Lokale toegang tot ondersteuning en zorg sociaal domein gemeente Beuningen 1.
Inleiding
Komende jaren gaat er veel veranderen in het sociale domein. De gemeente krijgt veel extra taken erbij. Door aanpassing van de Wmo (decentralisatie Awbz- functie begeleiding en persoonlijke verzorging) en de decentralisatie Jeugdzorg wordt de gemeente verantwoordelijk voor het ondersteunen van inwoners op een veel breder vlak dan voorheen het geval was. Daarnaast is er sprake van ontwikkelingen op het gebied van de participatiewet en het passend onderwijs. Deze ontwikkelingen gaan gepaard met een forse bezuiniging. Om de ondersteuning en zorg op een efficiënte en effectieve manier te organiseren, is het noodzakelijk om goed na te denken over hoe de toegang tot de zorg en ondersteuning georganiseerd wordt. Regionale ontwikkelingen Recent is de regionale beleidsnotitie ‘Kracht door Verbinding’ opgeleverd. In deze notitie staan een aantal uitgangspunten voor het organiseren van de toegang tot ondersteuning en zorg. We willen één lokale toegangspoort voor informatie, advies en ondersteuning op alle leefgebieden. De beslissingsbevoegdheid over de toegang tot ondersteuning en voorzieningen wordt gemandateerd naar de lokale toegangspoort, die de kantelingprincipes toepast. De aansluiting op ‘werk & inkomen’ wordt op lokaal niveau, bij de lokale toegangspoort georganiseerd. We werken zonder indicatie volgens het principe ‘ja, tenzij’. Dit betekent dat leden van de lokale toegangspoort cliënten rechtstreeks kunnen doorverwijzen voor de inzet van ondersteuning en zorg. De lokale toegangpoorten kunnen experts inschakelen via een ‘hulplijn’ waarin voor alle doelgroepen specialistische expertise beschikbaar/oproepbaar is. Er is een regionaal coördinatiepunt dat de lokale toegangspoorten en de hulplijnen ondersteunt en een aantal specifieke taken uitvoert. De lokale toegangspoort ontwikkelt zich in nauwe samenhang met de ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs, het veiligheidshuis en de zorgverzekering In de nota staan deze uitgangspunten verder uitgewerkt. Lokale toegangspoort Beuningen Belangrijk is dat de gemeenten in de regio Nijmegen zelf de lokale toegangspoort vormgeven op basis van bovenstaande uitgangspunten, maar passend binnen de lokale situatie. Het afgelopen jaar is daarom gewerkt aan het ontwikkelen van een visie op de toegang van zorg en ondersteuning die past bij de lokale Beuningse structuur. In deze notitie treft u deze visie op de toegang aan. Opvallend in onze visie is dat wij in afwijking van de meeste regio-gemeenten (vooralsnog) kiezen voor een onderscheid tussen jeugd en volwassenen. Wij doen dit omdat de zorg en expertise voor de jeugd een andere is dan die voor de doelgroep volwassenen. Daar waar in gezinnen een ‘overlap’ van zorg noodzakelijk is, zijn de lijnen in onze gemeente dusdanig kort dat een afstemming snel gerealiseerd is
1
2.
Huidige situatie
2.1 Gemeentelijke structuren Balie Zorg, werk en inkomen In de huidige situatie werken we met onze eigen balie Zorg, Werk en Inkomen (ZWI) voor het toekennen van Wmo-voorzieningen. De balie geeft informatie en advies en doet vraagverheldering. Zo nodig wordt doorverwezen naar een klantmanager voor gesprek en eventueel een aanvraag. Afgelopen jaren is het proces van de Kanteling ingezet om via het ‘keukentafelgesprek’ en een bredere vraagverheldering te komen tot een ondersteunings-arrangementen voor burgers met een hulpvraag. Er wordt samengewerkt in de balie met NIM maatschappelijk werk en Mee. De individuele voorzieningen die nu via de balie verstrekt worden zijn o.a. vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen, huishoudelijke hulp, dagverzorging, Wmo-thuisbegeleiding (via CJG coördinator) en re-integratie, schuldhulpverlening en uitkering. Lokale zorgnetwerk De gemeente voert de regie over het lokale zorgnetwerk. Het lokale zorgnetwerk bestaat uit verschillende partners en wordt gebruikt om huishoudens/gezinnen te bespreken waarbij sprake is van een multi-problem situatie. De medewerker integrale veiligheid (IV) van de gemeente is voorzitter van dit casusoverleg. Op casus niveau worden afspraken gemaakt over de zorg en ondersteuning rondom een gezin of huishouden.
Lokale zorgnetwerk Ambtenaar IV gemeente Beuningen (voorzitter) Nim maatschappelijk werk Op afroep: Woningbouwvereniging Standvast Wonen Coördinator buurtbemiddeling Coördinator zorg, werk, inkomen Leerplichtambtenaar Politie Meldpunt bijzondere zorg (MBZ)
Wanneer er extra expertise noodzakelijk is of de problematiek dusdanig complex en ernstig is dat het niet lokaal kan worden opgepakt, wordt er nu regionaal opgeschaald. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de expertise van het meldpunt bijzondere zorg of het veiligheidshuis. CJG en zorgadviesteams In Beuningen hebben we het CJG (centrum voor Jeugd en Gezin). De zorgadviesteams (ZAT) zijn onderdeel van het CJG. Er is een lokaal zorgadviesteam voor 0-4 jarigen en een lokaal zorgadviesteam voor 4-12 jarigen. Zorgadviesteams voor 12+ zijn regionaal georganiseerd, aansluitend bij de betreffende middelbare school. Er is een nauwe samenwerking tussen de zorgadviesteam 0-4 en 4-12 jaar. Rondom het ZAT 4-12 jaar wordt gewerkt aan een nieuwe structuur, waarbij meer wordt aangesloten bij de scholen en de deelnemers flexibeler worden ingezet. Elke school heeft straks een eigen schoolondersteuningsteam onder leiding van de directeur. Het schoolondersteuningsteam kan gebruik maken van een expertiseteam bestaande uit sbao, NIM/Entrea, Rec ¾, GGD schoolarts, Marant e.a.
