LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 23
Leven met diabetes
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 1
Inhoud
INLEIDING Diabetes
2
Insuline
3
Goede regulatie
5
PRAKTISCHE TIPS VOOR DE DAGELIJKSE BEHANDELING Bloedglucosecontrole
7
Aanpassing van uw insulinedosis
8
Dieet
10
Lichamelijke inspanning
12
Hypoglycemie
13
Hyperglycemie
13
Ziekte
15
Reizen
16
1
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 2
Diabetes Mellitus
Bij iemand met diabetes mellitus (suikerziekte) is het lichaam niet in staat voldoende insuline te produceren. Insuline is een hormoon, dat wordt geproduceerd in de alvleesklier. Vervolgens komt de insuline terecht in de bloedsomloop. Suiker (glucose) is één van de energiebronnen voor ons lichaam. Glucose is afkomstig uit koolhydraathoudend voedsel. De insuline stelt ons lichaam in staat deze glucose in de lichaamscellen op te nemen. Zonder insuline kan het lichaam de glucose niet omzetten in warmte en energie. De glucose hoopt zich dan op in het bloed, zodat het bloedglucosegehalte stijgt. Uiteindelijk
2
wordt dit gehalte zo hoog, dat er glucose in de urine wordt uitgescheiden. Doordat het lichaam de glucose niet kan gebruiken, worden lichaamsvetten afgebroken om energie te produceren. Dit ziektebeeld wordt diabetes mellitus genoemd. Letterlijk betekent dit: “honingzoete doorstroming”. De volgende symptomen kunnen zich voordoen, wanneer de bloedglucosespiegel te hoog is: • hevige dorst • overmatige urineproduktie • vermagering • moeheid • misselijkheid • jeuk • verminderd gezichtsvermogen
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 3
Insuline
Indien de alvleesklier geen of onvoldoende insuline afscheidt, zijn dagelijkse insuline injecties noodzakelijk. Wij onderscheiden twee typen diabetes: • Type 1 (insulineafhankelijke) diabetes: deze vorm ontstaat meestal op jonge leeftijd en kan vrij plotseling optreden. De alvleesklier produceert geen insuline meer, zodat injecties steeds noodzakelijk zijn. • Type 2 (niet insulineafhankelijke) diabetes: deze vorm van diabetes komt vooral voor bij ouderen vanaf 40 jaar.
De symptomen zijn minder opvallend dan bij type 1 en ontstaan ook meer geleidelijk. Bij type 2 diabetes produceert de alvleesklier nog wel insuline, maar in onvoldoende mate. Dit type diabetes wordt primair behandeld met een dieet en lichaamsbeweging, en vaak ook bloedglucoseverlagende tabletten. Tegenwoordig worden ook veel type 2 diabeten behandeld met insuline. Aan de hand van allerlei soorten insuline kan voor elke diabeet een gepaste behandeling worden gekozen.
3
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 4
Er zijn verschillende soorten beschikbare insuline:
Insuline
4
begint maximale te werken werking na
duur werking
snelwerkend
30 min.
1 - 4 uur
tot 8 uur
middellang
30 min. - 2 uur
4 - 12 uur
tot 24 uur
traagwerkend
4 uur
10 - 22 uur
tot 36 uur
snelwerkend analoog van insuline
15 min.
30 - 70 min.
tot 4 uur
Er zijn ook gemengde vormen van insuline op de markt, die zijn samengesteld uit insulinesoorten van verschillende werkingsduur (zogenaamde premixed insuline of menginsuline). Er zijn sinds kort ook langwerkende insuline analogen op de markt. Deze insulines helpen de diabetes patiënt door de dag en nacht heen zonder pieken en dalen. Ze kunnen aangevuld worden
door drie kortwerkende insuline injecties om de maaltijdglucose op te vangen. Het aantal insuline injecties dat u nodig heeft (meestal twee tot vier injecties per dag), wordt bepaald in overleg met uw arts of verpleegkundige. Het doel is dat u als diabetespatiënt uw ziekte onder controle krijgt en een zo normaal mogelijk leven kunt leiden.
