Toelichting op de balans
Bedragen x 1.000 euro
materiële vaste activa Investeringen met economisch nut
Boekwaarde Investeringen/ 1/1/2010 desinvesteringen
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw kundige werken Overige materiele vaste activa
Afschrijvingen
Boekwaarde 31/12/2010
47.284 279
13.475 0
1.813 63
58.946 215
65.806 1.037
39.594 560
522 331
104.878 1.266
Totaal investeringen met economisch nut 114.406 53.629 2.729 165.305 Onder Grond-, weg- en waterbouwkundige werken zijn de investeringsprojecten opgenomen die nog niet gereed zijn dan wel financieel nog niet afgesloten kunnen worden in verband met in behandeling zijnde (subsidie)eindafrekeningen. De infrastructurele werken die gereed zijn worden vanaf 2008 opgenomen onder de post ‘Gronden en terreinen’. In de boekwaarde is een deel van de betaalde rente als bouwrente aan een aantal projecten toegerekend en geactiveerd. Er is zoveel bouwrente geactiveerd als dat begroot is, het surplus is ten laste gebracht van het resultaat. Hieronder is een lijst weergegeven van de projecten die opgenomen zijn onder de post Grond-, weg- en waterbouwkundige werken. Kade noordzijde haven (Nuon) 10.564 Kade zuidzijde haven (RWE) 10.238 Kade oostzijde haven (RWE) 7.515 Bulkkade Julianahaven (4e fase) 6.807 Verl. Wilhelminahaven 7.111 Stoomgrid Oosterhorn 7.924 Natuurcompensatie * 6.533 Aanpassen Drijvende steiger EH 2.723 Verbreden vaargeul 2.931 Beatrixhaven 1e fase 11.193 Beatrixhaven 2e - 4e fase 11.342 Aanleg openbare kaden 2.683 Energypark 4.049 Diverse projecten 13.265 104.878 * de uitgaven voor Natuurcompensatie kunnen voor ongeveer 90% worden doorberekend aan kopers en erfpachters van terreinen in de Eemshaven
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
Kunstwerken
Boekwaarde Investeringen/ 1/1/2010 desinvesteringen
434
42
Afschrijvingen
Boekwaarde 31/12/2010
14
462
Toelichting op de balans (vervolg)
Bedragen x 1.000 euro
In erfpacht
Boekwaarde 1/1/2010 Mutatie reserve herwaardering
83.158 14.001
Totaal in erfpacht
97.159
Ultimo 2010 is het disconteringspercentage op basis waarvan de netto toekomstige ontvangsten en uitgaven contant wordt gemaakt, beoordeeld en gelijk gehouden op het lagere kapitaalmarktrenteniveau. Dit houdt in dat de rente van 5% ongewijzigd is gebleven. De rente wordt eenmaal per vijf jaar herzien, voor het eerst weer in 2015. In het boekjaar 2010 is de waarde van de erfpachtgronden geherwaardeerd op basis van de netto contante waarde (NCW) berekening van de uitstaande erfpachtcontracten per einde boekjaar. Er is een rekenexcercitie uitgevoerd op basis van de erfpachtopbrengsten per einde boekjaar en het gemiddelde van de begrote kosten uit het Financieel Meerjarenplan 2011-2015, toegerekend aan het grondbedrijf op basis van verdeelsleutels. De NCW van de erfpachtgronden wordt gewaardeerd op € 97.1 mln (zie post overige materiële vaste activa). De mutatie ten opzichte van het boekjaar 2009 bedraagt derhalve ruim € 14 mln en is verantwoord onder de post Reserve herwaardering terreinen.
financiële vaste activa Deelnemingen
- - -
Totaal deelnemingen
Langlopende vorderingen
1/1/10 Toevoeging Onttrekking
N.V. Ontwikkelingsmij Rail Service Center Groningen (65,92%) (Groningen Railport) Fivelpoort C.V. (33,33%) Fivelpoort Beheer BV (100%)
Termijndebiteuren
31/12/10
820 133 18
0 0 0
0 0 0
820 133 18
0
0
971
31/12/10
31/12/09
3.669
971
3.345
Totaal langlopende vorderingen
3.345
3.669
- De post Termijndebiteuren hangt samen met betalingsafspraken getroffen met klanten. Het betreft betalingsafspraken als gevolg van grondtransacties. De vorderingen worden afhankelijk van de afspraak in 3, 5 of 10 termijnen betaald. De termijndebiteuren hebben in 2010 conform de betalingsafspraken betaald. In 2010 zijn gesprekken gevoerd met Aldel om te komen tot een betalings regeling. De openstaande vordering op Aldel is opgenomen onder Termijn debiteuren.
