MEDIA
BOEKRECENSIES Tweemaal eten en koken L.J.A. Lipman en A. Ruiter. Inleiding tot de levensmiddelenhygiëne. Achtergronden en feiten. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. 176 blz., z/w illustraties. ISBN 20062007. € 25,00.
G.J.A. Ridderbos. Levensmiddelenhygiëne. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. 328 p., 52 afbeeldingen en 23 tabellen. ISBN 9035228596. € 45,00.
Het is me een raadsel waarom een uitgever vlak na elkaar twee boeken over hetzelfde onderwerp publiceert. Je vindt er ook allerlei parallellen in, vooral in de stofkeuze. Het raadsel wordt kleiner door de vergelijking. Het eerste boek is een coproductie van allerlei academische specialisten, vrij-
wel allen uit Utrecht, die hun wetenschap op heldere wijze op de hoogte van de tijd brengen. Het is een echt academisch werk in de goede betekenis van het woord. Bedoeld om betrekkelijke leken in het vak snel en eigentijds te informeren. Het boek van Ridderbos is de achtste druk, grondig herzien. Het bevat meer tekst dan Lipman-Ruiter en kenmerkt zich door een veel schoolsere aanpak. Hoofdstuk 3, Besmetting van voedsel, beschrijft bijvoorbeeld in 3.5.2, De HACCP-methode, de historie, wetgeving, principes en het stappenplan uitvoerig. Ook hoofdstuk 4 Voedselinfecties, is uitputtend (in dubbel opzicht) in het vermelden van de ziekteverwekkers en wat deze aanrichten. Bij Lipman-Ruiter vind je in hoofdstuk 6, Kwaliteit en kwaliteitszorg, in paragraaf 6.5 De nieuwe benadering: HACCP beknopt en helder de situatie weergegeven. (HACCP is een internationaal toegepast systeem van voedselcontrole, Hazard Analysis on Critical Control Points). De voedselinfecties staan bij Lipman-Ruiter naar mijn idee logischer, en wel voorafgaand in hoofdstuk 5: Ziekten die door voedsel worden overgebracht. Het overzicht van ziekteverwekkers is daar beknopter (maar ik vernam wel dat krokodillenvlees voor consumptie goed moet worden verhit, ’t is maar dat u het weet). Voor een recensent betekent dit dat LipmanRuiter veel vlotter wegleest en dat Ridderbos een echt leerboek is, dat in het beginnend voedingsonderwijs van pas kan komen. Wel staat er voor mijn besef veel overbodigs in: allerlei tabellen en waarden die je zo kunt opzoeken, en waarom de dissociatiegraad van diverse zuren bij verschil-
lende pH moet worden uitgerekend en weergegeven is mij niet duidelijk. Lipman-Ruiter is voor de geïnformeerde betrekkelijke buitenstaander die het allemaal, gebaseerd op zijn achtergrondkennis en niveau, weer voor de geest wil halen. Ik reken docenten voedingsleer tot deze categorie. Ridderbos is geschikt voor klassikaal gebruik om een student of leerling van de grond af aan de theorie in te geven: uitvoerig, met allerlei opsommingen en als ‘in te stampen’ rijtjes. Waaraan de voorkeur te geven? Zoals zo vaak: het hangt ervan af welke doelgroep u voor ogen hebt. En de prijs kan ook nog het verschil uitmaken. ■ Hans Bouma
Denken dieren echt? Clive D.L. Wynne. Denken dieren na? Amsterdam, Pearson Education, 2006. Paperback, 304 p. ISBN 10: 90 430 1356 0. ISBN 13: 978 90 430 1356 7. € 24,95.
