Lesbrief 4 van groep 3, 4, 5 Groep 3 Lezen We zijn bezig met kern 9. Het thema is: Hoe kan dat? Het ankerverhaal gaat over Daan. Daan is een uitvinder. Als Tasja op bezoek komt, is hij net bezig met het maken van een deuralarm met een blik en schroeven. We hebben op school het blik met de schroeven bekeken. Het was toen heel donker in de klas. Met een zaklamp schenen we erin. We zagen hoe bijzonder de schroeven oplichten. Dat vonden de kinderen heel bijzonder. We hebben met natuurkunde allerlei proeven gedaan over zwaartekracht en evenwicht. Regelmatig riep iemand: Hoe kan dat? In de klas kunt u de verslagen lezen die de kinderen gemaakt hebben. We hebben zelfs scheikundeproeven gedaan. Op de site www.leukelessen.yurls.net kunt u de woorden vinden die we leren in alle kernen. Volgende week gaan we met kern 10 beginnen over musea. Kern 11 gaat over lievelingsboeken en kern 12 gaat over vakantie.
Rekenen Met rekenen leren we de splitsingen van 7, 8 en 9 en de harten van 10. We beginnen elke dag met 4 minuten hoofdrekenen. Na het rekenen gaan de kinderen de sommen tellen en het resultaat opschrijven. Zo leren ze gelijk hoe de getallen tot 100 geschreven moeten worden. Alle kinderen hebben hun eigen record verbeterd. Het is wel handig als ze de dubbelen uit het hoofd kennen tot en met 6 + 6 – 12. Ze leren ook de tientallen van de eenheden onderscheiden. Bijvoorbeeld: Ook het rekenen met geld is heel belangrijk. Bijvoorbeeld:
Soms plannen we een uurtje met spelletjes uit Met Sprongen Vooruit samen met groep 3,4,5.
Schrijven Met schrijven hebben we geleerd om alle letters tussen smalle lijnen te schrijven. We leren nu ook de verbindingen. Ze mogen nu ook aan elkaar schrijven.
Spelling De kinderen krijgen ze elke dag dictee. Daardoor leren ze goed spellen. Ze leren bijvoorbeeld de volgende woorden goed spellen: feest, vlieg, vlag, film, verf, berg, kraan, arts, worst. Kijk gerust in hun dicteeschriftjes wat ze al kunnen.
Muziek We zijn nu bezig met ritme en hoogteverschillen door middel van stemoefeningen en leuke liedjes.
Wat kunt u thuis doen? Elke dag even samen met uw kind boekjes lezen. U kunt nu van de bibliotheek niveau AVI E3 halen (of hoger als uw kind al wat verder is). Blijf vooral elke dag voorlezen; wist u dat kinderen die veel voorgelezen worden, zelf een hoger leesniveau krijgen?
In de winkel zelf het geld laten tellen. Rekenspelletjes laten doen van www.leukelessen.yurls.net Ik heb ook een apart tabblad gemaakt voor rekenspelletjes die je op de tablet kunt doen.
Groep 4 Lezen Groep 4 krijgt ook elke dag lezen. We geven ook elke dag leesinstructie. Daarbij lezen we woorden uit vloeiend en vlot met woorden met meer dan twee lettergrepen. We leren de leenwoorden zoals jam, computer, cake etc. Daarnaast krijgen ze ook lessen in begrijpend lezen. Ze leren hoe ze een tekst moeten aanpakken, zodat ze steeds handiger worden in het beantwoorden van de vragen. Ze hebben net de vijfde toets uit de methode afgerond en die ging ook goed.
Rekenen Met rekenen blijven we oefenen met de tafels. Het is belangrijk om ook thuis de tafels te blijven herhalen, want anders vergeten ze de tafels gauw. De komende tijd leren we de tafel van 6. We leren ook wat het betekent als je €15 korting krijgt en hoeveel je dan moet betalen. We hebben net de kwartieren geleerd en we leren digitaal klokkijken: de hele en de halve uren. Ook wordt er begonnen met de beginselen van het delen.
Taal De volgende aspecten komen met taal aan de orde: verkleinwoorden, vraagwoorden (wie, wat, waar, waarom, wanner, hoe, wat), woorden in de volgorde van het alfabet zetten, zinnen in het meervoud zetten, samengestelde zinnen en nog heel veel nieuwe woorden voor de woordenschat.
