. ISBN-10 9043014141, ISBN-13 9789043014144. € 22.95.
388
Er is heel wat discussie over de geschiedenis van de aarde. Dat heeft ook te maken met de klimaatsverandering die zich op het ogenblik voltrekt. Al dan niet door de mens veroorzaakt. Lees daarom ook vooral het boek van Salomon Kroonenberg De menselijke maat. Dat wekt het verlangen naar meer op. Daarom kwam dit boek op het goede moment. De schrijfster is geologe en bestudeerde oeroude bergketens in de Noorse en Canadese poolstreken en in Noord-Amerika. Ze is hoogleraar aardwetenschappen aan de Lawrence
NVOX
oktober 2007
University, Wisconsin, VS. Voor veel mensen is de stenen aardkorst niet meer dan grond onder hun voeten, maar voor geologen zijn de gesteenten rijk geïllustreerde beeldverhalen, die het relaas vertellen van ijstijden, tsunami’s en vulkaanuitbarstingen. In feite zijn de gesteenten en sedimenten te lezen als het dagboek dat de aarde gedurende zijn geschiedenis van meer dan vier miljard jaar heeft bijgehouden. In het boek wordt ook verteld hoe lang het geduurd heeft eer men de vermoedelijke leeftijd van de aarde kon benaderen. Darwin en Kelvin probeerden het ook. Om het dagboek van de aarde te kunnen lezen moet je gesteenten kunnen lezen. Dat kunnen geologen. Als je zoals de schrijfster er helder over kunt vertellen, ze gebruikt vaak heel verhelderende metaforen, kun je anderen mee laten lezen. Dat heb ik ook met veel plezier gedaan. Zo kwam ik zaken te weten waar ik nog nooit van gehoord had. Bijvoorbeeld dat er tijden zijn geweest dat de hele aarde met ijs bedekt was, ook de oceanen. Het is wel een hypothese, maar zeer aannemelijk. Het boek bevat naast 6 hoofdstukken, waarin telkens een andere kant van het dagboek belicht wordt, een proloog, een epiloog, een index en noten. In de epiloog geeft de schrijfster haar visie op de toekomst van de aarde, die is ook verrassend. Voor iedereen die geïnteresseerd is in de aarde aan te raden. ■ Marijke Domis
Een echt alternatief? Roberta Bivins. Alternative Medicine? A History. Oxford: Oxford University Press, 2007. 238 p., 24 z/w illustraties. ISBN 978-0-19-921887.7-5. £14.99.
Eerst een persoonlijk feit. Een half jaar fysiotherapie hielp mijn vrouw niet van een pijnlijke ischias af. Na twee bezoeken aan een fysiotherapeute- acupuncturiste was ze genezen. Ik sta dus echt niet negatief tegenover ‘alternatieve’ geneeswijzen, maar vergeet ondertussen niet dat ik chemicus ben. Dus van homeopathie (om maar eens iets anders te noemen) ben ik wars. U bent gewaarschuwd! Roberta Bivins is historica en heeft in dit boek de wisselwerking tussen westerse en uit Aziatische streken afkomstige geneeswijzen uiteengezet. Dat zijn bijvoorbeeld geneeswijzen uit India, Japan en vooral China. Ze begint met een stukje Nederlandse koloniale geschiedenis als ze ophaalt hoe ds. Herman Buschoff in 1662 in Batavia werd genezen van zijn hevige jicht door het branden van moxa, een bijvoetpreparaat in de vorm van een zuiltje of obelisk dat op de huid wordt geplaatst en dan aangestoken. Busschoff had daar een boek over geschreven, en vond later een medestander in de beschrijving en deels verdediging van de inheemse geneeskunst in de
persoon van dokter Willem ten Rhijne, die via Batavia reisde om op Decima te worden gestationeerd. Uit China komt de acupunctuur, die ook in Japan werd toegepast. Moxabranden en acupunctuur bleven in de westerse wereld hier en daar geaccepteerd. In de achttiende eeuw komt in West-Europa het mesmerisme of ‘dierlijk magnetisme’ op, evenals de homeopathie van Hahnemann, nog steeds bij velen in zwang. Ondertussen maken de India koloniserende Britten kennis met de aldaar toegepaste alternatieven, terwijl hun eigen methoden van inenting aanvankelijk op hevig verzet stuiten. Bivins beschrijft de principes van de oosterse geneeswijzen op grondige wijze. Ze is zelf, door een zwervend bestaan in haar jeugd, door velerlei soorten artsen en genezers behandeld, zodat ze vrij onbevangen tegenover die alternatieven staat. Voor mij iets te onbevangen. Westerse artsen en hun verenigingen in hun bekrompenheid krijgen menige veeg uit de pan. Ze besluit haar boek met de uitnodiging om zelf te oordelen: “Misschien is het ’t allerbelangrijkste, dat … meer mensen de kans hebben geneeskunde van andere culturen met eigen oog in de praktijk te aanschouwen –om zelf te oordelen of qi en prana meer of minder geloofwaardig, begrijpelijk en intellectueel aantrekkelijk zijn dan neurotransmitters of de Krebscyclus.” Daar ben ik het van harte mee eens. Alleen jammer dat ze niet het verschil in levensverwachting tussen ‘Oost’ en ‘West’ in die vergelijking mee-betrekt, en de stijging ervan toen in die ‘oosterse’ landen westerse methoden werden ingevoerd. Ja, ik kan er niet omheen toch enige bevooroordeeldheid in de studie van Bivins te ontdek-
MEDIA
ken. De katholieke boekencensuur zei dan vroeger: dit boek is geschikt voor de rijpere lezer. Zoiets bedoel ik. ■ Hans Bouma
Degelijk en betrouwbaar Ian Ridpath. Oxford Dictionary of Astronomy. Oxford: Oxford University Press, 2007. 561 p., verscheidene z/w illustraties. ISBN 0-19-921493.7-8. £11.99.