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 5
Goede regulatie
Wij spreken over een “goede regulatie” of “goede instelling”, wanneer uw bloedglucosewaarde nagenoeg op het zelfde niveau ligt als bij iemand die geen diabetes heeft. De normale bloedglucosewaarde ligt tussen de 4 en 8 mmol/l (spreek uit millimol per liter), ofwel tussen de 72 en 180 mg/dl na de maaltijd. Een goede regulatie wordt bereikt door een
optimaal evenwicht tussen de hoeveelheid insuline, het dieet en voldoende lichaamsbeweging. U kunt daarmee ook het ontstaan van hypoglycemieën (te lage bloedglucosewaarden) tegengaan. Een goede instelling is ook belangrijk om later allerlei complicaties te voorkomen, zoals problemen aan de ogen, de voeten of de nieren.
5
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Als vuistregel geldt dat het bloedglucosegehalte • voor een maaltijd tussen de 4 en 7 mmol/l 72 en 126 mg/dl • na een maaltijd niet hoger dan 10 mmol/l 180 mg/dl bedraagt. U kunt uw instelling laten controleren door
6
Pagina 6
middel van een HbA1ctest. Hiervoor dient uw arts of verpleegkundige bloed bij u af te nemen, dat kan worden onderzocht. De test geeft aan hoe hoog uw bloedglucosewaarde gemiddeld was gedurende een periode van één à twee maanden.
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 7
Praktische tips voor de dagelijkse behandeling
BLOEDGLUCOSECONTROLE Om zowel nu als later een vrij normaal leven te leiden is het van belang te weten hoe uw lichaam op diabetes reageert. Dat zal u stellig helpen bij het streven naar een goede instelling en bovendien worden latere problemen voorkomen. Er zijn eenvoudige zelfcontrolemiddelen, waarmee u kunt vaststellen hoe hoog uw bloedglucosewaarde is op het huidige ogenblik. Door op een aantal momenten van de dag zo’n test te doen krijgt u een goede indruk van de invloed van uw activiteiten op uw bloedglucosewaarden (te noteren in een dagboek). Uw arts of uw verpleegkundige kan u verder uitleggen hoe vaak en wanneer u dergelijke bloedglucosecontroles bij voorkeur dient uit te voeren. Het is ook mogelijk uw urine te testen op de aanwezigheid van glucose.
Bedenk daarbij dat via deze methode alleen te hoge bloedglucosewaarden worden ontdekt. Glucose wordt immers pas in de urine uitgescheiden als de concentratie ervan in het bloed ongeveer 10 mmol/l 180 mg/dl bedraagt. Een urinetest geeft dus geen enkele aanduiding over een te lage bloedglucosespiegel. Type 1 diabeten die een hoog bloedglucosegehalte hebben, dienen naast de bloedtest ook een urinetest te doen om ketonen op te sporen. Dat zijn chemische stoffen die worden afgescheiden wanneer het lichaam lichaamsvetten afbreekt. Wijst de test op ketonen in de urine, dan heeft u behoefte aan meer insuline.
7
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
AANPASSING VAN UW INSULINEDOSIS Wellicht heeft uw arts of verpleegkundige u geleerd de hoeveelheid te spuiten insuline aan te passen, afhankelijk van de resultaten van de bloed- of urinecontrole. Hier volgen een aantal richtlijnen. U verwacht een uitgebreider maaltijd dan gewoonlijk Voor een dergelijke maaltijd is eventueel wat meer insuline nodig. Op basis van een bloedtest voor en na de maaltijd kunt u uw insulinedosis aanpassen.
8
Pagina 8
U verwacht een kleinere maaltijd dan gewoonlijk Voor een dergelijke maaltijd is eventueel wat minder insuline nodig. Ook hierbij kan een bloedtest voor en na de maaltijd uitsluitsel geven. U wilt uw maaltijd later nemen dan gewoonlijk Verwacht u dat u later zult eten dan gewoonlijk, dan moet uiteraard ook de insuline injectie voor die maaltijd later geschieden. Het is dan ook aan te bevelen een kleine snack te gebruiken op het ogenblik waarop u gewoonlijk uw maaltijd gebruikt.
