Mannetje Jas in de klas Handleiding voor de bibliotheek – Groep 1-2
Colofon Het project Mannetje Jas in de klas is ontwikkeld door:
Cubiss Statenlaan 4 5042 RX Tilburg 013 - 46 56 700 www.cubiss.nl
[email protected] Cubiss maakt deel uit van de Brabantse Netwerkbibliotheek
Auteurs: José Peijen, Cubiss Marion Bolte, Cubiss Redactie: Redactiebureau C-lot, Rosmalen Grafische vormgeving: Ingrid de Jong, Cubiss Vormgeving: Margriet Sebestik, Sebestik Design Drukwerk: Drukkerij Gianotten, Tilburg Met medewerking van: Liesbeth van den Berg-Hermsen (www.kinderboekenmuziek.nl) Kleuterlesbrief Mannetje Jas: Het Jassenlied – Bibberlied – bibber- en beefmuziek – suggesties bij de liedjes – bibberwoorden De inhoud van dit project is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever vermenigvuldigd worden. Het groepsbezoek Mannetje Jas maakt als project leesbevordering deel uit van Rode Draad. Uigangspunt van dit project is het prentenboek Mannetje Jas van Sieb Posthuma, uitgeverij e Querido 2012 (3 druk). Het leesbevorderingsprogramma Rode Draad is ontwikkeld om concreet invulling te geven aan een structurele samenwerking tussen bibliotheek en onderwijs. Rode Draad brengt leerlingen elk jaar in contact met boeken en lezen. Kijk voor meer informatie op www.cubiss.nl/educatieproducten. © Cubiss, 2012
Inhoudsopgave pagina
1.
Inleiding
5
2. 2.1 2.2 2.3
Inzet in de onderwijspraktijk Leerdoelen Referentiekader en kerndoelen Taal- en stimuleringsprogramma’ s
5 5 5 6
3. 3.1 3.2 3.3
Inhoud en opzet project Mannetje Jas Inhoud project Mannetje Jas Opzet project Mannetje Jas Vijf projectweken
6 6 7 7
4. 4.1 4.2
Ouders en het bibliotheekbezoek Ouderbijeenkomst Voorleesprogramma ‘Voorlezen is leuk’
8 8 8
5.
Suggesties voor een aanvullende collectie
9
1.
Inleiding Mannetje Jas is een leesbevorderingsproject bestemd voor groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Het is onderdeel van het leesbevorderingsprogramma Rode Draad van Cubiss, waarbij het stimuleren van het leesplezier van kinderen centraal staat. In groep 1 en 2 ligt het accent daarbij op voorlezen. Voorlezen, het samen bekijken van prentenboeken en er over praten, versjes lezen en liedjes zingen zijn belangrijke elementen om kinderen actief en passief met taal in aanraking te laten komen. Er is een positieve samenhang vastgesteld tussen voorlezen en het aanvankelijk en begrijpend lezen. Ook spelen boeken een grote rol bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit van kinderen, bij de uitbreiding en herkenning van hun leefwereld en bij het herkennen van en leren omgaan met gevoelens. Uitgangspunt van dit project is het prentenboek Mannetje Jas van Sieb Posthuma, e uitgegeven door uitgeverij Querido in 2012 (3 druk). Het is een modern sprookje over een mannetje dat in zijn jassen woont. Wat Mannetje Jas ook doet, hij wordt maar niet warm. Steeds meer jassen trekt hij aan. Maar met al die jassen past hij zijn eigen huis niet meer in. Hij moet voortaan wonen in zijn jassenhuis. Dan ontmoet hij Vrouwtje Jas dat net zo kouwelijk is als hij en ook in zo’n jassenhuis woont. Ze hebben veel om over te praten en ze krijgen het er zelfs warm van. De jassen kunnen uit! Het duurt niet lang of het mannetje haalt alle spullen uit zijn eigen huis en trekt bij Vrouwtje Jas in. Aan de kapstok hangen voortaan nog maar twee jassen. Het prentenboek komt tot leven door het voor te lezen in de klas, door te spelen met het verhaal en door de verwerking van de thema’ s uit het verhaal, zoals kleding, warm en koud, tegenstellingen, huis en wonen. De suggesties over voorlezen in deze handleiding zijn gebaseerd op de Taallijn, een werkwijze om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren (www.detaallijn.nl). Hierbij ligt de nadruk op de interactie met en tussen kinderen met het doel om zowel het taalaanbod als de taalproductie te stimuleren.
