!
Verhuizen
inhoud NUMMER ZES Beste leden, beste lezers, Dit is alweer het zesde nummer van La Revista Oranje. In deze editie van het magazine van de Nederlandse Vereniging in Madrid wordt een lang gekoesterde wens van uw voorzitter ten uitvoer gebracht; we zijn namelijk begonnen met het opnemen van een vertaling in het Spaans van de bijdragen en artikelen. Wij denken daarmee ons magazine aantrekkelijker en toegankelijker te maken voor Spaanstalige familieleden en vrienden en wij hopen dat u dit waardeert.
Kuiper, de internationale verhuizer, verzorgt ruim 80 jaar nationale en internationale verhuizingen. In de zestiger jaren was Kuiper de eerste
Kuiper verzorgt meerdere malen per week kleine en grote verhuizingen naar en vanuit Madrid. Tevens frequent naar andere Europese en Overzee bestemmingen.
Nederlandse verhuizer, die zich richtte op verhuizingen naar Zuid-Europa. In de filosofie van Kuiper wordt de klant niet alleen in Nederland, maar ook ter plaatse volledig bijgestaan. Wereldwijd beschikt het bedrijf over ruim 2.500 agenten. In Zuid-Europa heeft Kuiper eigen vestigingen in Zuid-Frankrijk, Barcelona, Alicante, Torrevieja, Malaga, Madrid en Algarve.
U kunt telefonisch of via internet een vrijblijvende offerte aanvragen. In Spanje kunt u ons gratis bellen via 900-993131 of direct contact opnemen met onze vestiging in Madrid, Loes Veenstra-Back 0034 687935753.
Op de middenpagina van het magazine zult u een fotoreportage vinden van één van onze meest traditionele activiteiten: het Koninginnefeest dat op 24 april jl. werd georganiseerd in El Hipódromo de Madrid. Diezelfde dag werd door het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen een fietstocht georganiseerd in Madrid en organiseerden de gezamenlijke Nederlandse onderwijsinstellingen een vrijmarkt voor alle leerlingen . Ook daarvan vindt u een verslag met veel kleurrijke foto’s, alsmede een interview met Justine de Jong, directeur van het NBTC.
REISIMPRESSIE: CAMINO DE SANTIAGO VERTREK UIT NEDERLAND HEEFT GEVOLGEN
?
Madrid?
04 11
VOOR HET ERFRECHT
13 14 16 18 22 25 26 27 30 32
-
naar of vanuit
INTERVIEW MET THEO VAN BERKEL HOLANDA: EL PLACER DE DIBUJAR FOTO’S KONINGINNEFEEST 2010 KONINGINNEDAG EN VRIJMARKT KUNSTTIPS SCHOOLPAGINA CAFÉ AMSTERDAM INTERVIEW MET MARION PAUW NEDERLAND IN DE SPAANSE PERS ONDERWIJS IN DE NEDERLANDSE TAAL EN
CULTUUR OP HET ITC
34
DE VAN BERKHEY VERZAMELING
Bestuur
In de vaste rubriek “reisimpressie” doet eindredacteur Jaap Scholten verslag van een onbekend stukje van de Camino de Santiago, dit in het kader van het Año Xacobeo. Ook leest u interviews met ondergetekende, die in maart precies één jaar voorzitter van de Vereniging was, en met Marieke Geurts, docent aan het International College Spain. Verder aandacht aan twee evenementen die (mede) werden georganiseerd door de Culturele afdeling van de Ambassade: het literaire Café Madrid en FICOMIC, de internationale stripbeurs in Barcelona waar Nederland dit jaar eregast was. Foto van links naar rechts: Monique vd Marel, Encarnita Diaz, Harm Boerma, Theo van Berkel, Loes Veenstra, Björn Duys.
Redactrice Monique Lambie doet wederom een aankondiging van een aantal culturele activiteiten in Madrid in het komende halfjaar. Ook interviewde zij de schrijfster Marion Pauw en maakt ons attent op de Van Berkhey-collectie in de Real Jardín Botánico. We willen vanaf deze plek iedereen bedanken voor hun bijdragen, evenals Ferdi Loskamp die wederom de vormgeving voor zijn rekening heeft genomen. Rest ons nog u een hele fijne zomervakantie toe te wensen met veel Hollandse voetbalwedstrijden en wij hopen u allen aan het begin van het nieuwe seizoen te mogen verwelkomen op de Indonesische maaltijd. Nadere informatie volgt via de nieuwsbrief en kunt u vinden op onze website.
Voorzitter Theo van Berkel Vice-Voorzitter Björn Duys Penningmeester Bertien Klanderman Secretaris Monique v/d Marel Loes Veenstra Communicatie Encarnita Diaz Redacteur Monique Lambie Eindredacteur Jaap Scholten
Met vriendelijke groet, Namens het bestuur, Theo van Berkel Voorzitter NVMadrid Van Houten Industriepark 12 Postbus 348, 1380 AH Weesp Telefoon +31 (0)294 418080 Fax +31 (0)294 418157 Email
[email protected] Internet www.kuiperbv.nl
wilt u adverteren IN ons volgende nummer? Kijk op: www.nvmadrid.com www.nvmadrid.com
La Revista Oranje is u gratis bezorgd door Swiss Post Spain
La Revista !Oranje!
3
REISIMPRESSIE
Tekst en fotografie: Jaap Scholten
o n i m a El C de Santiago
Camino de Santiago 2010: Año Xacobeo
D
it jaar valt 25 juli op een zondag en dat betekent voor de Camino de Santiago een Año Xacobeo, of wel een Heilig Jaar. Reden voor La Revista nog eens stil te staan bij de beroemdste pelgrimsroute in Europa: die naar Santiago de Compostela in het Spaanse Galicië.
!
www.nvmadrid.com
La Revista !Oranje!
5 5
REISIMPRESSIE AÑO XACOBEO Voor Galicië is het jaar 2010 van groot belang, want de naamdag van de apostel Jacobus, die in het Spaans Santiago heet, 25 juli, valt dit jaar op een zondag, en dus is het een Heilig Jaar, een Año Xacobeo in het Galicisch. Alle registers worden opengetrokken. Op de nationale en internationale toeristenbeurzen is Galicië prominent aanwezig, want de ervaring leert dat een Heilig Jaar niet minder dan een paar miljoen pelgrims op de been brengt, en dat vergt de nodige voorbereiding en organisatie. En niet alleen Galicië, maar heel Spanje probeert een graantje mee te pikken. Tot in de verste uithoeken van het land zijn in het afgelopen jaar borden verschenen met “Camino de Santiago” en paaltjes met pijlen voor links- en rechtsaf. Natuurlijk is iedere route vanuit Spanje zelf naar Santiago een camino, maar de “echte” Camino de Santiago komt natuurlijk uit Frankrijk, gaat de Pyreneeën over bij Roncesvalles of Somport en baant zijn weg door Aragón, Navarra, Rioja en het noorden van Castilië en León. Dat zijn niet minder dan 850 kilometers vanaf Somport. Je zult weten dat Iberië een schiereiland is. 850 Kilometers vol romaanse kerken en kloosters, dichte bossen en bloedhete vlakten, zweet en blaren, maar ook oergezellige pelgrimsherbergen en leuke ontmoetingen.
COSTA DA MORTE Maar ik laat dat deel van de Camino de Santiago even voor wat hij is. Daar is al meer dan genoeg over geschreven. Voor het overgrote deel van de pelgrims is de Galicische hoofdstad Santiago de Compostela het doel én het eindpunt, maar sommigen lopen door naar Cabo Fisterra (Cabo Finisterre): de kaap die lange tijd voor het einde van de wereld
REISIMPRESSIE werd gehouden, en de kust waar de Jacobus-legende begon. Voor menigeen is dit het officieuze eindpunt van de pelgrimsroute, en inderdaad ook gewoon keurig gemarkeerd met gele pijlen en tegels met een blauwe jacobsschelp. De kust bij Kaap Finisterre luistert naar de onheilspellende naam Costa da Morte (de dodenkust); de zee is er woest, de rotsen en kliffen levensgevaarlijk. Talloze schepen vergingen er in de loop van de eeuwen, of moesten hun heil zoeken in een van de rias, zeg maar de ‘Galicische fjorden’. En in een van deze inhammen, bij het dorp Padrón, legde in de eerste eeuw na Christus een schip aan met het stoffelijk overschot van de apostel Jacobus, vergezeld door enige van zijn leerlingen. Of zij bewust aan wal gegaan zijn, of dat zij aan deze woeste kust hun heil hebben gezocht voor een opkomende storm, niemand zal het weten. Het doet er ook niet heel veel toe.
dus gaat hier geen dag voorbij zonder een stevige bries. Half Galicië leeft van de visserij en de bewoners van Muxía ook. De visafslag is een witte, frisse en moderne loods in de haven. Er liggen heilbotten van 70 kilo, klaar om vervoerd te worden naar Madrid. Behalve vissersdorp is Múxia een bedevaartoord. Op de punt van de kaap staat het Santuario Nosa Señora da Barca (Onze Lieve Vrouwe van de boot). Hier zou Maria in een stenen boot aan land gekomen zijn om de apostel Jacobus in zijn werk als prediker bij te staan. Een deel van de boot, de pedra d’abalar, ligt nog naast de kerk; alle pelgrims met een beetje spierballen proberen de steen ieder jaar weer te verplaatsen, tevergeefs uiteraard. En wie twijfelt aan dit verhaal, kan dat beter niet hardop in Múxia zeggen. Nosa Señora da Barca is intocable.
DE LEGENDES
KAAP TOURIÑÁN
Legende op legende stapelde zich op. Zo zou Jacobus nog niet aan land zijn gebracht of hij rees ten hemel. Een dag later werd hij alweer teruggevonden door zijn leerlingen en begraven. In 813 werd het graf op aanwijzing van een ster door een kluizenaar gevonden. En daar verrees al spoedig een kapel, want de stroom pelgrims liet niet lang op zich wachten. Er kwamen er zoveel, dat de kapel een kerk en de kerk een kathedraal werd. Evenzo spoedig deed het verhaal de ronde dat Jacobus, alvorens in het jaar 44 in Palestina te zijn terechtgesteld, in het noordwesten van het Iberisch schiereiland zou hebben gepredikt. En nog een mooi verhaal: door de aanwezigheid van het graf van Jacobus was het de islamitische Moren nooit gelukt door te dringen tot deze uithoek van het Iberisch schiereiland. Jacobus zou zelfs op een wit paard zijn verschenen in de slag bij Clavijo in 843 om de Asturiërs bij te staan in de strijd tegen de Moren; daaraan dankt hij tot op de dag van vandaag zijn bijnaam Matamoros (Morendoder). Over de Moorse krijgsheer Almanzor, die in 997 Santiago zo ongeveer van de kaart veegde, rept natuurlijk niemand, en dát is geen legende.
Een zonovergoten ochtend. Het beeld van het grijze Galicië vervaagt even. De oceaan is ‘mediterraan’ blauw, de schuimkoppen zijn hagelwit, de vegetatie frisgroen en de rotsen zwart. Een kleurrijk geheel vol contrast. Het traject van Muxía naar Fisterra is zonder meer een mooie tocht. Je verliest de oceaan vrijwel nooit uit het oog, je loopt door dennenbossen, langs maisvelden, over kliffen, langs een verlaten gehucht, door velden vol brem, en af en toe over een zandstrand dat zo wit is, dat je aan de rand ervan palmbomen verwacht. Er is vrijwel niemand op het strand, maar je merkt al snel dat dat niet zo vreemd is. Ook de zwemmer moet hier namelijk in zijn achterhoofd houden dat hij aan de Costa da Morte is. Het water is, ook in juli, steenkoud, direct al metersdiep en de stroming is gevaarlijk sterk. Na een paar uur stevig wandelen komt er een kaap in zicht die meer dan een kilometer de zee in gaat. Het is Cabo Touriñán, die toevallig niets te maken heeft met de Jacobus-legende, maar wel verreweg de mooiste van de Costa da Morte is.
CABO FISTERRA De volgende dag is de ‘langverwachte’ tocht naar Cabo Fisterra. De route lijkt op die van de dag ervoor, met hetzelde
MUXÍA Terug naar de werkelijkheid. De route naar Finisterre gaat via Muxía, een vissersdorp op een landtong; aan de ene kant de Atlantische Oceaan, aan de andere kant een enorme binnenzee, en
6
La Revista !Oranje!
www.nvmadrid.com
www.nvmadrid.com
La Revista !Oranje!
7
REISIMPRESSIE stralende weer als geschenk erbij. De pelgrimsroute gaat over Praia do Rastro, een twee kilometer lang zandstrand dat helemaal leeg is. Slechts voetafdrukken van wandelaars, meeuwen en golven. En dan komt langzaam maar zeker Cabo Fisterra in zicht, een naam die afgeleid is van het Latijnse Finis terrae (het einde van de wereld), zoals de Romeinen de kaap noemden. Tot de Spanjaarden en Portugezen in de 15de eeuw begonnen met hun ontdekkingreizen, was dit, voor de Europeanen althans, het einde van de wereld. Daarna werd het in ieder geval dan toch de meest westelijke punt van het Continent, totdat de geografen de lengtegraden nauwkeurig konden meten, en Cabo Fisterra de eer moest afstaan aan Cabo da Roche in Portugal. Cabo Fisterra is veel meer dan een geografisch referentiepunt op 9* westerlengte en 43* noorderbreedte met een vuurtoren erop, die zijn lichtbundel 22 zeemijlen verweg stuurt. Van de vroegste ontdekkingsreiziger in de oudheid tot de middeleeuwse pelgrim, en de Galicische visser van vandaag toe is Fisterra een symbool. Kelten, Romeinen, Goten en Castilianen stonden hier aan het einde van hun wereld, zich afvragend wat daar ‘voorbij de horizon’ zou zijn. Cabo Fisterra is de belichaming van het einde, van beperkingen en verwachtingen, van het onbereikbare. Voor de rusteloze reiziger is het de plaats waar het onbekende en onbereikbare lonkt. Voor de thuisblijvers is er geen plaats waar men dichter bij de dierbaren op zee is dan hier; Cabo Fisterra als symbool van vrees en hoop, vrees voor de onstuimige zee aan de Costa da Morte, hoop op een behouden thuiskomst.
8 8
La Revista !Oranje!
Español Este año es Año Xacobeo, motivo para que La Revista se pare a pensar en la ruta de peregrinaje más famosa de Europa: la que lleva a Santiago de Compostela en Galicia. AÑO XACOBEO Este año la fiesta onomástica del apóstol Santiago, el 25 de julio, cae en domingo y por tanto este año es Año Xacobeo. Esto moviliza a algunos millones de peregrinos que quieren catar el ambiente del Camino de Santiago, 850 kilómetros desde los Pirineos: iglesias romanas, bosques espesos, llanuras abrasadoras, sudor y ampollas, pero también albergues muy acogedores.
