in Maasmechelen Het lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 Samen werken aan samen leven
OCMW Maasmechelen
Gemeente Maasmechelen
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
V O O R W O O R D Als gewezen mijngemeente kent Maasmechelen tal van uitdagingen op het vlak van sociaal beleid. Maasmechelen telt heel wat jongeren, maar ook een groeiende groep zorgbehoevende bejaarden. Het gemiddeld belastbare inkomen is laag, de werkloosheid is hoog en er zijn in verhouding veel sociale woningen. De gemeente kent een diversiteit aan verschillende culturen. Tal van initiatieven werden - ondermeer door het lokaal beleid - opgezet om tegemoet te komen aan de noden van de bevolking, reeds lang voor er sprake was van kansarmoedefondsen. Vanzelfsprekend boden de kansarmoedefondsen Lenssens en Vandenbossche en nadien de VFIK- en SIF-plusperiode heel wat mogelijkheden om het netwerk aan voorzieningen verder uit te bouwen, om projecten op te zetten waarvan er nadien een aantal structureel verankerd werden. De samenwerking tussen de gemeente en OCMW, maar ook deze tussen het lokale bestuur en de private partners, kreeg vorm in ondermeer de oprichting van een VFIK- en nadien SIF-planningsforum. In de daarop volgende periode beslisten gemeente en OCMW, nog voor het decreet lokaal sociaal beleid goedgekeurd werd, om samen een stuurgroep lokaal sociaal beleid op te richten met ambtenaren en beleidsmensen van gemeente en OCMW. Heel wat tijd werd gespendeerd aan discussies over de afbakening van het lokaal sociaal beleid en de wijze waarop de “derden” betrokken konden worden bij de voorbereiding en uitvoering van het lokaal sociaal beleid. Er werd een werkgroep lokaal sociaal beleid - met ambtenaren van gemeente en OCMW opgericht die de verdere discussie in de stuurgroep diende voor te bereiden en in een stroomversnelling te brengen. Het resultaat van al deze besprekingen werd het eerste lokaal sociaal beleidsplan 20062007. Het plan had als doel, conform de richtlijnen van Minister Vervotte, een kader te bieden volgens hetgeen in Maasmechelen de komende maanden en jaren het lokaal sociaal beleid verder vorm zou krijgen. In 2008 moest er een nieuw plan ontwikkeld worden. Het beleidsplan 2008-2013, zoals nu ter tafel ligt, is het resultaat van een zeer ruim inspraakproces. Alle betrokkenen werden uitgenodigd deel te nemen aan de opmaak van dit plan. Per beleidsdomein kwamen geïnteresseerden vier keer samen in de loop van het jaar 2007 om aldus te komen tot een degelijke omgevingsanalyse en een bundeling van mogelijke doelstellingen en acties. Het plan is geen afgerond geheel, integendeel. Met dit lokaal sociaal beleidsplan wil het lokale bestuur in Maasmechelen alle betrokkenen uitnodigen om toekomstgericht verder werk te maken van de uitbouw van een degelijk lokaal sociaal beleid; een beleid dat niet enkel door de gemeente en het OCMW uitgevoerd dient te worden maar samen met de grote verscheidenheid aan diensten die plaatselijk actief zijn.
Marleen Kortleven Schepen Welzijn
Christel De Cuyper Voorzitter OCMW
Georges Lenssen Burgemeester p. 1
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
I N H O U D S T A B E L INLEIDING
6
HOOFDSTUK 1 OMGEVINGSANALYSE Maasmechelen kwantitatief en kwalitatief geanalyseerd
7
1.1
Geografische situering
7
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6
Demografische context Nationaliteiten Bevolking en loop van de bevolking Bevolkingsprognoses Leeftijdsopbouw Demografische coëfficiënten Samenvatting cijfers met betrekking tot demografische context
9 9 9 10 11 12 12
1.3
Domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid
14
K w 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7 1.3.8 1.3.9
a n t i t a t i e v e a n a l y s e Algemene gegevens over het inkomen 14 Leefloners 16 Schuldhulpverlening 16 Thuisbegeleiding 16 Asielzoekers 16 Lokaal cliëntoverleg 18 Lokale adviescommissie 18 Rechtshulp 18 Samenvatting cijfers met betrekking tot algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid 19
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.3.10 Domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid
19
1.4
21
K w 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8
Domein 2: Wonen en leefomgeving a n t i t a t i e v e a n a l y s e Sociale huisvesting Leegstand en verkrotting Sociale huurprijzen Verkoopprijzen Wonen en ouderen Wonen voor personen met een handicap Het woonwagenterrein Samenvatting cijfers met betrekking tot wonen en leefomgeving
21 21 22 22 23 26 26 26
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.4.9 Domein 2: Wonen en leefomgeving
27
1.5
Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
29
a n t i t a t i e v e a n a l y s e Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad Seksekloof Werkloosheid gekoppeld aan leeftijd Werkzoekenden
29 29 30 30
K w 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4
p. 2
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.5.5 Werkgelegenheid 1.5.6 Samenvatting cijfers met betrekking tot opleiding en tewerkstelling
31 32
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.5.7 Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
32
1.6
33
Domein 4: Zorg en opvang
K w a n t i t a t i e v e a n a l y s e 1.6.1 Basisdiensten 1.6.2 Aanvullende diensten 1.6.3 Speciale thuiszorgvoorzieningen 1.6.4 Mantelzorgtoelage 1.6.5 Zorgloket 1.6.6 Thuiszorg 1.6.7 Als thuiszorg niet meer mogelijk is … 1.6.8 Kinderopvang 1.6.9 Zorg voor gezondheid 1.6.10 Samenvatting cijfers met betrekking tot zorg en opvang
33 33 34 34 35 35 36 36 38 38
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.6.11 Domein 4: Zorg en opvang
39
1.7
40
Domein 5: Onderwijs
K w a n t i t a t i e v e a n a l y s e 1.7.1 Scholen in Maasmechelen 1.7.2 Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs 1.7.3 Risicoschoolloopbanen in het lager onderwijs 1.7.4 Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs 1.7.5 Buitengewoon onderwijs 1.7.6 Schoolse vertraging 1.7.7 Scholingsgraad 1.7.8 Spreiding over de onderwijsvormen in het gewoon secundair onderwijs 1.7.9 Allochtone jongeren in het onderwijs 1.7.10 Levenslang leren 1.7.11 Samenvatting cijfers met betrekking tot onderwijs
40 41 41 41 42 42 43 43 45 45 46
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.7.12 Domein 5: Onderwijs
47
1.8
48
K w 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.8.4 1.8.5 1.8.6
Domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie a n t i t a t i e v e a n a l y s e Subsidie sociale en culturele participatie Multiculturele projecten en activiteiten Cultuur in Maasmechelen Sport in Maasmechelen Maatschappelijke participatie voor de jeugd Samenvatting cijfers met betrekking tot maatschappelijke, culturele en sportieve participatie
48 49 50 50 53 53
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.8.7 Domein 6: maatschappelijke, culturele en sportieve participatie
54
1.9
56
Domein 7: Veiligheid en preventie
K w a n t i t a t i e v e 1.9.1 Diefstallen
a n a l y s e 56 p. 3
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.9.2 1.9.3 1.9.4 1.9.5 1.9.6
Geweld Sociale en maatschappelijke overlast Druggerelateerde maatschappelijke overlast Preventie in Maasmechelen Samenvatting cijfers met betrekking tot veiligheid en preventie
57 57 58 59 60
K w a l i t a t i e v e a n a l y s e 1.9.7 Domein 7: Veiligheid en preventie
61
HOOFDSTUK 2 GEÏNTEGREERDE VISIE OP HET LOKAAL SOCIAAL BELEID
62
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
62 63 64 64 65 66 67 68 68 70
Het beleidsplan kinderopvang Het jeugdbeleidsplan Het tewerkstellingsbeleidsplan Het mobiliteitsplan Het sportbeleidsplan Het cultuurbeleidsplan Het diversiteitsmeerjarenplan Het strategisch veiligheids – en preventieplan De strategische doelstellingen van de gemeente De strategische doelstellingen van het OCMW
HOOFDSTUK 3 MEERJARENPLAN MET BETREKKING TOT DE GEWENSTE ACTIES EN INZET VAN DE LOKALE MIDDELEN 72 3.1 Domeinoverschrijdende doelstellingen 3.1.1 Een aanspreekpunt per domein Een aanspreekpunt per domein: overzichtstabel 3.1.2 Efficiënte overlegstructuren Efficiënte overlegstructuren: overzichtstabel 3.1.3 Eenduidige en aangepaste informatie en communicatie Eenduidige en aangepaste informatie en communicatie: overzichtstabel 3.1.4 Een minimum taalniveau Een minimum taalniveau: overzichtstabel 3.1.5 Een kwaliteitsvolle leefomgeving Een kwaliteitsvolle leefomgeving: overzichtstabel 3.1.6 Mobiliteit Mobiliteit: overzichtstabel
72 72 74 75 77 78
3.2 Domeinspecifieke doelstellingen 3.2.1 Domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid Domein 1: overzichtstabel 3.2.2 Domein 2: Wonen en leefomgeving Domein 2: overzichtstabel 3.2.3 Domein 3: Opleiding en tewerkstelling Domein 3: overzichtstabel 3.2.4 Domein 4: Zorg en opvang Domein 4: overzichtstabel 3.2.5 Domein 5: Onderwijs Domein 5: overzichtstabel 3.2.6 Domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie Domein 6: overzichtstabel 3.2.7 Domein 7: Veiligheid en preventie Domein 7: overzichtstabel
86
79 80 80 81 82 83 84
86 87 88 89 90 92 92 94 94 96 97 98 99 100 p. 4
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 4 TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN
101
HOOFDSTUK 5 BETROKKENHEID
102
5.1 Interne structuur 5.1.1 De beleidsgroep 5.1.2 De werkgroep 5.2 Externe structuur 5.2.1 De algemene infoavond 5.2.2 De domeinvergaderingen 5.2.3 De bijzondere doelgroepen 5.2.4 Een korte evaluatie van het inspraakproces
102 102 103 103 103 104 105 105
5.3
Lokaal behoefteonderzoek senioren
106
5.4
Leefbaarheidsbabbels
106
HOOFDSTUK 6 ONTWIKKELING
107
6.1 Het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 107 6.1.1 Algemene afspraken 107 6.1.2 Afspraken met betrekking tot domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid 108 6.1.3 Afspraken met betrekking tot domein 2: Wonen en leefomgeving 108 6.1.4 Afspraken met betrekking tot domein 3: Opleiding en tewerkstelling 108 6.1.5 Afspraken met betrekking tot domein 4: Zorg en opvang 109 6.1.6 Afspraken met betrekking tot domein 5: Onderwijs 109 6.1.7 Afspraken met betrekking tot domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie 109 6.1.8 Afspraken met betrekking tot domein 7: Veiligheid en preventie 109
HOOFDSTUK 7 SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN 7.1 Lokaal beleidsplan kinderopvang
110 110
SLOTWOORD
111
BIJLAGEN
113
p. 5
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
I N L E I D I N G Het decreet Op 3 maart 2004 werd het decreet over het lokaal sociaal beleid (Belgisch Staatsblad 12 mei 2004) goedgekeurd in het Vlaamse parlement. Het gemeente – en OCMW-bestuur maakte in 2005 voor de eerste keer een gezamenlijk lokaal sociaal beleidsplan op, geldig voor de periode 2006 en 2007. Eind 2006 werd gestart met de opmaak van het tweede plan dat zal gelden voor zes jaar, namelijk van 2008 tot en met 2013. De bedoeling van het decreet is dat het ruime dienstverleningsveld dat er nu bestaat, beter op elkaar afgestemd wordt. Het lokale bestuur krijgt hiervoor een sterke coördinerende rol. Het lokaal sociaal beleid moet gericht zijn op een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening en op een optimaal bereik van de doelgroep. Hieraan moet gewerkt worden via een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie (‘Sociaal Huis’). Om de samenwerking te bevorderen heeft de Vlaamse regering in de mogelijkheid voorzien protocollen af te sluiten tussen voorzieningen onderling of tussen voorzieningen en het lokale bestuur. Lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 Het tweede lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 dit nu voor u ligt, is opgebouwd zoals opgelegd door het decreet. Achtereenvolgens vindt u volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Omgevingsanalyse Hoofdstuk 2: Geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid Hoofdstuk 3: Meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van de lokale middelen Hoofdstuk 4: Taakverdeling en werkafspraken Hoofdstuk 5: Betrokkenheid Hoofdstuk 6: Ontwikkeling Hoofdstuk 7: Sectorale planverplichting
Het lokaal sociaal beleidsplan in mensentaal ‘Lokaal Sociaal Beleid’ kunnen we omschrijven als een geheel van beleidsbeslissingen en acties van het lokaal bestuur en van lokale actoren, met het oog op het garanderen van de toegang van elke burger tot de sociale grondrechten. Het hoofddoel is door overleg tussen de verschillende instanties tot een transparantere dienstverlening aan de burger komen. Met de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan en het hele proces van inspraak dat erbij komt kijken wil Maasmechelen meer afstemming bekomen in het ruime dienstverleningsveld, een sterke coördinerende rol opnemen in het sociaal beleid: niet noodzakelijk als uitvoerder maar vooral als regisseur, verder werken aan een toegankelijke, klantvriendelijke sociale dienstverlening waarin de burger vlot de weg vindt en meer concrete participatiemogelijkheden bieden aan organisaties, doelgroepen en burgers bij de ontwikkeling van het lokaal sociaal beleid. Dit plan is een eerste stap in die richting!
p. 6
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 1 OMGEVINGSANALYSE Maasmechelen kwantitatief en kwalitatief geanalyseerd De omgevingsanalyse biedt een zo breed en objectief mogelijk beeld van de gemeente Maasmechelen. Er werden verschillende bronnen gehanteerd bij de opmaak van deze uitgebreide omgevingsanalyse. Vooral de welzijnsmonitor, opgemaakt door de Studiecel van de provincie Limburg heeft zijn dienst bewezen. De cijfers die in de welzijnsmonitor worden gebruikt, zijn niet de meest recente cijfers. Toch willen we van deze cijfers gebruik maken. De verwerking van deze cijfers door de studiecel tot hanteerbare en bruikbare informatie is immers zeer waardevol. Dit argument maakt het geoorloofd om toch deze – zij het iets minder actuele cijfers – te hanteren. De omgevingsanalyse begint met een geografische en demografische beschrijving van de gemeente. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de door het beleid gekozen beleidsdomeinen. Elk beleidsdomein wordt kwantitatief en kwalitatief besproken. Het kwantitatieve gedeelte bevat voornamelijk cijfergegevens en ruwe, feitelijke informatie. Per kwantitatieve bespreking is een beknopte samenvatting voor dat specifieke domein te vinden. Voor het kwalitatieve gedeelte hebben we beroep gedaan op de resultaten die voortkwamen uit de bevraging van het werkveld. De omgevingsanalyse geeft een vrij uitgebreid beeld van de gemeente, waarop het beleid beroep kan doen om haar doelstellingen en acties te bepalen.
1.1 Geografische situering NIS-code Oppervlakte in ha (NIS) Streek Bestuurlijk arrondissement Gerechtelijk arrondissement Kieskanton
73 107 7 628 Maasland Tongeren Tongeren Maasmechelen 1
Kaart Provincie Limburg
Maasmechelen, bestaande uit de deelgemeenten Eisden, Mechelen-aan-de-Maas, Leut, Meeswijk, Vucht, Opgrimbie, Boorsem, Kotem en Uikhoven heeft een totale oppervlakte van 7 628 hectare. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Maasmechelen beschreven als een centrumgemeente in een kleinstedelijk gebied van provinciaal niveau.2 Maasmechelen is gelegen in het Maasland, in het oosten van de provincie Limburg, aan de oostrand van Vlaanderen. Het wordt begrensd door de Belgische gemeenten Lanaken, Zutendaal, As, Dilsen-Stokkem en Genk. De grens met de gemeente Genk is heel klein. De landgrens met Nederland in het oosten wordt gevormd door de Maas. De gemeente maakt deel uit van twee grote landschappelijke eenheden. In het oosten bevindt zich de Maasvallei. Het westelijk deel ligt op het Kempisch Plateau. De twee delen worden gescheiden door de westelijke valleirand. De westelijke zijde van de gemeente maakt deel uit van de bos- en heidegordel van het Kempisch Plateau, een groene band die vertrekt ter hoogte van Lanaken en doorloopt tot Opglabbeek.
1 2
http://documenten.limburg.be/Studiecel/2005/-26482SD1_-_Maasmechelen.xls Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, april 2004 p. 7
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Maasmechelen is gelegen midden in de vierhoek gevormd door de steden Genk, Maaseik, Sittard (NL) en Maastricht (NL). Door de ligging van Maasmechelen aan de grens met Nederland, en vanwege de oversteekmogelijkheid van de Maas op de autosnelweg E314, staat Maasmechelen enigszins onder invloed van ontwikkelingen vanuit Nederland. Maasmechelen heeft infrastructurele verbindingen met de belangrijke groot- of regionaalstedelijke polen in de omgeving. Niettegenstaande dat de gemeente gelegen is in de onmiddellijke ruimtelijk-functionele invloedssfeer van deze grote stedelijke polen, is ze relatief autonoom ontwikkeld tot stedelijke kern in de regio Maasland. Het Maasland wordt als historisch-landschappelijke en ruimtelijk-samenhangende entiteit beschouwd en wordt gekenmerkt door een herkenbare typologie van de ruimtelijke structuren en bebouwingen. Maasmechelen is door de centrale ligging in dit netwerk, doordat het een onderdeel vormt van het Limburgs Mijngebied en door de situering aan de E314, kunnen uitgroeien tot een stedelijk centrum van de regio.3
3
Cultuurbeleidsplan gemeente Maasmechelen 2004-2007 + Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, april 2004 p. 8
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.2 Demografische context 1.2.1 Nationaliteiten Bijna 20 % van de inwoners van Maasmechelen zijn niet-Belgen (18,3 % ten opzichte van 8,1 % in Limburg). Ofschoon dit aantal al heel hoog is, moeten we daarbij nog rekening houden met het feit dat een groot aantal mensen in Maasmechelen wel de Belgische nationaliteit heeft, maar van niet Belgische herkomst is. Maasmechelen kan dus zeker als één van de meest multiculturele gemeenten in Limburg beschouwd worden. Vooral de Italianen, Spanjaarden, Grieken en Portugezen zijn goed vertegenwoordigd (EU ex-migratielanden). Het aandeel Italianen in de groep niet-Belgen bedraagt 45 % of in absolute cijfers 2 972. Daarnaast vormen ook de Turken (11,1 % of 731) en Nederlanders (31,4 % of 2 075) een grote groep.
inwoners, bevolkingsdichtheid, niet-Belgen, burgerlijke staat op 01.01.2005
aantal inwoners bevolkingsdichtheid (inw./km²) aantal niet-Belgen aandeel niet-Belgen
Turken Italianen Marokkanen Spanjaarden Grieken Nederlanders overige
Maasmechelen 36 175 474 6 605 18,3 % AC 731 2 972 136 77 210 2 075 404
Limburg 809 942 334
Vlaams Gewest 6 043 161 446
België 10 445 852 342
65 527 8,1 %
297 289 4,9 %
870 862 8,3 %
% 11,1 45,0 2,1 1,2 3,2 31,4 6,1
5 12 2 1 1 34 8
AC 457 343 118 761 235 229 384
% 8,3 18,8 3,2 2,7 1,9 52,2 12,8
19 22 26 10 3 92 122
AC 104 933 627 003 664 091 867
% 6,4 7,7 9,0 3,4 1,2 31,0 41,3
39 179 81 43 16 104 405
AC 885 015 279 200 588 978 917
% 4,6 20,6 9,3 5,0 1,9 12,1 46,6
4
1.2.2 Bevolking en loop van de bevolking Op 1 januari 2007 telde Maasmechelen 36 456 inwoners. Daarmee is Maasmechelen de vijfde grootste gemeente qua inwoners in Limburg. Met een oppervlakte van 7 628 hectare bedraagt de bevolkingsdichtheid 478 inwoners per km². Dit is hoger dan gemiddeld in Limburg. Maasmechelen bestaat uit 13 774 private huishoudens. Een privaat huishouden bestaat uit alle mensen die samen onder één dak wonen.5 In 2006 werden er 407 geboorten en 295 sterfgevallen genoteerd. De natuurlijke aangroei is dan 112.6 Het aantal inwijkelingen is iets groter dan het aantal uitwijkelingen (in: 1 189 - uit: 1 082). Het migratiesaldo voor 2006 is 82. Aangezien zowel het aantal geboorten als het aantal inwijkelingen groter is groeit de Maasmechelse bevolking.7
4
FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie 5 Lokale statistieken – 2007 6 FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie 7 FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie p. 9
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen loop van de bevolking in 2006
Maasmechelen
Limburg
Vlaams Gewest
België
AC8
‰
AC
‰
AC
‰
AC
‰
geboorten
407
11,23
8 277
10,16
65 655
10,80
121 382
11,55
sterfte
295
8,14
6 245
7,67
56 179
9,24
101 587
9,66
natuurlijke saldo
112
3,09
2 032
2,49
9 476
1,56
19 795
1,88
inwijkingen
1 189
32,80
32 994
40,50
289 295
47,59
601 506
57,22
uitwijkingen
1 082
29,84
29 632
36,37
262 456
43,18
550 734
52,39
82
2,26
3 053
3,75
22 034
3,62
37 040
3,52
196
5,41
5 461
6,70
37 399
6,15
69 331
6,60
migratiesaldo totale aangroei
1.2.3 Bevolkingsprognoses De bevolkingsprognoses, ons aangereikt door de provincie, bieden ons interessante informatie voor de toekomst.
Maasmechelen 2005
Limburg
2015
2005
Vlaanderen
2015
2005
2015
AC
%
AC
%
AC
%
AC
%
AC
%
AC
%
0-19
8 410
23,2
7 800
20,8
180 640
22,3
172 784
20,5
1 342 718
22,2
1 280 993
20,7
20-39
10 229
28,3
9 492
25,3
220 266
27,2
206 016
24,4
1 585 872
26,2
1 482 602
24,0
40-59
10 662
29,5
11 257
30,0
243 383
30,0
251 711
29,8
1 737 042
28,7
1 784 707
28,9
60 en +
6 874
19,0
9 021
24,0
165 653
20,5
214 109
25,3
1 377 529
22,8
1 630 491
26,4
55 en +
9 067
25,1
11 956
31,8
216 729
26,8
278 793
33,0
1 761 187
29,1
2 077 818
33,6
65 en +
5 135
14,2
6 530
17,4
125 750
15,5
157 453
18,6
1 073 880
17,8
1 235 925
20,0
80 en +
906
2,5
1 656
4,4
24 970
3,1
41 768
4,9
254 700
4,2
358 423
5,8
De meest spectaculaire stijging vinden we terug in de groep van de 80-jarigen en ouder. De meest zorgbehoevende groep wordt groter. Voor Maasmechelen stijgt dit percentage met maar liefst 76 % tegen 2015! Ook voor de rest van het land zien we een stijging voor deze bevolkingsgroep, maar vooral in onze eigen gemeente is deze stijging heel groot. Toch blijft het aandeel 80-plussers in Maasmechelen kleiner dan in de rest van het land (2015: Maasmechelen 4,4 %, Limburg 4,9 %, Vlaanderen 5,8 %). Voor de jongere bevolkingsgroepen (0-59 jarigen) kunnen we een daling of quasi een stabilisering vaststellen. Dit in tegenstelling tot de groep ouderen vanaf 60 jaar. Hun aantal stijgt.9 Zoals we kunnen aflezen in bovenstaande tabel gelden deze trends ook voor de rest van België. We kunnen dus stellen dat de vergrijzing een duidelijke opmars kent en dat de groep zorgbehoevenden sterk zal stijgen.10
8
AC staat voor absoluut cijfer FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie – verwerkt door provincie Limburg, 2de Directie Welzijn, Studiecel 10 FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie – verwerkt door provincie Limburg, 2de Directie Welzijn, Studiecel 9
p. 10
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.2.4 Leeftijdsopbouw De Maasmechelse bevolking is jonger dan gemiddeld. - 29,5 % van de bevolking is tussen de 40 en 59 jaar - 28,3 % van de bevolking is tussen de 20 en 39 - 23,2 % van de bevolking is tussen 0 en 19 - 19,0 % van de bevolking is 60 jaar of ouder. Dit is minder dan in Limburg (20,5 %), het Vlaams Gewest (22,8%) of België (22,0 %).11
leeftijdsopbouw en demografische coëfficiënten op 01.01.2005
0-19 jaar 20-39 jaar 40-59 jaar 60 en + --> waarvan 80 en +
Maasmechelen Limburg AC % AC 8 410 23,2 180 640 10 229 28,3 220 266 10 662 29,5 243 383 6 874 19,0 165 653 906 2,5 24 970
vervangingscijfer (a) seniliteitscoëfficiënt (b) interne vergrijzing (c)
96 82 13
% 22,3 27,2 30,0 20,5 3,1
91 92 15
Vlaams Gewest België AC % AC 1 342 718 22,2 2 414 041 1 585 872 26,2 2 790 743 1 737 042 28,7 2 947 432 1 377 529 22,8 2 293 636 254 700 4,2 447 652 91 103 18
% 23,1 26,7 28,2 22,0 4,3
95 95 20
(a)=(20-39 j./40-59 j.)*100 > indien groter dan 100, voldoende jongere actieven om de oudere actieven te vervangen (b)=(60 j. en +/0-19 j.)*100 > indien groter dan 100, meer ouderen (60+) dan jongeren (- 20) (c)=(80 j. en +/60 j. en +)*100 > geeft op honderd 60-plussers aan hoeveel er ouder zijn 80 jaar
Zo’n 2,5 % van de bevolking is hoogbejaard of met andere woorden 80 jaar of ouder. Zowel de groep vanaf 60 jaar als de groep vanaf 80 jaar is in Maasmechelen kleiner dan gemiddeld in Limburg (Limburg: vanaf 80 jaar 3,08 %). 01.01.2005 Leeftijdsopbouw Kinderen op voorschoolse leeft. (0-2)
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
indicator Vl. Gew.
rang gemeente
%
15,4
0,61
14,5
14,7
15,3
10
Kinderen op kleuterleeftijd (3-5) Kinderen op lagere schoolleeftijd (6-11)
% %
15,0 32,3
-0,32 -0,66
15,5 32,7
15,4 33,1
15,7 33,5
25 34
Tieners op middelbare schoolleeftijd (12-17)
%
37,2
0,16
37,3
36,9
35,6
19
Minderjarigen (0-17) Jongeren (0-19) Jongeren (0-24) Bevolking op actieve leeftijd (20-59) Ouderen (60-...) Hoogbejaarden (80-...) Demografische coëfficiënten Vervangingscijfer Dependentiecoëfficiënt Verouderingscoëfficiënt Grijze druk Groene druk Familiale zorgindex
% % % % % %
20,8 23,2 30,3 57,7 19,0 2,50
0,59 0,57 0,71 0,35 -0,69 -0,78
20,1 22,5 29,1 57,9 19,6 2,69
19,9 22,3 28,8 57,2 20,5 3,08
20,0 22,2 28,3 55,0 22,8 4,21
13 13 11 19 31 35
index index index index index index
95,9 73,2 81,7 32,9 40,3 19,0
0,89 -0,35 -0,63 -0,66 0,42 -0,72
88,3 72,7 87,0 33,8 38,9 19,5
90,5 74,7 91,7 35,7 39,0 22,8
91,3 81,9 102,6 41,5 40,4 32,1
8 26 30 32 17 31
hoger dan in Limburg
Lager dan in Limburg
Gemiddeld
11
FOD Economie – Algemene Directe Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie p. 11
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.2.5 Demografische coëfficiënten 1.2.5.1 Vervangingscijfer Maasmechelen telt niet genoeg actieve jongeren om de actieve ouderen te vervangen. Dit zegt ons het vervangingscijfer. Indien dit getal groter is dan 100, zijn er voldoende jongere actieven om de ouderen te vervangen. Maasmechelen scoort vrij hoog (95,9) in verhouding met Limburg (90,5) of het Vlaams Gewest (91,3).12
01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Vervangingscijfer
index
95,9
0,89
88,3
90,5
indicator Vlaams Gew. 91,3
rang gemeente 8
Hoger dan in Limburg
1.2.5.2 Seniliteitscoëfficiënt Hoewel er in Maasmechelen nog steeds meer jongeren (-20) dan ouderen (+60) zijn, moeten we vaststellen dat de ouderen de jongeren bijna inhalen. De coëfficiënt in Maasmechelen is 82. Als deze coëfficiënt groter is dan 100, duidt dit op meer ouderen dan jongeren. Het aandeel ouderen (60+) ten opzichte van het aandeel jongeren (-20) is in de Maasmechelse bevolking toch lager dan gemiddeld elders (Maasmechelen: 82; Limburg: 92; Vlaams Gewest: 103; België: 95).13
leeftijdsopbouw en demografische coëfficiënten op 01.01.2005 seniliteitscoëfficiënt = (60 j. en + / 0-19 j.) * 100
Maasmechelen 82
Limburg 92
Vlaams Gewest 103
België 95
1.2.5.3 Interne vergrijzing De interne vergrijzing is in Maasmechelen minder sterk dan in de rest van het land. Op 100 60-plussers zijn er 13 ouder dan 80 jaar.14
leeftijdsopbouw en demografische coëfficiënten op 01.01.2005 interne vergrijzing = (80 j. en + /60 j. en +) * 100
1.2.6 Samenvatting context
Maasmechelen 13
cijfers
Limburg 15
met
Vlaams Gewest 18
betrekking
tot
België 20
demografische
Maasmechelen is, wat het aantal inwoners betreft, een grote gemeente, namelijk de vijfde grootste van Limburg met een hoge bevolkingsdichtheid. Maasmechelen is een multiculturele gemeente met vooral veel inwoners afkomstig uit de groep Italië, Spanje, Portugal, Griekenland die de EU-ex-migratielanden worden genoemd (vooral Italië). Ook onze noorderburen de Nederlanders zijn sterk vertegenwoordigd in de groep niet-Belgen (31,4 % of 2 075).
12
Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 FOD Economie – Algemene Directe Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie 14 FOD Economie – Algemene Directe Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie 13
p. 12
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
De bevolking groeit door het stijgend aantal geboorten en doordat er meer inwijkelingen dan uitwijkelingen zijn. De grootste bevolkingsgroep is tussen de 40 en 59 jaar, zoals overal in België. Het aandeel 60 – plussers ligt gemiddeld iets lager en het aandeel personen onder de 40 jaar ligt gemiddeld iets hoger dan in de rest van België. Wat de toekomst betreft moeten we concluderen dat de vergrijzing een sterke opmars kent. De groep van 55 - tot 65 – jarigen zal de grootste bevolkingsgroep zijn in 2015 en de meest zorgbehoevenden, namelijk de 80 – plussers stijgen spectaculair in aantal. Het percentage jongeren daalt tegen 2015. We kunnen uit de demografische coëfficiënten volgende besluiten trekken: - Maasmechelen heeft net zoals de rest van het land niet genoeg jongere actieven om de oudere actieven te vervangen; - Maasmechelen heeft meer jongeren dan ouderen, zoals in de rest van België. Het verschil is dat het aantal ouderen ten opzichte van het aantal jongeren in de rest van België hoger ligt dan in Maasmechelen; - Het aantal hoogbejaarden in Maasmechelen is ook lager dan in de rest van het land. Er zijn nog een heel aantal demografische coëfficiënten zoals we kunnen zien in de tabel onder deel 1.2.4. Het komt er eigenlijk steeds op neer dat de veroudering een opmars kent in heel België, ook in Maasmechelen, maar dat de verhouding ouderen ten opzichte van het aantal jongeren in Maasmechelen gemiddeld iets lager ligt dan in de rest van het land.
p. 13
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.3 Domein 1: algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.3.1 Algemene gegevens over het inkomen 1.3.1.1 Gemiddeld netto belastbaar inkomen en mediaaninkomen Het inkomen in Maasmechelen ligt beduidend lager dan in de rest van Limburg en het Maasland. Enkele cijfers verduidelijken dit: het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner bedraagt 10 680 euro (Limburg 12 407 euro). Het mediaaninkomen in Maasmechelen bedraagt 17 326 euro: 50 % van de Maasmechelaren verdient meer en 50 % verdient minder dan 17 326 euro (Limburg 18 943 euro; Vlaamse Gewest 19 384 euro). Het aandeel van de Maasmechelse bevolking dat een inkomen lager dan 20 000 euro heeft, is veel hoger dan in de rest van Limburg, namelijk 59,2 % (Limburg 53,3 %; Vlaams Gewest 51,9 %).15 01.01.2005
aard indicator Gemiddeld netto belastbaar inkomen EUR per inwoner Mediaaninkomen van alle inkomens- EUR aangiften
indicator gemeente 10.680
stand.score gemeente -1,96
17.326
-1,52
indicator Maasland 11.442
indicator Limburg 12.407
indicator Vl. Gew. 13.485
rang gemeente 43
18.943
19.384
42
Veel lager dan in Limburg
1.3.1.2 Inkomen van mensen met een handicap Voor de gehele Belgische bevolking kunnen we vaststellen dat het inkomen van mensen met een handicap een stuk lager ligt dan de gemiddelde bevolking. Zo’n 56 % van de mensen met een handicap moet maandelijks rondkomen met een netto inkomen dat minder is dan 1 100 euro. Onderstaande tabel geeft ons een overzicht van de inkomensverdeling in klassen naar het al dan niet hebben van functiebeperkingen.16
15 16
Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 www.gripvzw.be p. 14
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
De meerderheid (56,4%) van de respondenten met functiebeperkingen plaatst zich in de laagste twee inkomensklassen en geeft aan een maandelijks persoonlijk netto inkomen te hebben van minder dan 1 100 euro. Van de respondenten zonder functiebeperkingen daarentegen, heeft 32,6% een inkomen van minder dan 1 100 euro, hetgeen een groot verschil is (23,8 procentpunten). Vanaf een inkomen van 1 100 euro blijkt dat voor elke inkomensklasse het procentuele aandeel van die klasse lager ligt bij respondenten met functiebeperkingen, dan het procentuele aandeel bij respondenten zonder functiebeperkingen. Mensen met functiebeperkingen nemen een aanzienlijk ongunstigere inkomenspositie in dan mensen zonder functiebeperkingen.
1.3.1.3 Netto gezinsinkomen bij ouderen Uit het lokaal behoefteonderzoek senioren halen we dat de meeste ouderen, namelijk meer dan 60 % een netto gezinsmaandinkomen van tussen de 1 000 en 1 999 euro hebben. -
20,6 % verdient tussen de 500 en 999 euro 61,3 % verdient tussen de 1 000 en 1 999 euro 9,3 % verdient tussen de 2 000 en de 2 499 euro 8,8 % verdient meer dan 2 500 euro 17
1.3.1.4 Evolutie welvaartindex De welvaartindex is in de loop van de laatste tien jaar duidelijk gestegen. Voor Limburg zien we een stijging van die index van 93,60 (1994) over 95,12 (1999) naar 98,00 (2005). In Maasmechelen ligt die index veel lager. De evolutie is als volgt te beschrijven: 82,02 (1994), 82,02 (1999), 85,00 (2005). De welvaartindex wordt bepaald aan de hand van een aantal indicatoren zoals het gemiddeld inkomen en het mediaaninkomen. Deze beide indicatoren liggen in Maasmechelen doorheen de geschiedenis van 1994 tot 2005 beduidend lager dan in Limburg. Ofschoon ook Maasmechelen een stijging van die index en die indicatoren kan noteren, moeten we opmerken dat die stijging in onze eigen gemeente lager ligt dan in Limburg.18
Aanslagjaar 1994 Administratieve eenheden Provincie Limburg Maasmechelen
Gemiddeld inkomen per inwoner 8 119 7 115
Mediaan inkomen per aangifte 17 643 16 411
Welvaarts- index (België = 100) (a) 93,60 82,02
Gemiddeld inkomen per inwoner 10 149 8 751
Mediaan inkomen per aangifte 18 545 17 008
Welvaarts- index (België = 100) (a) 95,12 82,02
Gemiddeld inkomen per inwoner 12 929 11 266
Mediaan inkomen per aangifte 18 782 16 896
Welvaartsindex (België = 100) (a) 98,00 85,00
Aanslagjaar 1999 Administratieve eenheden Provincie Limburg Maasmechelen
Aanslagjaar 2005 Administratieve eenheden Provincie Limburg Maasmechelen
17 18
Lokaal behoefteonderzoek senioren http://statbel.fgov.be p. 15
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.3.2 Leefloners Het aantal personen dat leefloon krijgt in Maasmechelen fluctueert. De groep onder de 25 jaar die leefloon trekt kent een stijgende tendens. Ingevolge de wet op het leefloon moet er immers extra aandacht besteed worden aan de jongeren. Opvallend is verder nog dat meer vrouwen dan mannen een leefloon trekken. 19 Leefloon Maasmechelen
2003
2004
2005
2006
2007
Totale groep
236
251
266
244
237
- 25 jarigen
23
36
47
56
49
Mannen
76
90
114
93
80
Vrouwen
160
161
152
151
157
1.3.3 Schuldhulpverlening Mensen met problemen aangaande beheer van geld en mensen die hulp vragen voor afbetalingsregelingen kunnen terecht bij de diensten budgetbeheer en schuldbemiddeling. Het aantal mensen dat bij het OCMW in budgetbeheer is, stijgt van 229 in 2003 naar 309 in 2006. Het aantal dossiers dat door de dienst schuldbemiddeling wordt behandeld fluctueert. Financiële dienstverlening Budgetbeheer schuldbemiddeling
2003 229 181
2004 314 174
2005 325 193
2006 309 186
20
1.3.4 Thuisbegeleiding Sommige cliënten hebben nood aan een intensievere opvolging en begeleiding. Vandaar dat de dienst thuisbegeleiding werd opgericht. Doel is het bijbrengen van een aantal praktische, sociale of pedagogische vaardigheden. Thuisbegeleiding
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Aantal nieuwe aanvragen Aantal begeleidingen
31 38
16 39
15 31
14 32
10 33
12 28
Aantal afgehandelde dossiers Aantal huisbezoeken
23 209
20 260
16 399
11 400
15 364
15 475
Uit bovenstaande tabel kunnen we concluderen dat er heel wat huisbezoeken worden afgelegd met het oog op een intensieve begeleiding van cliënten. Dit schommelt van jaar tot jaar, maar we tellen de laatste jaren ongeveer 400 bezoeken en in 2006 zelfs 475. Ongeveer de helft van de begeleidingen wordt jaarlijks afgehandeld. In de meeste gevallen werd het hulpverleningsdoel, dat samen met de cliënt werd gesteld, bereikt. In mindere mate werd de doelstelling niet bereikt door het afhaken van de cliënt of door het veranderen van de situatie.21
1.3.5 Asielzoekers 1.3.5.1 Financiële steunverlening Naast de grote opvangcentra, zijn het de OCMW ’s die dienen in te staan voor de opvang van kandidaat-vluchtelingen. Deze kandidaat-vluchtelingen worden door Binnenlandse Zaken eerst rechtstreeks voor 4 maanden naar een collectieve opvangstructuur verwezen
19 20 21
Info sociale dienst OCMW Maasmechelen Jaarverslagen OCMW Maasmechelen 2003 – 2004 – 2005 - 2006. Jaarverslagen OCMW Maasmechelen 2001 - 2002 - 2003 - 2004 – 2005 - 2006. p. 16
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
en daarna mogen ze overstappen naar een individuele opvangstructuur. Het spreidingsplan is afgeschaft. In 2001 trad er een nieuwe regeling in voege, waarbij aan de nieuwe asielzoekers in de ontvankelijkheidsfase en de asielzoekers verwikkeld in een procedure bij de Raad van State, in principe enkel nog materiële hulpverlening wordt aangeboden. Sinds 1 juni 2007 is de hele asielprocedure grondig veranderd. Nu krijgt de asielzoeker gedurende heel zijn asielprocedure materiële steun (ook in de gegrondheidsfase). Sinds 2001 zien we het aantal gezinshoofden met steun sterk afnemen. We weten ook dat het gros van de gezinshoofden woonachtig is buiten de gemeente, voornamelijk in Antwerpen, Brussel, Luik, Hasselt, ….
Financiële steunverlening voor asielzoekers Aantal gezinshoofden met steun OCMW Waarvan woonachtig in Maasmechelen
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
167 31
129 23
104 17
84 16
82 16
62 16
41 9
Sinds 2005 wordt het OCMW van Maasmechelen ook geconfronteerd met de problematiek van hulpverlening aan illegalen. Mensen zonder legaal verblijf in België hebben enkel recht op dringende medische hulp. Een regeling vanuit de overheid volgde: maatschappelijke dienstverlening nodig voor het levensonderhoud van kinderen van illegalen kan verstrekt worden, maar enkel in een federaal opvangcentrum.22
1.3.5.2 Lokaal opvanginitiatief Om de opvangcapaciteit in ons land te verhogen, heeft de staat eind 1999 de OCMW ’s aangespoord om Lokale Opvanginitiatieven (LOI) te realiseren. Mensen die hier worden opgevangen, krijgen enkel materiële steun. Er is eventueel de mogelijkheid om een wekelijks leefgeld te geven waarmee asielzoekers zelf kunnen instaan voor hun levensonderhoud. Dit systeem was enkel weggelegd voor asielzoekers in de ontvankelijkheidsfase. Zodra ze in de gegrondheidsfase (dit wil zeggen onderzoek ten gronde of betrokken asielzoeker een vluchteling is in de zin van artikel 1 van de Conventie van Genève) kwamen, moesten ze het opvanginitiatief verlaten en kregen ze recht op financiële steun. Vanaf 1 juni 2007 krijgen ze gedurende de hele asielprocedure materiële steunverlening. Voor Maasmechelen bedraagt de opvangcapaciteit sinds 2001 34 personen, verspreid over zes locaties. Sinds 2007 zijn er vier locatie. We zien dat de gemiddelde bezettingsgraad voor de zes locaties vooral in de beginjaren zeer hoog lag. In 2003 daalde die bezettingsgraad tot 57,22 %. Dit was te wijten aan het feit dat voor de locaties voor gezinnen zeer lang geen toewijzing gebeurde en dat de woning voor 4 koppels na een periode van leegstand in praktijk slechts gevuld werd met 4 alleenstaanden. In 2006 en ook in 2007 lag de bezettingsgraad weer een stuk lager, vooral vanaf september was er ongeveer de helft leegstand. Dit was te wijten aan het feit dat vooral alleenstaande mannen asiel hebben aangevraagd en op die manier de locaties voor gezinnen bezetten. Ook de woning voor vier koppels werd bewoond door vier alleenstaanden.23
Lokaal opvanginitiatief Gemiddelde bezettingsgraad
22 23
2001 91,20%
2002 80,53%
2003 57,22%
2004 69,85%
2005 81,59%
2006 71,66%
2007 64,75%
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2001-2002-2003-2004-2005-2006. Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2001-2002-2003-2004-2005-2006. p. 17
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.3.6 Lokaal cliëntoverleg Bij heel wat cliënten van de sociale dienst van het OCMW komen heel veel verschillende hulpverleners over de vloer. De complexiteit van de problematiek is in de voorbije jaren bij heel wat gezinnen verzwaard. Dit waren redenen om een lokaal cliëntoverleg op te richten. De bedoeling hiervan is om verschillende hulpverleners actief rond een bepaald gezin, samen aan tafel te brengen opdat informatie kan uitgewisseld worden en de hulpverlening op elkaar kan afgestemd worden. In onderstaande tabel kunnen we aflezen dat het aantal cliëntsystemen van 2001 tot 2006 is gestegen. Daaraan gekoppeld is ook het aantal opvolgingsmomenten gestegen. Dat het lokaal cliëntoverleg nuttig is, bewijst ook het stijgend aantal diensten dat deelneemt aan deze overlegmomenten. Waar we in 2001 slecht 14 verschillende diensten kunnen noteren, moeten we in 2006 constateren dat er maar liefst 68 verschillende diensten betrokken werden. Ook de aanwezigheid van de cliënten zelf stijgt.24 Lokaal cliëntoverleg Overlegmomenten Aantal cliëntsystemen Vastgelegde opvolgingsmomenten Aantal diensten dat deelnam aan overleg Aanwezigheid cliënt in overlegmomenten
2001 ? 8 5 14 2
2002 ? 24 10 26 5
2003 42 22 32 31 42
2004 41 26 33 52 34
2005 51 32 35 64 43
2006 73 32 55 68 60
1.3.7 Lokale adviescommissie In de lokale adviescommissie zetelen onder andere de verantwoordelijke van de sociale dienst van het OCMW, een OCMW-raadslid en een vertegenwoordiger van de distributeurs van elektriciteit, water en gas. De commissie komt bijeen wanneer de distributeur de volledige afsluiting vraagt omwille van klaarblijkelijke onwil of wanneer een abonnee die afgesloten werd, een heraansluiting aanvraagt. Het aantal behandelde dossiers stijgt van 2001 tot en met 2003 van 146 tot 169. Opvallend worden de cijfers vanaf 2004. In 2004 worden slechts 9 dossiers behandeld, in 2005 weer 134 en in 2006 zelfs 220. Vanaf 2004 werden er geen vragen tot afsluiting vanwege de watermaatschappij gesteld. Een aantal verklaringen: - wat de watermaatschappij betreft: die legde de laatste jaren geen vraag tot afsluiting voor, aangezien zij de invorderingsprocedure herzien heeft en eerst via een incassobureau gaat. - wat Interelectra betreft: door de omschakeling van de energiemarkt naar een liberale markt werden er in 2004 nauwelijks dossiers voorgedragen. Vanaf 2005 zien we het aantal weer gewoon verder stijgen.25 Lokale adviescommissie Behandelde dossiers Vraag tot afsluiting vanwege Interelectra Vraag tot heraansluiting Interelectra vanwege abonnee Vraag tot afsluiting vanwege watermaatschappij Vraag tot heraansluiting Watermaatschappij vanwege abonnee
2001 146 58 5
2002 144 58 5
2003 169 55 1
2004 9 6 3
2005 134 131 3
2006 220 216 4
81
81
113
0
0
0
2
2
nvt
nvt
nvt
nvt
1.3.8 Rechtshulp De werking van de dienst rechtshulp is tweeledig: enerzijds is er de externe functie, namelijk het geven van rechtshulp aan alle bewoners van Maasmechelen en anderzijds is er de interne functie, namelijk het juridisch ondersteunen van de sociale dienst. De vragen gaan voornamelijk over familierecht, contractenrecht en gerechtelijk recht. 24 25
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2001-2002-2003-2004-2005-2006. Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2001-2002-2003-2004-2005-2006. p. 18
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
We zien dat het aantal mensen dat deze dienst van het OCMW raadpleegt stijgt (met uitzondering van het jaar 2003). Het aantal cliënten waarvoor een dossier werd opgemaakt is variabel, zoals we uit de tabel kunnen opmaken. Voor de cliënten waarvoor geen dossier werd opgemaakt ging het over éénmalig advies.26
Rechtshulp Aantal contacten Aantal dossiers
2000 722 120
2001 757 236
2002 867 251
2003 817 238
2004 862 234
2005 892 169
2006 881 179
1.3.9 Samenvatting cijfers met betrekking tot algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid De welvaartindex, die bepaald wordt door onder andere het inkomen, dat veel lager ligt in Maasmechelen dan in Limburg, stijgt. Helaas is de stijging in Maasmechelen minder sterk dan in Limburg (Limburg: 98,00, Maasmechelen:85,00). De meeste ouderen, namelijk meer dan 60 % hebben een netto gezinsmaandinkomen van tussen de 1 000 en 1 999 euro. Zo’n 56 % van de mensen met een handicap moet maandelijks rondkomen met een netto inkomen dat minder is dan 1 100 euro. Het aantal leefloners fluctueert en de groep min – 25 jarigen met leefloon stijgt in Maasmechelen. Meer vrouwen dan mannen trekken een leefloon. Ook doen steeds meer mensen beroep op de diensten budgetbeheer en schuldbemiddeling van het OCMW. Wat betreft de asielzoekers zien we dat naar aanleiding van de nieuwe regelgeving het aantal gezinshoofden met steun van het OCMW sterk afneemt. Voor het lokaal cliëntoverleg stellen we vast dat het aantal cliëntsystemen enorm gestegen is. Steeds meer diensten en ook steeds vaker cliënten, nemen deel aan de overlegmomenten. Ook het aantal behandelde dossiers in de lokale adviescommissie en op de dienst rechtshulp is gestegen in 2006.
