BM 58 O Gebruiksaanwijzing Bloeddruckmeter
BEURER GmbH • Söflinger Str. 218 • 89077 Ulm (Germany) Tel.: +49 (0) 731 / 39 89-144 • Fax: +49 (0) 731 / 39 89-255 www.beurer.com • Mail:
[email protected]
NL
NEDERLANDS Geachte klant, we zijn blij dat u hebt gekozen voor een product uit ons assortiment. Onze naam staat voor hoogwaardige en grondig gecontroleerde kwaliteitsproducten die te maken hebben met warmte, gewicht, bloeddruk, lichaamstemperatuur, hartslag, zachte therapie, massage en lucht. Neem deze gebruikshandleiding aandachtig door, bewaar deze voor later gebruik, houd deze toegankelijk voor andere gebruikers en neem alle aanwijzingen in acht.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor later gebruik en zorg dat deze ook voor andere gebruikers beschikbaar is.
2. Belangrijke aanwijzingen Verklaring van symbolen In de gebruiksaanwijzing, op de verpakking en op het typeplaatje van het apparaat en de accessoires worden de volgende symbolen gebruikt:
Met vriendelijke groet, Uw Beurer-team
Voorzichtig
1. Introductie
Aanwijzing Verwijzing naar belangrijke informatie
De bovenarm-bloeddrukmeter is bestemd voor het nietinvasief meten en controleren van arteriële bloeddrukwaarden van volwassenen. U kunt hiermee snel en eenvoudig uw bloeddruk meten, uw meetwaarden opslaan en het verloop en het gemiddelde van de meetwaarden tonen. Bij eventueel aanwezige hartritmestoornissen wordt u gewaarschuwd. De gemiddelde waarden worden volgens de richtlijnen van de WHO ingedeeld en grafisch beoordeeld.
Neem de gebruiksaanwijzing in acht Toepassingsdeel type BF Gelijkstroom 2
Verwijder het apparaat conform EU-richtlijn 2002/96/EG betreffende de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment)
Gebruiksaanwijzingen • Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip, zodat de gemeten waarden vergelijkbaar zijn. • Rust voor iedere meting ongeveer 5 minuten uit! • Als u meerdere metingen bij dezelfde persoon wilt uitvoeren, moet tussen de afzonderlijke metingen telkens 5 minuten rust worden gehouden. • Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drinken of roken, en geen lichamelijke inspanningen verrichten. • Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waarden. • De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie – ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek! Bespreek uw meetwaarden met uw arts. Neem in geen geval op eigen grond medische beslissingen op basis van deze waarden (bijv. met betrekking tot medicijnen en hun doseringen)! • Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby’s en vrouwen met pre-eclampsie. Alvorens de bloeddrukmeter tijdens de zwangerschap te gebruiken, adviseren wij u uw arts te raadplegen. • Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten kunnen leiden tot foutieve metingen of de meetnauwkeurigheid beïnvloeden. Dit is ook het geval bij een zeer lage blo-
Fabrikant Storage 55°C -20°C
RH ≤95%
Operating 40°C 5°C
RH ≤90%
Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid bij opslag Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid bij gebruik Niet blootstellen aan vocht
SN
Serienummer Met de CE-markering wordt aangetoond dat het apparaat voldoet aan de fundamentele eisen van de richtlijn 93/42/EEG voor medische hulpmiddelen.
3
eddruk, diabetes, doorbloedings- en hartritmestoornissen en bij koude rillingen of trillingen. • De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een een chirurgisch apparaat met hoge frequenties worden gebruikt. • Gebruik het toestel alleen bij personen met een bovenarmomvang die geschikt is voor het apparaat. • Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens het oppompen kan worden beïnvloed. • De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet onnodig lang worden afgebonden. Haal bij storingen van het apparaat de manchet van de arm. • Zorg ervoor dat de manchetslang niet wordt bekneld, samengedrukt of geknikt. • Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvuldige metingen. De belemmering van de bloeddoorstroming die daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen. • Let op dat de manchet niet om een arm wordt geplaatst waarvan de slagaderen of aderen een medische behandeling ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire therapie of een arterioveneuze shunt. • Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie hebben ondergaan. • Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden tot meer verwondingen.
