© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
1
Disclaimer Bij het samenstellen van het E-book ‘De onderlinge wedstrijd’ is grote zorg besteed aan de juistheid van de informatie. Marije van der Leeuw kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele onjuistheid van de informatie in dit e-book.
Over dit E-book Het boek is door mij geschreven voor de bezoekers van Manegekrant.nl. Het is niet toegestaan de inhoud van dit E-book te wijzigen of de informatie uit dit boek op een andere manier dan als compleet E-book te gebruiken en/of verzenden.
Over Manegekrant.nl Manegekrant.nl is ontstaan doordat ik als instructeur merkte dat er bij manegeruiters veel vraag was naar meer achtergrondinformatie. De meeste ruiters rijden maar 1 x per week een uurtje en in de les moet de aandacht ook nog eens verdeeld worden over meerdere ruiters. De komende periode komen verschillende onderwerpen aan bod via e-mail, E-books en online video’s. Manegekrant.nl : inspiratie voor manegeruiters!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
2
Inhoudsopgave
H1 Oefenen voor een wedstrijd 4 Kan ik dit wel? 4 Oefenen 4 Mentale voorbereiding 4 Wat trek je aan? 6
H2 Poetsen en toiletteren 6 Kom op tijd 6 Je paard spik en span 7 Toiletteren en invlechten 7 Leer moet glimmen 8
H3 Het rijden van de dressuurproef 8 Losrijden 8 Het rijden van de proef 9 Over de F proeven 10 Verklaring van de cijfers 12 Einduitslag 12
H4 Het rijden van een springparcours 12 Parcours verkennen 12 Losrijden 13 Het parcours springen 13 Puntentelling 13 Caprilliproef 14
Nawoord 14
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
3
H1 Oefenen voor een wedstrijd
Kan ik dit wel? Natuurlijk! Veel ruiters twijfelen of ze mee kunnen doen, jij misschien ook wel. Ik kan je vertellen dat de meeste wedstrijden laagdrempelig zijn met proefjes waarin je niet hoeft te galopperen. Als je het niet zeker weet, vraag het dan aan je instructeur. Maar over het algemeen geldt dat als je een goede match bent met je manegepaard en je kunt je redelijk redden, waarom niet? Gewoon doen!
Oefenen met je paard Waarschijnlijk oefen je in de aanloop naar de wedstrijd de proef een paar keer. Dit is natuurlijk prettig, maar oefenen tot je erbij neervalt heeft weinig zin. Het is wel fijn als je regelmatig op je eigen wedstrijdpaard kunt rijden zodat je zijn karaktertrekjes leert kennen. Wist je dat sommige paarden met je meedenken tijdens een dressuurproef? Als ze weten dat ze bij G moeten halthouden, staan ze bij X al stil. Niet zo handig natuurlijk. Als je op zo’n paard zit is het slim om de figuren apart van elkaar te oefenen zodat hij zich niet teveel gaat bemoeien met je proef en op blijft letten.
Mentale voorbereiding Naast het oefenen tijdens de les kun je je thuis ook goed voorbereiden. Hieronder zie je de rijbaan met de letters. De jury zit altijd bij de C en de voorlezer staat meestal bij de B.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
4
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
5
Lees de proef een aantal keer door en teken hem een paar keer op papier. Als je de proef goed in je hoofd hebt zitten ga je op een rustig plekje zitten met je ogen dicht. Stel je nu voor dat je op het paard zit : je komt de rijbaan binnen en rijdt over de hoefslag. De voorlezer begint met lezen. Je komt binnen : in gedachten rijdt je de hoek in en daarna rechtuit. Rij op deze manier in je hoofd de hele proef. Op het moment dat je de echte proef in gaat zit dit zo in je systeem dat het vanzelf gaat! Bijkomend voordeel: je hebt dan veel minder last van spanning. Spanning hoort er natuurlijk wel een beetje bij, probeer als je gespannen bent een rustige buikademhaling te houden en focus je op de oefeningen van de proef.