2
Zat 0-4 Sociaal verpleegkundige GGD (VZ) NIM maatschappelijk werk MEE integrale vroeghulp Peuterspeelzaal, kinderopvang Logopedist Orthopedagoog Bureau Jeugdzorg Stichting weer samen naar school
Coördinator CJG Zat 4-12/ school ondersteuningsteam Directeur (VZ) NIM schoolmaatschappelijk werk Entrea Leerplichtambtenaar Ouders Leerkracht Vrije plaats (onderwijsjeugdhulpverlening)
Zat 12 + Zorgcoördinator van school (VZ) Nim schoolmaatschappelijk werk GGD (Schoolarts) Leerplichtambtenaar Bureau Jeugdzorg
2.2 Verschillende toegangspoorten De balie ZWI, het lokale zorgnetwerk en het CJG (inclusief ZATteams) zijn door de gemeente, in samenwerking met partners uit het veld, vormgegeven ingangen voor zorg en ondersteuning. Naast deze ingangen hebben inwoners echter ook nog te maken met de ingangen die nu bewandeld moeten worden voor AWBZ (via het centrum indicatiestelling zorg-CIZ), voor Jeugdzorg (bureau jeugdzorg, huisarts) en voor toegang tot uitkering en werk (UWV, gemeente, jongerenloket). Los van deze ingangen, vinden burgers zelf rechtstreeks de weg naar voorzieningen (bijvoorbeeld het maatschappelijk werk). Er is dus een veelheid aan ingangen voor zorg.
2.3 Wat willen we? De toegang, de zorg en de hulp is nog te versnipperd en niet optimaal op elkaar afgestemd. Als gemeente moeten we de regierol op de processen te vervullen. Partijen geven aan dat we als gemeente Beuningen dicht op instellingen, burgers en de praktijk zitten. De lijnen zijn kort en we weten elkaar relatief snel te vinden binnen de ketens. Met de decentralisaties moeten we echter met minder middelen door de ketens heen elkaar nog sneller weten te vinden. De vorm die gekozen wordt om straks de toegang tot zorg en ondersteuning te organiseren, moet hier goed bij aansluiten. We willen dubbel werk voorkomen voor klant, organisatie(s) en gemeenschap. Bewaking en beheersing van (schaarse) middelen voor organisatie en gemeenschap is hierbij een randvoorwaarde zodat we hogere kosten voorkomen en meer preventief handelen. We willen regie voeren op casusniveau en op organisatieniveau. Hierdoor bereiken we een meer collectief en individueel passend aanbod. Hulp en zorg moet hierbij met het oog op meer efficiëntie: sneller, integraler, meer op eigen kracht en hierdoor goedkoper. Voor de integrale probleemaanpak hanteren we één gezin, één plan, een regisseur en het opstellen van arrangementen. De nadruk ligt op een snellere werkwijze, minder bureaucratisering en beheersbaarheid van kosten. Uitgangspunt is dat cliënt het uitgangspunt is en niet elke keer hetzelfde verhaal hoeft te vertellen. Vanuit een ruime mogelijkheid aan voorliggende en preventieve voorzieningen kijken we of er voldoende oplossingen beschikbaar zijn waardoor er minder beroep wordt gedaan op individuele voorzieningen.
3
3.
Ontwikkeling van een lokale toegangspoort, de zorgpiramide
Afgelopen periode hebben we gezocht naar een gepaste toegang voor zorg en ondersteuning uitgaande van wat er al is. Hierbij is het goed om te realiseren dat veel van onze burgers zelf hun ondersteuning vinden via de natuurlijke ingangen en dat deze groep dit ook prima zelf kan blijven organiseren in de toekomst. Een kleinere groep heeft hulp nodig bij het vinden van de juiste weg en voor een zeer kleine groep is extra (regionale) expertise noodzakelijk. Dit is uitgewerkt in de zorgpiramide, die ook gebruikt kan worden voor het de manier waarop je toegang tot zorg en ondersteuning kan organiseren. 3.1 Ondersteuning en toegang conform de zorgpiramide De zorgpiramide geeft aan dat een groot deel van onze inwoners (80-85%) zelf de weg vindt naar zorg en ondersteuning wanneer dit nodig is. Zij maken vooral gebruik van algemene, snel toegankelijke voorzieningen. Een kleiner deel (10-15%) heeft gerichte ondersteuning nodig en hulp bij het verkrijgen van een voorziening. Zij maken gebruik naast algemene voorzieningen ook gebruik van individuele (maatwerk) voorzieningen. Een zeer klein deel (3-5%) krijgt te maken met (zeer) specialistische zorg en de toewijzing daarvan.
80-85 % van de burgers vindt haar weg mede via de natuurlijke vindplaatsen
10-15 % heeft gerichte ondersteuning nodig (via verwijzing)
3% - 5% heeft altijd hulp nodig en expertise in de toewijzing.
Zorgpiramide
Algemene voorzieningen en signalering (80-85%) Voor de genoemde 80 – 85 % van onze inwoners gaat het veelal om algemene voorzieningen, die inwoners zelf opzoeken via natuurlijke vindplaatsen. Een vindplaats is hierbij een plek waar een inwoner zelf zijn hulp zoekt of een plek of organisatie die een hulpvraag signaleert. Om inwoners zoveel mogelijk zelf de regie te laten voeren is het belangrijk dat we deze algemene voorzieningen en preventie verder versterken (versterking aan de voorkant) en hierin vertrouwen geven aan de burger. Om de voorkant te versterken is het verder nodig dat we mandaat en vertrouwen geven aan professional en burger.
