Krantje
Boord
Kritisch en Onafhankelijk
Nr. 19 I winter 2013-2014 Gratis krant Neem mee
Overheid zet bevolkingsgroepen tegen elkaar op
“Als je aan Anouschka komt, kom je aan ons allemaal!”
Kees van Oosten over racisme, discriminatie en nationalisme in Nederland
Over de bestrijding van racisme en discriminatie op de werkvloer
2
4
Vissen in de vijver Racisme in de van de PVV: Nederlandse extreemrechts in Nederland media ‘Nederlander’ als je het goed doet, ‘allochtoon’ als je het fout doet.
6
Nazis en fascisten mengen zich onder ‘gewoon’ rechts.
8
Krantje Boord 3
2 Krantje Boord
Overheid zet bevolkingsgroepen tegen elkaar op door Alexander Beunder
K
ees van Oosten, Utrechtse jurist/ activist, sprak met Krantje Boord over racisme, discriminatie en nationalisme in Nederland. Het wordt volgens Van Oosten “de bevolking van bovenaf, door prominente politici en deftige staatsraden, met de paplepel ingegoten”. In uw boek Domheid, Hebzucht, Onverschilligheid (2007) schreef u “dat een afkeer van allochtonen [...] waarschijnlijk zelfs voornamelijk, het al of niet beoogde effect kan zijn van ongelukkig en kortzichtig overheidsbeleid”. Kunt u voorbeelden van zulk soort overheidsbeleid noemen? Met het vreemdelingen- en vluchtelingenbeleid geeft de overheid onmiskenbaar een signaal af dat vreemdelingen en vluchtelingen mensen zijn die hier niet thuishoren, die je gevangen kan zetten, kan klinkeren en het land uit kan zetten en die je niet menswaardig hoeft te behandelen. De Raad van State [adviesorgaan van de Nederlandse regering] doet aan de lopende band de meest hardvochtige uitspraken. De implicatie van dat overheidsbeleid is dat er een verschil zou bestaan tussen echte Nederlanders en tweederangs Nederlanders. Dat idee wordt de bevolking dus van
bovenaf, door prominente politici en deftige staatsraden, met de paplepel ingegoten. Zij houden gewone mensen voor dat je best mag discrimineren en vreemdelingen niet menswaardig hoeft te behandelen. Het is ook de overheid en de politiek die het nationale gevoel en de nationale identiteit promoten. Nederland wordt in overheidsvoorlichting aan het eigen volk altijd voorgesteld als superieur. Onze rechtspraak, het milieubeleid, sociaal stelsel, de gezondheidszorg, het onderwijs en onze tolerantie zou een voorbeeld zijn voor de wereld. Dat heeft uiteraard tot gevolg dat alles wat niet Nederlands is als minderwaardig wordt beschouwd. Onderschat niet de mate waarin het gedweep met de nationale identiteit tot afkeer leidt van alles wat vreemd is en dus van vreemdelingen. In de derde plaats heeft de overheid sinds 1977 gekozen voor een toenemende inkomensongelijkheid. In de periode 19772011 is die met 14% toegenomen. Niet alleen is er sinds 1977 een groeiende groep mensen die op bijstandsniveau zit, maar bovendien is dat bijstandsniveau relatief lager geworden. Het gevoel in armoede te leven is onder een groeiend deel van de bevolking door de toenemende ongelijkheid sterk toegenomen. Dat heeft flink tot een afkeer van vreemdelingen geleid. In de periode na 1977 is namelijk ook het aantal arbeidsmigranten sterk toegenomen. De groeiende groep mensen met een laag inkomen stellen voor hun relatieve deprivatie niet de bewust door de overheid gekozen denivellering, maar de komst van arbeidsmigranten verantwoordelijk. En de
van de redactie
V
ers van de pers. De nieuwe Krantje Boord. We behandelen een gecompliceerd thema in deze editie: racisme. De afgelopen maanden lijkt het alsof spreken over racisme in het publieke debat minder een taboe is geworden dan dat het eerst was. We wilden zelf ons steentje bijdragen door te verkennen op wat voor manieren racisme zich uit in onze maatschappij. Schaamteloos racisme kunnen we natuurlijk niet langer ontkennen, zoals je kunt lezen in het artikel over racisme op de werkvloer en in een interview met Ricardo Veenstra van de AFA. Maar
politiek voedt dat gevoel om daar zelf niet de schuld van te krijgen. In het publieke debat wordt de PVV vaak als de anti-allochtonen partij gezien en de PvdA als een pro-allochtonen partij. U zegt echter dat het onderscheid tussen de opstelling van de PvdA en die van de PVV “verontrustend klein” is als het over immigratie gaat. Als je ziet hoe er door PvdA prominenten wordt gedacht over de aanpak van criminaliteit onder allochtone jongeren of over achterstandswijken waar relatief veel allochtonen wonen, dan zie ik inderdaad weinig verschil met de PVV. De mate waarin een wijk uit allochtonen bestaat wordt officieel beschouwd als indi-
“Het idee dat je sociale problemen moet verklaren uit sociaal-economische achterstelling en ongelijkheid is ook bij de PvdA goeddeels verdwenen”
we zien ook dat racisme veel diepere wortels heeft in onze samenleving. Bijvoorbeeld in ons overheidsbeleid, zoals je kunt lezen in het interview met Kees van Oosten. Maar ook de media speelt een belangrijke rol in de instandhouding van racistische beeldvorming. En als je schrikt van al deze onthullingen, wees dan niet bang dat je er niets aan kan doen. Vind handelingsperspectief in het laatste artikel en verzet je tegen racisme! Veel leesplezier! de Krantje Boord redactie
“De groeiende groep mensen met een laag inkomen stellen de komst van arbeidsmigranten verantwoordelijk, en de politiek voedt dat gevoel om niet zelf de schuld te krijgen”
U betoogt dat de spanningen in Nederland tussen autochtonen en allochtonen een spanning is tussen ‘gevestigden’ en ‘buitenstaanders’. Ligt hier een taak voor de overheid om deze spanningen te verminderen, en zo ja, welke?