In dit boek weerlegt Wynne een aantal heersende opvattingen over dieren. Hij stelt dat men vaak geneigd is om menselijke trekjes aan dieren toe te schrijven, maar dat dat niet erg realistisch is. Dieren denken niet op dezelfde
manier als wij. Ze hebben zich anders aangepast aan hun omstandigheden en hebben andere zintuigen of op andere prikkels gerichte zintuigen dan wij. Wynne bekritiseert het werk van beroemde voorstanders van dierenrechten zoals Peter Singer en Jane Goodall met het argument dat ze van dieren ten onrechte mensen proberen te maken. Zonder de kijk op het dierenrijk te verarmen, benadrukt dit boek dat er juist een enorme variëteit aan mentaal leven bestaat, in zowel menselijke als dierlijke varianten. Na zijn voorwoord belicht de auteur steeds één soort of groep verwante soorten en verkent hij de wereld vanuit die diersoort(en). Achtereenvolgens zijn dat de honingbij, de duif, de vleermuis en de dolfijn. Deze diersoorten zijn gekozen omdat hun leefwerelden totaal anders zijn dan die van de mens en omdat ze uitgebreid zijn bestudeerd. Bij de bespreking van die soorten wordt er in dat verband ook wel het een en ander gezegd over andere diersoorten. De laatste hoofdstukken gaan over de drie belangrijkste eigenschappen die al eeuwenlang als typisch menselijk beschouwd worden en mensen van alle soorten onderscheiden (al is niet iedereen het daarmee eens): logisch denken, het gebruik van taal en het vermogen om je in de positie van een ander te verplaatsen (een soort theory of mind). Ze zeten je weer op het andere been na het lezen van boeken van onder anderen Frans de Waal. Heel leuk is dat er telkens na een hoofdstuk aanbevolen literatuur over dat onderwerp vermeld staat. Verder bevindt zich achterin het boek een uit-
mei 2007
NVOX
259
MEDIA
gebreide literatuurlijst. Veel gedragsonderzoek passeert de revue, zodat dit boek goed te gebruiken is als achtergrondliteratuur bij de lessen ethologie. ■ Marijke Domis
Veel informatie over pollen en hooikoorts J. Derksen, H. van Wissen en J. Marijnissen. Pollen en hooikoorts. Baarn: Tirion, 2007. 126 p., geb., ill. kleur. ISBN-10: 9052106673. ISBN-13: 9789052106670. € 19,95.
260
Jan Derksen en Jan Marijnissen zijn als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit. Herman van Wissen werkt als onderzoeker bij dienstverlener Perspectief. Dit boek is tot stand gekomen in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen. Verder heeft nog een huisarts aan het boek meegewerkt. Allergische aandoeningen vormen een belangrijk probleem. Alleen al voor stuifmeel is bijna 10% van onze bevolking allergisch. De aandoening kan variëren van lastig tot echt ziek zijn. In de westerse wereld zijn allergische aandoeningen niet alleen een medisch maar ook een economisch probleem. Er
NVOX
mei 2007
wordt dan ook door overheden, medici en de farmaceutische industrie veel aandacht aan dit verschijnsel besteed. Pollen en hooikoorts bevat informatie over recent wetenschappelijk onderzoek en geeft tevens een overzicht van planten die hooikoorts kunnen veroorzaken. De in de lucht voorkomende soorten pollenkorrels zijn beschreven; de microscopische opnames geven een direct en herkenbaar beeld van de pollenkorrels. De opnames met de elektronenmicroscoop zijn digitaal bewerkt en ingekleurd. Het boek is heel compleet: na een inleiding over planten in het algemeen, de voortplanting van planten, stuifmeel en de verspreiding daarvan wordt de aandacht gericht op de planten die veel stuifmeel maken en de soorten daaronder die hooikoorts veroorzaken. Daarna volgt er een beschrijving van die soorten volgens de indeling: bomen, kruiden en grassen. Met inderdaad hele duidelijke afbeeldingen. Daarna volgt nog informatie over hooikoorts, hoe je er mee om moet gaan, ervaringen van hooikoortslijders en pollenkalenders. Voor mensen die aan hooikoorts lijden een informatief boek. Maar het is zeker ook te gebruiken in de klas, want er staat beschreven hoe je pollen kunt verzamelen en met een microscoop kunt bekijken. En door de heel duidelijke plaatjes is het wellicht goed mogelijk het opgevangen stuifmeel te determineren. Bovendien staat erin beschreven hoe een pollenval werkt. Misschien een idee om zo‘n pollenval te construeren in het kader van een profielwerkstuk en die op het dak van de school te plaatsen. ■ Marijke Domis
Een kijkje in de microscopische wereld van blauwalgen A.M.T. Joosten (ed.). Flora of the bluegreen algae of the Netherlands. I. The non-filamentous species of inland waters. Utrecht: KNVV, 2006. 240 p., ill. zw/w. ISBN: 978-90-5011-242-0. € 79,50. Verkrijgbaar bij de boekhandel en via www.knnvuitgeverij.nl