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Dit als compensatie voor de insuline die nog kan resteren van de vorige injectie. Indien u van plan bent uw hoofdmaaltijd veel later dan gewoonlijk te nuttigen, dan dient er wellicht ook veel minder insuline te worden gespoten. Anders zou de insuline kunnen doorwerken tot na het tijdstip van de volgende injectie. In het algemeen is het belangrijk de hoofdmaaltijden niet te vaak en niet te lang uit te stellen! U verwacht een maaltijd vroeger te gebruiken dan gewoonlijk Als u verwacht een hoofdmaaltijd vroeger te nuttigen dan gebruikelijk, dan moet de insuline injectie voor die maaltijd uiteraard ook vroeger gebeuren. U wilt een maaltijd overslaan Probeer zoveel mogelijk alle hoofdmaaltijden te gebruiken. Soms is dit echter door bijzondere omstandigheden niet mogelijk. Controleer in dat geval uw
Pagina 9
bloedglucosewaarde, zodat u weet wat u moet doen. Bedenk dat het vaak overslaan van een maaltijd de instelling van uw diabetes niet ten goede komt. Snelwerkende analogen van insuline Wanneer je een druk leven hebt, lukt het vaak niet om een half uur voor het eten in te spuiten. Er bestaan snelwerkende analogen van insuline die onmiddellijk voor de maaltijd kunnen worden ingespoten. Deze insulines worden vanwege hun samenstelling zeer snel vanuit de onderhuidse inspuitplaats in het bloed opgenomen. Hierdoor bestaat er minder gevaar op hypo’s enkele uren na de maaltijd. Snacks De insulinedosis die u voor de hoofdmaaltijd inspuit, moet ook zijn afgestemd op de snacks die u eet. Wilt u uw tussendoortje beperken of overslaan, dan zult u waarschijnlijk de insulinedosis moeten verminderen. Probeer altijd
9
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 10
lijk van het resultaat worden gedoseerd. Houdt u daarbij wel rekening met het tijdstip van uw volgende injectie en met uw volgende maaltijd. DIEET iets te eten voor het slapen gaan. Zo voorkomt u dat uw bloedglucose ‘s nachts te sterk daalt, met een hypoglycemie als gevolg.
10
Mag ik uitslapen? Uitslapen kan, maar bij voorkeur niet te vaak. Dit zou immers uw bloedglucosewaarden en de vereiste insulinedoses meer dan gewoonlijk doen schommelen. Als u toch wenst uit te slapen, doe dan bij het opstaan een bloedglucosetest en pas uw insuline aan het resultaat aan. Houdt u daarbij ook rekening met wat u bij het ontbijt zult eten. U vergeet uw injectie Als u per ongeluk een insuline injectie hebt vergeten, moet u terstond een bloedglucosetest doen. De insuline kan dan afhanke-
Een aangepast dieet (voedingsvoorschrift) is de basis van de diabetesbehandeling. Ons voedsel bestaat uit drie hoofdbestanddelen: koolhydraten (suikers), vetten en eiwitten. Deze voedingsstoffen dragen bij tot een evenwichtige voeding. Koolhydraten komen uiteindelijk als glucose in het bloed en hebben dus een rechtstreekse invloed op de bloedglucosespiegel. Daarom moet u altijd goed letten op de hoeveelheid koolhydraten die u eet. Koolhydraten kunnen een verschillende uitwerking hebben op uw bloedglucosespiegel, afhankelijk van de voedingsstof waarin zij zitten. Bepaalde voedingsmiddelen (zoals aardappelen, granen, sommige groenten en fruit) zijn rijk aan vezels.