Denkelijk in een vlaag van overmoed heb ik dit handzame woordenboek aangevraagd. Ik heb geen verstand van astronomie, maar wel een neef die binnenkort aio sterrenkunde hoopt te zijn, dus hem om advies gevraagd. Dat zit hierin verwerkt. Dit is al de vierde druk en de tweede uitgave, een bewijs van de populariteit van het Dictionary. Het bevat nu 4200 lemma’s, ‘from observatories and space missions to galaxies and time’ en is up to date inclusief het zoeken naar planeten buiten ons zonnestelsel. Bijzondere onderwerpen zoals de Big Bang of pulsar worden omkaderd. Wat mijn neef miste was zijn vakgebied astroparticle physics en het gelijknamige Journal en in het verlengde daarvan experimenten zoals SNO en (Super) Kamiokande. Andere experimenten en
telescopen staan wel, en correct, vermeld. Opmerkelijk is dat in de astronomie ‘metal’ de aanduiding is voor elk element zwaarder dan helium. In de inleiding wordt verteld hoe ze met getalwoorden omgaan, die zo vaak in de astronomie voorkomen ‘61 Cygni’ moet je lezen als ‘sixty one….’en staat dus onder de S tussen ‘six-
colour system’ en ‘SKA’, de afkorting voor Square Kilometer Array. Bij de personen komen de Nederlanders er goed af: Huygens, De Sitter en Oort worden vermeld, en ook Albert Bouwers, die een bepaald type telescoop ontwierp, door de Duitse bezetting verhinderd internationaal bekend te worden. Ik wil ook nog de acht appendixen vermel-
den, waar veel informatie handzaam is gebundeld, zoals de Apollo maanlandingen (inclusief de mislukte Apollo 13 vlucht) en de voornaamste satellieten van de planeten. Kortom, wie de sterrenkunde een warm hart toedraagt kan hier veel van zijn gading vinden. Aanbevolen. ■ Hans Bouma
BOEKAANKONDIGINGEN Ars scribendi De uitgeverij Ars Scribendi www.arsscribendi.nl richt zich al een flink aantal jaren op informatieve jeugdboeken op velerlei gebied, met als specialisaties wereldoriëntatie, geschiedenis, algemene vorming en maatschappij, in de leeftijdscategorie van 3 tot 16 jaar. Daaronder vallen veel boeken die goed te gebruiken zijn bij het maken van werkstukken, maar ook als achtergrondmateriaal voor de docent in de natuurwetenschappelijk georiënteerde vakken. Enige weken geleden ontvingen wij en doos vol met nieuwe uitgaven. Vooral mensen in het primair onderwijs zullen hiervan veel plezier kunnen hebben. Ik noem hier een aantal nieuwe boeken die voor ons interessant kunnen zijn. De prijzen van de boeken lopen uiteen van € 9,50 tot € 15,00. Voor kinderen van 6 tot 9 jaar Uit de serie Mijn eerste docuboek (€ 9,50): Onderdeel Materialen: Rubber en Water door Chris Oxlade. Onderdeel Dieren in gevaar: Gorilla en Walvis door Rod Theodorou. Onderdeel Wat zijn…?: Eilanden en Zeeën en Oceanen door Claire Llewellyn. De serie Seizoenen (€ 12,00) door Moira Butterfield, met
Lente, Zomer, Herfst, Winter. Uit de serie Het Weer (€ 12,00): Sneeuw en Regen. Voor de iets oudere kinderen: Uit de serie Dierenallerlei (€ 12,00): Bij door Ting Morris; Vleermuis, Gorilla en Panda, alle geschreven door Jinny Johnnson. Uit de serie Dieren om ons heen (€ 12,00): Pad en Slang door Stephen Savage. Uit de serie Dierenleven (€ 13,00): Bijen en Wespen, Giraffen, Krokodillen en Alligators, Orang-oetans, Schildpadden, Uilen, alle geschreven door Sally Morgan. Voor weer iets oudere kinderen, vanaf 10 jaar, zijn er de volgende boeken: Uit de serie Natuurgeweld (€ 12,00): Aardbevingen en Tsunami’s door Ann Rooney; Overstromingen door Anita Genari. Uit de serie Energiebronnen (€ 12,00): Bio-energie, Fossiele brandstoffen, Waterkracht, en Zonne-energie, alle geschreven door Neil Morris. Van Neil Morris zijn ook de twee nieuwe uitgaven in de serie Aardschatten (€ 12,00): Steenkool en Zout. Tot slot de serie Aarde en Milieu (€ 15,00); hieruit de boeken: Voedsel voor iedereen door John Baines en Duurzaam Wonen door Ewan McLeish.