4
Versterking voorkant In het kader van de compensatiegedachte wordt het gebruik van algemene en collectieve voorzieningen versterkt via (digitale) informatie, vroegsignalering en sociale netwerk strategie. De welzijnsactiviteiten en vrijwilligers-en mantelzorgfuncties zullen nog meer wijk-en dorpsgericht georganiseerd worden om burgers ook daadwerkelijk te versterken en ondersteunen. Cliënten bepalen zoveel mogelijk de oplossing (via persoonlijk plan) voor hun vraag of probleem (via zelfregie). De participatieladder kan hierbij worden ingezet. De participatieladder geeft de zorginzet weer beginnend bij eigenkracht/eigen netwerk, mantelzorg/vrijwilligers en daarna pas inzet van algemene of collectieve voorzieningen en als laatste individuele voorzieningen. Mandaat en vertrouwen bij professional en burger Door de grote omvang van de natuurlijke vindplaatsen kunnen en willen we deze niet verenigen in een netwerk. Wij willen dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn en hun eigen weg moeten zoeken gebaseerd op zelfbeschikking (eigen keuzes) en zelf/samenredzaamheid.
80 – 85 % : Burger /client en eigen netwerk , familie vrienden kennissen mantelzorgersbewoners wijk - zelfhulpgroepen (wijk/sport/cultuur)verenigingen ondernemers -winkels - bibliotheek – (digitale)informatie - verloskundigen jeugdgezondheidszorg 0/19 peuterspeelzalen - kinderopvang - primair onderwijs - leerplicht – wijkagent – eetpunten – senioren huizen – de Stek activiteiten Perspectief, maatschappelijk werk
Bestaande partijen leveren eenvoudige hulp of diensten zoals afgesproken in offertes of overeenkomsten. Voor blijvende vereenvoudiging en minder bureaucratie moet dit vooral door blijven gaan. De gemeente moet zorgen dat de volumes en behorende middelen in beeld zijn. Om de eigen kracht te versterken moeten we burgers handreikingen doen om tot meer zelfregie te komen. Wat moeten we doen voor de algemene voorzieningen (80-85%) Inzetten op signalering en preventie Versterken voorkant algemene voorzieningen (meer preventief) Dichter bij de burger via meer zelfregie Meer eigen verantwoordelijkheid en samenredzaamheid Verbeteren informatievoorziening over algemene voorzieningen Minder bureaucratie Snelle inzetbaarheid van hulp via natuurlijke vindplaatsen
Gerichte ondersteuning: Screening, verwijzing en toewijzing (10-15%)
Voor 10 – 15 % van de burgers gaat het om doorverwijzing en gerichte ondersteuning. Hierbij zijn vaak de verwijzers en de netwerken in beeld. Door de huidige schotten vindt op dit moment nog veel hulp naast elkaar plaats in plaats met elkaar. De bedoeling is om toe te werken naar een meer afgestemd arrangement. Ook de werkwijze één gezin, één plan, één regisseur” moet verder doorgevoerd worden. Ontschotting met andere partijen We moeten gaan ontschotten en meer gebruik maken van bestaande middelen en deskundigheid. Dit kunnen we als gemeente niet alleen, maar moeten dit juist met andere partijen vorm geven. We willen dubbelingen van het aantal gesprekken voorkomen en voorkomen dat “gesprekken” 5
niet worden uitgewisseld, waardoor te laat wordt ingegrepen. De verbinding met huisartsen moet op alle niveau’s worden aangehaald. Gebruik maken van wat er is, maar minder zwaar We willen af van onnodige indicatie. Het experiment Jeugdzorg Dichtbij is hierbij een goed voorbeeld. Voor de gemeentelijke AWBZ ondersteuning willen we geen gebruik maken van (zware) indicatie-organen. Een deskundig keukentafelgesprek moet leiden tot overeenstemming over een arrangement dan wel een lichte indicatie /beschikking en zo min mogelijk bezwaar. Draagkracht en eigen kracht gezin Voor het toewijzen van eenvoudige voorzieningen zal deskundigheid ingezet worden door diegenen die al in de gezinnen zitten en het “vertrouwen” hebben van de cliënt. Deze lijn is het snelst richting hulp en voorzieningen maar ook voor de draagkracht en eigen kracht van het gezin. Te denken valt aan de medewerkers van het Nim, MEE, thuisbegeleiding, schuldhulpverlening, pedagogische generalisten. Door alle partijen wordt steeds zeer belangrijk gevonden “behoud van dezelfde hulpverlener (niet teveel wisselingen)”.
10 – 15 % : Huisartsen / gezondheidscentra / arbo arts – Nim maatschappelijk werk / schuldhulpverlening – Balie zorg werk en inkomen / bijzondere Bijstand- MEE/Nim - CIZ / argonout / bemiddelingsbureau’s – School ondersteuningsteams/ ZAT (incl. JGZ/Nim) - Lokaal Zorgnetwerk (casusoverleggen) – Bureau Jeugdzorg / Entrea -1e lijns gez.zorg (psychologen - fysiotherapeuten)ZZG thuisbegeleiding – dagbesteding Perspectief
Wat gaan we doen voor voorzieningen (screening, verwijzing, toewijzing 10-15%) Meer afgestemde hulp met elkaar (afgestemd arrangement) Meer één gezin (huishouden), een plan, een regisseur Tijdelijke inzet hulp met “waakvlambegeleiding” als optie We gaan de toewijzingsketen versterken door afstemmingafspraken Versterking bestaande netwerken Deskundig keukentafelgesprek - afstemming methodiek en gespreksonderwerpen om herhaling van gesprekken te voorkomen Kwalitatief goede professionals (de juiste mensen op de juiste plaats) Een basisinzet aan middelen om snel te kunnen handelen.