Fytoplankton speelt een belangrijke rol in het voedselweb van meren en wordt wel eens het gras van het water genoemd. Waar sommige fytoplanktonsoorten gebruikt kunnen worden als indicatoren voor milieuvervuiling, zijn andere soorten juist kenmerkend voor ‘schone meren’. Het juist op naam brengen van fytoplanktonsoorten wordt echter bemoeilijkt door het gebrek aan betrouwbare, moderne determinatiewerken. Fytoplanktonspecialist Ton Joosten probeert daar verandering in te brengen met zijn rijk geïllustreerde flora van blauwalgen van Nederland. De flora is in het Engels geschreven en bevat gedetailleerde beschrijvingen van 95 niet-filamenteuse blauwalgen die voorkomen in de Nederlandse binnenwateren
(met inbegrip van 15 nog niet eerder beschreven soorten). Aan de hand van een determinatiesleutel met morfologische kenmerken kunnen de gevonden soorten op naam worden gebracht. Achter in het boek bevindt zich een beperkte begrippenlijst en een uitgebreide literatuurlijst. Boven elke bladzijde staat de systematische indeling van de desbetreffende fytoplanktonsoort, wat het zoeken vergemakkelijkt. Wat dit boek uitermate bruikbaar maakt, zijn niet alleen de zorgvuldig geselecteerde zwart-witfoto’s die microscopische details zeer duidelijk laten zien, maar ook de overzichten van soorten die door hun uiterlijke overeenkomsten gemakkelijk met elkaar verward kunnen worden. Door de Engelse taal en het vakjargon is dit boek echter minder geschikt voor scholieren. Wie zich daar niet door laat ontmoedigen, heeft met deze flora een nu al klassiek naslagwerk in handen. Deze publicatie is het eerste deel van een nog verder uit te brengen serie van determinatiewerken van fytoplanktonsoorten die voorkomen in binnenwateren in Nederland. ■ Lisette N. de Sénerpont Domis
MEDIA
“Mens en dino leefden tegelijk” Kerst Boersma, Caspar Geraedts, Els de Hullu, Fred Janssen, Cees de Jonge. Evolutie in het voortgezet onderwijs. NVON-reeks 2. Groningen: NVON, 2007. Ledenprijs € 12,00 + verzendkosten € 3,00.
“Mens en dino leefden tegelijk” of “Mutaties zijn doelgericht en positief”. Herkent u dit soort onjuiste uitspraken van leerlingen? Vakdidactici
uit Utrecht en Leiden geven in Evolutie voor het voortgezet onderwijs handreikingen om hiermee om te gaan tijdens de lessen over het thema evolutie. Het boek neemt ons mee in de denkwereld van leerlingen en biedt onderwijsleerstrategieën over neodarwinisme en onjuiste theorieën zoals het Lamarckisme en Intelligent Design. Zo gaat hoofdstuk twee over de foute leerlingdenkbeelden en wat te doen als de voorkennis niet deugt. Leerlingen hanteren vaak denkbeelden die niet stroken met de wetenschap. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen vaak helemaal niet lang blijven hangen in die denkbeelden. Het is daarom zonde van de tijd om er lang bij stil te staan. Beter is het om de leerlingen stapsgewijs met hulp van eigen voorkennis te laten bouwen aan het begrip van natuurlijke selectie en hoe daaruit nieuwe soorten kunnen ontstaan. Hoe je zo’n les stapsgewijs kunt opbouwen staat in hoofd-
stuk vijf beschreven. Dit hoofdstuk is dan ook het belangrijkste uit het boek. Door op het juiste moment de goede vragen te stellen kunnen leerlingen min of meer zelfstandig de neodarwinistische evolutietheorie opbouwen. Van een andere orde is de volgende uitspraak van een leerling: ‘Ik begrijp het wel maar geloof het niet!’ Hoofdstuk drie behandelt de mogelijke conflicten tussen evolutionair denken en het geloof. De taak van de leraar is om standpunten van leerlingen te helpen verwoorden, en er op toe te zien dat ze serieus genomen worden. De leraar moet wel duidelijk maken dat iedereen, ook al verwerpt hij of zij evolutie, moet weten hoe volgens de wetenschap evolutie werkt. De kracht van dit boek zijn de uitspraken van leerlingen waardoor docenten al kunnen nadenken over de verschillende opvattingen van leerlingen, en hoe daar dan op in te spelen. Waardevol zijn ook de
direct toepasbare praktische oefeningen die her en der verspreid staan. Jammer is dat het boek geen mooie afbeeldingen bevat en dat ook de schema’s slecht zijn opgemaakt, waardoor ze ongeschikt zijn om te kopiëren. Helaas bevat het boek ook geen hoofdstuk met voorbeelden van actuele evolutiebiologie over soortvorming, nieuwe belangrijke fossielen en genoomvergelijkingen. Want het zijn juist de recente ontdekkingen die leerlingen kunnen laten ervaren dat het neodarwinisme de spil is van een bloeiende wetenschap, terwijl het hoofdstuk evolutie in de meeste schoolboeken net een geschiedenisles is. NVON-leden bestellen het boek door € 15,00 over te maken op postgiro 619809 t.n.v. NVON-Ledenservice, Hapert, onder vermelding van artikelnummer 11. Niet-leden betalen inclusief verzendkosten € 18,00. ■ Tycho Malmberg