K w a l i t a t i e v e
a n a l y s e
1.3.10 Domein 1: Algemene sociale dienstverlening en bestaanszekerheid
en
administratieve
De deelnemers aan domein 1 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Er is nood aan aangepaste, begrijpbare en laagdrempelige informatie en hulpverlening met het oog op het maximaal garanderen van de grondrechten van de gebruikers. Zowel de fysieke als psychische toegankelijkheid is belangrijk. Verder moet de structurele samenwerking tussen de diensten verbeteren. Het afstemmen van het hulpverleningsaanbod om complexe probleemsituaties hanteerbaar te maken of houden voor de hulpverlener, de cliënt en de organisatie is noodzakelijk. Hierbij moet bijzondere aandacht besteed worden aan bepaalde doelgroepen die uit de boot dreigen te vallen. De bestaande initiatieven moeten hun samenwerking op cliëntniveau verhogen. De sociale samenhang of cohesie moet bevorderd worden door het stimuleren van lokale initiatieven. Zo is ondersteuning van het verenigingsleven, vrijwilligerswerk, buurtwerk 26
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2001-2002-2003-2004-2005-2006. p. 19
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
enzovoort een must. Op die manier kunnen de sociale netwerken verder uitgebouwd worden en kan vereenzaming tegengegaan worden. Er is nood aan de uitbouw van een preventieve werking en sensibilisatie inzake inkomsten en uitgaven. De integratie van allochtonen moet bevorderd worden. Dit zou kunnen door het aanleren van de Nederlandse taal om op die manier de doorstromingskansen op het vlak van opleiding en tewerkstelling te verhogen. En tot slot vindt men de gezondheidszorg te duur. Deze moet betaalbaarder gemaakt worden. De bevraging van de senioren vertelt ons dat problemen met het invullen van formulieren vaak voorkomt bij ouderen van Maasmechelen (17,2 %). Ook over de tevredenheid over het lokale bestuur werden de senioren van Maasmechelen bevraagd. Het resultaat is dat ongeveer driekwart van de bevraagden tevreden is over de dienstverlening van de gemeentelijke diensten (76,1 %) en de houding van de ambtenaren in de gemeente (73,2 %). Dit lijkt goed, maar in vergelijking met de rest van Limburg scoort Maasmechelen hier lager. Wat de politie betreft is de tevredenheid over de dienstverlening iets lager dan bij de gemeente (69,9 %). Ook dit is lager dan gemiddeld in Limburg. Veel lager dan in Limburg scoren we helaas wat betreft de zichtbaarheid van de politie op straat. Slechts 38,6 % van de ondervraagden is eerder of zeer tevreden over de zichtbaarheid van de politie op straat. Wat betreft de dienstverlening over het lokale welzijnsbeleid, de dienstverlening van de OCMW-diensten (75,2 %), de toegankelijkheid van OCMW-diensten (74,9 %), de houding van de ambtenaren op het OCMW (73,8 %) en de openingsuren van de OCMW-diensten (72,4 %) scoren we steeds boven de 70 %, hetgeen gemiddeld is voor Limburg.27
27
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 20
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.4 Domein 2: Wonen en leefomgeving K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.4.1 Sociale huisvesting Maasmechelen heeft een groot aanbod sociale huisvesting: 10,6 % van de woningen in Maasmechelen valt onder de noemer sociale huisvesting. (Limburg: 5,5 %; Vlaams Gewest: 5,4 %, Maasland: 7,6 %). Hiermee staat Maasmechelen op de tweede plaats in Limburg. Die sociale huisvesting wordt opgesplitst in sociale huurwoningen (Maasmechelen: 5,8 %; Maasland: 4,9 %; Limburg: 3,4 %; Vlaams Gewest: 2,7 %) en sociale huurappartementen. Met maar liefst 4,7 % heeft Maasmechelen een heel hoog percentage sociale huurappartementen (Limburg 2,1 %). Hiermee staat Maasmechelen op de tweede plaats in Limburg.28 01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Huurwoningen Sociale huurwoningen Sociale huurappartementen Sociale huisvesting (22.02 + 22.03)
% % % %
24,0 5,8 4,7 10,6
1,11 1,25 1,70 1,80
19,9 4,9 2,7 7,6
18,9 3,4 2,1 5,5
hoger dan in Limburg
indicator Vlaams Gew. 23,7 2,7 2,7 5,4
rang gemeente 4 4 2 2
Veel hoger dan in Limburg
Niet alleen het aanbod aan sociale huisvesting is groot. Het percentage dat ingeschreven staat op de wachtlijst voor sociale huisvesting is voor Maasmechelen veel hoger dan gemiddeld, namelijk 6,4 % van de private huishoudens in Maasmechelen (Maasland 3,9 %, Limburg 3,7 %, Vlaams Gewest 2,9%).29 01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Kandidaat sociale huurders
%
6,4
1,53
3,9
3,7
indicator Vlaams Gew. 2,91
rang gemeente 2
Veel hoger dan in Limburg
1.4.2 Leegstand en verkrotting Het aandeel leegstand en verkrotting of woningen zonder comfort is gemiddeld in Maasmechelen (respectievelijk 0,43 % en 3,8 %).30
Woningen zonder comfort Leegstand en verkrotting
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
% %
3,8 0,43
0,43 0,06
3,1 0,41
3,3 0,41
indicator Vlaams Gew. 4,5 0,82
rang gemeente 14 14
gemiddeld
28
Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 30 Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006, gebaseerd op FOD Economie – afdeling Statistiek, Algemene socio-economische enquête (oktober 2001). 29
p. 21
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.4.3 Sociale huurprijzen De sociale huurprijzen swingen de laatste jaren de pan uit. Niet alleen in de grootsteden Gent en Antwerpen, maar ook steeds meer in Maasmechelen. Wat Vlaanderen in het algemeen betreft kunnen we constateren dat de afgelopen jaren de sociale huurprijzen onafgebroken heel wat sterker gestegen zijn dan de gezondheidsindex. In de periode van 2001 tot eind 2003 zijn de gemiddelde effectief betaalde huurprijzen met 10 % gestegen, terwijl de gezondheidsindex over diezelfde periode met 5 % is gestegen. Nemen we de periode van eind 1997 tot eind 2003, dan stellen we een evolutie vast van 166 naar 198 euro netto huur per maand. Dat is een stijging van maar liefst 19,28 %. Over diezelfde periode is de gezondheidsindex met 10,39 % gestegen. Kortom de sociale huurprijzen stijgen dubbel zo sterk als de levensduurte. Basishuurprijzen voor nieuwgebouwde sociale huurwoningen beginnen nu in Vlaanderen ook al de kaap van 500 euro per maand te overschrijden en niet enkel in de grootsteden.31
1.4.4 Verkoopprijzen De verkoopprijzen van appartementen, grote woningen, kleine en middelgrote woningen en percelen bouwgrond zijn de laatste jaren zowel in Maasmechelen als in de rest van Limburg fors gestegen. Enkele cijfers geven deze duidelijke stijging weer:
1.4.4.1 Gemiddelde verkoopprijs van een appartement De gemiddelde verkoopprijs van een appartement is sinds 2000 in Limburg met 50 % gestegen. Ook de prijzen in Maasmechelen zijn gestegen en zelfs met 68 %. De gemiddelde verkoopprijs in Maasmechelen bedraagt 123 789,90 euro. Daarmee ligt de verkoopprijs van een appartement in Maasmechelen nog steeds lager dan gemiddeld in Limburg, maar de stijging is wel veel sterker.32
Gemiddelde verkoopprijs van een appartement in euro
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Provincie Limburg
85 225,20
86 920,00
95 005,20
105 110,80
115 857,20
128 645,30
Gemeente Maas mechelen
73 615,80
68 521,30
90 737,00
97 079,20
111 627,50
123 789,90
1.4.4.2 Gemiddelde verkoopprijs van een grote woning Waar de prijs voor een grote woning in Limburg gemiddeld is gedaald (- 4 %), merken we in Maasmechelen een stijging (+ 30 %). Een grote woning is in Maasmechelen veel duurder dan in de rest van Limburg.33
Gemiddelde verkoopprijs van een grote woning in euro
31 32 33
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Provincie Limburg
210 166,20
219 954,50
244 039,50
233 803,40
246 531,00
202 729,20
Gemeente Maas mechelen
232 359,40
326 574,20
251 130,50
248 445,70
246 667,30
303 962,40
http://www.huurdersbond.be/huurdersbond/standpunten.htm http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi p. 22
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.4.4.3 Gemiddelde verkoopprijs van een kleine en middelgrote woning Wat de prijs van een kleine of middelgrote woning betreft merken we geen extreem groot verschil in prijsstijging tussen Maasmechelen of de rest van Limburg. In Limburg steeg deze prijs met 49 %, in Maasmechelen met 45 %. De prijzen van een middelgrote of kleine woning liggen gemiddeld iets lager in Maasmechelen dan in Limburg.34
Gemiddelde verkoopprijs v/e kleine of middelgrote woning in euro
Provincie Limburg Gemeente Maas mechelen
2000
2001
2002
2003
2004
2005
86 848,70
92 683,60
102 976,80
105 676,30
111 291,60
130 213,20
86 404,10
94 285,20
99 778,50
101 278,70
109 309,50
125 982,20
1.4.4.4 Gemiddelde verkoopprijs van een bouwgrond De prijs van de bouwgrond is in heel Limburg van 2000 naar 2005 zeer sterk gestegen (77 %), maar in Maasmechelen nog meer (108 %). Als we de verkoopprijs per m² van een perceel bouwgrond bekijken, zijn de cijfers nog spectaculairder. We merken in Maasmechelen een stijging van 152 % (Limburg + 140 %). Een bouwgrond in Maasmechelen is duurder dan gemiddeld in Limburg, maar de stijging de afgelopen jaren is sterker in Limburg.35
middelde verkoopprijs van een perceel bouwgrond in euro middelde verkoopprijs per m² van een perceel bouwgrond in euro
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Provincie Limburg
46 462,90
56 753,60
62 261,50
66 255,00
70 520,10
82 393,90
Gemeente Maas mechelen
47 077,20
45 680,50
51 223,40
72 727,70
83 304,30
98 220,30
Provincie Limburg
38,20
49,50
59,40
64,00
68,90
91,90
Gemeente Maas – Mechelen
46,80
47,60
57,50
90,20
96,50
105,70
1.4.5 Wonen en ouderen De ouderen vormen een steeds groter wordende groep in de samenleving. Huisvesting kan ook voor deze groep een probleem vormen. In Maasmechelen woont 21,2 % van de groep 60-plussers alleen. Dit is gemiddeld ten opzichte van de rest van Limburg.36
Alleenwonende ouderen (60-...)
aard indicator %
indicator gemeente 21,2
stand.score gemeente 0,14
indicator Maasland 20,2
indicator Limburg 20,9
indicator Vl. Gew. 24,6
rang gemeente 9
gemiddeld
34 35 36
http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 p. 23
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Ouderen worden op den duur hulpbehoevend, maar hoeven daarvoor niet meteen naar een rusthuis of dergelijke. Ook thuiszorg kan in veel gevallen een oplossing bieden. We gaan hier dieper op in in het hoofdstuk Zorg en opvang. Een andere mogelijkheid is dat ouderen bij hun kinderen inwonen in de vorm van kangeroewoningen. Die woningen worden dan aangepast aan de nieuwe noden. Concrete cijfers omtrent dit fenomeen hebben we niet voor Maasmechelen. Er bestaat ook de mogelijkheid de woning aan te passen aan de fysieke toestand van de oudere. Voor die aanpassingen aan woningen worden jaarlijks in Maasmechelen een tiental tegemoetkomingen uitgekeerd. Ook de aanpassingen voor voorzieningen voor mensen met een handicap worden hierin opgenomen.37
1.4.5.1 Rusthuisvoorzieningen Maasmechelen biedt voor de mensen die het nodig hebben ook de mogelijkheid om opgenomen te worden in het nagelnieuwe woon – en zorgcentrum Heyvis. Tot de eerste helft van 2007 was er in Maasmechelen rusthuis Sint-Jan en rusthuisafdeling De Oude Burelen. De rusthuisafdeling maakte sinds 2000 deel uit van het Rusthuis SintJan. De doelgroep van de rusthuisafdeling verschilde qua leeftijd, mobiliteit en zorgbehoevendheid in grote mate van de doelgroep van het rusthuis. De gemiddelde leeftijd voor het rusthuis lag hoger dan voor de rusthuisafdeling De Oude Burelen en de meerderheid van de mensen die opgenomen werden in rusthuis Sint-Jan waren meer zorgbehoevend (B – of C – profiel).
Maasmechelen Aantal plaatsen rusthuizen Capaciteit rusthuizen Programmacijfers Aantal plaatsen serviceflats Capaciteit serviceflats Programmacijfers Programmatiecijfer Centra voor kortverblijf Aantal plaatsen erkende Centra voor kortverblijf Programmatiecijfer Dagverzorgingscentra Aantal plaatsen erkende Dagverzorgingscentra Aantal plaatsen erkend met opschorting Dagverzorgingscentra
2000
2001
2002
2003
2004
2005
61
61
61
61
61
61
280 0
294 0
288 0
301 0
316 0
333 0
144
147
147
151
154
158
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
12
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
0
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
12
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
12
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
3
38
Rusthuis Sint-Jan Gem.leeftijd bewoners Aantal opnames Nieuwe aanvragen tot opname Wachtlijst Maasmechelaren Wachtlijst niet-Maasmechelaren Wachttijd (in maanden) Gemiddelde verblijfsduur Globale bezetting (*)
2002 N/A 14 86 N/A N/A 14 5 j. + 1 m. 91% / 97%
2003 83 18 101 N/A N/A 16 4 j. + 6 m. 90% / 96 %
2004 83 8 95 141 23 28 4 j. + 10 m. 91% / 97,2%
2005 83 12 67 125 18 18 5 j. 98,8%
Rusthuisafdeling Oude Burelen (28 kamers)
2002
2003
2004
2005
37 38
Marcel Schuurmans – www.VAPH.be www.lokalestatistieken.be p. 24
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen Gem. leeftijd bewoners 81 N/A N/A 79 Aantal opnames 5 8 6 7 Wachtlijst N/A N/A 15 13 Nieuwe aanvragen tot opname 23 21 31 34 Wachttijd (in maanden) N/A N/A 23 14 Gem. bezettingsgraad 97% 97% 98% 97,5% * bezettingsgraad is afhankelijk van het aantal echtparen dat wordt opgenomen. Omdat niet alle tweepersoonskamers een echtpaar huisvesten, ligt de feitelijke capaciteit lager en de feitelijke bezetting hoger. 39
Uit bovenstaande tabel kunnen we volgende conclusies trekken: Hoewel een aantal gegevens ontbreekt, kunnen we vaststellen dat de gemiddelde leeftijd van de bewoners van de rusthuisafdeling lager lag dan die in het rusthuis zelf. Aangezien de capaciteit in De Oude Burelen lager lag, was het aantal opnames ook beperkter. Het totaal aantal opnames per jaar voor beide instellingen schommelde tussen de 14 en de 26. Ook moeten we constateren dat er steeds veel mensen op de wachtlijst stonden, zowel voor De Oude Burelen, als voor Sint-Jan. De vraag naar opvang is dus groot. De gemiddelde wachttijd voor het rusthuis bedroeg 19 maanden. Wel moeten we opmerken dat in het jaar 2004 de wachttijd veel hoger was, dan tijdens de andere jaren. 2004 buiten beschouwing gelaten, bedroeg de wachttijd gemiddeld 16 maanden. De bezettingsgraad was altijd zeer hoog. Rekening houdend met de opmerking onderaan de tabel kunnen we zeggen dat de gemiddelde bezettingsgraad voor het rusthuis 97,2 % was en voor de rusthuisafdeling 97,3 %. Sinds de tweede helft van 2007 zijn alle bewoners van rusthuis Sint-Jan en van de rusthuisafdeling De Oude Burelen verhuisd naar het nieuwe woon – en zorgcentrum Heyvis. In het centrum worden zowel valide als zwaar zorgbehoevende en dementerende bejaarden opgenomen. De volledige nieuwbouw biedt plaats aan 120 bewoners en 4 kamers voor kortverblijf. Kortverblijf is een dienstverlening die zich richt tot ouderen die tijdelijk opvang nodig hebben. Wanneer bijvoorbeeld de partner of verzorgers tijdelijk afwezig zijn, kan het wenselijk zijn voor korte tijd naar een rusthuis te gaan. Als de situatie terug normaal is, gaat men weer naar huis. Kortverblijf kan eveneens tijdens het weekend en gedurende de vakantie, als de verzorgende familieleden even een rustpauze willen nemen of op vakantie willen gaan. Enkele cijfergegevens voor het woon – en zorgcentrum Heyvis:
Gemiddelde leeftijd (*) Gemiddelde verblijfsduur (*) Gemiddelde verblijfsduur bij overlijden (*) Bezettingsgraad (**) * periode: 01-06-2007 – 24-12-2007
82 jaar en 3 maanden 1 jaar en 7 maanden 2 jaar en 2 maanden 95 % ** periode 01-01-2007 – 31-12-2007
40
Naast het eigen woon – en zorgcentrum zijn er ook privé-instellingen waar zorgbehoevenden en ouderen onderdak kunnen vinden. Het rust – en verzorgingstehuis Vilain XIIII in Leut heeft 41 ziekenhuis – RVT-bedden. In Maasmechelen ligt verder nog Villa La Ray als onderdeel van vzw Mané. Dit is een nursing – en bezigheidstehuis. 39 40
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen 2002-2003-2004-2005. Bij de bezettingsgraad volgende opmerkingen: -
de laatste 7 dagen van december zijn meegeteld met een bezetting van 0 mensen in deze berekening zit ook de periode van opnames van bijkomende 30 bedden (deze opnames zijn gespreid gebeurd) de bezetting van het laatste kwartaal is 98%, maar ook in dit cijfer zijn de laatste 7 dagen als 0bezetting meegeteld p. 25
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Buiten Maasmechelen kunnen mensen terecht in ’t Kempken in Dilsen-Stokkem, in Residentie Oosterzonne in Zutendaal, in Huize Lieve Moenssens in Dilsen-Stokkem en in Huize St.- Anna in Lanaken.
1.4.6 Wonen voor personen met een handicap Jaarlijks worden in Maasmechelen een tiental tegemoetkomingen uitgekeerd voor aanpassingen van woningen. Hierin zijn ook de aanpassingen voor voorzieningen voor mensen met een handicap opgenomen. De sociale huisvestingsmaatschappij Maaslands Huis houdt zo maximaal mogelijk rekening met de fysieke capaciteiten van haar huurders bij de toewijzing van een woning. De vzw Mané heeft een aanbod beschermd wonen voor volwassen personen met een fysieke handicap en/of niet aangeboren hersenletsel die nog over een hoge graad van zelfredzaamheid beschikken. De dienst beschermd wonen biedt begeleiding aan de inwoners van zes woningen of appartementen. Voor 2006 kwam dit neer op een achttal personen.41 Heel wat Maasmechelaren met een handicap vinden ook hulp in het dienstencentrum Ter Engelen in Maaseik. Zo’n 88 mensen van Maasmechelen vinden hier onderdak.42
1.4.7 Het woonwagenterrein Maasmechelen heeft een woonwagenterrein gelegen aan de Forenzenweg dat 28 standplaatsen telt. Hiervan worden er zeven ingenomen door alleenstaanden (vier mannen en drie vrouwen). In totaal bewonen 75 personen het woonwagenterrein. Het woonwagenterrein kent een overwegend jonge populatie. Er zijn slechts acht personen ouder dan zestig jaar. Het zijn voornamelijk mensen die kermissen doen of gedaan hebben, de zogenaamde ‘foorgangers’ die het woonwagenterrein bevolken. Ook buiten het woonwagenterrein staan er enkele woonwagens op particuliere gronden. Hiervan bestaan echter geen officiële cijfers. Enkele van deze personen zijn gekend bij de gemeente doordat zij een plaats hebben aangevraagd op de wachtlijst voor een standplaats op het woonwagenterrein. De woonwagencommissie, begeleid door de dienst interculturele promotie van de gemeente, zorgt voor afstemming tussen diensten die in aanraking komen met het terrein, stand van zaken van het terrein, nieuwe tendensen, standgeldbepaling, adviesfunctie, ….43 < 18 jaar > 18 jaar Mannen 10 29 Vrouwen 9 27 TOTAAL 19 56 Gegevens: gemeente Maasmechelen, januari 2008.
1.4.8 Samenvatting leefomgeving
cijfers
TOTAAL 39 36 75
met
betrekking
tot
wonen
en
Maasmechelen haar aanbod aan sociale huisvesting is heel groot, alsook de vraag ernaar. Vooral het aanbod sociale huurappartementen is zeer hoog. Het aandeel leegstand en verkrotting en woningen zonder comfort is gemiddeld te noemen. 41 42 43
Jaarverslag vzw Mané – centrum zorg op maat 2006 Jaarverslag vzw dienstencentrum Ter Engelen 2006 Meerjarenplan dienst interculturele promotie 2009-2011. p. 26
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
De huurprijzen swingen algemeen gesteld in Vlaanderen de pan uit. Ze stijgen spectaculair volgens de huurdersbond. De verkoopprijzen van zowel gronden als woningen zijn de laatste jaren spectaculair gestegen, maar dit is een nationale trend. Vooral grote woningen en bouwgronden kosten in Maasmechelen enorm veel geld. Wat de ouderen betreft kunnen we concluderen dat 1/5de van de 60-plussers alleen woont. Ouderen die niet meer alleen kunnen wonen moeten op zoek naar oplossingen: kangeroewonen, thuiszorg, woningaanpassingen, …. Als dat niet meer mogelijk is, zijn er in Maasmechelen volgende mogelijkheden: woon – en zorgcentrum Heyvis (voorheen Rusthuis Sint-Jan en rusthuisafdeling De Oude Burelen) met een bezettingsgraad van nagenoeg 100 %. Hiernaast zijn er nog een aantal privé-initiatieven in Maasmechelen en in de omgeving. Personen met een handicap kunnen onderdak vinden bij de vzw Mané, hoewel het aantal personen dat kan opgevangen worden eerder beperkt is. Buiten de gemeentegrenzen zijn er heel wat Maasmechelaren die terecht kunnen bij Ter Engelen in Maaseik. Ook zien we dat er jaarlijks een tiental tegemoetkomingen uitgekeerd worden voor aanpassingen van woningen. Tot slot heeft Maasmechelen ook nog een woonwagenterrein dat bewoond wordt door 75 personen.
K w a l i t a t i e v e
a n a l y s e
1.4.9 Domein 2: Wonen en leefomgeving De deelnemers aan domein 2 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Er is nood aan een gemeentelijk coördinatie – en aanspreekpunt inzake huisvestingbeleid en woonbeleid. Dit aanspreekpunt of coördinatiepunt moet de regie voeren in het kader van de Vlaamse wooncode waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan een gedifferentieerd aanbod en specifieke doelgroepen. De informatie over het ruime aanbod aan dienstverlening moet gecentraliseerd worden bij een infoloket. Vervolgens moet de informatie gedifferentieerd, laagdrempelig en gericht gecommuniceerd worden naar de bevolking, potentiële gebruikers, tussenpersonen en mogelijke doorverwijzers. Men wenst de uitbouw van een actieve participatie en inspraak bij het woonbeleid van de gemeente en van de sociale huisvestingmaatschappijen. Betaalbaar wonen moet bevorderd worden en dit met bijzondere aandacht voor de realisatie van diverse woonvormen van aangepast wonen. Er is nood aan de nodige begeleiding bij risicogroepen wat betreft potentieel probleemwonen. Hiermee bedoelt men het onderhoud en de leefbaarheid van de woning, het betalen van de huur, het samenleven met de omgeving, …. Er zou hiertoe een preventieve werking op touw gezet moeten worden gebaseerd op empowerment. Empowerment zijn processen om mensen of groepen meer invloed te geven op gebeurtenissen of situaties die voor hen belangrijk zijn. De nadruk wordt gelegd op de eigen krachten in plaats van de tekortkomingen.
p. 27
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
De leefbaarheid in de buurten moet verhoogd worden door te werken aan het samenleven van de verschillende inwoners en door het voorzien van voldoende verzorgde en leefbare openbare ruimte. De verantwoordelijkheidszin van de bewoners moet ook gestimuleerd worden. Om de sociale netwerken verder uit te bouwen en om vereenzaming tegen te gaan moeten lokale initiatieven gestimuleerd worden. Het verenigingsleven moet ondersteuning krijgen, vrijwilligerswerk en buurtwerking moet gestimuleerd worden, …. Op die manier wordt de sociale samenhang en cohesie bevorderd. Er is tot slot nood aan een aangepast mobiliteitsplan in functie van het garanderen van basismobiliteit met bijzondere aandacht voor meer afgelegen woongebieden. Wat mobiliteit betreft moeten we uit het lokaal behoefteonderzoek senioren nog volgende vaststellingen noteren: In Maasmechelen verplaatst het grootste deel van de bevraagde senioren zich per auto, net zoals in de rest van Limburg. De verplaatsing te voet ligt lager dan in de rest van Limburg (59,7 % Limburg 64,9 %). Het openbaar vervoer (trein, tram, bus, taxi) wordt minder gebruikt ten opzichte van andere senioren in Limburg. De mindermobielencentrale daarentegen wordt wel frequenter gebruikt dan in de rest van Limburg (1,9 % Limburg 1,2 %). Over de tevredenheid kunnen we zeggen dat slechts 42,6 % tevreden is over het openbaar vervoer. Met dit percentage scoren we veel lager dan in de rest van Limburg (64,1 %). Opmerkelijk is dat het Maasland in het algemeen ook slecht scoort wat die tevredenheid betreft (46,9 %).44 Ook over het samenleven in de wijken werden de senioren bevraagd. Volgende drie problemen zijn het belangrijkste euvel: - het verkeer is te druk, - er zijn te weinig voorzieningen, - en men heeft weinig kennissen, vrienden of familie in de wijk.45
44 45
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 28
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.5 Domein 3: Opleiding en tewerkstelling K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.5.1 Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad De werkloosheidsgraad in Maasmechelen bedraagt 10,99 %. Voor Limburg bedraagt dit percentage 7,29%. Maasmechelen blijft in Limburg de gemeente met het hoogste werkloosheidspercentage, maar gelukkig is die net zoals in de rest van Vlaanderen fors gedaald.46
Werkloosheidspercentage
2007
2006
Verschil
2005
Verschil
Maasmechelen
10,99 %
13,87 %
- 2,88
15,98 %
- 4,99
Provincie Limburg
7,29 %
9,29 %
- 2,00
10,62 %
- 3,33
Voor het jaar 2005 lag ook de werkzaamheidsgraad veel lager dan in Limburg. 55,1 % van de Maasmechelaren, gesitueerd in de beroepsactieve leeftijd (18 – 64 jaar) was werkzaam hetgeen veel lager was dan in Limburg (62,8 %) en ook lager dan in de rest van het Maasland (58,1 %).47
01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Werkloosheidsgraad Werkzaamheidsgraad
% %
16,0 55,1
2,68 -1,96
11,5 58,1
10,0 62,8
Veel lager dan in Limburg
indicator Vlaams Gew. 8,0 67,7
rang gemeente 2 43
Veel hoger dan in Limburg
De jeugdwerkloosheid is in Maasmechelen zeer hoog, maar we zien ook het aandeel 50plussers toenemen. Verwacht wordt dat deze tendens de laatste jaren nog zal toenemen. Meer uitleg hierover in deel 1.5.3.
1.5.2 Seksekloof Het verschil tussen mannen en vrouwen om toe te treden tot de arbeidsmarkt is in Maasmechelen kleiner dan in Limburg. Dat zegt ons de seksekloof werkloosheidsgraad. Voor werkzoekende vrouwen in Maasmechelen is de seksekloof werkloosheid iets minder uitgesproken dan in de rest van Limburg. De ratio voor de seksekloof werkloosheidsgraad bedraagt 1,37. Dit wil zeggen dat werkzoekende vrouwen 1,37 keer meer kans hebben om werkloos te zijn dan mannen in Maasmechelen. We moeten dus vaststellen dat de arbeidsmarkt nog steeds meer toegankelijk is voor mannen dan voor vrouwen. Ook de ratio seksekloof werkzaamheidsgraad die 0,75 bedraagt, maakt ons hiervan bewust. Als deze ratio namelijk meer dan 1 bedraagt is het voor vrouwen makkelijker om een plaatsje op de arbeidsmarkt te veroveren dan voor mannen.48
46 47 48
www.arvastat.vdab.be Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 p. 29
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
30.06.2004
Seksekloof werkloosheidsgraad
ratio
1,37
-1,10
1,62
1,68
indicator Vlaams Gew. 1,44
Seksekloof werkzaamheidsgraad
ratio
0,75
-0,20
0,75
0,76
0,79
lager dan in Limburg
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
rang gemeente
26
42
Gemiddeld
Als we de totale actieve vrouwelijke bevolking (18 - 64 jaar) in acht nemen, kunnen we vaststellen dat 47,3 % van de vrouwen in Maasmechelen werkzaam is. In Limburg is dat 54,0 % en in Vlaanderen 59,9 %. Er zijn dus in Maasmechelen minder vrouwen dan gemiddeld die de arbeidsmarkt betreden op beroepsactieve leeftijd.49
1.5.3 Werkloosheid gekoppeld aan leeftijd De cijfers rond jeugdwerkloosheid zijn alarmerend in Maasmechelen. Deze bedroeg in 2005 maar liefst 27,6 % hetgeen heel hoog is in vergelijking met de rest van Limburg (21,3 %). Maasmechelen is daarmee het tweede slechtst geplaatst.50
01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Jeugdwerkloosheidsgraad
%
27,6
1,8
21,8
21,3
indicator Vlaams Gew. 18,5
rang gemeente 2
Veel hoger dan in Limburg
Toch moeten we vaststellen dat er beterschap is voor België en dus ook voor Maasmechelen: we zien namelijk dat het percentage niet werkende werkzoekenden onder de 25 jaar van 2006 naar 2007 met 22,8 % is gedaald en van 2005 naar 2007 met maar liefst 42,7 %! Slechter gaat het echter met de 50-plussers: we zien namelijk dat het percentage niet werkende werkzoekenden van boven de 50 jaar van 2006 naar 2007 met 3,3 % is gestegen en van 2005 naar 2007 met maar liefst 29,1 %! Ook voor Limburg worden gelijkaardige cijfers genoteerd. Leeftijd (NWWZ) - Maasmechelen
2007
%
2006
Verschil
2005
verschil
< 25 jaar
346
20,1 %
449
- 22,8 %
604
- 42,7 %
25 tot 50 jaar
976
56,7 %
1 343
- 27,3 %
1 558
- 37,3 %
>= 50 jaar
399
23,2 %
386
+ 3,3 %
309
+ 29,1 %
1.5.4 Werkzoekenden Als we de arbeidsmarkt verder gaan verkennen stuiten we op volgende cijfergegevens: Het aandeel werkzoekenden zonder diploma hoger secundair onderwijs (HSO) ligt beduidend hoger dan in de rest van Limburg of dan in het Vlaams Gewest. 61,0 % van de Maasmechelse werkzoekenden heeft immers geen diploma HSO. In Limburg bedraagt dit percentage 52,6 % en in het Vlaamse Gewest 51,4 %. Maasmechelen heeft daarmee het meeste werkzoekenden zonder diploma HSO in Limburg. 49 50
Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor Limburg – editie 2006 p. 30
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Daarbij komt nog dat 30,0 % van de werkzoekenden langer dan 2 jaar werkloos is hetgeen ook hoger is dan gemiddeld in Limburg (26,6 %). Zo’n 18,6 % van de werkzoekenden is afkomstig uit Italië, Spanje, Griekenland of Portugal (EU exmigratieland) of een laag–inkomensland. Dit percentage is maar liefst meer dan het dubbel dan in de rest van Limburg (8,6 %). Enkel Genk scoort hier nog hoger met een percentage van 18,8. Ook tonen de cijfers verder aan dat er veel jeugdigen onder de bevolking zijn die niet aan de slag geraken. Het aandeel werkzoekenden jonger dan 25 jaar en langer dan 1 jaar werkloos is 7,3 % (Limburg: 6,1 %; Vlaams Gewest: 5,6 %). Het aandeel werkzoekenden jonger dan 25 jaar en zonder diploma HSO bedraagt 12,2 % (Limburg: 10,1 %; Vlaams Gewest: 10,8 %). Het aandeel werkzoekenden met een handicap is lager dan gemiddeld in Limburg. 12,1 % van de werkzoekenden zijn gehandicapt in Maasmechelen ten opzichte van 14,7 % in de rest van Limburg.
01.01.2005
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Rang gemeente
52,6
indicator Vlaams Gew. 51,4
diploma %
61,0
1,87
56,9
Werkzoekenden langer dan 2 jaar % werkloos
30,0
0,88
28,5
26,6
26,0
5
Werkzoekenden van EU-ex- % migratielanden en lage-inkomenslanden Werkzoekenden die arbeidsgehan- % dicapt zijn
18,6
2,49
11,1
8,6
/
2
12,1
-0,73
14,1
14,7
12,0
37
Werkzoekenden jonger dan 25 jaar % en langer dan 1 jaar werkloos
7,3
0,70
6,0
6,1
5,6
7
Werkzoekenden jonger dan 25 jaar % en zonder diploma HSO
12,2
0,86
10,4
10,1
10,8
6
Werkzoekenden HSO
Aard indicator zonder
Lager dan in Limburg
Veel hoger dan in Limburg
1
Hoger dan in Limburg
51
1.5.5 Werkgelegenheid De werkgelegenheidsgraad in Maasmechelen is lager dan gemiddeld in Limburg. Er zijn zo’n 9 192 jobs (inclusief zelfstandigen) in de gemeente, het aantal personen op beroepsactieve leeftijd (tussen 18 en 64 jaar) bedraagt 23 483. Dit heeft tot gevolg dat 39,1 % van die bevolkingsklasse tewerkgesteld kan worden in de gemeente. Dit percentage is beduidend lager dan in de rest van Limburg. Het gemiddelde voor Limburg is immers 58,6 % en het gemiddelde voor het Vlaams Gewest bedraagt 64,0 %.52
01.01.2005
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
Werkgelegenheidsgraad
%
39,1
-0,97
42,6
57,2
indicator Vlaams Gew. 63,6
rang gemeente 32
lager dan in Limburg
51 52
Welzijnsmonitor Limburg – editie 2005 Welzijnsmonitor Limburg – editie 2005 p. 31
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.5.6 Samenvatting tewerkstelling
cijfers
met
betrekking
tot
opleiding
en
Samengevat kunnen we stellen dat de werkloosheidsgraad heel hoog is en dat vooral het aandeel jeugdigen binnen deze groep groter is dan gemiddeld. We moeten opmerken dat de laatste jaren de jeugdwerkloosheid gezakt is, maar 50-plussers vinden moeilijker werk. Ook stellen we vast dat vrouwen nog altijd moeilijker toegang tot de arbeidsmarkt vinden dan mannen. Zeer veel Maasmechelse vrouwen op beroepsactieve leeftijd zitten thuis. Op de totale actieve vrouwelijke bevolking (18 tot en met 64 jaar) is slechts 47,3 % werkzaam, hetgeen lager is dan in Limburg of in Vlaanderen. De jeugdigen vinden in Maasmechelen moeilijker werk dan in de rest van Limburg. Het aandeel jeugdigen zonder diploma hoger secundair onderwijs is groot in vergelijking met Limburg en het Vlaams Gewest. Verder is maar liefst 18,6 % van de werkzoekenden afkomstig uit Italië, Spanje, Portugal of Griekenland (EU ex-migratieland) of een laaginkomensland, hetgeen heel hoog is in vergelijking met Limburg of het Vlaams Gewest. De werkgelegenheid is in Maasmechelen lager dan in Limburg. Slechts 39,1 % van de Maasmechelse bevolking kan in de eigen gemeente tewerk gesteld worden. Voor Limburg bedraagt dit percentage 58,6 % en voor Vlaanderen 64,0 %. Als conclusie moeten we ook nog opmerken dat er de zich de laatste jaren positieve ontwikkelingen voordoen. In Maasmechelen zien we de laatste twee jaren een stijging van het aan tal jobs en steeds meer mensen zijn aan het werk. Toch blijft Maasmechelen de gemeente met de hoogste werkloosheid in Limburg.
K w a l i t a t i e v e
a n a l y s e
1.5.7 Domein 3: Opleiding en tewerkstelling De deelnemers aan domein 3 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Er zou voldoende tewerkstelling.
aanbod
en
plaatsen
voorzien
moeten
worden
inzake
sociale
Individuele trajectbegeleiding op maat, ook geïntegreerd over de diensten heen is nodig. De afstemming tussen alle tewerkstellings – en opleidingsactoren moet bevorderd worden. Dit zou kunnen door hen samen te brengen in één forum om op die manier de onderlinge communicatie en het draagvlak te verhogen. Via overleg tussen onderwijs - , opleiding – en arbeidsmarktactoren zou de aansluiting en afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verhoogd moeten worden. Men wil een permanente opvolging van de lokale arbeidsmarkt in functie van gefundeerde kennis van de situatie, behoeftendetectie en de onderbouw van noodzakelijke acties. Na onderzoek naar de behoefte aan en de omvang van aangepaste en flexibele kinderopvang zou dit eventueel aangeboden moeten worden. Er zou een aangepast mobiliteitsplan opgezet moeten worden en dit in functie van het garanderen van basismobiliteit.
p. 32
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.6 Domein 4: Zorg en opvang K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.6.1 Basisdiensten Maasmechelen biedt een hele waaier aan basisdiensten in de zorg en opvang. Onder basisdiensten kunnen wij verstaan de dokters, tandartsen, apothekers en verpleegkundigen. Ook gezins – en bejaardenhulpdiensten, poetsdiensten en maatschappelijk werk beschouwen wij als basisdiensten in de zorg en opvang. De gezins – en bejaardenhelpers staan in voor persoonsverzorging en beredderen het huishouden gedurende een aantal uren per week. Een zevental diensten biedt gezins – en bejaardenhulp in onze gemeente, waaronder ook het OCMW. De mensen in de poetsdiensten komen enkel om te poetsen en te zorgen voor het normale onderhoud van de woning. Ook hiervoor kan beroep gedaan worden op verschillende instanties binnen Maasmechelen. De kostprijs voor beide diensten wordt berekend op basis van het gezinsinkomen. Een maatschappelijk werker kan personen bijstaan die problemen ondervinden bij het invullen van formulieren, voor informatie en advies over mogelijke tegemoetkomingen in allerlei medische kosten, financiële hulp, psycho-sociale begeleiding in moeilijke periodes, persoonlijke of familiale problemen.
1.6.2 Aanvullende diensten Naast de basisdiensten bestaan er een heel aantal aanvullende diensten waarop hulpbehoevenden beroep kunnen doen: -
-
-
-
-
Mensen die het moeilijk hebben om dagelijks een warme maaltijd te bereiden en ouder dan 60 jaar zijn kunnen warme maaltijden aanvragen bij het OCMW of bij Delicatesse in Genk. Er zijn een aantal dieetdiensten waarop men beroep kan doen. Ook vervoer kan een probleem zijn. Ambulancediensten, de minder mobielencentrale, aangepast vervoer voor rolstoelgebruikers, vervoer – en boodschappendienst van vzw Isis en het niet-dringend ziekenvervoer van de christelijke mutualiteit kunnen soelaas bieden. Om verzorgers enkele uren of een dag te ontlasten kan beroep gedaan worden op de bejaardengezelschapsdiensten – ziekenoppas, ingericht door een zevental diensten. Ook vrijwilligers staan ter beschikking om hulp te bieden waar nodig. De vrijwilligers die kortdurend hulp kunnen aanbieden worden streng geselecteerd. Zij springen in om bijvoorbeeld bejaarden gezelschap te houden, licht huishoudelijk werk te verrichten of boodschappen te doen. Het OCMW biedt vrijwilligers in de welzijnszorg aan en via een andere organisatie staan er ook vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg ter beschikking. Verschillende instanties die klusjesdiensten oprichtten bieden hun diensten aan aan hulpbehoevenden. Ook op ergotherapeuten, logopedisten en personen die pedicure doen, kan beroep gedaan worden. Tot slot bestaan er uitleendiensten waar men toestellen kan huren die kunnen helpen om het leven van de zieken of mensen met een handicap te verlichten (krukken, gaankaders, bedverhogers, rolstoelen, aangepaste bedden, …).
p. 33
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.6.3 Speciale thuiszorgvoorzieningen Allereerst hebben we het dagverzorgingscentrum De Linde, dat bij het woon – en zorgcentrum Heyvis ligt. Hier kunnen thuiswonende ouderen terecht die behoefte hebben aan opvang overdag. De oudere wordt in een gezellige omgeving opgevangen, vindt er leeftijdsgenoten en kan deelnemen aan het gevarieerde aanbod aan activiteiten. Deelname aan de activiteiten van het dagverzorgingscentrum bevorderen de zelfredzaamheid van de oudere waardoor thuis wonen langer mogelijk blijft. Ouderen kunnen er elke weekdag terecht van 8.30 uur tot 17.00 uur. Het centrum ondersteunt familie in de zorg voor de ouderen, hetgeen een aanvulling is op de thuiszorgdiensten. Maasmechelen heeft één dienstencentrum, namelijk De Bolster, waar mensen naartoe kunnen komen voor ontmoeting, vorming, activiteiten, informatie en diensten (middagmaal, verpleegpost, pedicure, enzovoort). Het seniorencentrum is een deelwerking van het dienstencentrum. Alle valide senioren uit Maasmechelen die nood hebben aan uitbreiding van hun sociale contacten of die een verhoogd risico lopen op vereenzaming zijn drie namiddagen in de week welkom. Ook de mogelijkheden tot kortverblijf worden gecatalogiseerd onder de noemer speciale thuiszorgdiensten. Thuisverzorgers hebben ook soms nood aan een rustpauze. Een kortverblijf is een tijdelijke opvang van zieken of hulpbehoevende bejaarden in een rust – of verzorgingstehuis, waardoor de thuisverzorgers voor enkele dagen ontlast worden. De vzw Mané is een dagcentrum voor personen met een handicap. Mensen met een lichamelijke handicap en/of een niet aangeboren hersenletsel worden hier opgevangen. Tot slot is er nog het centrum voor geestelijke gezondheidszorg en een psychotherapeute waar men terecht kan in Maasmechelen.
1.6.4 Mantelzorgtoelage De gemeente keert een mantelzorgtoelage uit aan personen die hulp en bijstand bieden aan een zieke of een hulpbehoevend persoon. Het aantal dossiers, waarvoor men terecht kan op de het OCMW is vooral de laatste jaren sterk gestegen. Vooral de stijging van 2004 naar 2005, van 231 naar 501 dossiers is spectaculair te noemen (meer dan het dubbel). Deze stijging is te wijten aan een nieuwe regelgeving vanuit de gemeente. Door de nieuwe regelgeving zien we vooral dat het aantal nieuwe aanvragen, met daaraan gekoppeld de huisbezoeken enorm is toegenomen. We kunnen in ieder geval vaststellen dat er heel wat mensen zijn die aan mantelzorg doen, hetgeen toe te juichen is. De gemeentelijke mantelzorgtoelage wordt aan de mantelzorger uitgekeerd en is op die manier een middel tot erkenning van thuisverzorgers. Op die manier kunnen zorgbehoevende ouderen thuis verzorgd worden en hoeven er niet extra opvangplaatsen voorzien te worden. In deze tabel zien we ook nog het aantal stopzettingen. Dit gaat om mantelzorgers of personen die hulpbehoevend zijn, die overlijden of die in een instelling worden opgenomen.53 Mantelzorg Aantal dossiers Aantal stopzettingen Huisbezoeken/nieuwe aanvragen
2002 233 39 61
2003 208 45 40
2004 231 40 65
2005 501 40 349
2006 528 99 284
Evolutie x 2,26 x 2,53 x 4,65
54
53
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2002-2003-2004-2005-2006 p. 34
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.6.5 Zorgloket Sinds 2003 worden alle aanvragen voor tegemoetkomingen voor personen met een handicap gecentraliseerd bij het zorgloket. Het gaat om inkomensvervangende tegemoetkomingen (IVT), integratietegemoetkomingen (IT) en tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB). Ook rechtendetectie en administratieve ondersteuning bij het invullen van allerlei formulieren gebeurt aan het zorgloket. Het zorgloket is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een centraal loket waar niet enkel dossierbehandeling gebeurt, maar waar mensen ook terecht kunnen voor parkeerkaarten, alle herzieningen, aanvragen en informatie voor snippervoorzieningen (kabel, begeleiderspas, chronische zieken, sociaal telefoontarief, …). Er is ook steeds meer aandacht gegaan naar aanpassing van woonomstandigheden. Deze uitbreiding van taken zorgde natuurlijk ook voor een spectaculaire groei van het aantal bureelbezoeken. Gedurende 10 maanden in 2003 telde men 477 bureelbezoeken, maar anno 2006 kan men constateren dat er maar liefst 1 913 bureelbezoeken waren. We kunnen hier spreken van een spectaculaire groei, wat impliceert dat er veel vraag is naar begeleiding betreffende aanvragen aangaande het zorgloket. Zorgloket Nieuwe dossiers Bureelbezoeken Huisbezoeken
2003 maanden) 477 273
(10
2004
2005
2006
1 126 362
1 484 391
494 1 913 381
55
1.6.6 Thuiszorg Het S.I.T. (Samenwerkingsinitiatief Inzake Thuisgezondheidszorg) en het OCMW zijn twee instanties in Maasmechelen die zich samen inzetten om het leven van zieken, bejaarden, gehandicapten en hulpbehoevenden ook thuis zo aangenaam mogelijk te maken. Thuiszorg kan immers, mits een goede kwaliteit van dienstverlening en mits een goede samenwerking tussen de verschillende diensten, minstens een evenwaardig alternatief zijn voor opname in een instelling. Mantelzorg, zoals hierboven besproken, is voor een aantal hulpbehoevenden een optie. Niet altijd bestaat de mogelijkheid om terug te vallen op familie, de onmiddellijke buurt, vrienden, vrijwilligers, … en dan moet er aanspraak gemaakt worden op professionele hulpverlening. De overlegcoördinator Thuisgezondheidszorg van het OCMW is er om de mantelzorgers en de zorgbehoevenden te informeren, adviseren en te begeleiden doorheen het zorgproces. Bij het opstarten van thuiszorg of bij een moeilijke thuiszorgsituatie kan de overlegcoördinator teamvergaderingen organiseren waarin alle betrokkenen (hulpverleners, familie, hulpbehoevende, …) rond de tafel gebracht worden. Er kunnen zorgenplannen opgemaakt worden. Dit is een soort patiëntspecifieke informatiemap die de betrokkenen kunnen raadplegen. We kunnen uit onderstaande tabel opmaken dat er heel wat subsidieerbare zorgenplannen worden opgemaakt. Zorgbemiddeling Aantal bemiddelingen Aantal teamvergaderingen Aantal subsidieerbare zorgenplannen Aantal huisbezoeken i.k.v. teamvergaderingen
2003
2004
67 110 5956
80 114 82
2005 336 81 122 81
2006 315 76 120 76
57
54 55 56
Jaarverslagen gemeente Maasmechelen – 2002-2003-2004-2005-2006 Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2002-2003-2004-2005-2006 Vanaf augustus 2003 p. 35
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.6.7 Als thuiszorg niet meer mogelijk is … Ook wanneer thuiszorg niet meer tot de mogelijkheden behoort, zijn er in Maasmechelen instanties die hulp kunnen bieden. In deel 1.4 wonen en leefomgeving is hieromtrent meer informatie te vinden. Samengevat kunnen we stellen dat er in Maasmechelen en omgeving enkele instellingen zijn die opvang aanbieden: -
Woon – en zorgcentrum Heyvis in Maasmechelen Rust – en verzorgingstehuis Vilain XIIII in Leut Villa La Ray (vzw Mané), nursing – en bezigheidstehuis ’t Kempken in Dilsen-Stokkem Residentie Oosterzonne in Zutendaal Huize Lieve Moenssens in Dilsen-Stokkem Huize St.-Anna in Lanaken
1.6.8 Kinderopvang 1.6.8.1 Noden aan kinderopvang In 2002 werden alle gezinnen met kinderen in een Maasmechelse basisschool bevraagd omtrent hun behoeften en noden aan kinderopvang. Ongeveer 1 600 gezinnen vulden de enquête in, waarvan 1 494 bruikbare enquêtes. Uit deze enquêtes werden volgende conclusies getrokken:
Nood aan opvang buiten de normale uren - na 18 uur - voor 7 uur - tijdens het weekend - ’s nachts Nood aan opvang voor kinderen van 12 t.e.m. 15 jaar Op volgende tijdstippen: - tijdens de zomervakantie - tijdens korte schoolvakanties - op schoolvrije dagen - op woensdagnamiddagen - naschools - voorschools Nood aan opvang … - die goedkoper is - die dichtbij huis is - die dichter bij school is - van zieke kinderen
15,4 % 55,8 % 43,5 % 27,8 % 7,8 % 6,6 % 65,3 62,2 61,2 38,8 33,7 18,4
% % % % % %
4% 6,1 % 3,9 % 36,8 %
Hoewel het zes jaar geleden is dat deze enquêtes werden afgenomen, mogen we er toch van uit gaan dat de nood aan opvang voor kinderen groot is. Enkele opvallende cijfers: - 15,4 % van de bevraagden heeft nood aan opvang buiten de normale uren (vooral na 18 uur en voor 7 uur). - 36,8 % van de bevraagden heeft nood aan opvang voor zieke kinderen.
1.6.8.2 Buitenschoolse opvang ’t Huis Dit opvanginitiatief dat betoelaagd wordt door Kind en Gezin, is werkzaam sinds december 1992. Om aan de vraag tegemoet te komen zijn de openingsuren sinds enkele jaren verruimd. In 2005 werden er 442 verschillende kinderen opgevangen uit 287 verschillende gezinnen. Dit waren 366 kinderen van Maasmechelen en 95 van buiten Maasmechelen. 57
Jaarverslagen OCMW Maasmechelen – 2002-2003-2004-2005-2006 p. 36
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Over de jaren heen kunnen we in de tabel aflezen dat vooral de naschoolse opvang, de opvang tijdens de vakanties en de woensdagnamiddagen druk worden bezocht. We zien van 2002 naar 2005 een totale stijging van het aantal kinderen met 13 %. Vooral de stijging van het aantal kinderen van buiten Maasmechelen is heel groot, hoewel we in absolute getallen nog steeds zien dat het aantal kinderen van Maasmechelen zelf bijna 5 keer zoveel bedraagt. Verder opvallend feit aan onderstaande tabel is dat het aantal bezoeken aan de kinderopvang tijdens de vakanties sterk is toegenomen. Tijdens de schoolvrije dagen en de woensdagnamiddagen merken we een daling. Wat de flexibele kinderopvang betreft, zien we dat het gebruik daarvan spectaculair is toegenomen. Het aantal verschillende kinderen dat gebruik maakt van de flexibele opvang is meer dan verdubbeld van 2002 naar 2005. De openingsuren zijn ’s morgens vanaf 6.30 uur en op vraag van de ouders tot 20.00 uur ‘s avonds.58
Buitenschoolse opvang ‘t Huis Aantal verschillende kinderen Aantal verschillende gezinnen Kinderen uit Maasmechelen Kinderen van buiten Maasmechelen Gezinnen (gem. / maand) Voorschools (gem. / maand) Naschools (gem. / maand) Woensdagnamiddag (gem. / maand) Schoolvrije dagen (gem. / maand) Vakantie (gem. / maand)
2002 391 253 345 46 122 19,18 58,58 60,10 14,58 44,57
2003 401 260 354 47 103 18,60 58,30 60,33 14,58 55,94
2004 427 277 370 57 106 20,38 56,40 53,60 13,15 47,86
2005 442 287 366 76 111 19,38 59,42 56,45 12,65 56,73
evolutie + 13 % + 13 % +6% + 65 % -9% +1% +1% -6% - 15 % + 27%
Flexibele kinderopvang Aantal verschillende kinderen Aantal verschillende gezinnen
2002 47 27
2003 95 53
2004 96 54
2005 102 60
evolutie + 117 % + 122 %
1.6.8.3 Kinderdagverblijf ’t Debberke ’t Debberke is een kinderdagverblijf dat opvang biedt voor hele of halve dagen aan peuters tussen 0 en 3 jaar. Het kinderdagverblijf is elke werkdag open vanaf 7 uur ‘s morgens tot 18 uur ‘s avonds. De prijs wordt berekend aan de hand van het inkomen van de ouder(s). Het kinderdagverblijf bestaat sinds 1995 en heeft in de loop van de jaren een capaciteitsuitbreiding ondergaan van 30 naar 35 kinderen in 2003 en van 35 naar 38 kinderen in 2006. De bezettingsgraad is nu 100%.