Zeeuws licht Marcel van Ool, Anton van Haperen, Matthijs Schouten. Zeeuws licht. Domburg en Mondriaan. Zeist: KNNV Uitgeverij. 70 p., ill. ISBN 978-90-5011-256-7 € 14,95
Kort geleden werd ik in Domburg geattendeerd op dit bijzondere boekje. Het is een uitgave van de KNNV in samenwerking met Staatsbosbeheer en het Haags Gemeentemuseum, met als gevolg dat er een uitstekende combinatie tot stand is gekomen van natuur, historie en cultuur. Het boekje is onderverdeeld in drie hoofdstukken: Van Westkapelle tot Veerse Gat: over het ontstaan van het Walcherse landschap van tien duizend jaar geleden tot heden. Domburgse badcultuur, van het baden in zee als geneesmiddel in de negentiende eeuw tot de vakantie en het toerisme in onze tijd. En ten slotte Mondriaan in Domburg, over de invloed die Domburg, maar zeker ook het Zeeuwse landschap hebben gehad op de ontwikkeling van de schilder Mondriaan. Dit is een boekje waarbij het geld je onmiddellijk in de zak danst. Mooi verzorgd, en handzaam. Ook zeer geschikt als cadeautje.
oktober 2007
NVOX
389
MEDIA
DIGITAAL Dierenkiezen determineren Heeft u een kies in de Nederlandse bodem gevonden? En bent u benieuwd van welk dier het afkomstig is? Nu kunt u elke kies die u vindt identificeren. Op de website www.natuurinformatie.nl kunt u door middel van een speciaal determinatieprogramma de oorsprong achterhalen. Niet alleen kiezen van bestaande diersoorten, maar ook zeldzamere kiezen van uitgestorven dieren zoals de wolharige mammoet worden zo vastgesteld.
390
Regelmatig worden in Nederland kiezen gevonden. De behoefte aan een determinatiesleutel voor kiezen is gegroeid; dit blijkt onder andere uit de vragen die op het Natuur op Spreekuur in Naturalis worden gesteld. De oorsprong van kiezen is moeilijk te achterhalen via de bestaande informatiebronnen op het internet of in de openbare bibliotheek. Het determinatieprogramma op www.natuurinformatie.nl biedt uitkomst. Met behulp van het programma kunnen gevonden kiezen aan de hand van keuzemogelijkheden worden gedetermineerd. Dit leidt uiteindelijk tot één mogelijke soort. In het determinatieprogramma zijn fotoafbeeldingen van kiezen van ongeveer dertig verschillende diersoorten te zien; waaronder van het rund, het paard, het varken, maar ook fossiele kiezen van bijvoorbeeld de wolharige mammoet, de wolharige neushoorn en de grottenleeuw. Op de site www.natuurinformatie.nl is aanvullende informatie over het gebit van planteneters, vleeseters en alleseters te vin-
NVOX
den. Eerder verscheen op deze website ook al determinatieprogramma voor schelpen. Kijk daarvoor bij Alle thema’s.
Vereniging van Educatieve Auteurs Eind vorig jaar is in Amsterdam de Vereniging van Educatieve Auteurs opgericht. Dit is een beroepsvereniging voor mensen die teksten schrijven met een educatief doel, makers van educatieve content en makers van leermiddelen. De VvEA heeft een tweeledig doel: • verbetering van de positie van educatieve auteurs in de relatie met hun opdrachtgevers; • professionalisering van het beroep Educatief Auteur. Bent u educatief auteur en nog geen lid van deze vereniging, kijk dan eens op hun site om te zien wat deze VvEA voor u zou kunnen betekenen: www.educatieveauteurs.nl
Internationaal contacten leggen voor het Internationale Pooljaar Lyn Haynes van onze Engelse zustervereniging de ASE kwam in contact met Rhian Salmon die zelf in Cambridge onderzoek doet in het kader van het Internationale Pooljaar (International Polar Year, IPY). Ze vond dit interessant genoeg om NVOX te vragen hier bekendheid aan te geven. Lyn schrijft hierover: “Rhian is keen to make contact with educators around the world. While you might live in the tropics or other places seemingly remote from
september 2007
I work for the International Polar Year (IPY), 2007-8, which is possibly the largest co-ordinated science effort that has ever happened. We have over 50.000 people involved from over 63 countries, all researching a wide range of studies in the Arctic and Antarctic. This is also an amazing opportunity to demonstrate the process of science in real-time: to connect to scientists in the field, to demonstrate the interdisciplinary and collaborative nature of earth science, and to raise awareness about things like changing snow and ice, our neighbours who live in the arctic, global-local linkages, and using the polar regions and a unique vantage point for cutting edge research. The polar regions are also the first places to be obviously experiencing the effects of global warming, and are thus important indicators of how the Earth system is changing. Teachers around the world are excited about the potential of bringing IPY into the classroom, but our connections to classrooms in many countries are sometimes poor. If you have partners who might be interested in working with us to bring this material to a wider audience, please ask them to contact me. Individual teachers interested in IPY can sign up to our discussion group at http://groups.google.co.uk/group/IPY_teachers/ Dr Rhian Salmon
the polar regions, the range of research being undertaken is tremendously exciting for any person interested in science and involved in science education . I leave it to you to contact directlty with Rhian (
[email protected]) and explore what your education community could do to find out more about this umbrella project and/or become more involved.” Zie het kader voor de toelichting van Rhian zelf.