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Daardoor zal de bloedglucosespiegel minder en langzamer stijgen. Koolhydraathoudend voedsel zonder veel vezels (bijvoorbeeld chocolade, zoete drank en gebak) geeft daarentegen een snelle stijging van de bloedglucosespiegel te zien. De behoeften zijn voor iedereen anders. Daarom is het belangrijk dat u samen met uw voedingsdeskundige uw dieet samenstelt. Voor een goede diabetesregulatie is het verstandig drie hoofdmaaltijden te gebruiken en één tot drie tussenmaaltijden, op vaste tijdstippen. Elke maaltijd zal de bloedglucosewaarde doen stijgen. Er moet dus op dat moment voldoende insuline in uw bloed aanwezig zijn om dit te compenseren. Sommige mensen injecteren zich twee keer per dag met insuline, eenmaal voor het ontbijt en eenmaal voor het avondeten. Anderen dienen meerdere doses per dag toe. Vaak worden vier injecties per dag gegeven: kortwerkende insuline voor de drie
Pagina 11
hoofdmaaltijden en middellang- of langwerkende insuline voor het slapengaan. Het voordeel van meer injecties is, dat u gemakkelijk kunt variëren in de planning van uw maaltijden. Mensen die de insulinepen gebruiken, denken soms wat te gemakkelijk over het spuiten en eten. “Meer eten, dan ook maar meer spuiten” lijkt een goede oplossing. Maar wie teveel eet, zal na verloop van tijd gewichtsproblemen krijgen. Met andere woorden: ook al gebruikt u de insulinepen, uw dieet is en blijft steeds van belang.
11
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 12
LICHAMELIJKE INSPANNING (SPORT) Voor diabeten is het van belang dat zij voldoende bewegen. Daarbij moet wel worden bedacht dat er bij een lichamelijke inspanning minder insuline nodig is. Doordat extra glucose wordt verbrand, zijn er ook extra koolhydraten nodig. Het is dus verstandig van tevoren wat extra’s te eten. Om uw insulinedosis, de voedselinname en de beweging juist op elkaar af
te stemmen, is het verstandig uw bloedglucose te controleren voor en na de inspanning. Als u zeer hoge bloedglucosewaarden heeft, kunt u beter niet gaan sporten, aangezien de bloedglucosewaarde dan nog verder kan oplopen.
12
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 13
HYPOGLYCEMIE
HYPERGLYCEMIE
Veel diabeten hebben soms last van hypoglycemieën, dat wil zeggen een te lage bloedglucosewaarde. Dit is het gevolg van teveel insuline en/of te weinig glucose in het lichaam. Het is belangrijk dat u weet hoe u met hypo’s moet omgaan en hoe u ze kunt vermijden. Zelfcontrole kan duidelijk maken dat uw bloedglucosespiegel op een zeker ogenblik te laag is. U dient dan onmiddellijk koolhydraten te eten Sommigen hebben ook ‘s nachts last van hypo’s. In dat geval is het aan te raden voor het slapen een bloedtest te doen. Als de bloedglucosespiegel dan aan de lage kant is, is het goed om voor het slapen wat te eten.
Een hyperglycemie is een te hoge bloedglucosespiegel en kan het gevolg zijn van te weinig insuline en/of te veel glucose in het lichaam. Een hyper kan zich langzaam, of juist snel ontwikkelen en in ernstige gevallen leiden tot een coma. Het is dan ook zeer belangrijk uw dokter of verpleegkundige te bellen, of naar het ziekenhuis te gaan, wanneer u merkt dat uw bloedglucosespiegel zeer hoge waarden bereikt. Hier volgen enkele algemene richtlijnen voor hypoglycemie en hyperglycemie. Meer informatie hierover kan u vinden in de brochures Hypoglycemie en Hyperglycemie, die beschikbaar zijn bij uw arts of verpleegkundige. Deze brochures zijn ook zeer waardevol voor uw familieleden en vrienden, zodat ze kunnen helpen als er iets gebeurt.
13
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 14
HYPOGLYCEMIE HYPER
Bloedglucose is LAAG (verloop is snel) – – – – – – – – – – – – –
SIGNALEN Overmatig transpireren Beven Duizelig Plotse honger Plotse vermoeidheid Troebel zicht Hoofdpijn Bleekheid Tintelingen van de lippen Hartkloppingen Concentratieverlies Moeilijk ontwaken Verandering van gemoedsgesteldheid/persoonlijkheid
OORZAKEN Soms onverklaarbaar! – Te grote dosis insuline – Te weinig gegeten (suikers) – Niet gegeten zonder dosisaanpassing – Meer lichaamsbeweging dan normaal – Te grote inspanning – Alcohol/medicatie – Stress/emotie
14
WAT TE DOEN? Bij twijfel: meet uw bloedglucose, is deze lager of gelijk aan 50 mg/dl (2,8 mmol/l), dan moet u dadelijk iets eten of drinken dat suikers bevat. Bijvoorbeeld: 3 glucosetabletten of 2 koffielepels suiker in een glas water. U zult zich snel beter gaan voelen. Controleer even later opnieuw uw bloedglucose. BELANGRIJK Wanneer iemand niet gewekt kan worden, geef dan NOOIT iets te drinken, maar verwittig de arts of het ziekenhuis.