1.6.8.4 Andere voorzieningen kinderopvang Het aantal plaatsen voor de dienst opvanggezinnen is vanaf 2000 tot 2005 voor de regio Maasmechelen/Dilsen-Stokkem gestagneerd op 224. In 2006 zien we wel een stijging. Het aantal plaatsen bedroeg toen 259 in de regio Maasmechelen/Dilsen-Stokkem. Voor Maasmechelen konden we geen zelfstandige kinderdagverblijven of onthaalmoeders noteren.
Voorzieningen kinderopvang Aantal plaatsen – Maasmechelendiensten opvanggezinnen Dilsen-Stokkem Limburg Aantal plaatsen - Maasmechelen kinderdagverblijven Limburg Aantal plaatsen - zelfst. Maasmechelen Kinderdagverblijven Limburg Aantal plaatsen Maasmechelen zelfst. onthaalouders Limburg
58
2000 224
2001 224
2002 224
2003 224
2004 224
2005 224
2006 259
4368 30 1118 0 93 0 170
4424 30 1122 0 93 0 194
4424 30 1145 0 93 0 197
4536 30 1153 0 93 0 187
4536 35 1186 0 55 0 172
4676 35 1234 0 55 0 169
/ 38 / / / / /
Jaarverslagen gemeente Maasmechelen – 2002-2003-2004-2005 p. 37
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Ouders die nood hebben aan een onthaalgezin kunnen terecht bij de dienst opvanggezinnen – landelijke kinderopvang, beter gekend onder de naam Dienst voor onthaalmoeders Dilsen-Stokkem en Maasmechelen. Deze dienst telt 36 onthaalmoeders in Maasmechelen, die hoofdzakelijk kinderen beneden de 6 jaar opvangen. De opvangmomenten kunnen sterk variëren en zijn met de onthaalmoeders af te spreken. De tarieven worden berekend aan de hand van het inkomen. Een andere opvangmogelijkheid is de babysitdienst van de Gezinsbond. Tegen voordelige tarieven komen, meestal studenten, aan huis op de kinderen letten. Ook sommige scholen voorzien opvang voor hun leerlingen. Kinderen worden dan voor en na schooltijd opgevangen door de opvangdienst van de school.
1.6.9 Zorg voor de gezondheid Ook aan de gezondheid in het algemeen wordt aandacht besteed in Maasmechelen. De gemeente heeft een lokaal gezondheidsoverleg dat een aantal gezondheidsdoelstellingen vooropstelt op het gebied van tabakspreventie, gezonde voeding, borstkankerscreening, valpreventie, vaccinatie en infectieziekten, geestelijke gezondheid. Ook het Maasmechels interprofessioneel team (il)legale drugs (MITIL) verricht bijzonder goed werk voor de gezondheid van de Maasmechelaar. Momenteel werkt deze werkgroep een beleidsnota uit rond illegaal en legaal middelengebruik. Bedoeling is om na een grondige omgevingsanalyse een ambitieus maar realistisch actieplan uit te werken.
1.6.10
Samenvatting cijfers met betrekking tot zorg en opvang
Maasmechelen heeft een aantal basisdiensten, een aantal aanvullende diensten en een aantal speciale thuiszorgvoorzieningen waarop inwoners beroep kunnen doen. De laatste jaren merken we een spectaculaire stijging van het aantal aanvragen voor mantelzorgtoelage. Een nieuw reglement heeft de deur hiertoe geopend. Ook vindt men steeds vaker de weg naar het zorgloket. Men kan er terecht voor vragen, informatie, hulp bij het invullen van formulieren, …. Het aantal bureelbezoeken is de laatste jaren enorm gestegen. De vraag naar begeleiding, informatie, … met betrekking tot zorg is dus groot. Het S.I.T. (Samenwerkingsinitiatief Inzake Thuisgezondheidszorg) en het OCMW zetten zich samen in om het leven van hulpbehoevenden thuis zo aangenaam mogelijk te maken. Er staat een overlegcoördinator Thuiszorgdiensten ter beschikking die alle betrokkenen in een thuiszorgsituatie rond de tafel brengt opdat de samenwerking optimaal verloopt. Als thuiszorg niet langer mogelijk is, zijn er een aantal instellingen in en rond Maasmechelen die de mensen opvangen. Kinderopvang is ook een onderdeel van het domein zorg en opvang. Er is nood aan kinderopvang in Maasmechelen en dan vooral buiten de normale werkuren en voor zieke kinderen. ’t Huis biedt kinderopvang aan, ook buiten de normale werkuren en we moeten vaststellen dat hiervan gretig gebruik wordt gemaakt. Vooral het aantal kinderen in de flexibele kinderopvang stijgt enorm. We zien hier namelijk meer dan een verdubbeling. Voor kinderen van nul tot drie jaar is er ‘t Debberke. De bezettingsgraad van dit opvanginitiatief is 100 %. Het aantal plaatsen – diensten opvanggezinnen is 259, die ingevuld worden door 36 onthaalouders. Ook de babysitdienst van de Gezinsbond is een oplossing voor ouders die aan huis sporadisch opvang voor hun kinderen nodig hebben. Tot slot zijn er ook scholen die voor – en naschoolse opvang aanbieden aan hun leerlingen. In Maasmechelen dragen zowel het lokaal gezondheidsoverleg als het Maasmechels interprofessioneel team (il)legale drugs bij tot een betere gezondheid van de inwoners. p. 38
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
K w a l i t a t i e v e 1.6.11
a n a l y s e
Domein 4: Zorg en opvang
De deelnemers aan domein 3 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Het aanbod inzake zorg en opvang zou verder uitgebouwd moeten worden. Er is namelijk nood aan een ruimer, aangepast en flexibel aanbod dat rekening houdt met de specifieke noden van verschillende doelgroepen zoals jongeren, kinderen, gehandicapten, (ex-) psychiatrische patiënten, bejaarden. Er moet extra aandacht besteed worden aan residentiële opvang en aan het stimuleren van zorg in de thuissituatie. Gezien het ruime aanbod aan dienstverlening, moet de informatie gecentraliseerd worden. Vervolgens moet die informatie gedifferentieerd, laagdrempelig en gericht gecommuniceerd worden naar de bevolking, potentiële gebruikers, tussenpersonen en mogelijke doorverwijzers. Er is nood aan het vergroten van het structureel overleg en de samenwerking tussen diensten en van de afstemming van het hulpverleningsaanbod met bijzondere aandacht voor inspraak en hulpverlening op maat. Een wijkgericht aanbod inzake dienstverlening moet gestimuleerd worden. Door dit wijkgericht werken kunnen ook specifieke noden gedetecteerd worden. Mantelzorg moet gestimuleerd worden en vrijwilligerswerk moet ondersteund en bevorderd worden. Op die manier kunnen sociale netwerken hersteld en uitgebreid worden. De sociale samenhang of cohesie moet bevorderd worden. Dit kan via het stimuleren van lokale initiatieven zoals het ondersteunen van het verenigingsleven, vrijwilligers – en buurtwerk enzovoort. Op die manier kunnen sociale netwerken verder uitgebouwd worden en kan vereenzaming tegen gegaan worden. Men moet een aangepast mobiliteitsplan opzetten en dit in functie van het garanderen van basismobiliteit. Tot slot is er nood aan de uitbouw van een werking gericht op preventie inzake illegale en legale middelen, gezinsondersteuning enzovoort. Het lokaal behoefteonderzoek senioren vertelt ons nog dat 26,9 % van de bevraagden hulp ontvangt. Dit is veel meer dan in de rest van Limburg. Het aantal uren dat men hulp ontvangt is gemiddeld te noemen. Meestal ontvangt men hulp van de kinderen. Op de tweede plaats krijgt men hulp van een poetsdienst of bejaardenhulp en op de derde plaats van de partner. Verder valt nog op dat in Maasmechelen veel meer dan gemiddeld in Limburg ouderen zelf hulp aanbieden aan zieken, personen met een handicap of ouderen, namelijk 29,6 % van de ondervraagden. Het aandeel ouderen dat zelf opvang aanbiedt aan kleine kinderen ligt dan weer lager dan gemiddeld in Limburg (42,0 %).59
59
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 39
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.7 Domein 5: Onderwijs K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.7.1 Scholen in Maasmechelen Maasmechelen telt heel wat lagere en middelbare scholen. De jongere kinderen worden verdeeld over 16 basisscholen, de oudere kinderen hebben in Maasmechelen de keuze tussen 7 scholen.
Naam school Kleuter – en basisonderwijs Vrije Basisschool De Triangel G. H. Verwilghenlaan 37 Vrije Basisschool De Griffel Marie-Joséestraat 2-4 Vrije Basisschool Leut Dreef 149 Vrije Basisschool Proosterbos Drossaardstraat 21 Vrije Basisschool St. Jan Bloemenlaan 71 Basisschool voor buitengewoon onderwijs Het Kreeftje – Bosweg 71 Vrije Basisschool Mozaïek Parklaan 3 Internaat Heikamp Heikampstraat 37 Vrije basisschool voor buitengewoon onderwijs Mozaïek Plus – Parklaan 3 Basisschool van het gemeenschapsonderwijs Via Tinto – Kruindersweg 76 Basisschool van het gemeenschapsonderwijs Op het Boseind – Oude Baan 372 Gemeentelijke basisschool Boorsem St. Jorisstraat 11 Vrije basisschool Opgrimbie Schoolstraat 34 Vrije basisschool St. Willibrordus Langstraat 30 Basisschool van het gemeenschapsonderwijs De Brug – Daalstraat 9 Vrije gesubsidieerd kleuterschool Meeswijk Molenstraat 127 Secundair onderwijs Provinciale Technische School Maasmechelen – Europaplein 36 Instituut Maria Opdracht Rijksweg 357 + Kastanjelaan 59 Technisch Instituut Heilig Hart (TIM) Looheuvelstraat 1 Heilig Hart College Rijksweg 357 Deeltijds Beroeps Secundair Onderwijs Provinciale Technische School – Europaplein 36 Koninklijk Atheneum Onderwijsstraat 11 Deeltijds Beroeps Secundair Onderwijs Maasmechelen – Heikampstraat 37
Kleuter
Lager
Secundair
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
60
60
Schooljaar 2006-2007 p. 40
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Verder zijn er ook verschillende mogelijkheden voor volwassenen om zich bij te scholen. Zo biedt het Dienstencentrum De Bolster tal van mogelijkheden aan voor medioren en senioren. Ook de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling), het CVO (Centrum voor Talen en Techniek en Sint-Barbara) en de vzw Kopa Limburg bieden opleidingsmogelijkheden voor volwassenen aan. Tot slot kunnen volwassenen ook bij het PCVO (Provinciaal centrum voor volwassenenonderwijs) en het Centrum voor basiseducatie terecht om bij te leren.
1.7.2 Risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs Voor het kleuteronderwijs zijn de cijfers allemaal gemiddeld te noemen. Het aantal kleuters dat schoolse vertraging oploopt, zowel in het gewoon als in het buitengewoon kleuteronderwijs is gemiddeld. Ook de risicoschoolloopbanen in het kleuteronderwijs, namelijk een combinatie van schoolse vertraging en het volgen van buitengewoon onderwijs, is gemiddeld.
01.01.2005 Schoolse vertraging kleuteronderwijs
aard indicator in
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
rang gemeente
het
gewoon %
0,84
0,48
0,69
0,68
7
Risicoschoolloopbanen in kleuteronderwijs (23.01 + 23.02)
het %
1,69
0,18
1,66
1,59
11
%
0,84
-0,16
0,97
0,91
23
Buitengew. kleuteronderw. volgen 61
Gemiddeld
1.7.3 Risicoschoolloopbanen in het lager onderwijs Wat de cijfergegevens van kinderen van het lager onderwijs betreft moeten we constateren dat zowel het aantal kinderen dat schoolse vertraging oploopt als het aantal kinderen met een risicoschoolloopbaan (combinatie van schoolse vertraging en buitengewoon onderwijs) veel hoger is dan in Limburg. 17,2 % van de kinderen in het lager onderwijs van Maasmechelen loopt schoolse vertraging op. Ook het aantal kinderen dat buitengewoon lager onderwijs volgt, is hoger dan gemiddeld in Limburg (Maasmechelen: 9,85 %, Limburg: 7,59 %). We kunnen dus constateren dat de leermoeilijkheden reeds op zeer jonge leeftijd, namelijk vanaf de lagere school, op te merken zijn in Maasmechelen.
01.01.2005 Schoolse vertraging lager onderwijs
aard indicator in
het
Buitengew. lager onderwijs volgen Risicoschoolloopbanen in het onderwijs (23.04 + 23.05)
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
rang gemeente
gewoon %
17,2
1,55
15,4
12,2
3
% lager %
9,85 27,1
1,23 1,72
7,87 23,3
7,59 19,8
5 3
62
Hoger dan in Limburg
Veel hoger dan in Limburg
1.7.4 Risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs De tendens die we konden opmerken voor het lager onderwijs, trekt zich door in het secundair onderwijs. Het aantal jongeren dat schoolse vertraging oploopt en het aantal jongeren met een risicoschoolloopbaan is veel hoger dan gemiddeld in Limburg. 34,6 % 61 62
Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2005 Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 p. 41
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
van de Maasmechelse jongeren op secundaire schoolleeftijd loopt schoolse vertraging op. Daarmee staat Maasmechelen op de tweede plaats in Limburg waar het percentage 26,7 bedraagt. Het buitengewoon onderwijs wordt door jongeren van secundaire schoolleeftijd niet meer dan gemiddeld gevolgd in Maasmechelen. Zoals we nog kunnen zien heeft Maasmechelen het grootste percentage jongeren die deeltijds beroepssecundair onderwijs volgen in Limburg. Ook het aantal risicoschoolloopbanen in het secundair onderwijs is in Maasmechelen veel hoger dan in Limburg. Maar liefst 41,6 % van de schoolloopbanen zijn risicovol in Maasmechelen.
01.01.2005
aard indicator gewoon %
Schoolse vertraging in het secundair onderwijs Buitengew. secund. onderw. volgen % Deelt. beroepssec. onderw. volgen % Risicoschoolloopbanen in het secund. % onderwijs (1+2+3)
indicator gemeente 34,6
stand.score gemeente 1,47
indicator Maasland 30,4
indicator Limburg 26,7
rang gemeente 2
4,3 2,62 41,6
0,1 1,93 1,56
4,7 1,73 36,8
4,2 1,23 32,2
18 1 2
63
Gemiddeld
Hoger dan in Limburg
Veel hoger dan in Limburg
1.7.5 Buitengewoon onderwijs Voor het buitengewoon onderwijs stellen we vast dat de Maasmechelse jongeren, in de kleuterschool en in het secundair onderwijs, geen afwijkend hoge of lage score halen. Het aantal Maasmechelse kleuters en jongeren van middelbare schoolleeftijd dat buitengewoon onderwijs volgt is gemiddeld te noemen. Het aantal Maasmechelse kinderen in het buitengewoon lager onderwijs is wel hoger dan gemiddeld, namelijk 9,85 % voor Maasmechelen ten opzichte van 7,59 % in Limburg. Concreet volgt dus bijna 10 % van de kinderen in het lager onderwijs, buitengewoon onderwijs.
01.01.2005 Buitengew. kleuteronderw. volgen Buitengew. lager onderwijs volgen Buitengew. secund. onderw. volgen
aard indicator % % %
indicator gemeente 0,84 9,85 4,3
stand.score gemeente -0,16 1,23 0,10
indicator Maasland 0,97 7,87 4,7
indicator Limburg 0,91 7,59 4,2
rang gemeente 23 5 18
64
Gemiddeld
Hoger dan in Limburg
1.7.6 Schoolse vertraging De schoolse vertraging kent zijn opmars vanaf de lagere school. Kleuters in Maasmechelen scoren gemiddeld wat betreft de schoolse vertraging. Kinderen en jongeren van lagere en middelbare school daarentegen lopen in Maasmechelen veel vaker schoolse vertraging op. Zo’n 17,3 % van de kinderen in het lager onderwijs en 35,4 % van de jongeren in het secundair onderwijs heeft schoolse vertraging.
63 64
Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 p. 42
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
01.01.2005 Schoolse vertraging kleuteronderwijs Schoolse vertraging lager onderwijs Schoolse vertraging secundair onderwijs
in
het
aard indicator gewoon %
indicator gemeente 0,75
stand.score gemeente 0,01
indicator Maasland 0,58
indicator Limburg 0,75
rang gemeente 18
in
het
gewoon %
17,3
1,60
15,6
12,1
3
in
het
gewoon %
35,4
1,61
30,6
27,1
2
65
Gemiddeld
Veel hoger dan in Limburg
1.7.7 Scholingsgraad Mensen met een lage scholingsgraad hebben minder kans op werk of een sterke maatschappelijke positie. Omdat gegevens over de totale bevolking wat betreft lage scholing niet voorhanden zijn, werd gekeken naar de scholingsgraad bij werkzoekende jongeren van 18 tot 24 jaar en werkzoekenden van 18 tot 64 jaar.66 Zowel het aantal jongeren (18 – 24), als het aantal werkzoekenden (18 – 64) zonder diploma hoger secundair onderwijs is in Maasmechelen veel hoger dan in Limburg. Maasmechelen staat hiermee op de tweede plaats in Limburg. 8,4 % van de werkzoekende jongeren (18 – 24) en 6,14 % van de werkzoekenden in het algemeen (18 – 64) heeft geen hoger secundair onderwijs. Verder zien we ook nog dat het aantal doorstromers naar het hoger onderwijs veel lager ligt dan in Limburg. Slechts 35,3 % van de Maasmechelse jongeren stroomt door naar het hoger onderwijs (Limburg: 51,5 %, Maasland: 45,9 %). We moeten hierbij nog opmerken dat dit percentage niet inhoudt dat de jongere de opleiding in het hoger onderwijs afrondt. Het gaat hier om het aantal jongeren voor het eerst ingeschreven in het hoger onderwijs.
01.01.2005
Lage scholing Jongeren (18-24), werkzoekend zonder diploma HSO Werkzoekenden zonder diploma HSO
aard indicator
indicator gemeente
stand.score gemeente
indicator Maasland
indicator Limburg
indicator Vlaams Gew.
rang gemeente
8,4
1,78
5,6
5,3
5,0
2
%
6,14
2,64
4,26
3,79
3,17
2
%
35,3
-1,66
45,9
51,5
en %
Doorstroming naar hoger onderwijs Doorstromers naar het hog. onderw.
43
67
Veel lager dan in Limburg
Veel hoger dan in Limburg
1.7.8 Spreiding over de onderwijsvormen in het gewoon secundair onderwijs Het kan interessant zijn om de spreiding van de onderwijsvormen in het secundair onderwijs te bestuderen maar er moet opgelet worden met uitspraken. Vaak krijgen de Bstroom en BSO (beroeps secundair onderwijs) een negatieve connotatie. Wie die onderwijsstroom volgt, zou meer risico’s lopen op een lager diploma en een zwakke maatschappelijke positie als volwassene. Het is een feit dat wie BSO volgt en afstudeert zonder diploma hoger secundair onderwijs lagere kansen heeft op de arbeidsmarkt. Toch moet opgelet worden! B-stroom of BSO zijn geen indicator van een risicoschoolloopbaan. 65 66 67
Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 p. 43
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Het is de combinatie van deze onderwijsvormen én schoolse vertraging die kan wijzen op een risicoschoolloopbaan.68 Voor Maasmechelen moeten we vaststellen dat het aantal leerlingen in de A-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs veel lager ligt dan in Limburg (Maasmechelen: 77,4 %, Limburg 83,3 %). Meer nog, het aantal kinderen dat kiest voor een A-stroom ligt over heel Limburg het laagst in Maasmechelen. Het aantal leerlingen dat kiest voor de B-stroom is dan weer veel hoger dan in Limburg. Al vanaf de eerste graad zien we dus dat jongeren in Maasmechelen opteren voor een “lagere” richting (22,6 %). Maasmechelen staat met dit percentage op de eerste plaats in Limburg. Dit wil zeggen dat er nergens anders in Limburg meer de keuze wordt gemaakt voor de B-stroom in de eerste graad van het secundair onderwijs. Ook het aantal jongeren dat kiest voor een ASO-richting in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs is bijgevolg veel lager dan in Limburg. Slechts 25,8 % kiest voor een ASO-richting (Limburg 35,9 %). Verder is er in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs de keuze tussen TSO (technisch secundair onderwijs), KSO (kunst secundair onderwijs) en BSO (beroeps secundair onderwijs). Er zijn veel meer jongeren in Maasmechelen die de keuze maken voor een BSO-richting dan in de rest van Limburg. Wat het KSO en het TSO betreft, kunnen we vaststellen dat het aantal leerlingen KSO lager ligt dan in Limburg en dat het aantal leerlingen TSO hoger ligt dan in Limburg. 36,2 % van de jongeren kiest voor TSO en 1,37 % van de jongeren kiest voor KSO in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Globaal kunnen we stellen dat in de tweede en derde graad het vaakst wordt gekozen voor BSO (36,6 %), vervolgens is de keuze voor TSO populair (36,2 %) gevolgd door het ASO (25,8 %) en het KSO (1,37 %). Tot slot willen we nog eens benadrukken dat het aantal jongeren dat BSO volgt veel hoger ligt in Maasmechelen dan in de rest van Limburg met eventuele gevolgen voor de verdere beroepscarrière (zie boven).
01.01.2005 Leerlingen graad in het Leerlingen graad in het
in de A-stroom van gewoon sec. onderwijs in de B-stroom van gew. secund. onderwijs
aard indicator 1ste %
indicator gemeente 77,4
stand.score gemeente -1,90
indicator Maasland 81,6
indicator Limburg 83,3
rang gemeente 44
1ste %
22,6
1,90
18,4
16,2
1
ASO-leerlingen 2de-3de graad gewoon secundair onderwijs
in
het %
25,8
-1,88
31,3
35,9
43
TSO-leerlingen 2de-3de graad gewoon secundair onderwijs KSO-leerlingen 2de-3de graad gewoon secundair onderwijs BSO-leerlingen 2de-3de graad gewoon secundair onderwijs
in
het %
36,2
0,64
34,1
33,3
16
in
het %
1,37
-0,70
1,71
1,97
34
in
het %
36,6
1,81
32,9
28,8
1
69
Veel lager dan in Limburg
68 69
Lager dan in Limburg
Hoger dan in Limburg
Veel hoger dan in Limburg
Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 Welzijnsmonitor provincie Limburg – editie 2006 p. 44
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.7.9 Allochtone jongeren in het onderwijs Uit een studie van de vakgroep Tempus Omnia Revelat (TOR) van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat zowat de helft van de allochtone jongeren van Turkse of NoordAfrikaanse afkomst het secundair onderwijs verlaat zonder diploma. Niet alleen de schoolloopbaan van jongeren van Turkse of Noord-Afrikaanse afkomst verloopt problematisch. Dit kan veralgemeend worden voor alle allochtone jongeren aldus de studie. Zeer weinig allochtone jongeren beginnen aan het hoger onderwijs, dit in tegenstelling tot de autochtone jongeren.
Afkomst Allochtoon Afrikaans) Autochtoon
Geslacht (Turks
en
Noord-
Vrouwelijk Mannelijk Vrouwelijk Mannelijk (*) onderzoek bij 9000 Vlaamse jongeren
Percentage dat het hoger onderwijs aanvangt in Vlaanderen (*) 25 % < 20 % 71 % 57 %
De studie geeft ook mogelijke verklaringen van de grote onderwijsachterstand van allochtone jongeren: - mogelijk nadelig gevolg van aanpassingsproblemen die migranten ervaren wanneer ze in België aankomen; - mogelijk gevolg van nadelig ouderlijk milieu. Mochten allochtone jongeren uit gelijkaardige milieus afkomstig zijn als autochtone jongeren, dan zou ook hun schoolloopbaan minder problematisch verlopen; - mogelijk gevolg van gebrek aan mentale en praktische steun van ouders, broers, zussen en leeftijdsgenoten. Verder menen de onderzoekers nog te kunnen zeggen dat de oververtegenwoordiging van allochtone jongeren in het beroepsonderwijs en hun ondervertegenwoordiging in het algemeen secundair onderwijs, één van de voornaamste oorzaken is voor een lage doorstroming naar het hoger onderwijs.70
1.7.10
Levenslang leren
Levenslang leren is tegenwoordig het motto van velen. Ook in Maasmechelen zijn er mogelijkheden om je kennis te verruimen, om het even welke leeftijd je hebt. Zo organiseert Dienstencentrum De Bolster onder andere vormende activiteiten voor alle inwoners van Maasmechelen, maar voornamelijk voor medioren en jonge en oudere senioren. Ook de VDAB (Vlaamse Dienst voor ArbeidsBemiddeling) biedt opleidingen aan. We moeten vaststellen dat de deelname hieraan van laaggeschoolden in Maasmechelen jaar na jaar toeneemt.71 Het Centrum voor Talen en Techniek is nog één van de mogelijkheden voor volwassenen in Maasmechelen om bij te leren. Via tweedekansonderwijs kan je in Eisden de opleiding kantoor BSO3 volgen die je een volwaardig diploma secundair onderwijs geeft. Ook in de vakgebieden informatica, kleding, koken en talen worden lessen gegeven.72 Kopa Limburg organiseert in Maasmechelen lessen om een diploma te bekomen. Het is vooral de bedoeling om de cursist zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. KOPA is specifiek gecreëerd voor het opzetten van opleidingsinitiatieven voor (langdurig) werkzoekenden en andere risicogroepen. Het vergroten van hun kansen op de arbeidsmarkt, via vooropleidingen, finaliteitsopleidingen en begeleiding naar arbeidsmarkt 70 71 72
http://www.vub.ac.be/TOR http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi http://www.cttlimburg.be p. 45
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
(door individuele begeleiding, inrichting van stages en sollicitatietraining) blijft de hoofddoelstelling. Het project is ontstaan in 1988 als Project Kelchtermans voor laaggeschoolde, langdurige werklozen. Het project is bedoeld voor werkzoekenden, OCMW-cliënten die 1 dag werkloos zijn, met langdurige werkloosheid bedreigde laaggeschoolden, personen bedreigd met uitsluiting van de arbeidsmarkt, met langdurige werkloosheid bedreigde en laaggeschoolde vrouwen en laaggeschoolde jongeren. In het Sint Barbara Instituut kan je opleidingen volgen gaande van talen, over huishoudelijke technieken tot burotica en informatica. Het Sint Barbara Instituut verzorgt onderwijs voor sociale promotie zoals dat wordt genoemd. Het doel hiervan is 4-ledig: - volwassenen een kans bieden om alsnog een diploma te halen; - volwassenen de kans bieden zich bij te scholen of te vervolmaken in een bepaald vakgebied; - de talenkennis van de bevolking vergroten; - kansen bieden voor persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke integratie. We kunnen vaststellen dat steeds meer mensen de weg vinden naar het onderwijs sociale promotie. Het aandeel vrouwen is steeds hoger dan het aandeel mannen.73 Tot slot moeten we vaststellen dat 15 à 18 % van de volwassen Vlaamse bevolking, hetgeen neerkomt op 700 000 à 850 000 volwassenen, moeite heeft om mee te kunnen in de maatschappij. Het overbruggen van de kenniskloof en de digitale kloof blijft een uitdaging. Terugdringen van laaggeletterdheid en laaggecijferdheid is een kerntaak van het centrum voor basiseducatie. Cursussen zijn gericht op het aanleren en het verbeteren van basiscompetenties. Je kan het Centrum Basiseducatie Maasland vinden in het opleidingscentrum, vlakbij de vroegere mijnterreinen van Eisden.
1.7.11
Samenvatting cijfers met betrekking tot onderwijs
Maasmechelen heeft 16 basisscholen en 7 secundaire scholen. Ook voor volwassenen zijn er allerlei mogelijkheden tot bijscholing. Voor het kleuteronderwijs zijn er geen opvallende cijfers te noteren. In het lager onderwijs daarentegen moeten we vaststellen dat in Maasmechelen veel meer kinderen schoolse vertraging oplopen en ook veel vaker een risicoschoolloopbaan doorlopen ten opzichte van Limburg in het algemeen. Ook Maasmechelse leerlingen van het secundair onderwijs lopen vaker dan in Limburg schoolse vertraging op. Maasmechelen heeft het grootste aantal leerlingen dat deeltijds beroepsonderwijs volgt in heel Limburg. Zeer veel middelbare schoolstudenten doorlopen daarenboven een risicoschoolloopbaan in onze gemeente. Het aantal leerlingen dat buitengewoon lager onderwijs volgt is hoger dan in Limburg. Voor het aantal kinderen in het buitengewoon kleuter – en secundair onderwijs scoren we gemiddeld. Schoolse vertraging kent zijn opmars vanaf de lagere school. Zo’n 17,3 % in het lager onderwijs en 35,4 % in het secundair onderwijs heeft schoolse vertraging. Dit geldt ook voor het fenomeen van de risicoschoolloopbanen. We halen hier een veel hoger percentage dan in Limburg! Er is ook een zeer lage scholing in Maasmechelen. Hiermee wordt bedoeld dat er zeer weinig leerlingen doorstromen naar het hoger onderwijs in vergelijking met de rest van Limburg. Met slechts 35,3 % doorstromers staan we op de laatste plaats in heel Limburg. 73
http://aps.vlaanderen.be/sgml/largereeksen/idnr.htm p. 46
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Opvallend is dat de B-stroom zeer populair is in vergelijking met de rest van Limburg. Dit ten nadele van de A-stroom waar dan weer zeer weinig leerlingen bij aansluiten als we het vergelijken met het Limburgs gemiddelde. Dit fenomeen doet zich voor doorheen de hele schoolloopbaan. Een onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel vertelt ons nog dat in Vlaanderen zeer weinig allochtone jongeren aan het hoger onderwijs beginnen. Dit in tegenstelling tot de autochtone jongeren. Tot slot kunnen we vaststellen dat er in Maasmechelen verschillende mogelijkheden zijn om levenslang te leren.
K w a l i t a t i e v e
a n a l y s e
1.7.12 Domein 5: Onderwijs De deelnemers aan domein 5 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Er moet een gemeentelijk coördinatie – en aanspreekpunt inzake onderwijs komen. Dit aanspreekpunt moet de onderwijsproblematiek in Maasmechelen cijfermatig onderbouwen en beleidsondersteunend werken. Er zou bij alle Maasmechelaren een minimaal ‘taal’niveau gerealiseerd moeten worden en dit in functie van de levenskwaliteit, ongeacht de leeftijd. Het fenomeen ‘de lat steeds lager te leggen op het gebied van taal’, de daling van de geletterdheid en de dualisering moet tegengegaan worden. Ouders, kinderen en scholen moeten gesensibiliseerd, geïnformeerd, begeleid en ondersteund worden bij de scharniermomenten in de studieloopbaan om aldus een gekwalificeerde uitstroom te bereiken. Het schooltraject moet in betere omstandigheden kunnen doorlopen worden, zowel door kinderen, jongeren als volwassenen. Ook bij maatschappelijke materies die te maken hebben met opvoeding, ontwikkeling van het kind of de jongeren is ondersteuning en begeleiding van de ouders nodig. Ouders moeten gesensibiliseerd en degelijk geïnformeerd worden. Men moet de structurele samenwerking bevorderen en netwerken opzetten ter verhoging van het draagvlak en de continuïteit met het oog op het ontwikkelen van gelijkere kansen voor jongeren en kinderen in het Maasmechelse onderwijs. Om de risicoschoolloopbanen te verminderen, moet de samenwerking van de betrokken diensten bevorderd worden. Er is nood aan overleg op individueel niveau. Leerkrachten moet vaardiger gemaakt worden en hebben nood aan coaching in functie van het welbevinden, waardering en erkenning.
p. 47
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.8 Domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
1.8.1 Subsidie sociale en culturele participatie Participatie wordt beschouwd als een belangrijke hefboom voor de sociale dienstverlening. Die hefboom heeft een integrerende en preventieve functie en kan complementair zijn aan andere, meer klassieke integratiekaders zoals tewerkstelling en opleiding. Het is een hefboom die mensen aanspreekt op hun persoonlijke krachten, potenties en interesses en minder op hun gebreken en falen. En ook een actieve en gevarieerde invulling van vrije tijd impliceert een makkelijkere integratie en participatie. In Maasmechelen wordt al decennialang ‘geïnvesteerd’ in het verenigingsleven. Immers de lokale organisaties vormen het ‘cement van onze samenleving’. Sport-, socio-culturele en jeugdorganisaties (in totaal meer dan 400) zijn niet meer weg te denken. En toch slagen we, net als in de rest van Vlaanderen, er onvoldoende in om het verenigingsleven toegankelijk te maken voor specifieke doelgroepen. De extra financiële middelen waarover de OCMW’s sinds 2003 beschikken, creëren dan weer heel wat mogelijkheden en kansen. In recente onderzoeken is echter te lezen dat de financiële drempel slechts één van de vele obstakels is om te participeren. Er is dus nood aan een integraal participatieverhaal dat stoelt op een draagvlak binnen het OCMW en het gemeentebestuur én ingebed is in de ruimere (lokale) context.74 Het nieuwe participatiedecreet van minister Anciaux daagt dan ook lokale besturen verder uit en vanaf 2008 worden bijkomende middelen ingezet. Hoeveel naar Maasmechelen zal vloeien is niet gekend, aangezien de uitvoeringsbesluiten nog niet gestemd zijn. De OCMW ’s krijgen ingevolge van het KB van 8 april 2003 subsidie om de sociale en culturele participatie en ontplooiing van cliënten te bevorderen. De cliënten krijgen op basis van een reglement een subsidie en betalen op die manier zelf nog een klein gedeelte van de kosten. Goede vergelijkbare cijfers wat betreft de doeleinden waarvoor de subsidie gebruikt wordt, zijn er voorlopig nog niet. We weten wel dat in de periode 01-05-2003 tot 30-04-2004 102 gezinnen en 292 personen daadwerkelijk gebruik maakten van de toelagen. 129 gezinnen gaven te kennen in 2004-2005 gebruik te willen maken van de toelage. Voor de periode 1 mei 2004 tot 30 april 2005 kunnen we het volgende vaststellen:
Subsidie sociale en culturele participatie Totale toelage
01-05-2004 tot 30-04-2005 13861 euro
Gebruikt voor eenmalige activiteiten
80 personen uit 48 gezinnen
Gebruikt voor tussenkomst in verenigingsleven
59 personen uit 41 gezinnen
Gebruikt voor activiteiten georganiseerd voor en door de doelgroep
10 personen uit 9 gezinnen
Gebruikt voor OCMW-filmproject
123 personen uit 85 gezinnen
Gebruikt voor CAW ’t Verschil ontmoetingsproject (ICT)
41 personen uit 39 gezinnen
74
Ann Clé: Culturele, sportieve en sociale participatie – het OCMW aan zet! p. 48
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Ook in de periode 2004-2005 werd er dus goed gebruik gemaakt van deze toelage. De vraag is groot, maar helaas daalt het budget dat door de hogere overheid aan het OCMW van Maasmechelen wordt toegekend van mei 2003 tot mei 2005 met 8 %. In mei 2006 zien we weer een stijging van het budget. 129 OCMW-cliënten maakten in 2006 gebruik van deze toelage.
Subsidie sociale en culturele participatie
05-2003
05-2004
05-2005
05-2006
Totale toelage
13 953,35 euro
13 861 euro
12 867 euro
14 455 euro
Het gemeentebestuur van Maasmechelen bouwt haar vrijetijdsbeleid uit via verschillende beleidsplannen al dan niet naar specifieke doelgroepen. Hierin wordt sterk gewaakt over: • inspraak- en participatiekansen (vooral via de erkende adviesraden), • de financiële maar vooral materiële en infrastructurele ondersteuning en • de eigen gemeentelijke programma’s. Maasmechelen had in 2007, volgende middelen ter beschikking voor ondersteuning van verenigingen of organisaties uit volgende sectoren: • • • • • •
Sport: 75 000 euro (+ 3 720 aan de adviesraad) Jeugd: 24 790 euro (+ 3718 aan de adviesraad) Cultuur: 32 000 euro (+ 3 720 aan de adviesraad) Gehandicapten: 2 480 euro (+ 3 795 aan adviesraad) Senioren: 5 600 euro (+ 3 793 aan adviesraad) Ontwikkelingssamenwerking: 10 000 euro om de twee jaar voor Kleurrijk Maasmechelen (+ 3 805 euro voor de werkgroep ontwikkelingssamenwerking en + 3 710 euro voor de Maasmechelse Interculturele Raad)
1.8.2 Multiculturele projecten en activiteiten In samenwerking met de DIP (Dienst Interculturele Promotie) worden allerlei multiculturele projecten georganiseerd waar een deel van de Maasmechelse bevolking interesse in toont, hetzij als deelnemer, hetzij als toeschouwer. Enkele voorbeelden: -
-
-
-
-
Fietsen door culturen: een multiculturele fietstocht met stopplaatsen in verschillende gemeenschappen en uitleg over de (mijn)geschiedenis van Maasmechelen. Multiculturele wandelroute door Maasmechelen: een wandeling op eigen initiatief met infobrochure/uitleg die verkrijgbaar is op de toeristische dienst. Kleurrijk Maasmechelen: om de twee jaar komen een twintigtal Maasmechelse verenigingen samen en bemannen hun standje om hun cultuur en/of vereniging te promoten. Er zijn tal van optredens op het centraal podium en overal zijn workshops, straattheater en ook een multiculturele zoektocht. Men kan rekenen op zo’n 5 000 aanwezigen. Maasmechelen Mediterrané: een multiculturele happening tijdens de jaarlijkse braderie met straatanimatie, verzorgd door de verschillende culturen binnen Maasmechelen. Deze activiteit is ingebed in Kleurrijk Maasmechelen. Internationale koorwedstrijd: koren uit verschillende landen verzamelen in Maasmechelen om hun beste beentje voor te zetten. Deze activiteit wordt om de twee jaar georganiseerd. Maasmechelen Muzaïek, een multicultureel muziekprogramma, is een evenement dat vervat zit in deze internationale koorwedstrijd. Dagtrips Maasmechelen VVV met een multicultureel karakter. Cuisine Locale: een project waarin verschillende culturen hun keuken-, voedings-, en eetgewoonten kunnen delen. Internationale uitwisselingen. p. 49
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.8.3 Cultuur in Maasmechelen Maasmechelen beschikt over een brede waaier van culturele verenigingen en culturele actoren: de muziek- en kunstacademie, de harmonieën en fanfares, de koren, de dansverenigingen, de kunstkringen, de heemkundige kringen, de carnavalsverenigingen, de cultuurdienst, de amateurgezelschappen, het Cultureel Centrum, enzovoort. Naast de eigen locatie maakt het Cultureel Centrum gebruik van de concertzaal van het kasteel Vilain XIIII te Leut en van de kerken van Leut, Vucht en Eisden-Cité, voornamelijk voor jazz en klassieke concerten. Naast de vernieuwde tentoonstellingsruimte in het eigen centrum, wordt voor exposities op locatie gewerkt: voormalige mijngebouwen, kelders van kasteel Vilain XIIII, parken, …. Het cultureel centrum heeft een groot aanbod van activiteiten. Een deel daarvan zijn eigen activiteiten, een ander deel zijn receptieve activiteiten.
1.8.3.1 Eigen activiteiten van het cultureel centrum Maasmechelen De eigen podiumactiviteiten werden in 2006 allemaal uitgevoerd door professionele uitvoerders. In totaal waren er 135 activiteiten, waaraan 18 454 personen deelnamen. Er was theater, dans, populaire muziek, klassieke muziek, wereldmuziek, jazz, folk, amusement (cabaret, humor) en film, audiovisuele en nieuwe media. Vooral de theatervoorstellingen werden druk bezocht. Er werden 21 omkaderingsactiviteiten georganiseerd. Dit zijn inleidingen, nabesprekingen, lezingen, interviews, ateliers, workshops, rondleidingen, sfeerscheppende activiteiten en vernissages bij tentoonstellingen. In totaal waren er 823 deelnemers in 2006. Ook de educatieve activiteiten werden druk bezocht. Er werden 571 deelnemers geteld voor 36 educatieve activiteiten, die in totaal 419 uren in beslag genomen hebben. Tot slot werden er ook nog 4 tentoonstellingen georganiseerd die samen 72 dagen duurden.75
1.8.3.2 Receptieve activiteiten van het cultureel centrum In totaal werden er in 2006 28 podiumactiviteiten door derden georganiseerd waarvan 8 door professionele uitvoerders en 20 door amateurkunstenaars. Er waren 880 educatieve activiteiten die in totaal 3 054 uren in beslag namen. Ook werden er vier tentoonstellingen georganiseerd gedurende 24 dagen. Tot slot waren er nog 239 andere activiteiten zoals repetities en voorbereidingen voor een creatie, vergaderingen, ontspannings – en ontmoetingsactiviteiten en overige.76
1.8.4 Sport in Maasmechelen In Maasmechelen is heel wat sportinfrastructuur ter beschikking, zowel gemeentelijk als privaat. Een overzicht: Er zijn twee overdekte gemeentelijke sporthallen en twee sportzalen, waarvan één judohal. Er is ook het overdekt zwembad Prinsenpark. De scholen bieden hun sportzalen aan waardoor er nog negen schoolsportzalen privé ter beschikking worden gesteld. De Griffel heeft ook een zwembad ter beschikking.
75
Gegevens verkregen van Hugo Haeghens, directeur van het cultureel centrum Maasmechelen – refertejaar 2006 76 Gegevens verkregen van Hugo Haeghens, directeur van het cultureel centrum Maasmechelen – refertejaar 2006 p. 50
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Tot slot zijn er nog een achttal andere private infrastructurele sportmogelijkheden (UVOC Schuurke, Sana, Home Fabiola, Sportstudio Atilla, Snookersport, Bowling Maasmechelen, Indoor sportcentrum Cargo, schietstand ’t Mikpunt). In openlucht kan men gebruik maken van heel wat voetbalterreinen. Ook tennis, boogschieten, atletiek, volleybal, basketbal, beachvolleybal, vissen, Finse piste, hondensport, rallycross, … behoren tot de mogelijkheden.77 Uit een bevraging georganiseerd door de sportdienst blijkt dat wegens een overbezetting van de gemeentelijke sporthallen de sportverenigingen vragen naar bijkomende overdekte sportinfrastructuur. Vooral de uitbouw van hun jeugdwerking heeft ertoe geleid dat er momenteel een tekort is aan gemeentelijke sporthalruimte. De sportclubs beogen nog een verdere uitbouw van hun jeugdwerking, een verbetering van het niveau door meer trainingsuren en hopen in de toekomst op meer gekwalificeerde trainers te kunnen rekenen. Hiervoor is echter financiële en logistieke ondersteuning noodzakelijk. 1.8.4.1 Activiteiten van de sportdienst78 De sportdienst zorgt vanuit het gemeentelijk sportpark voor de uitvoering van het sportbeleid, de programmering en de coördinatie van de sportactiviteiten en het beheer van de gemeentelijke sportinfrastructuur. Een van de doelstellingen van het gemeentelijk sportbeleid is zoveel mogelijk inwoners motiveren om actief te sporten en dit probeert de sportdienst via een aantal initiatieven:
Sport voor de jeugd Sportkampen Tijdens de verschillende schoolvakanties is er een aanbod van sportkampen voor kleuters, kinderen van het lager onderwijs en + 12 jarigen. Gemeentelijke sportacademie “Academie” is een ander woord voor “school” waar kinderen de kans moeten krijgen om sport te beoefenen op hun eigen niveau, via een aanbod aangepast aan hun eigen ontwikkelingsfase. Dit onder deskundige begeleiding en in de aangepaste accommodatie. Door deelname aan de sportacademie kunnen jongeren en kinderen hun vrije tijd op een sportieve wijze met anderen doorbrengen of zich op een goede manier voorbereiden op sportoefening in een sportclub. Zwemacademie Naast de sportacademie is er ook de zwemacademie. Ingedeeld in niveaugroepen krijgen alle kinderen de kans om hun zwemvaardigheden optimaal te ontwikkelen. Heeft men interesse in leren zwemmen of vervolmaken van zwemstijlen, dan is de zwemacademie een goede tijdsbesteding. Watergewenning voor kleuters en peuters Het doel van deze cursus is dat kinderen vanaf 3 jaar vertrouwd raken met het water en op een speelse manier een aantal vaardigheden leren. Jeugdsportinitatiedag (JIM-dag) Tijdens die dag laat men de jongeren met een 8-tal verschillende sporten kennis maken en dit via een doorschuifsysteem. Elk jaar is er een maximum bezetting van 160 leerlingen van 9 tot 12 jaar. Dit initiatief wordt georganiseerd in samenwerking met de sportraad en plaatselijke sportclubs en heeft als doel de jeugd na deze kennismakingsronde te laten doorstromen naar de sportclubs.
77 78
Sportdienst Maasmechelen www.maasmechelen.be p. 51
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Buurtvoetbaltornooi De hoofddoelstelling van dit tornooi is dat er zoveel mogelijk wedstrijden gespeeld worden. Het recreatieve element is belangrijker dan het competitieve element en de sportiviteit is zeer belangrijk, zowel voor de speler, de begeleider, de organisator, de scheidsrechter, …. Dit 2-daags tornooi gaat door tijdens de laatste week van juni in het gemeentelijk sportpark voor de leerlingen van de 3de graad lager onderwijs en de 2de graad lager onderwijs, hetgeen overeenkomt met een 600-tal leerlingen per dag. Dit initiatief is een organisatie van de sportdienst in samenwerking met de werkgroep ‘buurtsport’, de sportraad en Interscholen. Sportkicks Dit is een jeugdsportdag tijdens de paasvakantie in samenwerking met de werkgroep buurtsport en de provincie. Maasmechelen neemt elk jaar deel met een 200-tal jongeren. Buurtsport De bedoeling van buurtsport is het promoten van diverse sporten in de directe woonomgeving van de jongeren, alsook de organisatie van lokale acties, vaak in de vorm van kleine initiaties en tornooien, om kennis te maken met verschillende sportdisciplines zoals zaalvoetbal – badminton voor meisjes – dans – schaatsen – basketbal – volleybal – astrosoccer, .... De basisgedachte is: het sporten op recreatief vlak te promoten, waarbij nieuwe ervaringen primeren op competitie. Boksproject De aandacht wordt hier niet gericht op het ‘leren vechten’, maar vooral op conditietraining, techniek beheersing, veiligheid en communicatie. De trainingen staan open voor iedereen vanaf 6 jaar, waarbij nationaliteit, cultuur en boksniveau geen rol spelen. De lessen vinden vier keer per week plaats en worden gegeven door gekwalificeerde lesgevers. Dit initiatief is een organisatie in samenwerking met de jeugddienst, vzw Thebe, Dienst Interculturele Promotie en de provincie Limburg. Interscholen Maasmechelen Dit is een uniek en sportief initiatief, dat de schoolsportwerking over alle netten heen stimuleert, met deelname van elke Maasmechelse school. Tijdens het schooljaar zijn er een 10-tal sportieve ontmoetingen.
Sport voor vrouwen De gemeentelijke sportdienst organiseert ook wekelijks een uurtje sport voor vrouwen (behalve tijdens de schoolvakanties). De lessen zijn bestemd voor vrouwen vanaf 18 jaar en gaan door in sporthal De Kommel. Mogelijke activiteiten zijn badminton, onderhoudsgymnastiek, aerobic, ....
Sport voor senioren Netbal De gemeentelijke sportdienst organiseert iedere week lessen netbal. De lessen zijn bestemd voor senioren (50+) en gaan door in verschillende plaatselijke sporthallen. Tijdens deze wekelijkse lessen leren de senioren balvaardigheden (werpen, vangen, opgooien, …), het ploegspel, de netbalreglementen. Het uitgangspunt is plezier maken en deelnemen aan Limburgse netbalontmoetingen. Wandelingen De seniorenwandeling is een begeleide, recreatieve en gezellige wandeltocht variërend van 6 tot 8 km. Wandelen is een sport die de gezondheid en het sociaal contact bevordert. Het is een leuk alternatief voor personen die op een gezonde en sportieve manier een namiddag willen doorbrengen. De deelname is gratis. p. 52
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Recreatiesport 50+ De gemeentelijke sportdienst biedt ook wekelijks een uurtje recreatiesport voor 50plussers aan. In deze bewegingslessen wordt specifiek aandacht besteed aan aangepaste vormen van seniorensport. Het plezier staat centraal. De lenigheid van de spieren, de beweeglijkheid van de gewrichten en de conditie worden onderhouden. Er zijn activiteiten gaande van wandelen, seniorendans, onderhoudsgymnastiek, badminton, petanque, ....