Regionale backoffice, specialisten en vangnetfunctie (3-5%) Voor 3 -5 % van de burgers is langdurige en specialistische zorg van toepassing. Hierbij is al sprake van integrale probleemaanpak/ vraagverheldering waarvoor diverse arrangementen nodig zijn. Het betreft hier vaak (sub)regionale of zelfs bovenregionale zorg (veelal jeugdzorg). De achterkant van de keten is echter de zware en dure zorg met de meeste risico’s. In die zin is het noodzakelijk om gebruik te maken van specialisten in een regionale backoffice. In de huidige situatie wordt zorg eerst lokaal opgeschaald naar het lokale zorgnetwerk of de ZATteams. Als dit niet voldoende is wordt opgeschaald naar het Veiligheidshuis (netwerk voor multi-probleemaanpak met als ingang justitie- of zorgketen), of wordt expertise opgevraagd bij het meldpunt Bijzondere Zorg. Regionaal coördinatiepunt Op regionaal niveau wordt momenteel een regionaal coördinatiepunt opgericht. Dit regionaal coördinatiepunt ondersteunt de lokale toegangspoorten en richt zich op het gezamenlijk uitvoeren en coördineren van nieuwe regionale taken. 6
Vanuit het regionaal coördinatiepunt kan deskundigheid lokaal worden ingevlogen, de zogeheten hulplijn regionaal expertiseteam. Hierbij is het belangrijk dat de uitvoering zoveel mogelijk lokaal blijft. Het regionaal coördinatiepunt indiceert ook de zware zorg en organiseert de interdisciplinaire specialistenteams voor de complexe problematiek. Deze taken kunnen niet lokaal door 9 gemeenten opgezet worden, gezien de zwaarte en complexiteit van de problematiek. Het inverdieneffect zit hem in het gezamenlijk ontwikkelen en uitvoeren van de regionale opzet (regionaal organiseren, lokaal uitvoeren). Het regionaal coördinatiepunt wordt dicht tegen het veiligheidshuis en het MBZ aan georganiseerd, wellicht in nog verdergaande samenwerking.
3-5 % : Regieteams / casusoverleggen/Meldpunt Bijzondere Zorg/ Veiligheidshuis – Ziekenhuizen – AWBZ zorg/ dagbesteding – Driestroom/Pluryn/Dichterbij/RIBW – Beschut werken - (Bureau) Jeugdzorg/Entrea – Speciaal onderwijs/rugzakjes – GGZ/Pro Persona/ Indigo – Dakthuislozenzorg/huiselijk geweld/OGGZ/Iriszorg
Wat gaan we doen voor regionale voorzieningen (Regionale backoffice, specialisten en vangnetfunctie 3-5%) Aansluiten langdurige en specialistische zorg (Boven) regionaal organiseren en uitvoeren regionale opzet Risicovolle zorg borgen Inrichten regionale backoffice en ondersteunen lokale zorgnetwerken/CJG’s/sociale wijkteams
7
4. De lokale toegangspoort in Beuningen, de organisatie Uitgaande van de in hoofdstuk 3 beschreven kennis en ervaring en gezien de toekomstige ontwikkelingen, zijn we gekomen tot onderstaand schematische overzicht van de toekomstige lokale Beuningse toegangspoort. De elementen uit dit schema worden hieronder verder uitgewerkt.
Schema 1: Overzicht lokale toegangspoort zorg en ondersteuning Beuningen
Vindplaatsen Informatie, advies en vraagverheldering volgens uitgangspunten Kanteling
Afstemming (bijv gezinnen)
Jeugd
Sociaal Team Beuningen Volwassenen
Keukentafelgesprek
Algemene voorzieningen
Maatwerkvoorzieningen
Arrangement
Backoffice REGIE Contracteren, administratie, monitoren, factureren, subsidie, beschikking, beleid 8
‘Standaard’ maatwerkvoorziening
Onder voorwaarden: direct toewijzen voorziening
Verwijzen
Verwijzen
Team Jeugd/CJG
4.1 Vindplaatsen We willen zoveel mogelijk gebruik maken van de natuurlijke vindplaatsen. Een vindplaats is een natuurlijke plek waar een hulpvraag wordt gesignaleerd, of waar een inwoner om hulp komt vragen. Bijvoorbeeld de gemeentelijke balie zorg, werk en inkomen, huisarts, ouderenadviseur , wijkverpleegkundige, school etc. Wij willen de medewerkers van de diverse vindplaatsen die werkzaam zijn in of nabij de gezinnen meer verantwoordelijkheid geven om bij “eenvoudige vragen” direct zorg en ondersteuning in te zetten (tot een maximaal aantal uren). De instanties krijgen onder bepaalde voorwaarden het mandaat voor het direct toewijzen van voorzieningen bij eenvoudige en enkelvoudige hulpvragen. Dit zijn voorwaarden zoals: Er moet gewerkt worden volgens de methodiek van de kanteling. Inzet sociale netwerkstrategie. Er wordt altijd gecheckt of er al andere hulpverlening in een gezin is en hierbij wordt aangesloten. De voorwaarden voor het verstrekken van een voorziening onder mandaat worden in het vervolgtraject verder uitgewerkt. Door vindplaatsen een mandaat te verlenen kan bij simpele en eenvoudige hulpvragen snel zorg in gezet worden.
