masteropleiding
Sociaal werk faculteit politieke en sociale wetenschappen
2009
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement studentgerichte diensten en de faculteiten Ann Engelen (kaft) An Devaux, Sebastian Houston (binnenwerk) Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure. |2
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Sociaal werk binnen de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Over Sociaal Werk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Loopbaanperspectieven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Masterproef. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Vakbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Studeren in het buitenland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Studieadvies - en studentenbegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Nuttige websites. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Meer info?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
3|
Voorwoord Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien heb je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit gevonden en hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent, en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 10.000 studenten. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool en de Hogere Zeevaartschool. Tijdens je masteropleiding wordt de kennis die je opdeed tijdens je bacheloropleiding verder uitgediept. De Universiteit Antwerpen stelt alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan maatschappelijke en wetenschappelijke evoluties. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (21 maart en 25 april 2009) of op de infomarkt (9 september 2009). Welkom bij de Universiteit Antwerpen! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? STUDENTGERICHTHEID De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. INNOVERENDE ACADEMISCHE OPLEIDINGEN De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. INFRASTRUCTUUR Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria’s, aula’s) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 11.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken? Dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI 5|
en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. VORMING De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. ANTWERPEN Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A” !
Sociaal werk binnen de Universiteit Antwerpen De Universiteit Antwerpen heeft zeven faculteiten: Farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen, Geneeskunde, Letteren en wijsbegeerte, Politieke en sociale wetenschappen, Rechten, Toegepaste economische wetenschappen, Wetenschappen. De master Sociaal werk is een opleiding binnen de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. Bij de inrichting van deze master zijn ook nog andere partners betrokken. Het gaat om het departement Sociaal Werk van de Artesis Hogeschool en het departement Sociaal-Agogisch Werk van de Karel de Grote-Hogeschool. Andere masteropleidingen binnen de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen zijn: • Communicatiewetenschappen - Mediacultuur • Communicatiewetenschappen - Strategische communicatie • Sociologie • Sociaal-Economische wetenschappen • Filmstudies en visuele cultuur • Politieke Communicatie • Vergelijkende en Europese Politiek • Internationale betrekkingen en Diplomatie • Milieuwetenschap |6
Over Sociaal Werk BACHELOR EN MASTER Tijdens de professionele opleiding bachelor Sociaal Werk wordt aandacht besteed aan praktische vaardigheden en oplossingsgericht functioneren. Deze opleiding heeft in eerste instantie tot doel om de studenten de nodige vaardigheden bij te brengen om probleemoplossend en professioneel de vragen van cliënten te beantwoorden. De masters Sociaal Werk hebben een andere rol. Zij dienen te beschikken over een breder perspectief en moeten een ruimere waaier aan oplossingen en methodieken kennen en beheersen. Deze vertrekpositie zal hen in staat stellen om binnen een organisatie of dienst beleidsvoorbereidend en -ondersteunend te werken. De eigen kracht en deskundigheid van een master Sociaal Werk is dat hij een breed theoretisch inzicht in de verhouding individu - samenleving kan koppelen aan de dagelijkse praktijk van hulpverlening en dienstverlening. Masters in Sociaal Werk verenigen kennis en kunde op het vlak van de begeleiding van sociaal-agogische processen, organisatiekunde, (strategische) planning, methodiekontwikkeling en -implementatie. Ze hanteren daarvoor wetenschappelijke inzichten en methoden van (toegepast) wetenschappelijk onderzoek. Zij zijn in staat een visie te ontwikkelen, methoden uit te diepen en te verrijken. Daarenboven beheersen zij de taal om dit alles ook door te geven aan de veldwerkers van de organisatie. ALGEMENE DOELSTELLINGEN VAN DE MASTER SOCIAAL WERK Analyse: Om beleidsondersteunende, beleidsvoorbereidende of leidinggevende functies te kunnen waarmaken is het nodig dat masters Sociaal Werk inzicht hebben in de verwevenheid van het sociaal werk en de samenleving waarin het opereert. Ze moeten de theorieën en analysekaders kennen die een rol spelen in de verantwoording van het (stedelijk) sociaal beleid. Daarnaast moeten ze deze kaders kunnen confronteren met de praktijk van het sociaal werk. Het zijn deskundigen die in staat zijn op systematische wijze problemen en interventies te analyseren. Methodische diepgang van het professionele handelen: Professionele dienstverlening betekent niet langer enkel dat goed opgeleide sociaal werkers dit uitvoeren, maar ook dat het gepland, gecoördineerd, geëvalueerd en gemeten wordt. Dit maakt het noodzakelijk om met een zekere afstand te reflecteren over de uitgangspunten en methoden van het sociaal werk. De master Sociaal Werk moet een overzicht hebben van de beschikbare know-how en moet de gepaste middelen kunnen kiezen en aanwenden, die leiden tot een effectief en efficiënt beleid van de organisatie waar hij werkzaam is.
