© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
1
Disclaimer Bij het samenstellen van het E-book Springen is grote zorg besteed aan de juistheid van de informatie. Ik kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele onjuistheid van de informatie in dit E-book.
Over dit E-book Het boek is door mij geschreven voor manegeruiters die zich willen ontwikkelen op het gebied van springen. Het is niet toegestaan de inhoud van dit E-book te wijzigen of informatie uit dit E-book te gebruiken voor eigen commerciële doeleinden zonder mijn toestemming. Het boek is voor geschikt voor alle leeftijden, waar ik schrijf over een paard kun je natuurlijk ook pony lezen.
Over Manegekrant.nl Manegekrant.nl is ontstaan doordat ik als instructeur merkte dat er bij manegeruiters veel vraag was naar meer achtergrondinformatie. De meeste ruiters rijden maar 1 x per week een uurtje en in de les moet de aandacht ook nog eens verdeeld worden over meerdere ruiters. Naast dit E-book komen de komende periode verschillende onderwerpen aan bod via e-mail, andere E-books en online video’s.
Manegekrant.nl : inspiratie voor manegeruiters!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
2
Inhoud Inleiding 1 – Voorbereiding op het springen Wanneer kan ik met springen beginnen? Oefenen van een onafhankelijke zit Oefenen van de verlichte zit Verbeter je balans : het couloir Een paard correct aan de hulpen krijgen 2 – Springgymnastiek Balkjes en cavaletti Lijntjes rijden In-uitjes Oog voor de sprong krijgen 3 – Problemen voorkomen en oplossen Weigeren Te vroeg of te laat afzetten Op de hindernis afstormen Je angst de baas 4 – Een parcours springen De verschillende hindernissen Parcours verkennen Hoogtes en afstanden in een parcours Springwedstrijd Nawoord
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
3
Inleiding De één huivert al bij de gedachte, de ander kan er geen genoeg van krijgen : springen. Zelf vind ik springen geweldig leuk. Om zelf te doen, om les te geven en om naar te kijken. Natuurlijk is dressuur de basis : als je een onafhankelijke zit hebt en je paard staat aan de hulpen spring je het best en veiligst een parcours rond. In dit E-book ontdek je wat springgymnastiek is en waarom dit zo belangrijk is, hoe je problemen zoals weigeren en op de hindernis afstormen kunt voorkomen én hoe je een parcours springt. Ook kun je lezen welke afstanden gebruikt worden tijdens het springen. Ik heb hiervoor de afstanden voor paarden gebruikt. De instructeur kan de balken voor pony’s aanpassen aan hun maat.
H1 – Voorbereiding op het springen Wanneer kan ik met springen beginnen? Er zijn twee belangrijke punten die je redelijk onder de knie moet hebben als je wil beginnen met springen: 1. Je hebt een onafhankelijke zit 2. Je kunt een paard aan de hulpen zetten Het hebben van een onafhankelijke zit is erg belangrijk met springen. Als jij elke keer als een paard over de hindernis springt jezelf aan de teugels vast moet houden of hem fijnknijpt met je benen komt een springles te vroeg.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
4
Kun je daarentegen goed zelf overgangen stap-draf en draf-galop rijden in een groepsles zonder dat je steeds je balans kwijtraakt en het paard in de mond hindert en heb je controle over het tempo en de richting van het paard? Dan wordt het tijd om wat hout in de manege te leggen!
Oefenen van een onafhankelijke zit
Hierboven Manegekrant blogger Marieke met haar paard Onbeteugeld Otto. Het toonbeeld van een onafhankelijke zit! Foto : Cynthia Ros.
