LESBRIEF BIJ VOORSTELLING “WOLFJE” VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 3-4-5
Wolfje is voorbestemd om een SprookjesWolf te worden. Hij is namelijk de oudste zoon van de oudste zoon in de oudstezonenfamilielijn. Om SprookjesWolf te worden, moet je net als de hele familie iemand opeten. Maar wat gebeurt er als je als aanstormende SprookjesWolf besluit om geen vlees te eten? Eigenwijs zijn is soms leuk, soms lekker en ook best ingewikkeld. Wolfje is een sprookjesachtige, beeldende en muzikale voorstelling over het kiezen van je eigen pad, het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. Wolfje is gemaakt voor kinderen van 4 - 9 jaar, en is ook zeer geschikt als familievoorstelling. Het is een grote zaalvoorstelling in pocketformaat en je ziet precies hoe theater wordt gemaakt. Spel: Arthur Geesing Regie: Jawi Bakker Ontwerp affiche: Vero Beauprez Lesbrief en illustraties lesbrief: Merel van Gaalen Informatie, publiciteit en verkoop: Lipman & Van Pelt, http://www.lipmanvanpelt.nl
Binnenkort gaat u de voorstelling "Wolfje" zien van theatergroep Arthur. Ter voorbereiding op de voorstelling vindt u in deze lesbrief suggesties voor activiteiten met kinderen van groep 3 en 4 De voorstelling gaat over een SprookjesWolf en het is een sprookje, maar niet een sprookje zoals gebruikelijk is. Wolfje gaat op avontuur en reist door een aantal sprookjes heen om SprookjesWolf te worden, maar dat doet hij wel op zijn eigen manier. Het verhaal gaat over het vinden van je eigen manier, over voldoen aan de verwachtingen van anderen en/of kiezen voor je eigen manier .
WAT HOORT BIJ MIJ ? Benodigdheden : digitaal fototoestel en printer. A4 papier, potloden, viltstiften Maak van ieder kind een foto en print die in briefkaart formaat op een A4 papier (zwart wit of kleur) zodat er een grote rand om de foto zit.
In de rand om het portret tekenen de kinderen die dingen die het meest bij hen passen : Zoals hobby’s, favoriet eten, soort sport, lievelingskleding, huisdieren enz. Neem nog een A4 vel, liefst in een andere kleur en plak dat dwars achter het eerste vel .
Teken hier zaken waar je wel mee te maken hebt, maar die eigenlijk niet echt bij jou passen, zoals minst lekkere eten, vervelende klusjes, minst leuke sport, minst favoriete kleding enz. Als na 30-40 minuten de portretten klaar zijn, kunnen de portretten op de tafels worden gelegd en kunnen kinderen bij elkaar kijken . Sommige kinderen zullen hetzelfde leuk of niet leuk vinden en anderen zullen juist leuk vinden wat de een niet leuk vindt. Bespreek met de kinderen waarom overeenkomsten leuk zijn en waarom verschillen leuk zijn
IMPROVISATIE-OEFENINGEN ANDERE MANIEREN 1 “ ja “ zeggen Ga in een kring staan en vraag de kinderen om op hun eigen manier “ ja’ te zeggen . Zijn er verschillen? Probeer daarna zoveel mogelijk manieren om “ja” te zeggen uit en tel het aantal, speel met hoogte, snelheid, emoties etc. 2 “ andere manier om iemand van zijn stoel te krijgen “ Een kind (a) zit op een stoel met het gezicht naar de groep . De groep zit in een halve cirkel.
a
Om de beurt gaat een kind (b) naar de stoel en probeert het eerste kind van de stoel af te krijgen; regels: je mag elkaar niet aanraken en wat b zegt is echt waar. Bijv je mag geen 10.000 euro beloven. Als kinderen elkaar teveel herhalen, een nieuwe manier inzetten, probeer zoveel mogelijk manieren te verzinnen. Vraag aan de kinderen of ze één of een aantal goede manieren hebben gezien.
KRINGGESPREK OVER KIEZEN EN DE GEVOLGEN ERVAN Wolfje moet iets doen wat hij niet wil (iemand met huid en haar opeten) om SprookjesWolf te worden, en dat wil hij wel heel graag worden. Zijn er bij jou ook dingen die je moet doen, ook al vind je ze niet leuk? Bijvoorbeeld je warm aankleden, (iets) eten, naar bed gaan, tanden poetsen En waarom moet je soms kiezen om het wel doen, wat gebeurt er als je het niet doet? Je moet iedere dag wel een aantal dingen kiezen. Bijvoorbeeld wat je op je boterham wilt of welk toetje je zal nemen . Gebeurt er wat anders als je voor het een of voor het ander kiest? En bij deze keuze; als je moet kiezen tussen twee leuke feestjes of als je maar een paar vriendjes of vriendinnetjes op je verjaardag mag uitnodigen. Wat er gebeurt als je dan moet kiezen of als je niet kiest? Of als je vriendjes of vriendinnetjes iets doen wat je niet zo leuk vindt of wat niet mag; kun je dan iets anders kiezen?
