LEUVEN KLIMAATNEUTRAAL 2030 KLIMAATACTIEPLAN JAAR 2014 Organisatie AGSL Vertegenwoordigd door Mohamed Ridouani Hoedanigheid Voorzitter Raad van Bestuur Datum 18/11/2014 (goedgekeurd door Raad van Bestuur)
Met voorliggend document, wordt het doorgedreven engagement aangetoond van AGSL in haar actieve bijdrage tot de duurzame ambitie van Leuven om tegen 2030 een klimaatneutrale stad te zijn. Met voorliggend document wordt eveneens aangegeven dat AGSL zich ertoe verbindt haar impact op de CO2-uitstoot stelselmatig, jaar na jaar, te verkleinen.
1. DOELSTELLINGEN VAN DIT KLIMAATACTIEPLAN a. Missie en doelstellingen van het AGSL Als autonoom gemeentebedrijf vormt het AGSL, in de terminologie van het Gemeentedecreet, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, d.i. een dienst met een eigen rechtspersoonlijkheid die door de gemeente wordt opgericht en die belast is met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Vanuit zijn taakstelling inzake beleidsuitvoering kan het tevens betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding. De stad heeft het AGSL opgericht met als maatschappelijk doel, vastgelegd in de statuten: 1° het coördineren van gebiedsontwikkelingen en van aan onderstaande doelstellingen verwante beleidsprogramma’s van de stad Leuven; 2° het ontwikkelen van stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten in Leuven; 3° het voorbereiden en het uitvoeren van een stedelijk grond- en pandenbeleid; 4° het afhandelen van de vastgoedtransacties voor rekening van de stad Leuven en van aan de stad Leuven verbonden rechtspersonen; 5° het beheren en het valoriseren van het openbaar en het privaat domein van de stad Leuven en van het vastgoed van aan de stad Leuven verbonden rechtspersonen; 6° het verlenen van facilitaire diensten aan de stad Leuven en aan aan de stad Leuven verbonden rechtspersonen; 7° het werven en beheren van de middelen uit subsidieprogramma’s met doelstellingen inzake stadsvernieuwing en –ontwikkeling en vastgoed; 8° het verlenen van aan de hogervermelde doelstellingen verwante beleidsvoorbereidende adviezen, studies en andere diensten aan de stad Leuven en aan aan de stad Leuven verbonden rechtspersonen. De missie of bestaansreden van het AGSL kan dan ook kort worden samengevat als volgt: ‘Het AGSL geeft in de eerste plaats uitvoering aan de stedelijke beleidsdoelstellingen door het coördineren en het initiëren van projectmatige ingrepen in de fysieke ruimte. Dankzij de opgebouwde know-how vervult het bij uitbreiding een spilfunctie in het stedelijk vastgoedbeleid en -beheer. Het beschikt daarbij over de operationele
1
autonomie om soepel en bedrijfsmatig te werk te gaan. Daardoor kan het zich vlot bewegen in een marktomgeving en haar opdracht zo efficiënt mogelijk vervullen.’ AGSL is met andere woorden in het leven geroepen om te investeren in een kwalitatieve stedelijke ruimte om te wonen, te werken, te leven en te ontspannen en om een alternatief te bieden voor suburbanisatie en stadsvlucht. Het stedelijk model is namelijk één van de meest optimale woonmodellen waarbij energie, mobiliteit etc. op een zeer efficiënte manier kunnen worden ingezet en er dus ook veel uitstoot kan vermeden worden in vergelijking met een meer verspreide suburbane of landelijke woonomgeving. AGSL als ontwikkelingsbedrijf draagt dus alleen al door haar bestaansreden bij aan een reductie van broeikasgasemissies door het aanbieden van stedelijke woningen, gronden en gebouwen. Door bovendien nog eens specifiek in te zetten op verdichting in bestaande gebieden en het ontwikkelen van brownfield gebieden kunnen nog onaangeroerde groene gebieden behouden blijven en krijgen vervuilde en onherbergzame stadssites opnieuw een meer groene invulling. In die zin dragen de projecten van AGSL ook hun steentje bij in de adaptatie van de gevolgen van klimaatverandering. Binnen deze ontwikkelingen engageert het AGSL zich bovendien om haar projecten steeds een duurzaam karakter te geven dat verder gaat dan het wettelijke karakter. Hoewel bepaalde projecten buiten de scope 1 en 2 van het AGSL vallen (vb. koopwoningen die voor derden worden gerealiseerd), hebben deze projecten toch een stimulerend en sensibiliserend karakter naar de bevolking toe. Door deze duurzame projecten aan te bieden, worden mogelijks meer mensen overtuigd om in dit type van projecten in te stappen en worden zo indirect ook broeikasgasemissies vermeden. Aangezien dit actieplan zich vooral beperkt tot het grondgebied Leuven en een bijdrage van een organisatie vooral in scope 1 en 2 wordt gesitueerd, kan dit actieplan op het eerste zicht de indruk wekken dat het AGSL –door het ontwikkelen van bijkomende projecten- eerder extra broeikasgassen in de “Leuvense lucht” stuurt dan dat het broeikasgassen reduceert. Door middel van deze introductie willen we echter ook duidelijk maken dat door het ontwikkelen van deze projecten in Leuven er zowel in Leuven als elders op deze planeet ook behoorlijk wat emissies worden vermeden, dat we ook bijdragen aan een adaptief milieu en dat de nettobalans van die oefening – weliswaar over de grenzen van Leuvens grondgebied en scopes heen - wel degelijk positief is. b. Engagement Met dit engagement draagt AGSL wezenlijk bij in de reductie van klimaatverstorende broeikasgassen, zoals CO2, door een aangepast beleid/aanbod naar activiteiten, producten, diensten, investeringen, uitrustingen,.. van eigen medewerkers, klanten, leveranciers, .. en/of andere betrokkenen te garanderen. Hieraan worden verbetertrajecten gekoppeld binnen één of meerdere van de gedefinieerde thema’s : energie, gebouwen, mobiliteit, consumptie en natuur&landbouw.
c. Ambitie De concrete ambitie van AGSL voor 2014 en de volgende jaren bestaat erin om te streven naar een sterke reductie van de eigen CO2-impact; deels door eigen inspanningen op vlak van energieverbruik en verbruik van goederen, maar door de aard van haar activiteiten vooral ook door het faciliteren van inspanningen door derden.
2
Voor de daaropvolgende jaren* kunnen de ambities als volgt worden omschreven : * In onderstaande beschrijving wordt aangegeven wanneer deze acties uitgevoerd zullen zijn (tijdstip einde van de actie). Dit in tegenstelling tot hoofdstuk 5 waar wordt aangegeven wanneer de actie wordt opgenomen. Vandaar dat de timing in beide hoofdstukken voor eenzelfde actie soms verschillend is.
