Kleine Ezel Handleiding bibliotheek
Kleine Ezel Handleiding voor de bibliotheek – Groep 1-2
Colofon © Cubiss Tilburg, 2009 Samenstelling: Marion Bolte, Cubiss J:\klantenservice\Rode Draad\handleiding bibliothecaris\Kleine Ezel groep 1-2 bibl.290609
Inhoudsopgave
pagina
1.
Inleiding
5
2. 2.1 2.2 2.3
Organisatie Inhoud van het project Opzet van het project Werken met het Vriendenboekje en het werken thuis
6 7 7
1.
Inleiding
In deze handleiding Kleine Ezel vindt u alle benodigde informatie om het project in te zetten in groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Plezier beleven aan een boek staat centraal bij de Rode Draad, het leesbevorderingsproject voor het basisonderwijs waar ook dit project deel van uitmaakt. In groep 1 en 2 ligt het accent op voorlezen. Voorlezen, het samen bekijken van prentenboeken en er over praten, versjes lezen en liedjes zingen zijn belangrijke elementen in leesbevordering voor de kleuters. Door voorlezen en plaatjes kijken komen kinderen actief en passief met taal in aanraking. Er is een positieve samenhang vastgesteld tussen het voorlezen en het aanvankelijk en begrijpend lezen van kinderen. Ook speelt het boek een grote rol bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit, bij de uitbreiding en herkenning van de leefwereld en bij het herkennen van en leren omgaan met gevoelens. Dit komt nadrukkelijk aan de orde bij het werken met prentenboeken in de klas. In de handleiding voor de leerkracht worden suggesties gegeven om de verschillende prentenboeken interactief aan te bieden. De suggesties voor interactie richten zich vooral op het verhaal. Er is gekozen voor het intensief beleven van de verhalen in plaats van allerlei themagerichte uitstapjes. In het project wordt gewerkt aan de literaire competenties van kleuters. Door prentenboeken op een interactieve literaire manier voor te lezen krijgen kleuters inzicht in de opbouw van verhalen en de conventies van het vertellen. Kinderen ontdekken dat verhalen bestaan uit taal en beeld en dat de compositie van een verhaal bestaat uit personages, perspectief, tijd, ruimte en spanning. Interactie stimuleert naast taalaanbod ook taalproductie. Taal leren kinderen voor een belangrijk deel door het voeren van gesprekken. In het project wordt het verhaalfiguurtje Kleine Ezel tot leven gebracht zodat kleuters die met het project gewerkt hebben er een vriendje bij hebben. Hierdoor ervaren kleuters de emotionele kracht van literatuur: tekst en plaatjes krijgen reliëf en komen tot leven in het hoofd van het kind dat voorgelezen wordt. Ook wordt met dit project het voorlezen thuis gestimuleerd. De ouders worden betrokken bij het project doordat de kleuters gedurende de projectperiode een prentenboek van Kleine Ezel met een vriendenboekje mee naar huis krijgen. Ouders zijn de belangrijkste intermediairs als het gaat om van kinderen lezers te maken. Een reden temeer om als school het voorlezen thuis te stimuleren. In het vriendenboekje kunnen zij hun ervaringen weergeven. Het gevulde vriendenboekje wordt opgestuurd naar Uitgeverij Leopold. Als antwoord ontvangt de klas een virtuele boodschap van de makers. In een film maken de kleuters kennis met de schrijver Rindert Kromhout en de illustratrice Annemarie van Haeringen. Inzet in onderwijspraktijk Op verschillende manieren kan het project in de onderwijspraktijk worden ingezet. Het project sluit aan op de Kerndoelen basisonderwijs (2006): - kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten’. De kerndoelen geven aan wat in elk geval aan alle leerlingen moet worden aangeboden in de periode waarin zij het basisonderwijs bezoeken.
5
De leesbevorderingsactiviteiten in deze Handleiding leerkracht zijn gebaseerd op de Tussendoelen & Leerlijnen Nederlands. De kerndoelen zijn door SLO en Expertisecentrum Nederlands uitgewerkt in tussendoelen en leerlijnen. Hierin wordt het mogelijke onderwijsaanbod bij de verschillende kerndoelen per leerjaar beschreven. Meer informatie over Kerndoelen basisonderwijs en Tussendoelen & Leerlijnen vindt u op http://tule.slo.nl en www.slo.nl. Centraal in dit project staat de verschillende prentenboeken waarin Kleine Ezel de hoofdrol speelt. De verhalen kennen verschillende thema`s zoals: Titel Kleine ezel Kleine ezel en zijn pappa Kleine ezel en de oppas Kleine ezel en het boeboebeest Kleine ezel en de durfal Kleine ezel en jarige Jakkie
2.