THEATER MAKEN ( na de voorstelling ) In de voorstelling zie je het verhaal van Wolfje, maar ook zie je hoe de voorstelling gemaakt wordt, er worden decors opgebouwd en weggehaald en je ziet hoe de poppenspeler de poppen bespeelt. Dit is expres gedaan zodat je kan zien hoe je theater kunt maken. Theater lijkt soms een beetje op goochelen, je hoeft soms maar een deel te zien en toch kun je dan het hele verhaal begrijpen. Heb je bij sommige scènes gezien hoe ze gemaakt werden? Heb je ook halve beelden gezien ? Heb je de rest van het beeld erbij gedacht? Ken je andere voorbeelden waarbij je met een half beeld genoeg hebt om te begrijpen waar het over gaat? Een leuk boekje over halve beelden afmaken is "een halve hond heel denken" van Joke van Leeuwen MAAK JE EIGEN MINI-THEATER Vaak zie je verhalen op TV, film, computer, ipad of tablet, maar vroeger was het poppentheater een van de weinige manieren om een verhaal te laten zien. En dat was belangrijk; doordat een verhaal in beeld verteld werd, konden ook de mensen die niet konden lezen het volgen. Er is heel veel over theater te vertellen, we zouden er een heel boekwerk over kunnen schrijven, maar als je een mini-theater maakt, begrijp je meteen hoe het werkt en kun je er nog mee spelen ook. Bovenden zijn er o.a. via www.theaterboekwinkel.nl al veel leuke boeken over theater maken te bestellen. Een paar dingen die je tegen gaat komen bij het maken van je eigen mini-theater. In een theater staat meestal een decor, een decor is een -vaak nagemaakte- plaats, bijvoorbeeld een huiskamer of een straat. Heb je wel eens een decor gezien? Hoe zag dat eruit? Ook in films of tv-shows gebruikt men decors.
Achterin het theater hangt een achterwand (daarachter staan vaak de spullen zoals ladders en lampen die het publiek niet mag zien), maar de achterwand is ook vaak mooi beschilderd als een blauwe lucht of een bos, zodat je meteen zien waar het stuk zich afspeelt. Meestal is een toneelstuk een verhaal dat in stukjes verteld wordt; zo'n stukje van het verhaal noem je een scène. In het poppenspel zijn de poppen de acteurs; dit zijn de figuren waarmee het verhaal verteld wordt. De poppen kunnen niet praten maar doordat de poppenspeler ze op een bepaalde manier beweegt, lijkt het alsof ze dat wel doen.
MINITHEATER MAKEN Benodigdheden: - Een brede schoenendoos of andere kartonnen doos. - Een paar stukken dun karton - Twee dunne stokjes iets breder dan de breedte van de schoenendoos - Een schaar - Potloden en/of viltstiften; eventueel verf - Plakband - Lijm En eventueel : - Een zaklamp om licht te maken - Muziek die bij de scene past en het bijvoorbeeld vrolijk of spannend maakt.
Neem de schoenendoos en knip of snij een van de brede wanden eruit. Zet de doos op de andere brede kant, je 'frame' is klaar; drie wanden en een vloer. Snij boven in de zijwanden een paar inkepingen Pak de twee dunne stokjes en hang die in de inkepingen. Bedenk op welke plaats je stuk zich afspeelt en teken de achterwand op een vel papier zo groot als de achterwand. De achterwand mag een schets zijn; kleur hem eventueel in. Plak het papier op de achterwand. Verf de vloer in een egale kleur of leg er een gekleurd papier op Teken een grote boom , knip hem uit en hang hem aan het voorste stokje. Als er een tweede boom of een huisje staat, maak je dat even hoog als de eerste boom en die hang je aan het achterste stokje. Maak een kort toneelstuk (ongeveer 5 minuten) en speel het voor andere kinderen van de klas. Zie in de bijlage enkele figuren uit de voorstelling; kleur ze, knip ze uit, en plak ze op een stukje karton, en plak bovenaan een satéprikker mee tussen het papier en het karton. Op deze manier heb je heel eenvoudige stokpoppen gemaakt, die scenes uit de voorstelling kunnen naspelen. Je mag natuurlijk ook een eigen stuk met jouw poppen verzinnen! Veel Plezier
MVG