7|
Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek: Net als in de gezondheidszorg wordt er in het sociaal werk gestreefd naar het nuttig aanwenden van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek in de beleids- en praktijkontwikkeling. De masterstudent leert professioneel om te gaan met onderzoeksresultaten en om zelf praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. Toch is het profiel van de opleiding niet deze van een wetenschappelijke onderzoeksmaster, maar wel deze van een academisch breed vormende, maatschappelijk geëngageerde opleiding. De afgestudeerden wensen een rol te spelen in de explicitering van het waarom en hoe van het welzijnswerk en daardoor bij te dragen tot de verdere professionalisering van het sociaal werk en van het beleidsmatig ondersteunen van de dienstverleningsorganisaties. Aansturen van een (multidisciplinair) team: Het profiel van de opleiding is niet deze van een managementopleiding. Verschillende opleidingsonderdelen reiken kaders aan en leren competenties aan die voorbereiden op het leidinggeven in het middenmanagement. Deze competenties liggen op het vlak van de theoretische kaders van management en niet op het vlak van het concrete inoefenen van managementinstrumenten.
|8
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Deze opleiding richt zich in eerste instantie tot professionele bachelors Sociaal Werk die een ruimere visie op het terrein van het welzijns-, sociaal-cultureel of personeelswerk wensen te verwerven. Hierbij gaat het zowel om personen die net afgestudeerd zijn, als om professionele welzijnswerkers die reeds ervaring hebben op het werkveld. Tot slot is deze master eveneens gericht op academische bachelors en masters Sociologie met een uitgesproken interesse in het sociaal werk. TOELATINGSVOORWAARDEN Opleidingstraject professionele bachelors Professionele bachelors volgen eerst een schakelprogramma. Het aantal studiepunten (sp) van dit schakelprogramma is afhankelijk van de vooropleiding. Het te volgen traject wordt samengevat in onderstaand schema. Prof. Bachelor Sociaal Werk
Prof. Bachelor Toegepaste P sychologie
Prof. Bachelor O rthopedagogie, Sociale Verpleegkunde, Maatschappelijke Veiligheid, Gezinswetenschappen
ˇ
ˇ
ˇ
Schakel 63 sp op Universiteit Antwerpen
Schakel 72 sp 48 sp op 24 sp op Universiteit hogeschool Antwerpen
Schakel 90 sp 63 sp op 27 sp op Universiteit hogeschool Antwerpen
ˇ
ˇ
ˇ
Master Sociaal Werk 60 sp Opleidingstraject academische bachelors en masters Sociologie Academische bachelors en masters sociologie kunnen meteen instromen in de master sociaal werk. Om de specifieke aspecten van het sociaal werk te leren kennen, volgen ze daarbij nog een programma van 18 studiepunten (sp) op één van de hogescholen. Academische Bachelor of Master Sociologie
ˇ Masterprogramma 72 sp 48 sp op 24 sp op Universiteit hogeschool Antwerpen 9|
Studenten met een andere vooropleiding dan bovengenoemde kunnen via de erkenningcommissie een aanvraag tot toelating indienen. COMBINATIE WERKEN EN STUDEREN Werkende studenten Met deze opleiding willen we expliciet ook werkende studenten aantrekken. We willen hen op de beste manier ontvangen. In een onderwijsontwikkelingsproject werd gezocht naar een alternatief voor het klassieke avondonderwijs. De conclusie was dat blended learning (begeleide zelfstudie met verminderde contactmomenten) een meer geëigende vorm is voor werkende studenten. Vanaf 2008-2009 zijn de meeste hoofdvakken van het schakelprogramma sociaal werk dan ook naar deze werkvorm omgezet voor werkende studenten. Wat verstaan we onder blended learning? In blended learning wordt van de student verwacht dat hij of zij op zelfstandige basis de leerstof verwerkt. Op deze manier kunnen studenten zelf bepalen waar en wanneer ze studeren. Dit maakt de combinatie van werken en studeren en de planning ervan meer flexibel en geeft de student meer mogelijkheden om het studieproces zelf in handen te nemen. De zelfstudie wordt begeleid. Het studiemateriaal is aangepast door gebruik van een duidelijke structuur, zelfstudieopdrachten en tussentijdse oefeningen en opdrachten. We laten studenten niet alleen in hun studie. Er worden nog contactmomenten georganiseerd. Dit is niet alleen voor het leerproces belangrijk, maar ook het contact met medestudenten betekent een grote steun in de studie. Er wordt gestreefd naar een maximum van 12 tot 15 contacturen per opleidingsonderdeel (i.p.v. 45 uren). Dit komt neer op ongeveer twee halve dagen per maand. De evaluaties van het proefproject dat in het tweede semester van 2007-2008 startte, zijn positief. In 2008-2009 is het project dan ook uitgebreid tot bijna alle hoofdvakken van het schakelprogramma. Naar de toekomst toe verwachten we ook de keuzevakken en de mastervakken op deze manier aan te bieden. Centrum WeST Sinds september 2007 heeft de Universiteit Antwerpen een centrum voor werken en studeren: Centrum WeST. Het centrum heeft als doel de werkende studenten en hun docenten te ondersteunen. Voor studenten worden leerinstrumenten ontwikkeld, worden vormingsessies georganiseerd en is er een permanentie op donderdagavond waar ze met hun vragen terecht kunnen. Meer over Centrum WeST is te vinden op www.ua.ac.be/west.