Korte termijn Tegen 2017 streeft de organisatie er in grote lijnen naar om in eerste instantie een intern duurzaamheidsbeleid uit te werken en te implementeren dat een kader creëert waarbinnen de uitvoering van de vernoemde acties in hoofdstuk 5 mogelijk wordt. Zo zal AGSL zich buigen over: • het uitwerken en de implementatie van een mobiliteitsbeleid, zowel voor dienstverplaatsingen, woon-werkverplaatsingen als voor verplaatsingen van 3e partijen in functie van opdrachten voor het AGSL (door afdeling administratie i.s.m. facilitair beheer, zie pagina 21 en 27); • het uitwerken en de implementatie van een ‘consuminder’-beleid op de werkvloer, zowel bij het personeel van AGSL als bij de gebruikers van de dienstencentra (door afdeling administratie i.s.m. facilitair beheer, zie pagina 30-31); • het uitwerken van een sensibilisatietraject binnen het AGSL om alle personeelsleden van AGSL in de loop van 2014, 2015 en 2016 blijvend te informeren over en te herinneren aan hun rol in dit actieplan (door alle afdelingen); • de evaluatie van het bestaande aankoopbeleid voor: o aankoop groene stroom in dienstencentra en de rest van het patrimonium in beheer van AGSL (door afdelingen facilitair beheer en vastgoed, zie pagina 22); o aankoop diensten en goederen (door afdeling administratie en facilitair beheer, zie pagina 31). Bovendien stelt het AGSL als prioritaire doelstelling voorop om een gefundeerd duurzaamheidskader op te zetten waarbinnen de toekomstige bouw- en vastgoedprojecten kunnen afgetoetst worden (door afdeling projecten, zie pagina 18 en 25). Voorts worden een aantal lopende concrete projecten reeds op korte termijn opgeleverd, zoals de renovatie van de Abdij van Park (door afdeling vastgoed, zie pagina 14-15). Binnen deze zelfde termijn zal het AGSL een ‘ruimteruilplatform’ opzetten (samenwerking tussen directeur en afdeling vastgoed en facilitair beheer, zie pagina 32). Tot slot zal AGSL waardevolle initiatieven van burgers en private organisaties ondersteunen om bestaand groen beter te benutten en in te zetten als ontmoetingsplaatsen binnen buurten (door afdeling projecten, zie pagina 29).
Middellange termijn Tegen 2020 streeft de organisatie er in grote lijnen naar om haar bestaand patrimonium in (beheers)portefeuille energetisch te optimaliseren, waar nodig in samenwerking met de eigenaars van het patrimonium (stad Leuven, OCMW…): • Over alle dienstencentra in beheer van AGSL wordt een reductie van 30% in energie beoogd tegen 2020 (door afdeling facilitair beheer, voor alle maatregelen om deze doelstelling te bereiken, zie pagina 15-17); • Op de site van de Abdij van Park wordt een proefproject uitgewerkt omtrent recuperatie van restwarmte i.s.m. stad Leuven (door afdeling vastgoed, zie pagina 22)
3
•
Screenen van haar bestaande patrimonium (tijdelijk patrimonium in afwachting van een projectontwikkeling) op ingrepen die de uitstoot van broeikasgassen moeten reduceren en het potentieel voor opwekking van hernieuwbare energie (door afdeling projecten en vastgoed, zie pagina 17).
Op middellange termijn onderzoekt het AGSL bovendien ook nog welke onbebouwde percelen van de groep Leuven kunnen ingezet worden voor: • diverse aanplantingen, agrarisch nut of groencompensatie voor projecten en ontbossing in het kader van projecten elders in de stad Leuven (door afdeling vastgoed, zie pagina 29); • het ter beschikking stellen aan derde partijen voor het winnen van energie uit alternatieve energiebronnen (door afdeling vastgoed, zie pagina 25). Voorts worden een aantal lopende concrete projecten op middellange termijn gerealiseerd en opgeleverd: • de realisatie van bouwproject Klein Rijsel, waarbij naast strengere EPB-normen recent ook nog extra duurzaamheidsmaatregelen (zonnepanelen en groen dak) zijn opgenomen in het dossier (door afdeling projecten, zie pagina 17 en 22); • de realisatie van het gemeenschappelijk eco-woonproject Geldenaaksebaan (door afdeling projecten, zie pagina 32) Op middellange termijn zal het AGSL het ‘ruimteruilplatform’ operationeel beheren en verder laten uitgroeien (door afdeling vastgoed en facilitair beheer, zie pagina 32). Tegen 2020 zet het AGSL tot slot een structuur op om huurders en (potentiële) kopers van vastgoed dat door het AGSL gevaloriseerd wordt, te sensibiliseren om hun woning duurzaam te bewonen, te bouwen of te renoveren. Hiervoor worden onder meer volgende taken opgenomen (door afdeling vastgoed, zie pagina 24): • In het kader van de valorisatie van het stadspatrimonium wordt het potentieel van het vastgoed als voorbeeldproject voor duurzame renovatie mee in rekening gebracht; • AGSL start een proefproject waarin aan kopers een renovatieplicht wordt opgelegd; • AGSL onderzoekt of het een faciliterende rol kan opnemen naar huurders toe in de vorm van energie-audits, monitoring van het energieverbruik, informeren over het gebruik en de energetische aspecten van hun woning…
Lange termijn Tussen 2020 en 2030 streeft de organisatie er in grote lijnen naar om alle projecten die nog moeten worden opgestart (vb. Appartementen West, Klein Rijsel fase 2, hallen 4/5, Oude Diestsesteenweg, valorisatie stadspatrimonium, vastgoedtransacties…) in de geest van LKN2030 te ontwikkelen met als doel hun impact op het klimaat te minimaliseren en de gevolgen van klimaatverandering te ondervangen. Hiervoor kunnen de afdelingen beroep doen op het duurzaamheidskader dat op korte termijn door de afdelingen projecten en vastgoed zal worden opgesteld en regelmatig zal worden bijgesteld (alle afdelingen, zie pagina 18, 25 en 28). AGSL zal het bestaande patrimonium (permanent patrimonium, exclusief dienstencentra en Abdij van Park) van groep Leuven screenen op ingrepen die de uitstoot van broeikasgassen moeten reduceren en het potentieel voor opwekking hernieuwbare energie (door afdeling projecten en vastgoed, zie pagina 22). AGSL onderzoekt de mogelijkheden tot optimalisatie van de energiehuishouding op de grotere sites (zoals vb. de Philips-site) (door afdeling vastgoed, zie pagina 25).
4
In voorliggend klimaatactieplan worden de acties zo concreet mogelijk opgesomd, teneinde een heldere, zuivere en onderbouwde communicatie, monitoring en voortgangsreportage te verzekeren.
d. Algemene strategie Bij het realiseren van deze ambitie zet AGSL in op zowel quick wins (korte termijn) als op lange termijnacties.
