Verteller in de klas Handleiding bibliotheek
VERTELLER IN DE KLAS Hoe vertel je een verhaal? Handleiding Bibliotheek - Groep 7
Colofon © Cubiss Tilburg, 2010 Samenstelling: Mieke Aalderink, verteller en jeugdbibliothecaris Redactie: Boekwerk, Maasbommel
INHOUDSOPGAVE
pagina 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Verhalen vertellen Doelstellingen Kerndoelen Cultuureducatie
5 5 5 6 6
2.
VERTELLER IN DE KLAS
7
3. 3.1 3.2
VOORBEREIDING DOOR DE BIBLIOTHEEK De verteller Samenstellen boekencollectie voor scholen
8 8 8
4.
ORGANISATIE
10
Bijlagen 1. Lijst met vertellers 2. Suggesties voor een boekencollectie
11 13
1.
INLEIDING
In groep 7 weten kinderen al veel van boeken. Ze kunnen zelf een keus maken uit het grote aanbod van jeugdliteratuur. Ze weten precies welke boeken het mooist of het spannendst zijn. Ze weten ook hoe en waar ze leuke boeken kunnen vinden. Korte verhalen zijn bij kinderen minder bekend. Ook van de oorsprong, de orale traditie, zijn de meeste kinderen niet op de hoogte. 1.1
Verhalen vertellen Het project ‘Verteller in de klas’ brengt kinderen in contact met de oudste vorm van cultuuroverdracht: het vertellen van verhalen. Ze gaan kijken en luisteren naar een professionele verhalenverteller. In de aanloop naar dit bezoek worden ze geïnformeerd over de oorsprong van de vertelkunst. Ze maken kennis met een grote verscheidenheid aan korte verhalen: volks- en cultuursprookjes, sagen, mythologische verhalen, volksverhalen uit alle windstreken en moderne, nieuwe verhalen. Het vertelde verhaal geeft de kinderen inzicht in een adequate opbouw van een verhaal, met een duidelijke introductie, een hoogtepunt en een slot. Kinderen worden gestimuleerd creatief en doelgericht gebruik te maken van taal. Het zien en horen van een verteller daagt de kinderen uit zelf aan de slag te gaan met het vertellen van een verhaal. De tijd in een druk schoolprogramma is vaak onvoldoende om leerlingen de gelegenheid te geven hun spreekvaardigheid te oefenen. Een manier om leerlingen langer aan het woord te laten, is hen verhalen te laten vertellen. Verhalen vertellen is toegankelijk voor alle leeftijden en niveaus. Het biedt een goede ingang bij taalzwakke leerlingen. Kinderen starten vanuit hun eigen kunnen; ze beginnen waar ze zijn. Om hun verhaal te kunnen vertellen hebben ze taal nodig. Al pratend, schrijvend, lezend en luisterend leren ze hoe de taal werkt; de technische vaardigheden worden interessant wanneer ze een doel dienen. Kinderen zijn actiever en gemotiveerder wanneer er serieus en belangstellend naar hen geluisterd wordt. Dit vergroot de kansen van individuele leerlingen op het gebied van taal en lezen.
1.2
Doelstellingen Doelstellingen van de ‘Verteller in de klas’ zijn: • Kinderen nieuwsgierig maken naar verhalen. • Kinderen laten ervaren dat verhalen behoren tot het culturele erfgoed. • Kinderen laten ervaren dat het doorgeven van verhalen een vorm is van cultuuroverdracht. • Kinderen laten kennismaken met een verteller en zijn of haar verhalen. • Kinderen laten kennismaken met de techniek van het verhalen vertellen en verbeelden.