WETENSCHAP Vliegende schotel uit Delft Een werkgroep van de afdeling Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft is bezig een revolutionair nieuw vliegtuig te ontwerpen. Omdat de staart en de kop van een vliegtuig de meeste luchtweerstand opleveren, houd je dan alleen nog maar een vleugel over. Welke vorm die krijgt, weet de groep nog niet. Hij kan de vorm krijgen van een boemerang, een ellips of een vliegende schotel. De kunst is om de vleugel bestuurbaar te maken. Daarvoor is beheersing van de stromende lucht rondom het toestel vereist. Door op bepaalde plekken lucht weg te zuigen met kleine in de vleugel ingebouwde zuigertjes verwachten de onderzoekers de weerstand en draagkracht van
de vleugel te kunnen variëren en hem daarmee bestuurbaar te maken. ■ Bron: Delft Integraal 2007-1
Pestbacterie resistent tegen antibiotica De pest, veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, is tegenwoordig goed te behandelen met antibiotica. Maar daarin kan verandering komen. Amerikaanse onderzoekers melden in het online-tijdschrift PLosONE dat bij een patiënt in Madagaskar een stam van de pestbacterie is aangetroffen die resistent is tegen een groot aantal antibiotica. Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat de resistentie is verkregen via een plasmide, een cirkel-
vormig stukje DNA dat gemakkelijk tussen bacteriën wordt uitgewisseld. Het bewuste plasmide is eerder aangetroffen op verschillende bacteriën in de Verenigde Staten, waaronder de bekende E. coli en de Salmonella-bacterie. De onderzoekers schrijven dat het verstandig lijkt de verspreiding van het plasmide beter in de gaten te houden. Tegen de pestbacterie bestaat thans geen vaccin. ■ Bron: Nederlands Dagblad 23 maart 2007
Koper tegen MRSA Deurknoppen, waterkranen en wc-brillen van koper geven ziekenhuisbacteriën minder kans, denken Britse wetenschappers. Verreweg de meeste MRSA-infecties
mei 2007
NVOX
261
ACTUEEL
worden veroorzaakt door overdracht van bacteriën via besmette oppervlakken. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat MRSA slecht tegen koper kan. De theorie wordt nu uitgetest in een vleugel van het Selly Oak ziekenhuis in Birmingham Men vervangt daar zo veel mogelijk onderdelen door koper. Het personeel krijgt zelfs balpennen met een koperen omhulsel. In een andere vleugel blijft alles bij het oude, met veel roestvast staal. Na achttien maanden wordt gekeken of het iets uitmaakt. ■ Bron: Chemisch2Weekblad 31 maart 2007
Melk drinken is modern
262
Volwassen Europeanen zijn pas sinds kort in staat om melk te verteren. Dat concluderen Engelse en Duitse onderzoekers uit DNA in zevenduizend jaar oude botten. Het gen dat codeert voor het enzym lactase blijkt daarin niet te vinden. Het zou betekenen dat dit gen pas is ontstaan nadat de mens rundvee is gaan houden. Zonder lactase kun je geen lactose afbreken. Je krijgt dan na te veel melk drinken maagkrampen, diarree of erger. Heden ten dage bezit meer dan 90% van de NoordEuropeanen dit gen. ■ Bron: Chemisch2Weekblad 17 maart 2007
Effecten van straling op zoutkoepels Zoutkoepels, natuurlijk steenzout in stabiele geologische formaties, zijn vaak genoemd als mogelijke opslagplaats voor hoogwaardig kernsplijtingsafval van kerncentrales. De straling die wordt uitgezonden door het afval zorgt er echter voor de Na+ en Cl- ionen in de kristallen gedeeltelijk worden getransformeerd in neutrale natriumatomen en chloormoleculen. Dit proces wordt radiolyse genoemd. Ophoping van grote hoeveelheden radiolytische producten in het kristallijne materiaal kan leiden tot een flinke afname van de chemische en mechanische stabiliteit van het steenzout. Ook kan uiteindelijk een explosieve reactie van Na en Cl2 (knalzout) volgen. Het onderzoek van Anton Sugonyako had als doel om inzicht te krijgen in de radiolytische processen in kristallijn NaCl in ver-
NVOX
mei 2007
gevorderde stadia van bestraling. Sugonyako deed experimenten met bestraald natuurlijk steenzout en met bestraalde synthetische NaCl monsters. De resultaten vergeleek hij met nieuw ontwikkelde theoretische modellen die de radiolytische processen en de ontwikkeling van de meest belangrijke defecten in NaCl beschrijven. ■ Bron: Persbericht RU Groningen
Er wordt vermoed dat, net als bij de koude supergeleiders van Onnes, de supergeleiding ontstaat door elektronparen die Bose-Einstein condensatie ondergaan. Zaanen zegt dat hij die elektronparen ziet in de plaatjes van Kohsaka. Zaanen komt meteen met een voorstel hoe experimentatoren kunnen meten of hij gelijk heeft. ■ Bron: Persbericht Universiteit Leiden.