Ben je nog niet helemaal overtuigd van je eigen zit? Boek dan eens een privé-les op je manege en vraag om een zitles. De instructeur zal je dan aan de longeerlijn verschillende zitoefeningen zonder beugels en teugels laten doen, of zonder zadel.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
5
Bijvoorbeeld :
Armen draaien Neus tussen de knieën Je handen op de juiste plek houden terwijl de instructeur het paard overgangen laat maken Lichtrijden zonder beugels Tenen aanraken Naar achteren wijzen
Tijdens een groeples kun je eens vragen naar een paard waar je zonder zadel op mag rijden, dit is heel goed voor je zit. Thuis zijn er ook een aantal oefeningen die je kunt doen om je soepelheid en zit te verbeteren:
Zitten op een fitness bal Yoga oefeningen Body Balance oefeningen
Een bekende Body Balance oefening is op één bal van je (blote) voet gaan staan. Je armen wijd, je tweede been strek je afwisselend naar voor en naar achter.
Oefenen van de verlichte zit Bij het oefenen van de verlichte zit kun je de beugels vast 1 of 2 gaatjes korter maken. De verlichte zit is iets anders dan gaan staan in je beugels. Bij een goede verlichte zit is je bekken verder naar voor gekanteld dan bij de dressuurzit, je komt een klein beetje uit het zadel en brengt je bovenlichaam een stukje naar voor. Niet teveel! Je knieën liggen aan het zadel, je dijen houden ook contact met het zadel
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
6
Je enkels zijn je schokbrekers, zorg dat ze mooi meeveren.
Verbeter je balans : het couloir Tijd voor houten balken! Begin met een couloir. Dit is niets anders dan een fuik gemaakt van hindernisstaanders met bijvoorbeeld rood-wit lint. Als een paard dit kent, zal hij rustig door het couloirtje stappen, draven of galopperen zonder dat de ruiter hoeft te sturen. Tijd dus voor een knoop in de teugel! Dit is de beste manier om de juiste reflexen te trainen. Je beugels maak je 1 of 2 gaatjes korter. De eerste paar keer pak je een plukje manen vast halverwege de hals. Boven de balkjes voel je dat het paard een beetje gaat rekken in zijn bovenlijn. Doordat jij een pluk manen vast hebt, gaan je handen automatisch mee. Blijf naar voor kijken, tussen de oren door. Boven de balkjes kom je in de verlichte zit. Langzaam bouwt je instructeur dit uit tot balkjes met een klein kruisje. Naast manen vasthouden kun je in het couloirtje aantal balansoefeningen doen:
Handen richting maantop brengen en weer rustig terug Enkels aanraken met 1 hand
“Ben ik niet supersuperslecht, een absolute kneus als ik een pluk manen vastpak tijdens het springen?” Nee. Je bent een kneus als je boven de sprong je paard in de mond trekt omdat je niet naar de instructeur wou luisteren!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
7
Geloof me, veel ruiters voelen zich te goed om een plukje manen vast te pakken, maar zelfs topruiters gebruiken deze reflex nog wel eens als ze in de problemen dreigen te komen. (Om het paard ongestoord het probleem – bijv. niet juist voor de sprong komen te laten oplossen). Zorg er dus voor dat je vanaf het begin de juiste reflex traint : hand mee naar voor boven de sprong.
Een paard correct aan de hulpen krijgen Nu je lekker stevig zit is het tijd om het rijden onder de loep te nemen. Tempo- en richtingcontrole zijn belangrijk tijdens het springen. Tempocontrole Zorg er tijdens het losrijden voor dat je controle krijgt over het tempo. Dit betekent dat het paard voorwaarts moet gaan op jouw kuithulp. Geen reactie? Herhaal de hulp dan en combineer hem met een tikje met de zweep achter je kuit. Rij tempowisselingen naar voren en weer terug naar arbeidstempo. Een paard dat te snel wil kun je tempowisselingen terug laten maken, naar iets onder arbeidstempo. Of draaf heel rustig aan vanuit stap. Neemt hij het tempo weer over? Terug naar stap. Voorkom bij een snel paard dat je aan de teugels gaat hangen en je been gaat afsteken. Maak kleine ophoudingen en ontspan daarna weer, maar hou contact met je kuit. Als je niet in kunt werken met je been kun je een paard ook niet voor de kuit zetten. Niet teveel rechtuit met zo’n paard, rij slangevoltes en voltes. Dat brengt ons op de volgende factor:
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
8
Richtingcontrole Om een paard goed recht voor een hindernis te plaatsen heb je controle nodig over de richting van het paard. Dit doe je door je wendingen correct te rijden :
Bouw je hulp rustig op Bepaal de richting van de wending Breng je buitenteugel tegen de hals als begrenzing Breng je binnenteugel van de hals als uitnodiging voor de juiste richting Draai je lichaam mee met de wending (hoofd en schouders) Hou je gewicht op het binnenste zitbeentje (rechter heup naar voor) Je buitenbeen begrenst samen met de buitenteugel. Na de wending kom je rustig weer recht, je verdeelt je gewicht weer over twee zitbeentjes.