1.8.5 Maatschappelijke participatie voor de jeugd De jeugd kan in Maasmechelen terecht bij verschillende initiatieven. Twee private speelpleinwerkingen (Saenhoeve en Tiliae) en één gemeentelijk initiatief zowel naar kinderen met als zonder handicap zijn actief in de zomermaanden. Verder zijn er meer dan 10 jeugdbewegingen die haast wekelijks een werking hebben en in de zomervakantie het jaar bekronen met een bivak. Maasmechelen heeft ook drie jeugdhuizen: - jeugdhuis ’t Alibi - jeugdhuis Underground - vzw Thebe, hetgeen een fusie is van jeugdhuis ’T Lont en jeugdhuis Oké. Vzw Thebe wil voor zinvolle vrijetijdsbesteding zorgen voor kinderen van 6 tot 18 jaar. Ze geven invulling aan die zinvolle vrijetijdsbesteding op volgende manieren: ontmoeting, vorming, recreatie, informatie, internationale uitwisseling, monitorenopleiding voor migrantenjongeren, …. Naast deze jeugdhuizen is er ook nog het gemeentelijk jeugdcentrum Asteroïde B612. Dit is een multifunctionele ruimte die voor uiteenlopende activiteiten ter beschikking wordt gesteld van jongeren, (jeugd)verenigingen, scholen, .... Men kan er terecht om te skaten, er is een indoorspeeltuin en er is de mogelijkheid om er verjaardagsfeestjes te organiseren. Muzikale jongeren kunnen zich uitleven in de muziekbunker. Dit is een geluidsdichte kamer met zanginstallatie, versterkers voor bas en gitaar en een volledig drumstel. In de zomer maakt speelpleinwerking de Saenhoeve gebruik van de infrastructuur. Verder organiseert de jeugddienst tal van projecten zoals Zee van Vrije Tijd, het boksproject, grabbel- en swappas, internationale uitwisselingen, .... Ook de jeugdwerkingen van sportclubs valt niet weg te cijferen. Enkele duizenden kinderen en jongeren proberen enkele malen per week hun sportprestaties op te krikken. Hierbij vallen vooral de balsporten op; voetbal, volley en basket. Maar ook de gevechtssporten en tennis blijven populair.
1.8.6 Samenvatting cijfers met betrekking tot maatschappelijke, culturele en sportieve participatie De subsidie vanuit het OCMW om sociale en culturele participatie en ontplooiing van de cliënten te bevorderen werd door 129 cliënten gebruikt in het jaar 2006. Dit kwam overeen met een bedrag van 14 455 euro. Met het participatiedecreet wordt dit verdubbeld en zullen ook andere middelen vrijkomen voor vrijetijdsmogelijkheden voor dit doelpubliek in de jeugd-, sport- en cultuursector. In Maasmechelen worden heel wat multiculturele projecten en activiteiten georganiseerd. Dit zowel voor de allochtone als de autochtone bevolking. Verder kunnen we stellen dat zowel op cultureel als op sportief vlak in Maasmechelen veel te beleven is. Het cultuurcentrum heeft jaarlijks een brede waaier aan activiteiten. De podiumactiviteiten worden druk bezocht. Voor de 135 eigen activiteiten kwamen 18 454 p. 53
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
personen opdagen. De 21 omkaderingsactiviteiten werden door 823 personen bezocht in 2006. Tot slot werden er nog tentoonstellingen en educatieve activiteiten georganiseerd. Ook bij de sportdienst kan iedereen – jong of oud – terecht om zich sportief te ontplooien. Er is voor elk wat wils (kleuters, jongeren, vrouwen, senioren, …). Ondanks het feit dat er heel wat infrastructurele voorzieningen zijn, blijkt er toch een tekort te zijn voor de vele sportverenigingen met een uitgebouwde jeugdwerking in Maasmechelen. De clubs vragen dan ook logistieke en financiële ondersteuning. . Ook de jeugd wordt niet vergeten. Maasmechelen heeft een drietal jeugdhuizen en een jeugdcentrum waar jongeren terecht kunnen voor ontmoeting, recreatie, vorming enzovoort. De sportclubs houden jongeren op een zinvolle manier bezig en ook de jeugddienst is vrij actief via de organisatie van verschillende projecten.
K w a l i t a t i e v e 1.8.7 Domein 6: participatie
Maatschappelijke,
a n a l y s e culturele
en
sportieve
De deelnemers aan domein 6 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd aangaande hun domein. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: Er moet een verdere uitbouw komen van een toegankelijk en betaalbaar aanbod op maatschappelijk, cultureel en sportief vlak. Dit aanbod moet afgestemd zijn op de noden van de Maasmechelse bevolking met specifieke aandacht voor de verschillende doelgroepen zoals jongeren, gehandicapten, allochtonen, senioren en maatschappelijk kwetsbare jongeren. De bestaande infrastructuur binnen de gemeente moet maximaal toegankelijk gemaakt worden en dit zowel fysiek als psychologisch. Verder moet een optimaal multifunctioneel gebruik van die infrastructuur en ook van het materiaal gestimuleerd worden. Men moet de uitwisseling en centralisatie van de informatie over het ruime aanbod bevorderen en vervolgens gedifferentieerd, laagdrempelig en gericht communiceren naar de bevolking en potentiële gebruikers. Op die manier kunnen het aanbod en plaatselijke initiatieven beter bekend gemaakt worden waardoor de participatie kan verhogen. Er moeten extra mogelijkheden inzake openbare speelpleinen en ontmoetingsruimten gecreëerd worden. Men moet een behoeftedekkend vervoersnetwerk over de hele gemeente uitbouwen met een betere afstemming van het bestaande vervoersaanbod. Tot slot zou het bestaande verenigingsleven gestimuleerd en ondersteund moeten worden en moet er een positief en waarderend vrijwilligersbeleid gevoerd worden. Mensen moeten aangetrokken worden om vrijwilligerswerk te doen met flexibele engagementen en een regelmatige blijk van waardering. Uit de bevraging van de senioren in Maasmechelen kunnen we concluderen dat ouderen volgende top drie hebben van activiteiten die het meest beoefend worden: 1. luisteren naar de radio (74,2 %) 2. wandelen of fietsen (68,6 %) 3. tuinieren (57,6 %)
p. 54
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Helaas zijn ouderen van Maasmechelen minder geïnformeerd over het bestaan van verenigingen voor ouderen dan in de rest van Limburg. 17,0 % van de bevraagden heeft geen weet van het bestaan van verenigingen van ouderen in de gemeente. De aspecten die ouderen belemmeren om culturele evenementen bij te wonen zijn een gebrek aan interesse (56,2 %), de te hoge kostprijs (31,9 %) en het tijdstip van de voorstellingen, namelijk ’s avonds (24,2 %).79 Tot slot kunnen we het nog kort hebben over ouderen en het lokale cultuurbeleid: - 78,7 % is tevreden tot zeer tevreden over het aanbod in de bibliotheek (gemiddeld t.o.v. Limburg) - 76,4 % is tevreden tot zeer tevreden over de dienstverlening in de bibliotheek (gemiddeld t.o.v. Limburg) - 76,3 % is tevreden tot zeer tevreden over de toegankelijkheid van de bibliotheek (gemiddeld t.o.v. Limburg) - Maar slechts 59,8 % is tevreden tot zeer tevreden over het cultuurbeleid in de gemeente. Dit is lager dan in Limburg (66,5 %).80
79 80
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 55
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.9 Domein 7: Veiligheid en preventie K w a n t i t a t i e v e
a n a l y s e
De basis voor dit stuk van de omgevingsanalyse is het strategisch veiligheids – en preventieplan van de gemeente Maasmechelen voor de periode 2007-2010. De cijfergegevens werden bekomen door twee registratiesystemen die de lokale politie gebruikt en omvat de periode 2004-2006.
1.9.1 Diefstallen Het aantal diefstallen is in het jaar 2006 gedaald ten opzichte van 2004 en 2005. Waar we in 2005 een sterke stijging zagen ten opzichte van 2004, zien we in 2006 terug een daling, zelfs ten opzichte van 2004. De meest voorkomende vorm van diefstallen binnen Maasmechelen is de diefstal zonder geweld of bedreigingen en deze steeg in de loop van die drie jaar (2004: 312; 2005: 316; 2006: 341). De diefstal uit voertuigen is daarna de meest voorkomende vorm van diefstal. Ook de diefstal uit woningen en fietsdiefstal zorgt voor een aanzienlijk aandeel. Waar we in 2005 moesten vaststellen dat voornamelijk diefstal uit voertuigen frequent voorkwam, kunnen we nu constateren dat dit aandeel sterk gedaald is (2005: 405; 2006:210). Geregistreerde cijfers lokale politie: op basis van processen verbaal Bron ISLP lokale politie: aard diefstallen Inbraken in woningen
2004 -
2005 -
2006 -
- huisdiefstal
5
5
5
- diefstal in woningen
187
136
163
Diefstallen uit voertuigen
195
405
210
Grijpdiefstal
5
12
4
Heimelijke diefstal
8
2
13
Fietsdiefstal
155
151
142
Diefstal van bromfietsen
21
30
24
Diefstal van motorfietsen
3
11
6
Diefstal van een auto
59
40
34
Winkeldiefstal
-
-
-
- huisdiefstal
3
2
6
- diefstal in winkels
48
74
56
Diefstal of afpersing / hold – up
13
4
3
Diefstal met geweld of bedreiging
27
11
11
Diefstal zonder geweld of bedreiging
312
316
341
Totaal:
1041
1199
1018
81
81
Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. p. 56
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.9.2 Geweld Er bestaan verschillende vormen van geweld. Een aantal vormen willen we hier nader beschrijven. Geweld in het openbaar vervoer blijkt zeldzaam te zijn in Maasmechelen. Hier gaan we dan ook niet op in. Andere vormen die wel besproken zullen worden zijn geweld tijdens evenementen, intrafamiliaal geweld en geweld in het schoolmilieu.
1.9.2.1 Geweld tijdens evenementen Als we het over geweld tijdens evenementen willen hebben, moeten we in Maasmechelen enkel kijken naar geweld tijdens fuiven. Er zijn echter geen statistische gegevens voor handen. Wat we wel kunnen zeggen is dat de fuifcultuur die 15 jaar geleden bestond, nu niet meer bestaat. De gemeente zette een tiental jaar geleden fuifstewards in, hetgeen een positief effect had. Helaas, met de komst van de vernieuwde wet op de private bewakingsmaatschappijen, is dit initiatief verplicht moeten verdwijnen.82
1.9.2.2 Intrafamiliaal geweld Een derde van het intrafamiliaal geweld doet zich voor tussen partners en een derde van het intrafamiliaal geweld doet zich voor tussen ex-partners, zo blijkt uit de gegevens van de ISLP-gegevensbank (InformaticaSysteem van de Lokale Politie). De cijfergegevens die beschikbaar zijn dateren van april 2006 tot maart 2007. Geregistreerde cijfers lokale politie Intrafamiliaal geweld
April 2006 eind 2007
–
Tussen partners
113 = 29%
Jan. 2007 – maart 2007 15 = 31%
Tussen ex-partners
118 = 30%
16 = 33%
Overige
41%
37%
83
1.9.2.3 Geweld onder de vorm van steaming binnen het schoolmilieu Steaming is een vorm van geweld die vaak voorkomt in het schoolmilieu. Eigenlijk gaat het niet om een nieuw fenomeen. Vroeger sprak men van afpersing met geweld. Het aantal processen verbaal dat hieromtrent wordt opgemaakt is niet representatief voor het aantal gevallen, zo bleek uit een dark number onderzoek van de gemeente in 2003. Van de 1 504 leerlingen gaven 77 leerlingen toe slachtoffer te zijn en 135 dader te zijn van steaming. Dit in schril contrast met het aantal P.V. ’s (2004: 5; 2005: 4; 2006:1). Naar aanleiding hiervan startte het steamingproject. Er werd een anti-steamingbeleid uitgewerkt met als doelstelling steaming en de daarmee samenhangende onveiligheidsgevoelens terug te dringen. Voor het schooljaar 2006-2007 werd een engagementsverklaring aangegaan met de vijf middelbare scholen van Maasmechelen.84
1.9.3 Sociale en maatschappelijke overlast Het strategisch veiligheids – en preventieplan meldt dat uit gesprekken op de werkvloer blijkt, dat groeiende onverdraagzaamheid en snellere irritatie van de bevolking, maar vooral het feit dat mensen niet meer met elkaar (durven) praten, meestal aan de basis liggen van meldingen van maatschappelijke overlast. Overlast wordt niet geregistreerd binnen ISLP (InformaticaSysteem van de Lokale Politie) aangezien overlast zeer weinig aanleiding geeft tot een proces verbaal. 82 83 84
Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. p. 57
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Volgende fenomenen blijken de maatschappelijke overlast te zijn: -
grootste
bron
van
meldingen
in
het
domein
geluidsoverlast graffiti opgedreven bromfietsen rondhangende jongeren visuele vervuiling (sluikstorten, zwerfvuil/slingervuil, autowrakken, achterlaten van tuinafval, verbranden van afval)
De gemeente zit echter niet stil en heeft vooral rond dit laatste item actie ondernomen. Sinds maart 2007 werd door de coördinator integraal veiligheidsbeleid de werkgroep milieu opnieuw samengeroepen om hieromtrent iets te verwezenlijken. Voor een aantal vormen van overlast zijn volgende cijfergegevens beschikbaar:
Geregistreerde cijfers lokale politie op basis van meldingen Aard van overlast Graffiti
Bron: functioneel systeembeheerder lokale politie 2004 2005 2006 3 6 12
Overlast jeugd
n.b.
18
85
Geluidsoverlast
208
393
436
Overlast bromfietsen
20
9
16
De meldingen betreffende graffiti omslaan slechts een klein aandeel van de reële cijfers. Momenteel wordt er gewerkt aan een actuele inventarisatie van aanwezige graffiti in Maasmechelen. Wat de bromfietsen betreft, omvatten deze cijfers de bromfietsen die in beslag werden genomen omwille van het niet conform zijn met de technische eisen of niet verzekerd.85
1.9.4 Druggerelateerde maatschappelijke overlast Binnen de lokale politie van Maasmechelen zijn over druggerelateerde maatschappelijke overlast geen objectieve cijfergegevens beschikbaar. Feit is wel dat uit informele gesprekken met de lokale politie blijkt dat meerdere woninginbraken en inbraken uit voertuigen terug te brengen zijn tot een beperkt aantal daders die gelinkt worden aan druggebruik. Verder stelt de lokale politie vast dat een deel van de criminaliteit in Maasmechelen te wijten is aan drugstoeristen richting Nederland, die aan de grens in Maasmechelen een stopplaats inlassen. De drugproblematiek is wijd verspreid in Maasmechelen. Dit heeft een grote rechtstreekse, maar ook onrechtstreekse vertegenwoordiging van drugs in het totaalbeeld van de criminaliteit als gevolg.86 Om de drugproblematiek aan te pakken startte de gemeente in 2002 met de opmaak van een drugplancontract, dat navolging kreeg in de volgende jaren. Het drugplancontract heeft algemene doelstellingen (ambulante hulp bieden aan mensen die in aanraking komen met drugs, …), doelstellingen op korte termijn (huisvesting, werk, hervalpreventie, …) en lange termijndoelstellingen (stoppen of kunnen omgaan met gebruik en het verhogen van de levenskwaliteit).
85 86
Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. p. 58
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
1.9.5 Preventie in Maasmechelen Het voorkomen en eventueel inperken van schadelijke gevolgen (= preventie) wordt in Maasmechelen zowel binnen als buiten de gemeente opgevolgd.
1.9.5.1 Binnen de politie De rode draad doorheen het huidige politiebeleid is preventie en waarschuwend optreden, in het bijzonder voor het domein verkeer. Ook de coördinator integraal veiligheidsbeleid zijn taak bestaat voor een groot deel uit preventie. Verder beschikt Maasmechelen over 6 stadswachten. Hun hoofdactiviteiten zijn schooltoezicht en wijktoezicht en het graveren van fietsen.87
1.9.5.2 Binnen de gemeentelijke diensten De gemeente Maasmechelen heeft sinds 2006 een voltijds preventieambtenaar die momenteel hoofdzakelijk volgende taken uitvoert: - preventie betreffende steaming - graffiti - veilig fuiven - coördinatiepunt overlast - participeren aan bestaande overlegstructuren Ook de coördinator integraal veiligheidsbeleid volgt functioneel de projecten van de preventieambtenaar mee op. Hij is verder rechtstreeks coördinator van het project ‘Zee van vrije tijd’. Dit is een leefbaarheidsproject waarbij meerdere diensten samenwerken met als doel gelijke kansen in het onderwijs promoten en Maasmechelse jongeren kennis laten maken met het vrijetijdsaanbod tijdens de vakantieperiode. Ook coördineert hij de werkgroep milieuoverlast en volgde hij de leefbaarheidsbabbels Maasmechelen op. Dit alles kan ook kaderen binnen het werkveld preventie. Ook de duurzaamheidsambtenaar wordt momenteel betrokken in de uitvoering van projecten die vallen binnen het domein van veiligheidspreventie. Binnen de diensten communicatie, leefmilieu, wegen en verkeer en welzijn wordt er ook aan preventie gedaan. - Communicatie: klachtenbehandelingssysteem - Leefmilieu: milieupreventie (nog niet duidelijk ingevuld) - Wegen en verkeer: preventieve projecten met betrekking tot verkeer en onder andere onderwijs - Welzijn: forensisch welzijn zoals slachtofferhulp, hulp – en dienstverlening aan gevangenen, begeleiding van daders van seksueel misbruik, zorg voor geïnterneerden, …. Dit is niet rechtstreeks preventie, maar aan het effect van deze werking kan een duidelijke preventieve resultante gekoppeld worden. - Gezondheidspreventie: vijf prioritaire doelstellingen: roken, consumptie van vetrijk voedsel, borstkanker, dodelijke ongevallen, preventie infectieziekten en bijkomende doelstelllingen: bewegen, milieu en gezondheid, gezondheidsverschillen tussen kansarmen en rijken, middelengebruik.
1.9.5.3 Buiten de gemeente Een totaal overzicht van instanties die met preventie bezig zijn in Maasmechelen, maar niet onder de hoede van het gemeentebestuur opmaken, is zeer moeilijk. Enkele belangrijke organisaties zijn CAD Limburg vzw, CAW ’t Verschil, Zelfhulpgroep vzw De Bongerd.
87
Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. p. 59
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Vzw CAD Limburg heeft haar zetel voor het Maasland in Maasmechelen en dekt zo het werkgebied Lanaken, Maasmechelen, Dilsen-Stokkem, Maaseik en Kinrooi. Het CAD Maasland is naast haar opdracht als medisch sociaal opvangcentrum (MSOC) en Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), waar ambulante drughulpverlening wordt verleend, ook actief op het domein van drugpreventie. Er wordt gewerkt aan een actief alcohol – en drugpreventiebeleid door samen te werken met lokale partners.88 Het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW) ’t Verschil heeft een convenant afgesloten met de gemeente en levert volgende dienstverlening aan Maasmechelen: - slachtofferhulp - thuislozen opvangen in de lokalen van de Oude Burelen - verdere afhandeling/opvolging van daders en slachtoffers van intrafamiliaal geweld Tot slot hebben we de zelfhulpgroep vzw De Bongerd die uit mensen bestaat die rond een gemeenschappelijke probleem regelmatig bij elkaar komen om te overleggen, te praten en steun bij elkaar te zoeken. Vanuit de visie dat verslaving geen medisch probleem is, wil men in deze zelfhulpgroep alcohol – en andere drugsverslaafden helpen. Via workshopavonden kan iedereen wekelijks actief aan zijn probleem werken en zich de nodige zelfhulptechnieken eigen maken.89
1.9.6 Samenvatting preventie
cijfers
met
betrekking
tot
veiligheid
en
We starten onze samenvatting met goed nieuws: het aantal diefstallen daalde in het jaar 2006 in Maasmechelen en ook het geweld tijdens fuiven is de laatste jaren afgenomen. Helaas zijn er ook negatieve tendensen te noteren: intrafamiliaal geweld komt ook in Maasmechelen nog te vaak voor. Het gaat dan om geweld tussen partners, tussen expartners of tussen anderen. Steaming, een fenomeen dat al langer bestaat, maar nu onder deze naam bekend is, is een vorm van afpersing die vaak voorkomt in het schoolmilieu. Er werden hiervoor weinig processen verbaal opgemaakt. Toch blijkt uit een dark number onderzoek dat het fenomeen veel vaker voorkomt. Naar aanleiding hiervan startte men het steamingproject in samenwerking met scholen in Maasmechelen. Onze gemeente heeft, net als andere gemeenten, ook te kampen met verschillende vormen van overlast. We moeten constateren dat de verschillende vormen van overlast sterk stijgen. Vooral overlast van jeugd en geluidsoverlast werd zeer frequent genoteerd. Ook de drugproblematiek moet dringend aangepakt worden als we de cijfers interpreteren. Wat preventie betreft kunnen we vaststellen dat er zowel binnen als buiten de gemeente heel wat aan preventie gedaan wordt: binnen de politie, binnen de gemeente, buiten de gemeente, ….
88 89
Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. Strategisch veiligheids – en preventieplan Gemeente Maasmechelen 2007-2010. p. 60
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
K w a l i t a t i e v e
a n a l y s e
1.9.7 Domein 7: Veiligheid en preventie De deelnemers aan domein 7 hebben heel wat knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten kunnen samengevat worden in volgende noden: De structurele samenwerking en afstemming tussen diensten en organisaties moet vergroot worden. Men moet een preventiebeleid uitbouwen en coördineren en dit met bijzondere aandacht voor inspraak, communicatie naar en participatie van de bevolking, bijzondere doelgroepen en wijken. Verder moet er repressief opgetreden worden indien nodig. Het onveiligheidsgevoel moet verminderd worden en de (islam)radicalisering moet tegengegaan worden op basis van een globaal doelgroepenoverschrijdende meerjarenplanning met een multidisciplinaire benadering. Er moet een algemene aanpak inzake milieubeleid uitgebouwd worden, waarbij de rol van de politie en het buurtwerk gericht is op preventie en sensibilisatie. Men moet een samenhangend geheel van preventieve gezondheidsacties uitwerken met specifieke aandacht voor bijzondere doelgroepen en aandacht voor gokken, alcohol, drugs en medicatie. Er moet een ruim verkeersveiligheidsbeleid ontwikkeld worden. Ook zou men een actief mediabeleid tot stand moeten brengen, waarbij Maasmechelen op positieve wijze in de kijker wordt gesteld. . Tot slot zou men de bevolking moeten responsabiliseren en een duidelijke normering inzake parkeren, ruimtelijke ordening, enzovoort moeten uitbouwen met een verplichte inspraak – en adviesstructuur. Vanuit het lokaal behoefteonderzoek senioren moeten we opmerken dat het onveiligheidsgevoel bij Maasmechelse ouderen groter tot veel groter is in vergelijking met de situatie in Limburg of het Maasland. Maar liefst 69 % van de bevraagden vindt dat de laatste tien jaar de straten onveiliger zijn geworden. 70,1 % vindt dat een alarmsysteem in deze tijd geen overbodige luxe is. 72,7 % vindt het vandaag de dag te onveilig om kinderen op straat te laten. 14,6 % van de ondervraagden wordt vaak geconfronteerd met angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning. Ook dit duidt op een onveiligheidsgevoel.90 Ook over de lokale infrastructuur is men over het algemeen niet erg tevreden: - 53,5 % is tevreden of zeer tevreden met de groeninfrastructuur in de gemeente. Dit is lager dan in Limburg (67,2 %). - 37,6 % is tevreden of zeer tevreden over het verkeersveiligheidsbeleid in de gemeente. Ook hier scoort men niet goed ten opzichte van Limburg. Dit percentage is veel lager dan in de provincie (52,5 %). - 31,1 % is tevreden of zeer tevreden over de staat van de voetpaden. Ook dit is veel lager dan in Limburg waar 46,6 % tevreden of zeer tevreden is.91
90 91
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 61
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 2 GEÏNTEGREERDE VISIE OP HET LOKAAL SOCIAAL BELEID Het decreet lokaal sociaal beleid heeft als doel te verzekeren dat iedereen gelijke toegang verkrijgt tot het recht op welzijn: een menswaardig leven, arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, culturele en maatschappelijke ontplooiing en onderwijs. Maasmechelen - de gemeente, het OCMW én alle andere partners - streeft ernaar dat elke inwoner op een gepaste manier gebruik kan maken van dit recht. In alle beleidsdomeinen wordt rekening gehouden met het welzijn van iedereen. Het bereiken van en de toegankelijkheid voor iedereen, ook de kwetsbare groepen in de samenleving is van belang. De uitwerking van een volwaardig, geïntegreerd lokaal sociaal beleid en van een kwaliteitsvolle dienstverlening op maat van elke inwoner kan slechts gerealiseerd worden in onderlinge samenwerking. Daarom engageren de gemeente en het OCMW zich om in een constructieve dialoog met elkaar en met andere actoren te treden om te komen tot een goed lokaal sociaal beleid. Ook gaan zij het engagement aan om hun aanbod optimaal af te stemmen, met respect voor ieders autonomie. Elk gemeentelijk beleidsplan heeft raakpunten met sociaal beleid. Waar mensen samenwerken, is sociaal beleid nooit ver weg. Toch willen we dieper ingaan op een aantal beleidsdocumenten die nauw aansluiting vinden bij het lokaal sociaal beleidsplan en bij de hierin afgebakende domeinen. We geven hier een overzicht van relevante beleidsdocumenten en de manier waarop zij raakvlakken vertonen met het lokaal sociaal beleidsplan. Tot slot wordt ook een korte samenvatting gegeven van de strategische nota van de gemeente en van het OCMW.
2.1 Het beleidsplan kinderopvang Het beleidsplan kinderopvang moet integraal opgenomen worden in het lokaal sociaal beleidsplan. In hoofdstuk zeven vindt u dan ook het integrale plan. Toch willen we hier reeds kort ingaan op het beleidsplan kinderopvang. De verantwoordelijke dienst is de dienst welzijn van de gemeente waarvan Jos Hermans diensthoofd is. Marleen Kortleven is de bevoegde schepen en het decreet lokaal beleid kinderopvang is de voornaamste wettelijke bron waarop het plan gebaseerd is. Hoewel er geen directe financiële tussenkomst is, zijn er indirect wel middelen door de erkenning van de bestaande opvanginitiatieven ’t Debberke, ’t Huis en de dienst voor opvanggezinnen. Algemeen kan de beleidsvisie als volgt omschreven worden: Bouwen aan een gevarieerd en kwalitatief sterk opvangaanbod naar kinderen (0-12 jaar) van werkende en/of werkloze ouders in opleiding, met voldoende aandacht voor specifieke noden en vragen van maatschappelijk kwetsbare kinderen, kinderen met een specifieke zorgbehoefte en/of kinderen van ouders, die buiten de doorsnee kantooruren werken. Binnen het beleidsplan kinderopvang zijn er strategische doelstellingen opgesteld. Zo wil men afstemming bekomen tussen de verschillende beleidsplannen. Door het beleidsplan kinderopvang binnen het lokaal sociaal beleidsplan een plaats te geven komt men hieraan al voor een stuk tegemoet. Ook het bouwen aan een meersporenbeleid, waarbij flexibiliteit, diversiteit, toegankelijkheid, informatiedoorstroming, participatie en kwaliteit van alle opvanginitiatieven centraal staan is een belangrijke doelstellingen. Tot slot wil ook het beleidsplan kinderopvang extra aandacht vragen voor de noden van bijzondere doelgroepen. Concreet wil men een kwaliteitsverhoging van initiatieven met betrekking tot p. 62
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
kinderopvang en van het personeel. Ook verruimde en meer flexibele opvang is een belangrijk actiepunt. Aangezien het plan vertrekt vanuit een algemeen beleid met aandacht voor de situatie van specifieke doelgroepen zoals maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren en kinderen of jongeren met een handicap kunnen we stellen dat er duidelijk oog is voor bepaalde kansengroepen zoals benoemd in het lokaal sociaal beleidsplan.
2.2 Het jeugdbeleidsplan De jeugddienst, met name Petra Roumans maakt een jeugdbeleidsplan onder de bevoegde schepen Marleen Kortleven. Het decreet op het lokaal jeugdbeleid is de belangrijkste wetgevende bron waarop het plan gebaseerd is. Voor het jaar 2008 bedragen de financiële middelen 190 000 euro. De algemene beleidsvisie komt erop neer dat men wil bouwen aan een integraal, geïntegreerd en inclusief jeugdbeleid, vertrekkend vanuit de vrije tijd en de actieve participatie van kinderen en jongeren tussen de 3 en 25 jaar. Strategisch wil men volgende doelstellingen bereiken: - bevorderen van inspraak en participatie van kinderen en jongeren, - financiële, materiële, infrastructurele en logistieke ondersteuning van het jeugdwerk, - uitbouw van specifieke gemeentelijke vrijetijdsinitiatieven, als privaat initiatief ontbreekt, - en sleutelen aan een toegankelijk, integraal, geïntegreerd en inclusief jeugdbeleid. In concrete actiepunten zorgt dit voor volgende vertaling: Men wil de inspraak en participatie van kinderen en jongeren bevorderen door ondersteuning te bieden aan de jeugdraad en aan wijkcomités. Ook wil men ijveren voor projectmatige inspraak (bvb. jeugdcentra, speelpleinwerkingen, …). De financiële ondersteuning vertaalt zich in directe werkingstoelagen, vormings -, infrastructuur – en projecttoelage waarop aanspraak kan gemaakt worden. Wat de materiële ondersteuning betreft, zorgt de gemeente voor het vervoer van kampmateriaal en is er de gemeentelijke uitleendienst waarop beroep gedaan kan worden. Infrastructureel worden er lokalen ter beschikking gesteld en wordt het onderhoud hiervan voor rekening van de gemeente genomen. Logistiek kan men rekenen op informatie en hulp bij dossiervorming. Bij gebrek aan private initiatieven, wil men een mobiele speelpleinwerking en een werking voor jongeren met een handicap uitbouwen. Verder staan ook jongereninformatie, buurtsporten, twee jeugdcentra, internationale uitwisselingen enzovoort in het lijstje van belangrijke actiepunten als er hieromtrent geen privaat initiatief genomen wordt. Het uitgangspunt van het jeugdbeleidsplan is te vertrekken vanuit een algemeen beleid, met aandacht voor de situatie van specifieke doelgroepen zoals maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren en zoals jongeren of kinderen met een handicap. Met deze opgesomde punten kunnen we stellen dat ook het jeugdbeleidsplan raakvlakken heeft met het lokaal sociaal beleidsplan.
p. 63
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
2.3 Het tewerkstellingsbeleidsplan Eddy Beuten, de tewerkstellingsambtenaar van de gemeente Maasmechelen schreef een beleidsplan tewerkstelling. De bevoegde schepen is Erik Kortleven en het decreet op de lokale diensteneconomie is de belangrijkste wetgevende bron. Wat de financiële input betreft komen er voornamelijk middelen vanuit de Vlaamse en federale overheid. Algemeen wil men streven naar een verbeterde positie van Maasmechelen als economisch knooppunt van de regio via een economisch stimuleringsbeleid en een werkgelegenheidsbeleid, afgestemd op de noden van de bevolking. Aangezien Maasmechelen te kampen heeft met een grote werkloosheid wil de gemeente een actief tewerkstellingsbeleid op touw zetten. Strategisch komt dit neer op: - een verdere uitbouw van het Forum lokale werkgelegenheid, - een permanente opvolging van de lokale arbeidsmarkt, - een verdere uitbouw van de Werkwinkel in Maasmechelen, - afstemming tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, - het creëren van nieuwe tewerkstelling binnen de buurt – en nabijheidsdiensten en het opnemen van de regiefunctie in de lokale diensteneconomie, - en tot slot het behoud en de versterking van loonvormende sociale tewerkstelling. Het lokaal sociaal beleidsplan heeft een apart domein tewerkstelling. Al de strategische doelstellingen die hierboven werden opgesomd zijn tijdens de domeinvergaderingen uitvoerig aan bod gekomen. We kunnen dus zeer zeker stellen dat er raakvlakken zijn tussen beide plannen. Aangezien de kansengroepen oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidscijfers, zijn zij dus zeker ook voor dit beleidsplan een belangrijke doelgroep.
2.4 Het mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan werd in opdracht van het gemeentebestuur een zevental jaar geleden opgemaakt door het studiebureau Gedas. Verantwoordelijke ambtenaar is Albert Heuts. Caroline Penders is momenteel bevoegd voor deze beleidsmaterie. Binnenkort is een actualisering van het bestaande plan voorzien. De opmaak van het beleidsplan is gebaseerd op het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenant. In de begroting worden jaarlijks de nodige budgetten voorzien om de geplande doelstellingen en projecten waar te maken. Ook de Vlaamse of de federale overheid voorziet regelmatig subsidies mits voldaan is aan de voorwaarden. Kort samengevat kan men stellen dat de gemeente inspanningen levert om een aangepast mobiliteitsnetwerk te voorzien voor de inwoners van Maasmechelen. Het mobiliteitsplan bevat punten waarin beschreven staat dat men maatregelen wil treffen voor het openbaar vervoer, het fietsverkeer, het voetgangersverkeer, het autoverkeer en het vrachtverkeer. In het scenario voor duurzame mobiliteit is voor het openbaar vervoer een grote rol weggelegd. Het vervoersnetwerk in de gemeente moet aansluiten op het provinciale en Vlaamse openbaar vervoersnet en het openbaar vervoer heeft ook een rol bij het aanpakken van de vervoersarmoede, vooral voor mindervaliden en ouderen die niet beschikken over een auto. Verder moet het openbaar vervoer, onder andere in de vorm van een lightrail, de mogelijkheden voor de gemeente als commercieel en toeristisch centrum optimaliseren. Naast het openbaar vervoer is ook voor de fiets een belangrijke rol weggelegd. Er moet een fietsnetwerk ontwikkeld worden dat in staat moet zijn een belangrijke rol te spelen op p. 64
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
het vlak van schoolverkeer en verplaatsingen als voor – of natransport. Het fietsnetwerk moet aan volgende eisen voldoen: - samenhang - directheid - aantrekkelijkheid - veiligheid - comfort Ook het recreatief fietsverkeer moet aantrekkelijk zijn in de gemeente. Voor de voetgangers moeten er volgende eisen gerealiseerd worden: - aantrekkelijke voetpaden - veiligheid van de voetganger in het verkeer - de voetgangersinfrastructuur moet comfortabel zijn, bijvoorbeeld degelijke verhardingen. De snelheid moet aangepakt worden in gebieden waar veel voetgangers zich verplaatsen. Het autonetwerk mag niet als primaire doelstellingen hebben korte verplaatsingen te maken. Dit moet integendeel zelfs ontmoedigd worden. Het gemeentelijk netwerk moet wel zorgen voor ontsluiting naar het hoofdwegennet. Natuurlijk moeten de randvoorwaarden verkeersveiligheid en leefbaarheid steeds in het achterhoofd gehouden worden. Er wordt verder een duidelijk parkeerbeleid gevoerd voor de verschillende kernen in de gemeente. Het laatste onderdeel waarop het mobiliteitsplan verder ingaat is het vrachtverkeer. De routes voor dit vrachtverkeer zijn beperkt en vastgelegd in het gemeentelijk beleidsplan en hebben als doel de bereikbaarheid van de economische polen te waarborgen, binnen de randvoorwaarden op het gebied van verkeersveiligheid en leefbaarheid. Er wordt speciaal aandacht besteed aan personen met een handicap bij de aanleg van voetpaden. Er worden schuine borduurstenen gebruikt opdat ook minder mobiele personen makkelijk toegang kunnen verkrijgen tot het voetpad. Ook voor kinderwagens is deze maatregel positief. De gemeente levert ook inspanningen om het openbaar vervoer goedkoop te maken zodat ook de mensen met een lager inkomen er gebruik van kunnen maken. Ook aan de jeugd en dan vooral de schoolgaande jeugd wordt aandacht geschonken door het inrichten van schoolvervoer en het maximaal voorzien van fietspaden op de wegen van en naar school en de wegen die leiden naar de vrijetijdsvoorzieningen.
2.5 Het sportbeleidsplan Het sportbeleidsplan wordt gemaakt voor de periode 2008-2013. De verantwoordelijke ambtenaar is Eddy Raeven en de bevoegde schepen is Serdar Karali. Het decreet houdende subsidiëring van gemeente – en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissies voor het voeren van een Sport voor Allen – beleid is het decreet waarop men zich baseert. Algemeen is men van mening dat het de taak van het gemeentebestuur is te waken over de deelname van haar inwoners aan het actieve sportgebeuren in Maasmechelen en dit zeker met aandacht voor de diverse doelgroepen. Maasmechelen wil bijgevolg een laagdrempelig en betaalbaar sportaanbod, afgestemd op de noden van de Maasmechelse bevolking stimuleren, met extra initiatieven, voor mensen met een handicap, senioren en maatschappelijk kwetsbare groepen.
p. 65
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
De gemeente wil werken aan een kwaliteitsvol ‘Sport Voor Allen – beleid’ in samenspraak en in onderlinge verstandhouding met alle sportactoren binnen de financiële draagkracht van de gemeente. Dit sportaanbod dient gevarieerd en toegankelijk te zijn voor iedere Maasmechelaar met bijzondere aandacht voor de jeugd en de daaraan verbonden jeugdwerking. Maasmechelen wil via een gefaseerd sportinfrastructuurbeleid een modernisering doorvoeren van de bestaande sportinfrastructuur aangepast aan de hedendaagse noden en behoeften. Maasmechelen wil via de gemeentelijk sportdienst nieuwe impulsen geven in het kader van een sportief doelgroepenbeleid door sportpromotionele acties te organiseren en sportieve sensibiliseringscampagnes op te zetten. Maasmechelen wil de sportraad als belangrijkste partner en als klankbord van alle sportactoren betrekken in een interactief bestuurlijk sportbeleid.
2.6 Het cultuurbeleidsplan Het cultuurbeleidsplan is opgemaakt voor dezelfde periode als het lokaal sociaal beleidsplan, namelijk voor de periode 2008 – 2013. De cultuurbeleidscoördinator, Kurt Claesen, werkzaam binnen de dienst cultuur van de gemeente, nam de pen in de hand bij het schrijven van dit beleidsplan. Er zijn -
drie bevoegde schepenen: Rik Linkens (cultuur en onderwijs) Serdar Karali (bibliotheek) Caroline Penders (patrimonium wijkcentra)
Het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een integraal en kwalitatief lokaal cultuurbeleid en de diverse wijzigingen is het basisdecreet waarop het cultuurbeleidsplan gestoeld is. Verder zijn ook het erfgoeddecreet, deels het participatiedecreet en andere ook belangrijke wetgevende bronnen geweest. De voornaamste financiële input voor het cultuurbeleid is 1 euro per inwoner per jaar voor gemeenschapsvorming en 40 000 euro per jaar voor de zes deelnemende gemeenten aan het project Mijn-Erfgoed. Algemeen gesteld ligt het zwaartepunt van de beleidsvisie op gemeenschapsvorming en erfgoed. Er zijn een tiental strategische doelstelling opgesteld, waarvan volgende nauw aansluiting vinden bij het lokaal sociaal beleidsplan. -
-
-
Het gemeentebestuur creëert mogelijkheden en kansen voor het verenigingsleven zodat de bevolking op een ongedwongen manier sociale contacten kan leggen en in groep kan participeren aan diverse (socio-)culturele activiteiten. Het gemeentebestuur maakt de eigen bestaande infrastructuur maximaal toegankelijk (fysiek/psychologisch/qua gebruik) en stimuleert daarbij een optimaal multifunctioneel gebruik van infrastructuur en materiaal. Kinderen en jeugdigen worden in Maasmechelen overstelpt met culturele prikkels. Specifieke doelgroepen participeren actief aan het overleg rond lokaal cultuurbeleid en hun aandeel in het culturele leven wordt geoptimaliseerd. De gehele bevolking van Maasmechelen kan in de eigen gemeente op een laagdrempelige en/of kwalitatieve manier terecht voor een ruim en gevarieerd, toegankelijk en betaalbaar cultureel aanbod, met specifieke aandacht voor de verschillende doelgroepen (jongeren, gehandicapten, allochtonen, senioren en maatschappelijk kwetsbare groepen).
p. 66
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
2.7 Het diversiteitsmeerjarenplan Joon Ravesloot is de verantwoordelijke binnen de dienst interculturele promotie die instaat voor de opmaak van een diversiteitsmeerjarenplan dat loopt van 2006 tot 2008. Marleen Kortleven is de verantwoordelijke schepen en het decreet etnische culturele minderheden van 28 april 1998 dient voorlopig nog als basis. Een wijziging van dit decreet is wellicht voorzien in 2008. Om de doelstellingen te verwezenlijken kan men rekenen op 160 000 euro via het decreet van de Vlaamse overheid. Verder kan men rekenen op gelden uit het gemeentefonds. Algemeen wil men via dit plan komen tot de bevordering van het samenleven in diversiteit. Deze boodschap richt zich zowel tot de Vlaamse bevolking als tot mensen met een andere herkomst. Het hele diversiteitsmeerjarenplan is opgebouwd rond een zestal kapstokken: 1. Samenleven in diversiteit De gemeente, respectievelijk de integratiedienst, werkt aan het samenleven in diversiteit waarbij de herkenning bevorderd en het gemeenschappelijke benadrukt wordt. Op die manier hoopt men de verbondenheid tussen mensen te optimaliseren. 2. Interculturalisering De gemeente, meer bepaald de integratiedienst, bevordert de interculturalisatie van diensten en voorzieningen, opdat iedereen, die een aanbod/product wenst of nodig heeft, dit op gelijkwaardige en aan bevredigende voorwaarden kan verwerven en de diensten en dienstverlening kent en herkent. 3. Participatie De gemeente, meer bepaald de integratiedienst, bevordert op een actieve wijze de participatie opdat mensen zien en aanvoelen dat ze deel uitmaken van een groter geheel en zich daarbij betrokken voelen, en opdat mensen zich engageren en een rol opnemen, naargelang hun context, competenties, voorkeuren en interesses. 4. Inburgering De gemeente, meer bepaald de integratiedienst, bevordert inburgering opdat mensen de mogelijkheid hebben en de nodige instrumenten verwerven om voldoende zelfredzaam te zijn om hun eerste stappen te zetten in het samenleven in diversiteit. 5. Maatschappelijk draagvlak De gemeente, meer bepaald de integratiedienst, bevordert het maatschappelijk draagvlak opdat de verschillende aspecten van het beleid inzake samenleven in diversiteit ondersteund en gedragen worden door een zo breed mogelijk netwerk van mensen, groepen en instellingen vanuit een gemeenschappelijk belang. 6. Managen van het samenleven in diversiteit De gemeente, meer bepaald de integratiedienst, voert een kwaliteitsvol beleid dat zich weerspiegelt in de regiefunctie en in de opmaak van het beleidsplan. De belangrijkste actiepunten die aansluiting vinden bij het lokaal sociaal beleidsplan betreffen nieuwkomers, jeugd, senioren, onderwijs, tewerkstelling, huisvesting, gezondheidszorg, inspraak en communicatie, multiculturele activiteiten en projecten, taalstimulering, leefbaarheid, …. In het algemeen wordt er het diversiteitsmeerjarenplan extra aandacht besteed aan de moslimgemeenschap die steeds groter wordt. Men wil het dan vooral hebben over communicatie, inspraak en medeverantwoordelijkheid.
p. 67
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
2.8 Het strategisch veiligheids – en preventieplan Freddy Gevaert, integraal veiligheidscoördinator van de gemeente schreef het strategisch veiligheids – en preventieplan. Zoals wettelijk vastgelegd, is veiligheid de bevoegdheid van de burgemeester. Algemeen gesteld is een integrale en geïntegreerde aanpak van de preventie van de leefbaarheidsproblematiek in onze samenleving het belangrijkste uitgangspunt van het plan. Strategisch wil men uitvoering geven aan de kaderwet integrale veiligheid van 2004. Ook uitvoering geven aan de Koninklijke en Ministeriële Besluiten is noodzakelijk om het strategisch veiligheids – en preventieplan invulling te geven. Tot slot wil men er naar streven afstemming te krijgen tussen de gemeentelijke en politionele beleidsplannen wat betreft het domein van de veiligheids – en leefbaarheidspreventie. De belangrijkste actiepunten kunnen als volgt omschreven worden: - inventarisatie van alle leefbaarheids – en veiligheidspreventie activiteiten binnen de gemeente, het OCMW en de lokale politie en vervolgens de verantwoordelijkheden ervan vastleggen. - afstemmen in tijd, ruimte en prioriteit van de collectieve actieplannen. - De coördinatie van het geheel (terug) in handen van de burgemeester leggen. - Bundelen van de krachten en diensten binnen de gemeente die werkzaam zijn binnen het domein van de leefbaarheid. - de integrale benadering van de leefbaarheid en veiligheid in al zijn aspecten (fysieke veiligheid, civiele veiligheid, sociale veiligheid en politionele veiligheid) promoten en horizontaal ingang doen vinden in alle geledingen van de gemeentelijke afdelingen en diensten. Specifieke doelstellingen of acties gericht op kansengroepen zijn tot dusver nog niet bepaald.
2.9 De strategische doelstellingen van de gemeente Ook de strategische nota van het gemeentebestuur vindt natuurlijk nauw aansluiting bij het lokaal sociaal beleidsplan. De nota die opgemaakt werd voor de periode 2007 – 2012 kan kort samengevat worden in een tiental strategische doelstellingen. 1. Maasmechelen is een vrijetijdsgemeente, een toeristische trekpleister. “De vier pijlers (cultuur, recreatie, shopping en horeca en natuur) van Maasmechelen als Leisure-gemeente worden verder uitgebouwd en ze worden als toeristische troef verder gepromoot. Het doel is dit zo te ontwikkelen en te implementeren dat bestaande lokale initiatieven, handel en horeca maximaal kunnen meegenieten van de aantrekkingskracht en dat dit kan leiden tot een creatie van welvaart en welzijn voor de inwoners van Maasmechelen en zijn omgeving.” 2. Maasmechelen is een veilige gemeente, waar het goed om wonen en vertoeven is. “Maasmechelen streeft er naar ‘veiligheid’ in alle domeinen van het beleid uitvoering te geven om de leefbaarheid in de gemeente te verhogen, de perceptie over Maasmechelen te verbeteren en bijgevolg de bestaande bewoners een aangename leefomgeving aan te bieden, maar tevens nieuwe bewoners en bedrijven aan te trekken.” 3. Maasmechelen beschikt over een gedifferentieerd woonaanbod. “Maasmechelen zal een voldoende ruim gevarieerd aanbod kwaliteitsvolle woongelegenheden en kavels aan aanvaardbare prijzen aanbieden, zal inspelen op een aantal demografische evoluties en streven naar een meer evenwichtige bevolkingssamenstelling zodat welzijn en welvaart in een leefbare omgeving voor Maasmechelen kunnen samengaan.” p. 68
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
4. Maasmechelen komt tegemoet aan de sociale noden van de lokale bevolking. “Maasmechelen en het OCMW zullen samen met de verschillende actoren een lokaal sociaal beleidsplan opmaken waarin voor verschillende domeinen de situatie in kaart zal worden gebracht en verschillende acties per deelpunt geformuleerd zullen worden in een voor Maasmechelen haalbaar programma waardoor aan de noden van de bevolking tegemoet gekomen kan worden.” 5. Maasmechelen heeft een ruim aanbod aan ontspanningsmogelijkheden. “Maasmechelen streeft naar een geïntegreerd en efficiënt werkend jeugdbeleid, sportbeleid en een ruim aanbod aan ontspanningsmogelijkheden, waarbij niet alleen het aanbod van de verschillende overheidsinitiatieven voldoende breed en transparant dient te zijn, maar eveneens en eens zo belangrijk voldoende ruimte wordt gecreëerd voor verenigingen.” 6. Maasmechelen is een bedrijfsvriendelijke gemeente met ruimte en kansen voor goede investeringen. “Maasmechelen streeft ernaar haar positie als economisch knooppunt van de regio verder te ontwikkelen via een economisch stimuleringsbeleid en een werkgelegenheidbeleid afgestemd op de noden van de bevolking.” 7. Maasmechelen is een bereikbare aantrekkelijke gemeente waar gegarandeerde basismobiliteit vooropstaat. “Maasmechelen zal het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en de Bijzondere Plannen van Aanleg uitvoeren en/of de Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen opmaken of uitvoeren. Dit in overeenkomst met een beleid inzake openbare werken en mobiliteit, in functie van de noden en noodzakelijkheden van Maasmechelen. Er wordt hierbij aandacht besteed aan de bestendiging van verschillende andere facetten van het beleid die de leefbaarheid in deze zones en rondom dient te waarborgen.” 8. Maasmechelen is een milieuvriendelijke gemeente die een duurzame ontwikkeling nastreeft. “De gemeente Maasmechelen zal zich als een duurzame en milieuvriendelijke gemeente profileren, waarbij ernaar gestreefd zal worden een gemeentelijk milieu- en natuurbeleid op te zetten dat een duurzame ontwikkeling vooropstelt. Het bestuur onderneemt en ondersteunt tevens gemeentelijke initiatieven voor haar bevolking die duurzame milieuvriendelijke gedragsveranderingen bewerkstelligen.” 9. Maasmechelen beschikt over een open en slagvaardige organisatie waar kwaliteitsvolle dienstverlening vooropstaat. “Maasmechelen wil groeien naar een open en slagvaardige organisatie waar kwaliteitsvolle dienstverlening voorop staat en waar principes van betrokkenheid, transparantie en efficiëntie de leidraad vormen. Maasmechelen streeft ernaar, in samenwerking en afstemming met de verschillende actoren, de kwaliteit in de gemeentelijke organisatie te verhogen en de dienstverlening te optimaliseren door middel van doelmatige verbeteringsprojecten op maat van een gemoderniseerde organisatie en het ontwikkelen van een efficiënt intern en extern communicatiebeleid zodat iedereen in Maasmechelen weet wat er gebeurt en waar hij terecht kan.” 10. Maasmechelen bestuurt de gemeente als een goede huisvader. “Maasmechelen streeft ernaar jaarlijks begrotingen in evenwicht af te leveren. Tevens zal Maasmechelen in de verschillende beleidsdomeinen maatregelen treffen om kosten te besparen en inkomsten te genereren, zonder de belastingsdruk te verhogen en de schuldenlast te verzwaren.”
p. 69
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
2.10 De strategische doelstellingen van het OCMW De strategische nota van het OCMW bevat een heel aantal strategische doelstellingen. Sommige van die doelstellingen hebben rechtstreeks betrekking op het lokaal sociaal beleid: -
Het verbeteren van een klantgerichte dienstverlening door de OCMW diensten.
-
Het kwalitatief verhogen van de individuele, algemene dienstverlening volgens de principes van zorg op maat en door het opzetten van meer procesmatige begeleidingen met de nodige ondersteuning.
-
Om te komen tot een meer efficiënte hulpverlening zal meer aandacht worden besteed aan preventief werken.