Science in School Op een van de stands op de infomarkt van het dagje Bèta onder de Dom (zie het verslag in de rubriek Actueel in het septembernummer) ontving ik vier exemplaren van het tijdschrift Science in School, met als ondertitel Highlighting the best in science teaching and research. Het beweert niet zonder trots het enige Europese tijdschrift te zijn dat zich richt tot docenten in de natuurwe-
tenschappen in de volle breedte en in heel Europa. De artikelen zijn vrij te kopiëren als het gaat om gebruik in het onderwijs. Het tijdschrift komt uit het Europese biologielaboratorium EMBL in Heidelberg, wordt uitgegeven door het EIRO-forum en geniet Eur0pese subsidie in het kader van het NUCLEUS-project. Inmiddels is het vijfde nummer verschenen en is te vinden op www.science inschool.com; via sciencein
[email protected] kun je je abonneren op de gedrukte Engelse versie (gratis!). De artikelen zijn leuk en interessant, het blad is professioneel uitgegeven. Kortom, wie zou nog aarzelen? Wie dat wil kan ook bijdragen aan het tijdschrift. Dat kan door artikelen aan te leveren en/of zitting te nemen in de redactie en/of artikelen te vertalen in het Nederlands (voor plaatsing op de site). Belangstelling? Neem dan contact op met hoofdredacteur Eleanor Hayes,
[email protected] ■ Hans Bouma
ACTUEEL
WETENSCHAP Atoom als geheugenbit De Leidse fysicus Sander Otte is lid van het onderzoekersteam van het IBM Almaden Research Center in Silicon Valley dat - voor het eerst - een methode heeft bedacht om de magnetische stabiliteit van een individueel atoom vast te stellen. Omdat een stabiele magnetische richting de voorwaarde is voor magnetische dataopslag, zoals op een harde schijf in een computer, maakt de ontdekking de weg vrij voor de ontwikkeling van opslagsystemen op nanoschaal. Die zouden – vooralsnog theoretisch – een 10.000 maal grotere opslagcapaciteit hebben dan de systemen van nu. De onderzoekers hebben met hun resultaten het blad Science gehaald. Ze wilden inzicht krijgen in de fundamentele eigenschappen van de kleinst denkbare magneet: één enkel magnetisch
atoom. Ze slaagden erin de magnetische stabiliteit (de anisotropie) te onderzoeken van ijzer- en mangaanatomen op een oppervlak van kopernitride. Anisotropie kan namelijk niet bestaan in losse atomen, maar hangt af van de omgeving van het atoom. Ze legden ze een magneetveld aan waarvan ze de richting en sterkte konden aanpassen. Met behulp van scanning tunneling microscopie (STM) werden veranderingen zichtbaar in de spintoestand van het atoom. IJzer leek het ideale materiaal, want (i) het vertoonde een sterke magnetische voorkeursrichting, en (ii) was daarin stabiel qua polarisatie. Dit zijn de twee voorwaarden voor data-opslag. Toch bleek het door andere factoren daarvoor helaas niet geschikt. Jammer, maar belangrijk is dat er nu een methode is om anisotropie in kaart te brengen. Al zou een ander atoom dan ijzer wel geschikt zijn, dan is er voorlopig nog een
Met extreme precisie wordt een ijzeratoom bovenop een koperatoom (geel) van het kopernitrideoppervlak geplaatst. Hierdoor wordt zijn omgeving anisotroop: in de ene richting heeft het twee stikstofatomen (groen) als buren, terwijl het in de andere richting naast twee gaten in het oppervlak ligt. Het blijkt dat de spin van het ijzeratoom de richting langs de stikstofatomen boven de andere richtingen verkiest om zijn magneetveld in te leggen. Maar binnen deze richting kan dat nog steeds naar twee kanten. Zo onstaat er een atomaire bit. De rode pijlen laten zien hoe de bit van de ene naar de andere polarisatietoestand omklapt. Image: courtesy of IBM.
ander obstakel voor toepassing in de praktijk van alledag: De experimenten moeten bij extreem lage temperatuur worden uitgevoerd. Otte: ‘Bij kamertemperatuur wordt niet alleen de spin instabiel, de atomen blijven zelfs niet eens meer op hun plaats liggen.’ ■ Bron: Persbericht Universiteit Leiden; zie ook www.nieuws.leidenuniv.nl; in de nieuwsbrief van 4 september 2007 staat het volledige bericht en is ook een filmpje is te zien.