Mysterieuze ‘stripes’ in Knoflook en cholesterol supergeleiders waargenomen Volgens een krantenbericht, dat zich na jaren van controverse baseert op Archives of Internal Medicine, Voor Jan Zaanen, fysicus aan de Universiteit Leiden, is een jarenlange controverse nu in zijn voordeel beslist. Een publicatie in Science van 9 maart laat zien dat de door hem in 1989 voorspelde ‘stripes’ in hogetemperatuursupergeleiders echt bestaan. Een groep wetenschappers van Cornell University meldt de eerste directe waarneming van dit mysterieuze fenomeen. Zaanen had voorspeld dat elektronen in hogetemperatuursupergeleiders zich moeiteloos kunnen voortbewegen over een soort minuscule snelwegen, die kaarsrecht lopen over koperoxideoppervlakken. In de jaren negentig kwamen de eerste experimentele aanwijzingen dat Zaanens snelwegen, de zogeheten stripes, wellicht bestonden. De resultaten waren niet eenduidig en zelfs recente experimenten in 2003 en 2005 konden slechts indirecte (statistische) eigenschappen van stripes meten. In Science van 9 maart publiceert postdoc Yuhki Kohsaka uit de groep van professor Seamus Davis van Cornell University de eerste directe waarneming van Zaanens stripes. Nu komt Zaanen met een nieuwe voorspelling. Volgens hem kan je uit de plaatjes van de metingen van Kohsaka nog meer halen dan de bevestiging van de bijna twintig jaar oude stripes. Subtiele patronen op verschillende lengteschalen zouden wellicht iets over de oorsprong van supergeleiding kunnen vertellen. Een eeuw na de ontdekking van supergeleiding door Heike Kamerlingh Onnes in Leiden (1908) is het nog steeds een mysterie hoe het kan dat supergeleiding zich voordoet bij relatief hoge temperaturen.
verlaagt knoflook het cholesterolgehalte niet, of je het nu rauw of in pilvorm eet. Geen enkel dieet had invloed op het slechte (LDL) of het goede (HDL) cholesterol, en ook het vetgehalte van het bloed bleek onveranderd. Hoewel… misschien wel bij mensen met een sterk verhoogd gehalte aan cholesterol. Ik haal de conclusie uit de abstract van het artikel van het internet. Deze luidt dus: ‘None of the forms of garlic used in this study, including raw garlic, when given at an approximate dose of a 4-g clove per day, 6 d/wk for 6 months, had statistically or clinically significant effects on LDL-C or other plasma lipid concentrations in adults with moderate hypercholesterolemia.’ ■ Bron: Trouw 27 februari 2007
ACTUEEL
BERICHTEN Libellen gezocht
De KNNV organiseert in 2007 weer een nieuw waarnemingsproject, in samenwerking met de NVL, de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, onderdeel van een vierjarenplan in het kader van: Natuur in en om het water. Op de waarnemingskaart zijn zes verschillende soorten libellen afgebeeld die met wat geluk in grote delen van Nederland te vinden zijn, afhankelijk van biotoop en waterkwaliteit. Vier zijn waterjuffers en twee ‘echte’ libellen (de Viervlek en de Bruine Glazenmaker). Echte libellen zijn meestal forse dieren die in rust hun vleugels uitgespreid houden en hun ogen zijn zo groot, dat ze elkaar raken. Waterjuffers zijn klein en slank, ze houden in rust hun vleugels samengeklapt boven het lichaam of schuin naar achteren en de ogen zitten aan weerszijden van de kop, zodat de kop enigszins de vorm heeft van een hamertje. Libellen hebben een boeiende leefwijze en een onvolledige gedaantewisseling. De eitjes worden door de volwassen vrouwtjes afgezet in het water of op waterplanten. Afhankelijk van de soort leven ze van enkele maanden tot vijf jaar onder water. Libellelarven zijn echte rovers. Ze eten allerlei waterbeestjes, kikkervisjes en zelfs kleine echte visjes, die ze grijpen met hun uitklapbare vangmaskers. En het blijven rovers, ook als ze eenmaal uit het water gekropen zijn na de laatste vervelling. Dan hebben ze ook vleugels. Ze zitten graag op een uitkijkpost en vliegen rond om allerlei insecten uit de lucht te plukken, die ze tijdens de vlucht of zittend opeten. Het laatste stadium duurt een paar weken tot enkele maanden. De enige libellen die overwinteren als volwassen insect zijn de winterjuffers. Wereldwijd zijn er ongeveer 6.000 soorten, waarvan er 70 in Nederland voorkomen. Het project is op 31 maart van start gegaan. Wie mee wil doen aan het onder-