Iglesia de San Martín (Frómista, Palencia)
LIEVER TOURIÑAN Ik moet zeggen dat ik me in diverse verbale bochten moet wringen om deze poëtische ode aan Fisterra niet terstond over boord te gooien. De werkelijkheid is anders. Een recente bosbrand heeft korte metten gemaakt met alle vegetatie en de kaap zwart geblakerd. Ergens bovenop ligt nota bene een vuilnisbelt. Aan het einde van de weg naar de punt van de kaap is een parkeerplaats; toeristen verdringen zich rond de souvenirswinkeltjes waar schelpen uit Thailand moet doorgaan voor Atlantische. De Nosa Señora de Fisterra is gesloten. Waarschijnlijk moet je er op Paaszondag zijn, wanneer hier de jaarlijkse grote bedevaart plaatsvindt. Wie de sfeer wil proeven van het finis terrae, of wil dromen van onbekende verten die lonken, van het onbereikbare in het leven, of wie simpelweg van een mooie zonsondergang wil genieten, raad ik sterk aan naar Cabo Touriñán te gaan; die tiende lengtegraad doet er nou ook weer niet zoveel toe.
www.nvmadrid.com
COSTA DA MORTE De ella ya se ha escrito mucho. Quiero dirigirme a una parte desconocida del camino: la de Santiago a Cabo Fisterra, el cabo que durante mucho tiempo se consideró el fin del mundo y la costa donde comenzó la leyenda de Santiago. La costa alrededor del Cabo de Finisterre se conoce por el nombre ominoso de Costa da Morte; el mar es salvaje, las rocas y los acantilados son mortales. En esta costa, cerca del pueblo de Padrón, en el siglo I después de Cristo amarró un barco con los restos mortales del apóstol Santiago.
Cabo Fisterra
Santiago de la Compostela
Madrid El trayecto de Muxía a Fisterra es un paseo precioso a lo largo de acantilados y por aldeas abandonadas. En las playas no hay nadie y no es de extrañar. En la Costa da Morte el agua está gélida, es profunda y las corrientes son traicioneras. Tras un par de horas caminando se vislumbra Cabo Touriñán. Ciertamente no tiene nada que ver con la leyenda de Santiago pero sí es el más bonito de la Costa da Morte.
LAS LEYENDAS Las leyendas se fueron apilando. Nada más llegar a tierra Santiago ascendería al cielo. Un día más tarde lo encontraron y lo enterraron. En el año 813 un ermitaño encontró la tumba gracias a la indicación de una estrella. Y poco después se irguió una iglesia en el mismo lugar porque el flujo de peregrinos no se dejó esperar. Otra bonita historia: Santiago aparece en un caballo blanco en la batalla de Clavijo en 843 para apoyar a los asturianos en su lucha contra los moros; a ello se debe el apodo de Matamoros. Sin embargo, no pudo impedir la destrucción de la ciudad de Almanzor.
CABO FISTERRA He aquí Cabo Fisterra, derivado del latín Finis terrae (el fin de la tierra). Hasta que los españoles y los portugueses empezaran con sus viajes de exploración en el siglo XV, esto era, al menos para los europeos, el fin del mundo. Más tarde al menos fue el punto más occidental del continente hasta que los geógrafos pudieron medir con exactitud los grados de longitud. Posteriormente tuvo que ceder este “honor” al Cabo da Roche en Portugal. Cabo Fisterra es mucho más que un punto de referencia geográfico. Desde el primer viajero de exploración en la antigüedad hasta el peregrino medieval y el pesquero gallego en la actualidad, Fisterra es un símbolo. Los celtas, los romanos, los godos y los castellanos estaban allí ante el fin del mundo. Cabo Fisterra es la encarnación del final, de las limitaciones y de las expectativas, de lo inalcanzable. El viajero inquietante tiene su mirada puesta en lo desconocido y en lo inalcanzable. Para las personas que se quedan en casa no hay lugar donde se encuentran más cerca de sus seres queridos que están en alta mar; Cabo Fisterra como símbolo de temor y esperanza, temor al mar impetuoso en la Costa da Morte, esperanza de un buen viaje de vuelta.
MUXÍA La ruta a Finisterre pasa por Muxía. La mitad de Galicia vive del pescado y Muxía no es diferente, pero al margen de ser un pueblo pesquero Muxía también es un lugar de peregrinación. En el extremo del cabo se sitúa el Santuario Nosa Señora da Barca. Se dice que en este lugar María desembarcó para acompañar al apóstol Santiago en su trabajo como predicador. Parte del barco (petrificado), de pedra d’abalar, aún se encuentra al lado de la iglesia; cada peregrino con músculos intenta desplazar la piedra. Huelga decir que los intentos son en vano.
PREFIERO TOURIÑAN Debo confesar que me cuesta mucho no tirar directamente por la borda esta oda poética dedicada a Fisterra. La realidad es otra. El cabo está desnudo. Al final del camino hay un parking lleno de coches, los turistas se apretujan en torno a las tiendas de recuerdos. El que quiere catar el ambiente de finis terrae, o el que quiere soñar con lejanías desconocidas, con lo inalcanzable en la vida, o el que simplemente quiere disfrutar de una bonita puesta de sol, le aconsejo visitar Cabo Touriñán; independientemente del grado de longitud...
TOURIÑÁN Una mañana bañada por el sol. Por un instante se desvanece la imagen gris de Galicia. El océano se tiñe de azul “mediterráneo”, las cabrillas son blancas como la nieve, la vegetación de un color verde fresco y las rocas son negras.
Texto: Jaap Scholten Traducción: Martijn Naarding
www.nvmadrid.com
La Revista !Oranje!
9
INTERVIEW
Vertrek uit Nederland heeft gevolgen voor erfrecht.
V
Vision in Finance Insurance Solutions Estate Planning Investment Solutions
Vision in Finance stelt zich ten doel om op basis van de wensen en de persoonlijke situatie van haar klanten de daadwerkelijke behoefte te bepalen, om deze vervolgens in te vullen met de best mogelijke oplossing. Betrokkenheid en deskundigheid zijn hierbij haar speerpunten. Vision in Finance is uw financiële partner op het gebied van:
Insurance Solutions
Estate Planning
Investment Solutions
Vision in Finance biedt verzekeringen die aansluiten bij de wensen en behoefte van haar klanten. Zij heeft toegang tot diverse vooraanstaande verzekeraars en is daardoor in staat om haar klanten een onafhankelijk advies te verstrekken.
Vision in Finance informeert Nederlanders over de consequenties die een vertrek uit Nederland heeft op de verdeling en belasting van het opgebouwde vermogen bij een nalatenschap. Daarnaast draagt zij bij aan het tot stand komen van (belastingbesparende) testamentaire oplossingen.
Vision in Finance biedt in samenwerking met Perrée & Partners B.V. Nederlandse vastgoedobligaties aan. De vastgoedobligaties vormen een interessant alternatief voor een belegging in aandelen of een spaarrekening.
Calle Tellez 30, 4 , 4 – 1 28007 MADRID
Tel. 914 330 419 / 635 195 700 Email:
[email protected]
www.visioninfinance.com www.perreepartners.nl
orig jaar september verhuisde Maartje Visser met haar vriend naar Madrid. Inmiddels is zij haar eigen bedrijf gestart onder de naam Vision in Finance. Ze richt zich met haar bedrijf op het aanbieden van een breed scala aan schadeen levensverzekeringen, biedt interessante investeringsoplossingen en adviseert Nederlanders die in Spanje wonen op het gebied van Estate Planning. Toen de kans zich voordeed om naar Spanje te verkassen vanwege het werk van mijn vriend Twan, hoefden we daar beiden niet lang over na te denken. Het was voor ons een mooie uitdaging. Voor mij betekende dit wel dat ik mijn leuke baan als pensioenprofessional bij Robeco moest opgeven en daar onzekerheid voor terugkreeg; ik ging immers naar een land met een werkloosheidscijfer van bijna 20%. Toch had ik het gevoel dat het wel goed zou komen. Ik dacht dat ik, gezien mijn ervaring in de financiële sector op het gebied van Private Banking, Financieren en Verzekeren én het feit dat ik de Engelse taal spreek, uiteindelijk wel een baan zou kunnen vinden bij een internationale bank of verzekeraar. Alvorens met solliciteren te starten, leek het me goed om eerst de Spaanse taal enigszins onder de knie te krijgen om zo bij een sollicitatiegesprek mijn kansen te vergroten. Vrijwel direct na aankomst in Madrid kon ik beginnen met een full-time opleiding Spaans aan de Universiteit Complutense. Ik had eerder begrepen dat het in Spanje, om een baan te bemachtigen, erg belangrijk is om mensen te kennen. Dus gedurende mijn studieperiode liet ik zo vaak mogelijk vallen dat ik op zoek was naar een baan. In die periode bezocht ik ook een netwerkbijeenkomst in Madrid. Hier ontmoette ik Henk Perrée van Perrée & Partners B.V., een financieel intermediair in Nederland met aangesloten instelling in Barcelona, en Hans Wolters van IFAR S.L., een verzekeringstussenpersoon in Barcelona. Beiden zagen mogelijkheden om met me samen te werken. Ik had een goed gevoel over deze heren dus ik maakte een afspraak om verder te praten. Ik raakte erg enthousiast over hun businesses en besloot om een samenwerkingsovereenkomst met ze aan te gaan en een eigen bedrijf te starten. Een eigen bedrijf starten was niet iets wat eerder in me opgekomen was maar ik zag het als een mooie persoonlijke uitdaging om mijn opgedane kennis en ervaring op deze wijze in de praktijk te brengen. Via Perrée & Partners kwam ik in contact met een Nederlandse notaris. Met hem sprak ik uitgebreid over de verschillen tussen het Spaanse- en het Nederlandse erfrecht en de gevolgen die een verhuizing van Nederland naar Spanje met zich meebrengt. Ik was erg dankbaar voor dit gesprek want niemand had me hier
www.nvmadrid.com
nog op gewezen en het was niet iets waar ik al bij stilgestaan had. Het gesprek met de notaris heeft me lang bezig gehouden en ik vroeg me af hoeveel emigranten op de hoogte zijn van dit aspect en de mogelijkheden die ze hebben. Ik wilde hier meer van weten en heb me hier uitgebreid in verdiept. Dit leidde ertoe dat ik uiteindelijk ook met deze Nederlandse notaris een samenwerkingsovereenkomst sloot. Binnen deze samenwerking wil ik Nederlanders die in Spanje wonen informeren over de gevolgen die een overlijden op hun persoonlijke situatie heeft. Nederlands versus Spaans Erfrecht Tot 1996 werd de nalatenschap van een in het buitenland woonachtige Nederlander verdeeld volgens de regels van de Nederlandse wet. Het Haags Erfrechtverdrag heeft dit veranderd. Nu is het zo dat als men langer dan vijf jaar uitgeschreven is uit Nederland én bij overlijden in Spanje woont, Spaans erfrecht van toepassing is. Het Spaanse Erfrecht is op diverse punten anders geregeld dan het Nederlandse Erfrecht. De voornaamste verschillen zijn: In Nederland geldt een ‘langstlevende bescherming’ wat inhoudt dat de nalatenschap geheel ten goede komt aan de langstlevende (de gehuwde/geregistreerde partner). Het Spaanse Erfrecht kent daarentegen geen ‘langstlevende bescherming’. De nalatenschap gaat volledig naar de kinderen of ouders. De langstlevende behoudt slechts het recht tot vruchtgebruik van een derde deel van de nalatenschap. Dit kan grote financiële consequenties hebben. In Nederland is eveneens een volledige langstlevende bescherming mogelijk voor een partner waar je mee samenwoont, maar niet mee bent gehuwd. Spanje kent een dergelijke regeling helemaal niet. Daarnaast is er ook een groot verschil tussen Nederland en Spanje op het gebied van successierecht:
De successiebelasting in Spanje kent ten opzichte van Nederland lagere vrijstellingen. Vooral voor de langstlevende partner is het verschil groot: in Nederland € 600.000,00 en in Spanje ongeveer € 15.000,00. De successietarieven in Spanje voor partners die niet gehuwd zijn, vallen onder het ‘vreemdentarief ’ en kunnen oplopen tot 81,2%. Keuze voor Nederlandse erfrecht Het is mogelijk om een overgang naar Spaans Erfrecht na 5 jaar te voorkomen. Nederlanders kunnen er namelijk te allen tijden voor kiezen om het Nederlandse recht van toepassing te laten zijn door betreffende rechtskeuze op te nemen in het testament. Een dergelijke keuze kan veel geld besparen. Ook voor Nederlanders die korter dan 5 jaar in Spanje verblijven is het mogelijk interessant om deze rechtskeuze te betrekken bij het opstellen of actualiseren van een testament. Laat je adviseren! Indien je jezelf niet laat informeren over de gevolgen zou je bij een overlijden wel eens voor grote financiële verrassingen kunnen komen te staan. Het is daarom belangrijk om op voorhand maatregelen te treffen en je zaken zo te regelen zoals je het graag zou willen. Vision in Finance heeft als uitgangspunt om de persoonlijke situatie en wensen bij een eventueel overlijden te inventariseren. Vervolgens wordt, in samenwerking met de notaris, vastgesteld welke maatregelen nodig zijn om de gewenste situatie te realiseren. Vision in Finance en Perrée & Partners werken samen om deze service aan de Nederlandse gemeenschap in Spanje aan te kunnen bieden. Tekst: Encarnita Diaz
La Revista !Oranje!
11
INTERVIEW In maart 2010 was het een jaar geleden dat Theo van Berkel aantrad als voorzitter van de Nederlandse Vereniging in Madrid. Wie is onze voorzitter, wat is de balans van één jaar voorzitterschap en wat zijn de plannen voor de komende periode?
Voorzitter Nederlandse Vereniging Madrid:
HEO VAN BERKEL Theo van Berkel woont sinds december 2005 in Madrid. De reden voor de komst naar Spanje was dat zijn vrouw, na jaren in Nederland te hebben gewoond, graag weer terug wilde naar de roots. En dat betekende een nieuwe woonomgeving ten noord-oosten van Madrid, de twee kinderen naar de Nederlandse School, en een nieuwe baan voor Theo. Nieuw, maar wel in dezelfde branche, en dat is die van de tandtechniek. In Spanje werkt Theo sinds zijn komst hard aan het opzetten van een business: Nederlandse kwaliteit voor Spaanse tandartsen en tandheelkundige klinieken. En hij mag, naar eigen zeggen, niet klagen.
“Voorzitter zijn is niet alleen twee keer per jaar een speech houden. Achter de schermen gebeurt er veel. En dat is niet altijd eenvoudig natuurlijk.”