2.
Inzet in de onderwijspraktijk
2.1
Leerdoelen -
2.2
Leerlingen hebben inzicht in de verhaallijn en de illustraties van het prentenboek; Leerlingen kunnen zich inleven in het verhaalfiguur van het prentenboek; Leerlingen kunnen reflecteren op de eigen ervaring van het voorgelezen prentenboek.
Referentiekader en kerndoelen Met dit project werken de leerlingen tevens aan het bereiken van de Referentieniveaus Lezen op het eind van de basisschool, zoals deze staan beschreven in Leerstoflijnen lezen beschreven (SLO, 2011): - Leerlingen komen in aanraking met een leesomgeving; - Leerlingen werken aan een leestaak: (voor)lezen van fictie en het delen van leeservaringen; - Leerlingen komen in aanraking met verschillende onderwerpen in boeken;
5
-
Leerlingen komen in aanraking met verschillende kenmerken van verhalen zoals verhaalstructuur en perspectief, personages en woordgebruik; Leerlingen ontwikkelen een waardering voor verhalende teksten en leren de waardering te formuleren; Leerlingen leren bronnen te gebruiken die met jeugdliteratuur te maken hebben zoals de bibliotheek.
Het project Mannetje Jas sluit aan op Kerndoel 9 van het Nederlands schriftelijk onderwijs (2006): - De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Zie ook www.slo.nl/primair/kerndoelen en http://tule.slo.nl). 2.3
Taal- en stimuleringsprogramma’ s Het project kan worden ingezet bij de thema’s van verschillende taal- en stimuleringsprogramma’s. Ik en Ko
Piramide
Kleuterplein
Schatkist
Brr, wat koud
Kamers in het huis
Bouwen
Vriendjes
Bij mij thuis
We gaan verhuizen
Thuis
Iedereen is mooi!
Thuis in mijn huis Kijk mij eens! Wie ben ik? Hoe vind je het staan? Allemaal mensen
3.
Inhoud en opzet project Mannetje Jas
3.1
Inhoud project Mannetje Jas U levert aan de school de volgende materialen: - Prentenboek Mannetje Jas. - Een set uitgestanste jassen voor het maken van een jassenhuis. - Vertelattribuut rood vogeltje. - Toegang tot www.cubiss.nl/mannetjejas, een webpagina met digitale projectmaterialen (login gegevens staan beschreven in ‘handleiding onderwijs’: gebruikersnaam: Mannetjejas en wachtwoord: klappertanden): • Vertelplaten Mannetje Jas. • Filmpje Mannetje Jas (uitzending Koekeloere 21-8-2008) via www.teleblik.nl. • Het Jassenlied. • Bibberlied. • Vogelgeluiden. - Handleiding onderwijs. - Bibliotheekbrief. - Optie: een kleine collectie boeken bij thema’s kleding, tegenstellingen, verliefd en wonen. In de handleiding onderwijs wordt deze collectie als optie genoemd. 6
Voor de leerkracht worden in de handleiding ook andere alternatieven genoemd: boeken zoeken in de schoolbibliotheek of in de bibliotheek. Voor de uitvoering van het project is een collectie boeken bij de thema’s niet strikt noodzakelijk. 3.2
Opzet project Mannetje Jas Het project Mannetje Jas is verdeeld over vijf projectweken. In iedere projectweek kunnen tijdens één dagdeel verschillende activiteiten uitgevoerd worden. Naar eigen inzicht kan de leerkracht een aantal weken samenvoegen, zodat de projectperiode wordt ingekort. In elke projectweek wordt het verhaal steeds op een andere manier aangeboden. Door het verhaal meerdere keren voor te lezen, door over het boek te praten en kinderen het verhaal te laten navertellen, verwerken ze het beter. Kinderen ontdekken dat verhalen voorspelbare elementen bevatten, zoals karakters, situaties, problemen en oplossingen voor de problemen. Zo ontdekken ze dat de volgorde in verhalen