• U kunt de bloeddrukmeter gebruiken met batterijen of met een netadapter. Houd er rekening mee dat u alleen gegevens kunt overdragen en opslaan als uw bloeddrukmeter wordt voorzien van stroom. Zodra de batterijen leeg zijn of de netadapter wordt losgekoppeld van het elektriciteitsnet, verliest de bloeddrukmeter datum en tijd. • Om de batterijen te sparen wordt net bloeddrukmeter automatisch uitgeschakeld als er één minuut lang geen toets wordt ingedrukt. • Dit apparaat is alleen bedoeld voor het in deze gebruiksaanwijzing beschreven gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onjuist of verkeerd gebruik. Aanwijzingen voor opslag en onderhoud • De bloeddrukmeter bestaat uit precisie- en elektronicaonderdelen. De nauwkeurigheid van de meetwaarden en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van zorgvuldige hantering: – Bescherm het apparaat tegen stoten vocht, vuil, sterke temperatuursschommelingen en direct zonlicht. – Laat het apparaat niet vallen. – Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van sterke elektromagnetische velden en houd het uit de buurt van radiozendinstallaties en mobiele telefoons. 4
– Gebruik alleen de meegeleverde of originele vervangen-de manchetten, anders worden foute meetwaarden berekend. • Druk niet op toetsen als de manchet niet is aangebracht. • Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, raden wij aan de batterijen te verwijderen.
• Het apparaat niet openen. Bij het niet naleven van de aanwijzingen vervalt de garantie. • Het apparaat mag niet door uzelf gerepareerd of afgesteld worden. In dit geval is foutloos functioneren niet meer gewaarborgd. • Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice van Beurer of geautoriseerde dealers. Test vóór elke reclame eerst de batterijen en vervang deze indien nodig. • Verwijder het toestel conform het Besluit Afval van Elektrische en Elektronische Apparaten 2002/96/ EC – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor nadere informatie kunt u zich richten tot de bevoegde instanties voor afvalverwijdering.
Aanwijzingen bij de batterijen • Batterijen zijn levensgevaarlijk, niet inslikken. Bewaar daarom batterijen en dergelijke producten buiten het bereik van kinderen. Zoek onmiddellijk medische hulp als een batterij wordt ingeslikt. • Batterijen mogen niet geladen of met andere middelen gereactiveerd en niet uit elkaar gehaald, in het vuur geworpen of kortgesloten worden. • Verwijder batterijen uit het apparaat als deze leeg zijn of als u het apparaat niet langer gebruikt. Op die manier vermijdt u schade die kan ontstaan door lekken. Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. • Gebruik geen batterijen van verschillende types, merken of met verschillende capaciteit. Gebruik bij voorkeur alkalinebatterijen. Aanwijzingen voor reparatie en onderhoud • Batterijen horen niet bij het huisvuil. Breng uw gebruikte batterijen naar de aangewezen depots. 5
3. Omschrijving van het apparaat
Activeringsschakelaar van de touchscreen Het apparaat is voorzien van een touchscreendisplay. Om te voorkomen dat het beeldscherm per ongeluk wordt ingeschakeld, moet u de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand OFF houden wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Zet de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand ON om het apparaat te gebruiken. Wanneer of u de touchscreendisplay aanraakt (toets START/STOP toets MEM ), hoort u een geluidssignaal. Aanwijzing: U kunt het apparaat te allen tijde uitschakelen door de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand OFF te zetten.
4
1 2
3
11
10
7
8
9
MEM
1. Manchetslang 2. Manchet 3. Manchetstekker 4. Activeringsschakelaar van 4 de touchscreen (achterzijde) 5. USB-interface 6. Manchethouder 7. Aansluiting voor manchetstekker (linkerkant) 8. Geheugentoets MEM 9. START/STOP-knop 10. Aansluiting voor adapter (rechterzijde) 11. Display
Manchethouder U hebt de mogelijkheid om met de manchethouder aan de onderkant van het apparaat, de manchet handig op te bergen. Hiervoor schuift u met beide duimen de manchethouder naar buiten tot deze vastklikt (zie ook hoofdstuk: Batterij plaatsen). 9 1
OFF
ON
5
Weergaven op de display: 1. Manchetslang 2. Manchet 3. Manchetstekker 4. Gemiddelde polswaarde 5. Lucht weg laten lopen (pijl)
6
8 2 7 3 4
6 5
6
3. Hardwarevereisten: • Aanbevolen: ten minste Pentium 1 GHz of sneller met ten minste 1 GB RAM. • Beschikbaar geheugen op de primaire partitie ten minste: – x86 – 600 MB – x64 – 1,5 GB • Grafische resolutie vanaf: 1024 x 768 pixels. • USB-poort 1.0 of hoger.