- Kees van Oosten cator van achterstand, ook door de PvdA. De PvdA is er altijd een groot voorstander van geweest het aandeel sociale woningen in wijken als Kanaleneiland en Overvecht drastisch terug te dringen (te slopen), zodat er veel meer koopwoningen zouden komen (die voor allochtonen onbetaalbaar zijn). Het aandeel beter opgeleide autochtonen zou daardoor in die wijken toenemen en dat zou dan de wijk opkrikken: minder criminaliteit en minder onveiligheid. Spekman [partijvoorzitter PvdA] pleitte er nog niet zo lang geleden voor om allochtone jongeren die zich misdragen op een kar door de wijk te rijden en uit te laten jouwen. Wolfsen [Burgemeester van Utrecht, PvdA] is en was een groot voorstander van mosquito’s en liet steeds meer camera’s ophangen. De politie kreeg de instructie om groepjes van drie of meer allochtone jongeren op te jagen als die zich ergens ophielden. Allochtone jongeren hebben ook in Utrecht, waar Wolfsen over de openbare orde en veiligheid gaat, een aanzienlijk grotere kans gefouilleerd en opgepakt te worden dan bijvoorbeeld witte studenten. Rinda den Besten [ex-wethouder van de PvdA] droeg de mening uit dat allochtone jongeren moesten leren gezag te aanvaarden. Leraren werden destijds een paar weken naar Marokko gestuurd omdat
gepast zijn aan de maatschappij, dus in een gebrek aan opvoeding, vorming en beschaving. De individualisering van problemen heeft om twee redenen de overhand gekregen. In de eerste plaats wordt dat door de overheid sterk aangemoedigd, want het leidt de aandacht af van onrechtvaardigheden en gebreken in de maatschappij, zodat de mensen niet snel actie tegen de overheid zullen gaan voeren. In de tweede plaats is het koren op de molen van professionele hulpverleners. Opvoedbegeleiders en bemoeizorgers [vorm van zorg voor mensen die niet zelf om hulp (kunnen) vragen] hebben er belang bij – anders raken ze brodeloos – dat allochtonen leren zien dat de oorzaak van hun achterstelling niet bij de maatschappij ligt maar bij hunzelf en hun allochtone cultuur, en dat ze dus individuele hulp nodig hebben. De implicatie daarvan is dat ze zouden moeten leren zich beter aan te passen aan de nationale normen, waarden en gebruiken.
ze dan beter zouden begrijpen waarom Marokkaanse jongeren in Kanaleneiland zo brutaal zijn. Kortom: het idee dat je sociale problemen moet verklaren door sociaal-economische achterstelling en ongelijkheid is ook bij de PvdA goeddeels verdwenen. Die (goed socialistische) opvatting heeft plaats gemaakt voor de opvatting dat slechte schoolresultaten, criminaliteit en overlast verklaard moeten worden door de allochtone cultuur en opvoedingstradities. Dat is exact wat Wilders beweert. U heeft het in uw teksten over een soort “beschaafd nationalisme” onder welzijnswerkers, linkse politieke partijen en intellectuelen. Wat bedoelt u hiermee? De term “beschaafd nationalisme” is afkomstig van Wouter Bos. Die was daar voor. De verzorgingsstaat is een links ideaal en daarom zijn het vooral links georiënteerde intellectuelen die werk gezocht en gevonden hebben in instellingen die geacht worden mensen te helpen hun weg te vinden in de maatschappij. In dit sociale werk heeft altijd de opvatting gedomineerd dat problemen die mensen hebben eigenlijk altijd hun oorzaak vinden in hun eigen disfunctioneren, in het niet voldoende aan-
Ik denk dat ‘buitenstaanders’ (als het er veel zijn) als een bedreiging worden ervaren van de gevestigde orde. Mensen die menen in die gevestigde orde toch al tekort te komen – en dat zijn er door de toenemende ongelijkheid steeds meer – zijn bang dat ze er nog meer op achteruitgaan als ze hun bescheiden welvaart ook nog eens moeten delen met nieuwkomers. De elite in die gevestigde orde moedigt dat ook aan, want ze hebben liever dat buitenstaanders de schuld krijgen van de achterstelling dan dat het gewone volk tegen de elite in opstand komt. De overheid moest zich er maar liever niet mee bemoeien, want de overheid – lees: de dominante politieke groepering – heeft altijd en overal sterk de neiging om bevolkingsgroepen juist tegen elkaar op te zetten, nationale sentimenten aan te wakkeren en daardoor juist buitenstaanders en vreemdelingenhaat te kweken. Racisme en vreemdelingenhaat kunnen alleen bestreden worden door verzet tegen ongelijkheid en uitbuiting, waarbij, om Marx te parafraseren, autochtone proletariërs zich verenigen met allochtone proletariërs en zich niet tegen elkaar laten uitspelen door racistische en nationalistische politieke groeperingen. ★ (Lange versie van dit artikel online beschikbaar)
Krantje Boord 5
4 Krantje Boord
“Als je aan Anouschka komt, kom je aan ons allemaal!” Over de bestrijding van racisme en discriminatie op de werkvloer
“Ze schreeuwt en scheldt ons uit, maar alleen als er geen autochtone medewerkers bij zijn natuurlijk. Laatst had ik een meningsverschil, we kwamen er niet uit waarop ze zei “je doet maar wat ik je zeg, wie heeft hier tenslotte de blauwe ogen?”. Slavenhouders riepen dit vroeger ook tegen hun slaven als ze niet wilden doen wat de meesters hen opdroegen. Daarmee gaf ze met andere woorden aan dat de discussie was afgesloten, en dat ik maar moest weten dat zij de baas was en ik haar sloofje.” - Anouschka* zorgwerker van Surinaamse komaf
A
llochtone werknemers hebben structureel te maken met ernstige discriminatie en racisme op de werkvloer. De oplossing? Werknemers moeten zich organiseren. In mijn werk als organiser luisterde ik met regelmaat naar zorgwerkers die mij overspoelden met soortgelijke ervaringen als die van Anouschka. Soms zijn de ervaringen overduidelijk racistisch en discriminerend, zoals bij het te horen krijgen van opmerkingen als “luie aap” of “buitenlanders verdienen geen vakantie”. Andere keren zijn het subtielere manieren waarop de allochtone werknemers duidelijk wordt gemaakt dat zij hier niet horen, bijvoorbeeld door autochtone medewerkers systematisch bepaalde privileges te verstrekken en de allochtone medewerkers deze te onthouden. Racisme en discriminatie op de werkvloer beperkt zich niet tot deze vormen van discriminatie. Allochtonen hebben, zo blijkt ook uit de cijfers die jaarlijks uit