De Nederlandse Vereniging kwam in zicht in 2006. Theo: “ik hoorde dat er voetballen was, een WK-wedstrijd kijken ergens in de stad, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging. ‘Je moet wel lid zijn’, werd erbij gezegd.” Die avond naar de wedstrijd dus. Daar ontmoette Theo, die niemand kende, Robert de Jong die op dat moment in het bestuur van de Nederlandse Vereniging zaten. De heren kwamen aan de praat over een nieuwe vormgeving van het verenigingsblad, toen nog het Hispaantje. Theo werd uitgenodigd op een bestuursvergadering over het blad en kwam meteen met een duidelijk statement: voor een nieuw blad, type magazine, heb je advertenties nodig. Dat was niets teveel gezegd. Nog dezelfde avond werd besloten dat Theo de advertenties ging doen. Zoals bekend verscheen het eerste magazine, La Revista, in december 2007, met advertenties uiteraard. Van het een komt het ander. In 2008 werd Theo ‘officieel’ commissaris communicatie en op 17 maart 2009 nam hij de voorzittersstaf over van Rolf Leenhouts en vormde met enkele enthousiaste mensen een nieuw bestuur. Een spetterend koninginnefeest en een nieuwe stijl Indonesisch buffet waren de visitekaartjes van Theo en het nieuwe bestuur. Nog meer Nederlanders, maar met name ook Spaanse familieleden betrekken bij de Nederlandse Vereniging en haar activiteiten heeft zonder enige twijfel Theo’s prioriteit. Het tweetalige magazine moet daar vanaf nu een bijdrage aan leveren. Maar ook denkt Theo aan culturele uitwisselingsprogramma’s: “de Nederlandse schrijver Cees Nooteboom, een Spaanse journalist in Nederland, laten we ze uitnodigen voor, zeer waarschijnlijk, een heel interessante avond.” Ook culturele activiteiten in Madrid en omstreken zullen een prominente plaats blijven innemen in het magazine en andere communicatiemiddelen van de Vereniging. En dat is behoorlijk wat werk. Voorzitter zijn is niet alleen twee keer per jaar een speech houden. Achter de schermen gebeurt er veel. En dat is niet altijd eenvoudig natuurlijk. De Nederlandse Vereniging heeft een zeer gemelleerde ledenlijst. Iedereen moet in principe zoveel mogelijk aan zijn trekken komen en dat is de taak waar het bestuur voor staat. Geen sinecure. De week na het interview was het Oranjefeest. Dat zag er
toch allemaal weer keurig en prima verzorgd uit met een heleboel feestelijke gezichten. Alle waardering dus voor de voorzitter en zijn team.. En marzo de 2010 hizo un año que Theo van Berkel asumió la presidencia de la Asociación neerlandesa en Madrid. ¿Quién es nuestro presidente? ¿Cuál es el balance después de un año en el cargo? ¿Qué planes tiene para el futuro? Desde diciembre de 2005 Theo van Berkel vive en Madrid. El motivo de su llegada a España fue que su esposa quería volver a sus raíces, después de haber vivido años en Holanda. Con ello llegó a un nuevo entorno al noreste de Madrid, sus dos hijos fueron inscritos en el Colegio Holandés y Theo encontró un nuevo trabajo. Nuevo, aunque en el mismo sector: la técnica dental. Desde el principio Theo ha trabajado duramente en establecer su negocio: calidad holandesa para clínicas dentales y dentistas españoles. Y, según afirma, no tiene motivos de quejar. En 2006 entra en escena la Asociación neerlandesa. «Me enteré de que se podían ver partidos del Mundial en algún sitio en el centro, organizado por la Asociación neerlandesa, pero tenías que ser miembro. Esa tarde fui a ver el partido.» Ahí Theo, que no conocía a nadie, conoció a Robert de Jong que por entonces formaba parte del consejo de la Asociación Neerlandesa. En la conversación que mantuvieron se habló de cómo se podía cambiar el formato de la revista de la Asociación, que en ese momento aún se llamaba el Hispaantje. Theo fue invitado a participar en una reunión del consejo sobre la revista y enseguida dejó claro cuál era su opinión: «Para una revista nueva del tipo magazín se necesitará publicidad». La misma tarde se decidió que Theo se encargaría de este tema. Como es sabido, la primera edición de La Revista, naturalmente con publicidad, vio la luz en diciembre de 2007. Una cosa lleva a la otra y en 2008 Theo asumió ‘oficialmente’ el cargo de comisario de comunicación. El 17 de marzo de 2009 tomó las riendas de la presidencia que regentaba Rolf Leenhouts, formando un nuevo consejo con algunos entusiastas personas. La espectacular fiesta con motivo del Día de la Reina y un bufete indonesio con un nuevo estilo han sido unos de los hitos más destacados de Theo y su nuevo consejo. Sin duda, una de las prioridades de Theo es seguir involucrando a más holandeses, pero también a los familiares españoles en las actividades de la Asociación. A partir de ahora el magazín en dos idiomas contribuirá en este sentido. Por otra parte Theo está pensando en programas culturales de intercambio: «El escritor holandés Cees Nooteboom, un reportero español afincado en Holanda, al que podemos invitar para probablemente pasar una tarde muy interesante.» Las actividades culturales en Madrid y alrededores seguirán ocupando un lugar destacado tanto en el magazín como en otros medios de comunicación de la Asociación. El trabajo no es poco. Ser presidente no sólo es pronunciar un discurso dos veces al año. Detrás de las cámaras ocurren muchas cosas y no siempre es fácil. Dado que los miembros de la Asociación neerlandesa son muy variopintos, el objetivo del consejo es que todo el mundo esté satisfecho en la medida de lo posible. No es una sinecura. Texto: Jaap Scholten Traducción: Martijn Naarding
La Revista !Oranje!
13
ARTIKEL
Holanda: el Placer de Dibujar werk van twee grote striptekenaars: Joost Swarte y zijn Spaanse evenknie Javier Mariscal.
F
icomic in Barcelona is een van de grootste stripbeurzen van Europa. Bezoekers ontdekten al snel overbekende Nederlandse tekeningen: Sigmund, Zusje, Heinz. Op de Paseo de la Gracia was een expositie te zien van een van de bekendste nationale strips: Fokke en Sukke. Onder het motto “Holanda: el Placer de Dibujar” was Nederland dit jaar gastland. Dit jaar was Nederland gastland op de 28ste editie van de Salón Internacional del Cómic in Barcelona. In april en mei organiseerden Catalaanse en Nederlandse instanties, waaronder de Culturele afdeling van de Ambassade en het Nederlandse Fonds voor Beeldende Kunst, verscheidene activiteiten in het centrum van Barcelona, voornamelijk op het gebied van de strips, maar ook staan animatiefilms en gaming op het programma. Het motto: Holanda, el Placer de Dibujar. De Nederlandse aanwezigheid in Barcelona startte op 21 april met de inauguratie van de expositie “Alternativas de Papel” met
In de Nederlandse ruimte werd werk van zowel Nederlandse als Spaanse tekenaars getoond. Deze dialoog was met name zichtbaar in de expositie “YO”. Vier Nederlandse - Peter Pontiac, Gerard Leever, Barbara Stok en Flo -, en vier Spaanse kunstenaars - Miguel Gallardo, Daniel Torres, Cristina Durán en Ken Niimura -, werden aan elkaar gekoppeld en maakten vier tekeningen waarop zij probeerden uit te beelden wat het betekent hoofdpersoon in je eigen strip te zijn. De expositie werd vergezeld door een fotoserie van Marco Bakker. De tweede expositie in de Nederlandse ruimte was gewijd aan het werk van Dick Matena, een van de beste Nederlandse tekenaars van dit moment. Hij is met name bekend door zijn stripversies van klassieke literatuur. In Barcelona zijn versie getoond van de roman Het Dwaallicht van Willem Elsschot. Ook studenten van de kunstacademies Sint Joost uit Breda,
Nederlandse tekenaars die voor de gelegenheid per bus naar barcelona waren afgereisd. Ook de Anna Frank stichting gaf acte de présence. Tijdens de traditionele “jornada pedagógica” gaf zij een lezing aan 120 Catalaanse docenten over de rol van strips als middel tegen racisme en als informatiebron over de Holocaust. De aanwezigheid op Ficomic was een onderdeel van de Nederlandse inbreng tijdens het vier weken durend stripevenement in Barcelona. Naast veel aandacht in de Spaanse pers verscheen een artikel in het NRC en een item op het Journaal op Nederland 3. Bron: Cómics de Holanda Blogspot. Bewerking: Jaap Scholten Met dank aan Friso Wijnen (Ambassade Madrid) en Rop Zoutberg (correspondent NOS) Español
ArtEZ uit Zwolle en Llotja uit Barcelona waren vertegenwoordigd, het resultaat van een uitwisselingsprogramma. En natuurlijk was er een verkooppunt van het werk van meer dan vijftig
Ficomic en Barcelona es una de las ferias del cómic más importante de Europa. Los visitantes descubrieron rápidamente conocidos dibujos
holandeses: Sigmund, Hermanita y Heinz el Gato. En el Paseo de la Gracia el público pudo disfrutar de uno de los cómics más famosos de los Países Bajos: Fokke y Sukke. Bajo el lema “Holanda: el Placer de Dibujar” Holanda fue invitado especial. Este año Holanda era el país invitado del 28º Salón Internacional del Cómic de Barcelona. Durante los meses de abril y mayo instituciones holandesas y catalanas organizaron múltiples actividades en el centro de Barcelona, la mayoría de ellas relacionada con el cómic, pero también con la ilustración y el cine de animación. La presencia holandesa en Barcelona se inició el 21 de abril con la inauguración de la exposición Alternativas de Papel, con obras de dos grandes dibujantes: Joost Swarte y Javier Mariscal. En el espacio dedicado a Holanda en el Salón del Cómic se mostraron
trabajos de dibujantes de los Países Bajos junto a los de autores españoles. El diálogo entre ambos países fue particularmente visible en la exposición llamada YO. Cada uno de los cuatro artistas holandeses y españoles dibujó cuatro páginas en las que intentó explicar qué significa ser protagonista de tu propio cómic. La muestra la compusieron los holandeses Peter Pontiac, Gerard Leever, Barbara Stok y Flo. Por parte española estuvieron Miguel Gallardo, Daniel Torres, Cristina Durán y Ken Niimura. La exposición vino acompañada por una serie de fotografías de Marco Bakker. La segunda exposición que se mostró en el espacio de Holanda estaba dedicada a la obra de Dick Matena, uno de los mejores dibujantes holandeses del momento. Es famoso, sobre todo, por la traslación de la literatura clásica en cómic. En Barcelona se expusieron todas las páginas que dibujó de la novela de Willem Elsschot “Het dwaallicht” (Fuego fatuo). También se mostraron dibujos de estudiantes de academias de arte holandesas y
catalanas. Esta obra es el resultado del intercambio entre las escuelas Sint Joost de Breda, ArtEZ de Zwolle y Llotja en Barcelona. Además, hubo un punto de venta de obra holandesa de los más de cincuenta dibujantes que vendrán a Barcelona en autobús para representar el cómic holandés en el Salón. Durante la tradicional ‘jornada pedagógica’ del Salón del Cómic la Fundación Anna Frank de Ámsterdam mostró a unos 120 profesores catalanes el uso del cómic como herramienta de lucha contra el racismo y como medio de información sobre el Holocausto. Fuente del texto: Cómics de Holanda Blogspot.
NH 08-05-10 katern 1 pagina 07
Strips Fonds BKVB stuurt Nederlandse tekenaars naar beurs Barcelona om professioneler te worden
Striptekenaars zijn ‘tot grote dingen in staat’ De Ficomic in Barcelona is de op één na grootste stripbeurs ter wereld. Nederlandse striptekenaars geven er acte de présence. ‘Leon el terrible’ doet het uitstekend in Spanje.
striphoofden, echte kaaskoppen. Het is een kamer waar de bezoeker echt kan inlopen. Binnen hangt autobiografisch werk: yo/ik is het thema van de Nederlandse expositie van Floor de Goede, Barbara Stok, Gerard Leever en Peter Pontiac, die gekoppeld zijn aan vier verwante Spaanse tekenaars. Stok en De Goede laten in hun minimalistische stijl scènes uit hun leven zien. De bijdrage van Pontiac is getiteld Autobioblues, waarin de tekenaar bij zijn dagelijkse bezigheden wordt achtervolgd door lege vellen die gevuld willen worden. In de Nederlandse tentoonstellingsruimte mag er niks worden verkocht en daarom is er achter de stand nog een klein kraampje, waar Nederlandse strips, posters, T-shirts en buttons worden verhandeld. Vrijdagmiddag staan daar de twee Spaanse Nederlanders van de groep, Cristina Richarte en Henrike Olasolo, zelf auteurs van een bijzonder boek over Nederland gezien door de ogen van
Door onze redacteur
ron rijghard
Barcelona, 8 mei. Drie Spaanse uitgevers willen Dick Matena wel uitgeven, zegt Gert Jan Pos, stripintendant en drijvende kracht achter de presentatie van Nederlandse striptekenaars op de stripvakbeurs Ficomic in Barcelona. Ze vinden het prachtig, zijn in strip gegoten vorm van Het dwaallicht van Elsschot. Ook voor Peter Pontiac is interesse. Nederland is eregast op de beurs, die donderdag openging en nog loopt tot morgen. Ficomic, gevestigd in wat lijkt op een enorme stationshal, is de op één na groot-
14
La Revista !Oranje!
www.nvmadrid.com
www.nvmadrid.com
‘Om groot publiek te bereiken, moet je een kopgroep vormen’
‘Als het leuk is, maakt het niet uit vanwaar de woorden komen’
ste stripbeurs van Europa, met naar verwachting zo’n honderdduizend bezoekers. Er zijn veel stands met strips en verwante gadgets, maar ook lezingen, presentaties en debatten, met bijzondere gasten als Tardi, Moebius en Lewis Trondheim. Het is goed voor het zelfvertrouwen van de Nederlandse striptekenaars om hier te zijn, betoogt Pos. Dan kunnen ze zien dat ze goed zijn en makkelijk mee kunnen met de buitenlandse collega’s. Pos is door het Fonds BKVB voor twee jaar aangesteld, met onder meer als opdracht de sector te professionaliseren. Leren jezelf internationaal te presenteren hoort daar bij. De striptekenaars moeten naar buiten. Zo’n vijftig tekenaars gaven daar gehoor aan, en veertig arriveerden per bus. Maar de meesten zijn sceptisch over hun kansen op een doorbraak in Spanje. Het zou leuk zijn als een uitgever zich meldt, zegt tekenaar Sam Peeters, lid van stripcollectief Lamelos. „Ik kom om te netwerken, maar ook om lol te trappen.” Nederland is een stripland in ontwikkeling, zei Pos donderdag tijdens de officiële opening. De volgende dag voegt hij daaraan
nieuwkomers, Nederland is mijn fantasie. De werken van Pontiac doen het goed, zeggen ze. Richarte: „En twee Baskische meisjes wilden alles hebben van onze vrouwelijke tekenaars.” De binnenruimte van de expositieruimte had de ontwerper leeg gelaten. Daar ontstond aanvankelijk wat rumoer over, want het merendeel van de vijftig tekenaars wilde zich laten zien. Aan de buitenkant van een gele wand werd uiteindelijk een lange tafel geïmproviseerd, zodat de tekenaars werk kunnen uitstallen en hun kunst live demonstreren. Die stoelen hebben we zelf maar gekocht, zegt manga-specialist Aime de Jongh, met 21 jaar de jongste van het stel. Lol trappen hoort bij stripmakers en de jongens van Lamelos laten donderdagavond zien hoe dat moet, in een robotgevecht tegen de tekenaars van het verwante Spaanse collectief La Cruda. Toegejuicht door de collega’s ontdoen ze in een straf kwartier drie tegenstanders met hamerende slagen van hun wapens en uitrusting – alles vervaardigd van kartonnen dozen, gekleurd papier en aluminium bordjes. Als de steeg voor het Picasso Museum na afloop weer leeg is, liggen ze verfomfaaid in de hoek.
Robots van het Nederlandse stripcollectief Lamelos en van het Spaanse La Cruda, strijdend in de straten van Barcelona Foto Marco Bakker
toe: „Om tot het grote publiek door te dringen wil ik een kopgroep formeren. Die kun je bijzondere aandacht geven. Tussen deze Nederlandse tekenaars zitten er die tot grote dingen in staat zijn, zoals Typex, Maaike Hartjes, Barbara Stok en de jongens van Lamelos.” Tekenaar Typex vermoedt dat de humor van de Nederlandse tekenaars te zwart is voor de Spaanse
markt. Maar Félix Sabat, redacteur van de grote Spaanse uitgever Glénat, weerspreekt dat. Bij Glénat verschenen eerder dit jaar al ‘Leon el Terrible’, een vertaling van de Sjef van Oekel-avonturen van Wim T. Schippers en tekenaar Theo van den Boogaard, en Peter de Wits Burka babes. „Ik vind deze twee boeken grappig”, zegt Sabat. „Als het leuk is, maakt het niet uit waar de woorden vandaan komen.”