6. Geheugenweergave gemiddelde waarde ( ), ’s ochtends ( ), ’s avonds ( ), Nummer van de
geheugenplaats
7. WHO-classificatie 8. Symbool Batterijen vervangen 9. Hartritmestoornisherkenning Pc-interface Met de bloeddrukmeter van Beurer kunt u de gemeten waarden ook overdragen naar de pc. Hiervoor hebt u een USB-kabel (bij levering inbegrepen) en de software “Health Manager” van Beurer nodig. De software kunt u gratis downloaden onder Service in het downloadgedeelte op www.beurer.com.
4. Meting voorbereiden Batterij plaatsen • Schuif de manchethouder op de achterkant van het apparaat naar boven tot deze vasklikt. • Open het deksel van het batterijvak. • Plaats 4 alkaline-batterijen, type AA, 1,5 V. Let er beslist op dat de batterijen overeenkomstig de aanduiding met de plus- en minpolen in de goede richting komen te liggen. Er mogen geen herlaadbare batterijen worden gebruikt. • Sluit het deksel van het batterijvak weer zorgvuldig.
Systeemvereisten voor de Beurer-software “Health Manager” 1. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP SP3 • Windows Vista SP1 of hoger • Windows 7 • Windows 7 SP1 • Windows 8 2. Ondersteunde architecturen: • x86 (32-bits) • x64 (64-bits)
permanent zichtAls het batterijvervangsymbool baar is, is meten niet meer mogelijk en moeten alle batte7
begint te knipperen. Stel met de toets MEM het jaar in en bevestig door op de knop START/STOP te drukken. • Stel vervolgens maand, dag, uur en minuut in en bevestig steeds met de toets START/STOP . • Door nogmaals op de toets START/STOP te drukken wordt de display uitgeschakeld. Aanwijzing: In de 24-uursweergave wordt de datum met de indeling dag/maand weergegeven. In de 12-uursweergave wordt de datum in de indeling maand/dag weergegeven.
rijen worden vervangen. Zodra de batterijen verwijderd zijn uit het apparaat, moet de tijdsaanduiding opnieuw worden ingesteld. De vastgestelde meetwaarden gaan verloren. Breng de lege batterijen naar een inzamelpunt voor lege batterijen en accu's (klein en gevaarlijk afval), of geef ze af in een elektro-zaak. U bent wettelijk verplicht, de batterijen op te ruimen. Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen, die schadelijke stoffen bevatten: Pb = de batterij bevat lood, Cd = de batterij bevat cadmium, Hg = de batterij bevat kwik.
Gebruik met netvoeding U kunt dit apparaat ook met netvoeding gebruiken. In dat geval mogen er geen batterijen in het batterijvakje zitten. De netvoeding is verkrijgbaar in de vakhandel of via het serviceadres en heeft bestelnummer 071.60. • De bloeddrukmeter mag alleen worden gebruikt met de hier beschreven netvoeding om mogelijke schade aan de bloeddrukmeter te voorkomen. • Plaats de aansluiting van de netadapter in de daarvoor bestemde stekkeringang aan de rechterkant van de bloeddrukmeter. De netadapter mag alleen op de netspanning worden aangesloten die op het typeplaatje is aangegeven. • Plaats vervolgens het stekkergedeelte van de netvoeding in het stopcontact.