zoek kan de libellen melden op de speciale website www.knnv.nl/libellen. Het weekend van 16 en 17 juni is uitgeroepen tot Libellen Bigday. Afdelingen van de KNNV organiseren samen met experts van de NVL door het hele land excursies om iedereen kennis te laten maken met libellen. Voor vragen kunt u terecht bij Marijke van Damme per e-mail via
[email protected], of per post gericht aan de KNNV, Boulevard 12, 3707 BM Zeist. Bij dit project hoort een schoolkrant (pdf), een poster (pdf), een zoekkaart (pdf) en een boekje. De zoekkaart (maximaal 5 per persoon) kunt u uitsluitend bestellen door een gefrankeerde (€ 0,44) en aan uzelf geadresseerde envelop te sturen aan bovenstaand adres.
de wat jongere deelnemers (11 tot en met 13 jaar) zijn er dit jaar kampen op Voorne en Terschelling. Kijk op zomerkampen.njn.nl. De NJN is een vereniging voor én door jongeren tussen de 12 en 25 jaar met een passie voor natuur. Over het hele land verspreid heeft de NJN zo’n 38 afdelingen. Deze afdelingen organiseren in de weekenden regelmatig dagexcursies. In de schoolvakanties zijn er meerdaagse kampjes, waarbij telkens een ander onderwerp centraal staat. Nieuw dit jaar
In Slovenië tref je plantensoorten aan die je alleen kent van de mooie plaatjes in je insectengids of mediterrane plantengids. Foto: Jorijn Hornman.
Natuurzomerkampen voor jongeren De NJN (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie) organiseert elke zomer verschillende kampen in binnen- en buitenland voor jongeren van 12 tot en met 25 jaar. Ook in 2007 zijn er weer vele zomerkampen georganiseerd. Een week lang ’s nachts vleermuizen zoeken, of bomen zagen in Zuid-Limburg, of wandelen in Slovenië, of nog iets anders. Speciaal voor
mei 2007
NVOX
263
ACTUEEL
zijn de themaweekenden: een weekend boordevol excursies over een bepaald onderwerp, door het hele land. Op activi teiten.njn.nl zijn al deze activiteiten te vinden. Daarnaast verzorgt de NJN het scholenproject Natuur in je tuin om middelbare scholieren met de natuur in hun omgeving kennis te laten maken. Als docent kunt u gratis een pakket aanvragen op natuurinjetuin.njn.nl.
Jubilerend NEMO maakt kinderen voor altijd en eeuwig onvergetelijk
264
Science center NEMO bestaat 10 jaar. Om dit te vieren organiseert NEMO een wedstrijd waarbij kinderen zich voor altijd onvergetelijk kunnen maken. Door hun dromen voor de toekomst in te zenden, kunnen ze iets heel bijzonders winnen: hun inzending wordt voor altijd toegankelijk gehouden. Zo kunnen leeftijdsgenoten over bijvoorbeeld een miljoen jaar hun teksten lezen! Met de jubileumwedstrijd van NEMO ervaren kinderen de – letterlijk – oneindige mogelijkheden van wetenschap en technologie. Tevens maakt de actie kinderen bewust van hun toekomstdromen. Kinderen (7-16 jaar) kunnen zich via www.e-NEMO.nl voor de wedstrijd aanmelden en aansluitend hun inzending doen. Inzenden kan tot en met 5 juni 2007. De deelname bestaat, na aanmelding, uit het in tekst en/of beeld en/of film inzenden van de toekomstdroom van de deelnemer. Hieraan wordt door elke deelnemer op eigen, persoonlijke wijze invulling gegeven. Via de ‘publish’ button maakt de deelnemer vervolgens zijn of haar inzending zichtbaar. Verder worden de 110 beste deelnemers uitgenodigd om in juni naar de feestelijke prijsuitreiking in NEMO te komen. Voor deze actie werkt NEMO samen met Eternity4all (www.eternity4all.nl), die er voor zorgt dat persoonlijke teksten en beelden voor altijd toegankelijk worden gehouden.