de discriminatiemonitor van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) rollen, nog altijd te maken met structurele uitsluiting op de arbeidsmarkt. Desalniettemin lijken er tot nog toe geen noodzakelijke maatregelen te worden getroffen om racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken. Hoe diepgeworteld is racisme en discriminatie op de werkvloer en hoe uit zich dit? En waarom blijven ingrijpende veranderingen om racisme en discriminatie te doen verdwijnen uit? In dit artikel zal ik aan de hand van praktijkvoorbeelden en statistiek de diepgewortelde aspecten van racisme, discriminatie en uitsluiting aantonen en bespreken hoe discriminatie op de arbeidsvloer in het belang lijkt te zijn van werkgevers. Zodoende kan het als nuttig instrument worden gezien om arbeidsvoorwaarden te verslechteren en medewerkers uiteen te drijven. Tot slot zal ik bespreken hoe organisatie van werknemers niet alleen hun gezamenlijke arbeidsvoorwaarden verbeterd maar bovenal een eenheid creëert waarbinnen voor discriminatie geen plek meer lijkt te zijn. Al na één dagje rond te hebben gelopen
in een doorsnee verpleeghuis in Nederland, wordt duidelijk wat wordt bedoeld met de structureel achtergestelde arbeidspositie van allochtone medewerkers in onze maatschappij. Onder schoonmakers en ongediplomeerde verzorgers is overduidelijk een hoog percentage allochtone medewerkers werkzaam. Voor posities hoger op de arbeidsladder, blijkt steeds minder ruimte te zijn voor deze allochtone medewerker. Dat allochtone medewerkers significant minder vaak coördinerende of bedrijfsvoerende functies bekleden, wordt duidelijk als men in hetzelfde verpleeghuis door het zogenaamde ‘gouden laantje’ loopt. Hier bevinden zich tal van kantoren waar managers onder andere het zorg- en personeelsbeleid bepalen. In dit deel van het verpleeghuis vindt men sporadisch een allochtone medewerker. Naast de verdeling in werk, valt al snel op dat vooral allochtone vrouwen als oproepkracht voor korte diensten het verpleeghuis in en uit hollen. Deze zorgwerkers hebben nooit zekerheid over de te werken uren per week, hetgeen hen het recht op een vast salaris ontneemt. Een continue onzekerheid en stress zijn het gevolg. Naast de onzekerheid dat dit flexwerk teweeg brengt, is er voor de meesten geen uitweg te vinden. Ze krijgen geen opleidingen aangeboden, komen bijna nooit in aanmerking voor een vast contract, laat staan voor promotie. In het gouden laantje daarentegen worden slechts fulltime banen met vaste roosters geschept. De bedrijfshiërarchie en de gemiddelde arbeidspositie in een simpel verpleeghuis maakt dan ook inzichtelijk hoe structurele discriminatie en uitsluiting van allochtone medewerkers tot uiting komt op de werkvloer. Dat dit niet een gesimplificeerd of uitzonderlijk voorbeeld is dat slechts toepasbaar zou zijn op de ouderenzorg, blijkt uit vele onderzoeken. Zo stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat zeker nu, in een tijd van economische achteruitgang, de kansen op de arbeidsmarkt voor allochtonen veel kleiner zijn dan die van hun autochtone collega’s. In 2012 stelde het CBS dat het werkloosheidspercentage onder niet westerse allochtonen driemaal zo hoog was als het percentage voor autochtone Nederlanders van 5%.1
door Loes de Kleijn
Zorgwerkers van Amsta in actie tegen mismanagement en voor meer vaste collega’s, 22 januari 2013 in Amsterdam (Foto: Mike Crosland) Naast de disproportionele stijging van de werkloosheid onder allochtonen, blijkt uit het immigratierapport 2012 van het SCP eveneens dat allochtonen nog altijd vaker onder hun niveau werkzaam zijn, vaker in tijdelijke dienstverbanden werken en minder kans maken op promotie dan hun autochtone collega’s met gelijk opleidingsniveau en hoeveelheid werkervaring. Dit enorme verschil in arbeidskansen kan slechts door diepgewortelde discriminatie worden verklaard. Ook het CBS en het SCP lijken structurele discriminatie als probleem te benoemen, toch wordt de oplossing voor het probleem vooral bij de individuele werknemer gelegd. Wil je hoger opklimmen, zo klinken de conclusies, dan moet jouw houding veranderen. Het feit dat deze overheidsinstituties niet de daadwerkelijke problemen trachten te verhelpen, kan slechts verklaard worden door het feit dat overheden en werkgevers belangen hebben bij het aanhouden van discriminatie. Met de arbeidsmigratie in de jaren zestig werd de verdeel en heers politiek tussen allochtone en autochtone medewerkers al eerder ingezet om de algehele arbeidsvoorwaarden te verminderen. In rap tempo werd er een overschot aan werknemers Nederland binnengehaald waardoor de relatief sterk georganiseerde arbeidersbeweging gemakkelijker beteu-
geld kon worden. Immers, als jij het werk niet voor paar gulden per uur wil doen, dan doet Ahmed dat wel.2 Dit creëerde een onderling gevoel van concurrentie en wakkerde discriminatie aan. Vijftig jaar later, blijven werknemers verdeeld en neemt discriminatie op de arbeidsvloer verder toe, hetgeen collega’s bij uitstek wantrouwig maakt ten opzichte van elkaar en hen zo belemmert zich te verenigen. Meerdere studies bevestigen dit en tonen aan dat discriminatie de organisatiegraad van (vak)bonden binnen bedrijven sterk doet verminderen.3 Dat discriminatie op deze manier werknemers in het algeheel beslecht is duidelijk, immers hoe lager de organisatiegraad van werknemers hoe sterker de werkgever en hoe effectiever hij verslechtering van arbeidsomstandigheden kan doorduwen. Met een opkomst van rechts wordt de verdeeldheid door politici graag verder aangewakkerd en worden opvattingen waarin de zogenaamde allochtoon het werk van de autochtoon zou stelen verder verspreid. Op deze manier fungeert discriminatie op de werkvloer als perfecte dekmantel voor de eigenlijke oorzaak achter de toegenomen arbeidsverslechteringen, namelijk een alsmaar toenemende macht van een kleine elite. De daadwerkelijke oplossing voor de bestrijding van racisme en discriminatie op de arbeidsvloer moet dan ook gevonden