Voorbeeld casus vindplaats 1 In de klas zijn er problemen met Jan. Jan houdt zich niet aan de regels en heeft ook vaak ruzie met andere kinderen. De leerkracht van de Ruyterschool bespreekt met moeder om hulp te zoeken bij het schoolmaatschappelijk werk van het NIM. Er komt een intake met moeder en Jan bij het schoolmaatschappelijk werk. Uit deze intake blijkt dat moeder ook thuis moeite heeft met de opvoeding. De schoolmaatschappelijk werker, moeder en Jan spreken af dat Jan gaat deelnemen aan de cursus sociale vaardigheden van het NIM. Daarnaast krijgt moeder begeleiding thuis van ZZG om moeder te ondersteunen bij de opvoeding. De maatschappelijk werker overlegt met de ZZG over de in te zetten zorg en geeft de belangrijke informatie over het gezin door aan ZZG. De thuisbegeleider kan de zorg direct inzetten, de informatie is al bekend. De ZZG informeert de backoffice van de gemeente dat zorg is ingezet. Een beschikking kan worden verzonden. Voorbeeld casus vindplaats 2 Een oudere dame komt bij de huisarts met een wond aan haar been. De huisarts constateert dat persoonlijke verzorging van de wond noodzakelijk is. Daarnaast blijkt dat de vrouw zich onvoldoende wast, omdat zij de douche niet meer kan gebruiken. De huisarts belt de Zorggroep Maas en Waal, die vanaf die dag de wond komt verzorgen. Verder geeft hij het telefoonnummer van Perspectief om een woonadviseur een huischeck te laten uitvoeren. Deze woonadviseur kan kijken wat nodig is zodat mevrouw nog veilig zelfstandig thuis kan blijven wonen. De thuiszorgorganisatie informeert de backoffice van de gemeente dat zorg is ingezet. Er kan een beschikking worden verzonden
Handtekeningen Mogelijk kan gewerkt worden met de methode van de drie handtekeningen (conform het voorbeeld van het experiment Jeugdzorg Dichterbij). Voor het direct inzetten van zorg zijn 3 handtekeningen noodzakelijk. Handtekening van de cliënt, handtekening van de verwijzer, handtekening van de zorgaanbieder. Op deze wijze wordt geborgd dat ook de cliënt is meegenomen in het plan. Ook de zorgaanbieder moet tekenen, omdat deze verantwoordelijk is voor bewaking van het ingekochte volume/resultaat aan zorg.
9
4.2 Sociaal team Beuningen en Team Jeugd/CJG Voor die hulpvragen waarvoor een uitgebreidere vraagverheldering via het ‘keukentafel-gesprek’ noodzakelijk is of waarvoor monitoring van het hulpverleningstraject wenselijk is, willen we gaan werken met een Sociaal team Beuningen voor volwassenen en een Team Jeugd/CJG. In beide teams zitten medewerkers die gespecialiseerd zijn in het voeren van het brede keukentafel gesprek. Er is gekozen voor het opzetten van twee teams die in nauwe samenhang met elkaar werken. De keuze voor twee teams – één voor volwassenen en één voor jeugd – heeft ermee te maken dat de jeugdketen op een andere manier is opgebouwd dan de zorg voor volwassenen en ouderen. Bij jeugd is een nauwe aansluiting met school noodzakelijk. Bij de zorg rondom volwassenen en ouderen is aansluiting met andere AWBZ-functies en aansluiting bij werk en dagbesteding onontbeerlijk. Ook vereist het organiseren van de zorg rondom kinderen vaak een andere expertise en scoop dan de zorg rondom ouderen. Voor het voeren van het gesprek over de zorg en ondersteuning voor een kind met autisme is een andere expertise noodzakelijk dan een gesprek met een dementerende oudere. In onze mening is kunnen beide expertises niet verenigd worden in één generalist. Daarnaast kan met het organiseren van twee teams naadloos worden aansluiten bij de huidige opschalingsstructuur: Het lokale zorgnetwerk voor volwassenen en het CJG/ZATteams voor de jeugd. Samenhang tussen beide teams en stevige regie en doorzettingsmacht worden geborgd, doordat beide teams worden aangestuurd door een coördinator in dienst van de gemeente. De functie van de huidige balie ZWI wordt (voor een deel) opgenomen in het sociaal Team Beuningen en het Team Jeugd/CJG Sociaal team Beuningen Volwassenen Het sociaal team Beuningen bestaat uit een aantal partijen. Nadrukkelijk is er voor gekozen om niet alleen generalisten in te zetten in het team, maar ook medewerkers met een achterliggende expertise. De doelgroep waarvoor de gemeenten straks na de transitie zorg en ondersteuning moet organiseren bestaat voor het grootste deel uit inwoners met een verstandelijke en psychiatrische beperking. Kennis hiervan in het sociaal team is daarom van wezenlijk belang. Sociaal Team Beuningen Coördinator gemeente
b
Lokaal zorgnetwerk
Gemeente Beuningen Wijkverpleegkundige Welzijnswerk Maatschappelijk werk Medewerker expertise verstandelijke beperking (MEE?) Medewerker psychiatrie
Hulplijn regionaal expertiseteam
Regionaal coördinatiepunt/ VHH/ MBZ
Soms kan het nodig zijn om extra expertise in te schaken voor de inschatting van de juiste zorg en ondersteuning. In sommige gevallen wordt het lokaal zorgnetwerk ingeschakeld, maar ook kan gebruik gemaakt worden van het regionale expertiseteam (onderdeel van het regionaal coördinatiepunt). Bijvoorbeeld het inschakelen van orthopedagogen, extra psychiatrische expertise, expertise op het gebied van NAH of beperkte zintuiglijkheid (slecht zien, doof). Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens het principe van het ‘invliegen’ van expertise binnen het sociaal team Beuningen. De hulpvraag wordt zo lokaal mogelijk gehouden er wordt zo min mogelijk 10
opgeschaald. Om te voorkomen dat er weer een extra gezicht in het gezin komt, is de ondersteuning door het expertiseteam vooral bedoeld om de lokale professionals te ondersteunen. Bij multiproblem zaken die niet meer lokaal kunnen worden opgelost, wordt er opgeschaald naar de regionale structuur. Dit kan zijn het veiligheidshuis (VHH), het meldpunt bijzondere zorg (MBZ) of het regionaal coördinatiepunt. Belangrijk is dat flexibel wordt omgegaan met op en afschalen van expertise.