| 10
Loopbaanperspectieven De master Sociaal Werk leidt op tot breed gevormde, flexibel inzetbare academici. Afgestudeerde masters Sociaal Werk kunnen dan ook aan de slag in tal van functies en beroepenvelden. De wereld van de welzijnsorganisaties is zeer divers. We wensen onze studenten niet specifiek te richten op één of enkele arbeidsmarktsegmenten. Afgestudeerden van deze master zullen terecht kunnen in de sociale sector of bij lokale of regionale besturen. Met hun combinatie van theoretische kennis en praktijkgerichte competenties zullen zij in beleidsvoorbereidende of -ondersteunende staffuncties mee het beleid sturen en toezien op de uitvoering.
Studieprogramma SCHAKELPROGRAMMA VOOR PROFESSIONELE BACHELORS De doelstelling van het schakelprogramma is iedereen op een gelijk startpunt te brengen voor het masterjaar. Naargelang de vooropleiding zal het schakelprogramma dus variëren. In onderstaand overzicht wordt per vooropleiding aangegeven welke opleidingsonderdelen gevolgd moeten worden. De kolom met de studiepunten (sp) geeft een idee van de belasting die het opleidingsonderdeel vertegenwoordigt. Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uren studietijd (colleges inbegrepen). De laatste kolom geeft voor deeltijdse studenten aan in welk deel een opleidingsonderdeel geprogrammeerd staat. Vakkenpakket op Universiteit Antwerpen (1) Bachelor Sociaal Werk (2) Bachelor Soc. Verpl., Ortho, Maatsch. Veiligheid, Gezinswetenschappen (3) Bachelor Toegepaste Psychologie
METHODEVAKKEN Inl. Recht en Publieke instellingen Kwalitatieve Onderzoeksmethoden Kwalitatieve onderzoeksmethoden (deel 2) Kwantitatieve Onderzoeksmethoden (deel 2) Meten en Analyseren Sociale Zekerheidsrecht (deel 2) Statistiek I Werkcollege Sociaal-wetenschappelijk Denken
sp
sem
Ba(1)
Ba(2)
6 6 3
2 1 1
x
x
3
1
x
x
6 3 6 6
2 1 1+2 1
x
x
x x
x x
Ba(3)
dt
x
2 2 2
x
1 x x x
2 2 2 1
11 |
RICHTINGSPECIFIEKE OPLEINDINGSONDERDELEN sp
sem
Ba(1)
Ba(2)
Ba(3)
dt
Samenleving: feiten en problemen
6
2
x
x
x
1
Sociologische auteurs
6
2
x
x
x
1
Sociology of inequalities
6
1
x
x
x
2
sp
sem
Ba(1)
Ba(2)
Ba(3)
dt
6
1+2
x
x
x
2
sp
sem
Ba(1)
Ba(2)
Ba(3)
dt
x
x
Ba(1)
Ba(2)
x
x
TALEN Frans en Engels KEUZEVAK CW EN PW Actuele politieke problemen van België
2
Cultuur en Mediatheorie
2 1
Inleiding in de Communicatiewetenschap Structuur en werking van de pers en de audiovisuele media
6
2
Inleiding tot de politicologie
1
Sociale en Politieke Filosofie
1
1
KEUZEVAK SOCIOLOGIE sp
sem
Antropologie
2
Arbeidssociologie
2
Cultuursociologie
6
2
Sociaal Recht
1
Social demography
2
Sociologie van de Sociale Ruimte
2
TOTAAL vakkenpakket op Universiteit Antwerpen
63
Ba(3)
dt
1
63
48
27
24
90
72
Vakkenpakket op HA of KdG Vakkenpakket op HA of KdG ALGEMEEN TOTAAL | 12
63
Het programma op de hogeschool voor studenten met een andere vooropleiding dan bachelor sociaal werk is bedoeld om het sociaal werk beter te leren kennen. Er wordt een individueel programma opgesteld waarin volgende clusters aan bod komen: • Inleiding in het sociaal werk • Methodologie • Methoden in het sociaal werk • Werkveldverkenning • Integratieopdracht Dit programma kan gevolgd worden aan de Karel de Grote-Hogeschool of aan de Artesis Hogeschool. Op de website www.ua.ac.be/masoc vind je de personen die je kan contacteren voor meer informatie over de concrete inhoud van deze vakken. TOEGANG ACADEMISCHE BACHELORS EN MASTER SOCIOLOGIE Studenten met een academische bachelor sociologie of een master sociologie kunnen rechtstreeks instromen in het masterprogramma (zie volgende alinea). Voor hen wordt het programma op de universiteit verminderd met 1 optievak. Ze volgen dus een programma van 54 studiepunten op de Universiteit Antwerpen. Om de specifieke aspecten van het sociaal werk te leren kennen wordt van hen verwacht dat ze tegelijkertijd met het masterprogramma 18 studiepunten verwerven op een van de hogescholen. Het gaat om volgende clusters: • inleiding in het sociaal werk • methoden van het sociaal werk • methodologie van het sociaal werk • werkveldverkenning Dit programma kan gevolgd worden aan de Karel de Grote-Hogeschool of aan de Artesis Hogeschool. Op de website www.ua.ac.be/masoc vindt u de personen die u kunt aanspreken voor meer informatie over de concrete inhoud en organisatie van deze vakken.