-
De uitbouw van een organisatorische ondersteuning van de afdeling gespecialiseerde dienstverlening.
-
Voor cliënten met zware financiële problemen en/of schuldenlast worden bijzondere inspanningen geleverd om tot sanering van hun schuldenlast te komen en tot een beter zelfstandig beheer van hun financiële huishouding/situatie.
-
De bestaande hulpverlening inzake eerstelijnsrechtshulp voor inwoners van Maasmechelen wordt gecontinueerd en verankerd binnen de werking van de sociale dienst.
-
Om de hulpverlening aan cliënten met complexe en/of meervoudige probleemsituaties te verbeteren wordt de dienst thuisbegeleiding vast ingebed binnen de sociale dienst evenals het ‘lokaal cliëntoverleg’ als interdisciplinair overleg van de hulpverleners.
-
De dienst tewerkstelling zal de tewerkstellingsmogelijkheden van cliënten trachten te verbeteren door het aanbieden van ‘trajectbegeleiding’.
-
In het kader van federaal opgelegde verplichtingen organiseert de sociale dienst de opvang en begeleiding van asielzoekers in het lokaal opvanginitiatief (34 plaatsen).
-
Samen met de gemeente en private actoren wordt een lokaal sociaal beleidsplan uitgewerkt en geïmplementeerd.
-
Omwille van de toename van het aantal ouderen en meer specifiek zorgbehoevende ouderen in de thuissituatie moet het hulpverleningsaanbod beter bekend worden gemaakt.
-
Het OCMW zorgt voor de realisatie van aangepaste woonvoorzieningen voor ouderen.
-
Om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar zorg, opvang en begeleiding wordt de bestaande dienstverlening uitgebreid.
-
Omwille van de lange wachtlijst en de dringende vragen tot opname wordt de werking van het dagverzorgingscentrum uitgebreid en geoptimaliseerd.
-
De werking van dienstencentrum De Bolster wordt geoptimaliseerd op het vlak van inhoudelijke werking en kwaliteitsbeleid en er wordt een tweede dienstencentrum opgestart.
-
Het vrijwilligerswerk binnen de OCMW-diensten en de welzijnssector van Maasmechelen wordt verder uitgebreid in samenwerking met de vzw Vrijwilligers in het Welzijnswerk en andere organisaties.
p. 70
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
-
Alle ouderenvoorzieningen van het OCMW worden beter op elkaar afgestemd en gecoördineerd en het OCMW neemt het initiatief om te komen tot een platform voor ouderenvoorzieningen in Maasmechelen.
-
Het woon- en zorgcentrum zal zich intern zo optimaal mogelijk organiseren om een kwaliteitsvolle dienstverlening mogelijk te maken.
-
Het woon- en zorgcentrum organiseert een centrum voor kortverblijf en staat in voor een kwaliteitsvolle dienstverlening.
-
Het woon- en zorgcentrum streeft naar een maximale samenwerking met familie, externe deskundigen en de externe omgeving.
-
Het woon- en ondersteuning.
-
De keuken van het woon- en zorgcentrum Heyvis bereidt en levert maaltijden die voedzaam, smakelijk en gezond zijn en werkt conform de HACCPnorm. Hierbij wordt gestreefd om rekening te houden met de individuele wensen van de gebruiker.
-
De facilitaire dienst stelt personeelsleden tewerk in het kader van sociale tewerkstelling en bereidt hen voor op reguliere tewerkstelling.
-
De facilitaire dienst zal in afspraak met andere OCMW diensten een klusjesdienst organiseren ten behoeve van cliënten en ouderen.
zorgcentrum
bouwt
de
vrijwilligerswerking
uit
en
zorgt
voor
p. 71
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 3 MEERJARENPLAN MET BETREKKING TOT DE GEWENSTE ACTIES EN INZET VAN DE LOKALE MIDDELEN De omgevingsanalyse die terug te vinden is in het voorgaande deel van dit plan geeft een duidelijk beeld op de situatie van de gemeente Maasmechelen. Zowel de kwantitatieve analyse - die ons cijfermatig een zicht geeft op de gemeente - als de kwalitatieve analyse – die we verkregen dankzij de medewerking van het werkveld – stelt ons in de mogelijkheid om bepaalde doelen te stellen waaraan we moeten trachten tegemoet te komen. In dit hoofdstuk zijn dan ook de doelstellingen en bijgaande acties voor de komende jaren terug te vinden. Uit de bevraging van het werkveld bleek dat er een aantal domeinoverschrijdende thema’s waren die regelmatig terug kwamen. Daar gaan we in eerste instantie op in. Verder wordt er per domein een opsomming gegeven van de doelstellingen en de bijhorende acties. Per onderdeel is er een beschrijvend gedeelte te vinden om dan vervolgens het tekstdeel af te sluiten met een samenvattende overzichtstabel. Die overzichtstabel bevat de doelstellingen, de acties, de vooropgestelde timing en de verantwoordelijke per actie. De verantwoordelijke voert deze actie niet noodzakelijk zelf uit, maar ziet er op toe dat er uitvoering wordt gegeven aan de actie. Die persoon, instantie, organisatie, … zorgt ervoor dat de vooropgestelde timing gerespecteerd wordt.
3.1 Domeinoverschrijdende doelstellingen Na de bevraging van het werkveld, onderverdeeld in de zeven domeinen, merkten we dat verschillende thema’s regelmatig terug aan bod kwamen. In plaats van deze thema’s telkens te herhalen voor elk domein werd ervoor geopteerd deze overkoepelende thema’s apart te bespreken. Hieronder wordt dus een zestal thema’s besproken die nagenoeg in elk domein ter sprake kwamen.
3.1.1
Een aanspreekpunt per domein
Doelstelling 1: De zeven domeinen die afgebakend werden in het vorige lokaal sociaal beleidsplan vinden hun weerspiegeling in de organisatiestructuur van het lokale bestuur (gemeente en OCMW). De bevolking moet voor elk domein een aanspreekpunt hebben waar ze met vragen en voor informatie terecht kan en waar ze op een correcte manier geholpen of doorverwezen wordt.
Algemeen kunnen we dat aanspreekpunt volgende taken toekennen: - onderzoek omtrent het domein - inventaris van behoeften, noden, situatie en van de knelpunten in Maasmechelen - up – to – date houden van de sociale kaart voor zijn of haar specifiek domein die voor iedereen toegankelijk en ook vraaggericht opgesteld is - centralisatie van alle informatie omtrent het domein - ombudsdienst voor het domein Kenmerken voor de centrale ankerpunten zijn: - zowel psychisch als fysisch vlot toegankelijk - klantvriendelijk, klantgericht gerealiseerd door vormingen te organiseren voor het personeel - voldoende privacy van de informatievrager
Per domein betekent dit: p. 72
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid
Actie 1: Centraal infoloket in het Sociaal Huis. - Iedereen kan er terecht met vragen rond het aanbod, persoonlijke rechten, inlichtingen over mogelijke tussenkomsten in sondevoeding, incontinentiemateriaal, …. - Mensen worden er warm doorverwezen naar verschillende diensten, ontmoetingsvoorzieningen, dienstencentra, verenigingen, … maar er moet ook naar het Sociaal Huis doorverwezen worden. Om dit te realiseren worden er charters afgesloten met verschillende partners omtrent een correcte doorverwijzing. - Het doorverwijsinstrument bij uitstek is de sociale kaart, die in ontwikkeling is. Domein 2: Wonen en leefomgeving
Actie 2: Aanstelling van een huisvestingsambtenaar die het centraal woonloket bemant: - Iedereen kan er terecht met vragen rond wonen, huisvesting, kopen van een woning, huren of verhuren, verbouwingsmogelijkheden, beschikbare bouwgronden, huizen te huur of te koop, subsidiemogelijkheden, bouwpremies (www.premiezoeker.be), …. - Er wordt actief informatie verstrekt aangaande premies, toelagen, …. - Kandidaat kopers worden er begeleid via thematische publicaties in infoblaadjes, infomomenten of het ter beschikking stellen van bijvoorbeeld een architect die met kandidaat kopers ter plaatse de situatie gaat bekijken. - Er kan gebruik gemaakt worden van een sociale kaart wonen (verzameling van instanties die actief zijn op het vlak van wonen en leefomgeving). - Er wordt een inventaris opgemaakt die een overzicht geeft van de verschillende woongelegenheden per bevolkingsgroep (bijvoorbeeld bejaarden, hogere/midden/lagere bevolkingsklasse) in de gemeente. Er moet onderzocht worden waar de knelpunten/tekorten in de gemeente zich situeren (bijvoorbeeld te weinig betaalbare koop - of huurwoningen, bejaardenwoningen, ...), om vervolgens actie te ondernemen. Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
Actie 3: Uitbouw van de werkwinkel als centrale plaats opleiding en tewerkstelling: - Iedereen kan er terecht met vragen rond tewerkstelling, vacatures, cijfergegevens van de arbeidsmarkt die vergeleken worden met andere gemeenten (om aldus beleidskeuzes te kunnen maken), vraag en aanbod arbeidsmarkt, aansluiting arbeidsmarkt – onderwijs, opleidingscheques, …. - Van hieruit moeten uitbreidingsmogelijkheden met betrekking tot sociale tewerkstellingsplaatsen kenbaar gemaakt worden. - Van hieruit worden overlegstructuren geregisseerd met betrokken actoren om: o de samenwerking te optimaliseren, o de cijfergegevens te toetsen aan de kwalitatieve data, verkregen door ervaringsuitwisselingen, gesprekken met deskundigen, …. Domein 4: Zorg en opvang
Actie 4: Centraal zorgloket: - Alle informatie (openingsuren, contactpersonen, werking, …) over de verschillende zorgdiensten wordt er gecentraliseerd, geïnventariseerd en gecommuniceerd met de informatieaanvrager (face to face, telefonisch, via een infoblad, via een sociale gids, brochures, vraaggericht, internet, …). - Iedereen (zorgvragers, doorverwijzers, …) kan hier terecht met vragen rond zorg en opvang over de verschillende disciplines heen, themagerichte informatie voor specifieke doelgroepen, het aanbod in Maasmechelen: de verschillende opvangmogelijkheden voor verschillende doelgroepen, …. - Er is een permanente registratie van noden, hulpvragen, tijd nodig om een afdoend antwoord te geven, oorzaken die de hulpvraag zouden hebben vertraagd of onmogelijk gemaakt en dit in functie van een adequate beleidsvoering en het detecteren van blinde vlekken. - Van hieruit worden huisbezoeken geregeld. p. 73
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Domein 5: Onderwijs
Actie 5: Oprichten van een “onderwijscel”: - Iedereen kan hier terecht met vragen over onderwijsmogelijkheden in Maasmechelen. - Van hieruit wordt het onderwijsplan opgemaakt. - Er wordt informatie verzameld voor een infokrant waarin elk initiatief dat zich ook richt op scholen opgenomen is. Deze infokrant bevat data van culturele voorstellingen, beurzen, verkeersveiligheidsbeurs, … en wordt onder de scholen verdeeld. - Van hieruit worden allerlei initiatieven genomen die betrekking hebben op onderwijs (bvb. huiswerkbegeleiding, logopedie, projecten rond taal, acties tegen schoolverzuim). Domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie
Actie 6: Verenigingen kunnen bij de desbetreffende diensten terecht (sport, senioren, cultuur, jeugd, …): - Vrijwilligers of mensen die met vrijwilligers werken kunnen hier terecht met allerlei vragen. De verantwoordelijke ambtenaar werkt mee aan de vrijwilligerscentrale (zie later). - Verenigingen krijgen logistieke en infrastructurele ondersteuning en informatie over subsidies. - De verantwoordelijke ambtenaar zorgt er voor dat verenigingen onderling contact leggen om aldus zo optimaal mogelijk samen te werken. - Het aanbod en vooral dat voor bijzondere doelgroepen is hier gecentraliseerd en wordt gepromoot. - Eén maal per jaar organiseert de verantwoordelijke ambtenaar een beurs zodat inwoners kennis kunnen maken met het lokale aanbod. Domein 7: Veiligheid en preventie
Actie 7: Preventiedienst Mensen kunnen hier terecht met vragen en informatie omtrent veiligheid en preventie. Er wordt duidelijkheid geschept over de functie van de preventiedienst.
Een aanspreekpunt per domein: overzichtstabel Doelstelling 1: De zeven domeinen die afgebakend werden in het vorige lokaal sociaal beleidsplan vinden hun weerspiegeling in de organisatiestructuur van het lokale bestuur (gemeente en OCMW). De bevolking moet voor elk domein een aanspreekpunt hebben waar ze met vragen en voor informatie terecht kan en waar ze op een correcte manier geholpen of doorverwezen wordt. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE PER DOMEIN BETEKENT DIT: OCMW dienst onthaal 1. Centraal infoloket in het Sociaal Huis. 2009 Gemeente secretaris en 2. Aanstelling van een huisvestingsambtenaar die het centraal 2009 woonloket bemant. schepen Gemeente 3. De werkwinkel uitbouwen als centrale plaats opleiding en 2009 tewerkstelling. tewerkstellingsambtenaar OCMW en gemeente 4. Centraal zorgloket. 2008 ouderen en thuiszorg en dienst welzijn Gemeente secretaris en 5. Oprichten van een “onderwijscel”. 2009 schepen Gemeente 6. Verenigingen kunnen bij de desbetreffende diensten terecht (sport, 2009 senioren, cultuur, jeugd, …). verantwoordelijke ambtenaar per dienst Gemeente 7. Preventiedienst. 2009 preventiedienst
p. 74
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
3.1.2
Efficiënte overlegstructuren
Doelstelling 2: Er moet een duidelijk overzicht komen van de verschillende vormen van overleg per domein. In Maasmechelen moet een gezonde overlegcultuur heersen om onder andere te komen tot een goede samenwerking (gestructureerd, periodiek, met zinvolle inhoud, …). Overlegmomenten moeten een functionele invulling krijgen of desnoods geschrapt worden.
Actie 1: Voor elk domein wordt een inventaris gemaakt van de verschillende overlegstructuren. De inhoud, de deelnemers, de periodiciteit, … wordt nagegaan en er wordt bekeken welke overlegmomenten herschikt, afgeschaft of uitgebreid moeten worden. Actie 2: Per domein is er een overlegvorm waarin de opvolging en bijsturing van de acties in het lokaal sociaal beleidsplan op de agenda staat. Kenmerken voor alle overlegmomenten zijn: - Duidelijke, gestructureerde (eventueel projectmatige) agenda - Periodiek - Samenwerking en afstemming verbeteren - Grondige kennis van elkaar en elkaars werkveld - Betere communicatie tot stand brengen Per domein betekent dit: Domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid
Actie 3: Er wordt een welzijnsoverleg georganiseerd. Deelnemers zijn eerstelijnsmedewerkers, baliebedienden, basiswerkers, …. Het overleg heeft als doel te komen tot een grondige kennis van het werkveld, kennis van de procedures en kennis van de personen werkzaam in andere initiatieven. Er wordt steeds een specifiek item geagendeerd en een voorstelling van een bepaalde organisatie. Het hulpverleningskaartje zou een thema kunnen zijn dat daar besproken en eventueel uitgewerkt wordt. Actie 4: Er wordt een structureel overleg met dienstverantwoordelijken georganiseerd over onderwerpen die onder te brengen zijn bij domein 1. Dienstverantwoordelijken van OCMW, gemeente en verantwoordelijken van organisaties zitten samen aan tafel om de samenwerking te optimaliseren, het lokaal sociaal beleid op te volgen, afstemming te bekomen, werkafspraken te maken, duidelijkheid te scheppen omtrent afbakening van het werkterrein en acties, een toetsing te doen van het hulpverleningsaanbod, te zoeken naar overlappingen en leemtes, de onderlinge bekendheid te verhogen, ideeën uit te wisselen enzovoort. Het overleg verloopt enerzijds globaal in een overkoepelende lokaal sociaal beleidsraad en anderzijds per domein. Domein 2: Wonen en leefomgeving
Actie 5: Alle instanties die actief zijn rond het thema wonen nemen deel aan de recent opgerichte woonraad. De woonraad komt ongeveer 4 keer per jaar samen. De bedoeling is onderlinge bekendheid te creëren, afstemming te krijgen en te zorgen voor een optimale doorverwijzing. Dit kan door deelnemers om de beurt aan het woord te laten over hun werking, hun organisatie, hun prioriteiten en hun aanbod. De opdracht van de woonraad bestaat erin een woonplan en een woonbeleid uit te stippelen. Ook de woningkwaliteit, de kwaliteit van de leefomgeving, thema’s rond welzijn en de bevoegdheden om op te treden tegen overtredingen zijn items die aan bod komen in de woonraad. Tot slot worden ook de acties van het lokaal sociaal beleidsplan hier opgevolgd. Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
Actie 6: Er wordt een overleg georganiseerd op het niveau van de trajectbegeleiders. p. 75
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Het doel van dit overleg is de samenwerking op de werkvloer en de onderlinge communicatie bevorderen. Onderwerpen zijn: vacatures in de sociale economie, lopende opleidingen in Maasmechelen, actuele informatie van personeel (in functie van eventuele personeelswissels), wie doet wat?, desgewenst dossierbespreking van gemeenschappelijke cliënten, …. Actie 7: Het bestaande Forum Lokale Werkgelegenheid zorgt voor meer afstemming tussen de verschillende diensten en instanties, overdracht van informatie, kennis van elkaar, openheid en bespreking van relevante thema’s, lokaal tewerkstellingsbeleid en opvolging van het lokaal sociaal beleidsplan. Het Forum kan opgesplitst worden in tijdelijke thematische werkgroepen met als doel te werken rond concrete thema’s. Domein 4: Zorg en opvang
Actie 8: OCMW en gemeente organiseren samen een overleg Zorg en opvang. Dit overleg heeft als doel het inventariseren van opvangmogelijkheden voor verschillende doelgroepen, het uitbouwen van de sociale kaart, organisatie van een dag van de zorg, …. Ook de opvolging van de acties in het lokaal sociaal beleidsplan zijn een onderwerp van dit structureel overleg. Het overleg kan opgesplitst worden in themawerkgroepen. Om het overleg kracht bij te zetten worden samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de deelnemers (partners uit privé en openbare sector). Actie 9: Alle thuiszorgdiensten (ook mantelzorg), residentiële opvangdiensten, residentiële en ambulante ouderenzorgdiensten (zowel privé als openbaar) zitten rond tafel voor een overleg zorgdiensten. Het doel van dit overleg is informatie rond vormingen, materialen, stages, wachtlijsten, … uitwisselen. Ook moet men komen tot een betere communicatie en een betere afstemming. Actie 10: Er wordt een multidisciplinair Zorgoverleg op cliëntniveau georganiseerd. Dit wordt gevormd door personen die instaan voor zorgbemiddeling, de verantwoordelijken van het lokaal cliëntoverleg, personen die werken rond het therapeutisch project 23, OCMW-personeelsleden en andere belanghebbenden. Een onderwerp kan zijn het organiseren van een thuiszorgbeurs waarop alle betrokkenen samengebracht en in de bloemetjes gezet worden. Actie 11: De gezondheidsraad Maasmechelen moet bestendigd worden. Actie 12: Er is consultancy/advies tussen de diensten. Naast de verschillende vormen van overleg is er ook tussen de diensten zoals Centrum voor alcohol en andere drugproblemen (CAD), Centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG), OCMW, ouderen en thuiszorg, … consultancy. Dit kan face to face of via telefonische en elektronische contacten. Domein 5: Onderwijs
Actie 13: De onderwijscel richt een onderwijsraad op. Ook volgt de onderwijscel het overleg onderwijs en diversiteit op en wordt het Lokaal overlegplatform bijgewoond. Actie 14: De scholen worden gestimuleerd om netoverschrijdend samen te werken over allerhande thema’s. Domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie
Actie 15: Er is een permanent overleg tussen alle diensten die actief zijn op het vlak van maatschappelijke, culturele en sportieve participatie, een aantal keer per jaar. Doel is ook de acties vanuit het lokaal sociaal beleidsplan op te volgen.
p. 76
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
domein 7: Veiligheid en preventie
Actie 16: De consultatieve preventieraad, voorzien in het strategisch veiligheids – en preventieplan blijft behouden. De deelnemers zijn volgende drie actoren: OCMW, gemeente en politie. Actie 17: De integraal veiligheidscoördinator organiseert een structureel veiligheid – en preventieoverleg waaraan diverse partners actief binnen het domein veiligheid en preventie deelnemen. De bedoeling is structurele samenwerking en afstemming tussen diensten en organisaties te verkrijgen. Er zullen verschillende thema’s of projecten aan bod komen, die in kleinere werkgroepen uitgewerkt worden. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt en opgevolgd worden en de bestaande initiatieven moeten verankerd worden door middel van meerjarenovereenkomsten in plaats van jaarlijkse convenanten. Op die manier zal er meer op lange termijn gewerkt worden. Ook de opvolging van de acties geformuleerd in het lokaal sociaal beleidsplan gebeurt tijdens dit overleg. Verder moet men zich buigen over een duidelijke taakomschrijving voor de preventiedienst, milieudienst, interventiepolitie, wijkpolitie, buurtwerk: wie doet wat aangaande preventie binnen de gemeente? Dit moet intern eerst uitgeklaard zijn voordat er naar de bevolking kan gecommuniceerd worden hoe het precies zit. De hoofdverantwoordelijkheid moet eenduidig vastgelegd worden voor de verschillende preventiedomeinen. De taakinhoudsbepalingen die door het beleid werden vastgelegd moeten gerespecteerd worden. De bestaande aanpak met betrekking tot preventie moet doorgelicht worden en het begrip preventie moet uitgeklaard worden door alle partners. Actie 18: Het overleg type ‘verkeerscommissie’ wordt heropgestart. Verschillende preventie – en andere diensten zullen deelnemen. De bedoeling is via structureel overleg te komen tot een integrale aanpak van de verkeersveiligheid, de afstemming van de doelstellingen door de diensten actief op dit domein. Actie 19: Het bestaand overleg druggebruik wordt geactiveerd. De verschillende sectoren werken een lokaal alcohol- en drugbeleid uit om vervolgens te komen tot concrete acties in de verschillende sectoren.
Efficiënte overlegstructuren: overzichtstabel Doelstelling 2: Er moet een duidelijk overzicht komen van de verschillende vormen van overleg per domein. In Maasmechelen moet een gezonde overlegcultuur heersen om onder andere te komen tot een goede samenwerking (gestructureerd, periodiek, met zinvolle inhoud, …). Overlegmomenten moeten een functionele invulling krijgen of desnoods geschrapt worden. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Voor elk domein wordt een inventaris gemaakt van de 2008 Verantwoordelijke verschillende overlegstructuren. ambtenaar per domein + sturing werkgroep lokaal sociaal beleid 2. Per domein is er een overlegvorm waarin de opvolging en 2008 werkgroep lokaal sociaal bijsturing van de acties in het lokaal sociaal beleidsplan op de beleid agenda staat. PER DOMEIN BETEKENT DIT DOMEIN 1: ALGEMENE SOCIALE EN ADMINISTRATIEVE DIENSTVERLENING 3. Er wordt een welzijnsoverleg georganiseerd. 2008-2009 Werkgroep lokaal sociaal beleid 4. Er wordt een structureel overleg met dienstverantwoordelijken 2009 Werkgroep lokaal sociaal georganiseerd over onderwerpen die onder te brengen zijn bij beleid + domein 1. dienstverantwoordelijken DOMEIN 2: WONEN EN LEEFOMGEVING Gemeente 5. Alle instanties die actief zijn rond het thema wonen nemen deel 2008 aan de recent opgerichte woonraad. huisvestingsambtenaar p. 77
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
DOMEIN 3: OPLEIDING EN TEWERKSTELLING 6. Er wordt een overleg georganiseerd op het niveau van de trajectbegeleiders. 7. Het bestaande Forum Lokale Werkgelegenheid zorgt voor meer afstemming tussen de verschillende diensten en instanties, overdracht van informatie, kennis van elkaar, openheid en bespreking van relevante thema’s, lokaal tewerkstellingsbeleid en opvolging van het lokaal sociaal beleidsplan. DOMEIN 4: ZORG EN OPVANG 8. OCMW en gemeente organiseren samen een overleg Zorg en opvang. 9. Alle thuiszorgdiensten (ook mantelzorg), residentiële opvangdiensten, residentiële en ambulante ouderenzorgdiensten (zowel privé als openbaar) zitten rond tafel voor een overleg zorgdiensten. 10. Er wordt een multidisciplinair Zorgoverleg op cliëntniveau georganiseerd: er wordt afstemming nagestreefd tussen overlegstructuren op cliëntniveau. 11. De gezondheidsraad Maasmechelen moet bestendigd worden. 12. Er is consultancy/advies tussen de diensten.
2008
2009
2009
3.1.3
OCMW en gemeente ouderen en thuiszorg en dienst welzijn OCMW ouderen en thuiszorg
2008
OCMW ouderen en thuiszorg
2008 permanent
Gemeente dienst welzijn OCMW, gemeente en andere diensten
DOMEIN 5: ONDERWIJS 13. Er wordt een onderwijsraad opgericht. 2009 14. De scholen worden gestimuleerd om netoverschrijdend samen 2008 te werken over allerhande thema’s. DOMEIN 6: MAATSCHAPPELIJKE, CULTURELE EN SPORTIEVE PARTICIPATIE 15. Er is een permanent overleg tussen alle diensten die actief zijn 2008 op het vlak van maatschappelijke, culturele en sportieve participatie, een aantal keer per jaar. Doel is ook de acties vanuit het lokaal sociaal beleidsplan op te volgen. DOMEIN 7: VEILIGHEID EN PREVENTIE 16. De consultatieve preventieraad, voorzien in het strategisch 2008 veiligheids – en preventieplan blijft behouden. 17. De integraal veiligheidscoördinator organiseert een structureel 2008 veiligheid – en preventieoverleg waaraan diverse partners actief binnen het domein veiligheid en preventie deelnemen. 18. Het overleg type ‘verkeerscommissie’ wordt heropgestart. 2008 19. Het bestaand overleg druggebruik wordt geactiveerd.
Gemeente tewerkstellingsambtenaar Gemeente tewerkstellingsambtenaar
2008
Gemeente onderwijscel Gemeente onderwijscel
Werkgroep lokaal sociaal beleid
Gemeente integraal veiligheidscoördinator Gemeente integraal veiligheidscoördinator Gemeente integraal veiligheidscoördinator Gemeente dienst welzijn
Eenduidige en aangepaste informatie en communicatie
Doelstelling 3: De informatie – en communicatiediensten van OCMW en gemeente werken samen aan een betere informatie – en communicatiestroom vanuit het lokale bestuur naar alle betrokkenen (burgers, andere diensten, eigen diensten, …). Zowel bij gemeente als bij OCMW heerst dezelfde open communicatiecultuur.
Actie 1: De communicatie – en informatieverantwoordelijken van de verschillende lokale besturen komen op regelmatige basis bijeen om samen te komen tot een eenduidige communicatiestrategie voor de hele gemeente. Beide communicatiediensten staan in voor : een gemeenschappelijke infoblad publicaties voor de verschillende domeinen in eenzelfde stijl een degelijke doorverwijzing tussen de verschillende lokale websites Actie 2: Beide communicatiediensten zorgen voor een optimalisering van de bestaande communicatiekanalen. Er komt een doorlichting van de verschillende communicatiekanalen in de gemeente en er worden eenduidige communicatiekanalen ontwikkeld voor de pers, de verschillende p. 78
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
gemeenschappen, de wijken, de organisaties, de verenigingen …. Er is steeds een contactpersoon via wie de communicatie verloopt. De communicatiediensten hebben de gegevens van die contactpersonen en zien erop toe dat alle officiële communicatie altijd via die eenduidige kanalen verloopt. vervolgens wordt erop toegezien dat de communicatiekanalen zo optimaal mogelijk worden gebruikt. Actie 3: De communicatiediensten letten er op dat er gebruik wordt gemaakt van klare taal in alle publicaties, brieven, websites, … uitgegeven door de lokale besturen. Actie 4: Beide communicatiediensten voeren zelf een actief en positief mediabeleid. In persmededelingen wordt er ook en vooral aandacht geschonken aan het positieve nieuws in de gemeente. De communicatiediensten organiseren ook rond de positieve gebeurtenissen in de gemeente persconferenties, persmededelingen, …. Actie 5: De communicatiediensten hebben er aandacht voor dat men naast de digitale weg ook nog steeds gebruik blijft maken van de klassieke media. Ook de streekkrant, het dagblad, de regionale zender en tv mogen niet vergeten worden om onder andere het aanbod bekend te maken. Er zijn namelijk nog heel wat mensen die niet ‘op de digitale trein zitten’. Per domein betekent dit: Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
Actie 6: Vanuit de gemeente en de lokale werkwinkel wordt een algemene communicatiestrategie uitgewerkt. Deze communicatiestrategie moet inhouden dat alle belanghebbenden permanent geïnformeerd worden over het lokale tewerkstellingsbeleid om zodoende voldoende draagvlak te creëren. Ook de communicatie naar de bijzondere doelgroepen wordt onder de aandacht gebracht en laat men gestructureerd verlopen (bijvoorbeeld naar werkgevers, werkzoekenden, burgers, intermediaire organisaties, jongeren, mensen in de verkoop). Domein 4: Zorg en opvang
Actie 7: Er worden inspanningen geleverd om de verspreiding van informatie over diensten met betrekking tot zorg en opvang te versterken. Actie 8: Er wordt vraaggerichte informatie verstrekt. De verschillende aanspreekpunten per domein zorgen voor vraaggerichte informatieverstrekking. Het is niet de bedoeling de inwoners te overstelpen met publicaties, maar er moet informatie op maat gegeven worden.
Eenduidige en aangepaste communicatie: overzichtstabel
informatie
en
Doelstelling 3: De informatie – en communicatiediensten van OCMW en gemeente werken samen aan een betere informatie – en communicatiestroom vanuit het lokale bestuur naar alle betrokkenen (burgers, andere diensten, eigen diensten, …). Zowel bij gemeente als bij OCMW heerst dezelfde open communicatiecultuur. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente en OCMW 1. De communicatie – en informatieverantwoordelijken van de 2008 verschillende lokale besturen komen op regelmatige basis bijeen Communicatiediensten om samen te komen tot een eenduidige communicatiestrategie voor de hele gemeente. Gemeente en OCMW 2. Beide communicatiediensten zorgen voor een optimalisering permanent van de bestaande communicatiekanalen. Communicatiediensten Gemeente en OCMW 3. De communicatiediensten letten er op dat er gebruik wordt permanent gemaakt van klare taal in alle publicaties, brieven, websites, … Communicatiediensten uitgegeven door de lokale besturen. Gemeente en OCMW 4. Beide communicatiediensten voeren zelf een actief en positief permanent mediabeleid. Communicatiediensten p. 79
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
5. De communicatiediensten hebben er aandacht voor dat men naast de digitale weg ook nog steeds gebruik blijft maken van de klassieke media. PER DOMEIN BETEKENT DIT DOMEIN 3: OPLEIDING EN TEWERKSTELLING 6. Vanuit de gemeente en de lokale werkwinkel wordt een algemene communicatiestrategie uitgewerkt. DOMEIN 4: ZORG EN OPVANG 7. Er worden inspanningen geleverd om de verspreiding van informatie over diensten met betrekking tot zorg en opvang te versterken. 8. Er wordt vraaggerichte informatie verstrekt.
3.1.4
Permanent
Gemeente en OCMW Communicatiediensten
2009
Gemeente Communicatiedienst + tewerkstellingsambtenaar
permanent
Gemeente + OCMW communicatiedienst
2009
Gemeente en OCMW Communicatiediensten
Een minimum taalniveau
Doelstelling 4: De taalvaardigheid en de taalbereidheid moet verhogen bij de allochtone inwoners van Maasmechelen opdat zij voldoende ingeburgerd kunnen zijn in de maatschappij.
Actie 1: In alle scholen wordt er aan taalstimulering buiten de school(m)uren gedaan. Er worden initiatieven en vormingen rond taal ontwikkeld in samenwerking met gespecialiseerde organisaties om aldus aan taalstimulering te doen al vanaf jonge leeftijd, liefst in accommodaties waar de drempel laag is. De taalstimulering richt zowel op de kinderen als op de ouders. Actie 2: Potentiële cursisten worden op wijkgerichte infomomenten aangesproken en zelfs aangespoord deel te nemen aan taalcursussen. Actie 3: Bestaande diensten en organisaties die taal aanbieden voor alle doelgroepen en leeftijden worden geoptimaliseerd en op elkaar afgestemd. Het aanbod Nederlandse lessen wordt verder uitgebouwd en afgestemd op de doelgroep. Actie 4: Nieuwkomers worden systematisch en actief doorverwezen naar het Onthaalbureau, het Huis van het Nederlands en Nederlandse lessen. Ze vervullen de inburgeringsplicht en zijn verplicht om vervolgens een taalexamen af te leggen.
Een minimum taalniveau: overzichtstabel Doelstelling 4: De taalvaardigheid en de taalbereidheid moet verhogen bij Maasmechelen opdat zij voldoende ingeburgerd kunnen zijn in de maatschappij. ACTIES TIMING 1. In alle scholen wordt er aan taalstimulering buiten de 2009 school(m)uren gedaan. Er worden initiatieven en vormingen rond taal ontwikkeld in samenwerking met gespecialiseerde organisaties om aldus aan taalstimulering te doen al vanaf jonge leeftijd, liefst in accommodaties waar de drempel laag is. De taalstimulering richt zowel op de kinderen als op de ouders. 2. Potentiële cursisten worden op wijkgerichte infomomenten 2009-2013 aangesproken en zelfs aangespoord deel te nemen aan taalcursussen. 3. Bestaande diensten en organisaties die taal aanbieden voor 2008 alle doelgroepen en leeftijden worden geoptimaliseerd en op elkaar afgestemd. Het aanbod Nederlandse lessen wordt verder uitgebouwd en afgestemd op de doelgroep. 4. Nieuwkomers worden systematisch en actief doorverwezen permanent naar het Onthaalbureau, het Huis van het Nederlands en Nederlandse lessen.
de allochtone inwoners van VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel
Gemeente onderwijscel
Gemeente Dienst interculturele promotie
Gemeente Dienst interculturele promotie
p. 80
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
3.1.5
Een kwaliteitsvolle leefomgeving
Doelstelling 5: Maasmechelen moet een samenleving zijn waar het aangenaam is om te leven; een propere en leefbare omgeving zonder al te veel overlast, samenleven in diversiteit, sociale cohesie, degelijke wijkwerking, …. Wijkwerking/buurtwerking
Actie 1: Er worden projecten opgezet om vereenzaming tegen te gaan: - bezoekersteams, - uitbreiding wijkgerichte cultuur -, sport-, … programma’s, - duurzame kleinschalige projecten. Actie 2: De weerbaarheid van de kansengroepen wordt verhoogd door laagdrempelige cursussen aan te bieden. Ook worden er gratis cursussen computergebruik (+ andere randapparatuur) georganiseerd als hulpmiddel bij het zoeken naar werk. Het aanleren van het zoeksysteem aan de werkzoekende is prioritair. Actie 3: Om meer dynamiek in de wijken te krijgen wordt de lokale bevolking gestimuleerd en ondersteund om aan wijkwerking te doen. Bewonersgroepen die specifiek aandacht hebben voor activiteiten die het samenleven in diversiteit promoten worden extra begeleid en ondersteund. Propere leefomgeving
Actie 4: Er worden concrete acties georganiseerd om de leefbaarheid in de wijken te verhogen. Actie 5: De wijk als één geheel wordt bewust gemaakt van het belang van een goede en propere woonomgeving. Via preventieve (vorming, infoavonden, subsidiemogelijkheden) en desnoods ook repressieve acties (sancties) worden bewoners gewezen op het feit dat milieuoverlast, veroorzaakt door individuele bewoners of gezinnen (onder andere sluikstorten, hondenpoep, lawaaihinder, …) het samenleven ondermijnt. De bewonersgroepen zien het thema “leefomgeving en milieu” als een prioriteit. Veilige leefomgeving
Actie 6: De wijkagenten zijn meer aanwezig in de wijken om er toezicht te houden op de leefbaarheid en de overlast. Woningkwaliteit
Actie 7: Het beleid is zich bewust van de invloed van een gezonde woning en leefomgeving op de gezondheid van de bewoners en handelt hier ook naar. Zo zullen er meer verstrengde controles uitgevoerd worden inzake conformiteit van woningen (niet enkel huurwoningen) met de Vlaamse wooncode. Dit houdt in dat de bevoegde instanties (wijkagenten, Stebo, technische dienst, brandweer, …) controles uitoefenen om te kijken of de woning veilig is, in orde is met de geldende regelgeving. Zoniet wordt de Vlaamse overheid ingeschakeld om verdere stappen te ondernemen. Actie 8: Er worden zichtbare kwaliteitscontroles in probleemgebieden uitgevoerd. Er wordt preventief opgetreden zodat problemen vermeden kunnen worden. De verschillende diensten slaan de handen in elkaar en begeleiden de verhuurders en huurders (tips naar ventileren, vochtbestrijding, rechten en plichten) om op die manier de woonkwaliteit te verbeteren. Actie 9: Leegstand en verkrotting wordt via krotbelasting en andere nog op te stellen reglementering tegen gegaan. Er worden ook regelmatig controles uitgevoerd. Actie 10: De gemeente en de politie oefenen strengere controles uit op inschrijvingen en verblijf. p. 81
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Sociale cohesie
Actie 11: De gemeente ondersteunt (financieel, logistiek, informatief) en promoot duurzame acties/projecten die uitgewerkt worden om de sociale samenhang in de wijken te bevorderen en vereenzaming tegen te gaan. Actie 12: Het lokaal dienstencentrum en verenigingen organiseren activiteiten om mensen samen te brengen. Er wordt zeer laagdrempelig, toegankelijk voor alle doelgroepen (leeftijd, afkomst, …) en op wijkniveau gewerkt. Uitstervende verenigingen en wijkcentra worden nieuw leven ingeblazen. Actie 13: Om de sociale netwerken te versterken, wordt het project ‘Senioren voor senioren’ uitgebreid. Op die manier kan preventief de informele zorgverlening vanuit de directe leefomgeving gestimuleerd worden. Diegenen die huisbezoeken zullen brengen moeten wel geselecteerd en degelijk begeleid worden. Actie 14: De dienst interculturele promotie onderzoekt via bevraging van brugfiguren binnen de verschillende gemeenschappen hoe er een afstemming tot stand gebracht kan worden tussen het dienstverleningsaanbod en de diverse culturen. Actie 15: Ook voor de jeugd wordt van de wijk een plaats gemaakt waar zij zich goed voelen: - het aanbod van de Tienermobiel (in samenwerking met vzw Thebe) wordt voortgezet in Klein Spanje en gebruikt als promotor van andere culturele en sportieve activiteiten in Maasmechelen. - de jongeren van Klein Spanje en Opgrimbie krijgen een ontmoetingsruimte die voldoet aan de hedendaagse noden en verwachtingen van jongeren. Actie 16: Er worden groepsactiviteiten op wijkniveau georganiseerd tussen verschillende cultuurgroepen om tot ontmoeting en uitwisseling te komen. Het doel van deze ontmoetingen/uitwisselingen is openheid creëren, op zoek gaan naar gelijkenissen, gedeelde interesses en waarden. De verschillende groepen moeten dichter naar elkaar toegroeien. Onbekend maakt onbemind. Er moet met elkaar gecommuniceerd worden. Er moet mét elkaar en niet naast elkaar geleefd worden.
Een kwaliteitsvolle overzichtstabel
leefomgeving:
Doelstelling 5: Maasmechelen moet een samenleving zijn waar het aangenaam is om te leven; een propere en leefbare omgeving zonder al te veel overlast, samenleven in diversiteit, sociale cohesie, degelijke wijkwerking. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE WIJKWERKING/BUURTWERKING Gemeente dienst welzijn 1. Op buurtniveau worden projecten opgezet om vereenzaming permanent tegen te gaan. OCMW dienstencentrum Gemeente dienst welzijn 2. De weerbaarheid van de kansengroepen wordt verhoogd door Permanent laagdrempelige cursussen op wijkniveau aan te bieden. Gemeente dienst welzijn 3. Om meer dynamiek in de wijken te krijgen wordt de lokale Permanent bevolking gestimuleerd en ondersteund om aan wijkwerking te doen. PROPERE LEEFOMGEVING Gemeente milieu 4. Er worden concrete acties georganiseerd om de leefbaarheid 2009-2013 in de wijken te verhogen. Gemeente milieu 5. De wijk als één geheel wordt bewust gemaakt van het belang permanent van een goede en propere woonomgeving. VEILIGE LEEFOMGEVING Politie wijkagenten 6. De wijkagenten zijn meer aanwezig in de wijken om er 2008 toezicht te houden op de leefbaarheid en de overlast. WONINGKWALITEIT p. 82
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
7. Het beleid is zich bewust van de invloed van een gezonde woning en leefomgeving op de gezondheid van de bewoners en handelt hier ook naar. 8. Er worden zichtbare kwaliteitscontroles in probleemgebieden uitgevoerd. 9. Leegstand en verkrotting wordt via krotbelasting en andere nog op te stellen reglementering tegen gegaan. Er worden ook regelmatig controles uitgevoerd. 10. De gemeente en de politie oefenen strengere controles uit op inschrijvingen en verblijf. SOCIALE COHESIE 11. De gemeente ondersteunt (financieel, logistiek, informatief) en promoot duurzame acties/projecten die uitgewerkt worden om de sociale samenhang in de wijken te bevorderen en vereenzaming tegen te gaan. 12. Het lokaal dienstencentrum en verenigingen organiseren activiteiten om mensen samen te brengen. 13. Om de sociale netwerken te versterken, wordt het project ‘Senioren voor senioren’ uitgebreid. 14. De dienst interculturele promotie onderzoekt via bevraging van brugfiguren binnen de verschillende gemeenschappen hoe er een afstemming tot stand gebracht kan worden tussen het dienstverleningsaanbod en de diverse culturen. 15. Ook voor de jeugd wordt van de wijk een plaats gemaakt waar zij zich goed voelen. 16. Er worden groepsactiviteiten op wijkniveau georganiseerd tussen verschillende cultuurgroepen om tot ontmoeting en uitwisseling te komen.
3.1.6
permanent
Gemeente en OCMW beleid
2008
Gemeente technische dienst, milieudienst, politie Gemeente technische dienst/huisvesting
2009
2008
Gemeente dienst bevolking en politie
Per project
Gemeente dienst welzijn
Permanent
OCMW dienstencentrum en verenigingen Gemeente dienst welzijn
2009 2009
Gemeente dienst interculturele promotie
2010
Gemeente jeugddienst
2009-2013
Gemeente dienst interculturele promotie
Mobiliteit
Doelstelling 6: Alle inwoners moeten zich op een vlotte manier met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen in heel de gemeente. Het aanbod en de noden moeten geanalyseerd worden en er moet een duidelijke beleidsvisie omtrent mobiliteit ontwikkeld worden.
Actie 1: Er wordt een mobiliteitsoverleg ingericht met verschillende partners (ook adviesraden) waar een mobiliteitsplan geëvalueerd en bijgestuurd wordt. Als onderdeel van het mobiliteitsplan wordt er een grondige inventarisatie gemaakt van het dienstenpakket van De Lijn en de effectieve vragen en noden worden in kaart gebracht. Tijdens dat overleg moet er nagedacht worden over een al dan niet gratis gemeentelijk mobiliteitsnetwerk op basis van samenwerkingsovereenkomsten, een stadsbus vergelijkbaar met Hasselt, werking van de Belbus, goedkoper schoolvervoer, …. Ook mindermobielen, jongeren, werkzoekenden, toeristen, … worden bevraagd. Op basis hiervan wordt het aanbod in Maasmechelen geoptimaliseerd. Actie 2: Via de geijkte infokanalen (zoals het gemeentelijk infoblad) wordt iedere inwoner van Maasmechelen geïnformeerd over lijnbussen, taxi’s en aangepast vervoer zodat iedereen weet op welke manieren men zich kan verplaatsen in de gemeente.
Domein 3: Opleiding en tewerkstelling
Actie 3: Er worden door bedrijven en de overheid promotieacties op touw gezet om het samen naar het werk rijden populair te maken. Actie 4: Het woon-werkverkeer per fiets en te voet wordt gepromoot. De voordelen die hieraan verbonden zijn voor de werknemers (onder andere fiscaal aftrekbaar) worden uitgebreid bekend gemaakt. Actie 5: Via de trajectbegeleidingsgesprekken worden de mogelijkheden (ook financieel – reductie voor werkzoekenden) van het openbaar vervoer bekend gemaakt bij de p. 83
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
werkzoekenden en bij iedereen zoeken/vinden/behouden van werk.
voor
wie
mobiliteit
een
knelpunt
is
bij
het
Domein 4: Zorg en opvang
Actie 6: Het vervoer voor ouderen of minder mobiele mensen wordt uitgebreid en bekend gemaakt. Dit kan door: - ondersteuning (meer financiële middelen) van het aangepast vervoer aan huis. Er moeten ook meer mensen van het aangepast vervoer kunnen genieten. - het oprichten van een vervoerscentrale voor mensen met mobiliteitsproblemen. - promotie via verschillende kanalen. Actie 7: Naast uitbreiding van de mobiliteitsmogelijkheden, worden er ook meer vrijwillige begeleiders ingezet die bijvoorbeeld ouderen kunnen begeleiden. Domein 7: Veiligheid en preventie
Actie 8: Om de onveiligheid op de bussen, veroorzaakt door overbezetting tegen te gaan, wordt met De Lijn bekeken om extra bussen in zetten tijdens piekmomenten. Actie 9: Er worden veilige fietspaden voorzien in heel Maasmechelen, onder andere richting De Oude Bunders.
Mobiliteit: overzichtstabel Doelstelling 6: Alle inwoners moeten zich op een vlotte manier met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen in heel de gemeente. Het aanbod en de noden moeten geanalyseerd worden en er moet een duidelijke beleidsvisie omtrent mobiliteit ontwikkeld worden. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente dienst wegen 1. Er wordt een mobiliteitsoverleg ingericht met verschillende 2008 partners (ook adviesraden) waar een mobiliteitsplan en verkeer geëvalueerd en bijgestuurd wordt. Als onderdeel van het mobiliteitsplan wordt er een grondige inventarisatie gemaakt van het dienstenpakket van De Lijn en de effectieve vragen en noden worden in kaart gebracht. Gemeente en OCMW 2. Via de geijkte infokanalen (zoals het gemeentelijk infoblad) 2008-2013 wordt iedere inwoner van Maasmechelen geïnformeerd over communicatiediensten lijnbussen, taxi’s en aangepast vervoer zodat iedereen weet op welke manieren men zich kan verplaatsen in de gemeente. PER DOMEIN BETEKENT DIT DOMEIN 3: OPLEIDING EN TEWERKSTELLING Gemeente dienst wegen 3. Er worden door bedrijven en de overheid promotieacties op 2010 touw gezet om het samen rijden naar het werk populair te en verkeer maken. Gemeente dienst wegen 4. Het woon-werkverkeer per fiets en te voet wordt gepromoot. 2009 en verkeer OCMW sociale dienst, 5. Via de trajectbegeleidingsgesprekken worden de Permanent mogelijkheden (ook financieel – reductie voor werkzoekenden) dienst tewerkstelling van het openbaar vervoer bekend gemaakt bij de werkzoekenden en bij iedereen voor wie mobiliteit een knelpunt is bij het zoeken/vinden/behouden van werk. DOMEIN 4: ZORG EN OPVANG OCMW ouderen en 6. Het vervoer voor ouderen of minder mobiele mensen wordt permanent thuiszorg uitgebreid en bekend gemaakt. mindermobielencentrale OCMW ouderen en 7. Naast uitbreiding van de mobiliteitsmogelijkheden, worden er 2008 ook meer vrijwillige begeleiders ingezet die bijvoorbeeld thuiszorg ouderen kunnen begeleiden. DOMEIN 7: VEILIGHEID EN PREVENTIE Gemeente dienst wegen 8. Om de onveiligheid op de bussen, veroorzaakt door 2010 overbezetting tegen te gaan, wordt met De Lijn bekeken om en verkeer + De Lijn extra bussen in zetten tijdens piekmomenten. p. 84
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
9. Er worden veilige fietspaden voorzien in heel Maasmechelen, onder andere richting De Oude Bunders.
2011
Gemeente dienst wegen en verkeer
p. 85
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
3.2 Domeinspecifieke doelstellingen Waar in het vorige deel de domeinoverschrijdende doelstellingen aan bod kwamen, willen we nu dieper ingaan op de domeinspecifieke doelstellingen. Uit de ondervraging van het werkveld en de kwantitatieve omgevingsanalyse bleken een aantal doelstellingen naar voor te komen. Na verder overleg en verdere brainstorming is men tot een aantal acties gekomen om de voorgestelde doelstellingen waar te maken. In dit hoofdstuk wordt per domein een opsomming gemaakt van de doelstellingen en de bijgaande acties. Samenvattend is op het einde van elk domein een schematische voorstelling te vinden van de doelstellingen en acties.
3.2.1
Domein 1: Algemene dienstverlening
sociale
en
administratieve
Doelstelling 1: Er moet een digitaal systeem op punt gesteld worden zodat er op een correcte en snelle manier doorverwezen kan worden naar de juiste persoon, organisatie, instelling, ….
Actie 1: Binnen het OCMW werkt men het concept sociale kaart verder uit en maakt men het operationeel. De sociale kaart maakt het mogelijk dat contacten en informatie makkelijk op te zoeken zijn via een digitale weg. De verantwoordelijke ambtenaar per domein houdt voor zijn of haar domein de sociale kaart actueel. Actie 2: Het onthaalpersoneel en mensen aan de balies krijgen extra opleiding om met de sociale kaart te werken opdat zij nog vlotter en correcter kunnen doorverwijzen naar de juiste persoon, organisatie, instelling, ….
Doelstelling 2: Alle baliemedewerkers moeten op een adequate en correcte manier doorverwijzen, informeren, … .