De directeur van de Ficomic, Carles Santamaria, is enthousiast over de Nederlandse inbreng. „Sinds Joost Swarte in de jaren tachtig hoorden we niets meer uit Nederland. Nu is er een mooie stand hier en diverse exposities in de stad.” De Nederlandse bestorming van de Spaanse stripwereld reikt verder dan de Ficomic. Onder meer Swarte, Lamelos, Typex, Ren Windig (tekenaar van Heinz) en Fokke
& Sukke hebben in galerieën elders in de stad eigen tentoonstellingen. Als Nederland in Barcelona een internationale ster heeft, dan is dat Joost Swarte. Op de expositie met zijn Spaanse evenknie Javier Mariscal toont hij zijn stadsgezichten, interieurs en lezende mensen, getekend in heldere kleuren en klare lijnen. Zoals op een tekening van een vakantiefile, vol
grijze bussen, maar met één vrolijk gekleurd autootje, met boeken op het dak, een gevulde boekenkast in de aanhangwagen en lezende passagiers. Op vergelijkbare manier springt de Nederlandse tentoonstelling op de Ficomic eruit tussen de wat eenvormige Spaanse kramen met strips en gadgets. De Nederlandse ruimte is ommuurd door hardgele, hoge wanden die uitlopen in
La Revista !Oranje!
15
Koninginnedag en Vrijmarkt 24 April
O
p 24 april heeft Nederland in Madrid Koninginnedag gevierd met een fietstocht, een vrijmarkt, traditionele spelletjes en lekkernijen.
Dit jaar is Koninginnedag verhuisd naar de straten van Madrid. Het evenement werd georganiseerd door de Nederlandse Ambassade en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen in samenwerking met, onder meer, Hof der Lage Landen en ICS. Uiteraard kon hierbij de fiets niet ontbreken. Om 9h30 verzamelden de deelnemers aan de fietstocht zich bij het vertrekpunt tegenover de Medische Faculteit van de Complutense universiteit. De tocht leidde daarna via Plaza de Oriente, Calle Mayor en Plaza del Sol naar Plaza del Rey in Chueca. Met meer dan 300 deelnemers van ale leeftijden was het prachtig oranje spektakel dat op het plein werd voortgezet. Daar konden Nederlandse en Spaanse belangstellenden een bezoek brengen aan de vrijmarkt, genieten van de traditionele spelletjes en zich tegoed doen aan haring, poffertjes, stroopwafels, kaas en smoothies. De gezellige en ontspannen sfeer
16
La Revista !Oranje!
www.nvmadrid.com
www.nvmadrid.com
trok in totaal zo’n 2000 bezoekers aan die ook nog door een drietal street actors werden benaderd om op ludieke wijze hun passie voor Nederland te verbeelden. De Nederlandse ambassadeur Van Wulfften Palthe sloot het feest af met de uitreiking van de prijzen voor de mooist versierde fietsen en de verloting van een omafiets en een reis naar Nederland, aangeboden door hoofdsponsor KLM. Verschillende Spaanse media hebben verslag gedaan van het evenement. Zo heeft Telemadrid tijdens het het middag- en avondjournaal een reportage uitgezonden. Het videoverslag van het evenement staat op youtube: http://www.youtube.com/ watch?v=n6fxkCeF6mo. Español Holanda celebró el sábado 24 de abril en Madrid su fiesta de “El Día de la Reina” con una marcha en bicicleta, un tradicional mercadillo de objetos La Revista !Oranje!
17
de productos gastronómicos.
El Día de la Reina
La fiesta más popular de Holanda se ha trasladado este año a las calles de Madrid. La Embajada de los Países Bajos junto con la Oficina de Turismo y Congresos de Holanda organizaron este evento en el que naturalmente no podía faltar la bicicleta. A Las 9:30 h se convocó la salida de los participantes desde la Facultad de Medicina de la Universidad Complutense y la ruta terminó en la céntrica Plaza del Rey. La ruta se hizo sin cortes de tráfico y asisitieron más de 300
Esta fiesta, que en Holanda se celebra cada 30 de abril, fue celebrada por primera vez por los holandeses en 1949. El festejo tal y como se conoce hoy es bastante reciente: en 1980 la actual Reina Beatriz escogió el cumpleaños de su madre, la Reina Juliana, como el día de su ascenso al trono y estableció esa fecha como día oficial para la celebración. La Reina Beatriz cambió la manera de ser homenajeada por los ciudadanos, y en vez de abrir las puertas de su palacio en Soestdijk, prefirió recibir el homenaje en la vía pública. Desde entonces, en esta fecha la misma Reina Beatriz visita alguna ciudad del país para ver con sus propios ojos a los ciudadanos inmersos en el estado de alegría y celebración. La fiesta es cada vez más popular entre los extranjeros, que llegan al país para ser testigos de este jolgorio y también para mezclarse y formar parte del festejo. Durante ese día las calles de todo el país se inundan de naranja, que es el color que hace referencia a la Familia Real, la Casa de Oranje-Nassau. La calle es el lugar por excelencia de la celebración: bandas de música tocan en cada calle principal y la gente baila hasta bien entrada la noche. La celebración es compartida por niños y adultos: ambos se reúnen en parques y mercadillos, donde sacan todo lo inimaginable que ha salido de sus trasteros y venden también galletas y dulces típicos. Holanda: referente en el uso de la bici
personas. En la plaza se organizó un mercadillo con productos gastronómicos y los niños del colegio holandés de Madrid vendieron objetos de segunda mano con un fin benéfico. El color naranja reinó durante todo el paseo, y la Plaza del Rey se decoró también con ese color. Telemadrid hizo un reportaje para las noticias. Un video del evento se puede encontrar en youtube: http:// www.youtube.com/watch?v=n6fxkCeF6mo. Por la noche el saxofonista holandés Hans Dulfer ofreció un concierto en el Hipódromo de Madrid.
18
La Revista !Oranje!
La celebración fue una ocasión perfecta para animar a todos los madrileños a usar su bicicleta y convencerles de las ventajas de este transporte. Holanda es el único país europeo con más bicicletas que habitantes. Con más de 17 millones de habitantes, existen unos 18 millones de bicicletas, y en sus poco más de 41.000 km2 existen 15.000 km de carril bici.
www.nvmadrid.com
H et NBTC p romoot in Sp anj e
H
et Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) promoot Holland in het buitenland en de afdeling Madrid doet dat in Spanje. Dat gebeurt niet door middel van massale foldercampagnes maar wel met gerichte marketingactiviteiten waarbij het internet een prominente plaats inneemt. Een zonnige middag op de Plaza de Callao in hartje Madrid. In een hoek van het plein, op drie hoog, ligt het kantoor van het Oficina de Turismo y Congresos de Holanda. Op de deur staat dat wie informatie wil zich moet wenden tot de website; het NBTC is géén VVV-kantoor. Ik word ontvangen in de mooie werkkamer van Justine de Jong, directeur van het NBTC-Spanje, dat bestaat uit een team van vijf mensen. Vóór we het over het NBTC gaan hebben worden er eerst foto’s bekeken van de fietstocht door en de vrijmarkt in Madrid op zaterdag 24 april, een evenement dat door het NBTC en de Nederlandse Ambassade werd georganiseerd en waarvan u elders in het magazine een (foto)verslag kunt zien. Wat is en wat doet het NBTC? Op die vraag is Justine voorbereid en dus volgt er een kort en duidelijk antwoord: “het NBTC is een semi-overheidorganisatie die “Holland” in het buitenland promoot met als doelstelling zoveel mogelijk toeristen én zakelijke reizigers naar Nederland te halen.” En ook al is het NBTC geen organisatie met winstbejag, een niet obelangrijk onderdeel van de doelstelling is om de economische waarde van het bezoek aan Nederland te maximaliseren. In andere woorden, de reiziger moet zoveel mogelijk uitgeven in ons land. Op dit moment bezoeken circa 350.000 Spanjaarden per jaar Nederland. Het profiel van de toerist is vrij homogeen. De Spaanse toerist komt niet met een volgeladen auto om twee of drie weken te gaan kamperen in Drenthe. De Spaanse toerist vliegt naar Nederland, boekt een goed hotel, houdt van comfort en heeft en grote culturele belangstelling. De zogenaamde citybreak is het meest populair. Amsterdam is de meest bezochte stad, maar ook andere steden en de Nederlandse iconen - de grote musea, de www.nvmadrid.com
Justine de Jong
deltawerken, madurodam, de Afsluitdijk, etc. - komen duidelijk in het vizier en daar speelt het NBTC met cityzapping en Arte y Cultura en Holanda op de website uiteraard op in.. Opvallend is dat een groete groep een bezoek aan Nederland herhaalt. Wat doet en welke middelen gebruikt het NBTC om haar doelstellingen te bereiken? Behalve reclame en samenwerking met reisbureaus zijn dat met name persbewerking en het internet, aldus Justine. Bij persbeweking moeten we denken aan persberichten, nieuwsbrieven, het doen van presentaties voor de pers en ook het uitnodigen van (Spaanse) journalisten naar Nederland voor het maken van reportages in de Spaanse pers. De ‘mediawaarde’ daarvan, zoals Justine dat noemt, is erg hoog. En dan het internet. Het NBTC is geheel en al op de hoogte van de digitale ontwikkelingen en spreekt in termen van Web 2.0. Geen massale emailzendingen of een statische website, maar wel prominente plaats voor sociale netwerken, blogs en YouTube. Op Facebook lees ik over Tulpen in Amsterdam, Koninginnedag, bloemencorso en de fietstocht en de vrijmarkt in Madrid op 24 april. Er zijn al een paar duizend admiradores. Op YouTube zie ik filpjes over de Kinderdijk, de Gay Parade in Amsterdam, de kaasmarkt in Alkmaar en een Cityzapping-video met een uitdagend marketingeffect. Maar natuurlijk staat op de website ook ‘gewoon’ een sectie Información práctica. En het NBTC is altijd op zoek naar partners, dat wil zeggen bedrijven en instellingen die op de een of andere manier geïnteresseerd zijn om verbonden te worden aan het merk “Holland”. Ook daarover meer informatie op de website. Ik kan alleen maar aanraden daar, ook als Nederlander, eens een kijkje op te nemen. Je komt veel te weten over je land. Meer informatie op www.holland.com/es La Oficina de Turismo y Congresos de Holanda (NBTC en sus siglas holandesas) promociona Holanda en el extranjero. Su sede madrileña lo hace en España mediante sus variadas actividades y su presencia en internet.
En la puerta de la sede de la NBTC madrileña, la Plaza Callao, se puede leer un cartel claro y conciso: “quien desea información debe visitar nuestra web.” La NBTC no es una oficina de turismo abierta al público. Al frente del equipo de cinco personas que forman la NBTC se encuentra Justine de Jong, su directora. Antes de hablar, contemplamos juntos las fotos realizadas de unas de sus últimas actividades, la marcha en bicicleta y el tradicional mercadillo que se celebró el 24 de abril en Madrid, organizada en colaboración con la Embajada de los Países Bajos. En páginas anteriores se puede ver un reportaje alusivo. La NBTC es una empresa pública que promociona Holanda en el extranjero. Su objetivo es aumentar el número de visitantes españoles al país, tanto turistas como viajeros de negocios. Unos 350.000 españoles visitan Holanda cada año. No vienen para quedarse tres semanas en un camping en la provincia Drenthe. El viajero español viaja en avión, se aloja en un buen hotel, le gusta el confort y tiene un gran interés cultural. El citybreak es lo más popular. Ámsterdam es la ciudad más visitada, pero otras ciudades y los iconos holandeses – los museos más importantes, Los Deltawerken, Madurodam, el Afsluitdijk, etc. – ganan popularidad. Con cityzapping y Arte y Cultura en Holanda el NBTC ofrece en su web una amplia información. Un número significativo de los visitantes españoles repite su visita a Holanda. Los recursos de la NBTC son la publicidad, colaboración con agencias de viajes y, sobre todo, la prensa e Internet. La NBTC realiza presentaciones para la prensa, invita a periodistas españoles a Holanda y elabora boletines digitales. Su página web contiene una amplia información sobre diversos temas y destinos, así como links a las redes sociales y YouTube. Ya hay varios miles de admiradores en Facebook. La NBTC está interesada en contactar con socios, o sea empresas y organizaciones que quieran vincular su nombre a la “marca Holanda”. Más información en www.holland.com/es Tekst en vertaling: Jaap Scholten La Revista !Oranje!
19
evenementEN
evenementEN
Koninginnefeest 2010
20
La Revista !Oranje!
www.nvmadrid.com
Zaterdag 24 April
www.nvmadrid.com
La Revista !Oranje!
21
Kunsttips PHE10 Verschillende zalen in Madrid 9 juni tot 25 juli 2010
La Fábrica Calle de la Alameda, 9. Madrid Metro: Atocha
Sinds 13 jaar wordt Photoespaña, het internationale festival van fotografie en visuele kunsten, elke zomer georganiseerd in Madrid. In deze 10e editie doen meer dan 300 kunstenaars van 41 verschillende nationaliteiten mee. In één van de grotere groepstentoonstellingen, “Entretiempos. Instantes. Intervalos. Duraciones” die te zien zal zijn in het Teatro Fernán Gómez aan het Plaza de Colón, is werk te zien van de interessante Belgische kunstenaar David Claerbout. Een intense beschouwing over het concept tijd vanuit een hedendaags gezichtspunt.
“Diane Arbus: Selected Photographs” 27 mei tot 23 juli 2010
Photoespaña, es un festival internacional de fotografía y artes visuales que se celebra anualmente en Madrid desde hace 13 años. En esta edición expondrán más de 300 artistas de 41 nacionalidades. En una de las grandes exposiciones colectivas, “Entretiempos. Instantes. Interv alos. Duraciones”, que se podrá ver en el Teatro Fernán Gómez, debajo de la Plaza de Colón, participa el artista belga, David Claerbout. A través de fotografía, vídeo y película la exposición pretende ser una reflexión artística sobre la experiencia del tiempo.
22
La Revista !Oranje!
In het kader het Festival Off van Photoespaña 2010 presenteert La Fábrica fotografieën van de Amerikaanse fotografe Diane Arbus. Arbus (New York, 1923-1971) is één van de belangrijkste fotografen van de twintigste eeuw. Ze werd wereldberoemd met portretten van bizarre mensen, minderheden of mensen met een afwijkend gedrag of uiterlijk. Identieke tweelingzusjes, reuzen of dwergen werden allemaal door haar vastgelegd: direct en frontaal. Hun vreemdheid valt niet op, die is deel van hun persoonlijkheid. Wie is hier nou eigenlijk abnormaal, bedoelt Arbus. Zelf noemde Arbus ze ‘freaks’: “Freaks was a thing I photographed a lot. It was one of the first things I photographed and it had a terrific kind of excitement for me. I just used to adore them. I still do adore some of them. I don’t quite mean they’re my best friends but they made me feel a mixture of shame and awe. There’s a quality of legend about freaks. Like a person in a fairy tale who stops you and demands that you answer a riddle. Most people go through life dreading they’ll have a traumatic experience. Freaks were born with their trauma. They’ve already passed their test in
life. They’re aristocrats.” En el marco del Festival Off de Photoespaña 2010 La Fábrica presenta fotografías de la fotógrafa americana Diane Arbus. Diane Arbus (Nueva York, 1923-1971) es una de las más importantes fotógrafas del siglo XX. Se hizo muy famosa con sus retratos de personas extrañas, minorías o individuos con un físico o comportamiento diferente. Gemelas idénticas, gigantes o enanos, todos fueron retratados por ella: de manera frontal y directo. Su extrañeza no llama la atención, son parte de su personalidad. ¿Quién es extraño? parece querer decir Diane Arbus. Ella les llamaba “freaks”. Museo Nacional del Prado Paseo del Prado, s /n. Madrid Metro: Antón Martin / Atocha Turner y los maestros 22 juni – 19 september 2010 Museo del Prado, Edificio Jerónimos. Salas A y B Op 22 juni opent het Prado “Turner y los maestros”, de eerste grote tentoonstelling waarin werken van Joseph Mallord William Turner (1775-1851) naast die van kunstenaars als Rubens, Rembrandt, Claudio de Lorena, Watteau, Canaletto of Constable worden gehangen. Turner was sterk beïnvloedt door de oude meesters
www.nvmadrid.com
Helvoetsluys, the city of Utrecht going to Sea (William Turner)
en dat is dan ook het centrale thema van de tentoonstellling. Hij was een Engelse romantische schilder die vooral landschappen en met name zeegezichten schilderde en werd gezien als de “schilder van het licht”. Hoewel hij vooral bekend is om zijn olieverfschilderijen van grote afmetingen ziet men hem ook als één van de grondleggers van de Engelse aquarellenlandschapschilderkunst.
ingleses fundamentales de la pintura de acuarela con tema marítimo.
