Dwergjes van Tuil Een verhaal van Paul Biegel Handleiding voor de bibliotheek – Groep 3 & 4
Colofon Het project Dwergjes van Tuil is ontwikkeld door:
Cubiss, 2011 Statenlaan 4 5042 RX Tilburg 013 - 46 56 700 www.cubiss.nl
[email protected] Cubiss maakt deel uit van de Brabantse Netwerkbibliotheek
Auteurs:
Redactie:
(Grafische) vormgeving: Ingrid de Jong, Cubiss Drukwerk:
De inhoud van dit project is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever vermenigvuldigd worden. Dwergjes van Tuil maakt als project leesbevordering onderdeel uit van Rode Draad. Het leesbevorderingsprogramma Rode Draad is ontwikkeld om concreet invulling te geven aan een structurele samenwerking tussen bibliotheek en onderwijs. Rode Draad brengt leerlingen elk jaar in contact met boeken en lezen. Kijk voor meer informatie op www.cubiss.nl/educatieproducten. © Cubiss, 2013
Inhoudsopgave pagina
1.
Inleiding
5
2.
Over Paul Biegel
6
3.
Leer- en kerndoelen
7
4.
Referentiekader Nederlandse taal
8
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
Organisatie Pakket De dwergjes van Tuil Opzet De dwergjes van Tuil Voorbereiding bibliotheek Suggesties voor het samenstellen van de collectie
9 9 9 9 10
1.
Inleiding
In het leesbevorderingsproject Rode Draad is het stimuleren van leesplezier een belangrijk doel. Kinderen die plezier hebben in lezen, lezen meer en gaan daardoor sneller vooruit in technisch en begrijpend lezen. Uit nationaal en internationaal onderzoek blijkt dat de invloed van lezen op mondelinge taal (woordenschat), begrijpend lezen, technische leesvaardigheid en spelling groot is. Rode Draad is zodanig opgebouwd dat leerlingen op de basisschool in meerdere leerjaren kennis kunnen maken met prentenboeken, tekstsoorten, genres en schrijvers. Ze leren boeken kiezen, beoordelen en waarderen. In groep 3 leren leerlingen lezen en maken ze de stap naar het zelf lezen van boeken. Vaak wordt er vanaf dat moment minder voorgelezen. Maar juist dan is het belangrijk de voorleestraditie voort te zetten. Immers, voorlezen is geen vervangende activiteit in de jaren dat kinderen nog niet zelf kunnen lezen. Het is veel meer dan dat. Zo draagt het bij tot de ontwikkeling van een goede emotionele band tussen voorlezer en het kind. Bovendien is voorlezen van belang voor de taalontwikkeling, stimuleert het de creativiteit en bevordert het de kennisbehoefte. Een variant op voorlezen is het vertellen van verhalen. Vanaf groep 4 worden de leerlingen volgens de kerndoelen van het basisonderwijs in contact gebracht met allerlei soorten teksten. Onder tekstsoort verstaan we de vorm waarin een verhaal is verwoord of uitgebeeld, zoals een prentenboek, gedicht, sprookje, leesboek of informatief boek. Om later boeken te leren kiezen en waarderen, is het van belang dat leerlingen op de hoogte zijn van verschillende tekstsoorten. Ook in groep 4 is blijven voorlezen en vertellen belangrijk. Daarbij wordt het accent gelegd op het navertellen van een verhaal en het beantwoorden van vragen erover. Het project De dwergjes van Tuil – een verhaal van Paul Biegel is dusdanig opgezet dat het geschikt is voor leerlingen van zowel groep 3 als groep 4. Voorlezen en vertellen zijn belangrijke aandachtspunten binnen het project. Ook is er veel ruimte voor het beleven en navertellen van verhalen. Verder maken de leerlingen in het project in beperkte mate kennis met verschillende tekstsoorten, zoals poëzie. Paul Biegel is een van de grootste schrijvers uit de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur. Zijn werk is omvangrijk en divers, en tot op de dag van vandaag genieten kinderen én volwassenen ervan. Het is een must om kinderen kennis te laten maken met de verhalen van Paul Biegel. Het werk van Paul Biegel behoort tot de canon van de Nederlandstalige jeugdliteratuur.
5
2.