Actie 1: Baliebedienden moeten vormingssessies volgen opdat zij hun functie aan het loket op een degelijke manier kunnen vervullen. Voorbeelden: ‘info geven aan burgers op een begrijpbare manier’, ‘efficiënt doorverwijzen’, ‘omgaan met diversiteit’, ‘werken met de sociale kaart’, …. Actie 2: Baliebedienden worden op regelmatige basis dienstoverschrijdend samengebracht zodat zij degelijk ingelicht zijn over de verschillende diensten, organisaties, verenigingen, … in Maasmechelen.
Doelstelling 3: Het lokale bestuur heeft aandacht voor inspraak, ook van de bijzondere doelgroepen (allochtonen, ouderen, jongeren, mensen met een handicap, kansarmen). Hiervoor worden de bijzondere doelgroepen op regelmatige basis bevraagd naar hun noden, tekorten, bevindingen, ….
Actie 1: Om de 3 jaar worden de bijzondere doelgroepen binnen het lokaal sociaal beleid bevraagd over de werking van de diensten, over leemtes, tekorten in de werking, bijkomende behoeften, ….
Doelstelling 4: Cliënten met een meervoudige probleemsituatie moeten efficiënt geholpen worden en de verschillende soorten hulpverlening moeten nog beter op mekaar worden afgestemd.
Actie 1: Met het oog op een optimale afstemming wordt het lokaal cliëntoverleg versterkt. De verschillende sectoren die betrokken zijn bij eenzelfde complexe cliëntsituatie worden samengebracht. Er worden duidelijke engagementen aangegaan en men moet p. 86
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
uitgaan van een gedeeld beroepsgeheim. De diensten moeten ervoor zorgen dat er meer openheid en samenwerking is. Men moet bereid zijn tijd vrij te maken om samen te werken via individuele bezoeken of het structureel samenbrengen van de diensten. Actie 2: De cliënt wordt maximaal betrokken bij het lokaal cliëntoverleg.
Doelstelling 5: Ook rolstoelgebruikers moeten de openbare diensten van gemeente en OCMW vlot kunnen bereiken.
Actie 1: Bij nieuw te bouwen gebouwen of bij oudere gebouwen die verbouwd worden, doen de gemeente en het OCMW inspanningen om de nodige infrastructurele aanpassingen te doen zodat deze gebouwen ook toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers.
Doelstelling 6: Diensten en organisaties moeten bewust en respectvol omgaan met klachten. Er moet gestreefd worden naar zo weinig mogelijk klachten, maar indien er klachten binnen komen moet er een procedure op punt staan die een degelijke opvolging garandeert.
Actie 1: Er moet een procedure voor klachten en tips komen voor iedere zichzelf respecterende organisatie. Er moet een regelmatige evaluatie van deze procedure voorzien worden met onder meer de bedoeling de werking te verbeteren en beter af te stemmen op de cliënt.
Doelstelling 7: We leren de inwoners van Maasmechelen bewust omgaan met hun bestedingsgedrag en we leren ze oog hebben voor besparende levenswijzen (op cliëntniveau).
Actie 1: Er wordt een energieambtenaar aangesteld die extra aandacht eist voor rationeel energieverbruik. Ook via dergelijke initiatieven kan namelijk geld uitgespaard worden. Actie 2: De energieambtenaar zet initiatieven op rond energieverbruik, klimaatwijken, energiescans, energie-audits, bijsturen bepaalde gewoontes enzovoort in de wijken.
Domein 1: overzichtstabel Doelstelling 1: Er moet een digitaal systeem op punt gesteld worden zodat er op een correcte en snelle manier doorverwezen kan worden naar de juiste persoon, organisatie, instelling, …. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Binnen het OCMW werkt men het concept sociale kaart verder 2008-2009 OCMW uit en maakt men het operationeel. dienst onthaal OCMW 2. Het onthaalpersoneel en mensen aan de balies krijgen extra Permanent opleiding om met de sociale kaart te werken opdat zij nog vlotter vormingsambtenaar en correcter kunnen doorverwijzen naar de juiste persoon, organisatie, instelling, …. Doelstelling 2: Alle baliemedewerkers moeten op een adequate en correcte manier doorverwijzen, informeren, …. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW 1. Baliebedienden moeten vormingssessies volgen opdat zij hun Permanent functie aan het loket op een degelijke manier kunnen vervullen. vormingsambtenaar OCMW 2. Baliebedienden worden op regelmatige basis Permanent dienstoverschrijdend samengebracht zodat zij degelijk ingelicht werkgroep lokaal sociaal zijn over de verschillende diensten, organisaties, verenigingen, … beleid in Maasmechelen. Doelstelling 3: Het lokale bestuur heeft aandacht voor inspraak, ook van de bijzondere doelgroepen (allochtonen, ouderen, jongeren, mensen met een handicap, kansarmen). Hiervoor worden de bijzondere doelgroepen op regelmatige basis bevraagd naar hun noden, tekorten, bevindingen, …. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Om de 3 jaar worden de bijzondere doelgroepen binnen het 2010 + Gemeente en OCMW lokaal sociaal beleid bevraagd over de werking van de diensten, 2013 werkgroep lokaal sociaal over leemtes, tekorten in de werking, bijkomende behoeften, …. beleid p. 87
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Doelstelling 4: Cliënten met een meervoudige probleemsituatie moeten efficiënt geholpen worden en de verschillende soorten hulpverlening moeten nog beter op mekaar wordt afgestemd. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW 1. Met het oog op een optimale afstemming wordt het lokaal 2010 cliëntoverleg versterkt. sociale dienst OCMW 2. De cliënt wordt maximaal betrokken bij het lokaal cliëntoverleg. permanent sociale dienst Doelstelling 5: Ook rolstoelgebruikers moeten de openbare diensten van gemeente en OCMW vlot kunnen bereiken. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW en gemeente 1. Bij nieuw te bouwen gebouwen of bij oudere gebouwen die permanent verbouwd worden, doen de gemeente en het OCMW inspanningen toegankelijkheidscel om de nodige infrastructurele aanpassingen te doen zodat deze gebouwen ook toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Doelstelling 6: Diensten en organisaties moeten bewust en respectvol omgaan met klachten. Er moet gestreefd worden naar zo weinig mogelijk klachten, maar indien er klachten binnen komen moet er een procedure op punt staan die een degelijke opvolging garandeert. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente en OCMW 1. Er moet een procedure voor klachten en tips komen voor iedere 2009 zichzelf respecterende organisatie. Beleid Doelstelling 7: We leren de inwoners van Maasmechelen bewust omgaan met hun bestedingsgedrag en we leren ze oog hebben voor besparende levenswijzen (op cliëntniveau). OCMW 1. Er wordt een energieambtenaar aangesteld die extra aandacht 2008 eist voor rationeel energieverbruik. Ook via dergelijke initiatieven sociale dienst kan namelijk geld uitgespaard worden. energieambtenaar OCMW 2. De energieambtenaar zet initiatieven op rond energieverbruik, 2009 klimaatwijken, energiescans, energie-audits, bijsturen bepaalde energieambtenaar + gemeente gewoontes enzovoort in de wijken. milieu – en preventiedienst
3.2.2
Domein 2: Wonen en leefomgeving
Doelstelling 1: Samenwerking tussen de verschillende diensten actief op het vlak van wonen moet verbeteren, de verschillende diensten moeten elkaar leren kennen en naar elkaar doorverwijzen.
Actie 1: De recent opgerichte woonraad brengt alle instanties, actief rond wonen rond de tafel met het oog op onderlinge bekendheid, afstemming en optimale doorverwijzing. Eenmaal per jaar stellen de leden van de woonraad zich aan elkaar voor met uitleg over hun prioriteiten, activiteiten en aanbod.
Doelstelling 2: Er moet op het gebied van wonen in Maasmechelen een duidelijke beleidsvisie ontwikkeld worden op langere termijn met voldoende aandacht voor participatie om aldus de noden van de bewoners te kennen.
Actie 1: Er wordt een huisvestingsambtenaar aangesteld die het woonbeleidsplan schrijft. Actie 2: De woonraad komt op regelmatige basis samen om advies te geven over het uit te stippelen woonbeleid. Actie 3: Als onderdeel van de woonraad worden er werkgroepen opgericht. Deze werkgroepen verrichten voorbereidend werk en onderzoek om er nadien advies over uit te brengen (woningkwaliteit, aanpasbaar wonen, nieuwe verkavelingen, …) om zo te komen tot een degelijk woonbeleidsplan. Er is aandacht voor participatie. Actie 4: De bestaande bewonersgroepen worden versterkt en de nieuwe worden uitgebouwd. Via een overkoepelend orgaan krijgen de bewonersgroepen een stem bij de opmaak van het beleidsplan. Ook de samenwerking met Maaslands Huis kan hier besproken worden. p. 88
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Actie 5: Er komt een correcte informatiedoorstroming en terugkoppeling na advies, tussen de verschillende deelnemers aan de overlegstructuren die gekoppeld zijn aan de woonraad en tussen woonraad en beleid.
Doelstelling 3: Er moeten voldoende aangepaste woongelegenheden voorzien worden in Maasmechelen vooral voor de stijgende groep ouderen, voor mensen met een handicap, voor jongeren, ….
Actie 1: Aangepaste woonvormen (onder andere kangeroewonen) en aanpassings – en renovatiewerken worden gepromoot via het opleggen van normen bij verkavelingen, sensibilisering, promotie. Actie 2: Het OCMW neemt initiatief tot het bouwen van serviceflats na overleg met de gemeenten en na grondig onderzoek naar inplantingsplaatsen en na eventuele aankoop van gronden. Actie 3: De gemeente stelt betaalbare bouwgronden ter beschikking. Dit kan door het inrichten van woonuitbreidingsgebieden (wijziging BPA). Met projectontwikkelaars worden afspraken gemaakt/normen opgelegd aangaande betaalbare woongelegenheden voor zover dit mogelijk is (afhankelijk van de markt – vraag en aanbod). Actie 4: Er worden afspraken gemaakt met Maaslands Huis rond toegankelijk woonbeleid. Dit wil zeggen toegankelijk voor verschillende bevolkingsgroepen en fysiek toegankelijk voor mensen met een handicap.
Doelstelling 4: De gemeente Maasmechelen moet een nette en aangename gemeente zijn.
Actie 1: De werkgroep sluikstorten blijft haar werking voortzetten. Dit houdt in dat ze preventief te werk gaat, sensibilisatiecampagnes voert en opvolgt dat er streng gesanctioneerd wordt bij overtredingen. Actie 2: Er worden meer rustbanken geplaatst, verspreid over het Maasmechelse grondgebied in overleg met de omwonenden. Actie 3: Er wordt in Maasmechelen strenger opgetreden tegen huisjesmelkerij.
Domein 2: overzichtstabel Doelstelling 1: Samenwerking tussen de verschillende diensten actief op het vlak van wonen moet verbeteren, de verschillende diensten moeten elkaar leren kennen en naar elkaar doorverwijzen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. De recent opgerichte woonraad brengt alle instanties, actief 2008 rond wonen rond de tafel met het oog op onderlinge bekendheid, huisvestingsambtenaar afstemming en optimale doorverwijzing. Doelstelling 2: Er moet op het gebied van wonen in Maasmechelen een duidelijke beleidsvisie ontwikkeld worden op langere termijn met voldoende aandacht voor participatie om aldus de noden van de bewoners te kennen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente beleid 1. Er wordt een huisvestingsambtenaar aangesteld die het 2008 woonbeleidsplan schrijft. huisvestingsambtenaar Gemeente 2. De woonraad komt op regelmatige basis samen om advies te 2008 geven over het uit te stippelen woonbeleid. huisvestingsambtenaar Gemeente 3. Als onderdeel van de woonraad worden er werkgroepen 2009 opgericht. huisvestingsambtenaar Gemeente 4. De bestaande bewonersgroepen worden versterkt en de nieuwe 2009 p. 89
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
worden uitgebouwd. Via een overkoepelend orgaan krijgen de huisvestingsambtenaar bewonersgroepen een stem bij de opmaak van het beleidsplan. Gemeente 5. Er komt een correcte informatiedoorstroming en terugkoppeling permanent na advies, tussen de verschillende deelnemers aan de huisvestingsambtenaar overlegstructuren die gekoppeld zijn aan de woonraad en tussen woonraad en beleid. Doelstelling 3: Er moeten voldoende aangepaste woongelegenheden voorzien worden in Maasmechelen vooral voor de stijgende groep ouderen, voor mensen met een handicap, voor jongeren, …. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. Aangepaste woonvormen (onder andere kangeroewonen) en 2009 aanpassings – en renovatiewerken worden gepromoot via het huisvestingsambtenaar opleggen van normen bij verkavelingen, sensibilisering, promotie. 2. Het OCMW neemt initiatief tot het bouwen van serviceflats na 2009-2010 OCMW beleid overleg met de gemeenten en na grondig onderzoek naar inplantingsplaatsen en na eventuele aankoop van gronden. Gemeente 3. De gemeente stelt betaalbare bouwgronden ter beschikking. 2010 Dit kan door het inrichten van woonuitbreidingsgebieden (wijziging huisvestingsambtenaar BPA). Met projectontwikkelaars worden afspraken gemaakt/normen opgelegd aangaande betaalbare woongelegenheden voor zover dit mogelijk is (afhankelijk van de markt – vraag en aanbod). Gemeente 4. Er worden afspraken gemaakt met Maaslands Huis rond 2009 toegankelijk woonbeleid. huisvestingsambtenaar Doelstelling 4: De gemeente Maasmechelen moet een nette en aangename gemeente zijn. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente werkgroep 1. De werkgroep sluikstorten blijft haar werking voortzetten. permanent sluikstorten Gemeente technische 2. Er worden meer rustbanken geplaatst, verspreid over het 2009 Maasmechelse grondgebied in overleg met de omwonenden. dienst 3. Er wordt in Maasmechelen strenger opgetreden tegen permanent Gemeente + politie huisjesmelkerij.
3.2.3
Doelstellingen en acties voor domein 3: Opleiding en tewerkstelling
Doelstelling 1: De verschillende trajectbegeleidingsdiensten moeten komen tot duidelijke afspraken rond eenieders rol in het individuele traject van de werkzoekende, afstemming op elkaar, overdracht van informatie en een duidelijk zicht op de situatie van de cliënten.
Actie 1: Er is een dienstoverschrijdend cliënt- of trajectoverleg, globaal over de verschillende trajectbegeleidingsdiensten heen. Dit overleg is gestructureerd en periodiek op een vaste datum. Er worden duidelijke afspraken gemaakt onder andere over gedeeld beroepsgeheim. Het overleg heeft een duidelijke inhoud en agenda en nadien wordt een degelijk verslag bezorgd aan alle deelnemers.
Doelstelling 2: Het Forum Lokale Werkgelegenheid moet zorgen voor meer afstemming tussen de verschillende diensten en instanties, overdracht van informatie, kennis van elkaar, openheid en bespreking van relevante thema’s, lokaal tewerkstellingsbeleid.
Actie 1: Het Forum Lokale Werkgelegenheid wordt opgewaardeerd en krijgt een vaste plaats in het lokale tewerkstellingsbeleid. Het wordt uitgebreid qua deelnemers: tewerkstellingsactoren, ook werkgevers, opleidingsactoren, relevante actoren uit het onderwijs, dienst integratie, jeugddienst, welzijnsdienst, …. Onderwerpen die worden besproken, zijn: gemeenschappelijke belangenbehartiging, knelpuntendetectie en acties hieromtrent, tewerkstellingsprojecten, aanpak
p. 90
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
werkloosheidsproblematiek, (evolutie van) lokale arbeidsmarktgegevens, interpretatie ervan, voorstellen hieromtrent, nieuwe initiatieven, ….
de
Actie 2: De vergadering van het Forum Lokale Werkgelegenheid vindt steeds op een andere plaats/bedrijf plaats en wordt gekoppeld aan een bedrijfsbezoek. Actie 3: Het Forum vormt een brug tussen arbeidsmarkt/werkgevers en onderwijs. Er worden dan ook concrete afspraken gemaakt omtrent stageplaatsen, …. Actie 4: Arbeidszorg wordt onder de aandacht gebracht. De sociale tewerkstelling wordt op permanente basis verder uitgebouwd in functie van de tewerkstelling van de zwaksten op de arbeidsmarkt die nooit in het reguliere circuit terecht kunnen. Verder wordt om provinciale aandacht gevraagd bij het uitwerken van initiatieven en bij het creëren van ruimte voor de doelgroep.
Doelstelling 3: De gemeente moet acties ondernemen opdat het gebrek aan kinderopvang geen struikelblok is bij het vinden van werk.
Actie 1: Er wordt onderzocht in welke mate de nood aan kinderopvang het instappen in de arbeidsmarkt bemoeilijkt. De doelgroep wordt bevraagd en er wordt beroep gedaan op de expertise van organisaties die met vrouwen werken. Vervolgens bekijkt men het aanbod inzake kinderopvang en doet men eventueel suggesties voor aanpassingen: hoeveel plaatsen zijn er nodig?, wie gaat/kan dat doen?, zijn er oplossingen te vinden door het uitbreiden van bestaande initiatieven?, moeten er nieuwe vormen als gevolg van nieuwe noden ingericht worden? (avond, weekend, arbeidsuren, …). Er moet voorrang verleend worden aan de inwoners van Maasmechelen voor kinderopvang. Enkel als er plaatsen over zijn, kunnen ook inwoners van buiten Maasmechelen gebruik maken van het aanbod. Kinderopvang mag niet zomaar door speelpleinwerking vervangen worden, maar moet kwaliteitsvolle kinderopvang zijn. Actie 2: De locatie voor kinderopvang wordt aangepast.
Doelstelling 4: De gemeente en het OCMW van Maasmechelen moeten specifiek aandacht besteden aan sociale tewerkstelling.
Actie 1: Het aantal bestaande tewerkstellingsplaatsen in Maasmechelen blijft minstens behouden. Actie 2: Door middel van promotieactiviteiten, permanente communicatie- en sensibilisatiestrategieën, participatie en inbedding in reguliere bedrijfswereld, meedoen aan de Openbedrijvendag, … komt men tot positieve beeldvorming, creëert men een draagvlak en krijgt sociale tewerkstelling een plaats in de economie. Actie 3: Er worden nieuwe klanten en nieuwe opdrachten gezocht met plaatsen voor sociale tewerkstelling. Actie 4: De privé-sector, de VDAB, het OCMW en de verschillende vzw’s werken samen aan een vlotte doorstroming van sociaal tewerkgestelden. Actie 5: Naast de bestaande initiatieven wordt er nieuwe sociale tewerkstelling gecreëerd binnen de buurt- en nabijheidsdiensten. Men gaat bij de mensen thuis op zoek naar nieuwe initiatieven op basis van de noden (niet enkel binnen welzijnssector maar ook bijvoorbeeld de toeristische sector) en speelt in op die behoeften (vergrijzing, kansarmoede, eenoudergezinnen, milieu,
p. 91
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
mobiliteit… bijvoorbeeld kinderopvang buiten normale (jeugdwerkloosheidsplan), klusjesdienst OCMW, …).
uren,
Jeugd
Actie
Plan
Domein 3: overzichtstabel Doelstelling 1: De verschillende trajectbegeleidingsdiensten moeten komen tot duidelijke afspraken rond eenieders rol in het individuele traject van de werkzoekende, afstemming op elkaar, overdracht van informatie en een duidelijk zicht op de situatie van de cliënten. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW sociale dienst 1. Er is een dienstoverschrijdend cliënt- of trajectoverleg, globaal 2008 over de verschillende trajectbegeleidingsdiensten heen. tewerkstelling Doelstelling 2: Het Forum Lokale Werkgelegenheid moet zorgen voor meer afstemming tussen de verschillende diensten en instanties, overdracht van informatie, kennis van elkaar, openheid en bespreking van relevante thema’s, lokaal tewerkstellingsbeleid. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. Het Forum Lokale Werkgelegenheid wordt opgewaardeerd en 2008 krijgt een vaste plaats in het lokale tewerkstellingsbeleid. tewerkstellingsambtenaar Gemeente 2. De vergadering van het Forum Lokale Werkgelegenheid vindt Permanent steeds op een andere plaats/bedrijf plaats en wordt gekoppeld aan tewerkstellingsambtenaar een bedrijfsbezoek. Gemeente 3. Het Forum vormt een brug tussen arbeidsmarkt/werkgevers en 2008 onderwijs. Er worden dan ook concrete afspraken gemaakt omtrent tewerkstellingsambtenaar stageplaatsen, …. Gemeente 4. Arbeidszorg wordt onder de aandacht gebracht. 2008 tewerkstellingsambtenaar Doelstelling 3: De gemeente moet acties ondernemen opdat het gebrek aan kinderopvang geen struikelblok is bij het vinden van werk. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. Er wordt onderzocht in welke mate de nood aan kinderopvang het 2009 instappen in de arbeidsmarkt bemoeilijkt. tewerkstellingsambtenaar Gemeente dienst welzijn 2. De locatie voor kinderopvang wordt aangepast. 2012 Doelstelling 4: De gemeente en het OCMW van Maasmechelen moeten specifiek aandacht besteden aan sociale tewerkstelling. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. Het aantal bestaande tewerkstellingsplaatsen in Maasmechelen Permanent blijft minstens behouden. tewerkstellingsambtenaar Gemeente 2. Door middel van promotieactiviteiten, permanente communicatie- Permanent en sensibilisatiestrategieën, participatie en inbedding in reguliere Tewerkstellingsambtenaar bedrijfswereld, meedoen aan de Openbedrijvendag, … komt men tot positieve beeldvorming, creëert men een draagvlak en krijgt sociale tewerkstelling een plaats in de economie. Gemeente 3. Er worden nieuwe klanten en nieuwe opdrachten gezocht met Permanent plaatsen voor sociale tewerkstelling. tewerkstellingsambtenaar Gemeente 4. De privé-sector, de VDAB, het OCMW en de verschillende vzw’s Permanent werken samen aan een vlotte doorstroming van sociaal tewerkstellingsambtenaar OCMW deskundige tewerkgestelden. tewerkstelling Gemeente 5. Naast de bestaande initiatieven wordt er nieuwe sociale Permanent tewerkstelling gecreëerd binnen de buurt- en nabijheidsdiensten. tewerkstellingsambtenaar
3.2.4
Domein 4: Zorg en opvang
Doelstelling 1: In Maasmechelen moeten inspanningen geleverd worden om mensen die dat wensen de kans te geven zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen.
Actie 1: Het zorgloket zet haar proactieve werking voort en zorgt verder voor sensibilisatie van de eerstelijnsmedewerkers en informatieverspreiding naar alle betrokkenen. Deze informatie betreft allerlei voorzieningen, tegemoetkomingen, hulpverleningsmaatregelen, … voor hulpbehoevenden die wensen thuis te blijven wonen en hun naasten. p. 92
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Actie 2: Mantelzorg wordt ondersteund. Families worden gestimuleerd, ook via minder voor de hand liggende kanalen (zoals pastoors, thuisverpleging, …) en efficiënt ondersteund middels individuele gesprekken, informatie op maat, permanente evaluatie van de zorgsituatie, groepsgesprekken, vormingen, …. Actie 3: Mantelzorg wordt aantrekkelijker gemaakt door zowel de lokale als de hogere overheid. Dit kan door een efficiëntere besteding van de middelen en door het uitoefenen van een signaalfunctie naar hogere overheden aangaande een beter stimuleringsbeleid. Actie 4: Er wordt een gerichte informatiecampagne op touw gezet die mensen informeert over mantelzorg en de financiële tegemoetkoming en ondersteuning die men kan bekomen.
Doelstelling 2: Maasmechelen moet kunnen rekenen op zeer veel vrijwilligers in de zorg die gecoördineerd worden door het vrijwilligersloket.
Actie 1: Via allerlei campagnes (affiches, reclamespots, concrete acties, …) stimuleert en promoot men het vrijwilligerswerk in de zorg en de werking van het vrijwilligersloket wordt uitgebreid. Dit kan onder andere door: - het organiseren van bijeenkomsten waarop vrijwilligers samenkomen om hun hart te luchten, ervaringen uit te wisselen, …. - het bijhouden van een info – en databank waarin alle vrijwilligers in de zorg gecentraliseerd worden. - het verspreiden van informatie over het wettelijk kader van vrijwilligerswerk en over een vrijwilligerscontract.
Doelstelling 3: Ook mensen met een handicap moeten in Maasmechelen zonder al te veel problemen gebruik kunnen maken van de gemeentelijke en commerciële infrastructuur en toegang hebben tot alle openbare gebouwen.
Actie 1: Er worden inspanningen geleverd om zoveel als mogelijk infrastructurele aanpassingen te realiseren die het mensen met een handicap makkelijker maken zich te verplaatsen in de gemeente. We denken dan aan: - begaanbare stoepen, - de lichten aan oversteekplaatsen die langer groen blijven, - meer rustbanken langs de wegen, - schuine hellingen bij voetpaden, - …. Actie 2: Bij nieuwbouw van publieke gebouwen of bij verbouwingen van bestaande publieke gebouwen wordt in de mate van het mogelijke aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Actie 3: Er wordt aandacht besteed aan mensen met een handicap bij: - de installatie van betaalautomaten, - de installatie van parkeermeters, - …. Actie 4: De gemeente voert een stimuleringsbeleid opdat horecazaken en kleine zelfstandigen aanpassingswerken doen om mensen met een handicap toegang te verschaffen tot hun zaak. p. 93
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Domein 4: overzichtstabel Doelstelling 1: In Maasmechelen moeten inspanningen geleverd worden om mensen die dat wensen de kans te geven zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW ouderen en thuiszorg 1. Het zorgloket zet haar proactieve werking voort en zorgt verder 2008 voor sensibilisatie van de eerstelijnsmedewerkers en in samenwerking met gemeente dienst welzijn informatieverspreiding naar alle betrokkenen. OCMW en gemeente 2. Mantelzorg wordt ondersteund. 2009 ouderen en thuiszorg en dienst welzijn OCMW en gemeente beleid 3. Mantelzorg wordt aantrekkelijker gemaakt door zowel de lokale 2009 als de hogere overheid. OCMW en gemeente 4. Er wordt een gerichte informatiecampagne op touw gezet die 2009 mensen informeert over mantelzorg en de financiële ouderen en thuiszorg en dienst welzijn communicatiedienst tegemoetkoming en ondersteuning die men kan bekomen. Doelstelling 2: Maasmechelen moet kunnen rekenen op zeer veel vrijwilligers in de zorg die gecoördineerd worden door het vrijwilligersloket. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE OCMW vrijwilligersloket 1. Via allerlei campagnes (affiches, reclamespots, concrete acties, 2008…) stimuleert en promoot men het vrijwilligerswerk in de zorg en 2009-2010 communicatiedienst de werking van het vrijwilligersloket wordt uitgebreid. Doelstelling 3: Ook mensen met een handicap moeten in Maasmechelen zonder al te veel problemen gebruik kunnen maken van de gemeentelijke en commerciële infrastructuur en toegang hebben tot alle openbare gebouwen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. Er worden inspanningen geleverd om zoveel als mogelijk 2010 infrastructurele aanpassingen te realiseren die het mensen met toegankelijkheidscel een handicap makkelijker maken zich te verplaatsen in de gemeente. Gemeente en OCMW 2. Bij nieuwbouw van publieke gebouwen of bij verbouwingen van 2010 bestaande publieke gebouwen wordt in de mate van het mogelijke toegankelijkheidscel + beleid aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Gemeente 3. Er wordt aandacht besteed aan mensen met een handicap bij: 2010 de installatie van betaalautomaten, de installatie van toegankelijkheidscel parkeermeters, …. Gemeente cel economie 4. De gemeente voert een stimuleringsbeleid opdat horecazaken 2012 en kleine zelfstandigen aanpassingswerken doen om mensen met een handicap toegang te verschaffen tot hun zaak.
3.2.5
Domein 5: Onderwijs
Doelstelling 1: Alle kleuters in Maasmechelen moeten gestimuleerd worden om zo vroeg mogelijk regelmatig naar school te gaan.
Actie 1: De gemeente stimuleert kleuterparticipatie door ouders te sensibiliseren via informatiecampagnes, …. Actie 2: De gemeente stimuleert scholen om kleuters en hun ouders op een warme manier te onthalen in de klassen tijdens de eerste schooldagen of zelfs eerder tijdens de laatste weken van de vakanties om kennis te maken. Actie 3: Verantwoordelijken van Kind en Gezin, die ouders bereiken vanaf zeer jonge leeftijd van het kind, laten hen ten eerste het belang van deelname aan het kleuteronderwijs inzien en ten tweede het belang van taalontwikkeling.
p. 94
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Doelstelling 2: Scholen schenken ook aandacht aan maatschappelijk relevante materies.
Actie 1: Scholen worden gestimuleerd om binnen hun lespakketten ook aandacht te schenken aan maatschappelijk relevante materies als middelengebruik, verkeersveiligheid, steamingsproject, pesten op school, ….
Doelstelling 3: Onderwijs moet een beleidsdomein zijn waarover bewust wordt nagedacht en waarvoor een beleidsplan wordt uitgewerkt op langere termijn.
Actie 1: De gemeente stelt een onderwijscel samen. Actie 2: De onderwijscel biedt ondersteuning bij de uitstippeling van een onderwijsbeleid en schrijft een bijgaand onderwijsbeleidsplan met aandacht voor de ‘brede school gedachte’. Scholen die zich wensen te engageren om het gedachtegoed van de ‘brede school’ in de praktijk om te zetten, kunnen de onderwijscel betrekken bij de voorgaande analyse van de schoolsituatie, bij het bepalen en afbakenen van doelstellingen, bij het zoeken naar partners en bij het zoeken naar manieren om het gedachtegoed in de dagelijkse gang van zaken op school te implementeren. Actie 3: Er worden acties op touw gezet om ervoor te zorgen dat ouders hun kinderen het hele schooljaar, van begin september tot eind juni, naar school laten gaan. Actie 4: De gemeente voert in samenwerking met de scholen een schoolverzuimbeleid of spijbelbeleid en zet allerlei acties op touw om het schoolverzuim tegen te gaan.
Doelstelling 4: Inwoners van Maasmechelen moeten een duidelijk zicht hebben op de verschillende onderwijsmogelijkheden voor kinderen en de locaties van deze instellingen.
Actie 1: De onderwijskaart, die een overzicht geeft van de verschillende onderwijsmogelijkheden in basis – en secundair onderwijs en hun locaties, wordt bestendigd en verspreid onder de Maasmechelse bevolking.
Doelstelling 5: Alle vierjarigen die in Maasmechelen school lopen, moeten logopedische detectie ondergaan zodat eventuele spraakmoeilijkheden op vroege leeftijd ontdekt kunnen worden.
Actie 1: De onderwijscel coördineert het project logopedie.
Doelstelling 6: De gemeente stimuleert de scholen om voor hun leerlingen huiswerkbegeleiding te voorzien.
Actie 1: De scholen spelen actief in op de (buitenschoolse) onderwijsbehoeften van jongeren en richten huiswerkbegeleiding in na de schooluren. Doelstelling 7: Schoolgaande jongeren en kinderen moet geleerd worden bewust te kunnen omgaan met geld en ze zouden een duidelijk zicht moeten krijgen op hun bestedingsgedrag.
Actie 1: Scholen besteden aandacht aan het bestedingsgedrag van hun leerlingen en voorzien begeleiding en vorming over inzicht in zelfstandig wonen, gezinsbudgetten, bestedingsgedrag. Actie 2: Er worden vormingspakketten rond bestedingsgedrag gezorgd.
p. 95
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Domein 5: overzichtstabel Doelstelling 1: Alle kleuters in Maasmechelen moeten gestimuleerd worden om zo vroeg mogelijk regelmatig naar school te gaan. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel 1. De gemeente stimuleert kleuterparticipatie door ouders te 2009 sensibiliseren via informatiecampagnes, …. Gemeente onderwijscel 2. Kleuters en hun ouders worden op een warme manier onthaald in de 2009 klassen tijdens de eerste schooldagen of zelfs eerder tijdens de laatste weken van de vakanties om kennis te maken. Gemeente onderwijscel 3. Verantwoordelijken van Kind en Gezin, die ouders bereiken vanaf permanent zeer jonge leeftijd van het kind, laten hen ten eerste het belang van Kind en Gezin deelname aan het kleuteronderwijs inzien en ten tweede het belang van taalontwikkeling. Doelstelling 2: Scholen schenken ook aandacht aan maatschappelijk relevante materies. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel 1. Scholen worden gestimuleerd om binnen hun lespakketten ook permanent aandacht te schenken aan maatschappelijk relevante materies zoals middelengebruik, verkeersveiligheid, steamingsproject, pesten op school, …. Doelstelling 3: Onderwijs moet een beleidsdomein zijn waarover bewust wordt nagedacht en waarvoor een beleidsplan wordt uitgewerkt op langere termijn. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente beleid 1. De gemeente stelt een onderwijscel samen. 2009 Gemeente onderwijscel 2. De onderwijscel biedt ondersteuning bij de uitstippeling van een 2009 onderwijsbeleid en schrijft een bijgaand onderwijsbeleidsplan met aandacht voor de ‘brede school gedachte’. Gemeente onderwijscel 3. Er worden acties op touw gezet om ervoor te zorgen dat ouders hun Permanent kinderen het hele schooljaar, van begin september tot eind juni, naar school laten gaan. Gemeente onderwijscel 4. De gemeente voert in samenwerking met de scholen een 2009 schoolverzuimbeleid of spijbelbeleid en zet allerlei acties op touw om het schoolverzuim tegen te gaan. Doelstelling 4: Inwoners van Maasmechelen moeten een duidelijk zicht hebben op de verschillende onderwijsmogelijkheden voor kinderen en de locaties van deze instellingen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel 1. De onderwijskaart, die een overzicht geeft van de verschillende 2009 onderwijsmogelijkheden in basis – en secundair onderwijs en hun locaties, wordt bestendigd en verspreid onder de Maasmechelse bevolking. Doelstelling 5: Alle vierjarigen die in Maasmechelen school lopen, moeten logopedische detectie ondergaan zodat eventuele spraakmoeilijkheden op vroege leeftijd ontdekt kunnen worden. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel 1. De onderwijscel coördineert het project logopedie. Permanent Doelstelling 6: De gemeente stimuleert de scholen om voor hun leerlingen huiswerkbegeleiding te voorzien. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente onderwijscel 1. De scholen spelen actief in op de (buitenschoolse) Permanent onderwijsbehoeften van jongeren en richten huiswerkbegeleiding in na de schooluren. Doelstelling 7: Schoolgaande jongeren en kinderen moet geleerd worden bewust te kunnen omgaan met geld en ze zouden een duidelijk zicht moeten krijgen op hun bestedingsgedrag. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Scholen besteden aandacht aan het bestedingsgedrag van hun 2009-2013 Gemeente onderwijscel leerlingen en voorzien begeleiding en vorming over inzicht in zelfstandig wonen, gezinsbudgetten, bestedingsgedrag. Gemeente onderwijscel 2. Er worden vormingspakketten rond bestedingsgedrag gezorgd. 2009
p. 96
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
3.2.6
Domein 6: participatie
Maatschappelijke,
culturele
en
sportieve
Doelstelling 1: In Maasmechelen moet een vrijwilligersbeleid komen. Vrijwilligers moeten goed begeleid worden, moeten hun rechten en plichten kennen en zouden appreciatie moeten krijgen voor hun inzet.
Actie 1: OCMW en gemeente ontwikkelen één vrijwilligersbeleid. Bedoeling is de verschillende vrijwilligerswerkingen op elkaar af te stemmen, te stimuleren, te ondersteunen, te appreciëren. Een aspect van dit beleid is de oprichting van een vrijwilligerscentrale met bijgaand takenpakket: - vrijwilligersbestand beheren (vraag en aanbod op elkaar afstemmen), - optreden als informatiepunt, - instaan voor ondersteuning en vorming van vrijwilligers, - controleren of organisaties in orde zijn met verzekering en onkostenvergoeding van hun vrijwilligers, - ondersteuning van organisaties die van vrijwilligers willen gebruik maken via vorming (afsprakennota, wetgeving, hoe nieuwe leden werven, takenpakket, …), - verdere uitbouw van het vrijwilligerskorps van organisaties in het kader van de projectaanvraag “managers van diversiteit”, - uitwisseling organiseren tussen verschillende vrijwilligers en verschillende werkingen, - organisatie van permanent overleg zorg en vrijwilligers, - organisatie van een vrijwilligersfeest, - vrijwilligers betrekken bij grote activiteiten in de gemeente. Actie 2: Vrijwilligers staan vaker in de belangstelling en worden regelmatiger bedankt voor hun inzet: - via de (lokale) media, - via acties om de waardering uit te drukken (premie, cadeaubon, bedankboodschap, vergoeding onkosten, verzekering, speciale initiatieven, …), - via het geven van gunstvoorwaarden bij gebruik van of deelname aan maatschappelijke, culturele of sportieve activiteiten in de gemeente.
Doelstelling 2: Inwoners van Maasmechelen moeten zo veel als mogelijk gebruik kunnen maken van de gemeentelijke infrastructuur en het gemeentelijk materiaal dat ter beschikking staat van de bevolking. Ook voor andere infrastructuur in de gemeente moet onderzocht worden hoe die zoveel als mogelijk ter beschikking kan gesteld worden van de Maasmechelaren.
Actie 1: Alle wijkcentra zijn toegankelijk voor de gemeentelijke diensten. Actie 2: De gemeentelijke sportinfrastructuur wordt zo toegankelijk mogelijk gemaakt voor iedereen. Dit houdt in dat bij verbouwingen of bij nieuwbouw aandacht zal zijn voor toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Actie 3: Er wordt onderzocht of er samenwerking mogelijk is tussen de scholen en de gemeente betreffende het ter beschikking stellen van infrastructuur (sporthallen). Er wordt een inventaris gemaakt van de beschikbare gemeentelijke infrastructuur. Afhankelijk van de noden van de bevolking en de verenigingen wordt aan de scholen gevraagd hun infrastructuur ter beschikking te stellen. Actie 4: Er wordt een schriftelijke rondvraag gedaan bij scholen, kerken, instellingen, … naar de (ver)nieuwe(nde) mogelijkheden betreffende hun ontmoetingsruimten, culturele infrastructuur en openbare speelruimten. Vervolgens worden er afspraken gemaakt om te komen tot goede afsprakennota’s tussen beleid en actoren.
p. 97
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Doelstelling 3: De adviesraden moeten actief betrokken worden bij de decretaal vastgelegde materies en hun advies moet ter harte genomen worden.
Actie 1: De bestaande adviesraden krijgen ondersteuning en een duidelijke rol en functie.
Doelstelling 4: Het is belangrijk dat alle Maasmechelaren kunnen participeren aan het culturele, sportieve of maatschappelijke leven. Cultuur -, sport - en andere activiteiten moeten laagdrempelig en dus toegankelijk zijn voor alle bevolkingsgroepen die Maasmechelen rijk is.
Actie 1: Er worden toegankelijke, laagdrempelige en zeer goedkope georganiseerd, met specifieke reducties voor bepaalde doelgroepen.
initiatieven
Actie 2: Betreffende diensten werken een sportief en cultureel aanbod uit voor specifieke doelgroepen.
Domein 6: overzichtstabel Doelstelling 1: In Maasmechelen moet een vrijwilligersbeleid komen. Vrijwilligers moeten goed begeleid worden, moeten hun rechten en plichten kennen en zouden appreciatie moeten krijgen voor hun inzet. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente management1. OCMW en gemeente ontwikkelen één vrijwilligersbeleid (voor OCMW 2010 en gemeente) met als doel de vrijwilligerswerking op elkaar af te team stemmen, te stimuleren, te ondersteunen, te appreciëren. Een aspect OCMW van dit beleid is de oprichting van een vrijwilligerscentrale met bijhorend takenpakket. Gemeente en OCMW 2. Vrijwilligers staan vaker in de belangstelling en worden regelmatiger 2010 bedankt voor hun inzet. vrijwilligerscentrale Doelstelling 2: Inwoners van Maasmechelen moeten zo veel als mogelijk gebruik kunnen maken van de gemeentelijke infrastructuur en het gemeentelijk materiaal dat ter beschikking staat van de bevolking. Ook voor andere infrastructuur in de gemeente moet onderzocht worden hoe die zoveel als mogelijk ter beschikking kan gesteld worden van de Maasmechelaren. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Alle wijkcentra zijn toegankelijk voor de gemeentelijke diensten. 2008 Gemeente Gemeente sportdienst 2. De gemeentelijke sportinfrastructuur wordt zo toegankelijk mogelijk 2010 gemaakt voor iedereen. Dit houdt in dat bij verbouwingen of bij nieuwbouw aandacht zal zijn voor toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Gemeente onderwijscel + 3. Er wordt onderzocht of er samenwerking mogelijk is tussen de 2010 scholen en de gemeente betreffende het ter beschikking stellen van sportdienst infrastructuur (sporthallen). Gemeente cultuurdienst 4. Er wordt een schriftelijke rondvraag gedaan bij scholen, kerken, 2009 instellingen, … naar de (ver)nieuwe(nde) mogelijkheden betreffende hun ontmoetingsruimten, culturele infrastructuur en openbare speelruimten. Doelstelling 3: De adviesraden moeten actief betrokken worden bij de decretaal vastgelegde materies en hun advies moet ter harte genomen worden. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente 1. De bestaande adviesraden krijgen ondersteuning en een duidelijke rol 2008 + en functie. permanent verantwoordelijke ambtenaren Doelstelling 4: Het is belangrijk dat alle Maasmechelaren kunnen participeren aan het culturele, sportieve of maatschappelijke leven. Cultuur -, sport - en andere activiteiten moeten laagdrempelig en dus toegankelijk zijn voor alle bevolkingsgroepen die Maasmechelen rijk is. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. Er worden toegankelijke, laagdrempelige en zeer goedkope 2009-2013 Gemeente dienst welzijn initiatieven georganiseerd, met specifieke reducties voor bepaalde in samenwerking met doelgroepen. cultuurdienst, sportdienst, … OCMW dienstencentrum Gemeente betreffende 2. Betreffende diensten werken een sportief en cultureel aanbod uit voor Permanent specifieke doelgroepen. diensten p. 98
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
3.2.7
Domein 7: Veiligheid en preventie
Doelstelling 1: In Maasmechelen moeten preventieve acties rond middelengebruik op touw gezet worden.
Actie 1: In samenwerking met het Centrum voor Alcohol en andere Drugproblemen (CAD) worden er informatieavonden en projecten georganiseerd die gaan over de gevolgen van gebruik en misbruik van legale en illegale middelen en expliciet over de gevolgen hiervan op de directe leefomgeving (ouders, vrienden, buren, …).
Doelstelling 2: De gemeente moet een duidelijke beleidsvisie omtrent veiligheid en preventie ontwikkelen.
Actie 1: Er wordt door gemeente, OCMW en politie een gezamenlijke preventiestrategie opgesteld. Deze wordt vastgelegd in het strategisch veiligheids – en preventiebeleidsplan. Deze meerjarenvisie en bijgaand stappenplan wordt door het beleid als rode draad gebruikt voor hun werking. Men denkt na op lange termijn, ook over de financiële aspecten. Sommige zaken kunnen op korte termijn opgelost worden met weinig middelen, maar zijn slechts tijdelijke oplossingen. Ook duurdere oplossingen, voor een langere termijn moeten gerealiseerd worden. Het is een visie die zoveel mogelijk rekening houdt met de verschillende bevolkingsgroepen, maar het algemeen belang primeert. Actie 2: De diensten kennen de beleidsvisie omtrent preventie en veiligheid en leven deze ook na.
Doelstelling 3: De politie verhoogt haar klantgerichtheid en bekendheid ten opzichte van de Maasmechelse bevolking.
Actie 1: De wijkagenten zorgen ervoor dat ze beter bekend zijn bij de bewoners van de verschillende wijken. Actie 2: De politie doet inspanningen om haar dienstbaarheid en klantgerichtheid naar de bevolking te verhogen en voert een preventief beleid.
Doelstelling 4: In Maasmechelen moeten acties ondernomen worden tegen het gebruik van illegale en legale drugs.
Actie 1: Er wordt een analyse gemaakt rond illegale en legale drugs in Maasmechelen en vervolgens wordt hierover een actieplan uitgewerkt.
Doelstelling 5: In Maasmechelen moet er een integrale en geïntegreerde aanpak komen van het sluikstorten en andere vormen van overlast (laten loslopen van honden, geluidsoverlast, wildplakken, graffiti, foutparkeren, …).
Actie 1: Er wordt een ambtenaar aangesteld belast met Gemeentelijke Administratieve Sancties. Actie 2: De ambtenaar belast met Gemeentelijke Administratieve Sancties sensibiliseert, voert preventieve acties en treedt indien nodig repressief op bij overtredingen. Hij kan beroep doen op de Gemeentelijke Administratieve Sancties-regeling. Actie 3: Er treedt een Gemeentelijke Administratieve Sancties-regeling in voege, gebaseerd op het politiereglement. p. 99
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Domein 7: overzichtstabel Doelstelling 1: In Maasmechelen moeten preventieve acties rond middelengebruik op touw gezet worden. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente dienst welzijn 1. In samenwerking met het Centrum voor Alcohol en andere permanent OCMW sociale dienst Drugproblemen (CAD) worden er informatieavonden en projecten georganiseerd die gaan over de gevolgen van gebruik en misbruik van legale en illegale middelen en expliciet over de gevolgen hiervan op de directe leefomgeving (ouders, vrienden, buren, …). Doelstelling 2: De gemeente moet een duidelijke beleidsvisie omtrent veiligheid en preventie ontwikkelen. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente integraal 1. Er wordt door gemeente, OCMW en politie een gezamenlijke 2009 preventiestrategie opgesteld. Deze wordt vastgelegd in het strategisch veiligheidscoördinator veiligheids – en preventiebeleidsplan. Gemeente alle diensten 2. De diensten kennen de beleidsvisie omtrent preventie en veiligheid en 2010 leven deze ook na. Doelstelling 3: De politie verhoogt haar klantgerichtheid en bekendheid ten opzichte van de Maasmechelse bevolking. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE 1. De wijkagenten zorgen ervoor dat ze beter bekend zijn bij de 2009-2013 Politie bewoners van de verschillende wijken. 2. De politie doet inspanningen om haar dienstbaarheid en permanent Politie klantgerichtheid naar de bevolking te verhogen en voert een preventief beleid. Doelstelling 4: In Maasmechelen moeten acties ondernomen worden tegen het gebruik van illegale en legale drugs. ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente dienst welzijn 1. Er wordt een analyse gemaakt rond illegale en legale drugs in 2008 Maasmechelen en vervolgens wordt hierover een actieplan uitgewerkt. Doelstelling 5: In Maasmechelen moet er een integrale en geïntegreerde aanpak komen van het sluikstorten en andere vormen van overlast (laten loslopen van honden, geluidsoverlast, wildplakken, graffiti, foutparkeren, …). ACTIES TIMING VERANTWOORDELIJKE Gemeente beleid 1. Er wordt een ambtenaar aangesteld belast met Gemeentelijke 2009 Administratieve Sancties aangesteld. 2. De ambtenaar belast met de Gemeentelijke Administratieve Sancties 2009-2013 Gemeente sensibiliseert, voert preventieve acties en treedt indien nodig repressief GAS-ambtenaar op bij overtredingen. Hij kan beroep doen op de Gemeentelijke Administratieve Sancties-regeling. Gemeente 3. Er treedt een Gemeentelijke Administratieve Sancties-regeling in 2010 voege, gebaseerd op het politiereglement. GAS-ambtenaar
p. 100
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 4 TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN In hoofdstuk 3 zijn de verantwoordelijken per actie aangeduid. Dit kan de gemeente of het OCMW zijn en meer specifiek wordt er vaak nog een verantwoordelijke ambtenaar aangeduid. Daarbuiten hebben de gemeente en het OCMW taakafspraken gemaakt. De taken werden domeingebonden gegroepeerd in een overzichtelijk schema in het protocol. De domeinen zijn dezelfde als in het lokaal sociaal beleidsplan. Naast de expliciete taakafspraken zijn ook de concrete vormen van samenwerking tussen gemeente en OCMW voor de legislatuur omschreven in het protocol. De bedoeling van het protocol is te vermijden dat er enerzijds overlappingen zijn en anderzijds er voor te zorgen dat alle aspecten van het sociale beleid worden opgenomen. Kort samengevat kunnen we volgende opsomming van vormen van samenwerking geven: -
-
De voorzitter van het OCMW maakt deel uit van het college van burgemeester en schepenen. Er is regelmatig overleg tussen de burgemeester en de wettelijke graden. Er is regelmatig overleg tussen de secretarissen. Er is overleg en samenwerking tussen gemeentelijke en OCMW diensten: o samenwerking technische diensten van OCMW en gemeente; o dienstencentrum De Bolster van het OCMW werkt nauw samen met ondermeer: de cultuurbeleidscoördinator, de gemeentelijke sportdienst, lokale politie (wijkagenten); o mantelzorgtoelage; o gezamenlijke aanbestedingen; o ander mogelijke vormen van samenwerking: personeelsen communicatiebeleid. Tot slot natuurlijk de opmaak en uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan.
Het protocol is integraal opgenomen als bijlage bij dit plan.
p. 101
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 5 BETROKKENHEID In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de wijze waarop de bevolking en de lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de voortgang van het lokaal sociaal beleidsplan zullen betrokken worden. We maken een opsplitsing tussen de interne structuur en de externe structuur. Waar we het in het eerste deel willen hebben over de opbouw van de beleidsgroep en ambtelijke werkgroep, willen we in het tweede gedeelte spreken over de indeling van het werkveld, waaronder ook de bevolking, in domeinen en de bevraging van de bijzondere doelgroepen.
5.1 Interne structuur Schematische voorstelling van de werkstructuur van het lokaal sociaal beleidsplan. Gemeente
OCMW
Beleidsgroep
Werkgroep
Per domein
Het werkveld
5.1.1
De beleidsgroep
De twee hoofdactoren zijn het OCMW en de gemeente. Vanuit deze lokale overheden wordt de beleidsgroep samengesteld. De beleidsgroep bestaat uit ambtenaren en beleidsmakers. De schepen van welzijn en de voorzitter van het OCMW, samen met twee raadsleden uit gemeenteraad en twee raadsleden uit de OCMW-raad vormen een eerste deel van de beleidsgroep. Voegen we daaraan nog beide secretarissen, zowel die van het OCMW als die van de gemeente en acht ambtenaren waaronder de coördinatoren lokaal sociaal beleid van zowel de gemeente als het OCMW dan hebben we het tweede deel van de beleidsgroep. Samen vormt dit een team van 16 personen. De taak van deze beleidsgroep binnen het planningsproces kan als volgt omschreven worden: -
het uitzetten van een aantal grote lijnen inzake lokaal sociaal beleid, de eerste toetsing van het geleverde werk aan het politieke niveau, het regelmatig informeren van de OCMW- en gemeenteraad over de stand van zaken in het planningsproces, de bespreking van het ontwerp van lokaal sociaal beleidsplan dat opgemaakt werd door de werkgroep en voorgelegd moet worden aan de OCMW- en gemeenteraad.