Met springen wordt een stuurfout snel duidelijk. Een veelgemaakte stuurfout is het trekken aan de binnenteugel. Hierover lees je meer in het hoofdstuk : Problemen voorkomen en oplossen.
H2 - Springgymnastiek Balkjes en cavaletti Afstanden Stap: 80 cm Draf: 1.10m – 1.30m Galop: 3m – 3.5m Een oefening om je paard los te maken en jullie gezamenlijke balans te trainen is het werken met balkjes en cavaletti. Cavaletti zijn iets verhoogde balkjes.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
9
Concentreer je op :
Een rustig bovenlichaam Kuitcontact met je paard Meegaan met je hand in de richting van de paardenmond
Lijntjes rijden Afstanden Drafbalk voor de sprong : 2.20m – 2.50m Galopbalk voor de sprong: 3m – 3.50m Na het loswerken en het combineren van rijen balken met behoud van tempo- en richtingcontrole is het tijd voor wat sprongetjes. Hiervoor plaatst de instructeur drafbalken voor de hindernis. Zorg ervoor dat je met genoeg impuls naar de sprong toe rijdt. Als het goed is heb je tempocontrole, dus is dit dik voor elkaar. Impuls is de voorwaartse drang waarmee een paard beweegt. Veel impuls betekent niet dat je hard gaat rijden, dit zorgt voor struikelen. Let weer goed op je houding, dat je hand mee naar voor gaat en dat je je blik tussen de oren door naar voor houdt. Waar je kijkt is waar je gaat! Kijk je naar het zand? Als je paard nu stopt en je raakt uit balans lig je precies op die zelfde plek. Balen! Begin na de sprong gelijk weer met paardrijden; de wending komt er namelijk aan! Vang je paard rustig op en zorg dat je weer controle krijgt over het tempo en over de richting. © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
10
Met lijntjes kun je eindeloos variëren. Wissel links- en rechtsom af en spring indien mogelijk van twee kanten. Lijntjes kunnen achter elkaar staan maar ook in een Y vorm; je zou dan afhankelijk van de galop waarin je landt links- of rechtsaf de hindernis kunnen nemen. Wees niet bang om vanuit draf te springen! Een drafbalk kan ook voor een oxer van een meter liggen. Voor een paard is dit geen enkel probleem, als je hem maar met genoeg impuls rijdt en hem niet in zijn mond hindert. Vanuit galop spring je pas als je in draf tempo- en richtingcontrole hebt.
In-uitjes Afstand : 3m – 3.50m Een in-uitje kun je nemen met een draf- of galopbalk er voor, maar ook zonder balk. De maximale hoogte van een in-uitje is 80 cm. Het is puur als gymnastiek bedoelt. Rij net als bij een lijntje met genoeg impuls het in-uitje in. Tussen de in-uitjes ga je niet zitten, je blijft in de verlichte zit en je hand gaat netjes mee naar voor. Je veert in je enkels. In het begin plaats je twee in-uitjes achter elkaar, dit kan uitgebouwd worden tot 4 of zelfs meer.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
11
Oog voor de sprong krijgen Door gymnastische lijntjes te springen train je je eigen oog en dat van het paard. Voor het juist inschatten van afstanden is het ook fijn als je een beetje bekend bent met de galop van een paard.
