www
Samen Leven en Wonen .p
ur
Woonvisie purmerend
2012-2016
m
er
en
d.
nl
inhouds opgave
2
Voorwoord
3
Hoofdstuk 1 | Een Woonvisie voor Purmerend
5
1.1 1.2 1.3
5 6 6
Aanleiding Procesbeschrijving Leeswijzer
Hoofdstuk 2 | De uitgangssituatie
9
2.1 2.2 2.3
9 9 12
Inleiding Het hedendaagse woonbeleid Ontwikkelingen in de woningmarkt
Hoofdstuk 3 | Bouwstenen voor de visie: 5 maatschappelijke opgaven
15
Hoofdstuk 4 | Een aansprekende woningvoorraad
17
4.1 4.2 4.3 4.4
17 19 20 22
Diagnose Ambitie Strategie Partners en samenwerking
Hoofdstuk 5 | Iedereen op de juiste plek
25
5.1 5.2 5.3 5.4
25 25 26 28
Diagnose Ambitie Strategie Partners en samenwerking
Hoofdstuk 6 | Een prettige woonomgeving
31
6.1 6.2 6.3 6.4
31 32 32 33
Diagnose Ambitie Strategie Partners en samenwerking
Hoofdstuk 7 | Ruimte voor bijzondere doelgroepen
35
7.1 7.2 7.3 7.4
35 37 39 41
Diagnose Ambitie Strategie Partners en samenwerking
Hoofdstuk 8 | Duurzaam wonen en leven
43
8.1 8.2 8.3 8.4
43 44 45 47
Diagnose Ambitie Strategie Partners en samenwerking
Hoofdstuk 9 | Naar een actieprogramma
49
9.1 9.2 9.3 9.4
49 49 50 53
Van intenties naar realisatie Vijf opgaven Actieprogramma’s Planning deel B
Bijlage 1 Samenstelling projectgroep
54
Bijlage 2 Begrippenlijst
55
Voorwoord In het jaar 2000 had Purmerend voor het eerst meer koop- dan huurwoningen. Een koopwoning was het ultieme middel naar economische zelfstandigheid in deze periode van economische groei. Het is tekenend voor deze tijd. Individualisering en zelfontplooiing hebben geleid tot een gemêleerde en veelkleurige samenleving waarbij iedereen eigen afwegingen maakt en eigen noden heeft. Dit vertaalt zich ook naar de woningmarkt en de leefomgeving. Het past daarom in steeds mindere mate om als overheid voor deze individuele noden, collectieve oplossingen te berde te brengen. Maatwerk en betrokkenheid van burgers en maatschappelijke partners is daarom geboden. Niet alleen bij de uitvoering van deze Woonvisie, maar ook bij de formulering. Vandaar de titel “Samen Leven en Wonen”. Deze Woonvisie doet een appèl op alle inwoners van Purmerend om zorg te dragen voor een plezierige woonen leefomgeving. Wij zien dit niet als een statische opgave die we in de periode tot 2016 moeten klaren. Omstandigheden kunnen en zullen wijzigen, zoals het economisch perspectief of bijvoorbeeld het rijksbeleid (hypotheekrenteaftrek). Het is daarom een Woonvisie die staat voor ontwikkeling, die de ruimte biedt aan inwoners om betekenisvol te kunnen zijn voor zijn of haar directe (woon)omgeving. Daar ligt onze uitdaging, maar ook die van u!
Hans Krieger Hans van Harten Portefeuillehouder Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek/Waterland
3
4
hoofdstuk 1
Een Woonvisie voor Purmerend
1.1 Aanleiding Purmerend is een woonstad die de afgelopen decennia een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de diverse woningbouwtaakstellingen in de regio Waterland en de Stadsregio Amsterdam. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw tot nu, is de stad van 7.000 inwoners naar bijna 80.000 inwoners gegroeid. Met de vaststelling van de gemeentelijke Structuurvisie van 2006 is een kantelpunt in deze ontwikkeling bereikt. De gemeente stuit op fysieke grenzen die verdere groei en uitbreiding in de weg staan. Onder de noemer “van groei naar bloei” is daarom een lijn uitgezet om de kwantitatieve opgave om te buigen naar een kwalitatieve opgave. In de vorige Woonvisie is deze slag al voor een belangrijk deel gemaakt. Deze Woonvisie zag echter het licht onder een ander gesternte. Het kopen van een woning was voor grote groepen mensen weggelegd door ruimere financieringsmogelijkheden en een gunstig economisch tij. Er was daardoor een betere doorstroming van huur naar koop en er werd door een betere prijsstelling geld verdiend met woningbouw. De afgelopen twee jaar zien we dat hier om diverse redenen een kentering in heeft plaatsgevonden. Hypotheekverstrekkers zijn -onder druk van overheidsmaatregelen- voorzichtiger geworden, woningprijzen dalen, men verkoopt eerst voordat men durft te kopen. In de sociale huursector is een inkomensnorm ingevoerd die de toegankelijkheid en de doorstroming beperkt. Al die ontwikkelingen zorgen ervoor dat de doorstroming in hoge mate stagneert. Een andere belangrijke ontwikkeling is de maatschappelijke zorg over het klimaat en de stijgende energieprijzen die burgers in hun portemonnee voelen. Dit vraagt om energiebesparende maatregelen, ook in woningen.
5
Kortom, als we ook voor de toekomst het wonen in Purmerend
maar ook van de betrokken corporaties Rochdale, Wherestad, Intermaris
aantrekkelijk en bereikbaar willen houden, liggen er tal van opgaven te
Hoeksteen en Wooncompagnie.
wachten die vragen om visie en eendrachtige samenwerking. Niet alleen bij de uitvoering van het beleid, maar ook bij het formuleren van deze
Deze rapportage vormt deel A van de Woonvisie. Naast een visie vormt
visie voor Purmerend en de strategie om de ambities te realiseren. Om
het een beleidskader en de te volgen strategie. Na vaststelling van deel A
die redenen hebben de partners niet alleen mee mogen denken aan de
van de Woonvisie, werken de betrokken partners samen de verschillende
Woonvisie voor Purmerend, maar hebben ze ook meegeschreven.
opgaven uit in concrete stappen. Medio 2012 worden deze afspraken vastgelegd als onderdeel B van de Woonvisie. Afspraken over monitoring
1.2 Procesbeschrijving Voor het woonbeleid van Purmerend is samenwerking geboden, meer
en evaluatie maken hier ook deel van uit.
nog dan in het verleden. Daarom is deze Woonvisie het product van een
1.3 Leeswijzer
initiatiefgroep waarin zowel gemeente, corporaties, huurdersbelangen als
Deze Woonvisie start met een schets van de uitgangssituatie (hoofdstuk
makelaardij zijn vertegenwoordigd. Ook andere stakeholders hebben hun
2): Welke ontwikkelingen hebben invloed op het Purmerendse woonbeleid
inbreng kunnen leveren. Op een interdisciplinaire bijeenkomst op 12 mei
en hoe staat de woningmarkt er voor in Purmerend? In hoofdstuk 3
2011 is aan alle betrokken partijen in Purmerend de gelegenheid geboden
worden de vijf centrale opgaven geïntroduceerd. In de daaropvolgende
sturing te geven aan de inhoud van de vijf centrale maatschappelijke
hoofdstukken worden de vijf opgaven verder uitgewerkt op vier aspecten:
opgaven. Deze maatschappelijke opgaven waren reeds vastgesteld
a.
Diagnose: Wat is de huidige situatie? Wat zijn de trends en
door de gemeenteraad in het plan van aanpak. Meer dan 60 deelnemers
ontwikkelingen? Wat zijn de signalen?
hebben zich op 12 mei ingezet voor de aanscherping van de analyse en
b.
Ambities: Wat zijn de opgaven? Wat willen we bereiken?
concretisering van mogelijke oplossingsrichtingen.
c.
Strategie: Welke stappen zijn er nodig om de ambities te
bereiken? Welke strategieën hebben we voor ogen?
In september 2011 hebben nog enkele verdiepingssessies
d.
Partners: Welke partners willen zich inzetten om de ambities
plaatsgevonden, waarbij sleutelpartijen meegedacht hebben over
te realiseren?
de verdere concretisering van ambities en strategieën. Vervolgens is de concept Woonvisie aan alle betrokken partijen voorgelegd voor
In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op het proces voor de totstandkoming van
commentaar. Op basis hiervan is een aangepast concept ter vaststelling
deel B van de Woonvisie: de uitvoeringsagenda.
aangeboden aan de betrokken besturen. De Woonvisie is daarmee uitgangspunt van beleid in Purmerend, niet alleen van de gemeente,
6
Voor het woonbeleid is samenwerking geboden
7
8
hoofdstuk 2
2.1 Inleiding
De uitgangs situatie
Een Woonvisie is bedoeld om vast te leggen welke woonopgaven de komende periode aangepakt worden, rekening houdend met de diverse ontwikkelingen die op ons af komen. Om tot de juiste ingrepen te komen is het van belang inzicht te hebben in de uitgangssituatie. Voordat we in de navolgende hoofdstukken de blik vooruit werpen en ambities formuleren, staan we daarom stil bij de periode die achter ons ligt. Welke ontwikkelingen doen zich voor op de woningmarkt? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de stadsregio, het rijk en “Europa” en op welke wijze moeten we daarmee in de nieuwe Woonvisie rekening houden?
2.2 Het hedendaagse woonbeleid Rijk en Europa
Omdat woningcorporaties ‘geborgd’ kunnen lenen, heeft Europa opgedragen dat de revenuen ten goede moeten komen aan een specifieke doelgroep. Als gevolg hiervan is door het Rijk bepaald dat corporaties 90% van de woningen moet toewijzen aan huishoudens met een inkomen van maximaal € 34.085,- (prijspeil per 1-1-2012 en verder te noemen ‘de Europese inkomensnorm’). Daarnaast is door het Rijk, via de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de kredietverstrekking voor hypotheken aan banden gelegd. Waar je vroeger ca. 6 keer het bruto jaarinkomen aan hypotheek kon krijgen, is die norm nu gesteld op 4,5 keer. Beide maatregelen tezamen zorgen ervoor dat de inkomenscategorie net boven de Europese inkomensnorm tot een bruto jaarinkomen tot ca. € 43.000 niet in staat zijn toe te treden tot de woningmarkt omdat zij niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, maar ook geen woning kunnen kopen. De gevolgen van de Europese inkomensnorm zijn aanleiding voor discussie in de Tweede Kamer, welke ook in latere fasen gevolgen kan hebben voor de woningmarkt,
9
alsook voor deze visie. Daarnaast zien we een sterke daling van de
Regio
prijzen van woningen. De genoemde discussie over de Europese
De aantrekkelijkheid van het wonen in Purmerend is deels het gevolg
inkomensnorm, maatregelen met betrekking tot de hypotheekrenteaftrek
van de plek die Purmerend inneemt als woonstad in de regio. Het
en de daling van de prijzen op de koopwoningmarkt kunnen er mogelijk
functioneren van de woningmarkt in de stadsregio Amsterdam wordt
voor zorgen dat uiteindelijk een kleinere groep huishoudens daar
wel gekarakteriseerd als een “roltrapmodel”. Daarin heeft Amsterdam
daadwerkelijk problemen mee ondervindt.
binnen de regio de grootste aantrekkingskracht op jongeren en starters van buiten de regio. Purmerend heeft altijd een belangrijke rol gespeeld
Ook op andere wijzen beïnvloedt het rijksbeleid de lokale woningmarkt.
in de vervolgstap in de wooncarrière, wanneer men de overstap naar een
Collectief, zoals door de afschaffing van de subsidie op woningbouw
eengezinswoning wil maken. Daarnaast heeft Purmerend een belangrijke
(voormalige BWS- en BLS-regelingen) of individueel, zoals de lopende
centrumfunctie binnen het noordelijk deel van de Stadsregio. Er is sprake
discussie over de hypotheekrenteaftrek. De ingrepen zorgen ervoor
van een relatief hoge instroom vanuit de omliggende gemeenten. De
dat op alle fronten minder middelen beschikbaar zijn om in te zetten.
uitstroom vanuit Purmerend betreft voornamelijk jongeren (studenten) en
Niet alleen door overheden, maar ook door corporaties en andere
hoger opgeleiden. Voor veel jongeren geldt dat ze worden aangetrokken
maatschappelijke partners en burgers.
door de stedelijke entourage van Amsterdam. Voor een deel van de hoger opgeleiden geldt dat ze worden aangetrokken door de woonmilieus
Het Rijk heeft invloed op het lokale woonbeleid via de ruimtelijke
van omliggende plaatsen zoals in Monnickendam of Beemster.
ordening; door gebieden aan te wijzen voor verdere verstedelijking. We zien daarin nadrukkelijk een tendens waarin de overheid meer over wil
De spelregels voor de toewijzing van woningen in de regio zijn vastgelegd
laten aan de markt, via bijvoorbeeld vereenvoudiging van ruimtelijke
in het convenant Woonruimteverdeling, opgesteld in samenspraak met
procedures en stimulering van eigenbouw.
de woningcorporaties en in de Regionale Huisvestingsverordening van de stadsregio Amsterdam. In 2012 zal met corporaties en stadsregio
Tenslotte probeert het Rijk al enige tijd te komen tot een nieuwe
gekomen worden tot een nieuw convenant woonruimteverdeling. Een
huisvestingswet. Oorspronkelijk was er sprake van dat de lokale
aantal ambities in deze visie zullen in dit proces worden ingebracht.