Voorbeeld casus sociaal team Beuningen 1 Mees (23 jaar) heeft een verstandelijke beperking en komt elke donderdag bij De Stek voor een maaltijd en gezelligheid. Bij de Stek ziet de begeleider dat Mees weinig sociale contacten heeft en dat hij nogal onverzorgd is. De begeleider heeft het idee dat het goed zou zijn dat Mees een reguliere daginvulling zou krijgen. Zij bespreken dit met Mees en besluiten een hulpvraag neer te leggen bij het sociaal team Beuningen, omdat zij zelf niet goed kunnen inschatten welke belasting voor Mees mogelijk is en welke voorzieningen er voor hem op dit gebied zijn. Mees krijgt vervolgens een keukentafelgesprek van een medewerker van het sociaal team Beuningen met expertise op het gebied van verstandelijke beperkingen. Het blijkt dat Mees al jaren niet veel heeft gedaan en eerst een nieuw ritme op moet bouwen. Er wordt afgesproken dat Mees gaat starten met recreatieve dagbesteding bij de Driestroom om weer een ritme op te bouwen. Daarnaast wordt tijdelijk thuis woonbegeleiding ingezet om Mees te leren hoe hij zijn dag moet indelen en hoe hij zichzelf moet verzorgen. Het sociaal team Beuningen volgt het traject van Mees goed en kijkt in nauwe samenwerking met de dagbesteding of Mees mogelijk over kan stappen naar meer arbeidsmatige dagbesteding en of de begeleiding thuis kan worden afgebouwd. Mees krijgt een beschikking van de zorg die hij ontvangt. Voorbeeld casus sociaal team Beuningen 2 Het NIM (buurtbemiddeling) wordt ingeschakeld in de Begoniastraat omdat er sprake is van een burenruzie. Tijdens de buurtbemiddeling blijkt dat er niet alleen sprake is van een burenruzie, maar dat er forse problematiek is bij één van de echtparen. Er zijn schulden en er is sprake van huiselijk geweld tussen de partner en de vrouw. Het maatschappelijk werk informeert bij het sociaal team Beuningen of het echtpaar bekend is en of er al eerder of andere hulp is ingezet. In overleg met het sociaal team Beuningen wordt besloten om de casus meteen in te brengen in het lokaal zorgnetwerk, omdat hier de juiste partners aan tafel zitten (politie, woningbouwvereniging, schulphulpverlening). Er wordt een traject schulphulpverlening ingezet en er wordt zorg georganiseerd rondom het huiselijk geweld. De backoffice van de gemeente en het sociaal team Beuningen krijgen bericht welke zorg is ingezet.
11
Voorbeeld casus sociaal team Beuningen 3 Peter (20 jaar) is door het jongerenloket doorverwezen naar het sociaal team Beuningen voor een WWB uitkering. Hij gaat starten met een intensief traject bij Iriszorg vanwege zijn alcoholverslaving. Tijdens dit traject heeft hij grote behoefte aan dagbesteding met structuur. De klantmanager maakt hiervoor en plan en zorgt voor de begeleiding van Peter in afstemming met zijn behandelaar. Peter gaat aan de slag bij NEC in de onderhoudsgroep in het kader van een werkervaringsplaats. Na deze WEP en het afronden van de behandeling gaat hij naar een WEP bij een bedrijf in de Gemeente Beuningen. Doel hiervan is verder werkritme op te bouwen en de structuur in zijn leven vast te houden. Dit traject loopt door tot het schooljaar start. Peter stroomt uit naar een reguliere HBO opleiding.
Voorbeeld casus sociaal team Beuningen 4 Hans (43 jaar) heeft na zijn LBO opleiding altijd als grondwerker gewerkt bij hetzelfde bedrijf. Na het faillissement van dit bedrijf is hij in de WW gekomen. Gedurende zijn WW periode heeft hij veel gesolliciteerd, maar door zijn eenzijdige werkervaring en leeftijd in het slechte economische klimaat is het hem niet gelukt een baan te vinden. Inmiddels heeft hij een WWB uitkering en is er een traject naar werk opgestart. De klantmanager plaatst Hans, die gek wordt van het thuis zitten, bij de werf van de gemeente. Hier kan Hans in een werkervaringstraject weer arbeidsritme opdoen, en kan bekeken worden wat voor werk het beste bij hem past. Na 3 maanden gaat hij in een werkervaringstraject aan de slag bij een lokale werkgever, en start hij met een opleiding voor hef- en reachtruckchauffeur. Deze opleiding past bij hem wat betreft achtergrond en opleidingsniveau, en biedt op korte termijn kansen op de arbeidsmarkt. Als Hans deze opleiding succesvol afsluit krijgt hij een tijdelijk contract bij de werkgever waar hij nu een werkervaringstraject heeft.
12
4.3 Team Jeugd/CJG Team Jeugd/CJG bestaat net als het Sociaal Team Beuningen uit verschillende partners. Het team jeugd bestaat echter uit andere partijen met een expertise op het gebied van kinderen en jeugd. Er is gekozen voor dezelfde opschalingsstructuur als voor Sociaal Team Beuningen. Het Team Jeugd/CJG kan gebruik maken van de ZATteams, het lokaal zorgnetwerk en de experts van het expertiseteam. Bij hele zware zorg en zorg die te complex is om lokaal op te pakken wordt de casus opgeschaald naar het regionaal coördinatiepunt, het MBZ of het veiligheidshuis.