Datum en tijd instellen De datum en de tijd moeten absoluut ingesteld worden. Alleen zo kunt u uw gemeten waarden correct met datum en tijdstip opslaan en later laden. Aanwijzing: wanneer u de toets MEM ingedrukt houdt, kunt u de waarde sneller instellen. Om de datum en de tijd in te stellen, gaat u als volgt te werk: • Zet de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand ON. • Druk gelijktijdig op de toets START/STOP en de toets MEM. De aanduiding 24h begint te knipperen. Stel met de toets MEM de 12-uursweergave of 24-uursweergave in. Bevestig uw keuze met de toets START/STOP. Het jaar 8
• Haal na gebruik van de bloeddrukmeter eerst de stekker uit het stopcontact en ontkoppel vervolgens de adapter van de bloeddrukmeter. Zodra u de netadapter uit de contactdoos trekt, verliest de bloeddrukmeter datum en tijd. De opgeslagen meetwaarden blijven echter bewaard.
zo strak zijn aangelegd, dat nog twee vingers onder de manchet kunnen worden gebracht. Steek nu de manchetslang in de aansluiting voor de manchetconnector.
5. Bloeddruk meten Breng het apparaat voor meting op kamer temperatuur.
Let op: Het apparaat mag uitsluitend met de originele manchet worden gebruikt. De manchet is geschikt voor een armomvang van 22 tot 30 cm. Onder bestelnummer 163.246 is een grotere manchet in de vakhandel en bij de serviceafdeling verkrijgbaar, voor een bovenarmomvang van 30 tot 42 cm.
De manchet plaatsen Leg de manchet aan rond de ontblote linker bovenarm. De doorbloeding van de arm mag niet worden belemmerd door te nauwe kleding en dergelijke. De manchet moet zo op de bovenarm worden geplaatst dat de onderste rand zich 2 – 3 cm boven de elleboogplooi en boven de arterie bevindt. De slang wijst naar het midden van de handpalm. Leg nu het vrije uiteinde van de manchet goed aansluitend, maar niet té strak, rond de arm en sluit de klittenband. De manchet moet
De juiste lichaamshouding aannemen
• Rust voor elke meting ongeveer 5 minuten uit! Anders kunnen onnauwkeurigheden ontstaan. • U kunt de meting zowel zittend als staand uitvoeren. Let er in elk geval op dat de manchet zich op harthoogte bevindt. 9
• Zorg ervoor dat u tijdens de bloeddrukmeting comfortabel zit. Ondersteun uw rug en armen. Ga niet met gekruiste benen zitten. Plaats uw voeten plat op de vloer. • Om een foutieve meting te voorkomen, is het belangrijk dat u tijdens de meting rustig blijft en niet spreekt.
Zodra een pols wordt waargenomen, verschijnt het symbool pols . • De meetresultaten van de systolische druk, de diastolische druk en de pols worden weergegeven. • U kunt de meting nu op elk moment afbreken door op de toets START/STOP te drukken of door de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand OFF te schuiven. • Wanneer de meting niet volgens de voorschriften kan worden uitgevoerd, verschijnt _. Raadpleeg het hoofdstuk „Foutmelding/Foutoplossing” in deze gebruiksaanwijzing en herhaal de meting. • Het meetresultaat wordt automatisch opgeslagen. • Om het apparaat uit te schakelen drukt u op de toets START/STOP of zet u de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand OFF. Wanneer u vergeten bent het apparaat uit te schakelen, schakelt het apparaat na ca. 1 minuut automatisch uit.
Bloeddrukmeting uitvoeren • Zet de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand ON. • Leg de manchet aan zoals eerder beschreven en neem de houding aan waarin u de meting wilt uitvoeren. • Start het bloeddrukapparaat met de toets START/ STOP . Na de volledige weergave wordt het laatst gebruikte gebruikersgeheugen weergegeven ( of ). Om een ander gebruikersgeheugen te selecteren, drukt u op de toets MEM en bevestigt u uw keuze met de toets START/STOP . Wanneer u niet bevestigt, wordt automatisch na 5 seconden het laatst gebruikte gebruikersgeheugen gebruikt. • Voor de meting wordt kort het laatst opgeslagen meetresultaat weergegeven. Wanneer zich geen meting in het geheugen bevindt, geeft het apparaat de waarde aan. • De manchet wordt automatisch opgepompt. De luchtdruk in de machet wordt langzaam verlaagd. Bij een reeds waarneembare tendens voor hoge-bloeddruk wordt nogmaals gepompt en de manchetdruk opnieuw verhoogd.