beleidsruimte, de mogelijkheid om voorrang te geven aan eigen vervallen. In de laatste voorstellen (beoogde datum van vaststelling
Gemeente Purmerend Woonvisie 2007-2010
1-7-2012) is deze ruimte toch weer geschapen. Dit komt er op neer
De vorige Woonvisie 2007-2010 kreeg als titel “Thuis in Purmerend”
dat gemeenten 50% van de woningen lokaal, danwel regionaal
mee. Deze Woonvisie werd opgesteld tegen de achtergrond van een
mag toewijzen.
periode van aanhoudende economische groei die zich vertaalde in
inwoners bij de toewijzing van sociale huurwoningen, komen te
10
een enorme druk op alle segmenten van de woningmarkt. In die
van taken en de verdeling van middelen. Denk hierbij aan de WWB,
Woonvisie formuleerde de gemeente haar ambities met betrekking tot
WMO en AWBZ. De gemeente Purmerend heeft de keuze gemaakt om
de beschikbaarheid en een rechtvaardige verdeling van woningen, de
het maatschappelijk middenveld, maar ook de burgers, meer ruimte
kwaliteit van de woonomgeving en de relatie met zorg en welzijn. De
te geven bij de invulling daarvan. Op bepaalde dossiers betekent
visie vormde de inhoudelijke voorbereiding op de prestatieafspraken
dit dat de overheid een terugtrekkende beweging maakt, omdat
zoals die vanaf 2008 met de Purmerendse woningcorporaties zijn
ze - in zijn algemeenheid - van mening is dat de initiatiefnemer of
gemaakt. Deze gingen met name over de toewijzing van woningen,
probleemeigenaar het beste in staat is om aan te geven hoe een knelpunt
kwetsbare doelgroepen en wijkontwikkeling. Voor nieuwbouwprojecten
moet worden aangepakt. Dat past in het tijdsbeeld van de mondige
op gronden van de gemeente zijn separaat afspraken gemaakt in
burger, individualisering en eigen kracht. Energie die zich soms tegen
nieuwbouwconvenanten. Hierin zijn gedetailleerde afspraken opgenomen
bureaucratie keert, willen we waar mogelijk benutten door mensen de
over bijvoorbeeld aantallen woningen en het huurniveau.
ruimte te bieden initiatieven tot stand te brengen.
In het verlengde van de Woonvisie 2007-2010 is het Masterplan Wonen
Woningcorporaties
met Zorg I vastgesteld (november 2008). In dit Masterplan wordt
De woningcorporaties in Purmerend zijn een belangrijke partner van de
geanticipeerd op de vraag naar ouderenwoningen. In 2010 is Wonen
gemeente, waar het gaat om het woonbeleid. De sociale huurwoningen
met Zorg II vastgesteld waarin de woningbehoefte van de overige
maken een substantieel deel uit van de Purmerendse woningvoorraad;
doelgroepen in beeld is gebracht, zoals licht verstandelijk gehandicapten.
in bijna alle wijken staan ze, van alle mogelijke woningtypen. Woningcorporaties zijn niet slechts de beheerders van een (groot)
Structuurvisie
aantal woningen. Ze werken aan wonen in goede, betaalbare en goed
De gemeente gaat in 2012 de Structuurvisie aanpassen om deze beter
onderhouden woningen, die in prettige en leefbare buurten staan. Ze
te laten aansluiten bij de eisen van de tijd. De ontwikkeltaak van de
investeren daartoe in de stad, in leefbaarheid en in duurzaamheid. Op
gemeente neemt verder af. De Structuurvisie wordt nog nadrukkelijker
veel terreinen krijgt het partnerschap met de gemeente dan ook vorm:
het ontwikkelkader. De bedoeling is, dat de buitenwereld op basis
zowel bij nieuwe projecten op belangrijke locaties (in Weidevenne
daarvan wordt verleid om ruimtelijke initiatieven op te pakken. Deze
bijvoorbeeld) als bij de huisvesting van sociaal en medisch urgenten van
Woonvisie richt zich op de kwalitatieve behoefte van de woningvoorraad.
de gemeente. De gemeente doet terecht een beroep op de corporaties bij het inrichten van wijkontwikkelingsplannen en bij het huisvesten van
Nieuwe verhoudingen
bewoners van maatschappelijke organisaties. Zo ook bij het voorkomen
De rol van de gemeente wijzigt. De decentralisatie zorgt ervoor dat
van dakloosheid bij huurders die door opgelopen huurschuld voor
de gemeentelijke overheid meer zeggenschap heeft over de invulling
huisuitzetting zijn komen staan. In (prestatie-)afspraken en in convenanten
11
is de samenwerking formeel vastgelegd, maar ook los daarvan
146 dagen in het eerste kwartaal van 2011. De dynamiek op de markt voor
weten gemeente en corporaties elkaar te vinden. Zo hebben de
koopwoningen is in belangrijke mate verdwenen. Werden in 2007 nog ruim
corporaties zich laten aanspreken door de gemeente bij de nieuwe
800 woningen verkocht, in 2011 zijn dat er ca. 4001.
rolneming en beschouwen zij deze voorliggende Woonvisie als een volwaardige coproductie.
Verslechterde doorstroming op huurmarkt Als gevolg van de Europese inkomensnorm kunnen mensen met
De woningbouwcorporaties zijn belast met de uitvoering van het beleid van
een inkomen boven deze grens niet meer doorstromen in de sociale
de Europese Inkomensnorm bij de toewijzing van sociale huurwoningen.
huurwoningmarkt. In deze economisch onzekere tijden stroomt men ook
Twee discussies zijn actueel:
minder door naar een koopwoning. Het gevolg is dat men blijft zitten.
•
het kabinetsvoornemen ‘right to buy’: hierbij moeten de corporaties
In Purmerend gaat het om ongeveer 17% van de huishoudens die een
75% van de sociale huurwoningen te koop aan te bieden aan de
inkomen hebben tussen de € 34.085 en € 43.000. Huishoudens die dus
zittende huurders.
niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en ook niet
inkomensafhankelijke huren: om ‘scheefwoners’ te stimuleren om door
in staat zijn een afdoende hypotheek te verkrijgen. Het overgrote deel
te stromen naar een duurdere huur- of koopwoning, wordt hun huur
heeft hier vanwege een stabiele woonsituatie in de koop- of huursector
jaarlijks met 5% verhoogd (bovenop de standaard inflatiecorrectie).
vanzelfsprekend niet direct last van.
•
12
2.3 Ontwikkelingen op de woningmarkt
Doordat een gedeelte van deze groep -waar het dat vroeger wel deed-
De omstandigheden waarin de woningmarkt zich bevindt zijn in een
nu niet doorstroomt stokt de keten, met langere wachttijden voor een
aantal jaren tijd ingrijpend gewijzigd. De kredietcrisis die in het najaar van
sociale huurwoning als gevolg. Het aantal ‘mutaties’ daalde de afgelopen
2008 zijn intrede deed heeft zich in snel tempo uitgebreid naar andere
jaren langzaam tot minder dan 800 per jaar in 2010. Voor 2011 heeft
geledingen van de economie. Voor Nederland, maar ook daarbuiten dreigt
de oplevering van enkele projecten in de tweede helft van het jaar -in
een periode van laagconjunctuur, die onder andere tot gevolg heeft dat de
combinatie met voorrang voor Purmerenders- er voor gezorgd dat het
verhoudingen op de woningmarkt in korte tijd ingrijpend zijn veranderd.
aantal enigszins is toegenomen tot ca. 900.
Stilstand op koopmarkt
Duurzaamheid
De druk op de markt voor koopwoningen is in korte tijd verdwenen. De
Duurzaam wonen en leven is om twee redenen belangrijk. Het is van
gemiddelde verkoopprijs in Purmerend is gedaald van €221.000 in 2008
maatschappelijk belang om de behoefte aan en afhankelijkheid van
naar € 206.000 in 2011. De gemiddelde periode dat een Purmerendse
fossiele brandstoffen te verminderen. Deze raken op en bovendien is hun
koopwoning te koop staat is sterk toegenomen; van 83 dagen in 2008 naar
uitstoot schadelijk voor ons (leef)milieu en het klimaat.
1
Op basis cijfers NVM-makelaars in Purmerend. Zowel wat betreft 2007 als 2011 exclusief verkoop nieuwbouwwoningen
Daarnaast zorgt de voortgaande prijsstijging van fossiele brandstoffen ervoor dat energiekosten een steeds groter aandeel van de woonlasten innemen. Duurzaam wonen en leven is daarom ook van belang voor de woonconsument.
Doelgroepen van beleid en woonruimteverdeling Het grootste deel van de inwoners van Purmerend is prima in staat om zelf voor een geschikte woning te zorgen. Er zijn echter situaties waarin het lastig wordt deze verantwoordelijkheid zelf in te vullen. Bijvoorbeeld wanneer je door sociale of psychische problemen niet meer in staat bent
Het grootste deel is prima in staat om zelf voor een woning te zorgen
voor je eigen huisvesting zorg te dragen. Voor de toekomst zal gelden dat een steeds groter beroep wordt gedaan op de zelfredzaamheid van onze inwoners. De middelen voor zorg en welzijn worden schaarser, mede omdat de doelgroep -als gevolg van vergrijzing- toeneemt. Dit vraagt om een gerichte inzet van instrumenten en middelen. De genoemde ontwikkelingen in het woonbeleid en op de woningmarkt hebben implicaties voor de woningvoorraad in Purmerend, de woonruimteverdeling, de woonomgeving, de rol van bewoners, de omgang met bijzondere doelgroepen en de duurzaamheidsambities. Deze ontwikkelingen worden meegewogen bij het vormgeven van de visie op de vijf maatschappelijke opgaven.
13
14
hoofdstuk 3
Wonen is meer dan een dak boven je hoofd hebben. Het gaat om leven in een prettig huis
Bouwstenen voor de visie:
van het wonen samenbrengen. Hiervoor zijn vijf maatschappelijke opgaven geformuleerd
5 maatschappelijke opgaven
dat bij je past, in een omgeving waarin je je thuis voelt. Deze Woonvisie wil al die aspecten die sterke onderlinge relaties hebben.
1. Een aansprekende woningvoorraad Iedereen die in Purmerend woont moet perspectief hebben op een aantrekkelijke, passende woning. Bij deze eerste opgave staat de woningvoorraad in Purmerend centraal. Uitgaand van de huidige Purmerender, welk woningaanbod is er dan nodig? In hoeverre sluit dat aan op de bestaande woningvoorraad?
2. Iedereen op de juiste plek Waar men gaat wonen is een vrije keuze. Maar niet iedereen in Purmerend woont in een woning die past bij de gezinssamenstelling of het inkomen. Verhuiswensen blijven vaak onbeantwoord als gevolg van gebrekkige doorstroming. De opgave is dan ook om die doorstroming te bevorderen.
3. Een prettige woonomgeving Naast een goede woning, wil je ook een woonomgeving waar je je prettig en veilig voelt en die goed onderhouden is. Betrokkenheid en zorg voor de buurt zijn belangrijke elementen bij deze opgave.
4. Ruimte voor bijzondere doelgroepen De woningmarkt reguleert zich voor een belangrijk deel zelfstandig, maar sommige groepen mensen hebben een steuntje in de rug nodig. Zij krijgen voorrang of doen een beroep op een woning die past bij de individuele (zorg)vraag.
5. Duurzaam wonen en leven Duurzaam wonen en leven dient een maatschappelijk doel en drukt de woonlasten van een huishouden. Daarom is een opgave geformuleerd op het gebied van duurzaamheid. Deze opgave betreft energiebesparing, duurzame energie en duurzaam omgaan met materialen.
15
16
hoofdstuk 4
4.1 Diagnose
Een aansprekende woningvoorraad
Purmerend is in de tweede helft van de 20e eeuw onder impuls van de suburbanisatie gegroeid tot circa 80.000 inwoners. Het functionele en planmatige karakter van deze uitbreidingen hebben gezorgd voor een woningbestand dat verhoudingsgewijs eenvormig is. Door de afwezigheid van ontwikkelpotentieel dreigt in Purmerend een relatief eenzijdig woningaanbod te ontstaan. Het aantal uitbreidings- en inbreidingslocaties is beperkt. Van hoge volumes nieuwbouw zal in de toekomst dan ook geen sprake meer zijn. Met de Kop van West dient zich de laatste substantiële mogelijkheid tot het realiseren van woningbouw op een uitbreidingslocatie aan. Vragen op de woningmarkt zullen daarom in toenemende mate binnen de bestaande voorraad moeten worden opgelost. Purmerend heeft lange tijd het overgrote deel van de woningbouwtaakstelling van de regio Waterland op zich genomen. De dorpen en stadjes rondom Purmerend hebben door het geringere groeipotentieel en situering in het agrarisch cultuurlandschap hun landelijke karakter behouden en zijn mede daardoor een gewilde woonomgeving
Samenvatting
geworden. De ruime kavels aldaar zorgen ervoor dat het hogere segment in de
In dit hoofdstuk gaat het om de fysieke kant van de woningvoorraad. De woningvoorraad bestaat nu vooral uit koopen sociale huurwoningen. Niet alle doelgroepen komen aan bod en de woningvoorraad is relatief eenzijdig met weinig woningen in het hogere huursegment. Purmerend heeft jarenlang een grote bouwactiviteit gehad, maar er is nu niet veel ruimte meer. Ook is van belang dat er minder middelen beschikbaar zijn in de markt. Dat betekent meer bescheiden accentverschuivingen, maar niet onbelangrijke punten: meer diversiteit, stimulering van het (middel)dure segment in huur en duurdere koop, aandacht voor levensloopbestendigheid en zoeken naar kansen voor jongeren. Tenslotte betekent het voorzichtigheid met de bouw van koopwoningen rond de € 200.000 omdat je daarmee concurreert met inwoners die hun woning willen verkopen. Juist dat is de groep die in beeld is voor woningen in het hogere segment.
omringende gemeenten ruimschoots voorhanden is. Purmerend is verstedelijkt, zowel qua woningmarkt als qua voorzieningen en heeft hierin nadrukkelijk een functie voor de (sub)regio. De huidige woningvoorraad ziet er als volgt uit: Woningvoorraad in Purmerend 4%
Aandeel koopwoningen
37%
58%
Aandeel (middel)dure huurwoningen Aandeel sociale huurwoningen
17
Purmerend heeft een relatief eenzijdige woningvoorraad. De verhouding
Vraag en aanbod op de koopwoningmarkt hebben in het verleden
eengezinswoningen en gestapelde woningen is redelijk in vergelijking
de prijzen van woningen opgeschroefd. Geld lenen voor de aanschaf
met gelijkwaardige gemeenten, Purmerend heeft echter weinig 1-2
van een woning was voor veel huishoudens mogelijk. Het percentage
kamerwoningen en relatief weinig woningen in het hogere (huur)segment.
koopwoningen steeg aanzienlijk en ontwikkelaars konden rekenen op voldoende afname van woningen in de periode 1995-2008.