worden in de vereniging van alle werknemers, allochtoon en autochtoon. En het is in het organiseren van de werkvloer dat collega’s ontdekken dat racisme en discriminatie hen uit elkaar drijft en verzwakt en zodoende in het voordeel blijkt van de werkgever. Een gezamenlijke strijd van werknemers maakt voor allen dan ook helder welke partijen de daadwerkelijke tegenstanders zijn. Ook worden tijdens de gezamenlijke strijd via hecht contact tussen werknemers vooroordelen naar elkaar bevochten en een hechte eenheid verworven. Immers in een bond committeer je elkaar aan het motto; “komen ze aan één, dan komen ze aan ons allemaal”. En zo gebeurt het dat in gevallen van discriminatie zoals in het geval van Anouschka, Anouschka de volgende dag verrast werd door twintig collega’s die ‘s ochtends vroeg op de stoep van de teamleider stonden en riepen “Kom je aan Anouschka, dan kom je aan ons allemaal!”. Een geschokte teamleider die het niet meer waagt discriminerende uitspraken te doen en een sterkere bond van werknemers was in de weken daaropvolgend voor veel collega’s voldoende om racistische gevoelens en wantrouwen te laten varen en zich aan te sluiten bij de rest. ★ (Lange versie van dit artikel online beschikbaar) * wegens privacy redenen niet haar echte naam 1. Factsheet: Allochtonen op de arbeidsmarkt - FORUM 2. Zie voor meer uitleg over hoe arbeidsmigratie in West Europa heeft geleid tot verslechtering van de arbeidsvoorwaarde het artikel “The function of labour imigration in Western European Capitalism” van Stephen Castles en Godula Kosack in selected studies in international migration and immigrant incorporation (2010). 3. “The racism variable is statistically significantly in all equations and has the predicted sign: a greater degree of racism results in lower unionization rates and greater degree of schooling inequality among whites. This empirical evidence again suggests that racism is in the economic interests of capitalists and other rich whites and against the economic interests of poor whites and white workers.” The Economics of Racism, Michael Reich (1981; 5-6)
6 Krantje Boord
Racisme in de Nederlandse media
D
e media spelen een belangrijke rol in het reproduceren van racistische vooroordelen en het rechtvaardigen van racisme in onze samenleving. Dat er sprake is van structureel racisme in Nederland staat vast. Niet-westerse allochtonen worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, lopen een hoger risico op armoede, en worden vaker onderworpen aan politiecontroles vanwege hun uiterlijk. Ook de Raad van Europa en de Nationale Ombudsman zijn het er over eens: er heerst een racistisch klimaat in Nederland. Achter deze praktijk van alledaags racisme zitten allerlei etnische vooroordelen en stereotypes, die door de media gevoed worden. Allochtonen worden continu op een negatieve manier neergezet (als anders, afwijkend, of bedreigend), terwijl autochtone Nederlanders worden afgeschilderd als superieur vergeleken met allochtonen.1 Hiermee herhalen, versterken en daarmee rechtvaardigen de media racistische vooroordelen en stereotypes. De media spelen hier een belangrijke rol. Volgens de gerespecteerde tekstwetenschapper Teun van Dijk, die al decennia lang onderzoek doet naar racisme, zijn de massamedia zelfs “de meest invloedrijke bron van racistische vooroordelen en racisme.”1 Een van de manieren waarop de media racistische vooroordelen reproduceren en voeden is het vermelden van etnische afkomst in de berichtgeving (vooral als het gaat om ‘probleemnieuws’ zoals geweld, criminaliteit of andere sociale problemen). Het is opvallend dat mensen door de media regelmatig worden neergezet als allochtonen wanneer de berichtgeving negatief is, maar als Nederlanders wanneer de berichtgeving positief is. Een recent voorbeeld hiervan is de NOS die bericht over Antillianen die in Nederland veroordeeld zijn voor mensenhandel, terwijl Antillianen die het goed doen in de Major League Baseball ineens Nederlanders zijn. In beide gevallen gaat het over Antilliaanse Nederlanders. Volgens de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek mogen journalisten de etnische afkomst van groepen en personen alleen vermelden wanneer dit nodig is voor de context. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) stelt in haar meest recente rapport over Nederland echter vast dat de
‘Nederlander’ als je het goed doet, ‘allochtoon’ als je het fout doet. Zo ziet racisme in Nederland er uit. media zich hier niet aan houden. Zo wordt de etniciteit vermeld van mensen die een misdrijf hebben gepleegd – vooral als het gaat om Marokkanen en Antillianen – ook wanneer dit op geen enkele manier relevant is voor de context. Volgens het rapport doen de media daarnaast mee aan het creëren en in stand houden van negatieve stereotypen van Polen en Roma. De ECRI waarschuwt dat verslaggeving op deze manier een bijdrage levert aan het scheppen van een “vijandig, afwijzend klimaat jegens leden van etnische minderheidsgroepen, met inbegrip van de moslimgemeenschappen”. Maar racisme begint al bij hoe het nieuws tot stand komt. Verreweg de meeste journalisten zijn wit en in de redactie of in leidinggevende functies zijn er nog minder allochtonen te vinden. Het gevolg van de uitsluiting van gekleurde journalisten is dat nieuws- en televisieprogramma’s gedomineerd worden door een wit perspectief. Verscheidene onderzoeken naar de productie van nieuws hebben aangetoond dat een elite van (witte) politici, advocaten, politiefunctionarissen, wetenschappers en organisaties die nieuwswaardig en geloofwaardig wordt gevonden door journalisten, speciale toegang heeft tot de media. Etnische minderheden horen niet bij deze elite
en hebben daardoor veel minder controle over de bronnen waar berichtgeving vaak op gebaseerd is. Omdat dit soort bronnen (denk aan persberichten en persconferenties, overheidsdocumenten, onderzoeken, interviews, etc.) veel meer geproduceerd wordt door een overwegend witte elite, wordt de dominantie van een wit perspectief in de media nog eens versterkt en wordt de witte bevolkingsgroep structureel in een gunstiger daglicht geplaatst dan allochtone bevolkingsgroepen. Etnische minderheden worden daarnaast systematisch minder geciteerd in de media en hun mening wordt meestal ‘gebalanceerd’ door witte sprekers. Wanneer ze wel geciteerd worden, gebeurt dat vaak op een minder geloofwaardige manier. Beschuldigingen van discriminatie en racisme worden consistent vergezeld van aanhalingstekens en van woorden als ‘vermeend’ of ‘beweerd’ om uitspraken in twijfel te trekken.