Toelichting op de balans (vervolg)
Bedragen x 1.000 euro
vlottende activa Voorraden
Voorraden
31/12/10
66
70
Totaal voorraden 66 Deze post heeft betrekking op voorraad relatiegeschenken. Vorderingen
1 Handelsdebiteuren 2. Rekening courant deelnemingen 3. Omzetbelasting 4. Overige vorderingen 5. Overlopende activa
31/12/10
6.049 11.731 1.836 2.619 1.286
2.983 11.232 1.764 106 853
31/12/09
70
31/12/09
Totaal vorderingen 23.520 16.938 - De post debiteuren is inclusief reservering dubieuze vorderingen van € 112.000 (afgerond). De dubieuze debiteuren betreft vorderingen op in totaal vier debiteuren. Tegen een aantal debiteuren loopt een juridische procedure om inning te bewerkstelligen. De post debiteuren bestaat voor een groot deel uit facturen die in 2010 verzonden zijn maar waarvan de opbrengst betrekking heeft op 2011. Deze facturen zijn tevens onder de kortlopende schulden opgenomen. De gemiddelde betalingstermijn van de betaalde vorderingen over 2010 is 32 dagen. - Het grootste gedeelte van de post rekening courant deelnemingen bestaat uit een rekening courant verhouding met Fivelpoort CV. Conform de rekening-courant overeenkomst wordt er rente in rekening gebracht over de gemiddelde stand van het rekening-courant saldo. De rente-opbrengst is verantwoord onder ‘financiele baten en lasten’ in de Winst- en verliesrekening. - De te vordereren Omzetbelasting bestaat uit vorderingen naar aanleiding van de aangiften over de maanden november en december 2010. - Onder ‘Overige vorderingen’ is een bedrag van ruim 2.6 miljoen opgenomen dat in het 4e kwartaal betaald is in verband met de negatieve waarde van een afgesloten rente-swap. Per einde van het jaar 2010 is de waarde van de rente-swap weer positief geworden waarna het betaalde bedrag in 2011 is terugontvangen. - De post ‘overlopende activa’ bestaat uit diverse vorderingen waarvoor de facturen in 2011 zijn uitgegaan. Dit betreft bijvoorbeeld doorbelasting van uren en kosten aan Fivelpoort CV en Groningen Railport. Liquide middelen
Kas Bank Giro
31/12/10
3 115 7
2 3.651 10
Totaal liquide middelen
125
31/12/09
3.663
Bankrekeningen met een positief saldo zijn onder de liquide middelen opgenomen. De bankrekeningen met een negatief saldo zijn onder de kortlopende schulden opgenomen.
Toelichting op de balans (vervolg)
Bedragen x 1.000 euro
eigen vermogen Algemene reserve
Reserve herwaardering industrieterreinen
Bestemmingsreserve
Stand 1/1/2010 Toevoeging:
57.446 -
Stand algemene reserve 31/12/2010 57.446 Het verloop van de reserve herwaardering is als volgt samengesteld: Stand per 1/1/2010 47.503 Mutatie 2010 14.001 Stand reserve herwaardering 61.504 industrieterreinen 31/12/2010 In het boekjaar 2010 is de waarde van de erfpachtgronden geherwaardeerd op basis van de netto contante waarde (NCW) berekening van de uitstaande erfpachtcontracten per einde boekjaar. Er is een rekenexcercitie uitgevoerd op basis van de erfpachtopbrengsten per einde boekjaar en het gemiddelde van de begrote kosten uit het Financieel Meerjarenplan 2011-2015, toegerekend aan het grondbedrijf op basis van verdeelsleutels. De NCW van de erfpachtgronden wordt gewaardeerd op € 94.5 mln (zie post overige materiële vaste activa). De mutatie ten opzichte van het boekjaar 2009 bedraagt € 11 mln en is bovenstaand verantwoord. Het verloop van de bestemmingsreserve is als volgt samengesteld: Stand per 01-01-2010 57.498 Resultaat 2009 5.525 Stand bestemmingsreserve 31/12/2010 63.023 De mutatie 2009 heeft te maken met een afwaardering van de dijken in het beheersgebied van Groningen Seaports. In het Algemeen Bestuur van 19 december 2005 j.l. is besloten om de investeringsprojecten “Ontwikkelingsprojecten Westlob Eemshaven” te accorderen. De investeringsprojecten zijn: - Kade noordzijde Julianahaven fase 3 € 14.520.757 - Short sea haven fase 1 € 16.713.151 - Basisinfra nutsvoorziening Eemshaven € 750.000 Bij gereedkoming van het investeringsproject zal worden bepaald wat de hoogte van de onttrekking zal zijn ten behoeve van het eigen vermogen.