Een overzicht van het woningbezit in Purmerend incl. het aandeel
De leencapaciteit is -welhaast meer nog dan de reële waarde- de
van de corporaties:
dominante indicator voor de prijsstelling van een woning geworden.
Totaal aantal woningen in Purmerend Koopwoningen (middel)dure huur
33.934 58% 4%
De aanscherping van de regels voor hypotheekverstrekking (van 6 maal het jaarinkomen naar 4,5 maal het jaarinkomen) hebben de woningmarkt zoals we die kennen daarom sterk ontregeld. Een koopwoning is simpelweg voor minder huishoudens weggelegd.
Sociale huurwoningen
37%
Gestapelde woningen
30%
zetten in hun wooncarrière. Hierbij doelen we zowel op de stap van
Eengezinswoningen
70%
huur naar koop, als op een vervolgstap naar een woning in het hogere
Daardoor stagneert de doorstroming. Door de beperking van de leencapaciteit kunnen ook minder huishoudens een stap omhoog
segment in de koopsector. Waarvan corporatiewoningen: Alg. Woningbouwvereniging Monnickendam
12.197 60
IntermarisHoeksteen
2.473
economische tegenwind en het verminderde consumentenvertrouwen
Rochdale
2.183
de prijzen van koopwoningen verder zullen dalen. Sommige
Wooncompagnie
3.121
huishoudens krijgen daardoor bij verkoop van hun woning minder
Wherestad
3.772
Woonzorg NL
470
Ymere2
118
Cijfers per 1 januari 2011 Bronnen:
18
De kans is zeer groot dat door de stagnerende doorstroming, de
dan zij aan hypotheek hebben staan, wat tot financiële problemen kan leiden. De Europese inkomensnorm reguleert de instroom in de sociale sector. Huishoudens in de inkomenscategorie € 34.085 en € 43.000 zijn aangewezen op (middel)dure huurwoningen. Een categorie woningen
- Wijkprofielen gemeente Purmerend, september 2011 en
die in onvoldoende mate aanwezig is in Purmerend, gelet op het feit
- Jaarboek 2011 Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek/Waterland (SWZW)
dat ca. 17% van de huishoudens (die voor het grootste deel geen
2
De woningen van Ymere zijn in november 2011 overgedragen aan Wooncompagnie en daarmee maakt Ymere geen deel meer uit van de Purmerendse corporaties.
woonprobleem hebben) in de genoemde inkomenscategorie valt. De
Hieraan liggen twee motieven ten grondslag.
schoksgewijze groei van Purmerend vanaf de jaren zestig is terug te
•
omgeving opteren voor de nabijheid van voorzieningen
lezen in de bevolkingsopbouw van Purmerend. De vergrijzing duidt op een stijgende vraag naar ouderenhuisvesting en zorgwoningen. De
Ten eerste het feit dat mensen naast een riante woning en woon
•
Ten tweede omdat in de afgelopen decennia meer mensen
praktijk laat echter zien dat veel ouderen er de voorkeur aan geven om
gehecht en gericht zijn geraakt op Purmerend, hier hun kinderen en
in hun vertrouwde omgeving te blijven bewonen; ook in de zogenaamde
kleinkinderen hebben.
“empty nest” fase. Niet alleen de woning, maar vooral ook de (sociale) omgeving lijkt van grote invloed op de aan- of afwezigheid van een
Om die reden wordt er gestreefd naar meer diversiteit. Diversiteit
eventuele verhuiswens.
in woningtypen, in prijsklassen maar ook in verschijningsvorm. Dit
4.2 Ambitie
betekent dat op nieuwe (her-) ontwikkellocaties creativiteit gevraagd zal worden. Te denken valt aan bedrijf aan huis of 0-energiewoningen.
Een passende woning voor iedere Purmerender. In Purmerend willen
Ontwikkelaars en corporaties worden daartoe uitgenodigd.
we een compleet woningaanbod aanbieden zodat elke Purmerender
Naast woningbouw door ontwikkelaars zien we heden ten dage ook
wooncarrière kan maken in zijn eigen stad en zich daar thuis voelt. Na
dat initiatiefrijke particulieren over gaan tot eigenbouw of tot particulier
jaren van opvang van nieuwe inwoners vanuit de noordelijke Randstad,
opdrachtgeverschap. Dit willen we waar mogelijk stimuleren. Om de
moeten we constateren dat we nu als ‘Purmerenders onder elkaar’ zijn.
gewenste diversiteit gestalte te geven zijn de komende jaren met name
Purmerend groeit niet meer grootschalig. Het streven is erop gericht
inspanningen nodig om de doorstroming te bevorderen, opdat meer
om te komen tot een evenwichtige bevolkingssamenstelling, ook om
huishoudens kansen hebben op een vervolgstap in hun wooncarrière.
Purmerenders te binden aan de stad.
Doorstroming zorgt er ook voor dat jongeren aan Purmerend verbonden blijven, doordat hen ook lokaal perspectief geboden wordt. Jongeren
Na de periode van groei hebben we te maken met een stedelijke
zijn echter -zeker gezien de aanscherping van de hypotheekregels-
populatie, die deelneemt aan het maatschappelijk proces in Purmerend,
overwegend aangewezen op de sociale huursector.
zich betrokken voelt bij zijn of haar buurt en gebruik maakt van de voorzieningen.
Als we kijken naar de inkomensverdeling en woningvoorraad en dit combineren met:
We constateerden al dat duurdere woningen in de omgeving van
•
het overschot aan koopwoningen op dit moment
Purmerend ruimschoots voor handen zijn. Toch denken wij dat er op
•
de strengere hypotheekregels
verschillende plekken nog ruimte is voor koopwoningen in het
•
de Europese inkomensnorm
duurdere segment.
•
de lange wachtlijsten voor een corporatiewoning
19
moeten we constateren dat Purmerend behoefte heeft aan
de bewoners en de omgeving worden gesproken, alvorens hiertoe
substantieel meer middeldure huurwoningen in de prijsklasse
wordt besloten. Ter stimulering van de woningbouw heeft de gemeente
vanaf € 664 tot circa € 800. Dit percentage zou onder de huidige
Purmerend voor sociale woningbouw, zogenaamde ‘sociale grondprijzen’
omstandigheden kunnen stijgen van 4% nu naar ca. 8 à 10% in de
gehanteerd. In de toekomstige prestatieafspraken tussen corporaties en
toekomst. Hierbij moeten kanttekeningen geplaatst worden.
gemeente wordt hier nader aandacht aan besteed. Hierbij moet worden
aangetekend dat de gemeente –in tegenstelling tot in het verleden- niet
Ten eerste dat als de Europese inkomensnorm wordt opgetrokken, meer
heel veel grond heeft uit te geven heden ten dage.
mensen voor een sociale huurwoning in aanmerking komen. Dit zal leiden tot een grotere doorstroming in de sociale huursector. Een kleiner deel
4.3 Strategie
van de bevolking zal zich dan richten op (middel-)dure huurwoningen.
Een passende woning voor iedere Purmerender is de ambitie, maar
in een markt van schaarste moeilijk te realiseren. Bovendien, wat is
Ten tweede dat middeldure huurprijzen zeer fors zijn voor een
passend? Elke wens inwilligen is geen optie. Het is noodzakelijk om te
‘middeninkomen’. We moeten ons bewust zijn van het feit dat de
beseffen dat de Woonvisie deze individuele woonproblemen niet kan
bereidheid om deze woningen te betrekken in hoge mate wordt
oplossen. We kunnen hooguit dusdanig sturen in de voorraad dat voor
ingegeven door het gebrek aan alternatieven. Het is daarom van
sommige groepen de toegankelijkheid toeneemt. In hoofdstuk vijf doen
belang om de verhuurbaarheid van de (middel-)dure huurwoningen
we dat voor wat betreft de woonruimteverdeling. In dit hoofdstuk richten
te monitoren en de strategie desgewenst aan te passen als de
we ons op de woningvoorraad.
omstandigheden veranderen. a) Zoals gesteld richten we ons op meer diversiteit in de woningmarkt. Ten aanzien van de kwaliteit van de woning, zorgen maatschappelijke
Om de diversiteit en doorstroming te bevorderen, richten we ons voor
ontwikkelingen voor veranderende wensen. Denk aan de thema’s
de toekomstige opgave op het realiseren van middeldure huurwoningen
vergrijzing of duurzaamheid. Wij gaan er vanuit dat de ontwikkelaars
en koopwoningen in het hogere segment van de koopmarkt. Dit is
die actief zijn in Purmerend, hier oog voor hebben in een vroegtijdig
wenselijk om het profiel van Purmerend als woonstad te versterken en
stadium van ontwikkeling. In bepaalde delen van de stad kan het
om aantrekkelijk te zijn en blijven voor alle (inkomens) groepen.
voorkomen dat de kwaliteit van de woningen door de spreekwoordelijke
20
bodem zakt. Hier zou herstructurering aan de orde kunnen zijn. Hierbij
Op basis van bovenstaande moeten ontwikkelingen zich op het volgende
moeten we de betaalbaarheid van wonen in zijn algemeenheid goed
moeten richten:
in het oog houden, omdat herstructurering vaak gepaard gaat met een
1. Het nagenoeg ontbreken van de middeldure huurwoning betekent dat
opwaardering. In dergelijke gevallen zal in een vroegtijdig stadium met
de stap van een huur naar een koopwoning in Purmerend groot is.
Door meer middeldure huurwoningen te realiseren, binden
b) Inzetten op de toegankelijkheid van de woningmarkt voor jongeren
we een groep aan Purmerend voor wie de stap te overzien is.
We opteren niet voor het bouwen van sociale huurwoningen specifiek
Op termijn kan dit leiden tot een kleinere kloof tussen huur en
voor jongeren. De huuropbrengst weegt niet op tegen de productiekosten.
koop. Dit is een reële optie voor de projecten die zich aandienen
Corporaties en gemeente zijn van mening dat er in Purmerend voldoende
aan de Whereoever. Vanuit de ontwikkelaars en corporaties
geschikte woningen aanwezig zijn in de bestaande voorraad, die gelabeld
wordt aangegeven dat bij een duurdere woning, ook de
kunnen worden voor jongeren en starters. Wel zal gekeken worden of op
parkeervoorziening moet worden geregeld.
projectniveau de toetreding van jongeren tot de woningmarkt kan worden verbeterd. Dit vanwege het succes van de tijdelijke starterswoningen
2. Voor het realiseren van woningen in het hogere koopsegment
in Weidevenne van IntermarisHoeksteen en met het oog op het project
denken we aan de locaties ‘t Klooster in Weidevenne, Kadijkerkoog
Kamers met Kansen van Wooncompagnie. Ook is het een goede optie om
in Overwhere en aan de Purmerbuurt in Purmer-Noord. Juist voor
te kijken of leegstaand maatschappelijk vastgoed omgezet kan worden
mensen uit Purmerend die kiezen voor de voorzieningen nabij en tot
naar jongerenwoningen. Deze - voor wonen vaak incourante ruimtes -
voor kort onvoldoende alternatief hadden in Purmerend. Van belang
voldoen mogelijk wel aan de standaarden en wensen van jongeren.
is echter dat zij hun huis ook kwijt kunnen. Doorstroming op zowel de
Tenslotte willen we ons niet alleen op kwetsbare groepen jongeren richten,
huur- als de koopmarkt is daardoor essentieel.
maar ons ook inzetten om kansrijke jonge Purmerenders vast te houden (zie ook hoofdstuk 5). Bovenstaande zal plaatsvinden in samenspraak met
3. Om die doorstroming te realiseren, moeten we voorzichtig zijn met
corporaties en jongeren
nieuwbouw van koopwoningen en appartementen, indicatief in de categorie €180.000 tot ca. €230.000. Deze woningen concurreren
c) Vergrijzing leidt in toenemende mate tot een beroep op het WMO-loket
met de te koop staande woningen van Purmerenders. Zij stromen
voor aanpassingen in woningen. Om te voorkomen dat deze ongemakken
vervolgens niet door naar het gewenste hogere segment. Voor
zich voordoen vanaf de oplevering van een nieuwbouwproject, staan
starters en met name de categorie mensen die getroffen wordt door
we ervoor dat alle nieuw te bouwen woningen levensloopbestendig zijn.
de Europese inkomensnorm, moeten we in dat geval inzetten op
In de gestapelde bouw - dat aantrekkingskracht heeft op de categorie
(kleinere) koopwoningen of appartementen tot ca. € 140.000.