Tot slot worden etnische minderheden in de media alleen besproken bij een beperkt soort onderwerpen. Een van die onderwerpen is immigratie, wat meestal wordt voorgesteld als een probleem. Ook culturele verschillen worden veel besproken. De verschillen die vaak toegeschreven worden aan bijvoorbeeld moslims, worden structureel gekarakteriseerd als problematisch en bedreigend. Zo wordt er een ‘wij-zij’-tegenstelling gecreëerd. Daarnaast zijn ook geweld, criminaliteit en andere vormen van afwijkend gedrag; en problemen rondom huisvesting, integratie en werk(loosheid), populaire onderwerpen voor het etnische ‘probleemnieuws’. Negatieve eigenschappen van immigranten, vluchtelingen en minderheden worden steeds benadrukt in al deze onderwerpen. Daar staat tegenover dat problemen waar etnische minderheden mee te maken hebben, zoals discriminatie en racisme, juist gebagatelliseerd worden en afgedaan als incidenten.
De witte bevolkingsgroep wordt structureel in een gunstiger daglicht geplaatst dan
allochtone bevolkingsgroepen.
De berichtgeving over werkloosheid – een van de typische ‘probleemonderwerpen’ – biedt een kijkje in hoe er op compleet verschillende manieren bericht kan worden over discriminatie op de arbeidsmarkt. In een recente reportage over racisme in Brazilië, stelt de Volkskrant dat het (sinds de jaren dertig heersende) idee dat er in Brazilië geen rassendiscriminatie zou bestaan een hardnekkige mythe is. De Volkskrant: “Blanken vinden makkelijker een baan en krijgen een hoger salaris dan hun donkere landgenoten. Bijna driekwart van de Brazilianen die in armoede leven, hebben een donkere huid.” De conclusie die getrokken wordt is dat het bestaan van grote ongelijkheid op basis van huidskleur dus “buiten kijf ” staat. De toon van de berichtgeving van dezelfde krant over ongelijkheid tussen gekleurde en blanke mensen in Nederland is echter heel anders. Wanneer het gaat over werkloosheid onder allochtonen ligt de nadruk veel meer op het lagere opleidingsniveau van allochtonen of hun “minder goed ontwikkelde sociale vaardigheden” als oorzaak. Discriminatie “speelt mee”, maar volgens de Volkskrant is er vooral sprake van een hogere werkloosheid onder allochtonen omdat “niet-westerse allochtonen niet de juiste netwerken hebben” en omdat ze “de
Krantje Boord 7
door Sophia Beunder codes die bij sollicitaties worden gehanteerd niet snappen”. Bovendien wordt de algemene werkloosheid in Nederland in de media meestal verklaard door het feit dat er minder banen zijn door de economische recessie. De impliciete boodschap is dus eigenlijk: Nederlanders zijn werkloos omdat de Nederlandse arbeidsmarkt krap is, maar wanneer het specifiek gaat over allochtonen die werkloos zijn dan is dat vooral hun eigen schuld. De berichtgeving over allochtone werklozen is vaak gebaseerd op overheidsdocumenten en onderzoek. Hierin wordt een maatschappelijk probleem (werkloosheid onder allochtonen) structureel toegeschreven aan het individu. Omdat dit soort onderzoeken geaccepteerd worden als nieuwswaardige en geloofwaardige bronnen wordt het idee dat allochtonen vaker dan autochtonen werkloos zijn door hun eigen schuld door alle grote media gereproduceerd. Racisme wordt daarentegen maar zelden benoemd als belangrijke oorzaak van de hoge werkloosheid onder allochtonen. In de berichtgeving over Brazilië wel, maar wanneer het over Nederland gaat niet. Het is duidelijk dat de media een belangrijke rol spelen in het reproduceren van racisme in onze samenleving. Maar wat nu? De eerste stap is om ons bewust te zijn van het racisme in de media waaraan we voortdurend bloot worden gesteld (zoals in dit artikel beschreven), en dat racisme in onze samenleving mede daardoor normaal en zelfs gerechtvaardigd wordt. Vervolgens is het van belang om andere mensen hier ook bewust van te maken. Weiger nog langer gedesinformeerd te worden door de gangbare media en informeer jezelf door middel van alternatieve, onafhankelijke media, zoals bijvoorbeeld De Wereld Morgen, The Real News, en Counterpunch. Ten slotte is het belangrijk dat er meer alternatieve media gecreëerd worden om de desinformatie van de huidige massamedia beter tegen te gaan. En uiteindelijk zal het voor een daadwerkelijk democratische samenleving noodzakelijk zijn dat de bevolking democratische controle over (en toegang tot) de media heeft. ★ 1. Teun van Dijk (2012) “The role of the press in the reproduction of racism” in M. Messer et al. (eds.), Migrations: Interdisciplinary Perspectives
8 Krantje Boord
Krantje Boord 9
Vissen in de vijver van de PVV: extreemrechts in Nederland
N
azistische en fascistische groepen zetten hun lieve gezicht op en mengen zich onder ʻgewoonʼ rechts. “Door de opkomst van de PVV voelen ze legitimiteit om voor hun racistische gedachtegoed uit te komen.”