Spelling De woorden van het blok dat aan de beurt is, staan steeds in Bloon. We doen elke dag een oefendictee, waarbij ze directe feedback krijgen.
Schrijven Bijna alle hoofdletters zijn nu behandeld. Nu gaan we ze ook leren gebruiken in zinnen bij taal en dictee.
Wat kunt u thuis doen?
De tafels blijven herhalen, woorden oefenen met Bloon, elke dag 10 minuten voorlezen. Ganzenbord spelen.
Groep 5 Lezen Ook groep 5 krijgt een paar keer per week leesinstructie met behulp van vloeiend en vlot. Ze lezen ook elke dag in duo’s met kinderen van groep 4.
Rekenen De laatste maanden komen de volgende onderdelen aan bod tijdens de lessen: · oriëntatie op de getallen tot 1000. Ook deze periode oefenen we sprongen van 20, 25, 50 en 100. De positiewaarde van de cijfers wordt herhaald (wat is de 4 waard in 643). Verder oefenen we met getallen boven de 1000. Hierbij is ook de uitspraak belangrijk · Optellen en aftrekken tot 1000. Dit doen we via rijgen: 865-123= 765-20=745 745-3=742 of middels splitsen: 800-100=700 samen:700+40+2
60-20=40
865-100=765
5-3=2
We leren ook dat ze het onder elkaar kunnen zetten. Dit doet wat minder een beroep op het werkgeheugen, terwijl ze nog wel begrijpen wat ze doen. 563 325200 40 -2 238
· Tempo rekenen tot 100. Met automatiseren gaan we vrolijk verder. Het handig uitrekenen krijgt onze aandacht. Sommen als 29+63 en 75-36 zijn thuis goed te trainen. · Vermenigvuldigen en delen. De tafels tot 10 moeten goed worden gekend en leren we de deeltafels. In deze periode wordt er regelmatig een tempotoets afgenomen. Blijf dus vooral veel (dagelijks 5 minuten) oefenen! Ook komen de tientallentafels (6x40) en de sommen als 6x12 en 6x32 aan de orde. We maken hierbij gebruik van verhoudingstabellen. · Tijd: het klokkijken wordt herhaald. Ook de stopwatch komt aan de orde. · Geld: het teruggeven van geld staat centraal · Meten: mm. cm, dm en m waarbij omtrek en oppervlakte verder worden verkend. Ook
gaan we verder met de ml, cl, dl en l. En we gaan leren hoe we de komma gebruiken. (1,25m)
Taal Met taal besteden we veel aandacht aan het snel opzoeken van woorden in het woordenboek d.m.v. alfabetoefeningen. Andere items die aan de orde komen zijn: verkleinwoorden zoals vriendje, het noemen van kenmerken, zinnen in het meervoud zetten, voegwoorden zoals want en omdat en wanneer je deze moet gebruiken (oorzaak, gevolg).
Spelling De volgende spellingsproblemen worden deze periode in de groep behandeld: Luisterwoorden · Woorden op te. Ziekte, breedte, · Verkleinwoorden op –je, -tje en—etje · Woorden met een open lettergreep aan het eind: bijna, echo, foto · Woorden met gesloten lettergreep: burger, duister, artsen · Woorden met een open lettergreep waarbij sprake is van een korte klank: apart, banaan, kapot · Woorden met een verdubbeling van medeklinker na een korte klank (dubbelzetter): middel, nummer, rapport · Woorden met een open lettergreep in het midden: inwoner, gratis, hekel · Woorden met een d in het midden of het eind die klinkt als een t. (landschap, hoofdstad, raadsel) · Woorden met een tweetekenklank in een open lettergreep: duinen, boeken, spieren. Weetwoorden (leer ik uit het hoofd) · Woorden met meervoud op s en –eren: ouders, sleutels, zusters, kinderen · Woorden waarbij de f verandert in v en de s in z: boeven, dozen · De kinderen krijgen elke 3 weken de woorden uit het woordpakket mee om te oefenen. Op www.bloon.nl kan dit heel goed. Uw kind weet hoe dit programma op de computer werkt.
Topondernemers
Het thema woestijn is nu nog actueel. De kinderen hebben geleerd hoe zij een mindmap kunnen maken. Volgende week zijn er ook weer kinderen die een spreekbeurt over woestijnen gaan houden.
Wat kunt u thuis doen? Zie groep 4. Ook nu is het heel goed om nog elke dag even voor te lezen.