1.3
Kerndoelen basisonderwijs ‘Verteller in de klas’ sluit aan op de kerndoelen van het basisonderwijs die in het schooljaar 2009-2010 volledig ingevoerd zullen zijn. De kerndoelen van het leergebied ‘Nederlands schriftelijk taalonderwijs’ zijn: • Kerndoel 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 5
• Kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. • Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. 1.4
Cultuureducatie Kinderen en jongeren groeien op in een samenleving waarin sprake is van een overdaad aan cultuur. Het onderwijs is de aangewezen plek om hen kennis te laten maken met het veelzijdige cultuuraanbod. ‘Door kinderen op jonge leeftijd kennis te laten maken met kunst, cultureel erfgoed en media, leren zij ontdekken wat cultuur betekent voor henzelf en de maatschappij’. (uit: Onderwijs in cultuur, advies van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad, april 2006)
Kunstzinnige oriëntatie In de kerndoelen van het basisonderwijs wordt het leergebied ‘kunstzinnige oriëntatie’ genoemd. Door middel van een kunstzinnige oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Het gaat bij dit domein om kennismaking met die aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Het gaat bij kunstzinnige oriëntatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten)wereld. Kinderen leren zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Kunstzinnige oriëntatie is er ook op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van kunstzinnige oriëntatie aan de ontwikkeling van kinderen. Kerndoelen ‘kunstzinnige oriëntatie’ De kerndoelen van het leergebied ‘kunstzinnige oriëntatie’ zijn: • Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaring mee uit te drukken en om ermee te communiceren. • Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. • Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. (uit: Kerndoelenboekje, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, april 2006) Het advies van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad en de kerndoelen van het basisonderwijs geven aan dat een project rondom het vertellen van verhalen prima aansluit bij cultuureducatie. Door verhalen maken kinderen kennis met het culturele erfgoed en ze maken kennis met een verteller die het doorgeeft. Verhalen geven het culturele erfgoed betekenis en zijn ook zelf deel van het culturele erfgoed. Daarnaast is het voor kinderen ook heel waardevol om kunst, en in dit geval de vertelkunst, te ervaren.
6
2.
VERTELLER IN DE KLAS
De bibliotheek nodigt een verteller uit voor een bezoek in de klas of de bibliotheek. Zo’n bezoek vraagt natuurlijk om voorbereiding, want hoe beter dat gebeurt des te leuker zal het worden. Dat kan op verschillende manieren. • Leerlingen gaan, na een introductie van de leerkracht, aan de slag met het lezen en vertellen van korte verhalen. • In navolging op de van oorsprong orale traditie gaan leerlingen op zoek naar een verhaal bij familieleden en bekenden en maken zo hun eigen verhaal. • De leerlingen worden begeleid bij het voorbereiden van te vertellen verhalen. • Leerlingen luisteren naar een verteller. • Leerlingen vertellen hun eigen verhaal. In de handleiding voor de leerkracht staan lessuggesties om het bezoek van de verteller zo goed mogelijk voor te bereiden. De verteller wordt uitgenodigd aan het begin van de projectperiode. Het bezoek van de verteller is het startsein voor het verhalen vertellen in de klas. Voor de meeste leerkrachten is verhalen vertellen in de klas geen alledaagse bezigheid. Ook voor hen is het bezoek van een professionele verteller een noodzakelijke handreiking om met het project aan de slag te kunnen. Na de inleidende activiteiten van de verhalenverteller kan de leerkracht het (vertel)stokje overnemen en gericht met de kinderen en de verhalen gaan werken. Tip Ouders vinden het dikwijls ook leuk om betrokken te zijn bij de activiteiten of projecten waarmee hun kind bezig is. Zeker als hun zoon/dochter met enthousiaste verhalen over de voorbereidingen of de vertelvoorstelling thuiskomt. Het is wellicht een goed idee om de verteller ’s avonds uit te nodigen in de bibliotheek voor belangstellende ouders.
7
3.
VOORBEREIDING DOOR DE BIBLIOTHEEK
3.1
De verteller U nodigt een verteller uit. In bijlage 1 vindt u een overzicht van vertellers die ervaring hebben met het vertellen in de klas en het werken met groepen kinderen. De vertellers uit deze lijst zijn op de hoogte van het Rode Draadproject ‘Verteller in de klas’. U kunt natuurlijk ook zelf op zoek gaan naar vertellers. Er zijn verschillende internetsites waar u vertellers kunt vinden. Voor ervaringen met bepaalde vertellers kunt u informatie opvragen bij uw collega’s.