Team Jeugd/CJG ZAT 0-4 jaar/PO/ VO
Coördinator CJG/gemeente
lokaal zorgnetwerk
Gemeente Beuningen/leerplicht CJG/ JGZ/ GGD/NIM Onderwijsondersteuningsteam Entrea?? Integrale vroeghulp/Mee?? Wijkverpleegkundige
Lokaal expertiseteam PO Hulplijn regionaal expertiseteam
Regionaal coördinatiepunt/ VHH/ MBZ
Samenhang met het sociaal team Beuningen Belangrijk is een goede samenwerking tussen sociaal team Beuningen Volwassenen en Team CJG/Jeugd. Voorkomen moet worden dat beide teams bezig zijn met één en hetzelfde gezin. Dit willen we realiseren door het organiseren van een stevige gemeentelijke regie op beide teams. Beide teams worden aangestuurd door een coördinator van de gemeente. De teams worden zo flexibel mogelijk ingezet. Wanneer er sprake is van gezinsproblematiek wordt, afhankelijk van het zwaartepunt van de zorgvraag, bekeken of het keukentafel gesprek gevoerd wordt door sociaal team Beuningen of door Team Jeugd. Team Beuningen werkt flexibel en hanteert een doorlopende leeftijdsgrens. In de huidige situatie geldt dat wanneer een zorgvrager 18 jaar wordt, hij in een heel ander circuit weer opnieuw moet worden geïndiceerd. Team CJG/Jeugd hanteert een flexibele leeftijdsgrens.
4.4 Het arrangement De ondersteuning die uiteindelijk aan de burger wordt geleverd kan bestaan uit een algemene voorziening, een maatwerkvoorziening of een combinatie daarvan. Een maatwerkvoorziening is een redelijk simpele voorziening zoals een douchestoel die onder voorwaarden onder direct mandaat van bepaalde vindplaatsen wordt gebracht. Onderzoek moet uitwijzen voor welke voorzieningen dit meerwaarde oplevert. De concept wet voor de aangepaste Wmo schrijft een aantal eisen voor waaraan een maatwerkvoorziening moet voldoen. Deze worden meegenomen bij de inkoop van de zorg en ondersteuning.
Algemene voorzieningen
Maatwerkvoorzieningen
arrangement 13
‘Standaard’ maatwerkvoorziening
Voor de toegang is het van belangrijk dat goed wordt gekeken naar een samenhangend arrangement van zorg en ondersteuning. De wijze waarop dit wordt vastgelegd voor de cliënt moet nog nader worden uitgewerkt. Gedacht wordt aan het maken van een door de cliënt ondertekend gespreksverslag. Om de mogelijkheid tot bezwaar voor burgers goed te borgen is het sturen van een beschikking altijd noodzakelijk. Om geen onnodige administratie en bureaucratie te organiseren wordt nog nagedacht over de vorm waarop dit georganiseerd moet gaan worden.
4.5 De Backoffice De backoffice is een gemeentelijke structuur waarmee regie kan worden gevoerd over het proces, waar budgeten bewaakt worden en de integraliteit wordt gewaarborgd. Hier ligt de taak van contractbeheer en kan het ingezette zorg volume worden geregistreerd en waar nodig bijgestuurd. Mogelijk dat vanuit de backoffice de beschikking wordt afgegeven over de ingezette zorg om op deze wijze de juridische ‘achterkant’ te borgen (mogelijkheid tot bezwaar en beroep). Ook de inning van eigen bijdrage, contracten rondom persoonsvolgend budget (pvb) kunnen hierin wellicht een plek krijgen. De functie van backoffice moet nog verder worden uitgewerkt. Er moet goed worden nagedacht over welke taken logischer wijs worden uitgevoerd door het sociaal Team Beuningen en het Team Jeugd/CJG en welke zaken door de backoffice worden uitgevoerd. Hierbij moet worden meegenomen dat een deel van de backoffice taken mogelijk ook een plek krijgen in het regionaal coördinatiepunt als het gaat om regionale zorg, uitvoering eigen bijdrage, Pvb etc. Backoffice REGIE Contracteren, administratie, monitoren, factureren, subsidie, beschikking, beleid
Mogelijke taken uitvoering backoffice (hoe beheers je toegang) : Registreren van ingezette ondersteuning Inzicht in totale volume van inzet van ondersteuning Steekproefsgewijze toetsing Facturatie Juridische afhandeling (beschikking, mogelijkheid bezwaar en beroep) Taken regie backoffice: Waarborgen integrale uitvoering van ondersteuning Contractbeheer Afspraken met instellingen over inzet van ondersteuning Monitoren ontwikkelingen in ondersteuning vragen ( beleid + opleiding afstemmen ) Kwaliteitseisen stellen aan kwaliteit professionals (vertrouwen en bevoegdheden) Vergroten ICT mogelijkheden Juridische borging
14
4.6 Overzichtsschema In bijlage I en II is een overzicht gegeven van de toegangspoort en het ‘speelveld’ als het gaat om sociaal team Beuningen Volwassenen en Team Jeugd/CJG. Hierin zijn ook prominente spelers aangegeven die zich op dit vlak bevinden. Uiteraard is het geen volledig beeld van alle partijen die nu in de huidige markt werkzaam zijn.