El 22 de junio se abre en el Prado la exposición “Turner y los maestros”, la primera gran exposición en la que obras de Turner dialogan con obras maestras de artistas como Rubens, Rembrandt, Claudio de Lorena, Watteau, Canaletto o Constable. La exposición enseña cómo las obras de los viejos maestros le sirvieron de inspiración y que Turner fue un gran admirador de su arte. Joseph Mallord William Turner (1775-1851) fue un pintor romántico inglés que mayoritariamente realizaba paisajes con mar. Se le considera el pintor de la luz. Sobre todo se le conoce por sus acuarelas de grandes formatos aunque también se le considera uno de los artistas
De Fundación Juan March is onlangs verbouwd en beschikt nu ook over een ruimte voor kleinere exposities. Ook is er nu een nieuw, muisstil café waar de dagelijkse pers kan worden gelezen. De nieuwe expositiezaal wordt geopend met Giorgio Morandi (Bolonia, 1890-1964). De werken, 3 aquarellen en 12 etsen, zijn alle stillevens en gemaakt tussen 1927 en 1962. De kunstenaar schilderde voornamelijk glazen, flessen en andere alledaagse voorwerpen op tafels. Giorgio Morandi overleed in Bolonia in 1964. In 2001 werd het Museum Morandi geopend in het Palazzo D’Accursio van Bolonia (Italië).
www.nvmadrid.com
Fundación Juan March Castelló, 77. Madrid Metro: Núñez de Balboa “Giorgio Morandi tres acuarelas y doce aguafuertes” 1 juni tot 18 juli 2010
La Fundación Juan March se rehabilitó hace poco y como resultado se creó
un espacio expositivo pequeño e independiente. El café, también de reciente apertura, silencioso y con toda la prensa diaria, es muy recomendable. La nueva sala de exposiciones se inaugurará con Giorgio Morandi (Bolonia, 1890-1964). Las obras, 3 acuarelas y 12 aguafuertes, son todas naturalezas muertas realizadas entre 1927 y 1962. El artista pintaba sobre todo vasos, botellas y otros objetos cotidianos sobre mesas. Giorgi Morandi falleció en Bolonia en 1964. En 2001 se abrió el Museo Morandi en el Palazzio D’Accursio de Bolonia, en Italia. Museo del Traje Avenida de Juan de Herrera, 2. Madrid Metro: Moncloa, Ciudad Universitaria Bus: líneas 46, 82, 83, 132, 133, G “Influencias artísticas en vestidos de torear” 14 mei tot 19 september 2010
los
Een tentoonstelling die de relatie tussen kunst en “la fiesta de los toros” benadrukt door vele fraai ontworpen stierenvechterspakken te La Revista !Oranje!
23
tonen (het zogenaamde traje de luces) naast tekeningen, schetsen en andere kunstwerken. Voor zowel moderne als hedendaagse kunstenaars (Picasso, Barceló) is het stierengevecht een grote bron van inspiratie. Exposición que refleja el diálogo que se establece entre el arte y la fiesta de los toros a través de su indumentaria específica. Un diálogo que se ha enriquecido a ambas partes a lo largo de la historia ya que si para los artistas ha sido una fuente inagotable de inspiración, el universo taurino se ha beneficiado a su vez de la creación de los primeros, de un imaginario reconocido y admirado internacionalmente.
en menselijk leed. De foto’s zijn wreed en confronterend, maar ook humaan en emotievol. De tentoonstelling probeert inzicht te geven in het functioneren van onze huidige maatschappij. Caixaforum, diseñado por la pareja de arquitectos Herzog y De Meuron, muestra hasta el 22 de agosto los trabajos de los ganadores de la última edición Fotopres la Caixa’09. Gracias a una beca de la Caixa los fotodocumentalistas ganadores han podido realizar sus proyectos en diferentes
partes del mundo. En la muestra se tratan cuestiones como los valores actuales, las situaciones de marginación y violencia que muchas personas sufren en todo el mundo, las guerras y otros grandes conflictos internacionales. Los fotógrafos participantes ofrecen de todo ello una imagen cruda e impactante pero, al mismo tiempo, humana y cercana, que invita a la reflexión sobre la sociedad actual. Tekst en vertaling: Monique Lambie
Thyssen Bornemisza Museum Palacio de Villahermosa Paseo del Prado, 8. Madrid Metro: Banco de España / Sevilla “Ghirlandaio y el renacimiento en Florencia” Van 23 juni tot 10 oktober 2010 De tentoonstelling is een onevenaarbare wandeling door de Forentijnse kunst van het Quattrocento met als uitgangspunt het protret van Giovanna Tornabuoni, één de belangrijkere werken uit de Thyssencollectie. Centraal staan de vele Florentijnse portretten uit de 16e eeuw, van o.a. Botticelli, Pollaiuolo en Ghirlandaio. La exposición es un paseo inigualable por el arte florentino del Quattrocento y toma como punto de partida el retrato de Giovanna Tornabuoni, una de las obras más interesantes de la Colección Thyssen Bornemisza. La parte más importante la integran los muchos retratos florentinos del siglo XVI, de, entre otros, Botticelli, Pollaiuolo y Ghirlandaio. Caixaforum Paseo del Prado, 36. Madrid Metro: Atocha “La Caixa ’09 XIX Fotopres” tot 22 augustus 2010 Caixaforum, ontworpen door het architectenpaar Herzog en De Meuron, toont tot 22 augustus de werken van de winnaars van de laatste editie Fotopres La Caixa ‘09. Dankzij de beurs van La Caixa hebben meerdere jonge fotodocumentalisten hun proyecten in verschillende delen van de wereld kunnen uitvoeren. Centraal staan tema’s als discriminatie, geweld, oorlog 24
La Revista !Oranje!
www.nvmadrid.com
INTERVIEW
CAFÉ AMSTERDAM
Hoe serieus ze toen schreef weet ik niet. Ze hield in ieder geval wél een dagboek bij waar wij misschien wel allemaal ingestaan hebben. En hoogstwaarschijnlijk niet op ons paasbest. Ze kon zeer treffende opmerkingen maken en situaties zó omschrijven dat de kopjes eventjes trilden tijdens de urenlange theepauzes tussen het studeren door. Je zag de film gewoon voor je. Woorden als pijlen.
met Cees Nooteboom
O
p 18 mei was de Nederlandse schrijver Cees Nooteboom te gast in het Círculo de Bellas Artes in het kader van Café Amsterdam, een driedaags literatuurfestival waarin Nederlandse en Vlaamse schrijvers zich presenteerden aan het Spaanse publiek en converseerden met Spaanse collega’s.
Cees Nooteboom is met zestien vertaalde titels zondermeer de meest vertaalde en succesvolle Nederlandse schrijver in Spanje en dus was zijn aanwezigheid in Café Amsterdam een hoogtepunt. Ik ben geen literair criticus en ook geen journalist die literaire vraaggesprekken verslaat, en dus ga ik het niet hebben over Nooteboom’s laatste titels of zijn reis naar de zuidelijkste en noordelijkste nederzetting ter wereld, in Patagonië respectievelijk Spitsbergen. Ik ga het alleen kort en krachtig hebben over De omweg naar Santiago, waarin Cees Nooteboom zijn passie voor Spanje uitdrukt. Uiteraard begint gespreksleider Antón Castro met dit boek en uiteraard met Nooteboom’s impressie van Spanje (in de jaren ’50) op één van de eerste pagina’s daarvan. Hoe kan iemand die zegt dat “Spanje een teleurstelling is, bruut, anarchistisch en ruw toch een passie hebben voor dat land?”. Nooteboom had kunnen zeggen: “dan moet je even verder lezen”, want het antwoord staat een paar zinnen verderop. Zelf heb ik De Omweg verschillende keren gelezen. Het is een must voor Nederlanders die voor langere of kortere tijd in Spanje verblijven en, ik denk, ook een geweldig boek voor de Spanjaarden zelf. Hieronder, in het Nederlands en het Spaans het fragment dat de toon van het boek zet. Café Amsterdam werd georganiseerd door de Nederlandse Ambassade en het Nederlands Letterenfonds in samenwerking met het Círculo de Bellas Artes. Café Amsterdam con Cees Nooteboom El martes 18 de mayo el escritor holandés Cees Nooteboom fue invitado al Café Ámsterdam, un festival de literatura en el Círculo de Bellas Artes en el que diversos escritores de los Países Bajos y de Flandes se presentaron al público español y conversaron con sus colegas españoles. Con dieciséis títulos traducidos al castellano, Cees Nooteboom es sin duda el escritor neerlandés más traducido y de más éxito en España y por lo tanto fue un invitado especial en Café Ámsterdam. No soy un periodista que habla de tertulias literarias así que no 26 La Revista !Oranje!
voy a hablar de las últimas obras de Nooteboom ni de sus viajes a la población más al sur o más al norte de la tierra, en la Patagonia y las Islas de Spitsbergen respectivamente. Solamente hablo de El desvío a Santiago, en el que el autor expresa su pasión por España. Como es lógico, el moderador Antón Castro empieza la charla con este libro, y naturalmente empieza con la descripción de la España de los 50 con la que Nooteboom empieza su libro. ¿Cómo puede sentir alguien pasión por España cuando dice “España fue una desilusión, España es brutal, anárquica, egocéntrica, cruel?”. Nooteboom pudiera haber contestado: “siga leyendo y se dará cuenta”, porque la respuesta está allí. Yo he leído El desvío varias veces. Es literatura obligatoria para cualquier holandés que se queda en España para poco o mucho tiempo. Pero también es un libro muy interesante y tal vez bastante divertido para un español. Abajo hemos incluido el famoso fragmento que marca el tono del libro. Café Ámsterdam ha sido organizado por La Embajada de los Países Bajos y la Fundación Neerlandesa de Letras en colaboración con el Círculo de Bellas Artes. “Toen ik als twintigjarige in 1953 voor het eerst in Italië kwam, dacht ik dat ik alles gevonden had waar ik, zonder dat bewust te weten, naar had gezocht. De mediterrane schittering sloeg in als een bom, het hele leven één geniaal, openbaar theater tussen de achteloze decorstukken van duizenden jaren grote kunst. ... Spanje was daarna een teleurstelling. Onder dezelfde mediterrane zon leek de taal hard, het landschap dor, het leven grof. Het vloeide niet, het was niet aangenaam, het was op een weerbarstige manier oud en onaanraakbaar, het moest veroverd worden. Nu kan ik er niet meer zo over denken. Italië is nog steeds een verrukking, maar ik heb het gevoel – het is niet goed mogelijk om over deze dingen te spreken zonder in een merkwaardige, mystieke terminologie te vervallen – dat het Spaanse karakter en het Spaanse landschap corresponderen met ‘datgene waar ik over ga’, met bewuste en onbewuste dingen in mijn wezen, met wie ik ben. Spanje is bruut, anarchistisch, egocentrisch, wreed, Spanje is bereid zich voor onzin de das om te doen, het is chaotisch, het droomt, het is irrationeel. Het veroverde de wereld en wist er niets mee te doen, het haakt in zijn Middeleeuwse, Arabische, joodse en christelijke verleden en ligt daar met zijn eigenzinnige steden gebed in die oneindige lege landschappen als een continent dat aan Europa vastzit maar geen Europa is. Wie alleen de verplichte ronden gedaan heeft kent Spanje niet. Wie niet geprobeerd heeft te verdwalen in de labyrintische complexiteit van zijn geschiedenis weet niet waar hij doorheen reist. Het is een liefde voor het leven, aan de verbazing komt nooit een eind.”
vez a Italia, creí haber encontrado todo lo que de una manera inconsciente había estado buscando. El esplendor mediterráneo irrumpió como una bomba, la vida era un teatro genial y público entre las descuidadas piezas decorativas de miles de años de arte sublime. … España fue después una desilusión. Bajo ese mismo sol mediterráneo la lengua parecía dura, el paisaje árido, la vida tosca. No fluía, no era agradable, era de alguna obstinada manera vieja e intocable, debía ser conquistada. Ahora ya no pienso así. Italia es todavía una delicia, pero tengo la sensación – es muy difícil hablar sobre estas cosas sin caer en una terminología mística y extraña – de que el carácter y el paisaje españoles están en consonancia con aquello que me incumbe, con cosas conscientes e inconscientes de mi ser, con quien soy. España es brutal, anárquica, egocéntrica, cruel; España está dispuesta a ponerse la soga al cuello por disparates, es caótica, sueña, es irracional. Conquistó el mundo y no supo que hacer con él, está enganchada a su pasado medieval, árabe, judío y cristiano, y está allí con sus caprichosas ciudades acostadas en esos infinitos paisajes vacíos como un continente que está unido a Europa y no es Europa. Quien haya hecho sólo los itinerarios obligados no conoce España. Quien no haya intentado perderse en la complejidad laberíntica de su historia no sabe por dónde viaja. Es un amor para toda la vida, nunca termina de sorprenderte. El desvío a Santiago, Cees Nooteboom Tekst: Jaap Scholten
Daarna is er een lange periode geweest waarin we elkaar een beetje uit het oog zijn verloren. Op een blauwe maandag was ze kinderkledinginkoper, werkte als copywriter voor verschillende reclamebureaus, schreef columns voor de Flair en trouwde. Piepjong kreeg ze twee kinderen. Ook verhuisde ze met zekere regelmaat in die tijd. Zo woonde ze op Curaçao, Aruba, maar ook in Rotterdam en Gorinchem. Ze scheidde en heeft inmiddels een LAT-relatie. Ik geloof dat ze nu voor een tijdje haar plekje heeft gevonden in Oud-Zuid (Amsterdam). Hoe lang dat gaat duren weet ik niet.