Wacht tenminste 5 minuten tot de volgende meting!
6. Resultaten beoordelen Hartritmestoornissen: Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele stoornissen in het hartritme identificeren en wijst u daar eventueel na de . meting op met het symbool 10
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Hij of zij kan uw persoonlijke bloeddruk voor u meten en ook beter inschatten wanneer bloeddrukwaarden te hoog of te laag zijn. Deze standaardwaarden dienen echter alleen als algemene richtlijn, omdat de individuele bloeddruk bij verschillende personen en in verschillende leeftijdsgroepen etc. afwijkt. Het is belangrijk dat u uw arts regelmatig raadpleegt. Uw arts deelt u uw individuele waarden voor een normale bloeddruk mee en de waarde waarboven de hoogte van de bloeddruk als gevaarlijk moet worden beschouwd. De WHO-classificatie in de display geeft aan in welk bereik zich de gemeten bloeddruk bevindt. Als de waarden van systole en diastole zich in twee verschillende WHO-bereiken bevinden (bijv. systole in het bereik „hypertensie graad“ en diastole in het bereik „normaal“) dan wordt de grafische WHO-classificatie op het apparaat altijd weergegeven in het hoogste bereik (in het voorbeeld dus „hypertensie graad“).
Dit kan een indicatie zijn voor aritmie. Aritmie is een aandoening waarbij het hartritme op basis van een stoornis in het bioelektrische systeem, dat de hartslag stuurt, afwijkend is. De symptomen (opgewonden of vroegtijdige hartslagen, een langzame of te snelle pols) kunnen onder andere het gevolg zijn van hartaandoeningen, ouderdom, aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend worden vastgesteld middels medisch onderzoek. -symbool na de Herhaal de meting wanneer het meting op de display verschijnt. Let op, u moet eerst 5 minuten rusten en tijdens de meting niet spreken of bewe-symbool vaker gen. Raadpleeg uw arts als het verschijnt. Zelf een diagnose stellen of een door uzelf samengestelde behandeling volgen op basis van de meetresultaten kan gevaarlijk zijn. Volg onvoorwaardelijk de aanwijzingen van uw arts op. WHO-classificatie: Conform de richtlijnen/definities van de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en meest recente inzichten kunnen de meetresultaten volgens de onderstaande tabel worden geclassificeerd en beoordeeld. Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden opgevat als algemene richtlijn omdat de bloeddruk per persoon en ook per leeftijdsgroep kan verschillen of afwijken. 11
Bereik van de bloeddrukwaarde Niveau 3: sterke hypertonie Niveau 2: matige hypertonie Niveau 1: lichte hypertonie
Systole (in mmHg)
Diastole (in mmHg)
≥180
≥110
160 –179
100 –109
140 –159
90 – 99
Hoog-normaal
130 –139
85 – 89
Normaal
120 –129
80 – 84
Optimaal
<120
<80
7. M eetwaarden opslaan, oproepen en verwijderen
Maatregel
• De resultaten van elke succesvolle meting worden met datum en tijd opgeslagen. Bij meer dan 60 meetgegevens gaan de oudste meetgegevens altijd verloren. • Zet de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand ON. • Selecteer met de toets MEM en daarna met de toets START/STOP het gewenste gebruikersgeheugen. Druk nogmaals op de toets MEM om de gemiddelde waarde van alle meetresultaten van het gebruikersgeheugen weer te geven. Druk nogmaals op de toets MEM om de gemiddelde waarde ( ) van de laatste 7 dagen van de ochtendmeting weer te geven. (Ochtend: 5:00 - 9:00, weergave ). Druk nogmaals op de toets MEM om de gemiddelde waarde van de laatste 7 dagen van de avondmeting weer te geven. (Avond: 18:00 – 20:00, weergave ). Druk nogmaals op de toets MEM om de laatste individuele meetwaarden met datum en tijdstip weer te geven. • U kunt het geheugen wissen door de toets MEM 3 seconden ingedrukt te houden. Alle waarden van het huidige gebruikersgeheugen worden na drie geluidssignalen gewist. • Om het apparaat uit te schakelen drukt u nogmaals op de toets MEM of de toets START/STOP of zet u de activeringsschakelaar van de touchscreen in de stand OFF.