Wat trek je aan? Je uiterlijke verzorging telt voor een punt. Je hoeft niet op elke manege in een compleet wedstrijdtenue te verschijnen, maar zorg altijd dat je laarzen zijn gepoetst en je netjes gekleed bent. Misschien heb je een nette blouse, of zelfs een blouse met stropdas en colbert boven je rijbroek. Nette handschoenen erbij en je bent al een heel eind. Een grote trui of jas is niet handig, dan kan de jury je zit niet goed beoordelen. Dat staat ook niet zo netjes. Het liefst dus aansluitende kleding. Laat maar zien dat je er werk van hebt gemaakt! Als je een lange paardenstaart hebt kun je er een knotje van maken of een haarnetje in doen. Losse wapperende haren staan je normaal goed maar zijn voor een wedstrijdproef minder geschikt. Er zijn verschillende dresscodes, bij sommige maneges moet je een witte of beige rijbroek en een zwart jasje of een zwarte trui dragen en bij andere maneges is het tenue vrij. Een cap is natuurlijk altijd verplicht! Rubberen laarzen krijg je superglimmend door ze eerst met afwasmiddel schoon te maken en daarna in te vetten met een laagje hoefvet. Daarna uitpoetsen met een lap en voilá! Perfect glimmende laarzen. Tip : voor het bijelkaar zoeken van je wedstrijdoutfit kijk je op wedstrijdkledingruitersport.nl
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
6
H2 Poetsen en toiletteren
Kom op tijd Om ervoor te zorgen dat je straks lekker rustig op je paard stapt, is het fijn om goed op tijd op stal te zijn. Meld je bij het personeel, zoek daarna je harige vriend en zorg ervoor dat hij er vandaag picobello uitziet!
Je paard spik en span Afhankelijk van de regels op de manege, kun je onder begeleiding van een instructeur of ervaren ruiter de benen en staart wassen met water en shampoo. Schrob de hoeven goed schoon en doe er een likje hoefvet op, als dat aanwezig is. In de staart kun je wat equistar spuiten, dit is anti-klit speciaal voor paarden. Poetsen mag natuurlijk altijd! Op een wedstrijddag poets je natuurlijk extra goed. De neus van je paard kun je schoonmaken met een vochtige spons. Sommige paarden lopen een paar proeven op een dag, de eerste doet dan het meeste poets- en vlechtwerk. Je kunt ook afspreken dat je gezamenlijk alles in orde maakt.
De manen en de staart invlechten Benodigdheden: elastiekjes, wasknijper, manenkam, vochtige spons.
Neem een plukje manen zo breed als je kammetje (exclusief steel) en verdeel in drie plukjes. Maak een strak vlechtje. Onderaan probeer je het uitstekende plukje dubbel te vouwen onder het elastiekje. Klap het vlechtje één of twee keer dubbel en maak zo een knotje met een tweede elastiekje.
Zo doe je de manen en de voorpluk. De staart is een ander verhaal, dat is wat ingewikkelder. Die ga je namelijk invlechten. Dit is niet verplicht, maar staat wel erg mooi.
Neem twee kleine plukjes aan de bovenkant van de staart en één in het midden.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
7
Doe rechts over midden en links over het nieuwe midden (de pluk die eerst rechts zat). Pak nu rechts een heel klein plukje erbij, en sla hem weer terug over de middelste (je vlecht dus normaal, maar steeds met een extra plukje) Herhaal links, rechts, links enzovoorts tot ongeveer ¾ van de staartwortel. Op dat punt vlecht je op de normale manier door (dus zonder een plukje erbij te pakken). Sla dit uitsteeksel naar onder toe dubbel en zet vast met een elastiekje.
Klaar is je meesterwerk!
Leer moet glimmen Het zadel kun je schoonmaken met een vochtige spons en zadelzeep, daarna mag er een likje ledervet op. Goed uitpoetsen aan de buitenkant (dan gaat het extra glimmen en wordt je witte broek niet direct weer zwart). Wat ook supergoed werkt is Rapide lederdressing, dat ziet er uit als een soort melk. Het hoofdstel kun je ook met lederdressing of olie laten glimmen. Het bit goed schoonmaken met een sponsje als dit nog niet is gedaan na het rijden.
H3 Het rijden van de dressuurproef
Losrijden – hou het simpel © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
8
Ik ga er even vanuit dat je de eerste bent die op het paard rijdt en dat er geen vast tijdstip is dat je kunt losrijden. Stap 25 minuten voor aanvang van de proef op je paard. Eerst 10 minuten lekker ontspannen stappen, en rustig ademhalen. Dit is goed tegen de spanning en zorgt ervoor dat je je paard niet met je eigen spanning aansteekt. Stap lekker wat slangevoltes met voldoende halslengte en loop rustig je eigen lichaam langs. Rechtop, handen rechtop met je duim als hoogste punt. Zachte armen zodat je een elastische verbinding met de mond van je paard krijgt. Je knieën niet teveel aanspannen, zodat je hak naar beneden kan zakken. Controleer je singel en vervolgens stap je weer weg en draaf je rustig aan. Rij wat tempowisselingen en overgangen, pak wat onderdelen uit de proef mee maar hou het simpel voor jezelf en voor het paard. Anders zijn jullie al bekaf voordat de proef begint. Eventueel nog een galopje en dan weer even op adem stappen. Als de persoon voor je in de ring is neem je de teugels weer rustig op en rij je nog wat overgangen.