55+ - maken we afspraken met ontwikkelaars en corporaties om deze volledig uit te rusten met elektrische deuren en drempelvrij op te leveren.
4. In beperkte mate willen we ook sociale woningbouw realiseren, in
Om de gebruiksvriendelijkheid van de woningen te vergroten, stimuleert
ieder geval om het verlies -door verkoop en liberalisatie- van sociale
de gemeente dat de Vrouwen Advies Commissie tijdig inzicht krijgt in
huurwoningen elders te compenseren. Verhoudingsgewijs hoeft het
de tekeningen van nieuwbouwprojecten. Idem voor woningen bestemd
percentage sociale huurwoningen niet omhoog.
voor doelgroepen (ouderen en zorgwoningen). Hierbij wordt gestimuleerd
21
dat de WMO-consulenten van de gemeente zich tijdig buigen over de
4.4 Partners en samenwerking
gebruiksvriendelijkheid.
Met ontwikkelaars en woningcorporaties wil de gemeente komen tot procesafspraken over nieuwbouwprojecten. Doelstelling is dat de
d) De gemeente wil samen met de corporaties en zo mogelijk ook de
gemeente heldere kaders aanreikt, maar de ontwikkelaar/corporatie
marktsector de overstap naar een koopwoning stimuleren. Opties
meer vrijheid heeft om plannen zelfstandig uit te voeren. Contacten met
zijn koopgarant of de startersrenteregeling voor corporatiewoningen
de gemeente lopen via één loket/aanspreekpunt. De gemeente geeft
en het verkennen van een herintroductie van de starterslening. Meer
hierbij aan welke procedures noodzakelijk zijn en richt deze voor de
instroom in de koopsector bevordert de doorstroming in zowel de
ontwikkelende partij zo (tijd)efficiënt mogelijk in. Bijvoorbeeld: kijken
huur- als de koopsector. Hierbij moeten we rekening houden met
op welke minder prominente plekken in de stad welstandsvrij bouwen
de prijsontwikkelingen, omdat ook die de stap van huur naar koop
kan worden toegestaan. Met makelaars, corporaties en banken wil de
verkleinen op dit moment.
gemeente nadenken om te komen tot een vorm van koopstimulering, waarbij we in acht moeten nemen dat we te maken hebben met een
e) Een opkomend fenomeen is de eigenbouw. Eén of enkele burgers
dalende markt. Initiatiefrijke burgers met een wens tot ‘eigenbouw’
die zelf de handschoen oppakken om een eigen woning te bouwen is
ondersteunen we.
al een succes gebleken in Almere en Amsterdam. Dit type initiatieven juichen we toe omdat het bijdraagt aan de diversiteit, maar ook gezien de terughoudendheid van ontwikkelaars in de markt op dit moment. Om de belangstelling te peilen, wordt in eerste instantie gekeken naar de interesse voor dergelijke concepten en potentiële locaties hiervoor in de stad.
22
Een opkomend fenomeen is de eigenbouw
23
24
hoofdstuk 5
Iedereen op de juiste plek
5.1 Diagnose In de voorgaande hoofdstukken hebben we de oorzaken van de stagnatie op de woningmarkt geschetst. De gevolgen hiervan zijn dagelijks merkbaar: een enorme voorraad te koop staande woningen, stagnerende nieuwbouwprojecten en lange wachttijden voor een huurwoning. De gemiddelde inschrijf- of woonduur bij acceptatie voor een eengezinshuurwoning bedraagt inmiddels 14 tot 16 jaar3. De huurmarkt in 2010 in Purmerend gemiddelde inschrijfduur starters: 8,5 jaar (gestegen ten opzichte van 2008: 7,2 jaar) gemiddelde woonduur doorstromers: 17,6 jaar (gedaald ten opzichte van 2008: 19,1 jaar) aantal verhuringen corporatiewoningen: 795 (gedaald ten opzichte van 2008: 868) gemiddeld aantal reacties per huurwoning: 123 bron: WoningNet
Dit leidt bij veel spelers op de woningmarkt tot een gevoel van machteloosheid. Gemeente en corporaties hebben op lokaal niveau niet de mogelijkheid om de situatie Samenvatting Het aantal verhuizingen in de sociale huursector daalt al jaren licht. Mede doordat de doorstroming naar een koopwoning stagneert, moeten we kiezen voor “doorstroomverbeterende” maatregelen. Zo proberen we duurdere huurwoningen aantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld door in te zetten op duurzaamheid (1). Door minimalisering van de huursprong bij verhuizing naar een kleinere woning, een gewilde woning achterlatend (2) en door te kijken naar koopstimulerende maatregelen (3). Bij een rechtvaardige woonruimteverdeling hoort ook het bestrijden van woonfraude, bijvoorbeeld door het instrument ‘bestuurlijke boete’ toe te passen. Daarnaast willen we meer woningen labellen voor jongeren en starters en de toegankelijkheid voor deze groepen verbeteren. In eerste instantie door pilots met jongerencontracten en studentenwoningen.
wezenlijk te beïnvloeden. Huurders zien hun inspanningen om actief te zoeken naar een nieuwe woning nauwelijks beloond. De ervaring leert dat de mate van doorstroming op de woningmarkt sterk wordt beïnvloed door de economische toestand en vooruitzichten. In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden tot verbeteringen in de wijze waarop de woonruimteverdeling van de sociale voorraad plaatsvindt.
5.2 Ambitie Analoog aan de ambitie in hoofdstuk 4, streven we na Purmerend een woonstad te laten zijn voor iedereen. Kijkend naar de huidige situatie betekent dit vooral dat er meer woningen in de huidige voorraad beschikbaar gemaakt moeten worden voor jongeren (degenen die een start gaan maken op de woningmarkt). We willen de doorstroming stimuleren. Door mensen de kans te bieden een volgende stap te zetten in hun wooncarrière, komen woningen vrij voor starters en jonge gezinnen.
3 Niet te verwarren met wachttijd. Hierbij zitten ook mensen die hun 30 jaar woonduur verzilveren voor een recent opgekomen woonwens.
25
Hiervoor zien wij drie mogelijkheden:
•
1. Bevorderen van doorstroming naar goedkope koopwoningen (voor hen die de overstap naar eigen woningbezit willen maken)
Door te investeren in duurzaamheid en daardoor een lagere energierekening, trachten mensen te verleiden om door te stromen.
•
2. Bevorderen van doorstroming naar een duurdere huurwoning (voor
In deel B wordt gekeken of het mogelijk en wenselijk is om bestaand corporatiebezit te liberaliseren om de inkomenscategorie boven de
hen die de overstap naar meer ruimte en luxe willen maken)
Europese inkomensnorm tot € 43.000 te bedienen. Dit vraagt een
3. Bevorderen van doorstroming naar een kleinere huurwoning (voor
zorgvuldige afweging, waarbij we ook willen laten meewegen in welke
huishoudens waarvan de kinderen het huis hebben verlaten en
wijk dit mogelijk en wenselijk is.
huishoudens die behoefte hebben aan een woning/tuin met minder onderhoudsverplichtingen) Tenslotte willen we de invloed van de woonconsument vergroten. De
3. Bevorderen van doorstroming naar een kleinere huurwoning: •
Deze strategie is vooral gericht op ouderen. Een belemmering voor
kans op een huurwoning moet toenemen naarmate men bereid is er meer
verhuizing wordt door hen ervaren in de huurprijs (die bij mutatie
moeite voor te doen. De beïnvloedingsmogelijkheden op de uiteindelijke
van een huurwoning in de regel wordt verhoogd). De corporaties
woning van kopers op de woningmarkt moet worden vergroot.
kunnen maatregelen nemen om de huursprong te verkleinen. Wellicht kan dit worden gekoppeld aan het achterlaten van juist een heel
5.3 Strategie Zoals hierboven gesteld zetten we met name in op doorstroming,
aantrekkelijke woning. Dit willen we gaan verkennen. •
Op locaties in de nabijheid van voorzieningen.
waarbij we 4 categorieën onderscheiden: 1. Bevorderen van doorstroming naar een betaalbare koopwoning:
4. Bevorderen van de tweede stap in de wooncarrière van jonge starters:
•
Door verkoop van bepaalde huurwoningen.
•
•
Door met financiële maatregelen de aankoop van woningen te
lang duurt voordat ze een volgende stap in hun wooncarrière kunnen
bevorderen (koopgarantregeling, startersrenteregeling, starterslening).
maken. Dit komt omdat ze de opgebouwde inschrijfduur feitelijk inleve-
Door bij aantrekkelijke projecten (met bijvoorbeeld bovengenoemde
ren. Wanneer ze hun inschrijfduur langere tijd kunnen behouden, zijn ze
financiële maatregelen) voorrang te geven aan degenen die een
eerder in staat om naar een grotere woning te verhuizen.
•
sociale huurwoning achterlaten. •
•
Door het -beperkt- realiseren van goedkope koopwoningen.
Een 1-kamerwoning kan bestemd worden voor de leeftijdsgroep tot 22 jaar; een 2-kamerwoning voor 22-30-jarigen.
•
26
1-kamerwoningen worden door starters niet graag aanvaard omdat het
Voor jongeren kan worden geëxperimenteerd met een campuscontract
2. Bevorderen van doorstroming naar een duurdere huurwoning:
(zoals enkele corporaties in Amsterdam al doen). Met dit huurcontract
•
Door het realiseren van ruime appartementen op centraal gelegen
wordt de huurder verplicht om na de afgesproken tijd of het bereiken
locaties in de nabijheid van voorzieningen. Ook in de koopsector.
van een bepaalde leeftijd de (kleine, goedkope) woning te verlaten.
We vergroten de kansen van starters op de woningmarkt door een groter
Voor het systeem van woonruimteverdeling gelden de spelregels zoals
deel van de huurvoorraad voor deze doelgroep te bestemmen (labelen).
we die binnen de stadsregio hebben afgesproken. Daarbinnen geldt een
Mogelijk kan een vorm van studentenwonen worden ingevoerd: een
vrije beleidsruimte voor Purmerend. In het voorjaar van 2011 is er door
groot appartement of een eengezinswoning geschikt maken voor drie of
het gemeentebestuur voor gekozen deze lokale beleidsvrijheid als volgt
vier studenten. Het doel hiervan is om zodoende ook voor de toekomst
in te vullen:
hoger opgeleiden te binden aan Purmerend. We gaan via onderzoek de
•
inwoners van Purmerend
vraag naar jongerenwoningen concreter in beeld brengen. Hier betrekken we jongeren bij. Hierin willen we ook leegstaand maatschappelijk
•
15% van de vrijkomende sociale huurwoningen wordt bestemd voor Purmerendse urgenten
vastgoed betrekken, bijvoorbeeld voortvloeiend uit het vastgestelde accommodatiebeleid van de gemeente Purmerend, omgezet kan worden
100% van de sociale nieuwbouwwoningen wordt toegewezen aan
•
0-15% van de vrijkomende sociale huurwoningen wordt bestemd voor Purmerendse jongeren en starters.
in jongerenwoningen.
Deze recent vastgestelde beleidskoers wordt in het kader van deze Een groot deel van de woningvoorraad bestaat uit relatief kleine
Woonvisie gehandhaafd.
woningen (70 tot 80 m2). Deze worden onder meer voor ouderen gereserveerd. In de toekomst gaan we waar mogelijk en gewenst meer
In 2012 stelt de stadsregio Amsterdam een nieuw convenant Woonruim-
van deze woningen herbestemmen tot jongerenwoning. Uiteraard
teverdeling op. Bij de gesprekken hierover wordt ingezet op een transpa-
doen we dit zonder de belangen van gevestigde bewoners uit het oog
ranter en eerlijker woonruimteverdelingsysteem (bv. loting of optiemodel),
te verliezen. Voorkomen moet worden dat een onwenselijke mix van
waardoor actieve woningzoekenden meer kans maken op een woning.
leefstijlen tot frictie leidt. Dit kan tot gevolg hebben dat het labelen voor senioren wordt beperkt. Dit is redelijk omdat zij (in de regel) een lange
We bestrijden woonfraude, om zo tot een eerlijkere verdeling van de
woonduur hebben en daarom bijna altijd voorrang hebben op jongeren.
bestaande voorraad te komen. Daarvoor benutten we de gemeentelijke middelen, zoals het opleggen van een bestuurlijke boete. We besteden
De voorraad geliberaliseerde huurwoningen is in Purmerend erg klein,
ook aandacht aan uitwassen, zoals illegale pensions en wietteelt in wo-
ongeveer 4% van de woningvoorraad. Corporaties zijn op grond van
ningen. We houden rekening met de lopende samenwerkingsafspraken
Europese regelgeving verplicht om 90% van de woningen die ónder
tussen gemeente en corporaties over fraudebestrijding.
4
dit bedrag vallen (dat is 36% van de woningvoorraad) toe te wijzen aan huishoudens met een inkomen onder de Europese inkomensnorm. De mogelijkheid om 10% van de sociale huurwoningen aan huishoudens met een middeninkomen toe te wijzen, gaan we maximaal benutten.
4
Liberalisatiegrens tot waar huursubsidie op van toepassing kan zijn. Per 1-1-2012 is dat € 664,52.