Over Paul Biegel
Paul Biegel werd geboren op 25 maart 1925 in Bussum, als jongste in een gezin met negen kinderen. In Bussum ging Paul naar de rooms-katholieke lagere school Sint Aloysius en vervolgens naar het Sint-Ignatiuscollege in Amsterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte Paul over naar een school in Bussum. Maar daar werd vanwege de oorlog weinig les gegeven. Zoals iedereen in 1944-1945 kreeg hij zijn gymnasiumdiploma zonder eindexamen te doen. Als kind hield Paul meer van buitenspelen dan van lezen. Wel was hij gek op de sprookjes van Grimm en de avonturen van Jules Verne. Ook las hij graag Dik Trom, Kruimeltje en De scheepsjongens van Bontekoe. Toen Paul Biegel van school af kwam, vertrok hij voor een half jaar naar Amerika. Omdat hij graag pianist wilde worden, deed hij bij terugkomst toelatingsexamen voor het conservatorium. Hij werd niet toegelaten omdat hij te weinig talent had. In zijn vrije tijd schreef Paul verhalen en romans. Niet om te publiceren, maar voor zichzelf. Hij was niet tevreden over zijn verhalen, maar hij wilde wel heel graag schrijver worden. Daarom solliciteerde hij in 1958 bij de Marten Toonderstudio’s naar een baan als stripverhalenschrijver. Hij werd aangenomen. Bij de Marten Toonderstudio’s leerde Paul Biegel het schrijversvak. In 1962 verscheen zijn eerste boek: De gouden gitaar. Vervolgens schreef hij zo’n vijftig boeken, korte verhalen en versjes, een televisieserie, hoorspelen, het libretto voor een jeugdopera en vier keer het kinderboekenweekgeschenk. In 2005 verscheen Wegloop, zijn laatste boek. In 1960 trouwde Paul Biegel met Marijke Sträter. Samen kregen zij twee kinderen, Leonie (1963) en Arthur (1964). Zijn zoon Arthur overleed in 1992. Hijzelf overleed op 21 oktober 2006. Paul Biegel werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied, in hetzelfde graf als zijn zoon. Na zijn overlijden hebben uitgeverij Holland en uitgeverij Lemniscaat besloten om de Biegel Bibliotheek uit te brengen, met nieuwe edities van de twintig mooiste en meest bijzondere Biegelboeken. Bron: www.paul-biegel.com – de officiële website
6
3.
Leer- en kerndoelen
Leerdoelen De leerlingen maken kennis met een klassieke schrijver uit de canon van de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur. De leerlingen maken kennis met fantasierijke taal en sprookjesachtige verhalen. Ze gaan hier zelf mee aan de slag in de vorm van vertel- en schrijfopdrachten. Tijdens de projectperiode bekijken en lezen de leerlingen boeken uit de bibliotheekcollectie. Kerndoelen De dwergjes van Tuil sluit aan bij kerndoel 9 van het basisonderwijs: De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.
7
4.
Referentiekader Nederlandse Taal
Met het project De dwergjes van Tuil werken de leerlingen aan het bereiken van de referentieniveaus Lezen voor groep 3/4, zoals deze staan beschreven in Leerstoflijnen lezen beschreven (SLO, 2011):
De leerlingen komen in aanraking met een leesomgeving. De leerlingen ervaren de verschillende functies van taal en lezen. De leerlingen voeren verschillende leestaken uit. De leerlingen komen in aanraking met verschillende onderwerpen, tekststructuren en kenmerken van verhalen. De leerlingen komen in aanraking met de relatie tussen tekst en beeld. De leerlingen breiden hun woordenschat uit en werken aan het begrijpen en interpreteren van teksten. De leerlingen leren om ervaringen uit te wisselen over teksten. De leerlingen breiden hun kennis en vaardigheden uit met betrekking tot het kiezen van boeken en het vinden van informatie over boeken.
8
5.
Organisatie
5.1
Pakket De dwergjes van Tuil De school ontvangt van de bibliotheek een pakket met de volgende materialen: Leeskleed met 4 opdrachten, 10 dwergenmutsjes en spelkaarten (kopie van bijlage 2 uit de handleiding voor de leerkracht). Biegelkranten voor de leerlingen. De boeken De dwergjes van Tuil en Virgilius van Tuil van Paul Biegel. Een collectie boeken van de bibliotheek: boeken in de sfeer van Biegelboeken en/of boeken die passen binnen de thema’s van de boeken van Paul Biegel. Een handleiding voor de leerkracht. Set ballonnen.