Een galopsprong – rechter galop
Het paard brengt zijn linkerachterbeen onder zijn lichaam Het paard brengt zijn linker voorbeen en zijn rechterachterbeen naar voor Het paard grijpt met zijn rechtervoorbeen naar voor Zweefmoment
Na een compleet afgewikkelde galopsprong kan een paard afzetten voor de sprong. Galopsprongen tellen Nu je dit weet, kun je als oefening hardop je galopsprongen gaan tellen. Tel in de derde fase – als het voorbeen naar voor grijpt. Galoppeer rustig door in één tempo. Het ideale afzetpunt Stijlsprong : afzetpunt is gelijk aan de hoogte Oxer: afzetpunt ligt iets dichterbij dan de hoogte Je begrijpt dat dit belangrijker wordt naarmate de hindernissen hoger worden.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
12
Vertrouwen op je paard Het is fijn als je oog hebt voor de sprong, maar je kunt ook gaan ‘rommelen’. Daarmee bedoel ik rommelen in het tempo. Als jij mooi stil zit en je galoppeert in één mooi ritme met genoeg impuls naar een sprong dan zal het paard zelf opletten waar hij af moet zetten. Je zult best eens hebben dat je niet lekker voor de sprong uit komt, vertrouw in zo´n geval op je paard en pak desnoods gauw een pluk manen om hem niet te storen tijdens de sprong.
H3 – Problemen voorkomen en oplossen Weigeren Oorzaken:
Te weinig impuls Verkeerde lijn naar de hindernis Grof handgebruik Paard schrikt van een bijzondere hindernis Ruiter brengt angst / twijfel over op het paard
Ten eerste is het belangrijk dat je met genoeg impuls op de hindernis af rijdt. Je paard moet dus aan je hulpen staan. Vooral bij een bijzondere sprong (met een slootje, hekje of iets anders nieuws) hou je goed je been er aan en je handen dicht bij elkaar, op die manier sluit je het paard op. Een correcte lijn rijden is ook belangrijk. Dit betekent niet dat je perse recht op de hindernis af moet rijden, als jij ervoor kiest om een sprong schuin te nemen dan is dat ook prima, maar rij dan wel recht over die schuine lijn zodat je paard geen andere keus heeft dan erover.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
13
Zorg verder dat je alleen hindernissen springt waar je zelf aan toe bent als combinatie op dat moment. Met het ene paard spring je misschien wel veel beter dan met het andere. Twijfel en angst slaan bijna altijd over op een paard. Zelfs een superbraaf dier kan gaan stoppen door een angstige ruiter. Grof handgebruik hoef ik niet uit te leggen, big NO-NO!
Te vroeg of te laat afzetten Als een paard niet helemaal lekker uitkomt voelt dat niet altijd comfortabel voor jou als ruiter. Te laat afzetten Een te late afzet is vaak de oorzaak van te veel handgebruik. Het paard wordt dan geremd en maakt een galopsprong extra, soms neemt hij hierdoor een balk of zelfs een deel van de hindernis mee. Oplossing : Rij met genoeg impuls en in één vast ritme en hou je handen rustig. Te vroeg afzetten Een te vroege afzet kan worden veroorzaakt door het ‘uit elkaar laten vallen’van een paard. Zo’n paard wordt lang en gaat op de voorhand lopen. Hij verlengt zijn pas en gaat evt. harder galopperen. Bij lage hindernissen redt zo’n dier zich wel, maar bij een dikke oxer wordt het spannend. Oplossing: Rij het paard meer bij elkaar en hou de galop iets meer gesloten. Een niet al te lange lijn naar de sprong of het rijden van een volte voor de © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
14
hindernis kunnen er voor zorgen dat een paard dat uit zichzelf te groot wil galopperen zich een beetje inhoudt. Ook bij zo’n paard probeer je in één ritme te rijden!