27
5.4 Partners en samenwerking Het verbeteren van de woonruimteverdeling en toewijzing vereist een intensieve samenwerking tussen gemeente en corporaties. Voor flexibilisering van het systeem van woonruimteverdeling, treden we in overleg met de Stadsregio. Bij het verkennen van financiële stimuleringsmaatregelen benaderen we bijvoorbeeld banken. Bij het uitwerken van de strategie om de beïnvloedingsmogelijkheden van woonconsumenten te vergroten, betrekken we wijkkerngroepen en huurdersverenigingen. In het kader van de Woonvisie deel B, doen we daarnaast voorstellen over de wijze waarop we ook andere betrokkenen en belanghebbenden bij de verdere uitvoering van het beleid betrekken.
28
29
30
hoofdstuk 6
Een prettige woonomgeving
6.1 Diagnose Of je ergens plezierig woont wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van de woning, maar ook door de woonomgeving. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden in twee aspecten: •
Fysieke kwaliteit van de woonomgeving: daarbij gaat het om zaken als beheer en onderhoud van de openbare ruimte; het groen, de wegen, bestrating en dergelijke op orde, wordt het goed onderhouden en is het veilig voor spelende kinderen?
•
Sociale kwaliteit van de woonomgeving: voel ik me thuis, voelen mensen zich veilig te midden van hun buurtgenoten? Is er contact en interactie zodat mensen in staat zijn elkaar te helpen als dat nodig is?
Over het algemeen is de kwaliteit van de woonomgeving in Purmerend redelijk tot goed te noemen. Op zowel fysieke als sociale aspecten scoren alle wijken in Purmerend voldoende. Gehecht aan de buurt
Buurt ervaren als prettig
Kwaliteit woningen in de buurt
Kwaliteit woonomgeving
Centrum
7,6
7,8
7,1
6,7
Overwhere
7,0
7,6
6,9
6,4
Wheermolen
7,0
7,2
6,6
6,0
Gors
6,6
7,4
7,1
6,7
Purmer-noord
6,4
7,0
6,7
6,2
Purmer-zuid
7,0
7,6
7,4
6,9
Weidevenne
6,8
7,5
7,5
6,9
Totaal
6,8
7,4
7,1
6,6
Samenvatting We streven naar betrokkenheid op de woonomgeving van de bewoners. Dit zien wij als een gezamenlijke inspanning van alle inwoners van Purmerend. Initiatieven daartoe willen we stimuleren en ondersteunen, zodat de woonomgeving “schoon, heel en veilig” is en blijft. Het instellen van een gezamenlijk leefbaarheidsbudget moet hieraan bijdragen. Dit budget moet laagdrempelig zijn en toegankelijk voor buurtinitiatieven die bijdragen aan de leefbaarheid. Daarnaast is het budget bedoeld om te voorkomen dat de leefbaarheid in buurten en wijken onder druk komt te staan. Daar waar herstructurering wordt overwogen, worden bewoners/huurdersverenigingen vroegtijdig betrokken om mee te denken over hun woonomgeving.
Uit de Omnibus-enquête Purmerend 2011
31
Toch is er aanleiding om voor de komende jaren op dit onderwerp ambities
We zetten in op integrale aandacht voor de leefbaarheid op wijk- en
te formuleren:
buurtniveau, onder andere via de wijkontwikkelingsplannen. De fysieke en
•
Hoewel de score over het geheel genomen voldoende is, kan toch voor
sociale kwaliteit worden in onderlinge samenhang ontwikkeld. Daarbij geldt
een aantal wijken en buurten worden vastgesteld dat de tevredenheid
wel dat leefbaarheidsaspecten die te maken hebben met “schoon, heel en
afneemt. Dit geldt voor (delen van) Purmer-Noord en Wheermolen. Voor
veilig” basisvoorwaarden zijn voor een prettige woonomgeving. Gemeente
deze wijken geldt dat gerichte aandacht nodig is om de kwaliteit en de
en corporaties nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om die in elke
leefbaarheid op niveau te houden.
buurt in de gemeente op voldoende niveau te houden (of te krijgen). Als deze
De komende jaren zal sprake zijn van een toenemende vergrijzing in
basisvoorwaarden zijn geschapen ontstaat de mogelijkheid voor burgers
combinatie met ontwikkelingen in de zorg, waarbij een steeds groter
om te werken aan een verdere verbetering van de leefbaarheid. Daar waar
beroep wordt gedaan op zelfredzaamheid en onderlinge hulp. Dit
leefbaarheid onder druk staat vanwege conflictsituaties willen we zo snel
maakt het nodig de cohesie en onderlinge netwerken binnen wijken te
mogelijk handelen om escalatie te voorkomen.
•
ondersteunen (zie ook hoofdstuk 7). •
Naar de toekomst toe zou overlast door bewoners met psychiatrische
We opteren niet voor een aanpak op gemeentelijke schaal maar kiezen voor
problematiek toe kunnen nemen, omdat van rijkswege de ondersteuning
maatwerk op wijk- en buurtniveau. We zetten hierbij in op die wijken die op
aan bepaalde groepen wordt beperkt (zie ook hoofdstuk 7).
dit moment onder het Purmerends gemiddelde scoren, namelijk Purmer-
6.2 Ambitie
is hier mogelijk externe ondersteuning nodig. Tot op heden is er veel energie
Kern van ons beleid is dat de inwoners van Purmerend aan de basis zelf
gestoken in Wonen boven Winkels in het centrum. Wonen wordt als kwaliteit
verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun woon- en leefomgeving. Daar
gezien voor het centrum, zowel voor het draagvlak van de voorzieningen als
waar deze niet voldoet, verwachten we van bewoners dat zij het initiatief
voor de sociale veiligheid en de levendigheid. Om die reden zullen we waar
nemen om ongewenste situaties en omstandigheden in gezamenlijkheid met
mogelijk ondersteuning bieden aan initiatieven om woningen -al dan niet
mede-buurtbewoners aan te pakken.
boven een winkel- in het centrum te realiseren. Dit ligt dicht bij wonen en
Waar mogelijk zetten we in op het ondersteunen en informeren van actieve
werken, een combinatie waar het centrum zich eveneens goed voor leent.
burgers. Dit doen we door bewoners meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven bij de ontwikkeling van hun eigen woonomgeving, eventueel met
6.3 Strategie
ondersteuning vanuit de corporaties of de gemeente. Degenen die dat niet
Om de doelen op wijkniveau te realiseren, is een gerichte en gebundelde
kunnen, ondersteunen we. We willen bijdragen aan het versterken van de
inzet van menskracht en middelen onontbeerlijk. Dit heeft verschillende
sociale cohesie binnen wijken en buurten. Deze versterkte sociale cohesie
consequenties voor de wijze waarop de ambitie wordt nagestreefd.
is wenselijk om ook een bijdrage te kunnen leveren aan de toekomstige
1. We zetten in op het versterken van de sociale cohesie in wijken en buurten
opgaven op het gebied van zorg en welzijn.
32
Noord en Wheermolen. Juist vanwege een relatief geringe sociale cohesie,
en stellen daarbij het eigen initiatief van bewoners (kopers en huurders)
en aldaar actieve organisaties voorop. Gemeenten en corporaties heb-
Deze betrokkenheid krijgt in een vroeg stadium vorm en is gebaseerd op
ben hierin primair een faciliterende rol, ze ondersteunen initiatiefnemers
samen met de betreffende huurdersorganisatie opgestelde afspraken.
bij het ontwikkelen van projecten en activiteiten. 2. Een wijkaccommodatie wordt door sommige bewoners zeer gewaardeerd. Op het moment vindt een gemeentebrede analyse plaats van de bestaande accommodaties. Daaruit komen voorstellen
7. We maken afspraken tussen corporaties en gemeente over vroegsignalering bij leefbaarheidsproblemen om burenruzie/escalatie te voorkomen. 8. Voor het centrum blijven we inzetten op wonen boven winkels.
over de wijze waarop deze voorzieningen in de toekomst worden geordend en vormgegeven. 3. Er wordt een “Leefbaarheidsfonds” in het leven geroepen. Dit
Welzijnsorganisatie Clup Welzijn voert samen met de bewoners, corporaties en de gemeente succesvolle leefbaarheidsprojecten uit. Bij de start werft een
fonds wordt gevoed met de middelen zoals die nu door gemeente
wijkadviseur van Clup Welzijn een groep actieve bewoners voor een flatteam.
en corporaties gescheiden worden ingezet bij de ontwikkeling van
Het flatteam werkt aan verbetering van de sfeer en de sociale samenhang in
kwaliteit en leefbaarheid in buurten. Hiervoor wordt jaarlijks € 150.000
de flat door het organiseren van activiteiten. Het kan bijvoorbeeld gaan om
beschikbaar gesteld vanuit de gemeente. De Purmerendse corporaties
samen eten, een kunstwerk voor de flat maken of schoonmaakacties. Met deze
stellen gezamenlijk eveneens €150.000 beschikbaar. Gemeente en
activiteiten worden twee doelen bereikt: flatbewoners leren elkaar beter kennen
corporaties bepalen gezamenlijk het kader voor de inzet van deze
en zij worden gezamenlijk verantwoordelijk voor de eigen leefomgeving.
middelen (€300.000 per jaar) en werken een (transparant en toegankelijk) systeem voor de inzet van deze middelen uit. Bij het beoordelen van ideeën waarmee een beroep op dit budget wordt gedaan, wordt vooral
6.4 Partners en samenwerking
gekeken naar het (beoogde) effect op de sociale cohesie en op de mate
Nog meer dan in het verleden, krijgt de aanpak van de woonomgeving vorm
waarin zelfwerkzaamheid wordt ingezet.
door een gebundelde inzet van bewoners, zorg- en welzijnsinstellingen,
4. Bij het opstellen van Wijkontwikkelingsplannen staat de input vanuit
ondernemers, gemeente en corporaties. Voor de communicatie met buurt-
bewoners en belanghebbenden centraal. We kijken actief naar de
bewoners fungeren de wijkkerngroepen en huurders-verenigingen als eerste
mogelijke inzet van bewoners bij de ontwikkeling en beheer van buurten.
aanspreekpunt. Daarnaast zoeken we ook naar andere manieren om de
5. Voor de inzet van de middelen uit het Leefbaarheidsfonds in
burgers te betrekken die niet bij een van deze organisaties zijn aangesloten.
wijken en buurten, kijken we onder andere naar de inhoud van de Wijkontwikkelingsplannen en de quickscan, naast lopende of nieuwe
Over de wijze waarop de inzet van het leefbaarheidsfonds wordt ingezet, en
burgerinitiatieven. Hierbij streven we naar een koppeling van wonen met
de criteria die aan toekenning van middelen wordt verbonden, worden in het
andere domeinen zoals veiligheid, welzijn, zorg en verkeer.
kader van de Woonvisie deel B concrete voorstellen gedaan.
6. De Purmerendse corporaties betrekken burgers bij hun plannen voor eventuele sloop en (her)bouw in de wijken.
33
34
hoofdstuk 7
Ruimte voor bijzondere doelgroepen
7.1 Diagnose Het zoeken en vinden van passende woonruimte achten we primair de eigen verantwoordelijkheid van de woonconsument. Bepaalde groepen mensen hebben echter behoefte aan een woning met specifieke kwaliteiten (bijvoorbeeld zorgwoningen, woonwagens) of aan de nabijheid van voorzieningen (aanleunwoningen). Anderen hebben vanuit de aard van hun woonprobleem om dringende redenen behoefte aan voorrang op de ‘reguliere’ woningzoekenden. Dit betreft bijvoorbeeld statushouders (asielzoekers) en urgenten. Daarnaast zijn er kwetsbaren in de samenleving die om andere reden aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld om dakloosheid of ernstige schuldenproblematiek te voorkomen of te verhelpen. Tenslotte zijn er doelgroepen die voorrang krijgen op bepaalde woningen, omdat ze als groep minder kansrijk zijn op de reguliere woningmarkt of omdat bepaalde woningen bij uitstek geschikt zijn. Dit vindt overwegend plaats door woningen te labelen (zie ook hoofdstuk 5). Op dit moment is er het nodige beleid voor deze specifieke groepen: •
beperking) is er het masterplan Wonen met Zorg I en II. •
Samenvatting In eerste instantie wordt ingezet op de zelfredzaamheid van de inwoners. De bewoners worden aangemoedigd om aan hun eigen woon- en zorgvraag te voldoen, met behulp van hun netwerk en voorzieningen in de directe omgeving. Bij zorgwoningen en woningen die aangepast worden voor ouderen, is het devies “dicht in de buurt van voorzieningen”. Ondanks de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid, zijn er nog steeds bijzondere groepen die extra aandacht behoeven. De gemeente en corporaties ondernemen hier actie, samen met andere (zorg)partijen. Denk daarbij aan (dreigende) daklozen en degenen die niet zelf in hun woonbehoefte kunnen voorzien, zoals dementerenden, urgenten en statushouders.
Voor de zorg (ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische Voor aanleun- en rolstoelwoningen, toewijzing van woonwagens en urgentie zijn er nadere beleidsregels (2010).
•
Voor dreigende uitzetting is er met woningcorporaties een ‘tweedekansbeleid’ afgesproken.
•
30% vrije beleidsruimte wordt benut voor de toewijzing van woningen aan urgenten en jongeren en starters (2011)
•
Voor jongeren en starters en voor ouderenwoningen geldt de mogelijkheid tot labeling van de woning voor een specifieke doelgroep.
•
Het maatschappelijk beleidskader (2011), onder regie van de gemeente Purmerend samen met partners en burgers vormgegeven.
Toch kent elke doelgroep zijn eigen ontwikkeling in relatie tot de woningmarkt. Bijvoorbeeld door veranderende regelgeving of financieringsregels.
