Lesbrief Koning Arthur
Introductie Inhoud: Deze lesbrief is een aanvulling op het bezoek aan de voorstelling ‘Koning Arthur’ van Theater Terra. De voorstelling en daarmee ook de lesbrief, is geschikt voor leerlingen van groep 5 tot en met 8. De lesbrief biedt de groepsleerkracht handvatten om het theaterbezoek voor te bereiden en na te bespreken. Door middel van opdrachten en gespreksthema’s kan de leerkracht met leerlingen dieper op de voorstelling en thema’s van de voorstelling ingaan, waardoor leerlingen een breder inzicht krijgen in theater en in de thema’s uit de voorstelling. De lesbrief kan ook gebruikt worden door (groot)ouders die met hun kind(eren) de voorstelling bezoeken.
Het verhaal: Het Engelse volk verlangt al jaren naar een koning en volgens een legende kan er in hun land pas iemand gekroond worden, wanneer het hem lukt om een betoverd zwaard uit een rots los te trekken. Wanneer de jonge Arthur daar moeiteloos in slaagt, begint een groot avontuur. Met hulp van de tovenaar Merlijn en de ridders van de ronde tafel zou Arthur weleens de grootste koning ooit kunnen worden…
Doelgroep en thema’s: De voorstelling is voor kinderen vanaf 8 jaar. In de voorstelling komen thema’s voor als samenwerken, voorbestemd zijn voor een lot en omgaan met het kwaad.
Voor de voorstelling Koning Arthur: Vanaf januari ligt ‘Koning Arthur’, het boek dat het verhaal van onze voorstelling verteld, overal in de boekwinkels. Je kunt het boek ook bestellen via www.Bol.com. Lees het leesboek ‘Koning Arthur’ (geschreven door Marc Veerkamp) voor als voorbereiding op de voorstelling. Je kunt de kinderen het boek ook zelf laten lezen.
De Theaterregels (15 minuten): Vraag de kinderen om voorbeelden te noemen van goed en van verkeerd gedrag tijdens een theatervoorstelling. Schrijf de voorbeelden op het bord. Je kunt vragen wat de kinderen zelf graag voor publiek hebben als ze iets presenteren of een verhaal vertellen. Als je deze inventarisatie hebt gedaan kun je samen met de kinderen oefenen door ze te vragen om eerst het slechtste publiek voor te doen en daarna het beste publiek. Voorbeelden hiervan zijn: • Voor en na de voorstelling rustig lopen en rustig praten. • Voor de voorstelling even naar de wc gaan. • Niet praten tijdens de voorstelling. • Lachen mag altijd! • Tijdens de voorstelling rustig blijven zitten en niet met je schoenen tegen de stoel voor je schoppen. • En het allerbelangrijkste: Genieten!
Na de voorstelling Kringgesprek (20 minuten):
Voer een kringgesprek met de leerlingen aan de hand van de volgende vragen: • Wat vond je van de voorstelling? • Welk moment vond je leuk, spannend, grappig of ontroerend? • Wat vond je juist minder leuk? • Waar ging de voorstelling volgens jou over? • Kun je een voorbeeld noemen van wanneer jij hulp nodig had? • Durf je dan hulp te vragen? • Ben je weleens heel erg boos geworden? • Hoe ben je toen weer rustig geworden?
Opwarmingsspelletje (10 minuten):
Verdeel de leerlingen in 3 groepen: • Ridders en jonkvrouwen • Prinsen en prinsessen • Tovenaars Alle leerlingen zitten in een kring. Een van de leerlingen staat in het midden. Er is dus voor een leerling geen stoel in de kring. De leerling in het midden noemt een van de groepsnamen. Zodra een van de groepsnamen (Ridders en jonkvrouwen, prinsen en prinsessen of tovenaars) is genoemd staan alle kinderen van de genoemde groep op en gaan opzoek naar een andere stoel dan waar ze op zaten. De leerling in het midden probeert ook een stoel te bemachtigen. De leerling die nu geen stoel heeft bemachtigd moet nu in het midden staan.
Diavoorstelling (40 minuten): Verdeel de leerlingen in groepjes van 4 tot 6 leerlingen. Wijs in elk groepje een verteller aan. De andere leerlingen beelden thema’s uit. Elke groep heeft een eigen thema, bijvoorbeeld: • Samenwerken • Voorbestemd zijn • Overmeesterd worden door het kwaad • Moedig zijn • De liefde • Gelijk zijn Elk groepje krijgt een kwartier om een eigen verhaal te verzinnen aan de hand van hun thema. Het verhaal moet een begin midden en eind hebben en mag niet te lang zijn. Het groepje kiest in het verhaal 4 momenten waarbij ze een foto kunnen verzinnen. De foto is een stilstaand beeld uit het verhaal welke wordt uitgebeeld door de leerlingen die de thema’s uitbeelden ter verduidelijking van het verhaal van de verteller. Aan het eind presenteren alle groepjes hun verhaal als een foto diashow. De verteller, vertelt het verhaal en de leerlingen die de thema’s uitbeelden beelden de foto’s uit.
Je eigen toverspreuk schrijven (40 minuten): Alle leerlingen bedenken welk kwaad zij willen verslaan en schrijven hiervoor een toverspreuk. Daarna mag iedereen zijn toverspreuk voordragen als een echte tovenaar of heks. Voorbeelden: “Geesten van het oude en het nieuwe Goden van onder en boven Luister nu en Luister goed Bloed wordt steen, vlees word tombe Bescherm deze kroon tegen het kwaad Onwrikbaar en onverwoestbaar Totdat de ware koning voor u staat”
Puzzelen met Koning Arthur: Zoek de volgende woorden: Koning, Arthur, zwaard, legende, gekroond, ridders, tovenaars en prinsessen.
Spelers en Makers De spelers die de voorstelling in het theater spelen:
Colofon Neem voor vragen contact met ons op: Theater Terra Postjesweg 1 1057 DT Amsterdam T: 020-6197594 E:
[email protected] Deze lesbrief is geschreven door Suzanne van Leeuwen.