MARION PAUW
Marion Pauw is schrijfster. Haar eerste boek, Villa Serena, verscheen in 2005 en daarvan zijn 6000 exemplaren verkocht. Voor een debuutroman is dat niet slecht. Daarna volgden Drift, Zondaarskind en Daglicht. Die laatste roman betekende haar doorbraak. Daglicht is een spannende literaire thriller waarmee ze in 2009 de Gouden Strop won, de prijs voor de beste Nederlandse thriller. Inmiddels zijn er meer dan 100.000 exemplaren van verkocht en stond het onlangs op nummer twee op de lijst van best verkochte boeken in Nederland. Op nummer één stond Carlos Ruiz Zafón, La sombra del viento. Ook niet onaardig dus, om het maar eens even héél nuchter in het Hollands te stellen. Begin jaren negentig woonden we samen op kamers. Eerst in een studentenhuis op de Esdoornstraat in Utrecht en daarna met z’n tweeën in het volkse Tuinwijk naast een mevrouw die lang vastgezeten had en daar behoorlijk openhartig over was. Toch waren we er duidelijk op vooruit gegaan: we hadden nu meer rust en een douche met een deur. We hoefden ons niet meer midden op de gang af te spoelen achter een oranje schimmelend douchegordijn waar ook regelmatig het licht uitviel. Dan douchten we romantisch bij kaarslicht. Marion was een paar jaar jonger dan de rest van het huis en nieuw. Een paar jaar jonger als je net twintig bent maakt een wereld van verschil. Of althans, dat hadden wij, de ouderejaars studenten,
De omweg naar Santiago, Cees Nooteboom Cuando en 1953, con veinte años, llegué por primera
www.nvmadrid.com
www.nvmadrid.com
besloten. Net zoals bijna iedereen was ze drukker met haar sociale leven en het financieel rondkomen dan met haar studie. Zo werkte ze een aantal uren per week bij een chique restaurant in Utrecht en bij een peperdure modezaak in Amsterdam. Ook serveerde ze af en toe hapjes en drankjes bij Martinair. Wat indruk op me maakte was dat ze deze bijbaantjes heel serieus nam. Ze studeerde de richting communicatie op de HEAO maar volgens mij zette ze haar ogen en oren pas écht wagenwijd open als ze van het schoolplein weg fietste. A quick learner, die prima Frans brabbelde na een handvol jaren Havo-Frans. Iemand die het talent heeft de uitéénlopendste dingen razendsnel eigen te maken. Toen ze in het restaurant werkte begon ze uitgebreid te koken en culinaire weetjes te reciteren. Wij warmden toen nog een blikje erwtjes op en verbrandden een lapje vlees in de croma. Zij niet. Zo leerde ik van haar dat je champignons niet moet schoonwassen maar schoondéppen. Ze was een spons. Alles wat ze meemaakte (en aangezien ze graag in zeven sloten tegelijk liep was dat best veel) werd ergens op een veilig plekje in haar hoofd opgeslagen. Want who knows misschien komt het nog eens van pas. Dit vindt zijn bevestiging bijvoorbeeld op bladzijde 176 van Daglicht. Ze schrijft het volgende: “Het Ikeaservies, de pannen en de messen werden intensief gebruikt in het studentenhuis waar ik woonde. Ik had ze in de gezamenlijke keuken gezet, waar we net zo lang wachtten met afwassen tot al het keukengoed vies was. Vervolgens verwijderden we met kokend water en afwasmiddel van de Aldi de beschimmelde etensresten en zetten we het schone servies, de pannen en het bestek weer terug in de kast. Hierna kon het proces van voren af aan beginnen.” Hé, dacht ik: de Esdoornstraat afwasmethode!
Nadat we elkaar ongeveer tien jaar niet meer gezien hadden haal ik haar op van de Terminal 2. Ze is sharp 24 uur in Madrid en we hebben elkaar veel te vertellen. Ze loopt in hoog tempo door de straten van de stad. Grappig, want normaal gesproken ben ik degene die vaart moet minderen als er iemand naast me loopt. Hoogstwaarschijnlijk hebben we beiden tijdens onze middelbare schooltijd ver over het stuur gehangen en hard tegen de wind in gefietst. En dat leer je nooit meer af. We draven dus van mijn favoriete Indiër in Lavapiés naar het Retiro en maken ‘s middags een pitstop in la pecera van het Círculo de Bellas Artes. Daarna bezoeken we nog wat galerieën en duiken we een aantal winkeltjes in Manuela Malasaña in. ‘s Avonds eindigen we in La Latina met een lekker wijntje en een goede salmorejo. Je vertelde me dat je op een gegeven moment een hele bewuste keuze maakte: je wilde kijken of je het in je had om een boek te schrijven. Kun je me vertellen wanneer je deze Aha-erlebnis had? Het was niet zozeer een Aha-erlebnis, meer een verlangen dat in de loop der tijd groeide. Ik heb een hele tijd als tekstschrijver in de reclame gewerkt. En hoe meer ik schreef voor accountants en ICTconsultants, hoe meer ik wenste dat ik mijn eigen verhalen kon schrijven. Op een gegeven moment verhuisden we naar Curaçao omdat mijn inmiddels ex-man daar een goede baan kreeg. Toen had ik eindelijk de gelegenheid om de sprong te wagen. Je schrijft literaire thrillers. Waarom zijn juist thrillers zo aantrekkelijk voor je? Ik herinner me dat we tijdens onze studententijd erg onder de indruk waren van de serie Twin Peaks. Las je vroeger gretig Georges Simenon en Agatha Christie? Waar komt die belangstelling vandaan? Thrillers geven je als schrijver veel houvast. Er zijn meer wetmatigheden waar je aan moet voldoen en dat verschaft je veel handvaten. Ook ben ik erg geïnteresseerd in het nurture or nature verhaal. Wanneer valt het kwartje naar de verkeerde kant? Zit het in iemands karakter of zijn het de omstandigheden die iemand tot een misdaad drijven? Een thriller is iedere keer een puzzeltje die
La Revista !Oranje!
27
je moet maken. Dat is iedere keer weer een hele sport. Momenteel zijn vampieren en weerwolven erg in de mode. De boeken van Stephenie Meyer, schrijfster van de Twilight-sage zijn in 37 talen vertaald en met groot succes verfilmd. De vampieren-serie True Blood is erg populair en tovenaar Harry Potter is al bijna een kinderklassieker te noemen. Jouw boeken daarentegen houden de spanning dicht bij huis: Daglicht draait om een burenmoord. Niks paranormaals dus. Is de werkelijkheid inspirerend genoeg of denk je er weleens aan van register te veranderen? Mijn eerste boek Villa Serena ging over ‘sending telepaths’, mensen die proberen om andermans brein binnen te dringen. Ik heb in het verleden dus al paranormale verschijnselen gebruikt. Ik heb nog geen idee waar mijn boeken hierna over zullen gaan. Dus wie weet kom ik ook nog wel eens met een behekste dwerg of iets dergelijks op de proppen. Mocht me dat ooit gaan interesseren. Ik heb je boek Daglicht in één adem uitgelezen. Een mooi geschreven en spannend boek. Alhoewel stuk voor stuk de personages diepgang hebben en boeien, vond ik jouw omschrijving van de autistische man Ray Boelens zeer ontroerend.... Ray zit vast in een TBS kliniek, vanwege de moord op Rosita, zijn buurvrouw, en haar dochtertje Anna. Ik vind het heel knap hoe je in zijn autistische hoofd bent gedoken. In Ray herken ik Raymond Babbit (Dustin Hoffman, Rainman), maar ook Forrest Gump uit de gelijknamige film. Hebben deze personages je enigszins geïnspireerd? Mijn zoon heeft Asperger, een vorm van autisme. Vandaar dat ik veel met het onderwerp heb. Ik wilde laten zien hoe iemand met autisme denkt, hoe hij de wereld ervaart. Als je autistisch bent, denk je extreem rechtlijnig. Hierdoor pak je heel veel informatie niet op. Vooral het lezen van non-verbale communicatie is heel moeilijk. Een autist is eigenlijk continu ‘Lost in translation’. Hierdoor wordt de buitenwereld als bedreigend ervaren en heeft een autist structuur en rituelen nodig om zich veilig te voelen. Net zoals jouw Ray Boelens zijn zowel Forrest Gump als Raymond Babbit moeilijke individuen voor onze samenleving. Hoe vind je eigenlijk zelf dat we omgaan met mensen die anders in elkaar zitten? Geven we ze een plekje en proberen we ze te integreren of heb je het gevoel dat we ze vooral wegstoppen? Iemand met autisme wil net als de rest van de wereld geaccepteerd worden. Maar als we iemand zien die zich afwijkend gedraagt, vinden we die al gauw raar of eng. Ik wilde met Daglicht ook begrip creëren voor de ouders van autistische kinderen. Sinds Supernanny denken we dat ieder kind maakbaar is en dat als je alles maar volgens het boekje doet, je kind zich perfect zal gedragen.
28 La Revista !Oranje!
Maar helaas is dat niet bij ieder kind zo. Iris, de jonge advocate die de pornozaak op zich moet nemen in Daglicht is een alleenstaande moeder met een niet al te beste verhouding met haar moeder en een op z´n zachts uitgedrukt moeilijke kleuter. Ze is ambitieus, intelligent en heeft grote problemen om een veeleisende baan mét een even veeleisend kind te combineren. Dit klinkt autobiografisch… Is dat zo? Ik heb veel van mijn eigen frustraties in het boek gestopt. Je probeert een goede moeder te zijn, je wilt je ambities najagen en het resultaat is dat je het gevoel hebt dat je op alle fronten faalt. Ik zeg wel eens: eigenlijk zou ik een huisvrouw moeten hebben. En inmiddels heb ik die gevonden in de vorm van Erwing, een hele lieve Boliviaan, die tien uur per week voor mij het huishouden doet en geweldig kan koken. Voor Nederlandse begrippen is zoveel uur per week zwaar overdreven, maar ieder uur die ik méér aan mijn werk of aan mijn kinderen kan besteden, is me veel waard. Je boeken lijken me goed verfilmbaar. Is hier sprake van? Ja. Zondaarskind zal waarschijnlijk volgend jaar al verfilmd worden door NL Film. Van Daglicht zijn ook de filmrechten verkocht, maar daar hoor ik weinig over. Op je web page (www.marionpauw.nl) staat aangekondigd dat je nieuwe boek Jetset in oktober dit jaar uitkomt. Zou je een tipje van de sluier kunnen oplichten? Jetset is een echte whodunnit in de geest van Agatha Christie. Een man die het vermogen van tien miljoen bij elkaar vergaard heeft nodigt zijn acht beste vrienden uit voor een week op een jacht. Alleen wordt hij op dag twee vermoord en blijken zijn vrienden niet zo gesteld op hem te zijn als hij dacht. Het is een klassiek gesloten kamer mysterie. Heerlijk om te schrijven, maar wel ingewikkeld. Español Marion Pauw es escritora. De su primera novela, Villa Serena, aparecida en 2005, se vendieron 6000 copias. Para un debut no está mal. Después siguieron Drift, Zondaarskind y Daglicht. Esta última significó su triunfo definitivo. Daglicht es un novela de suspense literaria con la que ganó en 2009 el premio ‘de Gouden Strop’ (La Soga Dorada). Ya se han vendido más de 100.000 copias y el libro estuvo hace poco en el número dos de la lista de libros más vendidos en Holanda. En el número uno estaba Carlos Ruiz Zafón, con La sombra del viento. Tampoco nada mal, dicho de manera discreta. Después de que no nos habíamos visto durante más o menos diez años la recojo en la Terminal 2. Estará solo 24 horas en Madrid y tenemos mucho que charlar. Marion camina a buen ritmo por las calles de Madrid. Me llama la atención, pues normalmente soy yo la que tiene que aminorar el paso cuando alguien camina a mi lado. Probablemente íbamos en bici al instituto con, casi siempre, el viento en contra. Y esa costumbre de ir rápido no se quita con facilidad. Trotamos hacia mi Indio favorito
en Lavapiés para después ir al Retiro. Por la tarde paramos en La pecera del Círculo de Bellas Artes. Después visitamos algunas galerías y vemos algunas tiendas en la calle Manuela Malasaña. Por la noche acabamos en La Latina con un vino y un buen salmorejo. Me contabas que en un momento determinado tomaste una decisión consciente: querías saber si podrías convertirte en escritora. Me puedes contar cuándo tienes esa corazonada? En realidad, no se trataba de una corazonada. Más de un deseo que había crecido a lo largo de los años. He trabajado durante muchos años como escritora para anuncios publicitarios. Y cuanto más escribía para agencias de contabilidad y asesorías de tecnología e informática, más deseaba escribir mis propias historias. En un momento dado emigramos a Curaçao por que mi ahora ex marido había conseguido allá un buen empleo. Fue entonces cuando realmente tuve la oportunidad de atreverme. Escribes novelas de suspense. ¿Por qué son tan atractivas para ti? Me acuerdo que durante nuestro período estudiantil nos impresionó la serie Twin Peaks. ¿Leías a Georges Simenon y Agatha Christie? ¿De dónde procede ese interés? Novelas de suspense te ofrecen un buen agarradero. Existen más reglas que debes cumplir y esto te sirve de asidero. También estoy muy interesada en la cuestión de si nace o se hace el criminal. ¿Cuándo es el momento en que la balanza se inclina al lado equivocado? ¿Es el carácter o son las circunstancias que hacen que alguien cometa un crimen? Una novela de suspense consiste en hacer un puzzle. Y esto realmente es como un deporte. Están de moda las historias sobre vampiros y hombres lobo. Los libros de Stephenie Meyer, la escritora de la saga Crepúsculo han sido traducidos en 37 lenguas y fueron llevados al cine con gran éxito. La serie de televisión True Blood es muy popular y el mago Harry Potter es casi un clásico infantil. Sin embargo, en tus libros la tensión se encuentra cerca de casa: Daglicht gira en torno a un asesinato entre vecinos. Nada paranormal pues. ¿La realidad te inspira suficientemente o alguna vez has pensado en cambiar de registro? Mi primer libro Villa Serena trataba de ‘sending telepaths’, personas que tratan de entrar en la mente de otras. En conclusión, en el pasado ya he utilizado acontecimientos paranormales. No tengo ni idea de qué tratarán mis próximos libros. Así que, quién sabe, si alguna vez aparecerá un enano embrujado. Si es que esto me llegara a interesar… He leído de un tirón tu libro Daglicht. Una novela bien escrita e intrigante. Aunque se describe a cada uno de los personajes con profundidad, me gustó especialmente tu descripción del hombre autista, Ray Boelens. Es un personaje enternecedor. Ray está en una clínica para enfermos mentales, debido al asesinato a Rosita, su vecina, y su hija, Anna. Me impresiona cómo te has metido en su cabeza. En Ray reconozco Raymond Babbit (Dustin Hoffman en Rainman), pero también Forrest Gump (Tom Hanks) de la película del mismo nombre. ¿Te han inspirado de alguna manera estos actores? Mi hijo tiene el síndrome de Asperger, una forma de
www.nvmadrid.com
autismo. Esta es la razón por la cual el tema me interesa. Quería enseñar cómo piensa alguien con autismo, y cómo es su experiencia con el mundo. Si eres autista, tu manera de pensar es extremadamente rectilínea. Mucha información no la sabes interpretar. Sobre todo interpretar la comunicación no verbal es muy difícil. En realidad, un autista está siempre ‘perdido en la traducción’. Por esta razón ve el mundo exterior como un ente amenazador y necesita una estructura y un conjunto de rituales para sentirse seguro. Igual que tu Ray Boelens, Forrest Gump y Raymond Babbit son individuos difíciles para nuestra sociedad. ¿Cómo tratamos a los que son diferentes? ¿Les damos un sitio e intentamos que se integren, o tienes la sensación de que sobre todo tratamos de esconderlos? Alguien con autismo quiere ser aceptado, igual que todo el mundo. Pero cuando vemos a alguien que se comporta de una manera diferente, a menudo nos parece extraño o nos da miedo. Con Daglicht quería crear entendimiento para padres con hijos autistas. Desde la existencia del programa de televisión Supernanny pensamos que cada niño se hace y si sigues bien el manual de instrucciones, tu hijo será un niño perfecto. Pero desafortunadamente no funciona con todos los niños. Iris, la joven abogada que debe trabajar en un caso de pornografía en Daglicht es una madre soltera con una relación muy mejorable con su madre y un niño pequeño extremadamente difícil. Es ambiciosa, inteligente y tiene grandes problemas para combinar un trabajo exigente con un niño exigente. Suena
autobiográfico. ¿Es así? He metido muchas de mis propias frustraciones en el libro. Intentas ser una buena madre, quieres seguir con tu ambición profesional y el resultado muchas veces es la sensación de estar fallando en todos los frentes. Alguna vez he dicho: en realidad necesitaría un ama de casa. Que por cierto acabo de encontrar en la forma de Erwing, un boliviano encantador. 10 horas a la semana me organiza la casa y además cocina de maravilla. En Holanda se considera muy exagerado tener a alguien durante tanto tiempo, pero cada hora que puedo dedicar más a mi profesión o a mis hijos, merece mucho la pena. Tus libros me parecen fácilmente llevables al cine. ¿Existe algún plan? Sí. Zondaarskind se llevará al cine muy probablemente el año que viene por NL Film. De Daglicht se han vendido también los derechos, pero sé poco más. Se anuncia en tu página web www. marionpauw.nl que tu nuevo libro, Jetset, saldrá en octubre 2010. ¿Nos cuentas algo? Jetset es un libro donde la pregunta del millón es ¿quíen fue? Como en Agatha Christie. Un hombre que ha sabido reunir un capital de 10 millones de euros invita durante una semana a un yate a sus ocho mejores amigos. Es asesinado el segundo día y resulta que sus amigos no le querían tanto como él pensaba. Se trata de un misterio clásico de espacio cerrado. Disfruto mucho escribiéndolo, pero es bastante complicado. Tekst: Monique Lambie
Een goed gesprek doet wonderen!! Als individu met een eigen kijk op de wereld worden wij dagelijks geconfronteerd met vele indrukken en energieën die wij moeten verwerken. Meestal alleen, want wat voor de één spanning oplevert is voor de ander een kick. Wanneer iemand iets zegt dat je raakt en je vertelt dit aan je partner snapt hij of zij daar meestal helemaal niets van. Klinkt het al bekend? De mens is een psychosomatische eenheid, dat wil zeggen dat lichaam en geest één zijn. Zij staan onder invloed van elkaar. Door een verstoring in de geest, het denken, kunnen er lichamelijke klachten ontstaan. Omgekeerd is dat uiteraard ook mogelijk. Een lichamelijke aandoening die je geestelijk welbevinden kan belasten. Een gesprek voeren met iemand die onpartijdig is, met je mee kan voelen en niet veroordeelt is dan gewenst. De naaste omgeving helpt meestal door te zeggen dat je je niet zo druk moet maken, en dat alles wel goed komt. Goed bedoelt uiteraard maar niet het antwoord waar je op wacht. Een bezoek aan een psychotherapeut of psycholoog is weer een brug te ver. Gewoon iemand om eens tegenaan te kletsen is dan voldoende en fijn. Tegenwoordig is alles mogelijk, ook via het internet. Er is een coach / therapeut in Nederland, die via Skype klaar staat om het goede gesprek te voeren Op www.logos-natuur.nl staat hoe je in gesprek kunt komen en hoe het wonder der natuur tot stand kan komen
ARTIKEL
ARTIKEL
Nederland in de Spaanse pers
D
agbladen “El País” en “El Mundo” brengen op vrijdag 5 maart 2010 allebei een paginagroot artikel over de overwinning van Wilders in Almere en zijn succes in Den Haag. Het feit dat de Partij van de Vrijheid nu de derde politieke macht in Nederland is, maakt de kans groot dat er na de verkiezingen in juni een centraal-rechtse coalitie gevormd gaat worden, zo voorspelt Isabel Ferrer in “El País”. Om een centraal-linkse regering te kunnen vormen, is er een totaal van vier of vijf partijen nodig. Iets dat de wens is van de linkse en de groene partijen. Volgens oud-staatssecretaris voor Europese Zaken Frans Timmermans, die in het artikel geciteerd wordt, zou dit ‘een democratische manier zijn om Wilders van de macht weg te houden’. Volgens “El País” vormt de winst van Wilders een bedreiging voor ‘Nederland coalitieland’.