3.2
Samenstellen boekencollectie voor scholen Het project ‘Verteller in de klas’ is ook een boekpromotieproject. Kinderen worden gestimuleerd om te lezen. Bij dit project mag een boekencollectie daarom niet ontbreken. Verzamel boeken met korte verhalen uit de collectie van de bibliotheek. Echter, veel verzamelbundels bevatten verhalen die een hoge moeilijkheidsgraad hebben. Dat zijn niet altijd boeken die gemeden hoeven te worden in de collectie. Voorlezen is ook een belangrijk onderdeel van het project. De collectie moet echter voldoende boeken bevatten waarmee de kinderen wel aan de slag kunnen. Zorg voor voldoende eenvoudige korte verhalen. Verhalende gedichten, gedichten waar een duidelijke verhaallijn in zit, zijn ook bruikbaar (Annie M.G. Schmidt, Shel Silverstein). Ook prentenboeken kunnen een goede aanvulling op de collectie zijn. Let bij het selecteren van de prentenboeken wel op de ‘volwassen’ inhoud van het verhaal. Daarbij zijn de volgende aandachtspunten wellicht bruikbaar. • De prentenboeken zijn niet specifiek gericht op de belevingswereld van peuter of kleuter. De hoofdpersonen zijn geen peuters of kleuters. • Let op de opbouw van het verhaal. Is er een duidelijk begin of ‘probleem’? Hoe wordt dat uitgewerkt? Is er een logisch, ludiek, of ‘goed’ eind? • Is het verhaal origineel genoeg om er een vertelling van te maken? Blijft het verhaal overeind zonder de plaatjes? Het verhaal moet verteld kunnen worden zonder boek. Prentenboeken Een groot aantal prentenboeken bevat bewerkingen van oude sprookjes en volksverhalen. Dat is in de verhalen terug te vinden (Gekke buren, Onder water boven water, De stadsmuis en de veldmuis, De vos en de ooievaar, De leeuw en de muis). Verder zijn de boeken over Kikker van Max Velthuijs, de boeken over Eend van Harmen van Straaten en sprookjesprentenboeken heel bruikbaar. Dit zijn slechts voorbeelden. In de eigen collectie zijn zeker bruikbare prentenboeken aanwezig. Korte volksverhalen Bij de handleiding voor de leerkracht zijn 24 korte volksverhalen opgenomen die goed bruikbaar zijn voor beginnende vertellers. Deze verhalen zijn ook beschikbaar via www.cubiss.nl/educatieproducten waar de verhalen als 1 pdf gedownload kunnen worden. Het is aan te bevelen de leerkracht erop te wijzen dat het voorlezen van korte verhalen zeker voor dit project een heel zinvolle activiteit is. • Leerlingen moeten een goede keuze kunnen maken uit korte verhalen. Daarvoor moeten ze veel verhalen gelezen en gehoord hebben.
8
• Om een verhaal te kunnen vertellen moet een verhaal ‘geanalyseerd’ worden. Door veel verhalen te horen en te lezen doorgronden leerlingen eenvoudiger de verhaalopbouw van een kort verhaal. • Door veel verschillende verhalen te horen, leren leerlingen zonder extra moeite genres te onderscheiden. • Door leerlingen veel verschillende verhaalgenres aan te bieden, wordt de nieuwsgierigheid geprikkeld. Aanbod Samengevat kan het aanbod bestaan uit: • Oude volkssprookjes. Denk ook aan de volkssprookjes uit andere culturen (Afrikaanse sprookjes, Anansiverhalen, Hodjaverhalen, Kantjilverhalen). • Kunst- of cultuursprookjes. Bekende schrijvers van cultuursprookjes zijn Hans Christiaan Andersen, Annie M.G. Schmidt, Godfried Bomans en Astrid Lindgren. • Mythen. De verhalen hebben betrekking op het ontstaan van de aarde, de natuur, natuurverschijnselen en de mens. Bewerkingen van mythologische verhalen van onder andere Imme Dros zijn bruikbaar als voorleesverhalen. Om als uitgangspunt voor vertellingen te gebruiken, zullen ze voor veel kinderen te moeilijk zijn. • Sagen. De sage is verwant aan het sprookje, maar is gebaseerd op historische gebeurtenissen en bijgeloof. • Fabels. Een fabel is een vaak maatschappijkritische zedenles met een moraal. Denk aan bewerkingen van De La Fontaine en Aesopus. • Moderne verhalenbundels. Geschikte auteurs zijn Toon Tellegen, Paul Biegel en Annie M.G. Schmidt. Daarnaast zijn er de bloemlezingen met verhalen van verschillende auteurs, vaak gebundeld rondom een thema zoals jarig zijn, heksen, rovers of dieren. • Gedichten. Zie hoofdstuk 3.2. • Liedteksten. Kinderliedjes vertellen een verhaal. De verhaallijn kan een idee zijn voor een verhaal. • Prentenboeken. Zie hoofdstuk 3.2.
9
4.