De verantwoordelijke voor het bewaken en uitwerken van de algemene strategie is : Marc Bauwens, algemeen directeur De ervaring en kennis van deze persoon met betrekking tot de klimaatuitdaging bestaat uit : Lid van de begeleidingscommissie voor de oprichting van de vzw LKN2030 Plaatsvervangend lid van Raad van Bestuur van LKN2030 Algemeen directeur van AGSL
5
2. ORGANISATIE EN FINANCIELE ASPECTEN a. Organisatie Een succesvol klimaatbeleid vergt een groot intern draagvlak. Het klimaatbeleid dient verankerd te zijn binnen het management. Deze verankering wordt als volgt verzekerd : Op beleidsniveau werd het mandaat van AGSL om actief mee te werken aan de doelstelling Leuven Klimaatneutraal 2030 verankerd in de beheersovereenkomst die voor de periode 2014-2019 tussen stad Leuven en AGSL werd opgesteld. Bovendien wordt het klimaatactieplan van AGSL goedgekeurd en jaarlijks geëvalueerd door het directiecomité en de Raad van Bestuur van AGSL. Op organisatorisch niveau wordt ‘duurzaam denken’ in het algemeen en ‘Leuven Klimaatneutraal 2030’ ook verankerd in de organisatie. Zo heeft AGSL de LKN2030 coördinator en medewerkers opgenomen in haar structuren als bijdrage aan de goede werking van de cel vzw LKN 2030. Beiden hebben een dubbele rol, namelijk de organisatie van de vzw alsook het projectmanagement van complexe stadsprojecten van de stad Leuven en het AGSL. AGSL kan dus in de eerste plaats al rekenen op expertise en bijstand van bovenstaande cel LKN 2030. Intern wordt LKN 2030 en duurzaam bouwen in het algemeen opgenomen en gecoördineerd door een projectbeheerder binnen de afdeling projecten en uitgedragen in de organisatie in de vorm van een afdelingsoverschrijdende werkgroep. Deze werkgroep heeft onder meer volgende doelstellingen: • Opbouw basisexpertise inzake duurzame stadsontwikkeling • Afdelingsoverschrijdende thema’s te behandelen • Opmaak visie inzake duurzaamheid voor AGSL • Ondersteuning van de verschillende afdelingen inzake duurzame stadsontwikkeling • Opmaak, monitoring en bewaking van het actieplan LKN 2030 • Opmaak communicatieplan inzake duurzame stadsontwikkeling binnen AGSL • Alle input, output en projecten te bundelen en te rapporteren aan besturen, vzw… • Ondersteuning van de vzw (ondersteunende actie): o AGSL is lid van Leuven Klimaatneutraal, neemt actief deel aan de verschillende organen van de vzw en neemt actief deel aan de voorbereiding en taken die binnen de projectorganen worden vastgelegd (AV, RvB, DC en projectcellen) o AGSL is bestuurder van de vzw LKN 2030 en levert de voorzitter van de RvB van de vzw • Medewerking aan onderzoeksprojecten die onderzoek voeren naar maatregelen die klimaatneutraliteit faciliteren (ondersteunende actie) • Oprichting van een structurele overlegstructuur tussen AGSL en de afdeling duurzaamheid van de stad Leuven om ervoor te zorgen dat expertises gecombineerd kunnen worden, gelijke visies worden gevormd,…
6
b. Werknemers Het bepalen van het juiste aantal VTE’s of voltijdse equivalenten is belangrijk voor de berekening van de relatieve verbruiken. De volgende categorieën worden opgenomen : - werknemers die permanent in dienst zijn en voltijds werken; - werknemers die permanent in dienst zijn maar slechts parttime werken; - werknemers die voltijds werken maar slechts tijdelijk in dienst zijn. Het belangrijkste criterium voor het bepalen van het aantal VTE’s is het hebben van een contract bij de eigen organisatie. Daarnaast kunnen ook volgende categorieën worden opgenomen : - externe gecontracteerde werknemers die tewerkgesteld worden binnen de eigen gebouwen; - gecontracteerde werknemers die in het buitenland werken voor de eigen organisatie met toegang tot het eigen netwerk; - consultanten. Aantal werknemers : 22 VTE’s Aantal werknemers betrokken bij de uitvoering van het eigen klimaatbeleid : 22 VTE’s
c. Financiële aspecten Om de gestelde ambities/doelstellingen voor 2014 daadwerkelijk te verwezenlijken, worden volgende financiële engagementen aangegaan / beloningsmechanismen uitgewerkt : Op korte termijn (tegen 2017) wordt er vooral ingezet op het uitwerken van een beleid en sensibilisatie binnen AGSL waarvoor vooral de nodige mankracht moet worden vrijgemaakt, eerder dan financiële budgetten. Wel wordt er jaarlijks een budget van 20.000euro (incl. btw) voorzien voor ondersteuning door externe experten bij de opmaak van een duurzaam beleidskader binnen het AGSL. In het kader van de dienstverplaatsingen worden volgende budgetten voorzien: • Voor het blue-bike abonnement wordt vanaf 2015 jaarlijks een abonnementskost voorzien van 130euro • Voor de verplaatsingen met het openbaar vervoer wordt jaarlijks een budget van 40 verplaatsingen x 2 (heen en terug) x 8euro (railpass prijs per rit) = 640euro voorzien Voor de woon-werkverplaatsingen voorziet het AGSL jaarlijks volgende budgetten: • Abonnementen openbaar vervoer (De Lijn en NMBS): 7.250euro • Fietsvergoedingen: 1.800euro Voor de inspanningen in de dienstencentra die in 2013 werden geleverd werd een budget van 20.644,08euro (incl. btw) aangewend. Voor de inspanningen die van 2014 tot 2020 geleverd worden in de dienstencentra om het energieverbruik te reduceren en te monitoren worden in de volgende budgetupdates in BBC getracht gemiddeld volgende budgetten (excl. btw) te voorzien:
7
Dienstencentra Energieopvolging Maatregelen Totaal
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 TOTAAL € 5.492,69 € 10.575,08 € 10.733,71 € 10.894,71 € 11.058,13 € 11.224,01 € 11.392,37 € 71.370,71 € 18.075,00 € 43.150,00 € 33.723,38 € 34.229,23 € 34.742,66 € 35.263,80 € 35.792,76 € 234.976,83 € 23.567,69 € 53.725,08 € 44.457,08 € 45.123,94 € 45.800,80 € 46.487,81 € 47.185,13 € 306.347,54
Voor het plaatsen van zonnepanelen op het dak van het woonproject Klein Rijsel wordt een extra budget van 167.400euro (incl. btw) voorzien. Voor de inspanningen die AGSL op middellange en lange termijn zal leveren zullen de verschillende beheerders moeten bekijken of deze inspanningen extra budget vereisen. Indien zo, zullen de extra budgetten voorzien worden in de beleids- en beheerscyclus. Deze budgetten zullen inherent zijn aan het project en moeten dus op maat gebudgetteerd worden. Aangezien het merendeel van de toekomstige projecten nog niet voldoende is uitgewerkt, is het niet mogelijk om hiervoor in dit actieplan al ramingen aan te leveren.
8
3. KWALITATIEVE KPI’S Kwalitatieve KPI’s maken het mogelijk om de totale uitstoot tussen verschillende jaren in perspectief te plaatsen. Een bedrijf of instelling kan steeds beslissen om uit te breiden of afdelingen af te stoten. Op het eerste gezicht lijkt de absolute uitstoot dan toegenomen of afgenomen te zijn, wat uiteraard een vertekend beeld oplevert. Het delen van de uitstoot door specifieke indicatoren maakt het voor elk bedrijf of instelling mogelijk om zijn inspanningen te vergelijken met kleine of grote sectorgenoten. Let wel! Klimaatsverandering staat wel degelijk in verband met de absolute CO2 uitstoot. Ons huidig CO2 budget beslaat 800 GigaTon om de temperatuurstijging onder de 2 graden te houden. Aan huidig tempo hebben we nog 20 jaar te gaan, tenzij we onze absolute emissies drastisch beginnen terug te dringen. Vb. De KULeuven zou zijn uitstoot in Ton CO2 per ingeschreven student kunnen uitdrukken. Interne uitbreidingen worden dan door deze factor gecorrigeerd.