HYPO
HYPERGLYCEMIE Bloed-urineglucose is HOOG SIGNALEN Dorst Vaak plassen Vermoeidheid Ziekte-gevoel Gevoel van zwakte Slaperigheid Geen eetlust Algemene pijn Buikpijn Grote hoeveelheden ketonen in de urine – Moeilijk ademhalen – Vermageren – – – – – – – – – –
– – – – – –
OORZAKEN Te kleine insulinedosis Injectie vergeten Te veel gegeten (suikers!) Ziekte (infectie/koorts) Emotie/stress Minder lichaamsbeweging dan normaal
WAT TE DOEN? – Controle bloed of urine op aanwezigheid van HOGE glucosewaarde. Is dit het geval, reageer overeenkomstig de instructies van uw arts of diabetesverpleegkundige. – Controleer dan steeds op aanwezigheid van ketonen. Indien POSITIEF, dadelijk uw arts of verpleegkundige contacteren. – Voldoende drinken (suikervrij). BELANGRIJK Vergeet nooit uw insuline injectie!
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
ZIEKTE Als u ziek bent, heeft u meer insuline nodig. Bij een infectie en bij koorts kan de bloedglucosespiegel stijgen. U heeft dan dus meer insuline nodig, ondanks het feit dat u wellicht minder eetlust heeft en minder eet. Als u geen vast voedsel kunt eten, dan is het belangrijk veel suikerhoudende drank te consumeren. Bij diarree en braken heeft u ook insuline nodig, soms zelfs nog meer dan gewoonlijk. Ook in dat geval zijn suikerhoudende
Pagina 15
dranken zeer nuttig. Ingeval van ziekte kunt u zich het beste verzorgen door uw bloedglucosegehalte veelvuldig te testen en de insulinedosis aan te passen aan de resultaten. Test uw urine op ketonen, ook als de resultaten van de bloedtest normaal zijn. Als u ketonen in de urine aantreft, moet u de hoeveelheid insuline verhogen. Raadpleeg zonodig uw arts of verpleegkundige. U mag de insulinetoediening nooit zo maar stoppen!
15
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
REIZEN Er is geen enkele reden waarom u niet zou kunnen reizen of op vakantie zou kunnen gaan. Het vereist alleen wat extra aandacht en planning vooraf.
16
Pagina 16
• Het is verstandig een identiteitskaart of diabetespas te dragen, waarop al uw gegevens staan. Dat kan in noodsituaties niet alleen uw leven redden, maar is ook een hulpmiddel om de douane uit te leggen waarom u een insulinepen, spuiten en naalden bij u heeft. Dergelijke kaarten zijn in verschillende talen bij de diabetesverenigingen verkrijgbaar.
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
• Berg uw benodigdheden op in uw handbagage, voor het geval uw koffers verkeerd of later aankomen (insulinepatronen, pen, pennaalden, zelfcontrolemateriaal, identificatie, glucosetabletten). Neem genoeg voorraad mee voor het geval u ergens strandt of besluit ergens langer te blijven. Neem eveneens een reservepen of enkele gewone insulinespuiten mee die van pas kunnen komen, wanneer uw pen beschadigd raakt of niet goed functioneert.
Pagina 17
• Informeer welk type insuline verkrijgbaar is in het land waar u naartoe gaat. Penpatronen zijn op dit ogenblik overal alleen verkrijgbaar met U-100 insuline. In sommige landen wordt U-40 insuline gebruikt, verkrijgbaar in flesjes en bedoeld voor gewone injectiespuiten. U mag in de pen alleen U-100 insuline gebruiken! Het gebruik van verkeerde insuline kan gevaarlijk zijn, zware hypo’s of hypers, of een coma veroorzaken.