30
La Revista !Oranje!
Ook beschrijft Ferrer de ‘zorgelijke’ constatering van sociologen over het opkomen van de beweging van Wilders: Na door de eeuwen heen bekend en gerespecteerd te zijn als tolerant land en toevluchtsoord, lijkt Nederland de laatste veertig jaar te zijn veranderd in een ‘land van onverschilligheid’. Ook “El Mundo” vindt het ‘oprukken’ van Wilders een zorgelijke ontwikkeling en tekenend voor de huidige Nederlandse maatschappij.
of je bij een zalm wel of niet langer dan drie minuten het haakje in de mond mag laten
“La Razón” brengt zondag 7 maart een klein artikel over het toekennen van de Habeus Corpus aan een chimpansee in Brazilië. Men schrijft dat in Nederland er een zaak loopt over het erkennen van een dier als rechtspersoon en de mogelijkheid tot verdediging. Daarnaast is er in Nederland, zo stelt het artikel, op dit moment een discussie gaande over het feit www.nvmadrid.com
zitten, als hij eenmaal is opgevist. Op de opiniepagina van “El País” van maandag 8 maart staat een stuk over de gemeenteraadsverkiezingen en de winst van de Partij van de Vrijheid. De ‘xenofobe’ partij die zich ‘tegen de islamitische gemeenschap in Nederland richt’, heeft succes, zo stelt het artikel, omdat het op het goede moment opkomt, namelijk in een periode van werkloosheid en economische onzekerheid. Het deel van de bevolking wat in deze situatie verkeert, zal dan ook het deel zijn wat bij de komende landsverkiezingen op Wilders gaat stemmen. De strategie van de Partij van de Vrijheid ten aanzien van het immigratie beleid, slaat ook elders in Europa aan. Ook in andere landen krijgen populistische partijen steeds meer steun van de bevolking. De Europese www.nvmadrid.com
Unie had een aantal jaar geleden het plan populistische partijen op Europees niveau te verbieden. Desalniettemin, zo stelt het artikel, is nu ‘het enige wat ze doen, de ogen sluiten’ en is mede hierdoor het tolerante Nederland aan het veranderen in een ‘populistisch labyrint’. Dagblad “El País” van maandag 8 maart, brengt een paginagroot artikel over de Hermitage in Amsterdam. De collectie wordt beschreven, die naast uit klassieke Russische werken, ook uit enkele Franse en Nederlandse stukken bestaat. Er wordt met veel lof over het museum geschreven: de indeling, de historische waarde en de rijke verscheidenheid van de collectie typeren de Hermitage Amsterdam, zo stelt het artikel. Een aantal werken en artiesten die er volgens het artikel ‘uitspringen’, worden extra toegelicht, bijvoorbeeld “Vrouw met zwarte
hoed” uit 1908, van Kees van Dongen, dat volgens het artikel een magnifiek beeld geeft van die tijd en van de toenmalige versie van ‘iets wat we nu glamour zouden noemen’. Wat een bezoek aan het museum nog het meest de moeite waard maakt, is het feit dat je een kijkje kan nemen in de geschiedenis. Dat maakt het behalve interessant ook nog eens heel leerzaam, zo besluit de krant. Bron: Esther Nelis, PCZ, Nederlandse Ambassade Madrid Alle originele artikelen kunnen worden gelezen op de websites van de genoemde dagbladen. Se pueden encontrar todos los árticulos originales en las páginas web de los diarios mencionados. La Revista !Oranje!
31
Onderwijs in de Nederlandse taal en Cultuur op het International College Spain De Stichting Nederlandse Taal en Cultuur La Moraleja (NTC) verzorgt lesuren in de Nederlandse taal en cultuur die volledig geïntegreerd zijn in het reguliere programma van het International College Spain in Madrid. Het Dutch lokaal is niet te missen: op de deur prijkt een paar Delftsblauwe klompjes en het prikbord naast de kapstok is omgetoverd tot een museum met niet alleen reproducties van de ‘Nachtwacht’ en de ‘Zaaier’ maar ook met eigen werk van de leerlingen en daarbij een prachtig versje, “mijn schilderij”: Zie rechts In het klaslokaal ontmoet ik docente Marieke Geurts en Sasja Bosch die in het schoolbestuur zit en twee zonen op het ICS heeft. Het lokaal heeft plaats voor ongeveer zes leerlingen en is van boven tot onder volgestouwd met Nederlandse boeken, oer-Hollandse spellen, tekeningen en gedichten van de kinderen, en natuurlijk foto’s van de koningin en het kroonprinselijk paar. Sasja legt uit hoe het onderwijs precies in elkaar steekt. Het NTC is aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland, het NOB. Deze stichting promoot én subsidieert Nederlands onderwijs in het buitenland. Het NTC La Moraleja verzorgt, al sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw, daadwerkelijk het Nederlands onderwijs in Madrid, dat onder toezicht staat van het NOB en dat moet voldoen aan zowel de eisen van de Internationale als de Nederlandse onderwijsinspectie. De lesuren in de Nederlandse taal en cultuur zijn volledig geïntegreerd in het reguliere programma van het International College Spain in Madrid. Dat programma, zowel het primary als het secondary, is van de internationale onderwijsinstelling International Baccalaureate (IB) en wordt in het Engels gegeven. De leerlingen worden erop voorbereid op het IB-examen Nederlands dat ervoor
32
La Revista !Oranje!
“Stippen, strepen, rondjes, vlekken in rood en blauw en groen en geel Ik maak een zee met boot en vissen Een lucht met vogels, heel erg veel
zorgdraagt dat het niveau van de leerlingen zodanig hoog is, dat Nu nog een visser met een hengel, zij in staat zijn aan mijn schilderij is bijna klaar een Nederlandstalige Mijn naam komt onder in ´t hoekje Universiteit te gaan Ik ben een echte kunstenaar” studeren. De lessen Nederlands op Secondary School worden gegeven door Jan Willem Bok en Marieke Geurts is de docente van de Primary School. Ze Meer informatie op heeft jaren ervaring met lesgeven in www.nederlandselesinmadrid.com het buitenland. Ze ging van Aruba naar Gedicht in het Dutch klaslokaal de VS, en van Singapore naar Madrid. De leerlingen die het Nederlandse Ik zou zo graag - dat lijkt me fijn programma volgen krijgen vijf keer in de een echte koning willen zijn. week 45 minuten les. Marieke heeft acht Een met een mantel en een kroon, groepen van maximaal vijf kinderen. dat lijkt me echt te gek gewoon. En elke morgen bij ‘t ontbijt De lessen in de Nederlandse taal en zegt iedereen: dag majesteit! cultuur staan niet geïsoleerd van de rest van het programma. Als de kinderen aardrijkskunde hebben bijvoorbeeld, haakt Marieke daarop in door de Nederlandse polder te behandelen. Na de ‘theorie’ maken de kinderen dan heel creatief een model van een polder (niet te verwarren met poldermodel) compleet met dijken, sluizen en molens. Veel aandacht wordt besteed aan ‘typisch Hollandse’ dingen: Sinterklaas, schaatsen, paaseieren zoeken, etc. Natuurlijk waren de leerlingen ook vertegenwoordigd bij fietstocht en de vrijmarkt in Madrid op zaterdag 24 april, waarvan u elders in het magazine een (foto)verslag kunt zien.
Enseñanza holandesa en el International College Spain La Fundación Lengua y Cultura Holandesas (NTC en sus siglas holandesas) se encarga de la enseñanza en la lengua y cultura holandesas integradas en el programa del International College Spain (ICS) en Madrid. En la Dutch clase me encuentro con Marieke Geurts, profesora del ICS y Sasja Bosch, miembro del consejo escolar y con dos hijos en el ICS. El aula tiene sitio para unos seis alumnos y está lleno de libros y juguetes holandeses así como de dibujos y poemas de los niños y fotos de la Familia Real. El NTC está asociado con la Fundación Enseñanza Holandesa en el Extranjero (NOB en sus siglas holandesas). La NOB promueve y subvenciona enseñanza en holandés en el extranjero. NTC La Moraleja se encarga de dicha enseñanza desde los años 80 en Madrid.
Las clases en holandés están completamente integradas en el programa del International College Spain en Madrid. Este programa, tanto para primaria como secundaria, es de la organización internacional International Baccalaureate (IB). El idioma es el inglés. Las clases preparan a los alumnos para el examen holandés del IB que garantiza un nivel suficiente para estudiar en una universidad de habla holandesa. Jan Willem de Bok es profesor de secundaria (Secondary School) y Marieke Geurts de primaria (Primary School). Marieke ha trabajado como profesora en Las Antillas, EEUU y Singapur y tiene 8 grupos con un máximo de 5 alumnos. Cada grupo recibe 5 clases de 45 minutos por semana. La enseñanza en el idioma y la cultura holandesas tienen un fuerte vínculo con las demás asignaturas del programa. Cuando los niños por ejemplo tienen Conocimiento del medio, Marieke les habla de los pólderes holandeses con la creación de una maqueta por parte de los niños incluido. Se dedica mucho tiempo a cosas ‘tipicamente holandesas’ como San Nicolás, patinar sobre hielo, buscar huevos de pascua, etc. Los niños también
estuvieron presentes en el evento del NBTC el día 24 de mayo, del cual se puede ver un reportaje fotográfico en esta revista. Casi todos los alumnos de Marieke y Jan Willem tienen al menos un padre o una madre de origen holandés o belga. Las clases son “un momento de tranquilidad en un mar de inglés” según Marieke, algo que se fortalece aún más por el número reducido de alumnos por clase. La NTC se encarga también del “grupo del jueves por la tarde”. Después del horario escolar se imparten clases en holandés durante dos horas y media a grupos de cinco diferentes edades para niños que quieren aprender holandés o reforzarlo. Más información en www.nederlandselesinmadrid.com Tekst en vertaling: Jaap Scholten
Vrijwel alle leerlingen van Marieke hebben in ieder geval één Nederlandse of Belgische ouder. De lessen zijn een “lekker, rustig moment voor ze in een zee van Engels”, aldus de docente. Dat wordt natuurlijk nog eens versterkt door de kleine klassen, waardoor er veel aandacht is voor de kinderen. En last but not least biedt het NTC ook de zogenaamde donderdagmiddaggroep. Na schooltijd wordt in vijf verschillende leeftijdsgroepen (en door 5 verschillende docenten) twee en een half uur les gegeven aan kinderen die het Nederlands willen bijhouden of bijleren én voor kinderen die nog helemaal moeten beginnen.
www.nvmadrid.com
www.nvmadrid.com
33
ARTIKEL Uitgeefster van onder andere elf boeken, waaronder “Mutis y la Real Expedición Botánica del Nuevo Reyno de Granada”; “el Real Jardín Botánico de Madrid (1755-2005)” en “Ciencia Colección y Escuela”. Ze vertelt zeer gedetailleerd en met grote passie over de verschillende verzamelingen die bewaard worden en ik denk dat ze haarfijn uit haar hoofd weet wat er in elke lade ligt. Daar kan geen gegevensbank tegenop.
(1563) van R. Dodoens. De belangrijkste botanische kunstenaars uit de 17de en 18de eeuw zoals Sybilla Merian, Alida Withoos of Georg Ehret komen er in voor. Ook is het opmerkelijk hoe internationaal de verzameling is: bijna alle representatieve scholen op het gebied van de botanische schilder- en
Hoeveel “schatten” worden er bewaard in het archief? Als we alleen de tekeningen tellen, dan hebben we het over ongeveer 15.000. Maar we moeten natuurlijk ook de manuscripten van de verschillende wetenschappelijke expedities van de tweede helft van de 18de eeuw en begin 19de eeuw meerekenen.