Stofzuigen op de Zuidpool: onderzoek naar biologische invasies in Antarctica van start In het kwetsbare ecosysteem van het Zuidpoolgebied brengen mensen ongemerkt veel nieuwe planten en dieren binnen. Omdat het bezoekersaantal groeit en het klimaat verandert, worden biologische invasies een steeds groter probleem. Klittenband kan onbedoeld veel biologische lifters herbergen. Of een fleecetrui en een diep zoolprofiel. Als de reisbestemming Antarctica is, dan is voorzichtigheid op zijn plaats. Die nieuwe planten en dieren kunnen de oorspronkelijke soorten verdringen. Een internationaal team uit negen landen – behalve Nederland ook Australië, Zuid-Afrika, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Polen, Nieuw Zeeland en België – gaat dit nu voor het eerst grondig onderzoeken. In de komende Zuidpoolzomer (onze winter) gaan ze de kleding en bagage van ongeveer 1 op de 10 van de ruim 40.000 bezoe-
Ruw beemdgras (Poa trivialis) is een van de plantaardige ‘aliens’ in het Zuidpoolgebied. Foto: dr. Satoshi Imura.
oktober 2007
NVOX
391
ACTUEEL
392
kers op schepen en in vliegtuigen met stofzuigers ‘te lijf’. De stofzuigers zijn voorzien van speciale zakken, zodat kleine zaden en sporen niet kunnen ontsnappen. Behalve de vele toeristen zal het team ook onderzoekers ‘bemonsteren’. Alle Antarctica-bezoekers krijgen een enquête met vragen over hun uitrusting en hun vorige reisbestemmingen. Ook de aangesleepte voorraden en vers voedsel zoals fruit en groente ontkomen niet aan een inspectie. Aantallen, soorten en herkomst van de biologische lifters zijn van belang. Van oktober 2007 tot en met maart 2008 zal het team zo’n 20.000 monsters verzamelen. Tot nu toe zijn een aantal exoten – of ‘aliens’ – erin geslaagd om zich in Antarctica te vestigen. De kat, het konijn, het rendier, de rat, kleinere diersoorten zoals worm en mug en wat planten zoals ons ‘ordinaire’ straatgras vonden onbedoeld of expres de weg via de mens. Maar hoeveel soorten er in totaal meeliften naar het koude continent is nooit echt onderzocht. Het project maakt onderdeel uit van het Internationale Pool
Bij een klein pilotproject bleken de biologische lifters al van veel verschillende, en ook poolachtige, locaties te kunnen komen. Het kaartje toont de locaties waar de 21 proefpersonen in het halfjaar voorafgaand aan hun Zuidpoolbezoek waren geweest. Data: dr. D. Bergstrom, Australian Antarctic Division.
Jaar. NWO heeft eind juni 200.000 euro toegekend voor het Nederlandse aandeel. Philips Nederland BV sponsort ook een deel van het project. De schepen van Oceanwide Expeditions uit Vlissingen
verzorgen voor een groot deel het transport van het materiaal. ■ Bron: Persbericht NIOO 6.8.2007, zie www.nioo.knaw.nl
ge en hard werken. Gelukkig ook veel lol. Er is een passie gemeen, de natuurkunde. Dat merk je voortdurend in gesprekken en bij het oefenen van opgaven. Na een week werken en twee toetsen wint Yvette Welling de nationale olympiade, gevolgd door Rogier Huurman, Marcel Scholten,
Roeland van Beek en Drian van der Woude. Zij gaan eind juni nog een paar dagen naar de universiteit Utrecht voor een practicumtraining.
BERICHTEN De Natuurkunde Olympiade in Isfahan, Iran De voorbereiding De nationale eindronde in Groningen is altijd pittig voor de leerlingen. Veel colle-
Drian bij de practicumtoets.
NVOX
oktober 2007
Naar Iran De leerlingen hebben er zin in bij aan-
De Nederlandse delegatie; vlnr Ad Mooldijk, Drian van der Woude, Yvette Welling, Rogier Huurman, Marcel Scholten, Roeland van Beek
ACTUEEL
komst op Schiphol. Grote koffers en verhitte gezichten. We vliegen via Heathrow. De leerlingen maken daar al kennis met een zevental teams uit andere landen, waaronder Spanje en Suriname. Het internationale aspect van de olympiade begint gelijk goed! De organisatie in Iran heeft veel moeite gedaan om het ons gemakkelijk te maken. We hoeven bij aankomst niet in rijen te staan, onze koffers worden gehaald en onze paspoorten bekeken terwijl wij in een viplounge mogen wachten. Met bussen worden we naar Isfahan gebracht. Met een lunchstop erbij is dat zeven uur rijden. Na aankomst bij het hotel gaan we direct naar het welkomstdiner.