17
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 18
LANDEN DIE U40 / U100 INSULINE GEBRUIKEN U40 U100 U40/U100 Armenië Azerbedjan Bosnië China Hongarije India Macedonië Oezbekistan Roemenië Wit Rusland
18
Algerije Argentinië Australië Bahamas Bahrein Barbados België Bermuda Bolivia Brazilië Canada Centraal Amerika Chili Colombia Costa Rica Cyprus Czech Republiek Denemarken Dominicaanse Rep. Dutch West Indies Ecuador Estland Ethiopië Filippijnen Finland Frankrijk Griekenland Guatemala Haïti Honduras Hong Kong Iran Ierland Indonesië Israël Italië Jamaica Japan Jemen Jordanië Katar Kazakstan
* zijn bezig met overschakeling naar U100
Kenia Koeweit Korea Libanon Lithuanie Luxemburg Maleisië Malta Marokko Mauritius Mexico Namibië Nederland Nieuw Zeeland Noorwegen Oman Oostenrijk Pakistan Palestina Panama Peru Porto Rico Portugal Salvador Saoudi Arabië Singapore Slovenië Spanje Taiwan Thailand Trinidad en Tobago Tunesië Turkije UK USA Uruguay Venezuela Ver. Emiraten Zuid Afrika Zweden Zwitserland
Bangladesh Bulgarije Duitsland Egypte Indonesië* Kroatië Oekraïne Polen Rusland Servië Slowakije Slovenië Syrië
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
IN HET BUITENLAND • Neem een voorraad glucosetabletten en ander koolhydraathoudend voedsel mee, voor het geval zich een hypo voordoet. • Voor verre vliegreizen (met grote tijdsverschillen) kunt u het beste van tevoren contact opnemen met uw arts of verpleegkundige. • Controleer juist op vakantie regelmatig uw bloedglucosewaarde en pas zonodig de insulinedosis aan. Vergeet niet uw materiaal mee te nemen voor de ketonentest.
Pagina 19
• Zorg ervoor dat de insuline veilig is opgeborgen en vermijd extreem hoge of lage temperaturen. In landen met tropische temperaturen kunt u de insuline het beste bewaren in een geïsoleerde container. • Het kan nuttig zijn om van tevoren na te gaan wat het koolhydraatgehalte is van typische produkten uit het land waarheen u reist. Raadpleeg uw voedingsdeskundige voor gedetailleerde informatie. • Indien u een georganiseerde reis maakt, kunt u de reisleider het beste op de hoogte stellen van uw diabetes.
19
LEVEN MET DIABETES 2007
12-06-2007
15:11
Pagina 20
Deze brochure werd geschreven als hulp voor mensen met diabetes. Wij hopen u hiermee informatie te geven over deze aandoening en de behandeling ervan. U zult merken dat u dankzij het inzicht dat u krijgt in uw ziekte een vrijwel normaal leven kunt leiden. Een BD service ten dienste van de diabetes patiënt. Meer informatie kan u verkrijgen bij: Voor België:
Vlaamse Diabetes Vereniging VZW Ottergemsesteenweg 456, 9000 Gent Tel.: 09/220 05 20 - Fax: 09/221 00 82 E-mail:
[email protected]
http://www.diabetes-vdv.be Voor Nederland:
20 Diabetes Vereniging Nederland Fokkerstraat 17 3833 LD Leusden Tel.: 033-4630566 - Fax: 033/4630930 E-mail:
[email protected] http://www.dvn.nl
12-06-2007
15:11
Pagina 21
ANDERE BESCHIKBARE BROCHURES: – – – – – – – – –
Zwangerschap en diabetes Voeten, preventieve verzorging Hypoglycemie Hyperglycemie Keuze van de injectieplaats Veiligheid en comfort Richtlijnen voor gebruik van insulinenaalden 10 vragen over lipodystrofie Lifestyle tips voor tieners met diabetes
Bezoek onze websites www.bddiabetes.be of www.bddiabetes.nl
BD Medical - Diabetes Care Erembodegem - Dorp 86 B - 9320 EREMBODEGEM Tel B: +32 53 720 300 Fax B: +32 53 720 301 Tel NL: (020) 582 94 22 Fax NL: (020) 582 94 23
Waarde: 0,75 € - 2007© BD
LEVEN MET DIABETES 2007