De verzameling bestaat uit edelstenen, tekeningen, botanische en zoologische prenten, opgezette dieren… Wat is in uw opinie het meest significante deel? Ik heb vooral de tekeningen bestudeerd die zich in het Real Jardín Botánico van Madrid bevinden, maar ik denk dat de zoologische tekeningen, die bewaard worden in het Museo Nacional de Ciencias Naturales, en waar Paloma Llorente haar proefschrift over heeft geschreven, ook zeer waardevol zijn.
Waarom kocht de Spaanse kroon de verzameling in 1785? Welke bestemming hadden ze op het oog? De Spaanse kroon kocht de verzameling met als doel deze onder te brengen in het Koninklijk Kabinet voor Natuurlijke Historie, onstaan in 1771, en vandaag de dag het Nationale Museum voor Natuurlijke Wetenschappen (Museo Nacional de Ciencias Naturales).
De Van Berkhey verzameling in de Real Jardín Botánico J
ohannes Le Francq van Berkhey (Leiden, 1729-1812) was arts, natuuronderzoeker, schrijver, tekenaar en schilder. En bovenal, een hartstochtelijk verzamelaar. Als student werkte hij in de botanische tuin van de Universiteit Leiden en illustreerde hij de catalogus van het kabinet van de Nederlandse dierenkundige Albert Seba (16651736). Zoals menig heer van stand in de 18de eeuw heeft hij het refrein “Wie zich aan kennis laaft, zal gelukkig worden” eigen gemaakt. Hij was ervan overtuigd dat kennis de mensheid kon verrijken en verbeteren. Als verlicht mens legde hij een enorme verzameling aan op het gebied van de Natuurlijke Historie. Zijn curiositeitenkabinet bestond op het laatst uit maar liefst zevenduizend voorwerpen, waaronder opgezette dieren, insecten, edelstenen, mineralen, schelpen, botanische tekeningen,
34
La Revista !Oranje!
boeken en gravures. Politieke strubbelingen leidden er echter toe dat hij in de problemen kwam. Hij werd aangeklaagd door de antiorangisten en moest zich verdedigen. Dit kostte veel geld en zijn precaire economische situatie noodde hem zijn verzameling op een veiling in Amsterdam te koop aan te bieden.
handen van de Spaanse Kroon. Tot 1903 werd de verzameling van de Leidenaar ondergebracht in het Museo Nacional de Ciencias Naturales in Madrid. Daarna werd het grootste deel ondergebracht in het archief van de Koninklijke Botanische Tuin (Real Jardín Botánico) en daar wordt ze nog steeds gekoesterd.
In februari 1785, ontving Pedro Franco Dávila, Directeur van het Koninklijk Kabinet van Natuurlijke Historie in Spanje, het bericht van Graaf Floridablanca over de veiling van de van Berkheyverzameling. Franco Dávila, zeer enthousiast, gaf orders aan de Spaanse Consul en natuuronderzoeker Ignacio de Asso om het grootste deel van de verzameling in maart 1785 te kopen. Dit gebeurde ook inderdaad, en de verzameling kwam in
Wat er allemaal te vinden is aan schoons in het archief van de Koninklijke Botanische Tuin is een goed verborgen geheim. Weinigen weten dat hier de meest bijzondere botanische prenten en tekeningen uit de 16de, 17de en 18de eeuw, afkomstig uit verschillende wetenschappelijke expedities, liggen opgeslagen. De sleutel tot deze schatkamer heeft Pilar San Pío Aladrén, directrice van het Archief en onderzoekster sinds juni 1991.
www.nvmadrid.com
Wat zijn de belangrijkste conclusies van uw onderzoek van 2003 over de verzameling van Berkhey? Het is de meest waardevolle verzameling van botanische tekeningen en prenten van Nederlandse afkomst in Spanje. Ze bestaat uit afbeeldingen van verschillende kunstenaars van diverse afkomst. Zowel de artistieke kwaliteit als de wetenschappelijke waarde is hoog. Zo zijn er prenten van houtsnijkunst van een Duitse versie van het 14de eeuwse boek “Materia Medica” van P. Dioscórides maar ook van “het Cruydeboek”
Ook zouden de 190 anonieme tekeningen verder moeten worden bestudeerd. Wat het wetenschappelijk nut betreft, zou het uiterst interessant zijn, in zoverre mogelijk, de botanische en zoologische bepalingen van de afgebeelde types en soorten nader te bestuderen. Ik concludeer dat het zeer interessant zou zijn dit opmerkelijke Europese culturele erfgoed nader te bestuderen en meer bekendheid te geven.
tekenkunst zijn er in opgenomen. Het onderzoek heeft een aantal vragen opgeroepen die om nadere studie vragen. Voornamelijk de verhouding tussen een aantal tekeningen en sommige gegraveerde prenten die botanische boeken illustreren van deze periode. Deze relatie is duidelijk in het geval van “Paradis Batavus”, van P. Herman, maar het zou zeer zinvol zijn de relatie te onderzoeken tussen de tekeningen van Alida Withoos en het boek “Hortus Amstelodamensis” van Jan Commelin.
Gedurende bijna 40 jaar heeft van Berkhey hartstochtelijk verzameld. Weten we hoe hij zijn verzameling opgebouwd heeft? Was hij een rijk man? We weten dat Jan le Francq van Berkhey van zijn grootvader van moeders kant een boekhandel en antiekwinkel erfde. Hij was schrijver, arts, natuurliefhebber en had een passie voor kunst. Hij leerde tekenen en ging zelf op onderzoek in de natuur. Van Berkhey schreef het boek “Natuurlijke Historie van Nederland”, en vormde een atelier waar kunstenaars, tekenaars en graveurs werkten en onderzoek deden. Ongetwijfeld zijn een aantal tekeningen afkomstig uit dit atelier. Het zou zeer interessant zijn dit nader te onderzoeken. Van Berkhey is een verlicht mens. Geletterd, met
ARTIKEL grote en uiteenlopende interesses. Waarom verzamelde hij? Was zijn passie vooral van wetenschappelijke of
kunstzinnige aard? In zekere zin denk ik dat zijn passie voornamelijk wetenschappelijk te noemen is. Hij wilde meer kennis en inzicht krijgen op het gebied van de Natuurlijke Historie. Maar de afbeeldingen die hij daarvoor nodig had eisden kwaliteit en vaardigheden die alleen échte botanische kunstenaars hadden. Dus moest van Berkhey ongetwijfeld de artistieke waarde onderkennen van de tekeningen die hij verzamelde.
Natural español- recibió un oficio del Conde de Floridablanca informándole de la inminente subasta en Ámsterdam. De esta manera, en 1785, gran parte de la colección van Berkhey pasa a manos españolas. La colección completa pasó al Museo Nacional de Ciencias Naturales, donde
La colección contiene la iconografía producida por algunos de los ilustrados botánicos de más prestigio de los siglos XVII y XVIII, procedentes de varios países, Bélgica, China, Dinamarca, Francia, Holanda, Reino Unido y Alemania. Asimismo alberga la mayoría de los dibujos que sirvieron para hacer las planchas de cobre de las ilustraciones de Paradis Batavus de Paul Herman (1698), obra que reunía plantas europeas de las Indias, tanto orientales como occidentales, cultivadas en los jardines de Holanda y que no habían sido descritas o ilustradas hasta entonces.
Meer weten? Pilar San Pío de Aladrén heeft een prachtig boek gemaakt over de verzameling van Berkhey, te koop in de bibliotheek van het Real Jardin Botánico van Madrid. “La colección van Berkhey del Real Jardín Botánico, un atlas del Reino Vegetal en el Siglo XVIII”, 2007, Lunwerg editores. PVP: 49 €.
¿En número, cuántos “tesoros” se custodian en el Archivo? Si consideramos solamente los dibujos conservados en el archivo el número ronda los 15.000. Claro que también se deben considerar tesoros todos los documentos manuscritos de carácter científico que acompañaban los dibujos producidos durante las expediciones científicas a América en la segunda mitad del Siglo XVIII y principios del Siglo XIX.
Español
Johannes le Francq van Berkhey (Leiden 17291812), médico, naturalista, escritor, dibujante y pintor, coleccionó durante casi cuarenta años dibujos, estampas, conchas, minerales y otras piezas de Historia Natural. Su gabinete llegó a constar de más de 7000 ejemplares. Desgraciadamente tuvo que subastar su gran colección, ya que, debido a su actividad política, fue denunciado por los antiorangistas, y se vio implicado en problemas judiciales, que le costaron mucho dinero. En febrero de 1785 Pedro Franco Dávila –director del Real Gabinete de Historia
permaneció íntegra probablemente hasta 1903, fecha en la que el Real Jardín Botánico se escindió del Museo y la parte correspondiente al Reino Vegetal pasó a engrosar los fondos del Jardín, donde se conserva en la actualidad.
Iris Latifolia, Alida Withoos? (1660-1715) Acuarela; 280 x 185 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
Iris odoratus, Alida Withoos (1660-1715) Acuarela; 280 x 170 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
36
La Revista !Oranje!
Los dibujos y estampas de van Berkhey del Real Jardín Botánico se inventariaron y fueron objeto de un primer estudio y catalogación durante el año 2003, bajo las órdenes de Pilar San Pío Aladrén, Conservadora Jefa del Archivo del RJB, y se consideran de gran valor, tanto científico como artístico. Se trata de la mayor colección botánica holandesa de España.
¿Cuáles fueron las motivaciones de la Corona Española para comprar la colección en la subasta de Amsterdam? ¿Qué destino tenían en mente para la colección? La Corona Española compró la colección de dibujos, grabados, libros y otros objetos de Historia Natural
Petilium / Corona Imperiales, Maria Sybilla Merian (1647-1717) Tinta y acuarela; 295 x 195 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
www.nvmadrid.com
reunida por Johannes le Francq van Berkhey en 1785 con idea de que pasase a formar parte del Real Gabinete de Historia Natural, creado en 1771, y hoy Museo Nacional de Ciencias Naturales. ¿Cuáles son las conclusiones más importantes del estudio que realizó en 2003 sobre la colección? Se trata de la mejor colección holandesa de ilustraciones botánicas conservadas en España, tanto por el número de artistas que participan como por sus diversas procedencias, la calidad artística y el valor científico de las obras. Destaca la extensión de la colección, la variedad de técnicas y de tipos de ilustraciones representados. Se encuentran desde estampas xilográficas de una versión alemana del Siglo XIV de Materia Medica de P. Dioscórides y del Cruydeboeck (1563) de R. Dodoens, hasta dibujos de los mejores artistas botánicos de los Siglos XVII y XVIII, como Sybilla Merian, Alida Withoos o Georg Ehret. La colección tiene un marcado carácter internacional, y conviven casi todas las principales escuelas de ilustración botánica de la época: belga, china, danesa, francesa, holandesa, británica y germano-austríaca. El estudio ha planteado interrogantes que habría que resolver como la relación entre los dibujos y algunas estampas grabadas que ilustran libros de Botánica de la época. Esta relación se ha evidenciado en el caso de Paradis Batavus de P. Hermann, pero podría estudiarse también, por ejemplo, en los dibujos de Alida Withoos, que trabaja para el Hortus Amstelodamensis de Jan Commelin. Otro tema pendiente sería investigar la autoría de los 190 dibujos anónimos. De cara a la utilidad científica de la colección, sería conveniente que, en la medida de lo posible, se hiciesen las determinaciones botánicas y zoológicas de las especies representadas. Concluyo que es importante la conservación, el estudio y la difusión de este extraordinario patrimonio cultural europeo.
Helianthus flos solis, anónimo (antes de 1785) Acuarela; 340 x 225 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
www.nvmadrid.com
La colección consta de piedras preciosas, dibujos, estampas, animales disecados… ¿Qué parte de la colección considera la más significante? Yo conozco y he estudiado fundamentalmente los dibujos que están en el Jardín Botánico de Madrid, pero creo que los dibujos zoológicos del Museo Nacional de Ciencias Naturales, que fueron objeto de la tesis doctoral de Paloma Llorente, son quizá de mayor significación aunque sólo sea en razón del número de ellos.
papel y narrar ese mundo natural exigían una calidad y unas capacidades que sólo reunían verdaderos artistas, de modo que, sin duda, van Berkhey tuvo que valorar la categoría artística de los dibujos que coleccionaba. Tekst en vertaling: Monique Lambie
Durante alrededor de cuarenta años Van Berkhey coleccionaba de manera apasionada todo aquello que le aportaba conocimiento acerca del reino vegetal y natural. ¿Se sabe dónde y cómo adquirió las obras para su colección? ¿Era un hombre muy pudiente? Se sabe que Jan le Francq van Berkhey, nacido en Leiden en enero de 1729, había heredado de su abuelo materno una tienda y una librería de anticuario. Escritor y médico, amante de la naturaleza y el arte estudió dibujo, y él mismo recolectó, estudió y dibujó las especies naturales de su patria. Van Berkhey que escribió la Historia Natural de Holanda formó un taller donde trabajaron artistas, dibujantes y grabadores que, al mismo tiempo, investigaban sobre la ilustración naturalística. Sin duda, algunas de las piezas de su colección procedieron de ese taller. Sería interesante conocer más sobre la adquisición de otras muchas que fue reuniendo para su gabinete de Historia Natural, como hicieron otros naturalistas de su época. Van Berkheij era un típico hombre de la Ilustración. Culto, curioso, con intereses muy variados y siempre en busca de nuevos conocimientos. ¿Con qué objetivo o meta coleccionaba? ¿Crees que había un afán científico más que artístico? Efectivamente, creo que la motivación de van Berkhey era fundamentalmente científica. Pero las representaciones que deseaba obtener para “capturar” en
Tulipán, abigarrado rojo, anónimo, (antes de 1785) Acuarela; 270 x 180 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
Rosa flava, Jan le Francq van Berkhey (1729-1812) Dibujo; 195 x 145 mm Archivo Real Jardín Botánico, CSIC
La Revista !Oranje!
37
Óók in mindere tijden een stabiel en betrouwbaar hoog rendement Quality Investments staat garant voor: niet beurs- en rentegevoelige investeringsproducten transparante investeringsproducten minimaal 8% rendement op jaarbasis een zorgeloze en glansrijke groei van uw vermogen
Voor meer informatie en vragen over onze aantrekkelijke beleggingsproducten verwijzen wij u naar onze website www.qualityinvestments.nl of kunt u contact opnemen met René van den Dolder (Costa del Sol): E-mail:
[email protected] • tel: +34 606 805 286 of Peter Ortmans (Costa Blanca): E-mail:
[email protected] • tel: +34 902 881 300 (gratis) of Maartje Vissers (Madrid):
[email protected] • tel.: +34 635 195 700.
SPONSORS
LID WORDEN? Quality Investments bv
WWW.NVMADRID.COM
Lomas de Sierra Blanca • Centro Comercial Le Village • oficinas 9-11 • 29602 Marbella
Het bestuur van de NVMadrid nodigt lezers van dit Magazine (niet-leden) en partners van onze leden graag uit om zich als lid te melden bij de vereniging. Vanaf 2010 blijft het lidmaatschap €40,00 kosten voor een kalenderjaar. Partners van bestaande leden betalen slechts €20,00 voor een heel jaar.
Amsterdam • Gent • Marbella
Nu in 2010 is het nog interessanter om als (partner-) lid naar de diverse evenementen te komen die de vereniging organiseert, omdat er in toenemende mate financiële voordelen aan het lidmaatschap zullen zitten. Zegt het voort, want in tijden van crisis is elk voordeel er één! www.nvmadrid.com
www.qualityinvestments.nl
19
8 5- 2 0 1 0