Aan het werk De volgende ochtend is de openingsceremonie en de leerlingen krijgen daarna een excursie. De begeleiders (our-olympist Wilke van der Schee en ik) bespreken en vertalen ondertussen de theorieopgaven met de 70 andere landen. Dat vertalen doen we met Suriname en België samen.Dat gaat niet sneller maar wel zorgvuldiger. Tot diep in de nacht gaat dat door. De volgende ochtend maken de leerlingen de theoretische toets. ’s Avonds, als van het werk van de 350 leerlingen twee kopieën zijn gemaakt, kunnen we gaan nakijken. De volgende dag staat in het teken van het bespreken en vertalen van
de experimentele toets. Het gastland Iran kijkt ook het werk van elke deelnemer na. Dan volgt een moderatieronde, waarbij wij mogen uitleggen waarom wij vinden dat onze leerlingen af en toe een hogere score moeten hebben dan door Iran is gegeven. Dit jaar was door de organisatoren soepel nagekeken, wat betekent dat het moeilijk was meer punten in de wacht te slepen. De deelnemers hebben veel excursies en er is genoeg tijd voor uitwisseling. Dat geldt gelukkig ook voor de begeleiders. Behalve hard werken is het inspirerend en zeker in verre landen een feest om iets van de cultuur op te snuiven. Yvette vond de 10 dagen super, maar was blij om de hoofddoek weer af te doen. Op de website http://www.natuurkundeolympiade.nl geven de verslagen een goede impressie van hoe het was. Verder vindt u op deze website ook de opgaven.
Het eind De laatste dag wordt ingenomen door de sluitingsceremonie en het afscheidsdiner, met tranen bij de deelnemers. Onze leerlingen hebben drie eervolle vermeldingen binnengehaald. Een redelijk resultaat, al was het voor sommige deelnemers wat teleurstellend. Door een verkeerde tijdsplanning bij het maken van de toetsen hebben ze er niet uitgehaald wat er in kon zitten en daardoor hebben ze een medaille gemist. Voor hen een leermoment en voor de organisatie ook. Aan tijdsplanning moeten we nog meer aandacht aan geven!
Tot slot Laat uw leerlingen meedoen met olympiades, masterclasses en andere wedstrijden! Het zijn unieke ervaringen en intellectuele uitdagingen, het blijkt inspirerend te werken en leerlingen die bij een wedstrijd de eerste ronde doorkomen leggen veel nieuwe contacten, landelijk en/of internationaal. Meer olympiades en wedstrijden zijn te vinden op http://www.nvon.nl/hoofdmenu/leerling activiteiten/wedstrijden_vo s ■ Ad Mooldijk, Universiteit Utrecht
Ook meedoen? Bij de eerste ronde van de olympiade in Nederland proberen de opgavenmakers een toets te maken die voor alle leerlingen uitdagend is, leuk om te doen en waar op school nog over wordt doorgepraat. De beste leerlingen krijgen in elk geval een oorkonde en de beste veertig krijgen een lespakket en kunnen bij een tweede toets laten zien wat ze waard zijn. De week van de eindronde wordt met ongeveer twintig leerlingen afwisselend in Groningen en Utrecht gehouden. We merken elk jaar dat de leerlingen in de eindronde tot diep in de nacht met elkaar optrekken, veel met natuurkunde bezig zijn en ervan genieten! Vijfdeklassers die meedoen aan de eindronde gaan vaak hard aan het werk om in de zesde klas er weer bij te horen en misschien mee te mogen naar de internationale. Dit jaar zijn drie vijfdeklassers mee geweest naar de internationale. Dat geeft aan dat niet alleen kennis belangrijk is maar zeker ook inzicht.
Gastles dierproeven
Begeleiders van 70 landen druk bezig met vertalen.
Dierexperimenteel onderzoek heeft de afgelopen eeuw een belangrijke rol gespeeld bij het realiseren van medische vooruitgang, zoals vaccins, geneesmiddelen, transplantaties en implantaten als kunstheupen. Toch zijn veel van de 6000ziekten en aandoeningen die de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft geregistreerd, niet of niet goed te behandelen of te
oktober 2007
NVOX
393
ACTUEEL Backerfilm
genezen. Op alle terreinen gaat het onderzoek door. In veel – niet alle – gevallen spelen dierproeven een rol, omdat ze inzicht geven in het ontstaan en verloop van ziekten of omdat ze bijdragen aan het beschikbaar komen van een veilige therapie. Het belang van dierproeven blijft echter vaak onderbelicht. Het onderwerp dierproeven is buitengewoon delicaat en wordt door velen maar liever gemeden. De Stichting Informatie Dierproeven ontvangt dagelijks drie tot vijf verzoeken om informatie van scholieren in het voortgezet onderwijs voor werkstukken, spreekbeurten en debatten. De Stichting heeft een aantal wetenschappers, proefdierdeskundigen en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties bereid gevonden gastlessen te verzorgen speciaal voor de hogere klassen van het voortgezet onderwijs. Meer informatie op www.infor matiedierproeven.nl onder de knop Actuele Informatie, of via een mail naar
[email protected]. 394
Stichting Aktie Benin zoekt hulp en materiaal De stichting Aktie Benin is actief in Benin (West-Afrika) op het gebied van onderwijs en scholing. In het noorden ondersteunt de stichting een plaatselijke mavo met computers en wat verder nodig is om het programma van de mavo op een hoger plan te tillen. Daarom wordt er momenteel ook een ruimte bijgebouwd voor natuur- en scheikundelessen. Marjan geeft aan: “We hebben nodig: kopieermachine, lichtbank, materiaal voor lessen scheikunde en natuurkunde, microscopen, atoommodelen, wandkaarten, periodieke systemen - ik heb echt geen idee meer wat je ook al weer doet met dergelijke vakken” Omdat de stichting zelf geen leraren in het bestuur heeft, zijn ze op zoek naar een (ex)leraar die met hen mee wil denken over: 1. Wat allemaal nodig is om een scheikunde- en natuurkundelokaal in te richten. 2. Hoe ze hier aan zouden kunnen komen. Wie helpt? Kijk op http://www.aktie benin.nl en reageer naar yvette.krul@ aktiebenin.nl.