NVOX
mei 2007
Wereld NatuurFonds Gorilla’s gedood In tien dagen tijd zijn twee berggorilla’s gedood door lokale rebellen in Virunga Nationaal Park in de Democratische Republiek Kongo. Volgens het Wereld Natuur Fonds is dit weer een dramatisch dieptepunt in een reeks stroperij-incidenten die zich de laatste tijd heeft voorgedaan tijdens gewelddadige botsingen tussen het overheidsleger en lokale rebellen. Ook andere dieren, zoals nijlpaarden en buffels, zijn het slachtoffer van stroperij. Er leven nog maar 700 berggorilla’s in het wild, waarvan 150 in Virunga National Park. Omdat er nog maar zo weinig berggorilla’s in het wild leven, is elke gestroopte gorilla een drama. De twee pas gedode dieren leefden in groepen die gewend zijn aan toeristen en zijn dus een makkelijke prooi. De berggorilla’s zijn een belangrijke toeristische inkomstenbron in de Democratische Republiek Kongo. De verkoop van vergunningen om onder begeleiding berggorilla’s te bezoeken levert Kongo, in vredestijd, naar schatting drie miljoen Amerikaanse dollars per jaar op. Nieuwe pantersoort ontdekt Wetenschappers hebben op het eiland Borneo een bijzondere luipaardsoort ontdekt, die behoort tot de familie van de nevelpanters. Het dier was al bekend, maar men ging er altijd van uit dat het om dezelfde soort ging die elders op het vasteland in Zuidoost-Azië voorkomt. Nu is echter vastgesteld dat deze panter als een aparte soort moet worden beschouwd.
WNF prijsvraag voor slimste vistuig om bijvangst tegen te gaan Bijvangst is een van de grote bedreigingen voor dolfijnen, walvissen, bruinvissen, haaien, zeeschildpadden, zeevogels en ander zeeleven. Jaarlijks wordt miljoenen tonnen aan overbodige vangst dood of gewond overboord gegooid. Slimmer en selectiever vistuig kan dit probleem tegengaan. De inschrijving is geopend voor de Smart Gear Competitie, een internationale prijsvraag van het Wereld Natuur Fonds (WNF) voor slim vistuig waarmee bijvangst aanzienlijk kan worden verminderd. Het WNF roept wereldwijd vissers, uitvinders, wetenschappers, studenten en fabrikanten op om innovatieve ideeën in te sturen. De hoofdprijs voor het beste idee is 23.000 euro. Kijk op www.smartgear.org voor de inschrijfformulieren en de wedstrijdregels. Naast de hoofdprijs zijn er nog twee prijzen van 7.500 euro te verdienen. De inschrijving sluit op 31 juli 2007. Bedrijven op zoek naar FSC-hout uit Borneo Een delegatie van Nederlandse bouwers en woningcorporaties heeft op 26 maart in Jakarta een verklaring ondertekend waarin ze beloven om komende jaren nog meer verantwoord gekapt hout met het FSC-keurmerk te gaan gebruiken. Met de ondertekening geven de bedrijven een belangrijk signaal af in de strijd tegen de ontbossing en het behoud van het tropisch regenwoud op Borneo. Inmiddels is in Indonesië 740.000 hectare bos FSCgecertificeerd. Voor een zelfde oppervlak is FSC-certificering in voorbereiding. Het FSC-keurmerk wordt ondersteund door het Wereld Natuur Fonds.
Luipaard (Neofelis diardi), gefotografeerd in Kalimantan. Foto: Alain Compost, WWF-Canon.
• probeer een patroon in het voedergedrag te ontdekken; • onderzoek verschillen tussen voedergedrag tijdens de ochtend, middag en avond; • maak een presentatie van je onderzoek. Variaties • Maak een videofilm en doe tegelijktijd metingen met de stopwatch. Kijk na afloop naar de opname en ga beeld voor beeld na wat er werkelijk gebeurt. Noteer de verschillen met je eerste waarneming. Je krijgt nu een indruk van de betrouwbaarheid van je metingen.