Organisatie
2.1
Inhoud project Kleine Ezel
Thema Familie Familie Beroepen Angst Vriendschap Angst Vriendschap Feest
Ik & Ko Op reis Op reis Circus Speel je mee Iedereen is mooi
Piramide Welkom Op reis Huis
Hoera
Jarig zijn
Kleding
De bibliotheek ontvangt het project Kleine Ezel dat bestaat uit: - Koffer met deken en twee leren riempjes, sokken, cape mamma Ezel, Kleine Ezelmuts en pop van Kleine Ezel. - Handleiding leerkracht en bibliotheek. - Muziek-CD Kleine Ezel van Theater Terra. - Set van 15 vriendenboekjes Kleine Ezel is mijn beste vriend. - Een dvd met digitale platen van het prentenboek Kleine Ezel. De digitale prenten zijn ook te bekijken en te downloaden op www.kleineezel.nl. - Een set van zes oningewerkte prentenboeken: - Kleine Ezel (kleine editie met cd). - De pappa van Kleine Ezel. - Kleine Ezel en de oppas. - Kleine Ezel en het boebeest. - Kleine Ezel en de durfal. - Kleine Ezel en jarige Jakkie. De bibliotheek levert aan de school: - Koffer met deken en twee leren riempjes, sokken, cape mamma Ezel, Kleine Ezelmuts en pop van Kleine Ezel. - Handleiding leerkracht. - Muziek-CD Kleine Ezel van Theater Terra. - Eén vriendenboekje Kleine Ezel is mijn beste vriend per groep.
6
-
2.2
Een dvd met digitale platen van het prentenboek Kleine Ezel. De digitale prenten zijn ook te bekijken en te downloaden op www.kleineezel.nl. Een set van zes oningewerkte prentenboeken. De bibliotheek voegt een set van zes ingewerkte prentenboeken toe om het voorleesproject thuis te voorzien van boeken (zie hoofdstuk 2.3 Werken met het vriendenboekje).
De opzet van dit project Centraal in dit project staat het verhaalfiguurtje Kleine Ezel. In de handleiding leerkracht wordt uitgegaan van een projectperiode van vijf weken. De eerste week maken de kleuters kennis met Kleine Ezel en zijn mamma en pappa in de twee prentenboeken Kleine Ezel en De pappa van Kleine Ezel. De volgende weken staat er steeds één prentenboek centraal. Wanneer u overleg heeft met leerkrachten van groep 1 en 2 kunt u het belang van herhaald voorlezen onder de aandacht brengen. Wetenschappelijk onderzoek (Lezen en schrijven in de onderbouw van A.G. Bus: CPS) heeft aangetoond dat kinderen leren van herhaald voorlezen. Juist daardoor vindt er uitbreiding van de woordenschat plaats en gaan ze meer van een verhaal begrijpen. Ook kunt u benadrukken hoe belangrijk het is om de prentenboeken eerst zelf te lezen voordat de prentenboeken voorgelezen worden in de klas. Vaak zitten er details in de illustraties die anders ongezien blijven en komt het voorlezen van de tekst beter tot zijn recht als bekend is waar de schrijver naar toe wil. In de handleiding voor de leerkracht wordt het voorlezen beschreven volgens drie stappen: namelijk de introductie, het voorlezen van het verhaal en het nabespreken. De introductie moet vragen oproepen en/of zorgen voor voorkennis zodat de leerlingen geprikkeld zijn om mee te gaan in het verhaal. Het voorlezen wordt ondersteund door een gerichte vraag te stellen die kinderen helpen het verhaal beter te begrijpen. Het nabespreken van het verhaal zorgt voor een verdieping van het verhaalbegrip. Naast het voorlezen in de klas wil dit project ook het voorlezen thuis stimuleren. Daarvoor krijgen alle kinderen gedurende de projectperiode een prentenboek met het Vriendenboekje voor Kleine Ezel een week mee naar huis.
2.3
Werken met het vriendenboekje en het prentenboek thuis Onderdeel van het project is een set van 15 vriendenboekjes. Hiermee kunt u in drie schooljaren steeds vijf kleuterklassen per jaar voorzien van een klassikaal vriendenboekje. Het vriendenboekje bestaat uit zes losse katernen. Ieder katern wordt ingezet bij één prentenboek en bij één groepje van maximaal vijf kinderen. Met één vriendenboekje kan een groep van 30 leerlingen werken. De klas wordt verdeeld in zes groepen van maximaal vijf kinderen. Ieder groepje krijgt één prentenboek toegewezen en één katern van het Vriendenboekje voor Kleine Ezel dat wekelijks rouleert tijdens de projectperiode van vijf weken. Ieder kind krijgt op deze manier de mogelijkheid een week lang het prentenboek met het vriendenboekje in huis te hebben. Samen met de ouders vullen de kleuters het vriendenboekje in en nemen het weer mee terug naar school. Zorg dat de school ouders informeert over het doel van het project en de rol die van hen verwacht wordt.
7
Als afsluiting van het project stuurt de school het ingevulde vriendenboekje op naar: Uitgeverij Leopold Afdeling Communicatie Postbus 3879 1001 AR Amsterdam Na ontvangst van het vriendenboekje stuurt uitgeverij Leopold de kleuters een e-mail met een persoonlijke boodschap van de makers. Met deze e-mail ontvangt de klas ook een filmpje waarop Rindert Kromhout en Annemarie van Haeringen vertellen en laten zien hoe Kleine Ezel is ontstaan. Dit filmpje kan gebruikt worden als afsluiting van het project.
8