NVOX
oktober 2007
Wiskundeoffensief start met wiskundefilm Tijdens het 6e Wiskundetoernooi in Nijmegen op 21 september 2007 werd de nieuwe wiskundefilm door cabaretier Noël Deelen overhandigd aan een ‘All Stars Team’ van onder andere Robbert Dijkgraaf (Innovatieplatform) en Ionica Smeets van de Wiskundemeisjes (www.wiskundemeisjes.nl). De film Een moeilijke stelling gaat in op vooroordelen over wiskunde, op een speelse, inspirerende manier, die goed aansluit bij de doelgroep van leerlingen uit klas 3 havo/vwo. De film, een initiatief van Klaas Landsman, is landelijk verspreid onder wiskundedocenten, en kan bovendien gratis worden aangevraagd. De presentatie van deze Wiskundefilm was in handen van de jonge, opkomende cabaretier Noël Deelen. “Als je eigenlijk best goed bent in wiskunde, en het misschien zelfs ook wel leuk vindt, kies het dan ook!”, is de redenering van Noël, die voor de gelegenheid zelf een t-shirt ontwierp met de slogan ‘Bring it on!’. “En je hoeft niet bang te zijn dat je dan meteen een nerd bent. Daar is echt wel wat meer voor nodig.”
Maak een internetfilm over aspirine, zeep, plastic, nanomoleculen, parfum of over een ander organisch molecuul. Dat is de uitdaging van voor jongeren tot 20 jaar. Je hebt de tijd tot 15 januari 2008 om een flitsende film van 20 minuten te maken met een organisch chemisch molecuul in de hoofdrol. De beste film wordt beloond met een aantrekkelijke prijs. Je kunt de kosten van een digitale filmcamera terugverdienen. Voorwaarden op http://webserv.nhl.nl/~stout/Backer.htm. Of mail
[email protected]
“Wiskunde, dat zijn saaie en moeilijke sommen...en je kunt er alleen wiskundeleraar mee worden”. Deze opvatting van leerlingen uit de onderbouw van havo/vwo was voor het Platform Bèta Techniek aanleiding om een deze film te maken, voor leerlingen uit 3 havo/vwo met als doel om de beeldvorming rond wiskunde bij te stellen en een positieve rol te spelen in het profielkeuzeproces van leerlingen voor een N-profiel. Vraag dus de film aan, via www.meerwis kunde.nl, en vertoon hem (2 x 10 minuten) in klas 3 ! ■ Arnoud Pollmann
In de sporthal van de Radboud Universiteit in Nijmegen waren 500 leerlingen van 70 scholen uit heel Nederland bezig met het oplossen van uitdagende puzzels. Het winnende team won een reis naar New York.