Het rijden van de proef Je komt de rijbaan binnen… muisstil is het er , op wat geschuifel van toeschouwers na. Je voelt de spanning in je onderbuik. Probeer om naar die spanning toe te ademen, dus ademen vanuit je buik. Zo breng je je eigen spanning niet over op je paard. Draaf een rondje door de rijbaan, en verander een keer van hand zodat je paard de kans heeft om de omgeving in zich op te nemen. Voel je hem aarzelen, probeer hem dan met je benen voorwaarts te houden. Zo overtuig je hem dat het niet spannend is, hij kan wel wat aanmoediging gebruiken! De jury zit bij C, aan zijn linkerzijde zit de schrijver. De bel gaat, of je ziet een plechtig knikje van de jury. Tijd om van start te gaan! Natuurlijk heb je goed geoefend, maar tijdens zo’n wedstrijd gaat het soms net even minder goed. Je paard stopt voor het juryhuisje, hij valt eens uit galop. Gelukkig bestaat een proef uit 30 onderdelen, als je voor 1 onderdeel een 4 haalt is dat maar 1/30 ste van het totaal aantal. Blijf dus niet in een fout hangen met je gedachten. Dan haal je misschien het volgende onderdeel ook omlaag. Veel ruiters laten zich van de wijs brengen en dan gaat alles ineens mis. Laat je niet kennen, blijf geconcentreerd. Blijf rijden!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
9
Voorkom dat je gaat afsnijden, rij buitenom. Goed de hoeken in. Dan creëer je tijd voor jezelf. Let op dat je op het goede been lichtrijdt. Verkeerd is soms 2 punten aftrek. Praten tegen je paard tijdens de proef of klikken met je tong kunnen afhankelijk van het niveau ook zorgen voor 2 punten aftrek. Juryleden kijken graag naar sympathieke ruiters. Een glimlach doet wonderen en blijf altijd fair naar je paard. A afwenden, X halthouden en groeten. In vrije stap de rijbaan verlaten. Het zit erop..
Over de F proeven De meeste maneges gebruiken de F proeven bij hun onderlinge wedstrijd. Als je vaker start op de onderlinge wedstrijden kun je promoveren van F1 tot F20. Als je een gemiddelde van 6 scoort heb je een promotiepunt gehaald. Een promotiepunt wordt in je ruiterpaspoort gezet. Neem die dus mee op de wedstrijddag. Als je 210 punten of meer haalt voor je dressuurproef, krijg je een promotiepunt (PP). Als je in de F1 één PP haalt mag je door naar de F2. Haal je daarin ook één PP en haal je het theorie-examen dan krijg je het diploma F2 uitgereikt. Voor de F3 t/m F8 proeven heb je minimaal 2 PP’s nodig om door te gaan. Ben je bij de F9 aangekomen dan heb je t/m F20 minimaal 3 PP nodig om door te stromen naar de volgende proef. Bij 5 PP moet je over. Je instructeur bepaalt of je bij 2,3 of 4 PP mag doorstromen naar volgende F proef. Er zijn ook theorie-examens : F2, F4, F6, F8 en F10. Deze worden meegenomen in de beoordeling, hierbij mag je maximaal 3 fouten maken om te slagen voor de diplomaproef. Niet-FNRS maneges gebruiken de F-proeven en landelijke proeven ook, je kunt dan alleen niet promoveren. Het eerste gedeelte van je protocol (het briefje met de opsomming van alle proefonderdelen) bestaat uit de oefeningen die je met je paard rijdt. Het laatste gedeelte (dit gedeelte bestaalt uit 10 onderdelen) gaat over je rijkunst en de verzorging van je paard. Je krijgt cijfers voor de volgende onderdelen:
De houding van de ruiter De zit van de ruiter
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
10
De beenligging van de ruiter De handhouding van de ruiter Juistheid der beenhulpen Juistheid der teugelhulpen Juistheid van het tempo Algemene indruk Nageeflijkheid Verzorging van ruiter en paard
Hieronder een protocol van een willekeurige F proef, ik heb een paar aandachtspunten erachter gezet. Dit doet de jury ook, hoe meer hoe beter (dan is het duidelijk wat je verbeterpunten zijn!)