Contact opnemen met uw arts Contact opnemen met uw arts Regelmatige controle bij uw arts Regelmatige controle bij uw arts Zelf controleren Zelf controleren
Bron: WHO, 1999
12
9. Foutmelding / Foutoplossing
• Wanneer u vergeet het apparaat uit te schakelen, wordt deze automatisch na 2 minuten uitgeschakeld.
Bij fouten verschijnt de foutmelding _ in de display. Foutmeldingen kunnen optreden indien • de systolische of diastolische druk niet gemeten kan worresp. weergegeven), den (op het display wordt • de systolische of diastolische druk buiten het meetbereik vallen (op het display wordt „ “ of „Lo “ weergegeven), • de manchet te strak of te los is vastgemaakt (op het disresp. weergegeven), play wordt • de oppompdruk hoger is dan 300 mmHg (op het display wordt weergegeven), • het oppompen meer dan 160 seconden duurt (op het display wordt weergegeven), • er een systeem- of apparaatfout is opgetreden (op het dis, , of weergegeven), play wordt • de batterijen bijna leeg zijn .
8. Verzenden van de gemeten waarden Sluit uw bloeddrukmeter met behulp van de USB-kabel aan op uw computer. ijdens een meting kan het verzenden van gegevens T niet worden gestart. Op de display wordt PC weergegeven. Start het verzenden van de gegevens via de computersoftware “HealthManager”. Tijdens het verzenden van de gegevens wordt op de display een animatie weergegeven. Als het verzenden van de gegevens is gelukt, wordt dit zoals op afbeel- Afb. 1 ding 1 weergegeven. Als het verzenden van de gegevens is mislukt, wordt een foutmelding zoals op afbeelding 2 weergegeven. In dit geval onderbreekt u de verbinding met de computer en start u de gegevensoverdracht nogmaals. Afb. 2 Als de bloeddrukmeter gedurende 30 seconden
Herhaal in deze gevallen de meting. Let erop dat u niet beweegt of praat. Plaats de batterijen opnieuw of vervang ze. Technisch alarm – beschrijving Wanneer de gemeten bloeddruk (systolisch of diastolisch) buiten de in de paragraaf 'Technische gegevens' beschreven grenzen ligt, verschijnt op het display een technisch alarm in de vorm van de weergave „ “ of „Lo “. In dit geval
niet wordt gebruikt of als de communicatie met de computer wordt onderbroken, wordt de bloeddrukmeter automatisch uitgeschakeld.
13
moet u een arts raadplegen of controleren of u het apparaat op de juiste wijze hebt bediend. De grenswaarden voor het technische alarm zijn in de fabriek ingesteld en kunnen niet worden aangepast of uitgeschakeld. In het kader van de richtlijn IEC 60601-1-8 hebben deze alarmgrenswaarden een lagere prioriteit. Het technische alarm blijft niet oneindig zichtbaar en hoeft niet te worden uitgeschakeld. Het op het display weergegeven signaal verdwijnt na ongeveer 8 seconden automatisch.
Meetbereik
Manchetdruk 0 – 300 mmHg, systolisch 60 – 260 mmHg, diastolisch 40 –199 mmHg, hartslag 40 –180 slagen/minuut Nauwkeurigheid van systolisch ± 3 mmHg, de weergave diastolisch ± 3 mmHg, hartslag ± 5 % van de weergegeven waarde Meetafwijking max. toelaatbare standaardafwijking conform klinische controle: systolisch 8 mmHg / diastolisch 8 mmHg Geheugen 2 x 60 geheugenplaatsen Afmetingen l 100 mm x b 150 mm x h 58 mm Gewicht Ongeveer 364 g (zonder batterijen) Manchetgrootte 22 tot 30 cm Toegelaten gebruiks- +5 °C tot +40 °C, ≤ 90 % relatieve voorwaarden luchtvochtigheid (niet condenserend) Toegelaten voorwaar- -20 °C tot +55 °C, ≤ 95 % relatieve den voor bewaring luchtvochtigheid, 800 –1050 hPa omgevingsdruk Voeding AA-batterijen 4 x 1,5 V
10. Het apparaat reinigen en bewaren • Reinig uw digitale bloeddrukmeter voorzichtig en slechts met behulp van een licht bevochtigde doek. • Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel. • Het apparaat mag in geen geval onder water worden gehouden, omdat dan vloeistof binnen kan dringen en het apparaat kan beschadigen. • Als u het apparaat opslaat, mogen er geen zware voorwerpen op het apparaat staan. Verwijder de batterijen uit het apparaat. De manchetslang mag niet scherp geknikt worden.