iets met het tijdsverloop van het verhaal te maken heeft. Deze kennis helpt hen later met begrijpend lezen. Het voorlezen staat centraal in dit project, maar er worden ook activiteiten uitgevoerd met verhaalelementen uit het boek. Het verhaal van Mannetje Jas sluit aan bij thema’s als kleding, tegenstellingen, verliefd en wonen. Suggesties voor deze activiteiten zijn in de handleiding onderwijs beschreven. De voorleesactiviteiten in deze handleiding zijn gebaseerd op De Taallijn VVE, waarbij in zes stappen een voorleescyclus wordt gevolgd. De zes stappen zijn in deze handleiding geïntegreerd in de verschillende projectweken. 1. Voorbereiding door de leerkracht: verhaal lezen en probleemstelling bepalen. 2. Kinderen nieuwsgierig maken: kinderen voorspellen de inhoud van het verhaal. 3. Introduceren van verhaalfiguren en voorlezen van het verhaal. 4. Ingaan op het verhaal: de verhaallijn, het probleem en de oplossing. 5. Doorgaan op het verhaal en verwerking. 6. Afsluiting van het project.
3.3
Vijf projectweken Week 1 Mannetje Jas
- Introductie * Voorlezen van de bibliotheekbrief * Leren Bibberlied * Verwerking: een jas voor Mannetje Jas - Voorlezen prentenboek Mannetje Jas - Ingaan op het verhaal: woordmuur en projecttafel
Week 2 Het verhaal van Mannetje Jas
- Voorlezen: prentenboek Mannetje Jas - Ingaan op het verhaal: verhaalfiguur Mannetje Jas - Doorgaan op het verhaal: kleding - Leren van Het Jassenlied - Verder lezen
Week 3 Warm en koud
- Voorlezen met vertelplaten op digibord: Vogeltje vertelt Mannetje Jas - Ingaan op het verhaal: boek doorbladeren met accent op warme en koude woorden 7
- Verwerking: bibberwoorden - Doorgaan op het verhaal: warm en koud tegenstellingen - Verwerking: Bibberlied en bibber-en beefmuziek - Verder lezen
4.
en
andere
Week 4 Verliefd
- Voorlezen: luisteren en kijken naar Mannetje www.teleblik.nl - Ingaan op het verhaal: Mannetje Jas en Vrouwtje Jas - Verwerking: Hartentafel - Verder lezen
Week 5
- Voorlezen en doorgaan op het verhaal: wonen in een jassenhuis - Verwerking: de bouwhoek - Verder lezen - Afsluiting: minimusical
Jassenhuis
Jas
op
Ouders en het bibliotheekbezoek
Mannetje Jas is een bibliotheekproject wat in de klas wordt uitgevoerd. Om het bibliotheekbezoek te stimuleren, kunt u in samenwerking met de school kiezen voor een vervolgactiviteit in de vorm van het voorleesprogramma ‘Voorlezen is leuk’. U kunt dit voorleesprogramma bij de ouders introduceren tijdens een ouderbijeenkomst, bijvoorbeeld tijdens de afsluiting van het project. 4.1
Ouderbijeenkomst U begint het programma met het aanbieden van het boek, zoals u dat ook bij de kleuters zou doen. Op basis van de verschillende thema's uit dit boek kunt u aandacht besteden aan de verschillende soorten boeken. Bijvoorbeeld een instructief prentenboek, een prentenboek dat bijdraagt tot de fantasieontwikkeling enzovoorts. Tijdens de bijeenkomst vertelt u verder aan de ouders wat ze met een prentenboek kunnen doen. Zo kunnen ze variëren in de manier waarop ze voorlezen. Ook is het belangrijk om kinderen bij het verhaal te betrekken. En natuurlijk mogen de gedichtjes niet ontbreken. Bovendien kunt u, ter voorbereiding op het zelf leren lezen, een pictogrammenboek laten zien. U sluit de bijeenkomst af met de oproep om vooral niet te stoppen met voorlezen wanneer kinderen zelf gaan lezen. Hieraan gekoppeld kunt u ouders informeren over het Voorleesprogramma ‘Voorlezen is leuk’.