Van ‘ludieke’ acties tot regelrecht racistisch geweld, van het verstoren van demonstraties tot het actief leden werven op openbare bijeenkomsten: verschillende extreemrechtse actiegroepen in Nederland hebben zich het afgelopen jaar veelvuldig laten zien. Zo heeft de fascistische groep Identitair Verzet tijdens de UITdagen in Utrecht geflyerd om leden te werven. En in het voorjaar voerde het extreemrechtse Voorpost een ‘ludieke’ actie door een islamitische school af te sluiten met een kettingslot om het hek. Het lijkt wel alsof de Nederlandse nazi’s en fascisten sterker worden en minder bang zijn om hun neus te laten zien dan een paar jaar terug. Ze mengen zich bijvoorbeeld in het ‘mainstream’ rechtse publiek, op zoek naar mensen die ze kunnen ronselen voor hun actiegroepjes. Groepjes met fascistische denkbeelden die geweld tegen migranten of andersdenkenden niet schuwen. Dat bleek in oktober tijdens een manifestatie vóór Zwarte Piet, op het Malieveld in Den Haag. Een flink aantal nazi’s was aanwezig. Toen een donkere vrouw met een vlag van West-Papoea zich op het Malieveld begaf, werd zij direct uitgescholden en belaagd door de groep van extreemrechts. De politie arresteerde vervolgens de vrouw “voor haar eigen veiligheid” en liet de belagers met rust.1 Een deel van deze nazi’s – waaronder de flyeraars op de UITdagen – ging na afloop van de manifestatie naar de Griekse ambassade om daar steun te betuigen aan de fascistische partij Gouden Dage-
die het in Griekenland heeft. Maar er is maar een manier waarop we daar zeker van kunnen zijn. En dat is door de aanwezigheid van extreemrechtse groepen die bereid zijn om geweld te gebruiken en die racistisch geweld verheerlijken, direct bij de wortel aan te pakken. Je moet ze stoppen voordat het te laat is.” Sinds de economische crisis heeft toegeslagen, is overal in het Westen de opkomst van (extreem)rechtse denkbeelden merkbaar. In Griekenland heeft zich dit gemanifesteerd in de vorm van de Gouden Dageraad. Ook Adolf Hitler had zijn enorme populariteit mede te danken aan de crisis die in de jaren ‘20 en ‘30 woedde. Hoe heeft extreemrechts Nederland gereageerd op de crisis?
door Qatra raad uit Griekenland. De Gouden Dageraad is berucht vanwege het dagelijkse, georganiseerde geweld dat aanhangers gebruiken tegen migranten en linkse activisten, waarbij al doden zijn gevallen. Het bekendste voorbeeld daarvan is de moord op de antifascistische rapper Pavlos Fyssas op 18 september 2013. Tijdens een PVV-demonstratie in Den Haag waren bijna alle extreemrechtse groepen vertegenwoordigd die in Nederland actief zijn. Zij stonden openlijk met White Pride- en nazisymbolen tussen de PVV-aanhang. Een enkeling bracht de Hitlergroet, nog meer zwaaiden met de Prinsenvlag, een variant op de Nederlandse vlag die stamt uit de “glorieuze” periode van Nederlandse kolonisatie en plundering – en die werd gebruikt door de NSB. Uit een verslag van de antifascistische onderzoeksgroep KAFKA (Kollektief Anti Fascistisch/Kapitalistisch Archief): “Bij deze manifestatie in Den Haag waren tientallen racistische, fascistische en nazistische activisten en geweldplegers aanwezig. Het feit dat zoveel extreemrechtse activisten de PVV ondersteunen geeft aan dat zij zich herkennen in deze partij. (...) Wat hebben zij op deze manifestatie gevonden? Een plek om propaganda te maken voor hun eigen organisaties. Een plek om hun racistische ideeën te verspreiden. En een plek om zelfvertrouwen op te doen. Waar elders in de Nederlandse samenleving geen tolerantie voor mensen die een Hitlergroet uitbrengen bestaat; waar elders geen instemming voor het openlijk dragen van nazistische symbolen bestaat; waar elders geen aanmoediging voor het tonen van extreemrechtse spandoeken bestaat, bestaat dit allemaal wel op deze PVV manifestatie. – KAFKA, 22-09-20132 Naast KAFKA houdt ook Antifascistische Actie (AFA) Nederland (zie kader) zich bezig met het bestrijden van extreemrechtse groeperingen. Ricardo Veenstra is actief bij de AFA en was aanwezig bij bovengenoemde demonstratie.
Hij vond het merkwaardig dat er mensen aanwezig waren van alle extreemrechtse groepen. “Ook trokken ze samen op om een linkse demonstratie tegen bezuinigingen op het Plein aan te vallen. Dat is opvallend omdat in het extreemrechtse wereldje bijna iedereen met elkaar ruzie heeft.”
“Het feit dat zoveel extreemrechtse activisten de PVV ondersteunen geeft aan dat zij zich herkennen in deze partij” KSU stelde Ricardo Veenstra wat vragen: Klopt het dat nazi- en fascistengroepen zich actiever zijn gaan opstellen de afgelopen tijd? “Het is de afgelopen jaren een soort golfbeweging. De ene periode krijgen ze meer aanwas en zijn ze actiever en soms zakken ze weg in een dal. Zo was zo’n vijf jaar geleden de NSA (een groep neonazi’s die veel linkse thema’s aangrepen en zelf het AFA-logo gebruikte maar dan met de tekst “Nationaal Socialistische Actie”) erg actief. Dat trok veel jongeren aan. Maar die groep is langzaam, vooral door onderlinge ruzie en actie van antifascisten, opgehouden te bestaan. Nu zien we weer nieuwe groepen ontstaan als Identitair Verzet die behoorlijk actief zijn geworden. Je kunt wel zeggen dat ze nu actiever zijn dan een aantal jaar geleden.”