13 |
PROGRAMMA MASTER SOCIAAL WERK Het programma van het masterjaar verschilt niet naargelang de vooropleiding. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende opleidingsonderdelen. De laatste kolom geeft voor deeltijdse studenten aan in welk deel een opleidingsonderdeel geprogrammeerd staat. sp
sem
dt
Scriptie
15
1+2
2
Richtingspecifieke opleidingsonderdelen
24
Beleidsvorming
1
2
Institutionele context van de sociale zorg
2
1
Maatschappij en sociaal werk
1
2
Onderzoek in het stedelijk sociaal werk
2
1
Master sociaal werk 2008-2009
Optievakken (2 uit 4)
12
1
Handelingsmodellen
2
HRM en arbeidsrecht
2 1+2
Statistiek 2
1
Stedelijke interventiestrategieën Keuzevakken (1 uit 9)
6
1
Een niet gekozen optievak Sociale economie
1
Sociologie van en beleid rond arbeid
1
Sociologie van en beleid rond bevolking, gezin, levensloop
1
Sociologie van en beleid rond onderwijs en cultuur
1
Sociologie van en beleid rond ruimte en milieu, stad en wonen
1
Sociologie van en beleid rond uitsluiting en ongelijkheid
1 1
Sociologie van en beleid rond zorg en welzijn
| 14
Werkcollege ‘ ICT en sociaal werk’
3
ALGEMEEN TOTAAL
60
1
1
Masterproef De masterproef (of de scriptie) is een bijzonder belangrijk opleidingsonderdeel van de master Sociaal Werk. Het werk wordt begroot op 15 studiepunten. Dit betekent dat een student er gedurende het hele jaar intensief aan werkt. De scriptie begint met een probleem dat vervolgens systematisch wordt onderzocht en ten slotte leidt tot aanbevelingen die worden gestoeld op onderzoeksresultaten. Een geslaagde scriptie toont aan dat de student de verworven inzichten uit de vakliteratuur en de opleidings onderdelen kan integreren bij de uitwerking van een zelf gekozen problematiek. Uiteraard gaat het hierbij niet uitsluitend over de kennis die werd opgedaan tijdens de masteropleiding, maar ook over de kennis opgedaan tijdens de professionele bacheloropleiding. Een ‘Leidraad bij het schrijven van een scriptie’ wordt bij het begin van het masterjaar aan de studenten bezorgd.
Vakbeschrijvingen De vakbeschrijvingen zijn digitaal ter beschikking via de online studiegids VAKBESCHRIJVINGEN SCHAKELPROGRAMMA SOCIAAL WERK Methoden Inleiding tot het Recht en de Publieke Instellingen De cursus biedt in het eerste deel een kennismaking met het objectieve recht. Ze geeft een omschrijving van het recht als systeem en gaat vervolgens in op de verschillende bronnen van het recht: de wet, de rechtspraak, de rechtsleer, de gewoonte, de algemene rechtsbeginselen en de billijkheid. Specifieke aandacht gaat daarbij naar regels die de verhouding van de overheid met individuele personen beheersen: beginselen van behoorlijke regelgeving, van behoorlijk bestuur en van behoorlijke rechtsbedeling, en grondrechten. Eveneens wordt de mens als rechtssubject besproken, met aandacht voor de verschillende soorten subjectieve rechten. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de wilsautonomie en contractvrijheid. De wisselwerking tussen samenleving en recht wordt besproken aan de hand van twee topics uit het privaatrecht: het huwelijk en de onrechtmatige daad. In het tweede deel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste principes die de Belgische staatsinrichting beheersen, van de publieke instellingen op nationaal en internationaal niveau en van de manier waarop politieke machtsverhoudingen hierin functioneren. De federale instellingen, de instellingen van de gemeenschappen en gewesten, de Europese Unie en de Verenigde Naties worden belicht.