4.2
Voorleesprogramma ‘Voorlezen is leuk’ Het Voorleesprogramma is gebaseerd op het leesprogramma wat jaarlijks wordt georganiseerd voor kinderen in het basisonderwijs. Het is een goed instrument om ouders te stimuleren naar de bibliotheek te komen en thuis voor te lezen aan hun kinderen.
8
Het Voorleesprogramma bevat de volgende materialen: - een strippenkaart met op de achterzijde voorleestips voor ouders; - een set van vijf posters; - een handleiding voor de bibliothecaris en een handleiding voor de leerkracht. Tijdens de ouderbijeenkomst kunt u de ouders uitnodigen mee te doen met het Voorleesprogramma. Kleuters ontvangen bij het inleveren van hun boek in de bibliotheek een sticker. Op de strippenkaart kunnen de kleuters stickers sparen. Als de strippenkaart vol is, kan een kleine beloning in het vooruitzicht worden gesteld. Meer informatie over dit project van Rode Draad vindt u op www.cubiss.nl/educatie-producten (Voorlezen is leuk). Op de productpagina van ‘Voorlezen is leuk’ vindt u ook de digitale handleiding voor de bibliotheek. Kiest u voor deze aanvullende activiteit, dan is een bestelling van de strippenkaarten voldoende.
5.
Suggesties voor een aanvullende collectie
Het project kunt u voor de school uitbreiden met een collectie boeken rondom de thema’s van het project: kleding, tegenstellingen, seizoenen, verliefd en wonen. In de handleiding voor het onderwijs is deze collectie als optie opgenomen. Enkele titels die aansluiten bij het thema, worden genoemd bij de activiteit Verder Lezen. Voor de leerkracht worden in de handleiding ook andere alternatieven genoemd om over deze boeken te beschikken: boeken zoeken in de schoolbibliotheek of in de openbare bibliotheek. Voor de uitvoering van het project is een collectie boeken bij de thema’s niet strikt noodzakelijk. Thema Kleding - boeken uit de Kijkdoos serie; - Waar is mijn sok? – Marijke ten Cate; - Nog honderd nachtjes slapen – Milja Praagman; - De zonnetjesbroek – Carry Slee. Thema Tegenstellingen - Vriendjes Dik of Dun – Alice Hoogstad; - Het kleine boek vol tegenstellingen – serie Moemin. Thema seizoenen - Het vrolijke wintervoorleesboek – Marianne Busser en Rik Schröder; - Het vrolijke zomervoorleesboek – Marianne Busser en Rik Schröder; - Het vrolijke lentevoorleesboek – Marianne Busser en Rik Schröder; - Het vrolijke herfstvoorleesboek – Marianne Busser en Schröder. Thema Verliefd - Beer is op vlinder – Annemarie van Haeringen; - Kikker is verliefd – Max Velthuijs; - Rikki en Anni – Guido Van Genechten. Thema Wonen - Klein Mannetje zoekt een huis – Max Velthuijs; - Een huis bouwen (Willeweten) – Pierre Winters; - boeken uit de Kijkdoos serie. 9