5.2
Opzet De dwergjes van Tuil Het uitgangspunt van dit project zijn de boeken De dwergjes van Tuil en Virgilius van Tuil. Aan de hand van deze boeken maken de leerlingen kennis met het werk van Paul Biegel. Tijdens de projectperiode is er vooral veel aandacht voor het voorlezen en beleven van de verhalen. De leerlingen ervaren hoe het is om meegenomen te worden in een verhaal en te genieten van taal. Het project De dwergjes van Tuil bevat een viertal kleine opdrachten. Deze zijn verstopt in het leeskleed dat bij het project geleverd wordt. Het is de bedoeling dat dit kleed een plaats krijgt in de leeshoek in de klas. De leeskleedopdrachten hoeven niet in een bepaalde volgorde te worden uitgevoerd. De leerkracht kan er voor kiezen om alle opdrachten tegelijkertijd te verstoppen in het leeskleed. De leerlingen gaan vervolgens op zoek naar een opdracht en zij bepalen door hun ‘vondst’ wat de volgorde is van de opdrachten. Heeft de leerkracht liever een leidende rol hierin, dan kan hij of zij er voor kiezen om steeds één opdracht in het kleed te verstoppen. Zo staat van tevoren vast welke opdracht de leerlingen gaan ‘vinden’. Behalve de leeskleedopdrachten bevat het project nog een tweetal lessen. Hiervoor schrijven de leerlingen zelf een kort verhaal en een elf. Dit is een gedichtje van vijf regels en elf woorden. Alle leerlingen ontvangen een Biegelkrant. Hierin wordt hun werk tijdens de projectperiode verzameld.
5.3
Voorbereiding bibliotheek De school ontvangt bij dit project een boekencollectie van de bibliotheek. De boeken uit deze collectie sluiten wat betreft sfeer en onderwerp aan bij de boeken van Paul Biegel. Voorbeelden hiervan zijn boeken in een sprookjessfeer of boeken waarin sprookjesachtige taal gebruikt wordt, boeken over (pratende) dieren, de natuur en over dingen die in werkelijkheid niet kunnen, enzovoort. Als bibliothecaris zorgt u er voor dat de collectie behalve verhalende boeken ook informatieve boeken, prentenboeken en poëzie bevat.
9
5.4
Suggesties voor het samenstellen van de collectie Suggesties voor het samenstellen van de bibliotheekcollectie bij het project De dwergjes van Tuil vindt u op www.boekenzoeker.org. De selectiecriteria die u kunt hanteren, zijn de thema’s dieren, fantasie, feesten en vriendschap. Ook kunt u selecteren op de genres poëzie, eerste lezers, non-fictie, prentenboeken, sprookjes, voorleesverhalen, zonder woorden. Voor wat betreft de leeftijdscategorieën kunt u kiezen voor 5+, 6+ en 7+. Hieronder vindt u een aantal mogelijke titels die voortkomen uit de hiervoor genoemde selectiecriteria.
LET OP! De boeken De dwergjes van Tuil en Virgilius van Tuil van Paul Biegel moeten door de bibliotheek ook aan het project worden toegevoegd. Deze worden niet door Cubiss bij het project geleverd.
Suggesties voor het samenstellen van een collectie: Het grote Rijksmuseum voorleesboek Adam, Frank Als de bomen straks gaan rijden Biegel, Paul De Rode Prinses Boerendans, Henriette Aap, Beer, Cheeta Boets, Jonas De Grote Boze Wolf (was helemaal niet boos). Dahl, Roald De Griezels Dros, Imme De fabels van Aesopus Duin, Lieke van Gijsje Edward van de Vendel, Carll Cneut Eén miljoen vlinders Groeneveld, Linda Een olifant op de thee Haeringen, Annemarie van De jongen die zijn brood knipte Jansson, Tove Het geheim van de winter Leeuwen, Joke van Maar ik ben Frederik, zei Frederik Mcintyre, Kate De knikkelares Meinderts, Koos Meneer Hoedjes vangt een vis Meschenmoser, Sebastian Meneer Eekhoorn en de weg naar het geluk Nielandt, Dirk Ridder Muis (Muis & Draak) Peeters, Suzan Hoor jij dat ook? Reek, Wouter van Keepvogel: de uitvinding Rempt, Fiona Het hol van mol Schaapman, Karina Het muizenhuis: Sam en Julia Silverstein, Shel De gulle boom Stilton, Geronimo Fantasia VandenHeede, Sylvia Vos en haas VandenHeede, Sylvia Het woeste boek van wolf en hond Vendel, Edward van de Django heet Django Wille, Riet Van aan tot zin in een zoen
J731 AJ875 B AJ592.1 AK B AJ862 A A A AK B A A A AK A E AK E A AK B E E AK E
Indien uw bibliotheek beschikt over iPads met digitale prentenboeken, kunt u deze ook uitlenen bij het project De dwergjes van Tuil. Hiermee stimuleert u het gebruik van multimedia.
10