15 |
Kwalitatieve Onderzoeksmethoden Het doel van dit opleidingsonderdeel is de studenten inzicht te geven in kwalitatieve onderzoekstechnieken. Daarbij wordt gefocust op de onderzoekscyclus van het nietkwantitatieve sociaal-wetenschappelijk onderzoek gaande van de voorbereiding, de dataverzameling, de analyse tot de (schriftelijke en mondelinge) rapportering. Hoewel de klemtoon in het vak ligt op kwalitatief onderzoek in het algemeen wordt tevens dieper ingegaan op bijzondere varianten zoals het houden van focusgroepen, de participerende observatie en de inhoudsanalyse. Kwantitatieve onderzoeksmethoden (deel 2) De cursus Kwantitatieve Onderzoeksmethoden (KOM) nodigt de student voortdurend uit om de sociale werkelijkheid empirisch te observeren en er de wetmatigheden van leren te begrijpen. Verwondering, wetenschappelijke nieuwsgierigheid en zin om te analyseren en te synthetiseren staan centraal in de cursus. In dit opleidingsonderdeel worden: • de fasen van de empirische cyclus toegelicht en geïllustreerd. • de voornaamste kwantitatieve methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek uitgediept (enquêtes, gestructureerde interviews, experimenten, inhoudsanalyses, secundaire analyses en overheidsstatistieken). Meten en Analyseren Doorheen een 10-tal contactmomenten worden de studenten vertrouwd gemaakt met de gangbare kwantitatieve methoden uit het toegepast sociaal wetenschappelijk onderzoeksdomein. De studenten zullen doorheen de contactmomenten werken aan één paper. Hierbij worden de verschillende fasen uit de sociaal-wetenschappelijke empirische cyclus doorlopen: het beschrijven van een sociale problematiek (concept) aan de hand van bestaande indicatoren (indices, meetschalen), het schrijven van een wetenschappelijke probleemstelling, het begrijpen van mogelijke oorzaken (uitwerken van een theoretisch kader), het operationaliseren van de concepten (ontwikkelen en/of beoordelen van meetinstrumenten), het formuleren van hypothesen (analyseschema voorstellen) en het toetsen van hypothesen in SPSS op bestaande data. Tot slot worden de analyse resultaten geïnterpreteerd.
| 16
Socialezekerheidsrecht (deel 2) Tegen de achtergrond van haar ontstaansgeschiedenis behandelt deze cursus in eerste orde het toepassingsgebied, de financiering en de administratieve structuren van onze sociale zekerheid. Het zwaartepunt situeert zich in een systematische bestudering van de loonaanvullende vergoedingen - te weten de tegemoetkoming in de gezondheidszorg en de gezinsbijslagen -, respectievelijk de loonvervangende uitkeringen bij ziekte of ongeval van gemeen recht versus arbeidsongevallen en beroepsziekten, in geval van werkloosheid en in de vorm van een rust- of een overlevingspensioen. In de marge komen ook de gewaarborgde regelingen ter sprake. Niet enkel de sociale zekerheid voor werknemers is voorwerp van dit opleidingsonderdeel, want doorlopend is er ook de vergelijking met analoge regels voor de zelfstandigen en voor het overheidspersoneel. Statistiek I Vooreerst wordt de statistiek gesitueerd binnen het terrein van het sociaal- wetenschappelijk onderzoek. Daarna wordt nader ingegaan op de twee grote deelgebieden van de statistische analyse : descriptieve en verklarende statistiek. De descriptieve statistiek begint met de analyse van een variabele. Vervolgens worden relaties gelegd tussen twee en meer variabelen. Het gedeelte verklarende statistiek vangt aan met een introductie in de kansrekening en de theoretische verdelingen. De cursus wordt afgesloten met het maken van schattingen en het toetsen van hypothesen op basis van steekproefgegevens. Werkcollege Sociaal-wetenschappelijk denken Het vak omvat de begeleide uitwerking van een wetenschappelijke probleemstelling. Vooreerst zoeken de studenten uit of het onderzoeksthema leeft in de sector. Op basis van opzoekingswerk in professionele tijdschriften en administratieve databanken ontwerpen ze een o mgevingsanalyse. Vervolgens wordt de onderzoekscyclus theoretisch toegelicht en ingeoefend. De volgende lessen worden besteed aan het systematisch uitwerken van een l iteratuurstudie. Zowel praktische richtlijnen als theoretische aspecten komen aan bod, mede op basis van voorbeelden van literatuurstudies. Studenten werken individueel het centrale concept uit. De bibliografie wordt in groep opgesteld. Nadruk ligt op de keuze van wetenschappelijke bronnen en op correcte referenties. Dan volgt een fase waarin inhoudelijk wordt gewerkt: wat is de stand van zaken in de wetenschappelijke kennis? Nadruk ligt hier op de analyse van de geselecteerde literatuur en op de gestructureerde rapportage in de vorm van een groepspresentatie.