Niet - Limitatieve lijst Kwalitatieve KPI’s • • • • • •
Landgebruik in m² bebouwd gebied en verharde oppervlakken ……………… / n.v.t. Aantal studenten Aantal hectoliters geproduceerd Aantal busreizigers vervoerd Aantal producten/diensten geleverd …..
Voor AGSL: • Netto ontwikkelde m² • Aantal gebruikers/inwoners
9
4. NULMETING AGSL beschikt over een nulmeting voor het referentiejaar 2012*;; met andere woorden; de referentiewaarden waartegen de nieuwe waarden zullen worden vergeleken zijn gekend. * 2012 werd als nulmeting gekozen aangezien er vanaf 2013 reeds aanzienlijke inspanningen zijn geleverd, vooral inzake energetische optimalisatie in de dienstencentra. Deze inspanningen van het AGSL in 2013 worden mee opgenomen als ‘acties die al gaande zijn’.
In theorie zijn de e referentiewaarden beperkt tot waarden die voortkomt uit scope 1 & 2 en zijn samengesteld voor activiteiten die in 2012 al lopende waren en waarbinnen effectief een reductie in CO2-uitstoot uitstoot kan gerealiseerd worden. worden •
• •
Interne werking: o Kilometers dienstverplaatsingen met de wagen in 2013 (aangenomen (aangenom dat dit hetzelfde is als 2012): 2012 34 dienstverplaatsingen met een gemiddelde verplaatsing van 48,6 km, of een totale afstand op jaarbasis van 1.653km. Parkabdij: o Totaal energieverbruik van de site in 2012 is gekend door stad Leuven (niet AGSL) Dienstencentra: o Energieverbruik van het stadskantoor in 2012: Elektriciteit: 1.067.806kWh (100% groene stroom) Gas: 843.252kWh 843.252 o Energieverbruik van het politiehuis in 2012: Elektriciteit: 1.199.641kWh (100% groene stroom) Gas: 1.064.307kWh 1.064.307 o Energieverbruik van de Girafant in 2012 (opgelet: slechts gedeeltelijk in gebruik in 2012): 2012) Elektriciteit 145.836,37kWh (100% groene stroom) Elektriciteit: Gas: 270.560kWh 270.560 o Koelgassen binnen de dienstencentra:
Hierbij moet echter een belangrijke opmerking gemaakt worden: Elk van bovenstaande CO2-emissies emissies zijn ook reeds opgenomen in de nulmeting van de stad Leuven omdat: • Het AGSL gebruik maakt van het wagenpark van de stad Leuven 10
• •
De parkabdij op moment van nulmeting nog in erfpacht is bij de stad Leuven (en zij een geconsolideerde nulmeting doen over het patrimonium groep Leuven waaruit het niet mogelijk is om gegevens over 1 site te isoleren) De dienstencentra mee opgenomen zijn in de energiestudie van de stad Leuven (door Eandis) en de uitstoot, veroorzaakt in de dienstencentra, dus ook mee opgenomen zijn in de geconsolideerde nulmeting van de stad Leuven, waaruit het niet mogelijk is om gegevens over 1 site te isoleren.
Om dubbeltellingen met het actieplan van de stad Leuven te vermijden, dienen alle inspanningen die in bovenstaande domeinen geleverd worden, dan ook afgetrokken te worden van de nulmeting in het jaar 2010 van de stad Leuven. Hiervoor is de nodige coördinatie tussen AGSL en stad Leuven vereist. Bijgevolg moet het actieplan van AGSL altijd samen met dat van de stad Leuven bekeken worden en situeert de impact van het AGSL zich vooral in ‘kwalitatieve acties’ (sensibilisatie, faciliteren, coördineren, adaptatie…) in plaats van kwantificeerbare acties.
11
5. GEPLANDE ACTIES EN MAATREGELEN Met betrekking tot de toelichting van de acties en maatregelen die AGSL heeft gepland, is het essentieel in het kader van de reductie-ambitie in CO2-uitstoot, dat deze maximaal worden gekwantificeerd. De hieronder mee te geven acties en maatregelen worden daarom zoveel mogelijk uitgedrukt in te vermijden kilometers, verbruiken, …
Doelstellingen en streefdoelen dienen, voor zover mogelijk, meetbaar te zijn en kunnen daartoe het beste volgens het SMART-principe worden geformuleerd: - Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch -
- Tijdgebonden -
Elke doelstelling heeft betrekking op een enkele kwestie; Elke doelstelling wordt uitgedrukt in een cijfer of percentage; Een doelstelling is acceptabel en haalbaar; Een doelstelling stelt hoge eisen en is een motor van continue verbetering, maar is niet overdreven ambitieus. Zodra een doelstelling is gehaald, kan ze altijd naar boven worden bijgesteld. Er wordt een deadline gesteld aan het bereiken van een doelstelling.
Acties en initiatieven worden beschreven, gelinkt aan een verantwoordelijke persoon en noodzakelijke middelen, gelinkt aan een referentiepunt en een einddoel met tussentijdse monitoring van vooruitgang.
Eventuele gerelateerde, sprekende documenten kunnen in bijlage worden toegevoegd. Bvb. Bron van het cijfermateriaal Kwaliteit van het cijfermateriaal Berekeningswijzen, aannames en gehanteerde formules Initiatieven ter verbetering van de metingen Relevante beleidsdocumenten Formele, klimaatgerelateerde engagementsverklaringen …
Niet-relevante onderdelen krijgen de vermelding ‘niet van toepassing’.
12
A.
Scope 1 en 2 emissies
De scope 1 & 2 emissies zijn ‘in-huis’ ‘in emissies. Dit wilt zeggen dat de emissies worden veroorzaakt binnen de eigen organisatie. Scope 1: dit zijn directe emissies op het grootgrondgebied Leuven. De emissies komen van bronnen die in eigendom (of controle) zijn van de organisatie: organisatie Energieverbruik: Verbranding fossiele brandstoffen (stookolie en aardgas) Niet-energetisch: energetisch: koelmiddelen, koelmiddelen, proces emissies en fermentatie Transport van personen: Verbranding van benzine en diesel van wagens in eigendom en leasing. Scope 2: dit zijn de indirecte emissies die vrijkomen buiten de grenzen van Leuven, maar desondanks tot het grootgrondgebied Leuven worden geteld. Deze emissies vloeien voort uit het gebruik van elektriciteit, warmte en stoom: Aankoop van elektriciteit
13
a. Energie- en elektriciteitsverbruik: Gebouwen, gebouwde omgeving, uitrustingen en voorzieningen i. Beschikbare gegevens Energie-efficiëntie Jaarlijks verbruik in MWh, GJ ……………………… / n.v.t. - aantal kWh elektriciteit ……………………… / n.v.t. - aantal m³ aardgas ……………………… / n.v.t. - aantal liter stookolie ……………………… / n.v.t. (Indien mogelijk tabel toevoegen met evolutie verbruik over de jaren heen.) Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq
……………………… / n.v.t.
Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : Enkel gebouwen en infrastructuur die in eigendom blijven van AGSL behoren tot scope 1&2 (vb. starterswoningen, commerciële ruimtes…). Acties voor gebouwen en infrastructuur die verkocht worden behoren echter tot scope 3 aangezien de uitstotende bronnen bij ingebruikname niet meer in eigendom en controle van AGSL zijn. Energie- en materiaalverbruik tijdens de werffases behoren tot scope 3 aangezien dit in controle van de aannemer (3e partij) ligt. ii. Algemene doelstellingen Het algemene doel is om de broeikasgasemissies ten gevolge van energie- en elektriciteitsverbruik in bestaand patrimonium van AGSL te reduceren en tegelijk ook de broeikasgasemissies in toekomstig te realiseren patrimonium in eigendom van AGSL te minimaliseren. iii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief) Reductie van emissies in bestaand patrimonium (in gebruik voor nulmeting) van AGSL: De verbruiken en dus de emissies van een deel van het patrimonium van AGSL is in kaart gebracht, met name vooral voor de dienstencentra (stadskantoor, Girafant en Politiehuis). Het AGSL streeft naar een geconsolideerde reductie in energieverbruik van haar bestaand dienstencentra tegen 2020 van 30%. Minimalisatie van emissies in toekomstig te realiseren patrimonium van AGSL: elke emissie die voortkomt uit een toekomstig project is een extra belasting van de totale absolute uitstoot in Leuven. Het komt er dus op aan om deze bijkomende impact zo klein mogelijk te houden. AGSL zal er in toekomstige projecten dus naar streven om veel verder te gaan dan de wettelijke norm en zo de ‘vermeden emissies’ (gerealiseerde toestand versus wettelijke norm) zo groot mogelijk te maken. Deze vermeden emissies mogen echter niet als absolute daling van de emissies meegeteld worden in vergelijking met de nulmeting.
iv. Wat is er nu reeds gaande Bestaande patrimonium: • Parkabdij: de site van de parkabdij wordt momenteel gerenoveerd waarbij een daling van het primair energieverbruik per m² wordt gerealiseerd. Daartegenover staat wel dat er meer oppervlakte zal geconditioneerd worden waardoor het totale primaire energieverbruik op de site vermoedelijk zal stijgen. Exacte cijfers rond de beoogde energiebesparingen per m² zijn mee opgenomen in het actieplan van de stad. Om dubbeltellingen tussen het actieplan van stad en AGSL te vermijden en omdat het
14
niet mogelijk is om de gegevens van de Parkabdij te isoleren uit de geconsolideerde studie van Eandis voor het patrimonium van de groep Leuven, wordt de reductie van CO2-uitstoot op deze site niet opgenomen in het actieplan van AGSL. •
Dienstencentra: Jaarlijks wordt een energiereductie (voor elektriciteit en gas) beoogd van 5% t.o.v. het energieverbruik van het jaar ervoor. In 2013 werden reeds inspanningen geleverd om dit energieverbruik te doen dalen: Technische aanpassingen Met het oog op energiebesparing werden er in het verleden al verschillende technische aanpassingen doorgevoerd. Deze lijn werd ook in 2013 doorgetrokken. Zo werden er verschillende verlichtingzones geoptimaliseerd, instelwaarden van ventilatie, verwarming en koeling bijgestuurd, enz. Sinds deze zomer van 2013 wordt er op warme dagen gebruik gemaakt van nachtkoeling. Deze aanpassing kon door eigen personeel worden ingesteld, waardoor er met uitzondering van de personeelskost geen investering moest gebeuren. Opstart energiemonitoring Tot op heden werd het energieverbruik met elkaar vergeleken d.m.v. het globaal energieverbruik van het gebouw. Met volgende nadelen: - slechts algemeen beeld, geen concrete cijfers waar deze energie wordt verbruikt, - vergelijking slechts per maand, - verliesstromen vallen quasi niet te detecteren, - resultaat van energiebesparende maatregelen quasi niet te detecteren (bv. in combinatie met extra werkplekken). Door het plaatsen van secundaire energiemeters aan de verschillende gebruikers wordt het energieverbruik real time gelogd . Op deze manier weten we exact hoeveel elke verbruiker op een bepaalde moment heeft verbruikt. Deze waarden kunnen we vervolgens op volgende 3 manieren benchmarken: - waarden uit het verleden (bv. bij het doorvoeren van energiebesparende maatregelen) - waarden met installaties van gebouwen uit de groep stad Leuven - waarden van installaties uit het portfolio van Cofely – GDF Suez Verder heeft het systeem ook als voordeel dat er automatisch alarmen worden gegenereerd bij een afwijkend gebruik. Bv. verbruik tijdens de sluitingsuren van een gebouw. Als gevolg van de investeringskost werd er beslist om de secundaire energiemeters in eerste instantie te voorzien aan de grootverbruikers. In het stadskantoor werden op volgende plaatsen meters voorzien: - elektriciteitsverbruik luchtgroep 1 - elektriciteitsverbruik luchtgroep 2 - elektriciteitsverbruik koelgroep - gasverbruik bevochtiger 1 - gasverbruik bevochtiger 2 - gasverbruik verwarmingsketel 1 - gasverbruik verwarmingsketel 2 - waterverbruik bevochtiger 1 - waterverbruik bevochtiger 2 - waterverbruik sanitair
15
Bovenstaande uitvoering vroeg een investeringskost van € 20.644,08incl. BTW. Indien men weet dat het stadskantoor jaarlijks ± 230.000 €/jaar aan energie verbruikt, en men er vanuit gaat dat men met deze investering jaarlijks 2,5 % bespaart, bedraagt de terugverdientijd 3,5 jaar. De installatie van deze investering heeft half november 2013 plaatsgevonden. Momenteel is het dan ook te vroeg om hier al enige resultaten van te bezorgen. Sensibiliseren gebruikers Als eigenaar investeren we veel in slimme en energiezuinige infrastructuur. We stellen echter dagelijks vast dat door een foutief gebruik nog veel energie verloren gaat. Om ook deze energiestroom te reduceren werd er samen met de afdeling Duurzaamheid van de stad Leuven een initiatief gestart tot het sensibiliseren van gebruikers. Bij aanvang van het project werden er verschillende thema’s vastgesteld, welke telkens in blokken van 2 maanden worden gepromoot. In 2013 kwamen zo volgende thema’s aan bod: - bewust omgaan met verlichting - trap versus lift - uitschakelen ipv stand-by - bezin voor je print Bovenstaande 3 maatregelen hebben gezorgd voor een totale energiebesparing van 6% t.o.v. 2012. Besparing tov 2012: 68.726,68 kWh ofwel 6.4% elektriciteit en 47.322 kWh ofwel 5.6% gas. Aangezien AGSL 100% op groene stroom werkt, is de CO2-reductie die met de besparingen op elektriciteit wordt gerealiseerd echter kleiner.