Toelichting op de balans (vervolg)
Bedragen x 1.000 euro
voorzieningen
31/12/10
5.315
9.914
17.303
16.117
Totaal voorzieningen
22.618
1. Voorziening groot onderhoud baggerwerk 2. Voorziening groot onderhoud infrastructuur
ad 1. Voorziening groot onderhoud baggerwerk
ad 2. Voorziening groot onderhoud infrastructuur
Het verloop van de voorzieningen is als volgt samengesteld: Stand per 1/1/2010 9.914 Mutaties in 2010: Vrijval 4.599 Stand 31/12/2010 5.315
31/12/09
26.031
De voorziening groot onderhoud baggerwerk is gevormd om de kosten voor toekomstig groot onderhoud baggerwerk, de berging van vervuild baggerslib en nazorgregelingen te kunnen dekken. In het boekjaar 2010 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de totstandkoming van deze voorziening. Deze wijzigingen hebben betrekking op de onderliggende systematiek op basis waarvan de dotatie plaatsvindt, de onderbouwing van de stand van de voorziening en de waarderingsgrondslag. Tot en met het boekjaar 2009 werd de voorziening baggerkosten onder andere gevormd ten behoeve van een aantal onzekere risicogerelateerde componenten, waaronder wijzigingen stortplaatsen en vertroebelingsproblematiek. Verder werd de voorziening gewaardeerd op basis van de contante waarde. Met ingang van 2010 bestaat de voorziening uit een drietal betrouwbaar in te schatten componenten, te weten groot onderhoud baggerwerk, berging van vervuild baggerslib en nazorgregelingen. Het enkele feit van het bestaan van een risico is niet voldoende voor het treffen van een voorziening. Vandaar dat de onzekere risicogerelateerde componenten niet meer zijn meegenomen. Voorts is de voorziening gewaardeerd op nominale waarde. Gezien het saldo van de voorziening per 31 december 2010 kan geconcludeerd worden dat deze tesamen met de toekomstige dotaties toereikend zal zijn. De reguliere onderhoudsbaggerkosten worden direct ten laste van het resultaat gebracht. Stand per 1/1/2010 16.117 Mutaties in 2010: Dotatie 1.186 Stand 31/12/2010 17.303 De voorziening groot onderhoud infrastructuur is gevormd om de kosten voor toekomstig groot onderhoud aan onze infrastructuur te kunnen dekken. In het boekjaar 2010 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de totstandkoming van deze voorziening. Deze wijzigingen hebben betrekking op de onderliggende systematiek op basis waarvan de dotatie plaats vindt en de onderbouwing van de stand van de voorziening. Tot en met 2009 werd per verkooptransactie de hoogte van de verplichting vast gesteld en gedoteerd aan de voorziening. Vrijval vond plaats over een periode van 15 jaar. Met ingang van 2010 heeft de voorziening groot onderhoud infrastructuur de vorm van een kostenegalisatievoorziening. De voorziening groot onderhoud infrastructuur wordt per activum opgenomen tegen de uitgaven die in een volgend boekjaar
Toelichting op de balans (vervolg)
Bedragen x 1.000 euro
zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren. Voor duurzame activa waaraan periodiek onderhoud wordt verricht, worden de kosten van het verrichten van groot onderhoud verwerkt als voorziening voor groot onderhoud op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt. Gezien het saldo van de voorziening per 31 december 2010 kan geconcludeerd worden dat deze tesamen met de toekomstige dotaties toereikend zal zijn. De reguliere onderhoudskosten worden direct ten laste van het resultaat gebracht. De voorziening bodemdaling welke voorheen separaat werd weergegeven is vanaf 2010 opgenomen onder de voorziening groot onderhoud infrastructuur.
kortlopende schulden
1. Schulden aan leveranciers 2. Belastingen en premies sociale verzekeringen 3. Pensioenpremies 4. Overige schulden 5. Overlopende passiva 6. Andere leningen (investeringspremies) 7. Bank 8. Kasgeldlening
31/12/10
6.335
3.830
230 83 518 6.699
267 79 355 8.775
0 5.209 54.000
0 0 16.000
31/12/09
Totaal 73.074 29.306 - De post ‘Schulden aan leveranciers’ bestaat vooral uit inkoopfacturen die op infrastructurele- en baggerwerken betrekking hebben. - De schuld ‘Belastingen en premies sociale verzekeringen’ betreft de nog te betalen aanslag loonheffing over de maand december 2010. - De schuld ‘Pensioenpremies’ betreft de nog te betalen pensioenpremies over de maand december 2010. - De post ‘Overige schulden’ heeft voor het grootste gedeelte betrekking op verlofuren van medewerkers van Groningen Seaports die nog niet opgenomen zijn. - De post ‘Overlopende passiva’ bestaat voornamelijk uit betaalde optiegelden voor terreinen en vooruitontvangen bedragen. De betaalde optiegelden worden opgenomen onder ‘overlopende passiva’ omdat bij een transactie deze betalingen verrekend dienen te worden. Ook zijn hieronder opgenomen de facturen die in 2011 binnen zijn gekomen maar waarvan de kosten betrekking hebben op 2010. - De bankrekeningen met een negatief saldo zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. - Ten behoeve van de financiering van projecten zijn een tweetal kasgeldleningen opgenomen. Het betreft een kasgeldlening ter hoogte van € 4 mln en een kasgeldlening ter hoogte van € 50 mln.