ORGANISATIE Verteller Bespreek met de verteller hoe zijn of haar bezoek zal verlopen. Daarbij kunnen de volgende punten aan de orde komen: • Gaat het om een verteller op school of in de bibliotheek? Als de verteller op school komt, komt hij/zij dan in de klas of wordt het verhaal verteld aan meerdere groepen tegelijk? Komt de verteller in de bibliotheek, hoeveel luisteraars zijn er dan? • Is de verteller op de hoogte van het Rode Draadproject? Bespreek met de verteller de organisatie van het bezoek in de klas. De vertellers (zie bijlage 1) zullen waarschijnlijk één uur in de klas zijn. Zij vertellen een verhaal en hebben daarover een gesprek met de leerlingen. Het is ook mogelijk dat het gesprek met de leerlingen een workshopachtig karakter krijgt. Bijvoorbeeld een leerling vertelt zijn verhaal en de verteller geeft daarbij regieaanwijzingen. Kent een verteller het Rode Draadproject niet, dan is het goed om het project toe te lichten en eventueel een handleiding voor de leerkracht toe te sturen. • Kosten van het bezoek. De vertellers uit de lijst van bijlage 1 zullen een prijs doorberekenen conform de prijs van een schrijversbezoek via de Stichting SSS. • Randvoorwaarden: geluidsversterking, speelruimte, licht, voorbereidingstijd van de verteller, benodigd extra materiaal (attributen, papier, flap-over enzovoort). Leerkracht Bespreek met de leerkracht de organisatie van het bezoek. Let daarbij op de volgende punten: • Komt de verteller op school of in de bibliotheek? • Bepaal een datum en nodig de verteller uit. • Verzorg de uitnodigingen, als het bezoek in de bibliotheek plaatsvindt. • Wat is het aantal kinderen in de groep? • Zorg voor de randvoorwaarden: geluidsversterking, speelruimte, licht, voorbereidingstijd van de verteller, benodigd extra materiaal (attributen, papier, flap-over enzovoort). • Wie maakt een verslag en foto's van het bezoek voor de (school)krant? • Is er promotiemateriaal nodig? • Regel datum, tijd, zitplaatsen, en randvoorwaarden (zie boven) als het bezoek in de bibliotheek plaatsvindt. • Regel eventueel een avond voor de ouders (tijd, datum, zitplaatsen, koffie). • Nodig de pers uit. • Informeer de leerkracht over de verteller, de voorstelling en over de inhoud van het bezoek.
10
Bijlage 1 LIJST MET VERTELLERS Adrie Gloudemans Snoekborch 14 5247VC Rosmalen
T M E I
(073) 5218511 06 24 52 04 65
[email protected] www.watverteljemenu.nl
Bea de Groote Dopplerdomein 12b 6229 GN Maastricht
T E I
(043) 3260905
[email protected] www.beadegroote.nl
Cisca Boermans Scorpius 1 5175 XM Loon op Zand
T I
(0416) 362460 www.ciscaboermans.nl
Desiree Hornikx Ten-Borchwardlaan 63 5591 LB Heeze
T E
(040) 2265526
[email protected]
Eric Borrias Klein Brabant 145 5262 RR Vught
T E I
06 22 30 71 03
[email protected] www.verhalenverteller.info
Esther de Jong Spangensekade 93D 3027GP Rotterdam
T M E I
(010) 4150524 06 40 53 87 31
[email protected] www.hansvanwoerkom.nl/verhalenfontein
Fons Boer Da Costakade 83 III 1053 WJ Amsterdam
T M E I
(020) 6893719 06 40 20 92 11
[email protected] www.de.overkant.com
Hans van Woerkom Topaas 84 2651 RR Berkel en Rodenrijs
T E I
(010) 5120667
[email protected] www.hansvanwoerkom.nl
Janna van den Berg e 11 wijk 36 7797HH Rheezerveen
T E I
(0523) 638393
[email protected] www.jannavandenberg.nl
Meta van Appeven
M 06 15 87 43 72 E
[email protected] I www.verhalenvertellen.eu
Mia Verbeelen De Praam 23 4002 GC Tiel
T E
(0344) 615915
[email protected]
11
Mieke Aalderink Duijn en Daelseweg 29 5391 ED Nuland
T E
(073) 5324554
[email protected]
Mirjam Mare Redemptoristenpad 110 5211 XS ‘s-Hertogenbosch
T E I
(073) 6126981
[email protected] www.mareverhalen.nl
Nel Lekatompessy Schoenerstraat 1 1503 BA Zaandam
T E
(075) 6178889
[email protected]
Nico Prins Lindendaal 3 3075 LV Rotterdam