15
5 Voorwaarden en aanpak 5.1 Voorwaarden Het is van belang om ons te realiseren dat het opzetten van een nieuwe structuur alleen niet voldoende is om een goede toegang tot ondersteuning en zorg te realiseren. Er zijn een aantal belangrijke voorwaardes die verder uitgewerkt moeten worden in de komende periode. Uitwisseling van informatie tussen professionals en gemeenten Het is belangrijk dat professionals op een goede wijze informatie met elkaar uit kunnen en willen wisselen. Dit om dubbelingen in het proces te voorkomen. Uitwisseling moet plaats vinden zowel binnen de netwerken als ook met de vindplaatsen en de backoffice. Uiteraard moet uitwisseling voldoen aan de privacywetgeving. Op regionaal niveau wordt gekeken naar mogelijkheden voor ICT ondersteuning en het al dan niet regionaal oppakken inkopen hiervan. Dit is een ingewikkeld proces, waarbij meerdere factoren meespelen. In 2014 moet besluitvorming plaats vinden over een systeem voor registratie en informatie uitwisseling. Inzet op de nieuwe werkwijze door professionals Professionals in het veld en professionals op de vindplaatsen en in de netwerken moeten gaan werken volgens de methodiek van de Kanteling. Namelijk het stimuleren van eigen kracht, flexibel maatwerk leveren, zoeken naar oplossingen in de wijk. Dit betekent een cultuurverandering voor zowel professionals als burgers en deze verandering gebeurt niet zonder hierop extra in te zetten. In het implementatietraject moet hier extra aandacht voor zijn. Aansluiting met andere toegangspoorten Naast de lokale toegangspoort blijft ook de toegang tot AWBZ zorg bestaan. Er moet een goede aansluiting worden gerealiseerd met het CIZ, transferpunten in het ziekenhuis en zorgverzekeraars en zorgkantoor. 5.2 Aanpak 2014 De organisatie van de lokale toegangspoort hangt voor een deel samen met hoe zaken regionaal worden geregeld en ingekocht. In dit opzicht kunnen we nu nog geen definitieve inrichting maken van de lokale toegangspoort. Ook hebben we nu nog geen mogelijk om de functies van Jeugdzorg en AWBZ toe te kennen. Wel kunnen we een aantal processen waar we nu al invloed op uit kunnen oefenen alvast toetsen en inrichten volgens de principes van de beleidsnota Kracht door verbinding. Namelijk: vertrouwen in de professional, korte lijnen en schotten doorbrekend werken aan een integraal plan. Voorstel is om de volgende onderdelen te onderzoeken of als pilot in te zetten: 1. Mogelijkheid om thuisbegeleiding direct in te laten zetten door ZZG 2. Mogelijkheid om de sociaal medische indicatie niet meer via een externe arts te laten verlopen als er reeds hulpverlening dit nodig acht. 3. Mogelijkheid om meer mandaat voor het inzetten van zorg neer te leggen bij de ZAT’s en lokale zorgnetwerk. Hierbij wordt gedacht aan het inzetten van - sociaal medische indicatie - thuisbegeleiding - (beperkt aantal uren) huishoudelijke hulp 4. Onderzoek naar meerwaarde om afspraken te maken met thuiszorgaanbieders over het rechtstreeks inzetten van (beperkt aantal uren) huishoudelijke hulp. 5. Mogelijkheid van direct inzetten van Wmo dagverzorging door Perspectief
16
Bijlage I: Overzicht speelveld toegang Volwassenen
Vindplaatsen
Gemeente De stek Huisarts
………….
Maatschappelijk werk
thuiszorg Wijkverpleegkundige
politie
Ouderenadviseur
ambulance
Onder voorwaarden, direct toewijzen voorziening
Lokaal zorgnetwerk
Sociaal Team Beuningen Coördinator gemeente
Hulplijn regionaal expertise team
Gemeente Beuningen Wijkverpleegkundige Medewerker expertise psychiatrie Medewerker expertise (VB) Welzijnswerk Maatschappelijk werk
Complexe casuïstiek
Regionaal coördinatiepunt VHH/MBZ
Algemene voorzieningen De stek
……… ..
Maatschappelijke werk vrijwilligerswerk
Stervensbegeleiding
Thuisbegeleiding Woonbegeleidin g
Meer bewegen voor ouderen
rolstoel
arrangement 17 Backoffice REGIE NB: Een partij kan dus zowel vindplaats, toegang en aanbieder zijn.
‘Standaard’ maatwerkvoorziening
Maatwerkvoorzieningen
gemeente
MGR/werkbedrijf??
… … uitkering … dagbesteding … Persoonlijke verzorging …. .… .. PGB
… ….
MEE
Bijlage I: Overzicht speelveld toegang Jeugd
Vindplaatsen
Gemeente MEE
………….
Huisarts
Hulplijn regionaal expertiseteam Complexe casuïstiek
Regionaal coördinatiepunt VHH/MBZ
Algemene voorzieningen
Maatwerkvoorzieningen Jeugdzorg
Jongerenwerk
Thuisbegeleiding
Sociaal medische indicatie
Sociale vaardigheden
rolstoel
Persoonlijke verzorging
arrangement
Backoffice REGIE NB: Een partij kan dus zowel vindplaats, toegang en aanbieder zijn.
gemeente
‘Standaard’ maatwerkvoorziening
18
Gezamenlijk arrangement Jeugdzorg/ passend onderwijs
Passend onderwijs
Onder voorwaarden, direct toewijzen voorziening
Lokaal expertiseteam PO
Maatschappelijk werk Gemeente Beuningen/leerplicht CJG/ JGZ/ GGD/NIM Onderwijsondersteuningsteam Entrea?? Integrale vroeghulp/Mee?? Wijkverpleegkundige
……….
GGD/JGZ/Verloskundig en
Lokaal zorgnetwerk
Coördinator gemeente
Opvoedingsondersteuning/ voorlichting /www
Onderwijs PO/VO
ZAT 0-4 jaar/PO/ VO
Team Jeugd
Schoolmaatschappelijk werk
Pluryn, Driestroom, Dichterbij
thuiszorg
NIM/ Entrea
Kinderopvang/ peuterspeelzalen
Welzijnswerk/ sport/ politie
……… …
19