Het mag duidelijk zijn dat politieke vertegenwoordigers in de beleidsgroep, in het bijzonder de voorzitter van het OCMW en de schepen van welzijn, een belangrijke rol te p. 102
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
spelen hebben naar hun collega’s in de OCMW- en gemeenteraad. Niet enkel dienen zij in de beleidsgroep de standpunten van hun collega’s mee te vertolken, omgekeerd dienen zij de bestuursverantwoordelijken te doordringen van het aspect lokaal sociaal beleid binnen hun respectievelijke bevoegdheidsdomein.92
5.1.2
De werkgroep
Schematisch zien we dat onder de beleidsgroep de werkgroep is opgenomen. De werkgroep bestaat uitsluitend uit ambtenaren. Het gaat om afdelingshoofden, diensthoofden, beide secretarissen en de twee coördinatoren lokaal sociaal beleid. De taak van deze werkgroep in het planningsproces kan als volgt omschreven worden: -
het organiseren van de werkgroepen, het aanreiken van analyse- en rapportagemodellen aan de werkgroepen, het bewaken van de timing van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen, het afstemmen op elkaar van het werk van de verschillende werkgroepen, het samen leggen van de deelrapporten van de werkgroepen met het oog op het opstellen van één lokaal sociaal beleidsplan, het regelmatig informeren van de beleidsgroep lokaal sociaal beleid over de stand van zaken in het planningsproces, de opmaak van één ontwerp van lokaal sociaal beleidsplan dat voorgelegd wordt aan de beleidsgroep.93
Onder de werkgroep zien we in het schema dat er gesproken wordt over domeinen en dit brengt ons naadloos bij de externe structuur.
5.2 Externe structuur Als lokaal bestuur heeft men natuurlijk een zekere ervaring met participatie en inspraak maar een belangrijke bezorgdheid is om geen schijnparticipatie in het leven te roepen en op die wijze frustraties los te weken. Evenzeer is het beleid zich ervan bewust dat er bij “de” bevolking weinig cultuur en interesse bestaat rond het opstellen van beleidsplannen en dat de impact van sommige inspraakinstrumenten eerder beperkt is. Bij de vraag hoe de participatie aan de opmaak, uitvoering en opvolging van het lokaal sociaal beleidsplan vorm zou krijgen, diende aldus een aantal vragen beantwoord te worden, in het bijzonder “van wie willen we wat weten, in welke fase van het proces en op welke wijze”. Een voornaam aandachtspunt hierbij was de vraag hoe de “doelgroep” betrokken kan worden bij het proces inzake het lokaal sociaal beleid.
5.2.1
De algemene infoavond
Opdat zoveel mogelijk personen, instanties, organisaties, verenigingen, diensten, … zouden meewerken werd de hele Maasmechelse bevolking op 28 februari 2007 uitgenodigd op een algemene infoavond. - alle diensten en organisaties die binnen de afgebakende domeinen een aanbod hebben in Maasmechelen, - alle belangenorganisaties voor zover zij een aanbod hebben in Maasmechelen dat ressorteert in minstens één van de domeinen, - de plaatselijke adviesraden en overlegorganen. 92 93
Lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007. Lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007. p. 103
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Aan deze infoavond namen 129 personen deel. De afbakening van het lokaal sociaal beleid in zeven domeinen werd uit de doeken gedaan en vervolgens had men de mogelijkheid zich in te schrijven voor deelname aan de werkgroepen binnen één of meerdere domeinen. De taak van de werkgroepen per domein in het planningsproces kan als volgt omschreven worden: -
de inventaris van het bestaande aanbod vervolledigen, het uitwerken van een kwalitatieve “omgevingsanalyse”, het aangeven van de huidige knelpunten en het duiden op blinde vlekken, het uitwerken van een toekomstvisie, het formuleren van doelstellingen en prioriteiten, alsook voorstellen inzake samenwerking tussen diverse actoren, het opstellen van deelrapporten per domein.
Via deze planningsstructuur garandeert het beleid de mogelijkheid tot participatie en inspraak aan het lokaal sociaal beleid vanaf de analysefase, het ontwikkelen van een toekomstvisie, het formuleren van doelstellingen en acties tot de opvolging van de uitvoering hiervan.
5.2.2
De domeinvergaderingen
Het lokaal sociaal beleid in Maasmechelen kan opgesplitst worden in zeven domeinen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid Wonen en leefomgeving Opleiding en tewerkstelling Zorg en opvang Onderwijs Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie Veiligheid en preventie
Per domein schreven tussen de 27 en 49 personen zich in. Voor elk domein gingen vier vergadersessies door: -
-
Sessie 1: de deelnemers formuleerden knelpunten binnen hun domein. Sessie 2: de deelnemers formuleerden uitdagingen binnen hun domein. Het resultaat was 6 tot 8 uitdaging per domein. Tijdens de zomermaanden werd aan de deelnemers gevraagd huiswerk te maken. We vroegen iedereen acties te bedenken bij de uitdagingen waartoe we gekomen waren. Sessie 3: de deelnemers concretiseerden de honderden acties die gesuggereerd werden. Sessie 4: de deelnemers maakten een rangorde tussen de voorgestelde acties op basis van vijf criteria die door de beleidsgroep opgemaakt werden in de maand mei.
De vijf 1. 2. 3.
criteria om de rangorde te bepalen waren: Hoe dringend moet het gerealiseerd (duur, omvang) worden? (gewicht 3) Is het realiseerbaar binnen beleidsplan 2008-2013 (tijdsaspect)? (gewicht 1) Is het realiseerbaar zonder grote extra financiële inspanningen? (van het beleid?) (gewicht 2) 4. Hebben we lokaal grip op het probleem (impact/bevoegdheid)? (gewicht 3) 5. Is er bereidheid tot realisatie (draagvlak-samenwerking)? (gewicht 1)
p. 104
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Aan elk criterium werd een bepaald gewicht gegeven. Zo weegt dus de impact en bevoegdheid en de dringendheid het meest door in het totaal aantal punten op honderd. De extra financiële inspanningen vindt men niet het belangrijkste, maar zeker ook niet het meest onbelangrijke en krijgt een gewicht 2. Het tijdsaspect en het draagvlak krijgt het laagste gewicht. Op die manier kreeg elke actie een puntenscore op honderd. Het resultaat van deze vierde sessie was een ordening van acties per domein. Deze ordening heeft dienst gedaan als advies vanuit het werkveld naar het beleid toe. Om het document overzichtelijk te houden, werd een driedeling gemaakt tussen acties die hoog, gemiddeld en laag scoren per domein.
5.2.3
De bijzondere doelgroepen
Het lokale bestuur wenst extra aandacht te besteden aan de participatie van een aantal bijzondere doelgroepen aan het lokaal sociaal beleid; groepen die minder aan hun trekken komen binnen de bestaande voorzieningen en structuren. Die bijzondere doelgroepen kunnen we opdelen in volgende groepen: 1. kansarmen, 2. allochtonen, 3. ouderen, 4. jongeren, 5. mensen met een handicap. Het regionaal instituut voor maatschappelijk opbouwwerk, kortweg Rimo werd ingeschakeld om de bevraging bij deze bijzondere doelgroepen te organiseren. Tijdens een aantal bijeenkomsten kwam men ook hier tot een verzameling van acties en uitdagingen en een prioriteitenbepaling. Dit resultaat werd verwerkt in dit lokaal sociaal beleidsplan.
5.2.4
Een korte evaluatie van het inspraakproces
Hoewel het inspraakproces zorgvuldig is opgebouwd moeten we toch rekening houden met een aantal tekortkomingen. We geven kort enkele bemerkingen: •
We kunnen stellen dat Maasmechelen veel moeite heeft gedaan om inspraak te organiseren. Toch moet men er zich van bewust zijn dat iedereen bevragen zeer moeilijk is. We hebben getracht alle organisaties, verenigingen en partners werkzaam op het grondgebied Maasmechelen uit te nodigen om deel te nemen aan het participatieproces. Toch moeten we constateren dat een aantal organisaties, instellingen of partners, waarvan wij menen dat zij zeer zeker een belangrijke inbreng zouden gehad hebben, niet aanwezig waren of niet deelnamen aan het volledige inspraakproces.
•
In de loop van het inspraakproces, in het bijzonder voor sessie drie en vier, daalde het aantal aanwezigen.
•
Ook wisselden de deelnemers. Mensen die de voorgaande discussies niet mee maakten en aldus de kern van het verhaal niet meekregen, ondanks eventuele terugkoppeling door collega’s van hun eigen organisatie/vereniging die wel aanwezig waren, konden het uiteindelijke standpunt van de groep niet ten gronde kennen.
•
Voor sommige deelnemers was het niet evident om punten te geven op bepaalde acties en voor bepaalde criteria. Zowel voor mensen actief in het werkveld, maar nog meer voor mensen niet actief in het werkveld, was het moeilijk in te schatten hoeveel iets kost, hoe dringend iets is, of iets realiseerbaar is binnen een bepaalde termijn, of iets draagvlak heeft, of iets lokaal is of niet.
p. 105
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Ondanks deze bemerkingen vinden we het inspraakproces toch relevant en bepalend voor de uiteindelijke beleidskeuzes. Het resultaat van het inspraakproces is een duidelijke indicatie voor het beleid gebleken. We moeten ons echter bewust zijn van de voor – en nadelen.
5.3 Lokaal behoefteonderzoek senioren Naast de bevraging van het werkveld die vanuit de cel lokaal sociaal beleid werd ingericht werd in de loop van het jaar 2006-2007 ook onderzoek verricht naar de lokale behoeften van senioren. Er werden 609 ouderen bevraagd in Maasmechelen. Een korte profielschets van de ondervraagden vertelt ons dat bijna de helft van hen behoort tot de leeftijdscategorie tussen de 60 en 70 jaar. Vrouwen zijn licht oververtegenwoordigd. Zeven op tien van de bevraagde ouderen heeft geen diploma hoger secundair onderwijs en is dus laag geschoold. 61% heeft een netto gezinsmaandinkomen tussen de 1000 en 2000 euro.94 De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in de omgevingsanalyse van dit beleidsplan.
5.4 Leefbaarheidsbabbels Naast de uitgebreide bevraging in het kader van het lokaal sociaal beleidsplan en de bevraging van de senioren in de gemeente, werden er ook nog leefbaarheidsbabbels voor de bevolking georganiseerd. Dit project was een samenwerking tussen gemeente, OCMW en de lokale politie. De leefbaarheidsbabbels die in het najaar van 2007 werden georganiseerd hadden tot doel de burgers actief te betrekken bij de veiligheid en leefbaarheid in hun wijk. Er werd geluisterd naar de mening en de ervaring van de burger. De burgers werden eveneens betrokken bij het zoeken naar oplossingen. Er werden in totaal vier leefbaarheidsbabbels georganiseerd in Maasmechelen. De verschillende partners die deelnamen aan het initiatief waren: de politie, het gemeentebestuur, het OCMW, preventie, jeugd en welzijn en de wijkbewoners zelf. Het vaakst werd het ongenoegen geuit op het vlak van de verkeersproblematiek en daarmee gepaard gaande de verkeersveiligheid. Voorbeelden waren de parkeerprobleem, het te snel rijden en de slechte staat van de voet-en fietspaden. Ook betreffende de samenwerking met de overheid wenste de deelnemers meer informatie over de werkwijze van de lokale diensten. Tevens werd regelmatig gevraagd wie de wijkinspecteur is en welke taken hij verricht. Ook het thema samenleven en kwaliteit in de eigen leefomgeving kwam aan bod. Vele voorbeelden van sluikstorten, alsook van verschillende vormen van overlast, veroorzaakt door de jeugd waren ergernissen die werden opgesomd. Wat betreft de rol van de politie was men van mening dat er meer controles en meer blauw op straat noodzakelijk was. Niettegenstaande was men er zich van bewust dat niet enkel de politie alle problemen kan oplossen. Ook de eigen bijdrage bij oplossingen voor problemen werd onder ogen gezien. Een mentaliteitswijziging en heropvoeding van de jeugd werden aangebracht als oplossing voor vele problemen.
94
Lokaal behoefteonderzoek senioren – Tinne Mertens – oktober 2007 p. 106
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 6 ONTWIKKELING In dit hoofdstuk komen we terug op de afspraken die gemaakt werden in het vorige lokaal sociaal beleidsplan. We willen een evaluatie maken van het vorige lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007. We gaan dan ook systematisch na in hoeverre de afspraken verwezenlijkt zijn, hoever men staat met een bepaalde afspraak en wat er verder nog moet of kan gebeuren.
6.1 Het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 Het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 werd goedgekeurd in december 2005 door de gemeenteraad en de OCMW-raad. Het bevat verschillende hoofdstukken zoals een inleiding, uitleg over het decreet lokaal sociaal beleid, een afbakening van het lokaal sociaal beleid in Maasmechelen, een planning, een hoofdstuk over participatie en inspraak en tot slot een taakafbakening en samenwerkingsafspraken tussen de gemeente het OCMW. Omdat afspraken gemaakt worden om ook effectief nageleefd te worden, willen we een toetsing doen. We gaan na in hoeverre de gemaakte afspraken nagekomen zijn, wat eventueel de reden is voor het niet nakomen van een afspraak of wat er nog moet gebeuren opdat de afspraak nageleefd zal worden. We maken een opsplitsing tussen afspraken die algemeen kunnen genoemd worden en afspraken per domein.
6.1.1
Algemene afspraken
AFSPRAAK
1. Beide besturen ambtenaar aan.
STAND VAN ZAKEN
stellen
een
2. Beide besturen gaan een engagement aan om de werkzaamheden binnen de planningsstructuur ernstig te nemen en er zich voor in te zetten. 3. De bestaande planverplichtingen worden geïntegreerd en afgestemd op het lokaal sociaal beleidsplan. 4. Met derden worden nieuwe afspraken gemaakt rond de uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan. 5. De secretarissen van gemeente en OCMW nemen het initiatief om samen met hun diensten te onderzoeken in welke mate verdere intensifiëring van de samenwerking mogelijk is. 6. Het gemeentebestuur garandeert voldoende middelen voor het uitvoeren van het globale lokaal sociaal beleidsplan en het uitvoeren van de welzijnstaken van gemeente en OCMW. 7. De budgetten die, uitgaande van de inhoudelijke strategische nota, voorzien werden in het kader van de financiële meerjarenplanning van beide besturen
Tiziana Marini is als coördinator voor de gemeente aangeworven. (01/09/2006) Ruth Vanhaelen is als coördinator voor het OCMW aangeworven (01/12/2006) Zowel gemeentebestuur als OCMW-bestuur zijn dit engagement aangegaan (werkgroepen sociaal beleid, beleidsgroep, inspraakproces).
Dit proces is in volle gang. Er wordt onderling rekening gehouden met de verschillende plannen. Er zullen concrete afspraken gemaakt worden met derden naar aanleiding van het beleidsplan 2008-2013. Dit proces is in volle gang.
Dit wordt opgenomen in de strategische nota van de gemeente voor de komende jaren.
Beide besturen zorgen voor een meerjarenplan waaraan budgetten zijn gekoppeld.
p. 107
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
zijn verworven en worden niet jaarlijks in vraag gesteld.
6.1.2
Afspraken met betrekking tot domein 1: Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. Bestaande samenwerking op niveau van ambtenaren wordt gecontinueerd. 2. Er wordt een initiatief genomen om de mensen aan het onthaal en diegenen met een loketfunctie beter in kennis te stellen van mekaars diensten en deze kennis actueel te houden. Hierbij aansluitend is het voorzien van een actuele en vlot toegankelijke sociale kaart een belangrijk bijkomend hulpmiddel. Het OCMW neemt hierin initiatief. 3. Er wordt een werkgroep opgericht met de verantwoordelijken van de publieksdiensten van gemeenten en OCMW met het oog op de uitwerking van een concept inzake Sociaal Huis en een geïntegreerde dienstverlening.
De huidige manier van samenwerking worden gehandhaafd. Er is een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een sociale kaart die als doel heeft informatie te centraliseren en te inventariseren. Operationalisering wordt voorzien in het lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013.
6.1.3
Afspraken met leefomgeving
Wegens tijdgebrek is dit item verschoven naar het beleidsplan 2008-2013.
betrekking
tot
domein
2:
Wonen
en
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. De gemeente voorziet de nodige middelen en personeel voor de uitbouw van een aanspreekpunt inzake huisvesting voor de bevolking en andere diensten. Vanuit dit aanspreekpunt brengt men bovendien een overleg rond huisvesting in de ruime zin op gang, om uiteindelijk te komen tot een volwaardig huisvestingsbeleid.
Deze afspraak werd deels nageleefd. Er is inmiddels een woonraad opgericht die nadenkt over een woonbeleid. Het voorzien van de nodige middelen en personeel voor de uitbouw van een aanspreekpunt is echter nog niet gerealiseerd. De gemeente sloot bovendien een overeenkomst af met Stebo (Steunpunt Buurtopbouwwerk) voor de oprichting van een wooninformatiecentrum.
6.1.4
Afspraken met betrekking tot domein 3: Opleiding en tewerkstelling
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. De gemeente voorziet de nodige middelen en personeel om te komen tot een expliciet tewerkstellingsbeleid.
Hieromtrent werd al actie ondernomen. Er werd een tewerkstellingsambtenaar aangenomen en het Forum lokale werkgelegenheid werd nieuw leven ingeblazen. Het tewerkstellingsbeleid moet nog verder vorm krijgen. Er is overleg over sociale economie in het Forum lokale werkgelegenheid. Alle grote partners in het tewerkstellingslandschap moeten actief deelnemen. Er is nog meer overleg noodzakelijk.
2. Gemeente en OCMW starten een gezamenlijk overleg inzake sociale economie.
p. 108
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
6.1.5
Afspraken met betrekking tot domein 4: Zorg en opvang
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. Gemeente en OCMW starten een overleg rond de organisatie van de mantelzorgtoelage en de samenwerking tussen het centrale zorgloket voor ouderen en de gemeentelijke pensioendienst. 2. Gemeente en OCMW werken een globaal en gemeenschappelijk beleid uit inzake drughulpverlening en – preventie. 3. Gemeente en OCMW werken samen een ouderenbeleid en beleid inzake personen met een handicap uit.
Terzake werden afspraken gemaakt die opgenomen werden in het beleidsplan 2008-2013.
6.1.6
Hieromtrent is nog geen actie ondernomen.
Hieromtrent is er formeel nog geen actie ondernomen.
Afspraken met betrekking tot domein 5: Onderwijs
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. Het gemeentebestuur onderzoekt haar regierol naar het onderwijs in Maasmechelen en brengt meer afstemming in haar aanbod.
Deze actie wordt momenteel onderzocht. Men onderzoekt de mogelijkheden voor het creëren van een onderwijscel die dan de regie hieromtrent op zich kan nemen.
6.1.7
Afspraken met betrekking tot domein 6: Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. Er wordt onderzocht in welke mate er afstemming mogelijk is inzake een visie op het vlak van inschakeling van vrijwilligers in diverse sectoren en de organisatie hiervan. 2. Er wordt onderzocht in welke mate de cultuurbeleidscoördinator een rol kan spelen inzake maatschappelijke ontplooiing voor kansarmen en een samenwerking met het OCMW kan opzetten.
Elk lokaal bestuur heeft zijn eigen visie omtrent vrijwilligersbeleid. Een gezamenlijke visie ontbreekt voorlopig nog.
6.1.8
Er is sprake van bepaalde vormen van samenwerking op operationeel niveau. Structurele samenwerking is er tot dusver niet.
Afspraken met betrekking tot domein 7: Veiligheid en preventie
AFSPRAAK
STAND VAN ZAKEN
1. De gemeente staat in voor het uitwerken van een integraal veiligheidsbeleid, met voldoende aandacht voor haar centrale sturende en coördinerende rol.
De coördinator integraal veiligheidsbeleid van de gemeente heeft terzake al heel wat inspanningen geleverd (onder andere door het schrijven van een veiligheids – en preventieplan).
p. 109
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
HOOFDSTUK 7 SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN 7.1 Lokaal beleidsplan kinderopvang Zoals voorzien in de decretale bepalingen wordt het lokaal beleidsplan kinderopvang integraal opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan. Naast de integrale opname van het lokaal beleidsplan kinderopvang als bijlage bij dit plan, wordt het thema kinderopvang doorheen het hele lokaal sociaal beleidsplan aangesneden. Verweven door het gehele plan kan men dus items, uitdagingen, cijfers, acties enzovoort met betrekking tot kinderopvang terugvinden.
p. 110
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
SLOTWOORD Het lokaal sociaal beleidsplan waarvan u nu het slotwoord leest, is een ambitieus plan. Niettegenstaande willen we dat dit plan een realistisch plan is. Aan doelstellingen die niet bereikt kunnen worden en acties die niet uitgevoerd zullen worden heeft niemand een boodschap. Het zal dan ook de uitdaging worden om de komende jaren dit plan waar te maken. Gelukkig kan er vanaf nu gerekend worden op een ‘harde kern’, namelijk de werkgroep lokaal sociaal beleid en de beleidsgroep lokaal sociaal beleid. De leden hiervan hebben zich geëngageerd om dit beleidsplan samen met vele partners uit te voeren. Hopelijk kunnen we in de toekomst blijven rekenen op de leden van beide groepen en hopelijk kunnen zij hun naaste medewerkers aansporen ook actief deel te nemen aan de realisatie van bepaalde actiepunten. De geformuleerde beleidsdoelstellingen en bijgaande acties op het vlak van de zeven beleidsdomeinen zijn niet enkel een verhaal van de beleidsgroep of de werkgroep bestaande uit ambtenaren van de lokale besturen. Het is het resultaat van een ver doorgedreven samenwerking tussen alle partners die ijverig, en niet enkel professioneel bezig zijn met sociaal beleid in onze gemeente. Het slagen van het plan staat en valt dan ook met een goede samenwerking tussen de openbare en de private organisaties en diensten en geëngageerde inwoners van onze gemeente. In de toekomst moeten we ervoor zorgen dat de werkgroepen, begeleid door een verantwoordelijke ambtenaar, ons forum blijven en het werkveld tastbaar maken. Geregelde bijeenkomsten van de werkgroepen, tussentijdse evaluaties van de acties, tussentijdse terugkoppelingen op de doelstellingen, enzovoort, het hoort er vanaf nu meer dan ooit bij. De belangstelling om mee te werken aan het beleid moet de basis kunnen vormen van een netwerk rond de verschillende beleidsthema’s. Cruciaal in de verwezenlijking van de vele doelstellingen die Maasmechelen met het beleidsplan ambieert is ook de verhouding en de samenwerking tussen het OCMW en de gemeente. Zoals een goed lezer al begrepen heeft, is het de beleidsoptie van Maasmechelen dat beide organisaties op verschillende vlakken integreren en vruchtbaar samenwerken zodat zij voor de burger als één kwaliteitsvol lokale openbare dienstverlener kunnen functioneren, met behoud van hun eigenheid. Tot slot rest er nog een welgemeend en welverdiend dankwoord aan alle leden van de werkgroep en de beleidsgroep voor hun actieve inzet bij de totstandkoming van dit beleidsdocument en vooral ook aan de talrijke deelnemers aan de domeinvergaderingen in de kwalitatieve analyse. Heel wat opties en voornemens uit het beleidsplan zijn immers aan die laatste groep hun reflectie ontsproten. Het waren leerrijke en verhelderende gesprekken die zeker ook aan de nodige netwerkvorming hebben bijgedragen. Zulke contacten zorgen voor een gedragen beleid en maken de nodige participatie en een gedegen beleidsevaluatie mogelijk.
p. 111
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
Het lokaal sociaal beleidsplan werd goedgekeurd door de OCMW-raad in zitting van 15 mei 2008.
Giel Vranken Secretaris
Christel De Cuyper Voorzitter
Het lokaal sociaal beleidsplan werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 3 juni 2008.
Sabine Bervaes Secretaris
Georges Lenssen Burgemeester
Het lokaal sociaal beleidsplan werd voorbereid door de beleidsgroep lokaal sociaal beleid: Namens de gemeente: Marleen Kortleven, Schepen van welzijn; Bernd Smeets en Meryame Kitir, Gemeenteraadsleden; Sabine Bervaes, Gemeentesecretaris; Jos Hermans, Afdelingshoofd welzijn, Joon Ravesloot, Diensthoofd interculturele promotie; Luc Dorissen, Afdelingshoofd beleidscoördinatie en communicatie; Tiziana Marini, Coördinator lokaal sociaal beleid gemeente.
Namens het OCMW: Christel De Cuyper, OCMW-voorzitter; Marc Smeets en Selcuk Yazici; OCMW-raadsleden; Giel Vranken, OCMW-secretaris; Albert Peters, Diensthoofd sociale dienst; Cristel Droogmans, Diensthoofd ouderen en thuiszorg; Peter Kohlbacher, Coördinator individuele hulpverlening; Ruth Vanhaelen, Beleidsmedewerker lokaal sociaal beleid OCMW.
p. 112
lokaal sociaal beleidsplan Maasmechelen
BIJLAGEN Bijlage 1: Lokaal Beleidsplan Kinderopvang Bijlage 2: Protocol tussen de gemeente en het OCMW
p. 113
Protocol tussen de Gemeente en het OCMW (gevoegd als bijlage aan het meerjarenplan 2008-2010 van het OCMW)
Inleiding: Ingevolge het decreet van 05/07/2002 moet aan het meerjarenplan van het OCMW in bijlage een protocol tussen beide lokale besturen worden gevoegd. Dit protocol moet expliciet de taakafspraken en de concrete samenwerking tussen gemeente en OCMW voor de legislatuur omvatten. De bedoeling van het protocol is te vermijden dat er overlappingen zijn enerzijds en er voor te zorgen dat alle aspecten van het sociale beleid worden opgenomen anderzijds.
I. Overzicht van de bestaande samenwerking gemeente/ OCMW 1) De voorzitter van het OCMW maakt deel uit van het college van burgemeester en schepenen. Sinds het begin van deze legislatuur maakt de voorzitter van het OCMW deel uit van het schepencollege. De wetgeving voorziet dat in dit geval het officiële overlegcomité tussen gemeente en OCMW wordt opgeheven. De voorzitter van het OCMW heeft geen specifieke bevoegdheden voor de gemeente; het sociale beleid van de gemeente valt onder de bevoegdheden van schepen Marleen Kortleven. Door het feit dat de OCMW voorzitter lid is van het college betekent dit dat er een veel directere communicatie is tussen beide besturen; overleg en samenwerking kan veel gemakkelijker formeel en informeel worden georganiseerd. Hierdoor kan veel sneller en efficiënter worden ingespeeld op beleidsaangelegenheden, concrete vragen en problemen. Door de korte communicatielijnen is het gevaar voor misverstanden en wantrouwen veel kleiner. 2) Overleg burgemeester met wettelijke graden Sedert het begin van de legislatuur is er een officieel overleg tussen de burgemeester en volgende wettelijke graden: - de gemeentesecretaris - de gemeenteontvanger - de zonechef van de politie - de brandweercommandant - de OCMW secretaris Dit overleg heeft minstens 1 keer om de 2 maanden plaats. Het overleg heeft tot doel:
1
-
uitwisselen van informatie toelichten van beleidsopties en beleidsbeslissingen bespreking van thema’s die de werking van de betrokken organisaties aanbelangen bespreken van eventuele knelpunten in de samenwerking uitwisseling van visies en standpunten tussen politiek en ambtenarij enerzijds en tussen de onderscheiden organisatieculturen anderzijds. verbeteren van het overleg en de samenwerking tussen de organisaties door het overleg tussen de topambtenaren werken aan een gemeenschappelijke visievorming over beleidsvoering binnen de gemeente.
3) Overleg tussen de secretarissen De gemeente- en OCMW-secretaris hebben op regelmatige basis zowel formeel als informeel overleg over - gemeenschappelijke beleidsaangelegenheden van beide besturen - praktische vragen en problemen omtrent de werking van beide besturen - personeelsaangelegenheden: rechtspositieregeling, administratief statuut, personeelsformaties, vormingsbeleid, praktische personeelsproblemen, … - visievorming en nieuwe ontwikkelingen omtrent gemeente- en OCMW beleid. - knelpunten in de samenwerking tussen de gemeentelijke en OCMW diensten. 4) Overleg en samenwerking tussen gemeentelijke en OCMW diensten Over het algemeen mag men stellen dat de diensten van de gemeente en OCMW op de werkvloer reeds jarenlang goed samenwerken. Er is in dit verband ook nauwelijks sprake van overlappingen in de werking. 4.1 Samenwerking technische diensten van OCMW en gemeente: - De technische dienst van het OCMW is een eerder kleine dienst die voor bepaalde taken niet beschikt over de nodige uitrusting en zware machines. In die gevallen dat dit nodig is kan de technische dienst van het OCMW gebruik maken niet enkel van zwaar gereedschap en het machinepark van de technische dienst van de gemeente maar ook van machines en voertuigen met personeel om werkzaamheden uit te voeren. - Omdat het moeilijk is om gepaste opleidingen te vinden voor lager opgeleid personeel doen personeelsleden van het OCMW soms een stage binnen de gemeentelijke technische dienst en vice versa. 4.2 Dienstencentrum De Bolster van het OCMW werkt nauw samen met ondermeer: -
de cultuurbeleidscoördinator de gemeentelijke sportdienst lokale politie (wijkagenten)
2
4.3 Mantelzorgtoelage: De mantelzorgtoelage is een toelage die door de gemeente wordt betaald aan personen die instaan voor de zorg aan een ziek of bejaard familielid. De voorwaarden om voor de uitkering in aanmerking te komen liggen vast in een reglement dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd. Het schepencollege beslist over de individuele toekenning van de toelage op basis van een sociaal onderzoek dat door de overlegcoördinator zorgbemiddeling van het OCMW wordt uitgevoerd. De toelage wordt uitbetaald door de financiële dienst van de gemeente. De mantelzorgtoelage bestaat al meer dan 20 jaar. Het bedrag van de toelage stijgt van jaar tot jaar omdat het aantal zorgbehoevende ouderen in de thuissituatie ook ieder jaar toeneemt. Te verwachten is dat in de komende jaren de uitkering van de mantelzorgtoelage spectaculair zal stijgen omwille van de vergrijzing. Feit is dat het systeem van de mantelzorgtoelage nooit in vraag wordt gesteld of op zijn minst onderzocht wordt. Zijn de toewijzingscriteria nog juist en relevant? Moeten de uitgekeerde bedragen niet worden aangepast in functie van zorgbehoevendheid, frequentie en intensiteit van de zorg? Kan er door bepaalde aanpassingen geen besparing worden gerealiseerd? Het is alleszins voor de inwoners van Maasmechelen niet duidelijk wie nu voor de mantelzorgtoelage verantwoordelijk is. In het kader van een duidelijke en efficiënte dienstverlening naar de burger zal de mantelzorg vanaf 1 januari 2009 volledig onder de bevoegdheid van het OCMW vallen. Redenen voor deze wijziging zijn de volgende: - duidelijkheid voor de bevolking van Maasmechelen. - het hele proces van aanvraag tot uitkering zit onder één beheer en kan daarom indien nodig gemakkelijker worden bijgestuurd. - omdat het OCMW vertrouwd is met thuiszorgsituaties en voorzieningen is het OCMW het best geplaatst om hierin beslissingen te nemen en het beleid inzake mantelzorg aan en bij te sturen. - Het OCMW staat vanuit de dagdagelijkse werking het dichtst bij de mantelzorgers en kan hen maximale ondersteuning bieden zonder dat dit daarom steeds een financiële ondersteuning hoeft te zijn. 4.4 Gezamenlijke aanbestedingen: Gemeente en OCMW hebben voor hun personeel een hospitalisatieverzekering die werd afgesloten via een gezamenlijke aanbestedingsprocedure. In het verleden heeft het OCMW de aankoop van brandstof voor de voertuigen gebaseerd op aanbestedingsresultaten van de gemeente. De vraag kan worden gesteld of gemeente en OCMW niet meer gebruik moeten maken van de kennis en ervaring die aanwezig is bij hun diensten en ambtenaren om eventueel via gezamenlijke aanbestedingsprocedures te komen tot levering van goederen en diensten die beide besturen meer financieel voordeel opleveren.
3
4.5 Ander mogelijke vormen van samenwerking: a) Personeel: -
Personeelsbeleid: In het verleden werd door de secretarissen van gemeente en OCMW samen met hun personeelsdiensten incidenteel samengewerkt rond personeelsstatuten, vormingsreglement, evaluatiesystemen, … Ook hier kan de vraag worden gesteld of dit niet op een systematische wijze dient te gebeuren. Vermits het OCMW-personeel over eenzelfde statuut en dezelfde rechten dient te beschikken als het gemeentepersoneel liggen hier vele kansen open tot samenwerking. De aanwezige kennis en deskundigheid op het vlak van personeelsbeleid en –beheer dient optimaal te worden benut. Er zal in de komende jaren worden samengewerkt op volgende terreinen: o rechtspositieregeling personeel o administratief statuut o vorming voor personeel: gezamenlijke vormingsprojecten (vb. onthaalmedewerkers) de gemeente kan gebruik maken van het opleidingslokaal informatica van het OCMW o evaluatiesystemen
-
Jaarlijkse sportdag: Het OCMW personeel neemt jaarlijks deel aan de sportdag van het gemeentepersoneel. Naast het sportieve gebeuren is deze dag belangrijk in het kader van teambuilding en kennismaking en wordt een basis gelegd voor betere contacten achteraf.
-
Nieuwjaarsreceptie: Er werd een afspraak gemaakt dat vanaf 2009 een gezamenlijke nieuwjaarsreceptie wordt georganiseerd voor het personeel van gemeente, OCMW, politie en brandweer.
-
Doorlichting vzw’s: Gemeente en OCMW hebben gezamenlijk opdracht gegeven aan een extern consultantbureau voor een sociale audit: doorlichting van de samenwerking door gemeente en OCMW met vzw’s op het vlak van welzijnsbeleid.
b) Communicatiebeleid: De afspraak werd gemaakt dat gemeente, OCMW en politie vanaf 2008 gezamenlijk een informatieblad voor de bevolking uitgeven.
II. Lokaal sociaal beleid Het protocol tussen gemeente en OCMW dient er vooral voor te zorgen dat alle aspecten van het sociale beleid worden opgenomen.
4
Gemeente en OCMW werken samen aan de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan voor deze legislatuur dat in het eerste semester van 2008 zal worden voorgelegd. De voorbereiding van het lokaal sociaal beleidsplan gebeurt door een werkgroep van ambtenaren die als volgt is samengesteld: Namens de gemeente: - gemeentesecretaris - diensthoofd dienst interculturele promotie - diensthoofd welzijn - afdelingshoofd economie Namens het OCMW: - secretaris - diensthoofd sociale dienst - coördinator individuele hulpverlening - diensthoofd ouderen en thuiszorg Deze werkgroep wordt ondersteund door twee beleidsmedewerkster: Ruth Vanhaelen: beleidsmedewerkster niveau A van het OCMW Tiziana Marini: beleidsmedewerkster niveau B van de gemeente De OCMW beleidsmedewerkster zal in de toekomst het lokale sociale beleid coördineren, daarin bijgestaan door de beleidsmedewerkster van de gemeente. De afspraak is duidelijk gemaakt dat de beleidsmedewerkster van het OCMW weliswaar in loondienst is van het OCMW maar volwaardig voor beide besturen zal opereren. Dit wordt bewaakt door de twee secretarissen. Naast de werkgroep is er een beleidsgroep die de leden van de werkgroep bevat, aangevuld met beleidsmensen: Namens de gemeente: - schepen van welzijn Marleen Kortleven - gemeenteraadslid Bernd Smeets - gemeenteraadslid Meryame Kitir Namens het OCMW: - OCMW voorzitter Christel De Cuyper - OCMW raadslid Marc Smeets - OCMW raadslid Selcuk Yaziki Lokaal sociaal beleidsplan: Bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan is men uitgegaan van 7 domeinen: - algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid - wonen en leefomgeving - opleiding en tewerkstelling - zorg en opvang - onderwijs - maatschappelijke, culturele en sportieve participatie - veiligheid en preventie Per domein worden diensten, voorzieningen, initiatieven, acties en thema’s aangegeven die tot de bevoegdheid c.q. het beleid van gemeente of OCMW
5
behoren; in sommige gevallen tot beide zonder dat hier van overlapping sprake hoeft te zijn. Hier wordt per domein op schematische wijze aangegeven wie van de lokale besturen de bevoegdheid heeft of tot wiens beleidsdomein de voorziening of dienst behoort.
Algemene sociale en administratieve dienstverlening en bestaanszekerheid:
Algemene sociale dienstverlening Informatieverstrekking Psycho-sociale dienstverlening Diverse opdrachten Lokale Adviescommissie Begeleiding uithuiszettingen Socio cult toelage Stookolietoelagen Thuisbegeleiding Lokaal Cliëntoverleg Rechtshulp Administratieve hulpverlening Aanvragen vervangingsinkomen Aanvragen overheidstoelagen Actieve rechtendetectie Vergunningen Identiteitskaarten en paspoorten Rijbewijzen Bestaanszekerheid Verstrekken basisinkomen Voorschotten sociale uitkeringen Financiële hulpverlening Materiële hulpverlening Schuldhulpverlening budgetbegeleiding budgetbeheer consumentenkrediet collectieve schuldbemiddeling Toelagen Pensioenen
Gemeente
OCMW
X
X X X X X X X X X
X X X X X
X X X
X X X X
X X
X X X X X
6
Wonen en leefomgeving: Gemeente Hoofdpromotor Wonen en leefomgeving Installatietoelage Materiële opvang Materiële ondersteuning Aangepaste woonvormen Begeleiding woningaanpassingen Buurt- en wijkontwikkeling Huisvestingsanalyse Bouwvergunningen en info Onbewoonbaarverklaring Leegstandheffing
OCMW
X X X X X X X X X X
Opleiding en tewerkstelling: Gemeente Hoofdpromotor Opleiding en tewerkstelling Arbeidsbemiddeling Trajectbegeleiding Werk art 60§7 Sociale tewerkstelling Dienstencheques Ondersteuning werkgelegenheid Stages en stagecontracten
X
OCMW
X X X X X
X X
X
Gemeente
OCMW
X
X X X
Zorg en opvang
Accent ouderen - en thuiszorg Centraal zorgloket Zorgcoördinatie Toelagen en zorgverzekering Diensten aan huis maaltijdbedeling Dienst huishoudelijke hulp gezinszorg oppas uitlening materiaal klussen vervoer Vrijwilligerswerking Dienstencentrum Dagverzorgingscentrum Rust-en verzorgingstehuis
X X X X X X X X X
7
Accentpersonen met een handicap Centraal zorgloket
X
Accent gezondheidszorg Dringende medische hulp Coördinatie Valpreventie
X X
Accent diensten tvv kinderen en jongeren Straathoekwerk Buitenschoolse opvang
X X
X
Onderwijs Gemeente Hoofdpromotor Onderwijs Inrichtende macht basisonderwijs Inrichtende macht kunstonderwijs (dag- en avondonderwijs) Financiële en materiële ondersteuning naar omkaderingsinitiatieven Ondersteuningsactiviteiten schoolinstanties
OCMW
X X X X
Maatschappelijke, culturele en sportieve participatie Gemeente Hoofdpromotor Maatschap., cult. Sport. participatie Leescultuur Cursussen en vorming Inburgering Adviesraden Ondersteuning verenigingen Vrijwilligers Jeugdhuizen Speelpleinwerking Speel-o-theek Ontmoeting en ondersteuning Sportdienst Cultuurdienst Jeugddienst Cultureel Centrum Socio-cult toelage
OCMW
X X X X X X X X X X X X X X X
8
Veiligheid en preventie Gemeente Hoofdpromotor Veiligheid en preventie Alternatieve gerechtelijke maatregelen Veiligheid Drugpreventie Verkeersveiligheid en parkeerbeleid Administratieve sancties Gezondheidspreventie Technopreventie Diefstalpreventie Graffiti Fietsgravering Slachtofferhulp Verkeerseducatie Straathoekwerk Overlast jongeren Fuifcultuur Stadswachten Jeugd en sociale dienst Politie Veiligheid in en rond de woning
OCMW
X X X X X X X X X X X X X X X X X X
In het lokaal sociaal beleidsplan dat aan de OCMW raad en aan de gemeenteraad ter goedkeuring zal worden voorgelegd zal worden vastgelegd welk lokaal bestuur, gemeente en/of OCMW, de uiteindelijke verantwoordelijkheid heeft voor de realisatie van de geformuleerde doelstellingen en acties.
9
GEMEENTELIJK BELEIDSPLAN KINDEROPVANG
2008-2013
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
1
1. Ter inleiding: In 2007 werd er hard gewerkt aan een nieuw beleidsplan voor buitenschoolse opvang in Maasmechelen. Het toenmalige lokaal overleg, samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende politieke fracties, diensten en organisaties had al in februari ’07 haar advies uitgebracht over het beleidsplan buitenschoolse opvang. Nieuwe regelgeving (o.a. de overgang van een lokaal overleg naar een erkende gemeentelijke adviesraad voor kinderopvang) betekende uitstel. Ook het verplicht inwinnen van advies omtrent het plan Lokaal Sociaal Beleid zorgde voor bijkomende vertraging. Intussen werd de adviesraad voor kinderopvang officieel erkend en geïnstalleerd op 17 maart 2008. Hierdoor kon het plan, rekening houdend met het advies, door de gemeenteraad van april 2008 goedgekeurd worden. Dit plan geeft je een algemene inzicht in de opvangwereld van Maasmechelen maar wel in de breedste zin van het woord. Zo werd er in het plan een inventaris gemaakt van het bestaande lokale aanbod zoals opvanginitiatieven, basisscholen, vrijetijdsmogelijkheden, … Een uitgebreid behoefteonderzoek is er niet van gekomen, tenminste van eenzelfde orde als in 2002, toen een uitgebreide enquête gehouden werd onder ouders van alle schoolgaande kinderen. Eén van de uitdagingen binnen het Lokaal Sociaal Beleid wordt straks een ruimere peiling naar noden aan kinderopvangmogelijkheden. In een volgend hoofdstuk wordt gezocht naar dwarsverbindingen en complementariteit met andere gemeentelijke beleidsplannen. In het laatste hoofdstuk wordt een missie uitgeschreven en verder vertaald naar realistische doelstellingen en acties voor de volgende jaren.
Veel leesgenot, KORTLEVEN Marleen Schepen voor jeugd en welzijn.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
2
1.
Aan tafel voor het lokaal overleg:
1.1 Aanduiding bevoegdheden: De bevoegdheid voor het uitschrijven en implementeren van een nieuw beleidsplan voor buitenschoolse opvang ligt in handen van schepen Marleen KORTLEVEN, die naast jeugd ook welzijn, gezondheid en ontwikkelingssamenwerking in haar portefeuille heeft zitten. Als secretaris werd Jos HERMANS (afdelingshoofd Jeugd, Welzijn en Interculturele Promotie) aangewezen. Volgende personen zetelden in het voormalige lokale overleg, dat dit voorstel van beleidsplan gevoed heeft:
Naam + Voornaam
Organisatie
Stefan Willems
Vlaams Belang
Rina Neijens
Landelijke kinderopvang vzw
Carine Swillens
Oudercomité ‘t Huis
Marij Janssen
Coördinator IBO
Nicole Engelen
Coördinator ‘t Debberke
Marleen Kortleven
Schepen
Lina Aussems
VLD
Sofie Beunckens
Consulent lokaal beleid kinderopvang
Willy Stöcker
ACV RP Maasmechelen – Lanaken
Ephrancini Mavrakis
ACV
Johan Wolk
CD&V
Tiziana Marini
Lokaal Sociaal Beleid
Jos Hermans
Afdeling Jeugd en Welzijn
Het lokale overleg werd in maart 2008 vervangen door de gemeentelijke adviesraad voor kinderopvang. In een bijlage vindt u de statuten en de afsprakennota met het gemeentebestuur. Hieronder volgt de samenstelling:
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
3
Naam Ghislain Bormans Bert Paulissen & Inge Bode Linde Verstappen Sabo Ria Ghislain Schoenmaekers
School Basisschool Boorsem
Adres St-Jorisstraat 11
Gemeente 3630 Maasmechelen
Parklaan 3 Kruindersweg 76 Marie-Joséstraat 3 A Daalstraat 9
3630 3630 3630 3630
Carine Vanholsaet
Basisschool Mozaïek Basisschool Via Tinto Basisschool De Griffel Basisschool De Brug Basisschool StWillibrordus
3630 Maasmechelen
Sofie Beunckens
Kind en Gezin
Langstraat 30 H. Van Veldekesingel 150 B 15
Manette Bambust Rina Neijens Nicole Engelen Kortleven Marleen Willems Stefan Carine Swillens Marij Janssen Tiziana Marini Anneke Hoeks Schijns Edith Johan Wolk Ephrancini Mavrakis
Internaat + BS Heikamp Dienst Onhaalgezinnen ‘t Debberke Schepen Vlaams Belang ‘t Huis ‘t Huis Dienst Welzijn
Willy Stöcker Lina Aussems Tiziana Marini Jos Hermans
CD&V ACV ACV RP MaasmechelenLanaken VLD Lokaal Sociaal Beleid Afdeling Jeugd en Welzijn
Maasmechelen Maasmechelen Maasmechelen Maasmechelen
Heikampstraat 37 Deken Bernardstraat 7 Boudewijnlaan 150 Schoorstraat 117 Dr. Haubenlaan 3b12 Dorpstraat 43 Dorpstraat 22 B Oude Baan 207 St-Jorisstraat 43 Reihaag 26 Paul Nicoulaan 34 Heirstraat 249
3500 Hasselt 3630 MAASMECHELEN 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen
Heirstraat 249 Genootstraat 42 A 1 Oude Baan 207
3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen
Dr. Haubenlaan 24
3630 Maasmechelen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
4
2.
Het sprokkelen van objectieve gegevens:
Maasmechelen heeft al enige traditie opgebouwd in het verzamelen van allerhande objectieve gegevens, die plaatselijke beleidsdiscussies kunnen voeden. In het recente verleden was er de onderzoekscel van het plaatselijke OCMW, welke sinds 1994 op een gestructureerde wijze cijfermateriaal aanreikt. Veel van die gegevens zijn oorspronkelijk verwerkt in een wijkstratificatie, later is men overgestapt (2001) op een digitale wijkatlas. De onderzoekscel werd evenwel afgebouwd in 2003. Voor het opmaken van het plan Lokaal Sociaal Beleid en ook voor dit beleidsplan kon gebruik gemaakt worden van beschikbare kanalen binnen OCMW en Afdeling Burgerzaken en de provinciale welzijnsmonitor. We situeren even Maasmechelen:
NIS-code Oppervlakte in ha (NIS) Streek Bestuurlijk arrondissement Gerechtelijk arrondissement Kieskanton
73 107 7 628 Maasland Tongeren Tongeren Maasmechelen Kaart Provincie Limburg
1
Maasmechelen telt volgende inwoners:
op 01.01.2005
inwoners, bevolkingsdichtheid, niet-Belgen, burgerlijke staat
aantal inwoners bevolkingsdichtheid (inw./km²)
Maasmechelen Limburg 36 175 474
aantal niet-Belgen
6 605 18,3
aandeel niet-Belgen Turken Italianen Marokkanen Spanjaarden Grieken Nederlanders overige
AC 731 2 972 136 77 210 2 075 404
% 11,1 45,0 2,1 1,2 3,2 31,4 6,1
809 942 334 65 527 8,1
AC 5 457 12 343 2 118 1 761 1 235 34 229 8 384
% 8,3 18,8 3,2 2,7 1,9 52,2 12,8
Vlaams Gewest België 6 043 161 446 297 289 4,9 AC % 19 104 6,4 22 933 7,7 26 627 9,0 10 003 3,4 3 664 1,2 92 091 31,0 122 867 41,3
10 445 852 342 870 862 8,3
%
AC 39 885 179 015 81 279 43 200 16 588 104 978 405 917
4,6 20,6 9,3 5,0 1,9 12,1 46,6
2
1 2
http://documenten.limburg.be/Studiecel/2005/-26482SD1_-_Maasmechelen.xls
FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Dienst Demografie Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
5
verloop van de bevolking
in 2006
Maasmechelen
Limburg
Vlaams Gewest
België
AC3
‰
AC
‰
AC
‰
AC
‰
geboorten
407
11,23
8 277
10,16
65 655
10,80
121 382
11,55
sterfte
295
8,14
6 245
7,67
56 179
9,24
101 587
9,66
112
3,09
2 032
2,49
9 476
1,56
19 795
1,88
inwijkingen
1 189
32,80
32 994
40,50
289 295
47,59
601 506
57,22
uitwijkingen
1 082
29,84
29 632
36,37
262 456
43,18
550 734
52,39
82
2,26
3 053
3,75
22 034
3,62
37 040
3,52
196
5,41
5 461
6,70
37 399
6,15
69 331
6,60
natuurlijke saldo
migratiesaldo totale aangroei
leeftijdsopbouw en demografische coëfficiënten
01.01.2005
Maasmechelen Limburg AC AC % 8 410 23,2 180 640 10 229 28,3 220 266 10 662 29,5 243 383 6 874 19,0 165 653 906 24 970 2,5
0-19 jaar 20-39 jaar 40-59 jaar 60 en + --> waarvan 80 en + vervangingscijfer (a) seniliteitscoëfficiënt (b) interne vergrijzing (c)
96 82 13
% 22,3 27,2 30,0 20,5 3,1
Vlaams Gewest AC 1 342 718 1 585 872 1 737 042 1 377 529 254 700
91 92 15
België % 22,2 26,2 28,7 22,8 4,2
AC 2 414 041 2 790 743 2 947 432 2 293 636 447 652
% 23,1 26,7 28,2 22,0 4,3
91 103 18
95 95 20
(a)=(20-39 j./40-59 j.)*100 > indien groter dan 100, voldoende jongere actieven om de oudere actieven te vervangen (b)=(60 j. en +/0-19 j.)*100 > indien groter dan 100, meer ouderen (60+) dan jongeren (- 20) (c)=(80 j. en +/60 j. en +)*100 > geeft op honderd 60-plussers aan hoeveel er ouder zijn 80 jaar
Het aantal schoolgaande Maasmechelse kinderen in 2006-2007:
Onderwijsniveau Kleuter Lager Secundair Totaal
Aantal MM
in %
1.361 2.669 2.130 6.160
95,2 % 93,6 % 71,1 % 84,7 %
Aantal buiten MM
%
Totaal aantal
%
68 184 865 1.117
4,8 % 6,4 % 28,9 % 15,3 %
1.429 2.853 2.995 7.277
100 100 100 100
% % % %
Maasmechelen telde in het schooljaar 2006-2007 meer dan 3.700 leerlingen in de Maasmechelse basisscholen.