17 |
Tenslotte volgt de fase waarin een onderzoeksprobleem wordt uitgewerkt in aansluiting bij de verwerkte literatuur. In deze fase worden studenten op weg gezet van de uitwerking van een onderzoekshypothese. Het werkcollege wordt afgerond met een individuele examenpaper waarin elke student een gefundeerde onderzoeksprobleemstelling uitwerkt. Richtingspecifieke opleidingsonderdelen Samenleving, feiten en problemen Deze cursus behandelt enkele actuele problemen van de welvaartsstaat: Groei en crisis van de welvaartsstaat; Welvaart, groei, inflatie, werkgelegenheid; Bevolking en beroepsbevolking; De sociale organisatie van de welvaartsstaat; De overheid als centrale herverdeler; Verdeling van de geldinkomens; De verdeling van de sociale goederen en diensten; De politieke democratie. Sociologische auteurs De cursus beoogt een grondige kennismaking met de belangrijkste klassieke sociologen (Marx, Weber, Durkheim, Simmel) en paradigmata (functionalisme, conflicttheorie, ruilparadigma, symbolisch interactionisme, systeemtheorie). Sociology of Inequalities 1. Introduction: how did inequality become a subject of social action and scientific research? • Prerequisites of a social problem • Ideas : Rousseau, Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen • Social movement : abolition of slave trade and slavery and some general conclusions • The end of social class? 2. Illustrations of inequality: • Income distribution • Education • Health and mortality 3. Central concepts (differentiation, fragmentation, inequality, exclusion and stratification) are explained on the basis of a model developed by the professor. 4. Important forms of organized inequality: classes, castes and estates. 5. The main models are explained in separate chapters: • Functionalism • Marx • Weber 6. Class structure in contemporary societies: important developments and their impact on class structure. | 18
7. Power 8. Social mobility: • Types of mobility, • Models • How to measure mobility? • The relevance of mobility 9. Important forms of inequality and stratification: every year specific topics are selected (such as poverty, health, gender, spatial forms) During the course theory, empirical data and methodology are balanced out. Talen ENGELS 1. Language skills: overzicht van specifieke vaardigheden i.v.m. mondeling en schriftelijk taalgebruik, in een academische context. 2. Reading texts: lezen, verklaren en samenvatten van relevante teksten i.v.m het vakgebied. 3. Newspaper articles: presenteren van een actueel onderwerp + organiseren van een discussie. FRANS 1. Taalvaardigheidstraining (mondelin en schriftelijk) op basis van teksten en oefenmateriaal 2. Mondelinge presentaties in groep, over een actueel thema i.v.m. het vakgebied Keuzevak Communicatiewetenschappen of Politieke Wetenschappen De inhoud van de keuzevakken zal beschikbaar zijn aan het begin van het academiejaar. Keuzevak Sociologie De inhoud van de keuzevakken zal beschikbaar zijn aan het begin van het academiejaar.
19 |
VAKBESCHRIJVINGEN MASTER SOCIAAL WERK Scriptie (zie hoger) Richtingspecifieke opleidingsonderdelen Beleidsvorming Vooraleer in het tweede deel in te gaan op de drie klassieke organisationele beleids beslissingen (strategie, structurering, operationeel besturen ) wordt er in het eerste deel een schets gegeven van de brede macro-context van het hedendaags beleid. Ook de meer specifieke kenmerken van het beleid van de sector van de sociale dienstverlening worden voorgesteld. In het tweede deel worden elk van de organisationele beleidsdomeinen in hun basisvorm voorgesteld. Wat de strategische beleidsvoering betreft gaat het oa over de missie- en visie-bepaling en de processen van strategische keuze. Het structurerend management wordt gekaderd in een breed overzicht van onderscheiden types sociale dienstverleningsorganisaties, elk met hun eigen vorm, technologie en dynamiek. In het hoofdstuk over operationeel management wordt de basisopstelling van de dienst verlenende infrastructuur voorgesteld en wordt verhelderd hoe daardoor zowel het inzetten van het personeel als de timing van de dienstverlening wordt bepaald. Worden de middelen daartoe adequaat ingezet, zijn de nodige prioriteitsdoelstellingen bepaald? Doel van dat alles is de student zicht te geven op én een eerste ervaring mee te geven over het algemeen en specifiek organisatiebeleid en hem/haar te wijzen op de noodzaak van én de mogelijkheden tot het verbeteren, optimaliseren van organisatievormen en het deskundig afwegen van alternatieve organisatievormen en -beslissingen, gericht op diverse vormen van sociale dienstverlening. Institutionele context van de sociale zorg Na een algemene inleiding en situering van de institutionele context van de sociale zorg, wordt ingegaan op een drietal soorten processen die de institutionele context van de sociale zorg beheersen, met name de macro-, de meso- en de micro-processen. Telkens worden daaruit enkele “capita selecta” besproken. Tot de macro-processen behoren onderwerpen, die te maken hebben met de relatie tussen de samenleving en de sociale zorg: markt versus overheid (waar positioneert zich de sociale zorg daarin?); economische ontwikkelingen en concurrentiepositie; internationale ontwikkelingen, onder meer op Europees vlak (onder meer het begrip algemeen belang en de globaliserende economie); politieke en beleidsontwikkelingen; koepelvorming en syndicale werking (schaalvergroting). De meso-processen hebben te maken met de relatie tussen de overheid en de sociale zorg, zoals: beleid inzake welzijn, vooral op Vlaams en op lokaal vlak (ook op andere niveaus | 20