Hitlergroet tijdens manifestatie van Geert Wilders in 2013 Kun je het zien als een tijdelijke opleving van extreemrechts zoals die zo vaak is voorgekomen, om weer net zo snel in rook op te gaan? “Dat is moeilijk te zeggen. Wat ik al eerder zei, is dat er een soort golfbeweging is geweest. Het is echter wel zorgwekkend dat extreemrechtse groepen zich gesterkt voelen door de grootte van de PVV. Hierdoor voelen meer mensen een soort legitimiteit om voor hun racisti-
zijn neonazi’s beter georganiseerd en groter. Nederlandse neonazi’s reizen dan ook vaak naar bijvoorbeeld Duitsland omdat daar de demonstraties vele malen groter en militanter zijn. Er zijn al jaren lang banden tussen neonazi’s uit Nederland met geestverwanten in Duitsland en België maar ook bijvoorbeeld Griekenland. Zo waren dit jaar nog neonazi’s uit Nederland op bezoek bij de Gouden Dageraad. Volgens hen komt binnenkort een aantal GD-leden naar Nederland.”
“‘ Links’ heeft totaal geen antwoord op de
crisis en laat hierdoor alle ruimte aan rechts om zondebok-politiek te bedrijven ” sche gedachtegoed uit te komen en zich te organiseren. Ook zien we dat bijvoorbeeld zo’n manifestatie van de PVV een visvijver is voor al bestaande extreemrechtse groepen om zo meer achterban te creëren.” Hoe is de Nederlandse situatie vergeleken met buurlanden en andere Europese landen? Het fascistische ‘Voorpost’ was bijvoorbeeld onlangs bij een gigantische extreemrechtse demonstratie in Warschau, waar een sociaal centrum werd aangevallen door honderden nazi’s. “In de meeste andere Europese landen
Hoe schat je de kans dat in Noord-Europa ‘Griekse toestanden’ gaan plaatsvinden, zoals georganiseerd geweld tegen migranten? “Dat is een moeilijke vraag want dat hangt van veel factoren af. De situatie in Griekenland is niet te vergelijken met de situatie in Nederland. Maar we moeten ons wel realiseren dat de PVV in de peilingen de grootste partij is en dat neonazi’s zich daar door gesterkt voelen. Ook de PVV schuift steeds meer op naar rechts, kijk maar naar de samenwerking met het Franse Front National. Toch zie ik het in de nabije toekomst niet de vorm krijgen
“De PVV schopt behoorlijk aan tegen de bezuinigingen. Binnen de parlementaire politiek zijn ze eigenlijk de enige. ‘Links’ heeft totaal geen antwoord op de crisis en laat hierdoor alle ruimte aan rechts om zondebok-politiek te bedrijven. Veel mensen zijn niet voor niets klaar met gevestigde partijen als GroenLinks en de SP. Die proberen vooral een graantje mee te pikken van het electoraat van rechts. Hierdoor zie je bijvoorbeeld bij de SP dat toch af en toe de tendens heerst van “eigen arbeiders eerst” en dan haken veel ‘echt’ linkse stemmers af. Terwijl je natuurlijk naar de echte oorzaak achter de crisis en werkloosheid moet kijken. En dat is het systeem waarin mensen zich over de ruggen van anderen schaamteloos kunnen blijven verrijken. Er is geld en eten genoeg voor iedereen op de wereld, alleen wordt het niet eerlijk verdeeld.” ★ 1. https://www.indymedia.nl/ node/19697 2. http://kafka.antenna.nl/?p=4817
AFA Nederland Antifascistische Actie (AFA) Nederland houdt zich bezig met het bestrijden van racistische en fascistische partijen, groeperingen en tendensen in Nederland. Dit doet AFA vooral middels (directe) actie en een eigen blad onder de titel ‘Alert!’, waarin geschreven wordt over de ontwikkelingen en achtergronden in het extreemrechtse wereldje in Nederland. www.afanederland.org
10 Krantje Boord
Krantje Boord 11
Towards a Perspective of Unlearning Racism Twelve Working Assumptions
I
n this Krantje Boord we have looked at the roots and the consequences of racism in the Netherlands. But where do we go from here? This piece by Ricky SheroverMarcuse gives you a place to start thinking about how. Because racism is both institutional and attitudinal, effective strategies against it must recognize this dual character. The undoing of institutionalized racism must be accompanied by the unlearning of racists attitudes and beliefs. The unlearning of racists patterns of thought and action must guide the practice of political and social change. The following assumptions offer a perspective for unlearning racism. I call them “working assumptions” for two reasons: 1) these are the assumptions I use in my own work with individuals and groups; and 2) I have found these assumptions to be workable, i.e. effective in the practice of attitude change. 1) The systematic mistreatment of any group of people isolates and divides human beings from each other. This process is a hurt to all people. The division and isolation produced by racism is a hurt to people from all ethnic groups. The awareness that there is this division is itself a painful awareness.
2) Racism is not a genetic disease. No human being is born with racist attitudes and beliefs. Physical and cultural differences between human beings are not the cause of racism; these differences are used as the excuse to justify racism. (Analogy with sexism: anatomical differences between human males and females are not the cause of sexism; these differences are used as the excuse to justify the mistreatment of female human beings.) 3) No young person acquires misinformation by their own free choice. Racist attitudes and beliefs are a mixture of misinformation and ignorance which has to be imposed upon young people through a painful process of social conditioning. “You have to be taught to hate and fear.” 4) Misinformation is harmful to all human beings. Misinformation about peoples of color is harmful to all people. Having racist attitudes and beliefs is like having a clamp on one’s mind. It distorts one’s perceptions of reality. Two examples: the notion that there is something called “flesh color;” the use of the term “minorities” to describe the majority of the world’s people. 5) No individual holds onto misinformation voluntarily. People hold onto racist beliefs and attitudes because this misinformation represents the best thinking they have been able to do at the present time, and because no one has been able to help them out of this misinformation.