Op de hindernis afstormen Dit probleem komt vaak doordat een ruiter teveel klemt met zijn benen of door een gebrek aan zelfvertrouwen bij het paard. Het eerste voorbeeld spreekt voor zich, zo’n ruiter moet eerst een meer onafhankelijke zit krijgen en oefenen op een minder sensibel paard.
Een paard dat niet zoveel zelfvertrouwen heeft met springen zal het proberen over te nemen van een ruiter, zodat hij nog enigszins controle heeft over de situatie. Dit probleem kan veroorzaakt zijn doordat een ruiter een paard meerdere malen in de hindernis heeft gestuurd of in de mond heeft gehinderd. Dit paard moet eigenlijk in alle rust door de instructeurs gecorrigeerd worden. Zit jij op zo’n paard dan loont het om uit draf te springen, alles met een drafboompje. Ook een balkje na de sprong helpt zo’n paard weer om op jou te gaan letten. Hou het altijd simpel, lijntjes en in-uitjes werken in dit geval beter dan een parcours vanuit galop.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
15
Blijft hij snel?
Aanrijden vanuit een rustig drafje of zelfs vanuit stap. Niet te lange lijnen rijden, rij een volte voor de hindernis. De aandacht van het paard houden is het sleutelwoord, blijf wendingen en afwisselende lijntjes rijden.
Je eigen angst de baas Springen is een stuk spannender dan dressuur rijden. Het tempo ligt hoger, de beweging is minder voorspelbaar en een fout is snel gemaakt. De kans zit er in dat je een keer midden in een hindernis landt of ergens anders in de rijbaan. Nu je dit weet kun je dit accepteren. Angst is bij paardrijden een slechte raadgever. Jouw angst slaat onherroepelijk over op het paard, waardoor deze gaat twijfelen en er juist ongelukken gebeuren! Als je een beetje bang bent en je instructeur zegt dat je het best kunt, vertrouw dan op hem of haar. Het laatste wat instructeurs willen is dat hun mensen eraf vallen! Spreek jezelf in zo’n geval eens streng toe, komop, niet zeuren!
Wanneer een stapje terug? Je mag springen best spannend vinden, maar als je echt slap wordt en je kunt niet fatsoenlijk meer rijden doe dan een stapje terug. De oplossing: veel lage sprongetjes maken op een paard waar jij vertrouwen in hebt. Een privéles helpt.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
16
H4 - Een parcours springen De verschillende hindernissen
Kruis
Oxer © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
17
Stijlsprong
Triple bar © Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
18
Er worden in een parcours ook regelmatig hekken en sloten gebruikt onder de hindernissen.
Hoogtes en afstanden in een parcours voor paarden Er zijn verschillende niveaus in Nederland. In een springparcours staan ongeveer 10-12 hindernissen. Een dubbelsprong staat in een B parcours 1 x, in de klasse L kun je deze twee keer tegenkomen. Een driesprong volgt in de klasse M.
Klasse BB B L M Z ZZ
Hoogte hindernissen 80-90 cm 100 cm 110 cm 120 cm 130 cm 135 cm
Afstanden tussen dubbelsprongen 7 meter = 1 galopsprong 10.5 meter = 2 galopsprongen
Afstanden tussen lijntjes 14 meter = 3 galopsprongen 17.5 meter = 4 galopsprongen 21 meter = 5 galopsprongen
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
19
Springwedstrijd Parcours verkennen Loop het hele parcours zoals je hem rijdt. Begin bij het groeten en loop door de startlijn. Loop het parcours zonder af te snijden en stop af en toe om de volgorde van de hindernissen in je hoofd te herhalen. Bekijk goed de lijnen die je wil rijden en sla ze op. Meet de afstand tussen twee hindernissen die elkaar snel opvolgen, bijvoorbeeld een dubbelsprong. Elke grote stap die je neemt is 1 meter, de afstanden en het bijbehorende aantal galopsprongen weet je nu. Als je bij een hindernis staat kijk dan ook vast naar de volgende hindernis en bepaal de lijn er naartoe. Wat staat er achter de hindernis? Een jurywagen kan afschrikken, de uitgang kan er voor zorgen dat je paard harder gaat.