35
De volgende ontwikkelingen zijn waarneembaar:
van zorg. Het is mogelijk dat er een groter beroep komt op intramurale zorg indien de keuzevrijheid aan banden wordt gelegd.
• Decentralisatie Een aantal taken is door de Rijksoverheid gedecentraliseerd naar de
• Anticiperen op de scheiding van wonen en zorg
gemeente, zoals de WMO en onderdelen uit de AWBZ. Niet alleen de
Het kabinet gaat wonen en zorg van elkaar scheiden. Financiering via
uitvoering, maar ook de vormgeving en de regie is hiermee in handen van de
de indicatie wordt hiermee losgekoppeld van de woonfunctie. De AWBZ
gemeente komen te liggen.
gaat dan alleen nog over zorg. Bewoners van instellingen krijgen hierdoor meer keuzevrijheid en zorginstellingen zullen zich beter richten op de
• Extramuralisering en zelfredzaamheid
woonwensen van cliënten.
- De IQ-grens om als licht verstandelijk gehandicapte te worden betiteld wordt verlaagd van 85 naar 70. Dat betekent dat minder mensen
• Financiële en economische onzekerheid
geïndiceerd kunnen worden als licht verstandelijk gehandicapt, met
Daarnaast zien we dat de economische crisis gevolgen heeft op
bijbehorende toegang tot de zorg c.q. woonvorm. De mensen die daar nu
huishoudenniveau. Schuldenproblematiek vertaalt zich soms naar de
net buiten vallen zijn - voor wat betreft wonen - in de toekomst aangewezen
woningmarkt. Naast de lagere inkomens merkt Activa (belast met de
op de reguliere woonruimteverdeling.
eerstelijns schuldhulpverlening) in toenemende mate dat ook mensen met
- In de zorg speelt dat mensen met een zorgzwaartepakket (ZZP) 1 en
een koopwoning zich met financiële problemen melden.
2 straks niet meer in aanmerking komen voor intramurale zorg. Dit heeft gevolgen bijvoorbeeld voor het RIBW, belast met de begeleiding van
• Vergrijzing
mensen met psychische stoornis, die straks geen mensen meer op kan
Nederland en dus ook Purmerend vergrijst. In de Woonvisie 2007-2010
nemen in de categorieën 1 en 2. Maar ook voor de ouderenzorg bv.
hebben we er voor gekozen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun
SWZP en de Zorgcirkel. Voorzien wordt dat het ‘verzorgingshuis’ zoals
eigen woning of (sociale) omgeving kunnen blijven wonen. Dit stimuleren
we dat kennen ophoudt te bestaan. Meer komt dan op de schouders
wij als gemeente ook door het aanbieden van een opplusregeling voor de
van de ambulante zorg en ook deze doelgroep zal in toenemende mate
gestapelde bouw of door het aanbieden van 24-uursalarmering. Door de
aangewezen zijn op een eigen woning en sociale omgeving.
vergrijzing neemt de vraag naar ondersteuning toe. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan fysieke, maar ook aan mentale beperkingen (bv.
36
• Onzekerheid over zorgfinanciering en de mate van keuzevrijheid (PGB-discussie)
dementie). Onderstaande grafiek laat -bij wijze van voorbeeld- zien dat het
Een omgekeerde beweging zien we in de (dreigende) bezuinigingen op het
een gestage groei laten zien. Bij fysieke aanpassingen gaat het vaak om
PGB. Deze kunnen gevolgen hebben voor de keuzevrijheid bij de inkoop
trapliften, badkameraanpassingen of het drempelvrij maken van woningen.
aantal aanvragen bij de gemeente voor woningaanpassingen de laatste jaren
mensen wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid en meer verwijzen naar de eigen netwerken van de zorgvrager. Dit heeft een aantal redenen: •
De gemeente en instellingen kunnen en willen de problemen op individueel niveau niet overnemen, ze kan hooguit ondersteunend zijn voor de oplossing.
•
Dit strookt met de WMO-ambities van de gemeente Purmerend. Hierin wordt gesteld: “in Purmerend zijn de inwoners zelfredzaam en betrokken bij hun omgeving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verant-
woordelijkheid en ondersteunen elkaar onderling waar dat mogelijk is.” •
het budget van de gemeente en betrokken instellingen te boven.
In de praktijk blijkt dat niet alle woningen die geschikt en aangewezen zijn voor 24-uurszorg, één op één door de doelgroep worden benut. Mensen willen zo lang mogelijk hun zelfstandigheid behouden.
De maatschappelijke kosten, mede als gevolg van de vergrijzing, gaan
•
Kortom, de probleemeigenaar moet in beginsel zelf de regie voeren op zijn of haar (woon)probleem.
Daarmee is de zorgvraag niet dominant in de woningkeuze. In diverse gevallen redden mensen zich nog wel met ambulante zorg,
Doordat er meer mensen op de eigen woning en woonomgeving
woningaanpassingen en mantelzorg. De aanwezigheid of nabijheid
aangewezen zijn, (zie ook diagnose) streven we naar ondersteunende
van voorzieningen bepaalt in hoge mate de aantrekkelijkheid van de
ingrepen die de zelfredzaamheid vergroten. Voor wat betreft aanpassingen
instelling.
in de woningen spraken we in hoofdstuk 4 al van het standaard aanbrengen van elektrische deuren en drempelloos bouwen in de
In zijn algemeenheid constateren we een toename van het aantal
gestapelde bouw. Verder willen we de opplusregeling voortzetten, zodat
mensen dat tot een doelgroep gerekend kan worden. Door vergrijzing en
VVE’s en woningcorporaties -ondersteund door de gemeente- mensen
decentralisatie neemt het beroep op de overheid en op instellingen toe.
langer zelfstandig thuis kunnen laten wonen. Wij zijn van mening dat dit
7.2 Ambitie
een gunstig effect heeft op het aantal individuele aanvragen.
Purmerend heeft de ambitie om een prettige woonstad te zijn voor al
Er is nu al een tekort aan woningen voor dementerenden. Deze vraag
haar inwoners. Sommige bewoners hebben ondersteuning nodig om
neemt ook in de toekomst toe. In het verleden is hard gewerkt om het
zelfstandig uit de voeten te kunnen op de woningmarkt. Gemeente,
aantal zorgwoningen met 24-uursbegeleiding op orde te krijgen, in de
corporaties en andere actieve organisaties in Purmerend hebben hier
praktijk constateren we dat het moeilijk is om vraag en aanbod goed op
een ondersteunende rol in. Echter, meer dan in het verleden zullen we de
elkaar af te stemmen.
37
Nieuwbouwprojecten vergen een lange voorbereidingstijd en er komen
o.a. Activa worden deze problemen aangepakt. Hierbij is het streven om de
relatief veel woningen gelijktijdig beschikbaar. De ervaring leert dat de
mensen in de huidige woning te laten wonen. In sommige gevallen worden
ligging van de woningen nabij voorzieningen en het voorzieningenaanbod
ze naar een andere woning bemiddeld. Deze samenwerking verloopt
intern maatgevend zijn of men deze woningen verkiest. Zeker als de
naar tevredenheid van alle partijen. In 2010 hebben 22 ontruimingen
partner nog aanwezig is, kiest men eerder voor de vertrouwde omgeving.
plaatsgevonden in woningen van corporaties.
De gemeente Purmerend wil deze mensen hierbij ondersteunen. De conclusie ten aanzien van zorgwoningen met 24-uursbegeleiding is dat
Dak- en thuisloosheid komt in Purmerend voor. In december 2010 waren
deze in een voorzieningrijke omgeving gerealiseerd moeten worden.
er 47 mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats in beeld. Alhoewel het aantal nog beperkt is, merken we wel dat het probleem groeiende
Ook in de zorg zie je dat particuliere initiatieven tot wasdom kunnen komen.
is. Met name bij jongeren willen we dakloosheid voorkomen, om verder
Zo hebben we in Purmerend stichting Villa, geïnitieerd door ouders uit
afglijden te voorkomen. Het AOP is belast met de opvang van mensen
Purmerend die zich zorgen maakten over de toekomstige woonsituatie van
die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden. Wegens een gebrek aan
hun hulpbehoevende kinderen. Deze relatief kleinschalige woonvormen,
doorstroming op de woningmarkt, lukt het het AOP niet altijd om mensen
voortkomend uit een wens van betrokkenen, blijven we in de gemeente
binnen de afgesproken acht maanden door te laten stromen uit het AOP
Purmerend ondersteunen. Dit zorgt voor diversiteit in het aanbod.
naar een reguliere woning. Omdat meer mensen de maximale tijd in het AOP verblijven en de problematiek onder impuls van de economische
Ten aanzien van diverse doelgroepen hebben we in het verleden afspraken
neergang groeit, kunnen er langere wachttijden ontstaan bij het AOP. Een
gemaakt die naar wens functioneren, zoals over de toewijzing van stand-
goed werkend tweede kansbeleid is van belang om juist die instroom in
plaatsen voor woonwagens enerzijds en rolstoel- en aanleunwoningen
te dammen. Het is daarom belangrijk om over het ‘tweede kansbeleid’
anderzijds. Hetzelfde geldt voor wat betreft de urgentie. Na afgifte van een
voortdurend in gesprek te blijven met elkaar.
urgentieverklaring wordt een corporatie gezocht die over het best passende bestand beschikt voor de cliënt. Jaarlijks worden gemiddeld circa 80
Door gemeente en AOP wordt er bekeken of er voor bepaalde mensen
woningen aan urgenten toegewezen.
een oplossing gevonden kan worden in delen van Nederland waar geen schaarste op de woningmarkt heerst. Het betreft hier maatwerkoplossingen
38
In Purmerend was een convenant tweede kansbeleid van toepassing. Deze
waarbij ook gekeken wordt naar het netwerk van betrokkene. Tenslotte is
is inmiddels verlopen. De partners, corporaties, gemeente, Activa, het
de gemeente Purmerend in december 2011 een pilot nachtopvang gestart
AOP (Algemene Opvang Purmerend) en RIBW hebben nadere afspraken
om te voorkomen dat mensen buiten moeten slapen. Als gebleken is dat
gemaakt over de opvang van mensen die voor tweede kansbeleid in
dit in een grote behoefte voorziet, ligt voortzetting van de nachtopvang
aanmerking komen, meestal als gevolg van huurschulden. In overleg met
voor de hand.
De krapte op de woningmarkt wordt ook gevoeld door het RIBW. De
7.3 Strategie
uitstroom vanuit de beschermde woonvormen naar een zelfstandige
Om een goed onderscheid te maken tussen de ondersteuningsbehoefte,
woning loopt daardoor ook hier soms vertraging op. Purmerend heeft
met name wat betreft de behoefte aan zorg/zorgwoningen, gaan we als
twee sociaal logementen. Dit is een langere termijn ambulante begeleiding
strategie uit van het volgende schema:
van mensen die niet geïndiceerd zijn. De begeleiding is gericht op het zelfstandig kunnen functioneren ter voorkoming van dakloosheid of afglijden. Omdat het zowel voor betrokkene als voor de maatschappij wenselijk is dat deze vorm van opvang blijft voortbestaan, blijft de gemeente hierin investeren. Door Activa is gesignaleerd dat door de stagnerende woningmarkt, er ook een toename is van mensen uit de koopsector die door omstandigheden hun woning moeten verkopen. Omdat er nog een koopwoning en dus mogelijk kapitaal in het geding is, is betrokkene in eerste instantie zelf
verantwoordelijk. Ook hierbij is het zinvol om dreigende problematiek vroeg te signaleren. De gemeente treedt daarom in gesprek met
•
Centraal staat het individu zelf. Hij/zij is in principe primair
hypotheekverstrekkers/banken om te kijken of zij hierin voor huishoudens
verantwoordelijk voor de invulling van zijn leven, in dit geval
een signaalfunctie kunnen vervullen en of ze bereid zijn om naar voorbeeld
wooncarrière.
van het ‘tweede kansbeleid’ hier een bemiddelende rol in willen nemen.
•
Bewoners met een zorg- of ondersteuningsbehoefte variëren in de
Te meer omdat veilingverkoop in de huidige markt ook voor de financiers
mate waarin ze hulp van anderen nodig hebben. Veel van hen redden
geen oplossing is.
het zelf, of met hulp van familie, vrienden en buren (1). •
Er kan een behoefte ontstaan aan voorzieningen in de directe nabijheid
De gemeente en de corporaties zijn overeengekomen dat de woonwagen-
(supermarkt, huisarts, activiteiten) om de zelfstandigheid te kunnen
centra aan de corporaties worden overgedragen. Corporaties hebben hier
behouden (2).
de voorwaarde aan gekoppeld dat de brandveiligheid op orde moet zijn
•
Diverse inwoners hebben behoefte aan zorg of hulp aan huis. Hierbij
alvorens ze deze stap zetten. Dit blijft de komende jaren de inzet van het
kan gedacht worden aan thuiszorg, tafeltje-dekje, maar ook aan
beleid voor deze doelgroep. Aan de hand van de resultaten van de herin-
ondersteunende of activerende begeleiding. Voor een deel van deze
richting van de bestaande woonwagencentra, wordt de noodzaak en de
mensen is sprake van een formele indicatie voor ondersteuning die aan
omvang van een nieuwe woonwagenlocatie opnieuw beoordeeld.
huis geleverd kan worden. Vaak hebben mensen in deze fase behoefte
39
aan een gevoel van veiligheid, bijvoorbeeld in de vorm van begeleid
•
2. Bij de ondersteuning van mensen met een zorgbehoefte wordt
wonen, aanleunwoningen of 24-uurs alarmering, zonder dat ze altijd
aangesloten bij de plannen zoals die voortvloeien uit het masterplan
100% van de beschikbare faciliteiten gebruik maken (3).