11. Technische gegevens Modelnr. Meetmethode
BM 58 Oscillometrische non-invasieve bloeddrukmeting op de bovenarm. 14
Levensduur batterij
Accessoires
Classificatie
en EN1060-3 (Non-invasieve bloeddrukmeters deel 3: Aanvullende eisen voor elektromechanische bloeddrukmeetsystemen) en IEC80601-2-30 (Medische elektrische toestellen deel 2 – 30: Bijzondere eisen voor de veiligheid, met inbegrip van essentiële gebruikseigenschappen, van automatische non-invasieve bloeddrukmeters). • De nauwkeurigheid van deze bloeddrukmeter is zorgvuldig gecontroleerd en het apparaat is ontwikkeld met het oog op een lange gebruiksduur. Wanneer het apparaat wordt gebruikt in de geneeskunde moeten meettechnische controles met daarvoor geschikte middelen worden uitgevoerd. Uitgebreide informatie voor het controleren van de nauwkeurigheid kan worden aangevraagd via het serviceadres.
Voor ongeveer 500 metingen, afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk c.q. de oppompdruk Manchet, gebruiksaanwijzing, 4 x 1,5 V AAA-batterijen, USB-kabel, opbergtas Interne voorziening, IPX0, geen AP of APG, ononderbroken werking, toepassingsdeel type BF
Wijzigingen van de technische gegevens zonder kennisgeving zijn om actualiseringsredenen voorbehouden. • Dit apparaat voldoet aan de Europese norm EN606011-2 en is onderworpen aan bijzondere veiligheidsmaatregelen op het gebied van elektromagnetische verdraagzaamheid. Houd er daarbij rekening mee dat draagbare en mobiele HF-communicatie-installaties dit apparaat kunnen beïnvloeden. U kunt uitgebreide informatie aanvragen bij de klantenservice op het aangegeven adres of deze aan het eind van de bijgevoegde gebruiksaanwijzing op pagina 105 – 108 nalezen. • Het apparaat is in overeenstemming met de EU-richtlijn voor medische hulpmiddelen 93/42/EG, de Duitse wet inzake medische producten en de normen EN1060-1 (Non-invasieve bloeddrukmeters deel 1: Algemene eisen)
11. Adapter Modelnr. Ingang Uitgang Produsent
15
FW 7575M/EU/6/06 100 – 240 V, 50 – 60 Hz 6 V DC, 600 mA, uitsluitend in verbindin met Beurer bloeddrukmeetapparaten. Friwo Gerätebau GmbH
Het apparaat is dubbel geïsoleerd en bekeiligdtegen kortsluiting en overbelasting middels een primair aangebrachte zekering, die in geval van gebreken de verbinding tussen het apparaat en de stroom verbreekt. Verzeker u ervan, dat u de batterijen uit de batterijhouder hebt gehaald, voordat u de adapter gebruikt.
BM58-1013_NL Vergissingen en veranderingen voorbehouden
Beveiliging
Geïsoleerd /Beschermingsklasse 2. Polariteit van de gelijkstroomaansluiting
Behuizing en Beschermingsafdekplaat
De adapterbehuizing beschermt voor het aanraken van delen, die onder stroom staan resp. kunnen staan (vingers, naalden, testhaken). De Gebruiker mag niet gelijktijdig de patiënt en de uitgangsstekker van de adapter aanraken.
16