Losrijden Losrijden voor het springen gebeurt meestal op de linkerhand. Op de hindernissen kun je vlaggen zien, je moet de rode vlag rechts en de witte vlag links houden. Begin met losrijden zoals aan het begin van het boek is aangegeven met tempo- Als je er aan toe bent draaf je wat balkjes en rij je rustig over een laag kruisje. Ongetwijfeld word je hierbij geholpen door je instructeur. Voor de veiligheid roep je de hindernis die je wil gaan springen. Voor de wending naar de hindernis toe roep je : ‘kruis’ ‘steil’of ‘oxer’.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
20
Ook bij springen geldt: hou het simpel. Het heeft geen zin om erg hoog te springen, je paard kan heus wel de lucht in. Zorg dat je vertrouwen opbouwt bij jezelf en het paard. Denk aan je handen : beweeg ze goed mee naar voren boven de sprong zodat je je paard niet in de weg zit en hou goed druk op je stijgbeugels.
Het parcours springen Als je binnenkomt, rij je rustig tussen de hindernissen door richting de jury. Een paar meter voor de jury ga je netjes halthouden en groeten. Afhankelijk van de springproef draaf of galoppeer je aan richting hindernis 1. Wees alert, voor het paard kan het ook spannend zijn dus hou je benen eraan en contact met je teugels. Maak de lijnen in het parcours mooi lang en blijf kijken naar de volgende hindernis. Na de sprong weer rustig opvangen en doorgalopperen of doordraven. Probeer één tempo aan te houden en niet teveel te schakelen. Een wending rij je met je buitenteugel en je zit, als je namelijk voor de hindernis ineens je paard omtrekt aan de binnenteugel zwenkt hij uit en rij je de hartlijn van de hindernis voorbij. (De hartlijn is de lijn haaks op de sprong). Je hebt dan een grote kans dat je paard uitbreekt omdat hij niet recht voor de sprong uitkomt. Hou goed je gewicht op je binnenste zitbeentje / stijgbeugel en hou je benen om het paard. Vergeet niet om na de laatste hindernis door de finishlijn te rijden!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
21
Barrage Als er meerdere foutloze combinaties zijn wordt er in sommige rubrieken een barrage gereden op snelheid of op rijstijl. De volgorde van de barragehindernissen is van tevoren al bekend, neem deze dus mee tijdens het verkennen van het parcours. (Tip : schrijf de nummers op je pols!) Denk aan de springrichting en aan de start- en finishlijn, verder mag je zelf bepalen hoe schuin je de hindernissen springt. Wie de barrage foutloos rijdt met de snelste tijd of de beste rijstijl, wint!
Puntentelling Je krijgt punten voor de wijze van rijden(deze tellen x 5), houding en zit(x4) en algemene indruk(x1). De wijze van rijden gaat over de lijnen in je parcours. Zorg dat je alle lijnen netjes rijdt. Niet binnendoor laten vallen maar mooi buitenom sturen en recht voor de hindernis uitkomen. Houding en zit : netjes rechtop zitten en goed meegaan op de sprong. Een rustige hand die meeveert boven de sprong is belangrijk. Een balk eraf is 4 strafpunten. De eerste weigering is 4 strafpunten, de tweede 8. Bij de derde weigering moet je het parcours verlaten.
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
22
Nawoord Springen is prachtig, geniet dus van deze mooie discipline! Ik hoop dat je wat hebt gehad aan de tips in dit E-book en zou het erg leuk vinden als je een reactie zou achterlaten op de website of facebookpagina. Wil je meer weten over springen in het terrein, over vaste hindernissen? Hou dan Manegekrant.nl in de gaten!
© Marije van der Leeuw 2013 | Alle rechten voorbehouden | Manegekrant.nl
23