Wonen met Zorg I en II. Daarbij gaat het om zowel fysieke
Pas wanneer er sprake is van een onplanbare behoefte aan zorg of aan
aanpassingen aan woningen als ondersteuning van bewoners zelf
zorg die niet aan huis geleverd kan worden, verhuist men naar een zorg-
(met name op het gebied van zorg en welzijn).
woning of een instelling (verzorgingshuis, verpleeghuis, psychiatrische instelling of instelling voor gehandicapten) (4).
3. Aanwijzing of realisatie van zorgwoningen met 24-uurstoezicht moeten in een voorzieningrijke omgeving gerealiseerd worden, op basis van een voorzieningeninventarisatie op buurtniveau.
Omdat we uitgaan van de zelfredzame burger, maar wel een zorgplicht heb-
4. Levensloopbestendig bouwen biedt meer kansen om woningen
ben voor de kwetsbaren in de samenleving, moet in eerste instantie gekeken
om te zetten naar zorgwoningen en vica versa. Dit wordt nabij
worden in hoeverre mensen zelf in staat zijn hun woon- of zorgprobleem op
voorzieningen gestimuleerd. Bouwen volgens Woonkeur dan wel
te lossen met behulp van de omgeving. Indien dit onmogelijk blijkt, wordt de
Woonkeur-Zorg biedt hierbij goede garanties om de beoogde
afweging gemaakt of er institutionele zorg of -ondersteuning moet worden
doelgroep adequaat te huisvesten.
aangeboden. Dit is van toepassing bij zorgwoningen, maar kan ook vertaald
5. Particuliere initiatieven voor het realiseren van zorgwoningen
worden naar ondersteuning bij (dreigende) dakloosheid of bij schuldenpro-
voor Purmerenders worden (procesmatig) ondersteund vanuit de
blematiek. In die zin is het model op meerdere doelgroepen van toepassing.
ontwikkelaar/corporaties en de gemeente. 6. Om onderlinge hulp en mantelzorg te faciliteren, wordt flexibel
Gemeente en corporaties vinden het met betrekking tot dit thema van
en aanpasbaar bouwen bevorderd. Dit biedt de mogelijkheid tot
belang om ook het evenwicht in de wijk/buurt in ogenschouw nemen. Juist
samenvoeging en uitbreiding van woningen. Gekeken wordt ook of
omdat diverse groepen - door verandering van wijze van financiering -
er in de woonruimteverdeling rekening gehouden kan worden met
aangewezen raken op een reguliere huurwoning en wij op diverse terreinen
specifieke situaties om de mantelzorger te ondersteunen.
meer vragen van de sociale omgeving als primair vangnet. Daarom houden
7. Vrijkomende woningen in de buurt van voorzieningen worden in dat
zowel gemeente als corporaties oog voor de sociale draagkracht op
licht, waar mogelijk, opgeplust naar levensloopbestendige woningen
buurtniveau.
geschikt voor ouderen. 8. Het woningaanbod voor dementerenden wordt verruimd. Na de
De genoemde ambitie willen we op de volgende wijze oppakken:
realisatie van 24 eenheden in Triton (oktober ‘11), worden er ook 24
1. Mensen wijzen op hun primaire verantwoordelijkheid en meer
eenheden in Heel Europa (Genuahaven) gerealiseerd.
nog dan nu gebruik maken van de mogelijkheden in hun netwerk bij hun zorgvraag.
40
9. Door gemeente en AOP wordt gekeken of er een oplossing gevonden kan worden voor dak- en thuislozen in delen van Nederland
waar geen schaarste op de woningmarkt heerst. Het betreft hier maatwerkoplossingen waarbij ook gekeken wordt naar het netwerk van betrokkene. 10. Er is gestart met een pilot voor nachtopvang om te voorkomen dat mensen buiten moeten slapen. 11. Het ‘tweede kansbeleid’ wordt voortgezet om verder afglijden van huishoudens te voorkomen. 12. Met marktpartijen wordt verkend of een ‘tweede kansbeleid’ ook in de koopsector financiële nood van gezinnen kan voorkomen.
7.4 Partners en samenwerking
De gemeente Purmerend wil mensen ondersteunen
Maatwerk voor de doelgroepen betekent een goede afstemming op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn. Deze samenwerking krijgt op stadsniveau vorm, maar wordt ook op projectbasis ingevuld. Dat betekent samenwerking met zorg- en welzijnspartijen, maar ook met bijvoorbeeld schuldhulpverlening of werkgevers. Net als in hoofdstuk 6 speelt ook de sociale omgeving een belangrijke rol.
Partners: •
Woningcorporaties
•
Activa
•
AOP
•
RIBW
•
Zorgcirkel
•
SWZP
•
Prinsenstichting
•
Odion
•
Clup
•
WonenPlus Purmerend
41
42
hoofdstuk 8
Duurzaam wonen en leven
8.1 Diagnose Bij het werken aan deze Woonvisie waren alle partijen het er over eens dat duurzaamheid hoog op de agenda moet staan omdat: •
Het is van maatschappelijk belang om de behoefte aan en afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Ze worden schaars en kostbaarder - dus duurder - om te winnen, niet in de laatste plaats door de toenemende vraag van ‘nieuwe economieën’. Bovendien: de uitstoot is schadelijk voor ons (leef)milieu.
•
De voortgaande prijsstijging van fossiele brandstoffen zorgt ervoor dat energiekosten een steeds groter aandeel van de woonlasten innemen. Duurzaam wonen en leven is daarom ook van belang voor de consument die betaalbaar wil wonen. Zowel bij huur als koop geldt: investeren in energiebesparing betaalt zich terug in een lagere energierekening.
•
Het wettelijk kader stelt steeds strengere eisen aan de energieprestaties van bestaande en nieuwe woningen. Als ontwikkelaar, corporatie en gemeente moeten
Samenvatting Er wordt ingezet op bewustmaking van de bewoners, op hun eigen gedrag en keuzes. Daartoe zullen gemeente, corporaties en Stadsverwarming Purmerend voorlichting geven. Voor woningeigenaren komen duurzaamheidsleningen ter beschikking. Daarnaast zijn de strategieën gericht op de verbetering van de duurzaamheid van huurwoningen, in ieder geval bij mutatie. Wanneer er bij renovatie energetische maatregelen worden genomen, zullen afspraken worden gemaakt over de verdeling van baten en lasten tussen de huurder en verhuurder. Het isolatieniveau van zowel bestaande bouw wordt verbeterd en van nieuwbouw geoptimaliseerd. De gemeente Purmerend zal duurzaamheid ook in haar eigen bedrijfsvoering meer nadrukkelijk een plek geven.
wij daaraan voldoen. Schema 8.1: verhouding huur/energie
Bron: Nul20 (platform voor woonbeleid in de regio Amsterdam), 2009 nr. 45
43
Duurzaamheid gaat verder dan het energiegebruik. Het heeft ook
Huishoudens en bedrijven met stadsverwarming verbruiken minder
betrekking op het gedrag van burgers en bedrijven, duurzaam
fossiele brandstof dan wanneer zij ieder voor zich zouden verwarmen
materiaalgebruik en duurzaam beheer. Op het gebied van wonen
met een gasgestookte cv. Met stadsverwarming via restwarmte levert
vertaalt zich dit naar levensloop bestendig bouwen, gebouwen
Purmerend nu al een belangrijke bijdrage aan een schoner milieu en meer
die flexibel zijn qua bestemming en geschikt voor het gebruik
duurzaamheid. Ruim 60.000 inwoners en 1.000 bedrijven van Purmerend
van duurzame energiebronnen. In die zin gaat duurzaamheid ook
gebruiken stadsverwarming. Daarmee hebben zij in 2010 in vergelijking
over waardevastheid, toekomstbestendigheid. Dit kan per locatie
met HR107 cv-ketels gezamenlijk ruim 7 miljoen kubieke meter aardgas
verschillend en specifiek zijn.
bespaard, overeenkomstig een besparing van 32.756 ton CO2 en 22,5 ton NOx. SVP5 werkt aan de verbetering van het warmtenet, waardoor warmte
Een prettige woning met een goed binnenklimaat, waar duurzame
wordt bespaard en de energie-efficiëntie verder wordt vergroot. En om
energie wordt gebruikt, waar geen energie wordt verspild en waar de
de warmtelevering toekomstbestendig (niet alleen duurzaam maar ook
energierekening een zo beperkt mogelijk deel van de totale woonlasten
groen) te maken, gaat warmtebedrijf SVP zelf groene warmte opwekken.
uitmaakt. Een woning die aanpasbaar is aan de levensfase waarin je zit
Dat betekent 78% CO2-recuctie voor driekwart van Purmerend. Daarmee
en die langdurig meegaat (functioneel en technisch aanpasbaar).
wordt Purmerend de meest duurzame gemeente van Nederland.
Daarnaast moeten we ons realiseren dat het overgrote deel van ons woningbestand er al staat en een exponent is van zijn
Ook voor de portemonnee van de consument is groene warmte goed
tijd. Zowel energetisch en qua functionaliteit. Voor nieuwbouw
nieuws. Onderzoek geeft een gematigder indexering aan van groene
geldt dat in het huidige bouwbesluit de normen voor de EPC
warmtetarieven in vergelijking met van fossiele energieprijzen.
(energieprestatiecoëfficiënt) flink zijn opgeschroefd. Nieuwe woningen en voorzieningen leveren daarom ‘van nature’ al een goede energieprestatie. Wat betreft wonen en duurzaamheid valt de meeste
8.2 Ambitie
winst te halen in de bestaande woningvoorraad, zowel in vermindering
Duurzaam woonbeleid betekent dat de investeringen die we doen in
van CO2 reductie als voor de portemonnee op huishoudensniveau.
de stad waardevast moeten zijn. Dat betekent dat er een evenwicht is tussen economisch, maatschappelijk en ecologisch rendement (people,
De meeste energie die een woning gebruikt is voor warmte:
planet, profit). Economisch en maatschappelijk rendement zijn altijd al
verwarming van de ruimte en van water. Specifiek voor Purmerend is
de belangrijke overwegingen geweest bij het maken van keuzes. Het
dat zij 30 jaar geleden koos voor een duurzame voorziening in de vorm
ecologisch rendement wordt door wet- en regelgeving, politieke context
van een warmtenet.
en schaarste aan grondstoffen steeds belangrijker. Bovendien zorgt de bevolkingsopbouw er voor dat er nu een andere vraag is dan over 25 jaar.
44
5
SVP staat voor Stadsverwarming Purmerend
Dit gegeven is een belangrijke notie vóór flexibel bouwen. Ecologisch en
vooraf een duurzaamheidsafweging te maken, mede ten behoeve van de
economisch rendement op langere termijn, liggen daarom steeds dichter bij
energierekening van de toekomstige bewoners.
elkaar. Om tot een meer duurzame energiehuishouding te komen zetten we primair in op:
Door gezamenlijk op te trekken met maatschappelijke partijen kunnen
•
Efficiënter gebruik van schaarse middelen; onder andere door
de instrumenten ook effectiever worden ingezet: zo is voorlichting door
verbeteren van het isolatieniveau van woningen en het stimuleren
corporaties die heel dicht bij hun bewoners staan gemakkelijker en
van het gebruik van energiezuinige apparatuur.
doeltreffender. Datzelfde geldt voor warmtebedrijf SVP en haar klanten.
Stimuleren van energiebewust gedrag van bewoners, bedrijven en
Gemeenten hebben ook kanalen voor informatie richting eigenaar/
maatschappelijke partijen.
bewoners, media en wijkkerngroepen.
• • • •
Bij nieuwbouw: stimuleren van het (zelf of collectief) opwekken van groene stroom.
De voorlichting door gemeente, corporaties en SVP is er mede op gericht
Bij bestaande bouw: stimuleren van verbetering isolatieniveau en van
om de mensen bewust te maken van de investeringsmogelijkheden in de
het overstappen naar groene stroom.
eigen complexen of blokken. In de huursector gaan we met bewoners en
Duurzaam materiaalgebruik bij nieuwbouw en renovatie.
huurdersbelangenverenigingen in gesprek over mogelijke maatregelen, waarbij voor zowel gemeente als corporaties geldt dat de bewoners
Voor de bestaande voorraad zetten we in op het verbeteren van het
deze keuzes mede zelf maken. Dit om zorg te dragen voor een optimaal
isolatieniveau van de woningen en stimuleren van de overstap naar groene
draagvlak. Voor eigenaar-bewoners wil de gemeente Purmerend met
stroom. De belangrijkste warmtevoorziening voor deze woningen is en
name inzetten op het bereikbaar maken van duurzaamheidsinvesteringen.
blijft het stadsverwarmingsnet. Die is nu al duurzamer dan verwarming met een individuele gasketel en wordt door renovatie van het net en
8.3 Strategie
de opwek van groene warmte alleen maar beter. Daar waar renovatie
1. Eens per half jaar besteedt de gemeente middels voorlichting aandacht
of aanpassing van woningen aan de orde is, wordt aansluiting op het
aan energie-besparing in bestaande woningen en aan eventueel daarvoor
warmtenet gestimuleerd. Aansluiting van een bestaande woning op
te verkrijgen subsidies.
stadsverwarming is al gauw een energiesprong van twee stappen in het
Door gemeente, corporaties en SVP gezamenlijk zal een
energielabel. Bij renovatie wordt gestreefd naar een zelfde energiesprong.
voorlichtingsaanpak worden ontwikkeld. Via concrete tips, voorbeelden
Voor nieuwbouw zetten we in op: optimalisatie van het isolatieniveau,
en best practices communiceren we op een tastbaar niveau over
gebruik van duurzame materialen, zongericht verkavelen en het
mogelijkheden om door gedragsverandering de energierekening te
aanwenden van alternatieve energiebronnen voor stroom. Hiervoor zijn
beïnvloeden. SVP werkt aan de ontwikkeling van het programma
meerdere opties mogelijk, zoals zon en wind. We vragen ontwikkelaars om
‘Purmerend Bespaart’, waarin zij samen met onder meer corporaties,
45
installateurs en klanten gaat werken aan energiebesparing. Overstappen
4. Stimulering van het verbeteren van de energieprestatie van bestaande
naar groene stroom wordt gestimuleerd.
huurwoningen. Het verduurzamen van de huurvoorraad stuit op een aantal lastige afwe-
2. Bij ieder bouwplan van 30 woningen of meer wordt de
gingen omdat het niet makkelijk is de kosten (voor rekening van de cor-
ontwikkelende partij gevraagd om een visie op duurzaamheid, ook voor
poratie of woningbeheerder) en de baten (ten gunste van de huurder) met
de toekomstige bewoners.
elkaar te verbinden. Mutatiemomenten bieden hiervoor wel gelegenheid,
Hierbij moet worden ingegaan op de zgn. Trias Energetica. In volgorde
maar zijn weinig efficiënt. Corporaties geven er de voorkeur aan dit blok-
van belangrijkheid gelden de volgende criteria:
of complexgewijs te doen, bijvoorbeeld bij groot onderhoud. Bij mutatie
1: besparing van energie;
kan hier sprake van zijn indien de woning wordt geliberaliseerd.