Aansteker Klaar met koffie Nodig: • senseo koffiezetapparaat • diverse merken koffiepads • halfvolle melk, magere melk, volle melk, koffieroom Bijna in elke keuken staat een senseomachine. Met enige fantasie kun je aardige onderzoeken uitvoeren tijdens de bereiding van koffie en cappuccino. Heet water stoomt en stroomt door de koffiepad. Het hete water extraheert koffie met of zonder cafeïne. Maak koffie in glazen bekers en varieer met melk en temperatuur van de melk. Verdiep je in dichthe-
den van warme en koude dranken en bestudeer mengpatronen van verschillende vloeistoffen. Uitvoering • Zet twee glazen bekers onder de uitstroom van de senseo.. • Plaats twee koffiepads. • Doe in een beker enkele centimeters koude melk uit de koelkast. • Doe in de tweede beker evenveel kokende melk (kan makkelijk in de magnetron). • Druk op de startknop. • Maak een foto van de bekers met koffie en meet het aantal laagjes koffie/melk. Herhaal het experiment met een cappuccinopad. Demonteer de gebruikte cappuccinopad. Je ziet een plastic houder voor de poedermelk. Herhaal het experiment en plaats de dikke cappuccinopad op de kop in de senseo. Noteer de verschillen met de volgens voorschrift geplaatste cappuccinopad. Variaties Je kunt met diverse merken koffiepads variëren. Je kunt je onderzoek met koffie-
room, houdbare melk en met dagmelk uitvoeren. Je kunt in plaats van koffiemelk ook een laagje ijswater in de bekers doen en het resultaat bestuderen. Probeer ook eens ‘zwaar’ vruchtensap als vervanger van melk. Bij mijn experimenten ontstonden laagjes steeds donkerder koffie in de bekers. De opeenvolging van de laagjes en de onderlinge verschillen tussen hete en koude melk hebben te maken met de dichtheid van de (hete) koffie en de melk. Als de temperatuur stijgt, zet de melk uit en is het gewicht van een liter lager dan bij 20 °C. Een lagere dichtheid betekent een lichtere vloeistof. Licht drijft op zwaar. Je ziet dat aan de hete koffie die in het begin op de koudere melk blijft drijven. Als je een tijdje wacht wordt de temperatuur in de beker door diffusie overal gelijk. Door te roeren gaat dat natuurlijk sneller. Een film van deze proef staat op: http://webserv.nhl.nl/~stout/Films Op www.nvon.nl/nvox vindt u een meer uitgebreide beschrijving met extra foto’s. Gerard Stout,
[email protected]
396
COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis; adjunct-hoofdredacteur: mw. H. Kramers-Pals. Eindredacteuren: mw. M. DomisHoos (biologie), mw. J.E. Frederik (natuurkunde), J. de Gruijter (scheikunde), A. Pollmann (anw), mw. M.I.C. Offereins. Redacteuren: J.T. Boer, H. Bouma, B. Lefeber, M. Metselaar, mw. I. Schreurs. W. Sonneveld, A. Alblas, J. Broertjes, mw. G. Hensbergen, M. Bruinvels. Redactieadres voor alle kopij: Horstlindelaan 102, 7522 JK Enschede. E-mail:
[email protected]. Tel. 053 4326814. Fax 053 4326887. Internetadres: www.nvon.nl/nvox De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel. 079 3165569, e-mail:
[email protected]) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen
NVOX
oktober 2007
bij de NVON-ledenadministratie, postbus 41, 7940 AA Meppel (tel. 0522 855175, e-mail:
[email protected]) Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren tot: Nr. 01-07 15-12-2006; Nr. 02-07 19-01-2007; Nr. 03-07 09-02-2007; Nr. 04-07 16-03-2007; Nr. 05-07 11-04-2007; Nr. 06-07 18-05-2007; Nr. 07-07 24-08-2007; Nr. 08-07 21-09-2007; Nr. 09-07 19-10-2007; Nr. 10-07 16-11-2007 Verschijningsdata 2007: 22 jan., 19 feb., 12 mrt., 16 apr., 14 mei, 18 jun., 24 sep., 22 okt., 19 nov., 17 dec. Basisvormgeving: FIZZ new media solutions, Meppel. Vormgeving: S. Willems Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel. 023 5714745, fax 023 5717680, e-mail:
[email protected]; site: www.bureauvanvliet.com) Dagelijks bestuur NVON: H.A.C. Huijsmans, voorzitter (
[email protected]), L.A.M. Jansen, secretaris (
[email protected]), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (
[email protected]), J. Bette, algemeen lid (
[email protected]).
Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde mw. A. Thurlingsvan der Lingen (
[email protected]), pabo-p.o. mw. M. v. Graft (
[email protected]), scheikunde L. Donk (
[email protected]), toa A.P. Soldaat (toa-sectie @nvon.nl), vmbo J. Baas (
[email protected]). Bestuursmedewerker: mw. L. Pors (
[email protected]) Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen kunt u tot 1 december bij de ledenadministratie. NVON-ledenadministratie: mw. M. Worst, Postbus 41 7940AA Meppel, tel. 0522 855175, fax 0522855176,
[email protected] NVON-secretariaat: Maandag-donderdag 08.3012.30 uur.Postbus 60047, 9703 BA Groningen, tel. 050 5490205, fax 0842 245324,
[email protected] en
[email protected] NVON-ledenservice: mw. J.A. Huijsmans-Janssen, Nieuwstraat 12, 5527 AT Hapert, tel 0497-336377. Gironummer 619809,
[email protected] en
[email protected] Internetadres: www.nvon.nl. Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie.
Aansteker Klaar met koffie
397
Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 396 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan
[email protected]
Agenda 2007 datum november 2-3 8 december 14-15
doelgroep
organisatie/ onderwerp
plaats/tijd
in nummer
docenten en toa’s scheikunde toa’s
Woudschoten chemieconferentie Toa-dag
Woudschoten
7
docenten en toa’s natuurkunde
Woudschoten natuurkundeconferentie
Noordwijkerhout
docenten en toa’s biologie
biologieconferentie
Driebergen/Zeist
docenten en toa’s natuuren scheikunde
Reehorstconferentie natuur- en scheikunde (APS)
Ede
docenten en toa’s biologie
Ede
ieder
Reehorstconferentie biologie (APS) NVON-congres
docenten anw en NLT
APS-conferentie anw en NLT
Ede
Arnhem 7
2008 januari 18-19 februari 13 maart 12 14 april 23
Heerlen
7
oktober 2007
NVOX