en interdependenties tussen de niveaus); het begrip welzijnsvoorziening (uitklaring); autonomie en grenzen van de autonomie en rechtsvormen van voorzieningen (toezicht en controle); instrumenten van overheidsbeleid en regulering in het algemeen en in de sociale zorg in het bijzonder (erkenning en subsidiëring van instellingen); arbeids betrekkingen (goed werknemer- en werkgeverschap); conflictregeling, onder meer klachtrecht en kwaliteitsbeleid; algemeen kader voor milieuzorg en duurzaamheid; de rol van sociaal-economische grondrechten. In de derde plaats zijn er de micro-processen, die te maken hebben met de relatie tussen de gebruiker/burger en de sociale zorg, waaronder: rechten van de patiënt en gebruiker; individuele en collectieve vormen van participatie en inspraak; institutioneel kader voor interne kwaliteitszorg en controlesystemen; integriteit en professionaliteit van de betrokken beroepsgroepen. Tot slot wordt aandacht besteed aan de kansen en beperkingen van de sociale zorg vanuit de institutionele context. Hier kan ook de link worden gelegd met de organisatie en de fundamentele vraagstellingen van het welzijnswerk in het algemeen (“de grammatica van het welzijnswerk”). Maatschappij en sociaal werk • • • •
Een maatschappelijke kijk op welzijn, onwelzijn en de functies van welzijnszorg Geschiedenis en theorieën van sociaal werk Sociologie van de hulpverlening Maatschappelijke tendenzen en hun effecten op sociaal werk
Onderzoek in het stedelijk sociaal werk In dit opleidingsonderdeel komt zowel het onderzoek naar stedelijke problemen als het onderzoek naar het stedelijk sociaal werk aan bod. Optievakken (2 uit 4) Handelingsmodellen Een selectie uit wetenschappelijk gefundeerde handelingsmodellen voor het sociaal werk. Vraaggestuurd werken, vraagverduidelijking en intake Werken met mensen in armoede, werken met jongeren Participatie en empowerment, preventie, omgaan met diversiteit Justitieel welzijnswerk.
21 |
HRM en arbeidsrecht Na een brede schets van de veranderende omgeving vanuit het ‘vijffactorenmodel’ wordt de ontwikkeling van een traditioneel personeelsbeleid naar HRM geschetst, en de toepassing van de verschillende vormen van personeelsmanagement gesitueerd. HRM wordt in deze cursus benaderd als ‘een specifieke benadering van personeelsbeleid, die ernaar streeft voordeel te halen en te behouden door het op een strategische wijze inzetten van sterk betrokken en bekwame medewerkers, en hierbij gebruik maakt van een waaier van culturele, structurele en personeelstechnieken’ ( Handboek, blz. 72). De benadering van ‘competentiemanagement’ dient als algemeen referentie kader voor de bespreking van de verschillende werkdomeinen, zoals rekrutering en selectie, beoordeling en beloning, training en ontwikkeling, loopbaanmanagement, organisatieontwerp, communicatie en industriële relaties. Bij deze bespreking is het niet de bedoeling om de meer technische aspecten te behandelen, doch in de eerste plaats de relevantie ervan bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen te benadrukken. Vanuit dit perspectief worden de HR-verantwoordelijkheden van het lijnmanagement (van strategisch tot operationeel niveau) verduidelijkt en een aantal concrete instrumenten voor een meer effectief management aangereikt. Het geheel wordt afgesloten met een overzicht van de verschillende rollen en competenties van de bij het HR-beleid betrokkenen, en de professionalisering van HRM in de eenentwintigste eeuw. In deze cursus zal eveneens de nodige aandacht worden besteed aan het arbeids rechterlijke kader. Hierbij wordt er naar gestreefd om de bedoeling, de dynamiek en de eigenheid van het arbeidsrecht, zowel het individuele als het collectieve, in het kader van een aantal specifieke HRM-toepassingen te duiden: juridische regelingen bij het tewerkstellen van personeel, de verschillende types arbeidscontracten, het ontslag, de rol van de sociale partners, collectief overleg, collectieve arbeidsovereenkomsten. In zoverre dit van toepassing is wordt ook gewezen op de groeiende invloed vanuit de Europese regelgeving. De theoretische invulling van de verschillende thema’s wordt regelmatig geïllustreerd aan de hand van gegevens uit recent onderzoek, concrete illustraties, en vonnissen uit recente rechtspraak.