Toelichting op de balans (vervolg)
niet uit de balans blijkende verplichtingen / gebeurtenissen na balansdatum
Hieronder worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen en vorderingen vermeld waaraan Groningen Seaports voor toekomstige jaren is verbonden. - Groningen Seaports heeft in 2003 het nieuwe pand betrokken. Dit pand is middels een sale and lease back constructie aangeschaft. Het afgesloten leasecontract heeft een duur van 15 jaar met een jaarlijkse verplichting van circa € 490.000, die onder huisvestigingskosten wordt verantwoord. - Sedert eind jaren 90 bestaat er een verplichting aan Domeinen om bij uitgifte van bepaalde terreinen een deel van de daarbij gerealiseerde winst af te dragen aan Domeinen. Deze betaling dient 30 jaar na dato plaats te vinden. Het is tot op heden niet helder welk bedrag de basis vormt voor deze verplichting en wat derhalve de omvang van de verplichting zal zijn. Hieromtrent vindt overleg met Domeinen plaats. Wel hebben we gemeend uit oogpunt van voorzichtigheid een bedrag hiervoor op te nemen op basis van onze eigen inschatting. - Groningen Seaports heeft contractuele verplichtingen inzake lease-auto’s. Voor de lease-auto’s zijn contracten aangegaan met een gemiddelde looptijd van 53 maanden. De jaarlijkse verplichting bedraagt gemiddeld € 335.000. - De verplichting op projecten in uitvoering bedraagt circa € 38.5 mln per ultimo 2010. - Het dispuut met de gemeente Eemsmond inzake de WOZ waarderingen is nog gaande. Het bezwaar richt zich in ieder geval tegen de hoogte van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde. We zijn van mening dat de waarde te hoog is vastgesteld. Groningen Seaports heeft vanaf het jaar 2001 haar beheersgebieden inzichtelijk gemaakt onder andere naar categorieën en vierkante meters. - Eind januari 2010 is in de Stuurgroep Geluid (Provincie, gemeente Delfzijl, EZ Noord, Groningen Seaports en SBE) een principeakkoord bereikt over een nieuwe geluidszone voor het haven- en industriegebied van Delfzijl. Dit principeakkoord behelst onder meer een nieuwe geluidszone Havens/Industrie Delfzijl, die voldoende ruimte biedt aan zowel wonen als werken. Ook over de verdeling van de kosten van de nieuwe geluidszone hebben de betrokken partijen een principeakkoord gesloten, waarbij de kosten voor Groningen Seaports voor de komende decennia geraamd worden op circa € 3 mln. Een deel van deze kosten wordt verdisconteerd in de grondprijzen op Oosterhorn, te weten een opslag van € 1 per m2. - Op een aantal locaties in ons beheersgebied is bodemverontreiniging aangetroffen. Deze gronden worden gesaneerd. Tegenpartijen zijn aansprakelijk gesteld. - Voor het derivaat CBN-2244303 is in maart 2010 een CSA afgesproken. CSA is een Credit Support Annex. Dit is een juridisch document waarin is afgesproken dat er onderpand wordt betaald of ontvangen tussen de derivatenpartijen. De derivatenpartijen zijn in dit geval Groningen Seaports en Société Générale. - In deze CSA is een threshold amount (drempelbedrag) afgesproken. Dit betekent dat er tot dat bedrag geen onderpand wordt betaald of ontvangen. Het threshold amount is € 7.5 mln. - In het vierde kwartaal 2010 is gerapporteerd dat er € 2.6 miljoen aan Société Générale is overgemaakt. Dit was als ‘borg’ voor de negatieve waarde van het derivaat die toen € 10.1 miljoen (peil Q3 2010). In januari 2011 is dit bedrag terugontvangen, omdat de waarde van dit derivaat beneden het treshold amount is uitgekomen. Zie paragraaf financiering, CSA voor nadere uitleg.