Aansteker Meet aan een mus Nodig: • digitale (video)camera • rol crackers, biscuit • stopwatch • pen en papier • mussen of andere vogels
Werkwijze • verkruimel een cracker of boterham op een open plek; • stel je verdekt op; • meet hoeveel seconden vogels eten en hoeveel seconden ze wegblijven na een vlucht; • noteer wie als eerste komt en wie als eerste weer vertrekt;
Gerard Stout,
[email protected]
Op www.nvon.nl/oud/nvox vindt u bij Aanstekers een meer uitgebreide beschrijving met extra foto’s en weblinks, onder andere naar een voorbeeldinstructiefilm: http://webserv.nhl.nl/~stout/Films.htm 265
COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis; adjunct-hoofdredacteur: mw. H. Kramers-Pals. Eindredacteuren: mw. M. DomisHoos (biologie), mw. J.E. Frederik (natuurkunde), J. de Gruijter (scheikunde), A. Pollmann (anw), mw. M.I.C. Offereins. Redacteuren: J.T. Boer, H. Bouma, B. Lefeber, M. Metselaar, mw. I. Schreurs. W. Sonneveld, A. Alblas, J. Broertjes, mw. G. Hensbergen, M. Bruinvels. Redactieadres voor alle kopij: Horstlindelaan 102, 7522 JK Enschede. E-mail:
[email protected]. Tel. 053 4326814. Fax 053 4326887. Internetadres: www.nvon.nl/nvox De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel. 079 3165569, e-mail:
[email protected]) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen
bij de NVON-ledenadministratie, postbus 41, 7940 AA Meppel (tel. 0522 855175, e-mail:
[email protected]) Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren tot: Nr. 01-07 15-12-2006; Nr. 02-07 19-01-2007; Nr. 03-07 09-02-2007; Nr. 04-07 16-03-2007; Nr. 05-07 11-04-2007; Nr. 06-07 18-05-2007; Nr. 07-07 24-08-2007; Nr. 08-07 21-09-2007; Nr. 09-07 19-10-2007; Nr. 10-07 16-11-2007 Verschijningsdata 2007: 22 jan., 19 feb., 12 mrt., 16 apr., 14 mei, 18 jun., 24 sep., 22 okt., 19 nov., 17 dec. Basisvormgeving: FIZZ new media solutions, Meppel. Vormgeving: S. Willems Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel. 023 5714745, fax 023 5717680, e-mail:
[email protected]; site: www.bureauvanvliet.com) Dagelijks bestuur NVON: H.A.C. Huijsmans, voorzitter (
[email protected]), L.A.M. Jansen, secretaris (
[email protected]), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (
[email protected]), J. Bette, algemeen lid (
[email protected]).
Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde mw. A. Thurlingsvan der Lingen (
[email protected]), pabo-p.o. mw. M. v. Graft (
[email protected]), scheikunde L. Donk (
[email protected]), toa A.P. Soldaat (toa-sectie @nvon.nl), vmbo J. Baas (
[email protected]). Bestuursmedewerker: mw. L. Pors (
[email protected]) Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen kunt u tot 1 december bij de ledenadministratie. NVON-ledenadministratie: mw. M. Worst, Postbus 41 7940AA Meppel, tel. 0522 855175, fax 0522855176,
[email protected] NVON-secretariaat: Maandag-donderdag 08.3012.30 uur.Postbus 60047, 9703 BA Groningen, tel. 050 5490205, fax 0842 245324,
[email protected] en
[email protected] NVON-ledenservice: mw. J.A. Huijsmans-Janssen, Nieuwstraat 12, 5527 AT Hapert, tel 0497-336377. Gironummer 619809,
[email protected] en
[email protected] Internetadres: www.nvon.nl. Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie. In het januarinummer vindt u de volledige adreslijst
mei 2007
NVOX
Aansteker Passer domesticus in the picture Meet aan een mus
Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 265 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan
[email protected]
Agenda 2007 datum november 2-3 8 december 14-15
doelgroep
organisatie/ onderwerp
plaats/tijd
docenten en toa’s scheikunde toa’s
Woudschoten chemieconferentie Toa-dag
Woudschoten
docenten en toa’s natuurkunde
Woudschoten natuurkundeconferentie
Noordwijkerhout
docenten en toa’s biologie
biologieconferentie
Driebergen/Zeist
docenten en toa’s natuuren scheikunde
Reehorstconferentie natuur- en scheikunde (APS)
Ede
docenten en toa’s biologie
Ede
ieder
Reehorstconferentie biologie (APS) NVON-congres
docenten anw en NLT
APS-conferentie anw en NLT
Ede
Arnhem
2008 januari 18-19 februari 13 maart 12 14 april 23
NVOX
mei 2007
Heerlen
in nummer