3
AC staat voor absoluut cijfer Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
6
Tabel 2 Het aantal leerlingen per school in Maasmechelen SCHOOL Gemeenteschool Boorsem Gemeenteschool Kotem Gemeenteschool Uikhoven Basisschool Langstraat Eisden Basisschool Bloemenlaan Basisschool Via Tinto Basisschool De Griffel Basisschool Leut Basisschool Proosterbos Basisschool Mechelen a/d Maas Basisschool Heilig Hart Basisscool Triangel Basisschool Opgrimbie Basisschool De Brug Basisschool Op 't Boseind Tehuis voor kinderen van ouders zonder vaste Verblijfplaats TOTAAL
KLEUTERS 57 23 27 65 95 45 108 60 120 140 X 184 75 47 93
1 - 3 LJ 79
4 - 6 LJ 62
23 100 105 70 88 81 124 169 60 135 92 57 111
18 80 99 51 121 73 127 230 68 111 96 49 115
TOTAAL 198 23 68 245 299 166 317 214 371 539 128 430 263 153 319
1139
1294
1300
3733
Deze cijfers kunnen verschillen, omdat Maasmechelse kinderen ook in aangrenzende gemeenten school lopen en/of kinderen uit omliggende gemeenten in Maasmechelen school lopen.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
7
3. Inventarisatie van het bestaande opvang- en vrijetijdsaanbod in Maasmechelen: Net als in het vorige beleidsplan blijft de kritische vraag wat er verstaan kan of mag worden onder opvang- en/of vrije tijdsmogelijkheden, afhankelijk van de vraagsteller: ouders, kind, school, beleidsverantwoordelijke, … De indeling die we straks brengen is dan ook voor discussie vatbaar. We proberen te vertrekken vanuit de subsidiërende overheid: de Vlaamse Gemeenschap en/of het gemeentebestuur. Hierbij weten we dat sommige jeugdwerk- en sportinitiatieven door ouders wel eens aangegrepen worden als een andere, soms goedkopere vorm van opvang. Het wordt wellicht een uitgebreide inventaris maar het moet elke lezer van dit plan wegwijs maken in het Maasmechels landschap.
3.1 Opvanginitiatieven in de strikte zin van het woord KINDERDAGVERBLIJF ’t DEBBERKE richt zich vooral naar kinderen beneden de 3 jaar en heeft een capaciteit van 38 kindplaatsen, welke grotendeels bezet zijn. Het door Kind en Gezin erkende initiatief staat elke werkdag open van 7.00 ’s morgens tot 18.00 ’s avonds. In de personeelsbezetting telt het initiatief 5 kinderverzorgsters en 1 sociaal verpleegkundige . De ouderbijdrage is wettelijk bepaald en kan variëren, afhankelijk van het inkomen. Vzw Kinderdagverblijf ’t Debberke Boudewijnlaan 150 3630 MAASMECHELEN tel 089/77.56.42 fax 089/77.56.42 E-mail:
[email protected]
De Landelijke Kinderopvang vzw ondersteunde en begeleidde in 2007 37 onthaalmoeders in Maasmechelen, die 415 verschillende kinderen opvingen. Het merendeel is jonger dan 3 jaar. De opvangmomenten kunnen sterk variëren, afhankelijk van de vragen van de ouder(s). We onthouden wel een sterke vraag naar a-typische opvang. Ook hier wordt een wettelijk vast gelegde ouderbijdrage aangerekend, die kan oplopen tot maximum 24,07 € per dag voor de “groot verdieners”. Voor de laagste inkomens daalt dit tot minimum 1,35 €. Vzw LANDELIJKE KINDEROPVANG DILSEN-STOKKEM & MAASMECHELEN Deken Bernardstraat 7 3630 MAASMECHELEN tel 089/77.67.97 fax 089/77.67.97 E-mail:
[email protected]
BUITENSCHOOLSE OPVANG ‘t HUIS is een gemengd gemeentelijk initiatief tussen het lokale bestuur en de vzw Jeugdorganen. In 2007 werden 472 verschillende kinderen uit 306 gezinnen opgevangen. De werking staat open vanaf 6.30 tot aan de eerste schoolbel, en vanaf de laatste Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
8
schoolbel tot 20.00. Op woensdagnamiddag kunnen kinderen terecht vanaf 12.00. Op schoolvrije en vakantiedagen staan de deuren open van 6.30 tot aan 20.00. Voor de opvang staan 14 gesco-begeleid(st)ers in, gecoacht door één coördinatrice. Ook de ouderbijdrage is wettelijk vastgelegd en kost 0,68 € per halfuur, 2,53 € voor minder dan 3 uren, 3,79 € tussen 3 en 6 uren en 7,59 € langer dan 6 uren. IBO ’t Huis Dorpsstraat 3630 MAASMECHELEN tel 089/769.791 fax 089/76.04.89 e-mail :
[email protected]
De GEZINSBOND (voorheen de Bond van Grote en Jonge Gezinnen) staat in voor occasionele opvang van kinderen, bij de bevolking beter gekend als de babysitdienst. Deze dienst komt aan huis maar zijn niet professioneel verbonden. Ook hier worden specifieke tarieven gehanteerd met een minimale vergoeding van 7,5 €:
Overdag tussen 8 en 19 u voor 3 € per uur, Avond tussen 19 en 24 u voor 2,5 € per uur, Nacht na 24 u voor 3 € per uur, Overnachting aan 7,5 €.
In Maasmechelen kan je terecht bij volgende lokale coördinatoren: • Claire Janssen, tel 0478/39.25.69 of
[email protected] • Josiane Conings-Houben, tel 089/77.14.95 •
Katja Frausen, tel 0479/50.00.59 of
[email protected]
DE BABYSITDIENST “HELLO YOU” heeft een team van enthousiaste 16-plussers, die via aangepaste opleidingen klaar gestoomd worden om op kinderen te passen. Voor meer inlichtingen neem je best contact op met: Babysitdienst “Hello You” Guffenslaan 108 3500 HASSELT tel 011/30.10.99 e-mail:
[email protected]
DE BASISSCHOOL OPGRIMBIE is één van de basisscholen in Maasmechelen, die zelf voor een beperkte opvang zorgen, die langer duurt dan het wettelijk verplichte voor- en na schooltoezicht. De opvang vindt plaats in een aangepast klooster, annex klaslokalen. Kinderen kunnen tijdens het schooljaar terecht van 7.00 tot aan de eerste bel, vanaf 15.00 tot 18.30, op woensdagnamiddag vanaf 12.00 tot 18.30. Op schoolvrije en vakantiedagen wordt vraaggericht gewerkt. Basisschool Opgrimbie
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
9
Schoolstraat 34 3630 MAASMECHELEN tel 089/76.54.57 BASISSCHOOL MOZAÏEK MECHELEN-AAN-DE-MAAS is de tweede basisschool, die zelf instaat voor de opvang voor en na de school. De deuren staan open vanaf 7.30 tot aan de schoolbel, na de school kunnen kinderen tot 17.00 blijven en dit alle schooldagen behalve op woensdag. Op schoolvrije en vakantiedagen bestaat er geen opvangmogelijkheid in deze school. Basisschool Mechelen-aan-de-Maas Dr. Haubenlaan 6 Parklaan 1 3630 MAASMECHELEN TEL 089/76.71.61 Tel. 089/76.34.99 GEMEENTELIJKE BASISSCHOL BOORSEM De voor- en de naschoolse opvang van de "Gemeentelijke Basisschool" richt zich enkel op kinderen die hier school lopen (zowel kleuters als leerlingen van de lagere school). Dit door Kind en Gezin erkende initiatief staat elke schooldag (niet tijdens de verlofdagen of vakantieperiodes) open van 7.30 uur tot 08.15 uur 's morgens en van 15.05 uur tot 17.15 uur 's avonds en op woensdagnamiddag van 12.10 uur tot 17.15 uur. De opvang wordt gedaan door een kinderverzorgster op vrijwillige basis. De ouderbijdrage is bepaald op 0.50 euro per half uur (€ 1 per uur). Voor een tweede kind betalen de ouders de helft van dit bedrag. Gemeentelijke Basisschool Sint-Jorisstraat 11 3631 Boorsem 089/769.741 Het TEHUIS VOOR KINDEREN VAN OUDERS ZONDER VASTE VERBLIJFPLAATS is in Maasmechelen steeds gekend als de “schippersschool”, omdat hier kinderen van foorreizigers en schippers in internaatsverband opgevangen worden. Kinderen kunnen hier iedere dag incluis de vakantieperiodes terecht. Tehuis voor kinderen van ouders zonder vaste verblijfplaats Heikampstraat 37 3630 MAASMECHELEN tel 089/76.45.50 fax 089/77.21.28
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
10
3.2 Het Maasmechels jeugdwerk: Ook op dit terrein mag Maasmechelen best terugvallen op een sterke traditie. Uit het jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 konden we volgende inventaris kopiëren. De hier onder beschreven jeugdwerkinitiatieven richten zich niet noodzakelijk of uitsluitend tot schoolgaande kinderen vanaf 2,5 tot 12 jaar. Voornamelijk de speelpleinwerkingen en jeugdbewegingen richten hun werkingen op deze doelgroep. Jeugdbewegingen Naast deze vooral private organisaties waagt het plaatselijke gemeentebestuur zich ook aan een aantal vrijetijdsaanbod. Dit vertrekt hoofdzakelijk vanuit de gemeentelijke jeugddienst en de para-gemeentelijke vzw jeugdorganen. Een beperkte voorstelling: Jeugdbewegingen JONG LEUT Adres van de werking
Adres secretariaat Aangesloten bij Statuut Website-adres e-mail adres Werkingsmoment Aangesloten leden
Jong Leut Dreef 151 3630 Maasmechelen Geisterweg 13 3630 Maasmechelen Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Jeugdbeweging www.jongleut.be
[email protected] Tweewekelijks op zondag van 14u tot 17u Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Totaal 3 Ilse Dedroog Geisterweg 13 3630 Maasmechelen (089)35 43 50
20 kinderen 30 kinderen 30 80 leden
CHIRO EISDEN-DORP Adres van de werking
Chiro Eisden Dorp Rijksweg 153 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat Aangesloten bij
Eisdenweg 71 3630 Maasmechelen Chiro Nationaal
Statuut
Feitelijke vereniging
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
11
Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Wekelijks op zondag van 14u tot 17u30 Van 4 tot 6 jaar 3 kinderen Van 7 tot 9 jaar 7 kinderen Van 10 tot 12 jaar Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
9 kinderen 12 tieners 9jongeren
Totaal 8
40 leden
Kim Pannemans Eisdenweg 71 3630 Maasmechelen (089)77 28 78
SCOUTS MASTENTOP Eisden Adres van de werking Scouts Wipstraat 3630 Maasmechelen Adres secretariaat Loobeekstraat 94 3630 Maasmechelen Aangesloten bij
VVKSM; Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Vzw www.scoutseisden.be
[email protected] [email protected] [email protected] Wekelijks op zaterdag van 14u tot 16u; Leidingsmoment wekelijks op vrijdag van 21u tot 24u
Statuut Website-adres E-mail adres
Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
23 kinderen 36 kinderen
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar Van 19 tot 25 jaar
26 tieners 23 jongeren 33 jongeren
Totaal 24
108 leden
Dirk Dexters Loobeekstraat 94 3630 Maasmechelen
CHIRO AKORI Eisden-Tuinwijk Adres van de werking Chiro Akori Kastanjelaan z/n 3630 Maasmechelen Adres secretariaat Aangesloten bij Statuut
Marie-Joséstraat 7 3630 Maasmechelen Chirojeugd Nationaal Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Feitelijke vereniging- Jeugdbeweging
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
12
Werkingsmoment
Aangesloten leden
Wekelijks op zaterdag en zondag van 19.00u tot +-22.00u; Leidingsmoment wekelijks op zaterdag van 19u00 tot 22u00 en zondag 13.00u-18.00 u. Van 4 tot 6 jaar Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Totaal 26 Bruno Janssen Louis Mercierlaan 165 3630 Maasmechelen
+- 147 leden
KSJ De Blauwvoet Maasmechelen Adres van de werking
KSJ De Blauwvoet Deken Bernardstraat 6 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat
Deken Bernardstraat 6 3630 Maasmechelen www.ksjmaasmechelen.be
[email protected]
Website-adres Email-adres Aangesloten bij
Jeugdbeweging, Feitelijke vereniging Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen
Statuut Werkingsmoment
Wekelijks op zaterdag van 13u30 tot 16u00
Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Van 4 tot 6 jaar Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
0kinderen 9 kinderen 9 kinderen
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
17 tieners 6 jongeren
Van 19 tot 25 jaar Totaal
0 jongeren 41 leden
8 Linah Kaleha Ringlaan 15 3630 Maasmechelen
CHIRO Maasmechelen Adres van de werking
Adres secretariaat
Chiro Maasmechelen Deken Bernardstraat z/n 3630 Maasmechelen Weidestraat 10 3630 Maasmechelen
Email-adres
[email protected] www.chiro-maasmechelen.be
Aangesloten bij
Chirojeugd Vlaanderen; Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
13
Statuut Werkingsmoment
Feitelijke vereniging Wekelijks op vrijdag van 20u30-22.00u en zondag van 14.00u16.30u.
Aangesloten leden
Van 4 tot 6 jaar Van 7tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
8 kinderen 22 kinderen 31 tieners 17 tieners 3 jongeren
Totaal 16 Kristof Bemelmans Weidestraat 10 3630 Maasmechelen
81 leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
MAASRAKKERS Kotem Adres van de werking
Maasrakkers Grotestraat z/n Wijkcentrum 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat
Grotstraat 15 3631 Maasmechelen
Email-adres Aangesloten bij Statuut
Feitelijke vereniging
Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Tweewekelijks op zondag van 13u30 tot 17u; Van 0 tot 3 jaar kind Van 4 tot 6 jaar 1 kinderen Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
16 kinderen 40 kinderen
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
15tieners
Totaal 28
72 leden
Coenen Inge Grotstraat 7A 3631 Kotem- Maasmechelen
CHIRO GRÖMME Adres van de werking
Chiro Grömme Heirstraat 456 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat
Heirstraat 456 3630 Maasmechelen Www.chirogrömme.be
[email protected]
Website-adres e-mailadres Aangesloten bij Statuut
Chiro Nationaal Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Feitelijke vereniging
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
14
Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Wekelijks op zaterdag en zondag van 13u00 tot 17u00; Leidindsmoment wekelijks op zaterdag van 19u tot 22u00 Van 4 tot 6 jaar 20 kinderen Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar Van 13 tot 15 jaar
22kinderen 19 kinderen 20tieners
Van 16 tot 18 jaar Totaal
20jongeren 103 leden
16 Peter Lambrigts & Inge Biesmans Rootstraat 21 Hermanslaan 36 3630 Maasmechelen 3630 Maasmechelen
CHIRO PROOSTERBOS Adres van de werking
Adres secretariaat Email-adres Aangesloten bij
Chiro Proosterbos Pastoriestraat 6 3630 Maasmechelen Boudewijnlaan 154 3630 Maasmechelen
[email protected] www.chiroproosterbos.be Chirojeugd nationaal; Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Feitelijke vereniging
Statuut Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Wekelijks op vrijdag van 19u30 tot 22u30; Zondag 13u30 -17u30. Van 4 tot 6 jaar 21 kinderen Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
26 kinderen 15 tieners
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar Van 19 tot 25 jaar Totaal
15 jongeren 22 jongeren 7 jongeren 106 leden
17 Vranken Evy Proosterbosstraat 84 3630 Maasmechelen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
15
Tiener- en jongerenbewegingen
Misdienaars Maasmechelen Adres van de werking
Bokome Loograaf 3 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat
Loograaf 3 3630 Maasmechelen
Website-adres Email-adres Aangesloten bij
[email protected] Interdiocesane jeugddienst Vlaanderen inschr.nr. 5301 Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen
Statuut Werkingsmoment
Feitelijke vereniging, Jeugdbeweging Tweewekelijks op vrijdag van 20.00u tot 22.00u
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
5 kinderen 9 tieners
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
12jongeren 2jongeren
Totaal 13 Pelssers Marijke Loograaf 3 3630 Maasmechelen
28 leden
Zoemmm Adres van de werking Adres secretariaat Aangesloten bij Statuut
Schoorstraat 48 3631 Maasmechelen St. Antoniusstraat 5 3631 Maasmechelen Feitelijke vereniging, jeugdbeweging.
Werkingsmoment
Maandelijks 1 activiteit; In vakantieperiodes wekelijks Woensdag van 14.00u-16.30u.
Aangesloten leden
Van 7 tot 9 jaar Van 13 tot 15 jaar
38 kinderen 9 tieners
Totaal
47 leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
4 Penders Martine St Antoniusstraat 5 3631 Maasmechelen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
16
Speelpleinwerkingen SPEELPLEINWERKING SINT BARBARA Adres van de werking SPW Tiliae Lindenlaan 1A 3630 Maasmechelen Adres secretariaat Lindelaan 21 3630 Maasmechelen Website-adres Email-adres Aangesloten bij
[email protected] Dienst voor Speelruimte; 3500 Hasselt Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen VZW en speelpleinwerking
Statuut Werkingsmoment Aangesloten leden
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Maandelijks en Juli en Augustus Van maandag tot vrijdag van 13.00u-18.00u. Van 4 tot 6 jaar 53 kinderen Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
42 kinderen 35 kinderen
Van 13 tot 15 jaar Totaal
3 tieners 133 deelnemers
16 Fraussen Bart Lindenlaan 21 3630 Maasmechelen
Jeugdhuizen UNDERGROUND Proosterbos Adres van de werking jh Underground Pastoriestraat z/n 3630 Maasmechelen Adres secretariaat Victoriestraat 9 3630 Maasmechelen Email-adres Aangesloten bij
Jongerengemeenschappen; Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen
Statuut Werkingsmoment
Aangesloten leden
Aantal begeleiding
Vzw Wekelijks op dinsdag van 19u tot 23u (enkel tijdens zomer), op donderdag van 19u tot 23u; Op vrijdag van 21u tot 01u; Op zaterdag van 20u tot 01u Van 16 tot 18 jaar 20 jongeren Van 19 tot 25 jaar 50 jongeren Totaal 13
70 leden
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
17
Hoofdverantwoordelijke
Sabrina Lauria Victoriestraat 9 3630 Maasmechelen (0479)41 40 15
Creatief atelier KINDERACADEMIE Maasmechelen Adres van de werking
Zetellaan 50 3630 Maasmechelen
Adres secretariaat Email-adres
Zetellaan 50 3630 Maasmechelen
[email protected]
Aangesloten bij Statuut
Federatie jeugdmuziekateliers - Jeugdraad Vzw
Werkingsmoment Aangesloten leden
Wekelijks op donderdag van 17u tot 19u Van 4 tot 6 jaar Van 7 tot 9 jaar
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Totaal 3 Prils Mark p.a Zetellaan 50 3630 Maasmechelen
Initiatieven kansarme jeugd Vzw Thebe Adres van de werking Adres secretariaat
Email-adres
Rijksweg naast de brandweer VZW Thebe Oude baan 203 3630 Maasmechelen
[email protected] [email protected]
Aangesloten bij Statuut
Gemeentelijke jeugdraad Maasmechelen Vzw en initiatief kansarme jeugd
Werkingsmoment Aangesloten leden
Wekelijks- zaterdag van 13.00u-17.00u Van 4 tot 6 jaar +- 40/ 37 Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar Van 19 tot 25 jaar
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Totaal 6
+- 40 deelnemers
Salden Véronique Oude baan 203A 3630 Maasmechelen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
18
Speelpleinwerking SAENHOEVE Adres van de werking Ringlaan 402 3630 Maasmechelen Adres secretariaat Aangesloten bij
Strooiheide 25 3630 Maasmechelen V.D.S
Statuut
Vzw Speelpleinwerking
Werkingsmoment Aangesloten leden
Maandag van 8.30u-17.00u Van 0 tot 3 jaar Van 4 tot 6 jaar
46 kinderen 352 kinderen
Van 7 tot 9 jaar Van 10 tot 12 jaar
515 kinderen 448 kinderen
Van 13 tot 15 jaar Van 16 tot 18 jaar
137 tieners 10 jongeren
Totaal 70
1508 deelnemers
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Jean Weustenraad Strooiheid 25 3630 Maasmechelen (089)76 40 73
Naast deze vooral private organisaties waagt het plaatselijke gemeentebestuur zich ook aan een vrijetijdsaanbod. Dit vertrekt hoofdzakelijk vanuit de gemeentelijke jeugddienst en de paragemeentelijke vzw jeugdorganen. Een beperkte voorstelling: Speelpleinwerking Buskruit Adres van de werking Geheel Maasmechelen Werkingsmomenten Aantal begeleiding
Gehele zomervakantie in de namiddag 12
Hoofdverantwoordelijke
Karen Werterlaers Dr. Haubenlaan 24 3630 MAASMECHELEN 089/ 769 .787
GRABBELPAS Adres van de werking
Afhankelijk van de activiteit
Werkingsmomenten Aantal begeleiding
Alle schoolvakanties behalve kerst 12
Hoofdverantwoordelijke
Karen Wertelaers Dr Haubenlaan 24 3630 MAASMECHELEN 089/769.787
SWAPPAS Adres van de werking
Afhankelijk van de activiteit
Werkingsmomenten Aantal begeleiding
Allen schoolvakantie behalve kerstvakantie 2
Hoofdverantwoordelijke
Carmen Kessen
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
19
Dr Haubenlaan 24 3630 MAASMECHELEN 089/769.787 SPEELPLEINWERK VOOR KINDEREN MET EEN HANDICAP Flapuit Adres van de werking Werkingsmomenten
Afhankelijk van de activiteit Twee weken tijdens de zomervakantie
Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Gebeurt in samenwerking met VFG Karen Wertelaers Dr Haubenlaan 24 3630 MAASMECHELEN 089/769.787
JEUGDCENTRUM de ASTEROÏDE Adres van de werking Werkingsmomenten Aantal begeleiding Hoofdverantwoordelijke
Ringlaan 402 3630 MAASMECHELEN Gehele jaar door 4 Dr Haubenlaan 24 3630 MAASMECHELEN 089/769.787
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
20
3.3 De sportschoenen aan! Naam
Sport
BOORSEM Sport
Voetbal
GARCIA Ricardo, Kannegatstraat 42, 3630 MAASMECHELEN (tel 89/76.63.78)
CERKEL Sportief
Voetbal
BRABANTS Jean, Zuilstraat 15, 3630 MAASMECHELEN (tel 089/75.87.79)
EISDEN Sport
Voetbal
GRIMBIE ‘69
Voetbal
MEYERS Guido, Hoekstraat 5, 3630 MAASMECHELEN (tel 089/77.50.74) LAMBRICHTS François, Heirstraat 383, 3630 MAASMECHELEN (tel 089/76.50.58)
LINDEBOYS Leut
Voetbal
OSTACH Jos, Steenakkerstraat MAASMECHELEN (tel 089/75.67.86)
37,
3630
PATRO Maasmechelen
Voetbal
VERHEYEN Jef, Nijverheidslaan MAASMECHELEN (tel 089/76.63.01)
24,
3630
FC JUVE Maasm.
Voetbal
UIKHOVEN V.C.
Voetbal
Masino Carlo, L. Mercierlaan 151, 3630 Maasmechelen ( tel 0473 221557) BECKERS Walter, Langeweidestraat 126, 3630 MAASMECHELEN (tel 089/71.80.43)
VERBROEDERING Maasmechelen DE NIEUWE TOREN
Voetbal
BADMA
Badminton
RAMAKERS Peter, Kapelstraat 60, 3650 DILSEN (tel 089/46.23.35) 0474 493256
BC MAASMECHELEN
Basket
Machiels Rik, Oude Heide 30, 3630 Maasmechelen (Tel 089/ 771089) 0478 411697
HANDBAL ’65
Handbal
KICHI SAI
Judo
HONOF Geert, Prinsenlaan 26, 3630 MAASMECHELEN (tel 0472/33.94.34) BECKERS Marie-Josée, Kennebekkestraat 1, 3630 MAASMECHELEN (089/76.36.98)
MATTEC
Tafeltennis
Baerten Dirk, Hegstraat 52, 3630 Maasmechelen ( tel 089/ 76 19 15)
TKD POOM
Taekwando
VERMEULEN Rebecca, Vliegveldlaan TRUIDEN, (tel 0474/51.63.62)
VOLHARDING Eisden
Volley
ZCM
Zwemclub
HUBER Milan, Loobronstraat 1, 3630 MAASMECHELEN (tel 089/76.70.15) Westhovens Luc, St. Pieterstraat 57, 3630 Maasmechelen ( tel 089/ 656218) 0479 914207
DE WATERNIMFEN
Waterbal- Kowalski Kathleen, Rijksweg 547, 3630 MAASMECHELEN let (tel 089/76.01.07)
AVT
Atletiek
Schaken
Contactadres
SCHUERMANS Marcel, Heirstraat 267, 3630 MAASMECHELEN (tel 0476/47.09.28) 0476 470928 CORNET Luc, Troonstraat 1, 3630 MAASMECHELEN (tel 0474/99.52.74)
53,
3800
SINT-
Welkenhuyzen Leon, Loobeekstraat 5, 3630 Maasmechelen ( tel 089/ 46 54 94)
Vanuit de gemeentelijke sportdienst worden tevens tal van activiteiten georganiseerd naar kinderen – en jongeren zoals:
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
21
Sportkampen (4 – 14 jaar): tijdens elke schoolvakantie sportacademie (5-12 jaar): lessenreeks, gedurende het jaar zwemacademie (6-12 jaar): lessenreeks, gedurende het jaar watergewenning (3 – 6 jaar): lessenreeks, gedurende het jaar spoedcursus zwemmen (6-12 jaar): lessenreeks tijdens paasvakantie
3.4 De culturele toer op! Ook in het culturele landschap in Maasmechelen mikken sommige organisaties op een jeugdig publiek. Zonder hierover een uitgebreide bevraging gedaan te hebben, sommen we de voornaamste op, wetende dat de lijst niet volledig is:
NAAM
ORGANISATIE
CONTACTADRES
K.F St.Lucie Uikhoven
Fanfare
K.F. St. Aloysius Leut
Fanfare
Schoorstraat 58 3630 MAASMECHELEN Genieskensstraat 29 3630 MAASMECHELEN J. Smeetslaan 73 3630 MAASMECHELEN Van Lauwstraat 5 3630 MAASMECHELEN H. Vrankenstraat 6 3630 MAASMECHELEN Brugstraat 31 3630 MAASMECHELEN Molenstraat 81 3630 MAASMECHELEN Rijksweg 130 3630 MAASMECHELEN Vinkenstraat 15 3630 MAASMECHELEN Fazantstraat 5 3630 MAASMECHELEN Langeweidestraat 11 3630 MAASMECHELEN St. Barbarastraat 15 3630 MAASMECHELEN Paul Lambertlaan 104 3630 MAASMECHELEN
K.F. St. Cecilia Mechelen-aan- Fanfare de-Maas K.F. St. Christoffel Opgrimbie Fanfare K.F. St. Cecilia Vucht
Fanfare
K.F. St. Cecilia Vucht
Fanfare
K.F. St. Cecilia Meeswijk
Fanfare
Harmonie Vrij Vooruit Eisden
Harmonie
K.Harmonie St. Martinus Harmonie Opgrimbie Maasmechelse Dansmariekes Dansgroep Postzegelclub Orval
Postzegelclub
Jeugd en Muziek
Kinderacademie
Danscompagnie Moveo
Dansgroep
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
22
4.
Een behoefteonderzoek:
Een uitgebreid onderzoek is er dit keer niet aan te pas gekomen, omwille van tijdsgebrek en het aanvoelen van de leden van het lokaal overleg dat er weinig of geen verschuivingen in het verwachtingspatroon van ouders zijn gebeurd in vergelijking met vorig beleidsplan. Een grondigere analyse in het kader van het lokaal sociaal beleidsplan is één van de opties naar de toekomst. In 2002 werd er wel een bevraging afgenomen bij de gezinnen in Maasmechelen om te peilen naar de behoeften en noden op vlak van kinderopvang. Via de basisscholen werd een schriftelijk enquêteformulier verspreid bij alle gezinnen met kinderen in een Maasmechelse basisschool. Ca 1600 gezinnen vulden de enquête in, waarvan 1494 bruikbare enquêtes. Daar er geen toevalssteekproef getrokken werd, maar de enquêtes schriftelijk verspreid werden via de scholen, kunnen de resultaten niet veralgemeend worden naar de bevolking. De conclusies bij de bevraging in 2002 waren de volgende: a) Gezinskenmerken - Gezinssituatie 8,8% Eenoudergezinnen 91,2% twee oudergezinnen -
Aantal kinderen/gezin 67,8% één of twee kinderen 23% gezinnen met drie kinderen 9,2% gezinnen met meer dan drie kinderen
-
Leeftijd
van de kinderen in het gezin 0 t.e.m. 3 jaar: 352 of 23,6% 4 t.e.m. 11 jaar: 1471 personen of 94,8% 12 t.e.m. 15 jaar: 373 of 25%
b) Beroepskenmerken - gezinnen met een lage mate van beroepsactiviteit: 14,5% - gezinnen met een middelmatige graag van beroepsactiviteit: 32,7% - gezinnen met een hoge mate van beroepsactiviteit: 52,7% c)
Kenmerken van Maatschappelijke kwetsbaarheid 24,6% woont in een impulswijk ( Schietskuil, Pauwengraaf, Eisderbos, Vucht Cité, Beerensheuvel, Kaemelsheuvel, Mariaheide en Grimbyerbroek)
d) Specifieke behoeften en noden op vlak van kinderopvang - nood aan opvang op momenten buiten de normale uren: 15,4% na 18 uur: 55,8% voor 7 uur: 43,5% weekend: 27,8% ’s nachts: 7,8% Frequentie van de nood: 58,7%
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
23
-
e)
5.
nood aan opvang voor kinderen van 12 t.e.m. 15 jaar: 6,6% zomervakantie: 65,3% korte schoolvakanties: 62,2% schoolvrije dagen: 61,2% woensdagnamiddag: 38,8% naschools: 33,7% voorschools: 18,4% nood aan goedkopere betalende opvang: 4% nood aan een opvangplaats dicht bij huis: 6,1% nood aan een opvangplaats dichter bij de school: 3,9% nood aan opvang van zieke kinderen: 36,8% nood aan opvang in schoolvakanties: 11,8%
Algemene conclusies Eén nood, nl. het moeilijk hebben om opvang te vinden ingeval van ziekte springt eruit. Deze wordt door meer dan één op drie gezinnen ervaren als een nood. Ook een groot aantal gezinnen ervaart de nood aan opvang op momenten buiten de normale uren en schoolvakanties. De andere behoeften en noden komen relatief weinig voor.
Aansluiting zoeken op andere beleidsplannen:
Ook in andere decreten wordt sterk naar verwezen naar dwarsverbindingen complementariteit. Dit is absoluut geen sinecure omwille van verschillende redenen:
en
Regelgeving is sterk in evolutie (lokaal sociaal beleid, jeugd(werk)beleid, minderheden, sport en cultuur, … ), Verschillende administraties en beleidsverantwoordelijken op Vlaams en lokaal niveau spreken niet altijd dezelfde taal, Verschillende werkculturen zorgen vaak voor verschillende verwachtingen, Soms speelt de onervarenheid rond het opstellen van beleidsplannen mee, De verschillende voorbereidende processen en de besluitvorming in de aanloop naar de verschillende beleidsplannen lopen niet altijd synchroon.
In onze poging wordt – mede door de stroom van het decreet op lokaal sociaal beleid aansluiting gezocht op het plaatselijke jeugd(werk)beleidsplan, het meerjarenplan voor minderheden, het plan voor lokaal sociaal beleid, het cultuur- en sportbeleidsplan, De meeste afstemming kan verwacht worden met en vanuit het jeugd(werk)beleidsplan . Hiervoor kunnen als argumenten aangereikt worden:
Hier vinden we een duidelijke gemeenschappelijke doelgroep, vooral vertrekkend vanuit de “vrije tijd”, De begeleiding in de processen en de logistieke ondersteuning vertrekken vanuit één dienst, Bevoegdheden liggen bij één schepen, De gedane inspanningen in het verleden (gemeenschappelijke vormingsactiviteiten, uitbouw van een website, ….) geven de afstemming al concreet aan.
Ook binnen het minderhedenbeleidsplan is er een voorzichtige aansluiting omwille van de inbedding in de gemeentelijke structuur. Immers de Dienst Interculturele Promotie
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
24
(integratiedienst) maakt Interculturele Promotie.
deel
uit van de Gemeentelijke
Afdeling Jeugd,
Welzijn
en
Inhoudelijk vraagt het decreet op minderhedenbeleid om een inclusieve aanpak. Ook in het opvanglandschap vertaalt dit zich in de participatie van allochtone kinderen aan deze initiatieven.
6.
De strategische planning in dit beleidsplan
Het lokaal overleg heeft op basis van enkele landelijke onderzoeken, persoonlijke ervaringen en jaarverslagen volgend voorstel uitgewerkt, dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad. Deze gemeenteraad heeft in haar strategische nota 2007-2013 al aandacht gevraagd voor kinderopvang.
6.1 De missie: In haar strategische nota 2007-2012 lezen we de bezorgdheid en intentie voor zorg en opvang:
“De nood aan aangepaste opvangmogelijkheden en woonvoorzieningen voor diverse doelgroepen is zeer groot; de wachtlijsten in de bejaarden- en gehandicaptensector zijn daar een sprekend voorbeeld van. Ook voor kinderen en jongeren zijn er vragen voor meer en flexibeler opvangmogelijkheden. Het is in deze geen kwestie van of/of maar van en/en. Dit betekent niet dat OCMW en gemeente hier alleen het initiatiefrecht hebben. Beide lokale besturen hebben hier alleszins een belangrijk coördinerende en stimulerende rol, ook ten aanzien van private actoren. Indien het particuliere initiatief echter ontbreekt dan heeft het lokale bestuur een verantwoordelijkheid ten aanzien van de noden van de burger. Op het vlak van ouderenzorg is er in de gemeente een gediversifieerd aanbod van residentiële, semi-residentiële en thuiszorgvoorzieningen aanwezig. De vloedgolf van de vergrijzing maakt echter een sterke aangroei van diensten noodzakelijk. Er manifesteert zich sedert enkele jaren een zeer duidelijke behoefte aan service-flats die in het zorgaanbod ontbreken. Het OCMW wenst hier in overleg met de gemeente duidelijk initiatief te nemen. Omdat het residentieel voorzieningen aanbod onvoldoende is en tegelijk zware investeringen vereist is het aangewezen om vooral te kiezen voor verdere uitbouw van de diverse thuiszorgvoorzieningen. Dit heeft meerdere voordelen: de thuissituatie is nog steeds de omgeving waar de oudere zich het best voelt; daarnaast is het vanuit financieel oogpunt het meest voordelig zowel voor de bejaarde als voor het lokale bestuur. Ook de nood aan buitenschoolse opvang is prangend. De nood aan opvang buiten de normale uren (tijdens vakanties, bij ziekte) is een bezorgdheid die de Maasmechelse bevolking bezighoudt. Een uitbreiding naar extra mogelijkheden aan speelpleinwerking zal een oplossing bieden voor de opvang tijdens schoolvakanties. Maasmechelen streeft ernaar een gevarieerd en kwalitatief betaalbaar opvangaanbod te ontwikkelen, met voldoende aandacht voor specifieke vragen en noden. Via een meersporenbeleid op het gebied van kinderopvang, diversiteitsbeleid, jeugdsport- en cultuurbeleid zullen verschillende acties ondernomen worden om hier gevolg aan te geven.” Voor de periode 2008-2013 wil het lokaal overleg en het gemeentebestuur van Maasmechelen samen bouwen aan:
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
25
voorgestelde periode een gevarieerd en kwalitatief sterk opvangaanbod brengen naar kinderen (0 - 12 jaar) van werkende en/of werkloze ouder(s) in opleiding, met voldoende aandacht voor specifieke vragen en noden van maatschappelijk kwetsbare kinderen, kinderen met een specifieke zorgbehoefte en/of kinderen van ouders, die buiten de doorsnee kantooruren werken. MAASMECHELEN
wil
in
de
6.2 Vertaling naar doelstellingen 6.2.1 Bouwen aan een meersporenbeleid: De regelgever streeft naar een degelijke afstemming tussen opvanginitiatieven op lokaal vlak. De afstemming tussen de verschillende lokale beleidsplannen, domeinen en sectoren blijft een enorme uitdaging en betrachting. Vooral de samenwerking tussen het jeugdwerk, minderhedenbeleid (straks gelijke kansen en diversiteit), de sport- en cultuursector en het opvanggebeuren zal nog meer in de picture komen te staan. Daarbij zal een belangrijke stap gezet worden vanuit het decreet op lokaal sociaal beleid. De verplichte adviesraad voor kinderopvang wordt een belangrijk instrument. BELEIDSOPTIES/ -EFFECT TEGEN EIND 2013
Het gemeentebestuur stelt alles in het werk om de beleidsplannen rond kinderopvang, jeugdbeleid, minderheden en cultuur te integreren binnen een plan lokaal sociaal beleid vanaf 2008 zonder afbreuk te doen aan inhoud en processen. In de aanloop hiernaar toe zullen de opvanginitiatieven betrokken worden binnen de cluster zorg en opvang. PROGRAMMA’S en INSTRUMENTEN Om mee inhoud te geven aan het beleidsplan lokaal sociaal beleid zal het gemeentebestuur een vertegenwoordiging vanuit de adviesraad voor kinderopvang opnemen in de cluster rond zorg en opvang. Binnen de schoot van dit lokaal sociaal beleid wordt het lokale overleg aanvaard als de bevoorrechte partner indien het over opvang van kinderen in de brede zin van het woord gaat.
6.2.2 Bouwen aan voldoende kwaliteit Het lokale overleg zal in de periode 2008-2013 de nodige aandacht willen geven aan algemene kwaliteitsverbetering van de kinderopvang- en vrijetijdsmogelijkheden. Ze zal initiatieven nemen naar zowel initiatiefnemers als naar personeel en vrijwillige medewerkers, … Deze inspanningen zullen breed georiënteerd zijn, waarbij zowel opvang- als jeugdwerkinitiatieven, scholen of andere opvanginitiatieven kunnen participeren aan bestaande en/of nog op te starten projecten. BELEIDSOPTIES/-EFFECT TEGEN EIND 2013
Maasmechelen streeft naar een goede kwaliteit bij de tewerkstelling van personeelskrachten en de inzet van vrijwillige medewerkers. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om de vrije tijd van kinderen, zowel in de opvang als in het jeugdwerk steviger en meer kwalitatief op elkaar af te stemmen.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
26
PROGRAMMA’S en INSTRUMENTEN Jaarlijks wordt een open vormingsdag à la “Open Doek-dag” georganiseerd, waarbij de nadruk komt te liggen op creatieve ontwikkeling van personeel en vrijwillige medewerkers binnen opvanginitiatieven, het jeugdwerk en het basisonderwijs. Jaarlijks wordt er één informatiesessie rond bepaalde fenomenen en problematieken bij kinderen georganiseerd. Deze sessies kunnen zich richten naar personeel, vrijwillige medewerkers, intermediairen, onderwijskrachten en ouders. De vrijetijdsprogramma’s, opgezet door het lokale jeugdwerk, sport en culturele organisaties worden doorgespeeld aan alle opvanginitiatieven en basisscholen via de publicatie van de brochure ‘Een zee van vrije tijd’, de updating van de website (www.mmkids.be) of een ander kanaal.
6.2.3 Extra aandacht voor specifieke doelgroepen Door haar mijnverleden heeft Maasmechelen achterstellingskenmerken in huis gehad..
steeds
specifieke
doelgroepen
met
In de verschillende meerjarenplannen inzake kansarmoedebestrijding wordt meermaals benadrukt dat onze gemeente met structurele problemen rond gebrekkige opleiding en tewerkstelling zit. Door het relatief hoog aantal sociale huurwoningen krijgen we ook wijken, waar relatief meer multi-problem-situaties en –gezinnen te vinden zijn. BELEIDSOPTIES TEGEN EIND 2013
Het lokale overleg wil in haar beleidsplan extra aandacht schenken aan kinderen uit maatschappelijk kwetsbare groepen en/ of kinderen met een specifieke zorgbehoefte. PROGRAMMA’S en INSTRUMENTEN Het in 2005 afgelopen ESF-project Kansen In Maasmechelen (kortweg KIM) heeft hierin de nodige instrumenten aangereikt, waarin veel aandacht gaat naar werklozen en –zoekenden. Hierbij zal extra aandacht geschonken worden aan kinderopvang. Zowel de ouders uit de doelgroep als hulp- en/ of dienstverlenende instanties, die in contact staan met deze ouders, zullen duidelijk geïnformeerd worden over de verschillende opvang- en vrijetijdsmogelijkheden in Maasmechelen. Daarnaast wordt een centraal aanspreekpunt geïnstalleerd, waar deze instanties maar ook anderen terecht kunnen met hun vragen. Dit aanspreekpunt staat niet enkel open voor de kansarmere groepen maar zal toegankelijk zijn voor de gehele bevolking. Er wordt in deze periode jaarlijks minstens één extra vormingssessie opgezet voor personeel van de opvanginitiatieven en vrijwillige medewerkers in het jeugdwerk om background te verwerven over de leefwereld van gezinnen in een achterstellingssituatie of kinderen met een specifieke zorgbehoefte.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
27
6.2.4 Sleutelen aan een betere informatiedoorstroming: BELEIDSOPTIES TEGEN EIND 2013
Er wordt gestreefd naar een betere informatiedoorstroming in alle mogelijke richtingen: sectoroverstijgend, naar ouders en kinderen en naar sleutelfiguren of intermediairen. PROGRAMMA’S EN INSTRUMENTEN De website (www.mmkids.be) zal verder ge-updated worden. Overwogen wordt om de informatie ook uit te breiden naar tieners. Jaarlijks wordt er een informatiebrochure in het kader van ‘een Zee van vrije Tijd’ uitgebracht met het opvang- en vrijetijdsaanbod in de zomervakantie en tijdens het schooljaar In elke editie van het gemeentelijke informatieblad zal een artikel over het vrijetijds- en opvangaanbod gepubliceerd worden. Ook in het Drakenblad wordt voor elke schoolvakantie informatie doorgespeeld aan elk schoolgaand basisschoolkind.
6.2.5 Tegemoet komen aan meer flexibele opvang De vraag naar opvang buiten de doorsnee uren blijft groeien. Ons economisch systeem legt steeds grotere eisen op aan de flexibiliteit van haar werknemers. In deze discussie blijft de hamvraag: kunnen we hieraan volledig tegemoet komen en hoe ver kan/ mag je gaan in “ongewone” openingsuren, duidelijk rekening houdend met de mogelijkheden van het kind. BELEIDSOPTIES TEGEN 2013
Het lokale overleg en het gemeentebestuur blijft initiatieven nemen om tegemoet te komen aan de groeiende vraag van verruimd opvang, rekening houdend met de rechten van het kind. Er worden initiatieven ontwikkeld om tegemoet te komen aan de opvang van zieke kinderen. PROGRAMMA’S EN INSTRUMENTEN Het gemeentebestuur stapte in september 2002 in een project vanuit de vzw Provinciale Commissie voor Buitenschoolse Opvang. Dit project toont aan dat een aantal ouders nood heeft aan verruimde opvang. Binnen de begrotingsmogelijkheden wordt dit gecontinueerd en nog meer bekend gemaakt. Met het plaatselijke PWA-agentschap wordt onderzocht of een speciale oppasdienst voor zieke kinderen opgestart kan worden. Over de bestaande mogelijkheden voor opvang van zieke kinderen, vooral binnen mutualiteiten wordt meer informatie verspreid.
6.2.6 Participatieverhoging in de maak: De gemeente Maasmechelen heeft een sterke traditie in participatie van groepen, zowel domeingericht als naar specifieke doelgroepen gericht. De erkenning van 7 gemeentelijke adviesraden is hiervan een bewijs maar ook de vele (in)formele commissies of raden onderstrepen dit. BELEIDSOPTIES TEGEN HET EIND 2013
De adviesraad voor kinderopvang en het gemeentebestuur maken werk van een sterkere en verbeterde participatie van kinderen en jongeren maar ook de ouders binnen het opvanggebeuren.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
28
PROGRAMMA’S en INSTRUMENTEN Het lokaal overleg wordt verder uitgebouwd en is duidelijk meer dan een overlegplatform, dat een beleidsplan voorbereidt. Het overleg krijgt de bevoegdheid om het plan jaarlijks te evalueren en eventueel bij te sturen. Er wordt een specifiek project ontwikkeld, waarbij, naast de bestaande adviesraden, basisschoolkinderen mogelijkheden krijgen om inspraak te brengen in het lokale jeugdbeleid. Er wordt een vormingsessie georganiseerd waarin werkvormen van participatie aangeleerd worden aan personeel en/of vrijwillige medewerkers in het plaatselijke jeugdwerk en de opvanginitiatieven.
6.2.7 En de tieners? Ouders blijven met vragen zitten rond de verdere mogelijkheden van hun opgroeiende tieners. Eén maal naar het middelbaar onderwijs is er geen directe opvangmogelijkheid, alleen thuis laten is voor deze ouders niet wenselijk. BELEIDSOPTIES NAAR HET EIND VAN 2013
Het lokale overleg heeft oog voor de vragen en verwachtingen van ouders van tieners, die niet meer terechtkunnen in een opvanginitiatief. De adviesraad voor kinderopvang werkt mee aan initiatieven rond informatiedoorstroming, die het aanbod naar tieners in de vrije tijd beter bekend maakt. Mochten er financiële middelen gevonden worden, dan worden extra initiatieven ontwikkeld in samenspraak met tieners.
6.3 Op de tijdbalk geplaatst! Bij elk plan hoort vanzelfsprekend een voorstel van tijdsbalk en een mogelijke takenverdeling. Het mag een leidraad zijn voor het lokaal overleg en het gemeentebestuur van Maasmechelen maar mag het overleg ook niet in een strak keurslijf plaatsen.
PROGRAMMA
TIJDSBESTEK
Participatie aan Vanaf 2007, bij ingang van clustergroep ‘Zorg en de nieuwe gemeenteraad Opvang’ in het kader van Lokaal Sociaal Beleidsplan Vormingsdag Elke eerste zaterdag van februari Informatieen Jaarlijks vormingssessies
INITIATIEFNEMERS(S)/ UITVOERDER(S) Vertegenwoordiging overleg
aangeduid
door
Gemeentelijke Jeugddienst en vzw Jeugdorganen Lokaal overleg, netwerk opvoedingsondersteuning i.s.m. gemeentelijke welzijnsdienst Extra publicaties Jaarlijks Lokaal overleg en gemeentelijke communicatieen jeugden welzijnsdienst Werkgroep Van start aan begin Lokaal overleg en gemeentelijke jeugdkwaliteitscharter schooljaar 20087-2009 en welzijnsdienst Informatie rond gezinnen Jaarlijks Lokaal overleg, projectencentrum ocmw met achterstellingen en gemeentelijke afdeling jeugd, welzijn en interculturele promotie Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
29
Installatie van een aanspreekpunt Eén extra vormingssessie rond kansarmoede Introductie van een website Brochure rond opvang- en vrijetijdsmogelijkheden in het kader van ‘een Zee van Vrije Tijd’ Artikels in gemeentelijk informatieblad Project verruimde buitenschoolse opvang Onderzoek naar opstart oppasdienst zieke kinderen Informatie opvang zieke kinderen Jaarlijkse evaluatie en bijsturing beleidsplan Vormingssessie rond participatie Initiatieven naar tieneropvang
7.
Vanaf 2009
Eind 2009
Lokaal overleg en Gemeentelijke Welzijnsdienst Lokaal overleg, Projectencentrum, Welzijnsdienst Lokaal overleg, jeugd- en welzijnsdienst
Jaarlijks
Lokaal overleg, jeugd- en welzijnsdienst
Jaarlijks
Lokaal overleg, jeugd en welzijnsdienst
Continuering
Vanaf 2009
Lokaal overleg, gemeentebestuur, vzw jeugdorganen, jeugd- en welzijnsdienst Lokaal overleg, PWA, jeugd- en welzijnsdienst Lokaal overleg, mutualiteiten, jeugd- en welzijnsdienst Lokaal overleg en gemeentebestuur
In 2008 en 2009
Lokaal overleg, jeugd- en welzijnsdienst
Onderzoek vanaf 2009
Lokaal overleg, jeugd- en welzijnsdienst
Vanaf 2007 jaarlijks
In 2009 In 2009
De adviesraad voor kinderopvang achter dit voorstel!
Op 17 maart laatstleden werd dit voorstel voorgelegd en besproken met de adviesraad voor kinderopvang. In een bijlage vindt u een kopij van het verslag van deze bijeenkomst. Op deze bijeenkomst waren de aanwezigen in zeer grote lijnen te vinden voor dit voorstel en brachten nog enkele kleine correcties aan. Ze verklaarden zich unaniem akkoord, mits de kleine aanpassingen, die in het nieuwe voorstel verwerkt werden.
Beleidsplan voor kinderopvang Maasmechelen 2008-2013
30