by Ricky Sherover-Marcuse
Ricky Sherover-Marcuse is best known among a generation of political activists from the sixties and seventies as the initiator of workshops in “unleaming racism.” She developed this form of consciousness raising, and conducted workshops all over the United States, Europe, and the Middle East until her death from cancer in December 1988. Sherover-Marcuse presented racism as a parallel phenomenon to other oppressive belief-systems like: sexism, ageism, anti-semitism, homophobia, classicism, etc... “...’to unlearn’ is not the opposite of ‘to learn.’ Thus, for example, the necessity of ‘unlearning racism’ does not imply that racism is ‘learned,’ or that racist attitudes are acquired through a ‘learning’ process. On the contrary, racist ‘thinking,’ like other forms of mystified consciousness, represents a disturbance of the learning process, a disturbance which itself is the consequence of social oppression and which in turn serves to perpetuate it.” - Ricky Sherover-Marcuse
6) People will change their minds about deeply held convictions under the following conditions: 1. the new position is presented in a way that makes sense to them; 2. they trust the person who is presenting this new position; 3. they are not being blamed for having had misinformation. 7) People hurt others because they themselves have been hurt. In this society we have all experienced systematic mistreatment as young people -- often through physical violence, but also through the invalidation of our intelligence, the disregard of our feelings, the discounting of our abilities. As a result of these experiences, we tend both to internalize this mistreatment by accepting it as “the way things are,” and to externalize it by mistreating others. Part of the process of unlearning racism involves becoming aware of how this cycle of mistreatment is perpetuated in day to day encounters and interactions. 8) As young people we have often witnessed despair and cynicism in the adults around us, and we have often been made to feel powerless in the face of injustice. Racism continues in part because people feel powerless to do anything about it. 9) There are times when we have failed to act, and times when we did not achieve as much as we wanted to in the struggle against racism. Unlearning racism also involves understanding the difficulties we have had and learning how to overcome them, without blaming ourselves for having those difficulties. 10) The situation is not hopeless. People can grow and change; we are not condemned to repeat the past. Racist conditioning need not be a permanent state of affairs. It can be
examined, analyzed and unlearned. Because this misinformation is glued together with painful emotions and held in place by frozen memories of distressing experiences, the process of unlearning this misinformation must take place on the emotional level as well as on the factual level. 11) We live in a multi-cultural, multi-ethnic world, a world in which all people belong to ethnic groups. Misinformation about one’s own ethnicity is often the flip side of misinformation about other people’s ethnicity. For example, the notion that some ethnic groups are just “regular” or “plain” is flip side of the notion that other ethnic groups are “different” or “exotic.” Therefore, a crucial part of unlearning racism is the recovery of accurate information about one’s own ethnicity and cultural heritage. The process of recovering this information will show us that we all come from traditions in which we can take justified pride. 12) All people come from traditions which have a history of resistance to racist conditioning. This history deserves to be recalled and celebrated. Reclaiming one’s own history of resistance is central to the project of acquiring an accurate account of one’s own heritage. When people act from a sense of informed pride in themselves and their own traditions, they will be more effective in all struggles for justice. ★
Agenda Elke dinsdag met KSU borrelen of vergaderen, zie voor data: kritischestudenten.nl Open KSU Borrel. 21.00 in Cafe de Bastaard, Jansveld 17 Open KSU Vergadering. 19.30 in Boekhandel de Rooie Rat, Oudegracht 65 16 januari Basta! debat: Activistisch onderzoek 19.30, Kargadoor, Oudegracht 36 29 januari Climate change and the green economy – What’s the Real Story? – Critical Collective 19:00, ISS, Kortenaerkade 12, Den Haag 31 januari - 2 februari 2.Dh5 – ‘Vroegah’: geschiedenis als inspiratie van beweging - Jaarlijks festival voor wereldversleutelaars en activisten. Buurthuis SamSam, Van Mierisstraat 226, Den Haag www.2dh5.nl 5 februari Basta! Debat: Jongeren uit de Crisis - Resultaten Leesgroep 19.30, Kargadoor, Oudegracht 36 21-22 februari Conferentie: Food Otherwise Towards fair and sustainable food and agriculture systems Wageningen www.aardeboerconsument.nl
Krantje Boord 12
Project Implicit Wil je weten of jij ook racistische neigingen hebt? Doe de race test op de website van Project Implicit en ontdek of jij onbewust een voorkeur hebt voor blanke mensen.
P
roject Implicit is een non-profit organisatie en internationaal netwerk van onderzoekers die zich bezighoudt met impliciete sociale cognitie, oftewel: gedachten en gevoelens die buiten ons bewustzijn en onze eigen controle bestaan. Project Implicit is ontstaan uit een team van onderzoekers wiens onderzoek nieuwe manieren produceerden van het begrip van houdingen, stereotypes en andere ver-
borgen vooroordelen die invloed hebben op perceptie, beoordeling en actie. De groep vertaalt dit wetenschappelijke onderzoek naar praktische toepassingen om zaken aan te kaarten als diversiteit, het verbeteren van besluitvorming en het vergroten van de waarschijnlijkheid dat bepaalde praktijken samengaan met persoonlijke en organisatorische waarden. ★
Racistische neigingen? Check Project Implicit...
Kritische Studenten Utrecht (KSU) is een open collectief van jongeren dat zich met woord en daad inzet voor een maatschappij gebaseerd op vrijheid, solidariteit en samenwerking. In tegenstelling tot de huidige klassenmaatschappij streven we naar een samenleving waar sociale en economische gelijkheid heerst, zonder uitbuiting, en waar behoefte in plaats van winst centraal staat. Binnen dit kader doelen we op democratisch georganiseerd onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Vanuit die visie verdiepen we ons in politieke en maatschappelijke kwesties, organiseren verzet en dragen alternatieven aan. Hiermee stimuleren we de sociale en politieke betrokkenheid van medestudenten om vanuit hun eigen omgeving veranderingen teweeg te brengen. Meer weten, met ons in contact komen of een open vergadering bijwonen? Kijk op: www.kritischestudenten.nl of stuur ons een mailtje.
Krantje Boord wil je geld Krantje Boord is gratis voor de lezer, maar helaas niet voor ons! Steun Krantje Boord en doneer aan Stichting Vrienden Van KSU, Triodos Bank, NL59 TRIO 0254 6486 14 onder vermelding van ‘Krantje Boord’
Krantje Boord? NL: Krantje Boord is een kwartaalkrant gemaakt door jongeren die zich zorgen maken over de huidige maatschappij. In deze krant wordt er met een kritische blik gekeken naar onze samenleving met als doel mensen te informeren, maar vooral ook dialoog en actie te stimuleren. EN: Krantje Boord is a quarterly newspaper made by young people who are concerned about the state of society. In this newspaper we take a critical perspective on this state of affairs with the goal of informing people, and especially to stimulate dialog and action.