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
11
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
12
Verklaring van de cijfers 10 = uitmuntend 9 = zeer goed 8 = goed 7 = tamelijk goed 6 = bevredigend 5 = matig 4 = onvoldoende 3 = tamelijk slecht 2 = slecht 1 = zeer slecht 0 = niet uitgevoerd
Bij gemiddeld een zes of hoger mag je tevreden zijn, je hebt dan een promotiepunt of winstpunt gehaald!
De einduitslag Nu is het wachten op de uitslag. Hopelijk heeft de jury je coupon flink volgeschreven met commentaar, leer ervan! Als je vragen hebt, kun je die na de wedstrijd aan de jury stellen. Is hij nergens te vinden of al druk in gesprek, stel ze dan aan je instructeur bij de volgende les.
H4 Het rijden van een springparcours
Parcours verkennen Begin het verkennen van het parcours zoals je binnenkomt richting jury. Loop het hele parcours en stop af en toe om de volgorde van de hindernissen in je hoofd te herhalen. Het mooiste is als je instructeur met je meeloopt om je wat last-minute tips te geven!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
13
Losrijden Losrijden voor het springen gebeurt meestal op de linkerhand. Op de hindernissen kun je vlaggen zien, je moet de rode vlag rechts en de witte vlag links houden. Begin met losrijden zoals hierboven bij dressuur is aangegeven, als je er aan toe bent draaf je wat balkjes en rij je rustig over een laag kruisje. Ongetwijfeld word je hierbij geholpen door je instructeur. Voor de veiligheid roep je de hindernis die je wil gaan springen. Voor de wending naar de hindernis toe roep je : ‘kruis’ ‘steil’of ‘oxer’. Ook bij springen geldt: hou het simpel. Het heeft geen zin om erg hoog te springen, je paard kan heus wel de lucht in. Zorg dat je vertrouwen opbouwt bij jezelf en het paard. Denk aan je handen : beweeg ze goed mee naar voren boven de sprong zodat je je paard niet in de weg zit en hou goed druk op je stijgbeugels.
Het parcours in Als je binnenkomt, rij je rustig tussen de hindernissen door richting de jury. Een paar meter voor de jury ga je netjes halthouden en groeten. Afhankelijk van de springproef draaf of galoppeer je aan richting hindernis 1. Wees alert, voor het paard kan het ook spannend zijn dus hou je benen eraan en contact met je teugels. Maak de lijnen in het parcours mooi lang en blijf kijken naar de volgende hindernis. Na de sprong weer rustig opvangen en doorgalopperen of doordraven. Probeer één tempo aan te houden en niet teveel te schakelen. Een wending rij je met je buitenteugel en je zit, als je namelijk voor de hindernis ineens je paard omtrekt aan de binnenteugel zwenkt hij uit en rij je de hartlijn van de hindernis voorbij. (De hartlijn is de lijn haaks op de sprong). Je hebt dan een grote kans dat je paard uitbreekt omdat hij niet recht voor de sprong uitkomt. Hou goed je gewicht op je binnenste zitbeentje / stijgbeugel en hou je benen om het paard. Vergeet niet om na de laatste hindernis door de finishlijn te rijden!
Puntentelling Je krijgt punten voor de wijze van rijden(deze tellen x 5), houding en zit(x4) en algemene indruk(x1). © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
14
De wijze van rijden gaat over de lijnen in je parcours. Zorg dat je alle lijnen netjes rijdt. Niet binnendoor laten vallen maar mooi buitenom sturen en recht voor de hindernis uitkomen. Houding en zit : netjes rechtop zitten en goed meegaan op de sprong. Een rustige hand die meeveert boven de sprong is belangrijk. Een balk eraf is 4 strafpunten. De eerste weigering is 4 strafpunten, de tweede 8. Bij de derde weigering moet je het parcours verlaten.
De caprilliproef De caprilliproef is een dressuurproef met hindernissen erin. Je komt er bijvoorbeeld tegen: ‘bij A afwenden en over de balken draven.’ En ‘na C afwenden en hindernis 1 springen’. Een caprilliproef rij je meestal in de verlichte zit.
Nawoord De smaak te pakken gekregen? Misschien ben je over een tijdje wel toe aan een eigen leasepaard waarmee je je kunt inschrijven voor landelijke wedstrijden. Of misschien wil je wel wat meer leren over springen. Binnenkort komen er meer E-books op Manegekrant.nl, jij hoort het als eerste!
Vond je de informatie in dit e-book nuttig ? Laat een berichtje achter op mijn blog of facebookpagina.
Groeten,
Marije
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
15