2: gebruik van duurzame energie; 3: efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.
5. Heldere afspraken over baten en lasten van energetische maatregelen
Het ‘warmte, tenzij’-principe wordt gehandhaafd: nieuwe bouwwerken
bij huurwoningen.
worden aangesloten op het warmtedistributienet van Purmerend,
Er zijn verschillende instrumenten die het mogelijk maken om afspraken
tenzij dit economisch niet rendabel is (e.e.a. conform de gemeentelijke
te maken over verdeling van baten en lasten tussen huurder en verhuur-
bouwverordening). Er wordt op project- en gebiedsniveau een nadere
der bij energetische maatregelen. Een voorbeeld daarvan is de Woon-
verkenning uitgevoerd naar mogelijkheden voor collectieve dan wel
lastenwaarborg van de Woonbond en Aedes. Huurdersverenigingen en
individuele opwek van groene stroom bij nieuwbouwprojecten.
corporaties gaan hierover in gesprek.
3. Voor koopwoningen worden duurzaamheidsleningen beschikbaar
6. Gemeente Purmerend geeft het goede voorbeeld.
gesteld.
Energiekosten voor de gemeente betekent indirect ook lasten voor de
Duurzaamheidsleningen bieden de mogelijkheid tegen aantrekkelijke
burger. Bij de stichting of renovatie van openbare gebouwen zal de
voorwaarden te investeren in de energieprestatie van een woning.
gemeente duurzaamheid ook meer nadrukkelijk bij de afweging betrek-
Terugbetaling vindt plaats vanaf het moment dat deze investeringen,
ken. Zoals het afwegen van de mogelijkheid van het zelf groene stroom
in de vorm van een lagere energierekening, zijn vruchten reeds heeft
opwekken. Bij nieuwbouw, renovatie en (kantoor)inrichting wordt gebruik
afgeworpen. De particulier heeft hierbij zelf de regie wat betreft de
gemaakt van duurzame materialen en energiezuinige apparatuur.
maatregelen. De regeling kent een grote gelijkenis met de starterslening qua rente- en aflossingsvoordelen. Woonvisie deel B zal de mogelijkheid tot het verstrekken van duurzaamheidsleningen verder worden verkennen en uitwerken.
46
8.4 Partners en samenwerking De paragraaf duurzaamheid is opgesteld in aansluiting met het milieubeleidsplan van de gemeente Purmerend. De gemeenteraad van Purmerend heeft een KOP-groep geformeerd die zich buigt over duurzaamheid. Het beleid geformuleerd in deze Woonvisie wordt hierin meegenomen. De mogelijkheden voor verduurzaming van de energiehuishouding in woningen worden door gemeente en corporaties, in intensieve samenwerking met marktpartijen, opgepakt. Uiteraard vormt SVP hierbij een belangrijke partner. We betrekken actief bewoners en bewonersorganisaties bij het verkennen van de mogelijkheden tot verduurzamen van de woningvoorraad en het aanzetten tot gedragsverandering. Via de wijkkerngroepen kan de communicatie, bijvoorbeeld over de duurzaamheidsleningen, vormgegeven worden.
Inzetten op duurzaamheid is goed voor het milieu én De portemonnee
47
48
hoofdstuk 9
Naar een Actie programma
9.1 Van intenties tot realisatie In de voorgaande hoofdstukken is de visie geschetst op basis waarvan Purmerend haar woonfunctie de komende jaren wil invullen. Een Woonvisie heeft pas zeggingskracht als de visie ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Daarom wordt na de vaststelling van de Woonvisie deel A door de gemeenteraad van Purmerend en de betrokken corporaties, het voorjaar van 2012 gebruikt om van visie tot concrete afspraken te komen. Deze afspraken worden vastgelegd in deel B van de Woonvisie waarna we van start kunnen met de feitelijke uitvoering ervan.
9.2 Vijf opgaven In deze Woonvisie staan 5 maatschappelijke opgaven centraal. Per opgave zal er een groep betrokken partijen zich hard maken voor de uitwerking en uitvoering. Hierbij doen we een beroep op de mensen die tijdens de verdiepingssessies hebben aangegeven een rol te willen spelen bij de verdere uitwerking van ideeën. Elke opgave vraagt om een ander traject om tot afspraken te komen. In sommige gevallen zijn er nog diverse stappen te zetten voordat het gerealiseerd kan worden, zoals bijvoorbeeld bij het leefbaarheidsfonds. In andere gevallen kunnen al snel concrete resultaten geboekt worden, zoals bij het labelen van woningen voor starters. Per opgave kan er daarvoor een eigenstandig proces worden ingericht. Het projectteam dat de begeleiding van deel A op zich heeft genomen, vervult ook bij de opstelling van deel B een centrale rol. Het gaat om: •
coördinatie van het proces voor deel B
•
monitoren van de voortgang van de aanjaagteams
•
verzamelen eindresultaten van de aanjaagteams en vertaling ervan in deel B
•
bestuurlijke afstemming via het bestuurlijk overleg tussen gemeente en corporaties
•
informeren van de raad over de voortgang en uitkomsten van het traject
49
9.3 Actieprogramma’s Per maatschappelijke opgave is er een trekker/aanjager benoemd, die zich buigt over de verschillende acties. Hij/zij initieert wat en wie nodig zijn om die doelen te bereiken, en draagt zorg voor een planning. In dit ‘team’ worden de deelopgaven uitgewerkt, gegeven het gestelde in de visie. De trekker initieert en is niet perse belast met de uitvoering van de acties. Het streven is juist om zorg te dragen voor een brede betrokkenheid op de uitvoering van de Woonvisie. Elk actieprogramma bestaat uit: •
Een concrete planning van de te zetten stappen tot aan de realisatie van het betreffende onderdeel van de Woonvisie.
•
Een overzicht van de bij de uitvoering betrokken partijen en de taken die zij op zich nemen bij de uitvoering
•
Een overzicht van het benodigde budget of de te verwachten kosten en een toelichting van welke partijen deze kosten zullen dragen.
De aanjaagteams zijn zelf verantwoordelijk voor de totstandkoming van hun actieprogramma: het betrekken van andere partijen, het concretiseren van de doelen en de wijze van monitoring. Van belang is ook om aan te geven wat de rol kan zijn voor de bewoners/huurders bij de deelopgaven. In bovenstaande visie liggen diverse acties besloten. In onderstaand schema hebben we de acties gegroepeerd naar doel/doelgroep, onder verwijzing naar de maatschappelijke opgave. In deel B komen we met procesvoorstellen ten behoeve van diverse acties.
50
Actieprogramma Woonvisie
Een aansprekende woningvoorraad
Iedereen op de juiste plek
Een prettige woonomgeving
Ruimt voor doelgroepen
Duurzaam wonen en leven
Acties voor jongeren en starters Vraaganalyse jongerenwoningen
X
Labelen van woningen voor jongeren en starters
X
Experimenten met studentenwonen
X
Experimenteren met (tijdelijke) jongerencontracten
X
Onderzoeken mogelijkheden koopstimulering
X
Maatschappelijk vastgoed omzetten naar jongerenhuisvesting
X
Acties gericht op investeringen in de stad Inventarisatie ruimte voor en behoefte aan eigen bouw in de gemeente
X
Ondersteuning projecten Wonen boven winkels in het centrum
X
X X
Woonwagenbeleid Acties gericht op Leefbaarheid en samen leven Realiseren gezamenlijk leefbaarheidsfonds
X
51
Actieprogramma Woonvisie
Een aansprekende woningvoorraad
Iedereen op de juiste plek
Een prettige woonomgeving
Ruimt voor doelgroepen
Duurzaam wonen en leven
Acties ten behoeve van kwetsbaren in de samenleving Voortzetting tweede kansbeleid/ voorkomen dakloosheid
X
Afspraken vroegsignalering betaalproblemen in de koopsector
X
Evaluatie pilot nachtopvang
X
Maatwerkoplossingen daken thuislozen
X
Uitvoering masterplan wonen met zorg I en II w.o. Opplussen woningen
X
Gestapelde nieuwbouw standaard drempelvrij en met electrische deuren
X
Zorgwoningen in voorzieningrijke omgeving
X
Procesondersteuning voor eigen initiatieven zorgwonen
X
Levensloopbestendig bouwen
X
Acties gericht op duurzaamheid
52
Stimuleren energiebewust gedrag en kennisvergroting door voorlichting
X
Meewegen duurzaamheid bij aanbesteding
X
Introductie duurzaamheidsleningen
X
Verduurzamen woningen bij liberalisering
X
Uitwerken woonlastenwaarborg i.g.v. energiebesparende maatregelen
X
Actieprogramma Woonvisie
Een aansprekende woningvoorraad
Iedereen op de juiste plek
Een prettige woonomgeving
Ruimt voor doelgroepen
Duurzaam wonen en leven
Acties gericht op doorstroming Verkoop van bestaande huurwoningen
X
Bevordering doorstroming naar duurdere huurwoningen
X
Afspraken over liberalisering/ middeldure huurwoningen
X
Stimuleren diversiteit bij nieuwbouwprojecten
X
Bestrijden woonfraude en invoering bestuurlijke boete
X
9.4 Planning deel B De uitwerking van deel A van de Woonvisie in een actieprogramma start direct na vaststelling van deel A. Initiatiefnemers zijn corporaties en gemeente. Deel B is in de tweede helft van 2012 gereed.
53
Bijlage 1: Samenstelling projectgroep Deze Woonvisie is tot stand gekomen onder leiding van een projectgroep bestaande uit: Josée Driessen
SWZW
Bart Nootebos
gemeente Purmerend
George van der Laan
huurdersvereniging Over en Wheer
Walther Kocken
makelaar
Mary Weeda
IntermarisHoeksteen
Han Leurink
Wherestad
Edith Abbring
Wooncompagnie
Willem van Wetten
gemeente Purmerend
Milou van Putten
gemeente Purmerend
Fred Bouwman
gemeente Purmerend
De projectgroep is ondersteund door Boukje Keijzer en Honny de Gucht van B&A Consulting.
54
Bijlage 2: Begrippenlijst
55 jaar of ouder en dat ze binnenshuis gelijkvloers zijn (danwel op de woonverdieping naast de woonkamer beschikken over een bad- en
AOP:
slaapkamer)
Algemene Opvang Purmerend RIBW: Dure huurwoningen:
Regionale Instelling voor Begeleid Wonen
Huurwoningen of appartementen met een huur hoger dan €850,Scheefwonen: Europese inkomensnorm:
Het huren van een sociale huurwoning met een huurprijs die relatief laag
De inkomensgrens tot welke woningbouwcorporaties 90% van hun
is in verhouding tot het inkomen
bezit dienen toe te wijzen Sociale huurwoningen: Jongeren:
Een woning met een huur onder de liberalisatiegrens, de grens tot waar
Conform het convenant Woonruimteverdeling een jongere
men huursubsidie zou kunnen ontvangen (per 1-1-2012 € 664,08)
(woningzoekende) tot 26 jaar Starter: Koopstimulerende maatregelen:
Een woningzoekende die geen zelfstandige woning achterlaat
maatregelen om de koop van een woning financieel mogelijk te maken voor kopers wiens inkomen niet geheel toereikend is
Starterslening: Een aanvullende lening bovenop een reguliere hypotheek met een
Middeldure huurwoningen:
gunstig rente- en aflossingsregime
Woningen of appartementen met een huurniveau net boven de liberalisatiegrens tot ca. € 850,-
Startersrentelening: Regeling waarbij de corporatie een deel (20%) van de maandelijkse
Mutatie:
hypotheekrente voorschiet, waarbij de koper dit pas later hoeft
Een huurwoning die van huurder wijzigt
terug te betalen
Ouderwoning:
Woningwaarderingsstelsel: De methode waarmee in Nederland de huur-
voor ouderenwoningen geldt dat ze zijn bestemd voor mensen van
commissie de redelijkheid van de huurprijs van een woning kan bepalen
55
www.purmerend.nl