| 22
Statistiek II Het vak behelst een inleiding in de multivariate statistiek. Na een inleiding in SPSS worden de volgende technieken behandeld: • • • • •
Tabel analyse en Elaboratie Regressieanalyse (Ordinary Least Squares) Factoranalyse Clusteranalyse Logistische regressie
Het vak wordt gegeven via hoorcolleges (theorie) en praktische oefeningen op computer, waarbij gegevensbestanden van diverse empirische onderzoeken worden gebruikt (PSBH, Gezondheidsenquête, ISPO enquête). Het examen is schriftelijk, met een theoretisch en een praktisch deel. Stedelijke interventiestrategieën Deze cursus gaat in op het belang van de stedelijke context, de beschrijving en analyse van de stedelijke problematiek en sociale interventiestrategieën. Vertrekpunten daarbij zijn: 1° de stad als verzamelplaats van problemen, én als reservoir van opportuniteiten; 2 ° het geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Stedelijke interventiestrategieën worden binnen een historische en maatschappelijke context geplaatst. Soorten interventies worden verkend, beschreven en geanalyseerd (incl. plaatsbezoeken en debat). Verder komen verschillende benaderingen van monitoring en de evaluatie van strategieën aan bod. Tot besluit wordt aandacht besteed aan de formele inbedding van interventiestrategieën (regulerend kader) en worden actuele uitdagingen geformuleerd. Werkcollege ICT en sociaal werk Met het werkcollege beogen we tegelijkertijd het aanreiken van theoretische inzichten over de relevantie van ICT (bvb registratie projecten) voor het hedendaags sociaal werk én het analyseren en rapporteren van registratiedata. Keuzevak (1 uit 9) De inhoud van de keuzevakken zal beschikbaar zijn aan het begin van het academiejaar.
23 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis
| 24
Onderwijs en examens MASTER IN BAMA In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor
Academische Master
Professionele Bachelor
voorbereidingsprogramma
schakel
Academische Master Academische Master
SEMESTERSYSTEEM EN EXAMENS Aan de Universiteit Antwerpen wordt het semestersysteem gehanteerd. Het academiejaar wordt opgesplitst in twee delen, die elk afgesloten worden door een examen periode. Deze twee examenperiodes (in januari en juni) vormen samen de eerste zittijd. In de tweede zittijd worden alle examens hernomen waarvoor je minder dan 10/20 behaalde. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je credits. Het examenreglement wordt elk jaar kritisch geëvalueerd en aangepast, in samenspraak met studentenvertegenwoordigers. Het volledige reglement kan je raadplegen op www.ua.ac.be/studport.
Studieadvies - en studentenbegeleiding ALGEMENE STUDIE- EN STUDENTENBEGELEIDING Tijdens het academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studenten begeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP).
25 |
STUDIEKEUZE De dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventueel heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn. STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING Een masteropleiding vraagt een nieuwe studieaanpak: het aandeel zelfstudie wordt groter, presentaties maken deel uit van de meeste programma’s, de masterthesis moet worden voorbereid,… Wie hulp wil bij het uitwerken van een geschikte studieaanpak, kan gebruik maken van het aanbod aan groepstrainingen en individuele begeleiding. . PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider. Indien nodig wordt een individuele begeleiding opgestart, of word je doorverwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal. BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET SPECIFIEKE NODEN: AANVRAGEN BIJZONDERE FACILITEITEN Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de Dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector. Vervolgens kunnen bepaalde faciliteiten toegekend worden.
| 26
Nuttige websites WEBSITE MASTERS Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit. INFODAGEN Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen twee infodagen en een infomarkt. De eerste vinden plaats in maart en april, de andere begin september. Elke faculteit organiseert een infosessie om haar masterprogramma’s verder toe te lichten. Hierbij krijg je ruim de kans om je vragen met docenten en studenten te bespreken. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en het programma vind je op onze website onder www.ua.ac.be/infodagen. INSCHRIJVEN Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven. HET STUDENTENPORTAAL Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen, studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz.. BIBLIOTHEEK De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be BEGIN ACADEMIEJAAR Het academiejaar 2009-2010 start op maandag 21 september 2009. Op www.ua.ac.be/onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden. HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN? De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen. 27 |
Meer info? SECRETARIAAT OPLEIDING Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen - master Sociaal Werk Heidi Snellings (Onderwijsadministratie) De Meerminne, M.135 Sint Jacobstraat 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 275 52 61
[email protected] Joke Thirion (Onderwijsassistent) De Meerminne, M.382 Sint Jacobstraat 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 275 55 26
[email protected] www.ac.be/psw en www.ua.ac.be/masoc DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 220 48 72 Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 820 20 09
[email protected]
| 28
Nota’s
29 |
Nota’s
| 30
Nota’s
31 |
Nota’s
| 32