T M E I
(010) 4321096 06 11 10 18 54
[email protected] www.verhalenboot.nl
Niels Brandon Cotterink Gooilaan 51 2574 XK Den Haag
M 06 55 81 56 90 E
[email protected] I www.nielsbrandaancotterink.nl
Nilo Berrocal Julianaweg 443 3523 XG Utrecht
T E I
(030) 2882774
[email protected] www.nilovertelt.nl
Pauline Seebregts Clarastraat 82 5211 LB ’s-Hertogenbosch
T E I
(073) 6900645
[email protected] www.paulineseebregts.nl
Walter Roozendaal Hovenierstraat 75 1825 AB Alkmaar
T E I
(072) 5619011
[email protected] www.muzemuzette.com
Wijnand Stomp Nicolaas Anslijnstraat 103 a-c 1068 WT Amsterdam
T I
(020) 6673200 www.puuree.com
Wim Wolbrink Eendengang 75 Kasbah 7552 KN Hengelo (O)
T E I
(074) 2422696
[email protected] www.werder.nl
Winston Scholsberg Van Swindenstraat 19 2562 RE Den Haag
M 06 51 36 40 90 E
[email protected] I www.winstonscholsberg.net
Erik van Dort Velduil 25 9781 RK Bedum
M 06 45 53 63 62 E
[email protected] I www.vertellus.nl
Via www.stichtingvertellen.nl kunt u vertellers (professionals én amateurs) vinden die zijn aangesloten bij de Stichting Vertellen. 12
Bijlage 2 SUGGESTIES VOOR EEN BOEKENCOLLECTIE
Er zijn veel bundels verschenen met sprookjes, volksverhalen, mythen, sagen, legenden en nieuwe verhalen. Onderstaande titels zijn slechts een beperkte selectie uit het grote aanbod. Verschillende titels zullen uitverkocht zijn, maar wellicht nog wel beschikbaar in de collectie van de bibliotheek. Zie ook het overzicht van soorten verhalen bij hoofdstuk 3.2. Via www.cubiss.nl/educatieproducten (zoek naar Rode Draad boekenlijst) vindt u elk jaar een selectie van verkrijgbare titels.
-----
------------------------Aesopus Ardagh, Philip Ardagh, Philip Ardagh, Philip Biegel, Paul Boubeker, Hamsi Bradman, Tony Chen, Kerstin
Het Madiba-boek: de lievelingsverhalen van Nelson Mandela Waar verteld!? Vreemde verhalen van vroeger en nu Het was een donkere en stormachtige nacht Serie: Verhalen uit kleurrijk Nederland De verhalenboom: verhalen uit alle windstreken voor kinderen Zeemeerminnen, zeeschuimers en schuimkoppen Elke dag dierendag Spionnen en speurders Het grote geheimboek Het grote roversboek Het grote heksenboek De fabels van Aesopus Afrikaanse mythen & legenden Keltische mythen & legenden Zuid-Amerikaanse mythen & legenden Laatste verhalen van de eeuw Berberse verhalen Beroemde verhalen over schurken en superhelden De heer van de kraanvogels
Crossley-Holland, Kevin Dahl, Roald Djah Bélinga, Yvonne
Arthur, koning van alle tijden Roald Dahl’s schatkamer Koeloe schildpad en andere verhalen uit Kameroen
French, Fiona Gavin, Jamila Goverde, Thijs Haeringen, Annemarie van Hjorth Nielsen, Erik
Anansi en de botjesman Onze mooiste verhalen De purperen koningsmantel Het begin van de zee (vertelplaten) Waar is mijn mes?
Kobas, Ufuk Kruijssen, Agave Lichtveld, Noni Lilipaly-de Voogt, Ada
Nasreddin Hodja Het lied van heer Halewijn Anansi De boom vol schatten: vertellingen uit de Molukken
-----------------
13
J 861 J 914 A J 914 A B B B A B J 915.1 J af 918 J 916.4 J am.z 918 B J af-alge 918 J 861 AJ eu-chin 918 J 916.5 J 869en J af-kame 918 J 915.1 J 914 B J am-groe 918 J az-turk 918 J 916.5 J 915.1 J az-indo 918
Lobel, Arnold Mayo, Margaret Moodie, Fiona Orman, Olga Pearson, Maggie Petermeijer, Hans Schmidt, Annie M.G. Schmidt, Annie M.G. Silverstein, Shel Streit, Jakob Tellegen, Toon Vries, Anke de Yeoman, John
Fabels Mythische dieren uit alle windstreken Nabulela Hoe Anansi de ogen van de koning opende Sprookjes van overal Verhalen uit Duizend-en-één-nacht Het grote Annie M.G. Schmidt voorleesboek Ziezo Ik val omhoog Tamino en de vogelvanger Bundels met dierenverhalen Het keteldier en andere verhalen De zingende schildpad
14
J 915 J 915.9 af-zuid 918 AJ 915.1 AJ 914 J 916.1 J 875 J *879en J af-egyp 918 B J 914 J 915.1