Nieuw te realiseren patrimonium (opgeleverd na nulmeting): • De Latten (Vaartkom): oplevering van een bouwproject waarbij de gehanteerde energienormen 15% onder de wettelijke norm liggen. v. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase Bestaande patrimonium: In de dienstencentra wordt er naar gestreefd om jaarlijks 5% energiewinst te boeken t.o.v. het voorafgaande jaar om zo tegen 2020 tot ongeveer 30% energiebesparing te komen. Volgende acties zijn in onderzoek en dragen bij aan de 5%-doelstelling: • Maatregelen om energieverbruik en emissie van broeikasgassen in dienstencentra rechtstreeks te reduceren: o Sluimerverbruik tegengaan door printers en koffie-apparaten ’s nachts uitschakelen om sluimerverbruik tegen te gaan (in testfase) • Maatregelen om gebruikers van de dienstencentra (incl. AGSL) te sensibiliseren: o Stadskantoor: energiemonitoring op gebouwniveau werd opgestart, zal verder op punt worden gesteld en uitgewerkt met als doel een energieverbruik per plateau te kunnen weergeven, net als een evaluatie per verdieping of plateau. Actie trapgebruik aanmoedigen vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn Bestaand patrimonium: In de dienstencentra wordt er naar gestreefd om jaarlijks 5% energiewinst te boeken t.o.v. het voorafgaande jaar om zo tegen 2020 tot ongeveer 30% energiebesparing te komen.
16
Volgende acties zijn in onderzoek om op korte termijn uitgedragen te worden en dragen bij aan de 5%-doelstelling: •
•
Maatregelen om energieverbruik en emissie van broeikasgassen in dienstencentra rechtstreeks te reduceren: o Algemeen: Waar geen automatisatie kan gebeuren, worden sluitingsrondes georganiseerd om onnodig energieverbruik buiten de kantooruren te reduceren Sluimerverbruik tegengaan door dockingstations af te schaffen… Flex-werken invoeren voor ruimte-optimalisatie o Stadskantoor: Optimalisatie van verlichting in het stadskantoor d.m.v. onder meer bewegingssensoren moet leiden tot een daling van elektriciteitsverbruik van 40% o Politiehuis: Optimalisatie van verlichting in kantoren en parking Maatregelen om gebruikers van de dienstencentra (incl. AGSL) te sensibiliseren: o Girafant en politiehuis: energiemonitoring wordt van nul opgestart. o Benchmarken van energieverbruik op gebouwniveau met gelijkaardige gebouwen (binnen en buiten patrimonium AGSL)
Waar AGSL voldoende aandeel in de mede-eigendom bezit, zal zij de aankoop van 100% groene stroom voor de collectieve delen binnen een project aanmoedigen en verdedigen. Nieuw patrimonium: • Bouwproject Klein Rijsel: er werden limieten aan E-peilen voor appartementen (max. E50) opgelegd om de emissie van broeikasgassen te reduceren (vermeden emissie, maar mag niet afgetrokken worden t.o.v. de nulmeting). vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn Bestaand patrimonium: In het kader van stadsontwikkelingsprojecten wordt op regelmatige basis gebouwen aangekocht door AGSL die bestemd zijn voor sloop met het oog op een toekomstige ontwikkeling. In sommige van deze gevallen worden deze gebouwen nog voor korte termijn verhuurd. In dat geval is het niet opportuun om nog inversteringen te doen met het oog op energie- en dus ook CO²-reductie. In het geval op voorhand geweten is van bepaalde verwervingen dat ze nog gedurende langere termijn verhuurd zullen worden (vb. meer dan 10 jaar) wordt voor dit patrimonium bekeken welke economisch verantwoorde investeringen kunnen gebeuren met het oog alsnog een significante uitstootvermindering te bekomen gedurende de verhuurperiode.
viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn Nieuw te realiseren patrimonium dat in eigendom blijft (opgeleverd na nulmeting): AGSL waakt erover dat haar toekomstige projecten die nog in een vroeg stadium zitten (t.e.m. voorontwerp) energiezuinig gebouwd worden en energiezuinig zijn in gebruik: • AGSL ontwikkelt gelijktijdig een energieconcept in planningsfase, waakt erover dat dit energieconcept in uitvoeringsfase ook effectief wordt uitgevoerd en – zolang er geen hanteerbare energienorm beschikbaar is – kijkt erop toe dat de energieconcepten gebruik maken van de meest verregaande technieken die op marktconforme wijze kunnen worden toegepast
17
• • •
AGSL onderzoekt subsidiemogelijkheden voor proeftuinprojecten voor nieuwe concepten van energiebesparende maatregelen en productie van hernieuwbare energie in haar projecten AGSL realiseert nieuwbouw volgens de BEN principes en onderzoekt of ze in de toekomst in haarprojecten het LKN-label kan nastreven of minstens de princieps ervan kan toepassen AGSL implementeert de belangrijkste principes van het preventieprogramma duurzaam materialenbeheer in de bouwsector 2014-2020 (OVAM) in haar projecten
Hiervoor stelt AGSL op korte termijn reeds een gefundeerd duurzaamheidskader op waarbinnen afwegingen op projectniveau kunnen gebeuren. AGSL selecteert hiertoe een duurzaamheidsmeetinstrument dat kan dienen als interne controlesysteem, objectief selectiecriterium en als evaluatietool tijdens het ganse projectverloop. Naast onder meer sociale aspecten, innovatie, afval, water, mobiliteit, groenvoorziening etc. zal ‘klimaatneutraliteit’ één van de aspecten zijn die binnen dit meer overkoepelende kader worden meegenomen. Randvoorwaarde voor dit duurzaamheidskader is dat het geen statisch gegeven wordt, maar een flexibele tool die ook jaarlijkse herzien en bijgesteld wordt, eventueel in samenwerking met een expertencommissie. Volgende stappen dienen hiervoor genomen te worden: • Selectie van een werkbaar duurzaamheidsinstrument • Bepalen van minimum scores per onderdeel waaraan alle projecten moeten voldoen • Bepalen van een streefdoelscore per project • Gezien het overkoepelende karakter van dit meetinstrument, is het niet mogelijk om per project op te delen welke maatregelen er specifiek genomen worden binnen de verschillende thema’s. Dit wordt intrinsiek meegenomen in de evaluatie van het meetinstrument.
18
b. Niet - Energetische Emissies: Gebouwen, gebouwde omgeving, uitrustingen en voorzieningen (optioneel) Niet-Energetische emissies: -
aantal liters/kilo’s koelmiddel (per soort) ……………………… / n.v.t. aantal proces emissies in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t. aantal emissies fermentatie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t.
Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t. Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… i. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iii. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… v. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn De 3 dienstencentra die momenteel worden uitgebaat door AGSL bevatten volgende toestellen met koelgassen:
19
Al deze toestellen zijn in overeenstemming met wettelijke bepaling en worden volgens de gebruikelijke onderhoudscycli vervangen door toestellen die op het moment van vervanging verva vooruitstrevend zijn in techniek en milieu-impact. milieu impact. Automatisch zal uit de onderhoudsonderhouds en vervangingscyclus dus een vermindering van de emissies door koelgassen voortvloeien. Aangezien het echter niet te voorspellen is, wat de evolutie van deze toestellen toeste in de toekomst zal zijn, is het moeilijk om een inschatting van de CO²-reductie CO² reductie te maken. vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn
………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
20
c. Transport van personen i. Beschikbare gegevens Energie-efficiëntie
Jaarlijks verbruik in liter (per soort) ……………………… / n.v.t. Jaarlijks gereden kilometers 1.653km Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t. In 2013 vonden er 34 dienstverplaatsingen plaats met gemotoriseerde voertuigen van de stad Leuven (exclusief dienstverplaatsingen met eigen vervoer). Gemiddeld werd er per dienstverplaatsing 48,6km afgelegd. Deze verplaatsingen werden echter ook al opgenomen in de nulmeting van de stad Leuven en worden – om dubbeltellingen te vermijden - niet opgenomen in de nulmeting van AGSL. De inspanningen die AGSL voert m.b.t. dienstverplaatsingen dienen dus vergeleken te worden tot de nulmeting van de stad Leuven. Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… v. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn AGSL plant volgende acties i.v.m. dienstverplaatsingen in het kader van de werking van AGSL: • Dienstverplaatsingen binnen de ring van Leuven worden per definitie te voet of per fiets uitgevoerd. Indien fietsgebruik niet mogelijk is, wordt er indien nodig een lijnkaart voor openbaar vervoer ter beschikking gesteld van het personeel van AGSL. • Aanmoediging om dienstverplaatsingen buiten de ring van Leuven met het openbaar vervoer te doen. • AGSL abonneert zich op het blue-bike fietsnetwerksysteem om voor- en natrajecten in combinatie met het openbaar vervoer mogelijk te maken. • Sensibilisatie rond achteruit-parkeren in parkeergarage (studies tonen aan dat dit tot minder uitstoot leidt bij voorwaarts vertrek met de wagen) vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn
………………………………………………………………………………………………… viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn
…………………………………………………………………………………………………
21
d. Hernieuwbare energie i. Beschikbare gegevens Jaarlijks Productie in MWh, GJ
40 MWh (stadskantoor) 42 MWh (Klein Rijsel)
Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : In scope = alle initiatieven die AGSL neemt waarbij ze de geproduceerde energie zelf afneemt en gebruikt (vb. zonnepanelen op een appartementsgebouw dat in eigendom is van AGSL). Out of scope = alle initiatieven die AGSL neemt waarbij AGSL derde partijen faciliteert om hernieuwbare energie te produceren en te verbruiken (vb. terrein ter beschikking stellen van derde partij om er zonnepanelen op te plaatsen om het eigen verbruik van de derde partij te dekken). ii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Wat is er nu reeds gaande AGSL koopt 100% groene stroom in samenaankoop met de stad Leuven voor haar dienstencentra. v. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase AGSL werkt i.s.m. de stad Leuven een project uit op de site van het Abdij Van 't Park omtrent hernieuwbare energieproductie of winning van restwarmte. De kwantificering van de energie die hiermee wordt opgewekt, is opgenomen in het actieplan van de stad Leuven en wordt hier niet overgenomen om dubbeltellingen te vermijden. vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn AGSL koopt 100% groene stroom aan voor de collectieve delen van haar patrimonium (vb. gangen, liften, parkeergarages…). vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn AGSL voorziet alle starterswoningen in het project Klein Rijsel van zonnepanelen op het groendak. Hiermee wordt in totaal ongeveer 42.000kWh elektriciteit per jaar opgewekt, te verdelen over 22 appartementen. Oplevering van het project is voorzien in 2017. viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn AGSL voorziet haar bestaande patrimonium dat zich daartoe leent van hernieuwbare energieproductie of winning van restwarmte (zoals zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen, rioolwarmterecuperatie…) met als doel het energieverbruik binnen het eigen patrimonium te ondervangen. AGSL voorziet haar nieuw te realiseren patrimonium van hernieuwbare energieproductie of winning van restwarmte (zoals zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen, rioolwarmterecuperatie…) met als doel het energieverbruik binnen het eigen patrimonium maximaal en waar mogelijk volledig te ondervangen.
22
B.
Scope 3 - emissies
Scope 3 emissies worden onderverdeeld in stroomopwaartse emissies en stroomafwaartse emissies. Stroomopwaartse emissies worden veroorzaakt door bv aangekochte goederen en diensten die nodig zijn voor de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld woon-werkverkeer woon werkverkeer van de werknemers. Stroomafwaartse emissies zijn emissies bv veroorzaakt door het gebruik of verbruik van verkochte diensten iensten en producten. Scope 3: dit zijn de emissies ten gevolge van activiteiten (aankopen, verbruik van geproduceerde voorwerpen bij een klant, …) van de eigen organisatie, maar waarvan de bronnen formeel gezien niet ‘in eigendom zijn’ van de organisatie. organisatie Vb 1. Als onderwijsinstelling schaft de KUL diensten aan studenten. De KUL heeft buiten de studentenresidenties en campussen geen zeggenschap over het doen en laten van deze studenten op het grondgebied Leuven. Deze emissies vallen onder scope 3 van de KUL. Vb 2. De emissies van de ingelegde bussen van De Lijn vallen onder Scope 1, de emissies ten gevolge van de bouw van een bus onder Scope 3 stroomopwaarts, de vermeden emissies ten gevolgde van verminderd individueel autogebruik kunnen gerapporteerd worden rden onder Scope 3 stroomafwaarts.
23
a. Energie- en elektriciteitsverbruik: Gebouwen, gebouwde omgeving, uitrustingen en voorzieningen i. Beschikbare gegevens Energie-efficiëntie Jaarlijks verbruik in MWh, GJ ……………………… / n.v.t. - aantal kWh elektriciteit ……………………… / n.v.t. - aantal m³ aardgas ……………………… / n.v.t. - aantal liter stookolie ……………………… / n.v.t. (Indien mogelijk tabel toevoegen met evolutie verbruik over de jaren heen.) Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq
……………………… / n.v.t.
Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… v. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn De afdeling vastgoed gaat op korte termijn een deel van het patrimonium van de groep Leuven valoriseren. Bij de overweging welk patrimonium in eigendom te houden en welk deel af te stoten, zal het potentieel van het goed als voorbeeldproject voor duurzame renovatie mee in rekening worden gebracht. AGSL wenst in de toekomst bij de verkoop van een deel van het patrimonium eisen aan de koper op te leggen inzake renovatieplicht en energienorm die moet gehaald worden (in ruil voor een lagere aankoopprijs). AGSL zal hiervoor een proefproject opstarten om de juridische grond en de afdwingbaarheid van deze eisen in de praktijk te onderzoeken. Indien er zich opportuniteiten tot aankoop van vastgoed aandienen, zal ook het potentieel voor een duurzame ontwikkeling op het terrein/ van het gebouw geëvalueerd worden in de haalbaarheidsstudie. vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn AGSL onderzoekt of ze een faciliterende rol kan opnemen t.o.v. huurders in de vorm van energie-audits, monitoring van het energieverbruik…
24
AGSL onderzoekt de mogelijkheid om onbebouwde terreinen in eigendom van de groep Leuven ter beschikking te stellen (verhuring, verkoop…) aan derde partijen voor het winnen van energie uit alternatieve energiebronnen (water, wind, zon). viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn Nieuw te realiseren patrimonium dat wordt verkocht (oplevering na nulmeting): AGSL waakt erover dat haar projecten die nog in een vroeg stadium zitten (t.e.m. voorontwerp) energiezuinig gebouwd worden en energiezuinig zijn in gebruik: • AGSL ontwikkelt gelijktijdig een energieconcept in planningsfase, waakt erover dat dit energieconcept in uitvoeringsfase ook effectief wordt uitgevoerd en – zolang er geen hanteerbare energienorm beschikbaar is – kijkt erop toe dat de energieconcepten gebruik maken van de meest verregaande technieken die op marktconforme wijze kunnen worden toegepast. • AGSL onderzoekt subsidiemogelijkheden voor proeftuinprojecten voor nieuwe concepten van energiebesparende maatregelen en productie van hernieuwbare energie in haar projecten • AGSL realiseert nieuwbouw volgens de BEN principes en onderzoekt of ze in de toekomst in haarprojecten het LKN-label kan nastreven of minstens de princieps ervan kan toepassen. • AGSL implementeert de belangrijkste principes van het preventieprogramma duurzaam materialenbeheer in de bouwsector 2014-2020 (OVAM) in haar projecten Hiervoor stelt AGSL op korte termijn reeds een gefundeerd duurzaamheidskader op waarbinnen afwegingen op projectniveau kunnen gebeuren. AGSL selecteert hiertoe een duurzaamheidsmeetinstrument dat kan dienen als interne controlesysteem, objectief selectiecriterium en als evaluatietool tijdens het ganse projectverloop. Naast onder meer sociale aspecten, innovatie, afval, water, mobiliteit, groenvoorziening etc. zal ‘klimaatneutraliteit’ één van de aspecten zijn die binnen dit meer overkoepelende kader worden meegenomen. Randvoorwaarde voor dit duurzaamheidskader is dat het geen statisch gegeven wordt, maar een flexibele tool die ook jaarlijkse herzien en bijgesteld wordt, eventueel in samenwerking met een expertencommissie. Volgende stappen dienen hiervoor genomen te worden: • Selectie van een werkbaar duurzaamheidsinstrument • Bepalen van minimum scores per onderdeel waaraan alle projecten moeten voldoen • Bepalen van een streefdoelscore per project • Gezien het overkoepelende karakter van dit meetinstrument, is het niet mogelijk om per project op te delen welke maatregelen er specifiek genomen worden binnen de verschillende thema’s. Dit wordt intrinsiek meegenomen in de evaluatie van het meetinstrument. AGSL gaat de mogelijkheden onderzoeken tot optimalisatie van de energiehuishouding op grotere sites, zoals vb. de Philips-site (Politiehuis).
25
b. Niet - Energetische Emissies: Gebouwen, gebouwde omgeving, uitrustingen en voorzieningen (optioneel) Niet-Energetische emissies: -
aantal liters/kilo’s koelmiddel (per soort) ……………………… / n.v.t. aantal proces emissies in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t. aantal emissies fermentatie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t.
Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t. Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… i. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iii. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… v. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn
………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
26
c. Transport van personen i. Beschikbare gegevens Energie-efficiëntie
Jaarlijks verbruik in liter (per soort) ……………………… / n.v.t. Jaarlijks gereden kilometers ……………………… / n.v.t. Totaal Broeikasgasemissies Jaarlijkse emissie in ton CO2-eq ……………………… / n.v.t.
Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… iv. Wat is er nu reeds gaande AGSL ondersteunt het gebruik van fiets en openbaar vervoer voor woon-werkverkeer door haar personeelsleden onder meer door het verschaffen van enerzijds een fietsvergoeding en anderzijds abonnementen voor het openbaar vervoer. AGSL wijst haar huurpanden (starterswoningen) toe aan kandidaat-huurders in functie van onder meer de woon- en werkplaats teneinde de woon-werkmobiliteitsbehoefte te minimaliseren. v. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn AGSL onderzoekt de potentiële voordelen van thuiswerk op gebied van reductie van emissie van broeikasgassen en faciliteert thuiswerk in geval van gunstige evaluatie. AGSL onderzoekt de mogelijkheid van een financiële tussenkomst voor leveranciers van externe diensten voor het gebruik van openbaar vervoer (aanmoedigingspremie). AGSL onderzoekt de mogelijkheid voor het plaatsen van laadpalen voor elektrische wagens en fietsen in haar dienstencentra, zowel ten behoeve van wagens en fietsen die behoren tot het wagenpark van de gebruikers van de dienstencentra (AGSL, stad Leuven…) als voor de personeelsleden van de gebruikers van de dienstencentra die zelf met de elektrische wagen of fiets naar het werk komen. AGSL onderzoekt de mogelijkheid tot bundelen van leveringen door de reductie van afgelegde kilometers van leveranciers af te wegen tegen de vergroting van opslagruimte die deze maatregel vraagt.
27
vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn AGSL zal er in toekomstig te realiseren projecten over waken dat deze projecten erop gericht zijn de verplaatsingsbehoefte met de auto en de impact van de auto zo veel mogelijk te reduceren: • AGSL streeft in haar projecten naar een mix van wonen, werken en voorzieningen waarbij kleine verplaatsingen geminimaliseerd worden • AGSL onderzoekt in al haar projecten de mogelijkheid tot het plaatsen van oplaadpunten voor elektrisch vervoer • AGSL maakt vormen van auto-delen (vb. cambio) mogelijk in haar projecten en voorziet hiervoor de nodige parkeerplaatsen AGSL zal er in haar toekomstig te realiseren projecten over waken dat grootschalige (woon)ontwikkelingen erop gericht zijn de langzame vervoersmodi te stimuleren: • AGSL introduceert waar mogelijk routes voor langzaam verkeer • AGSL stemt de inrichting van het toekomstig openbaar domein in haar projecten af op langzaam verkeer (autoluwe zones, woonerven, terugdringen geparkeerde auto’s naar ondergrondse parkeergarages) • AGSL kijkt erop toe dat er zeker voldoende fietsenstallingen worden voorzien in haar projecten, zowel op toekomst publiek domein als op privaat domein AGSL waakt erover dat grootschalige (woon)ontwikkelingen erop gericht zijn het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren. Zo zal AGSL bijvoorbeeld de resultaten van gezamenlijke afspraken tussen de stad Leuven en de Lijn inzake de kansen voor een derdebetalersysteem voor toekomstige bewoners, werknemers,… van grote stadsontwikkelingsprojecten maximaal implementeren. Al deze maatregelen die te maken hebben met de mobiliteitsbehoefte van toekomstige projectbewoners/gebruikers, zullen ook meegenomen worden in het algemene duurzaamheidskader dat op korte termijn wordt opgezet.
28
d. Natuur en/of landbouw [facultatief] i. Beschikbare gegevens Biodiversiteit
Landgebruik in m² bebouwd gebied ……………………… / n.v.t. en verharde oppervlakken
Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ii. Ontbrekende gegevens …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… iv. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… v. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vi. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… vii. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn AGSL ondersteunt initiatieven van burgers en private organisaties om bestaand groen beter te benutten en in te zetten als ontmoetingsplaatsen binnen buurten: tuindelen, samen-tuinen, openveldprojecten… viii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn AGSL onderzoekt of ze de onbebouwde percelen van de groep Leuven kan inzetten voor diverse aanplantingen en/of agrarisch nut. AGSL onderzoekt de mogelijkheden tot groencompensatie op vrijliggende terreinen van de groep Leuven voor projecten en ontbossing in het kader van projecten elders in de stad Leuven. ix. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn
………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
29
e. Consumptie [facultatief] x. Beschikbare gegevens Materiaal-efficiëntie Jaarlijks papierverbruik in ton niet gekend n.v.t. Water Jaarlijks verbruik in m³ Afval Jaarlijkse productie van afval in ton n.v.t. Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… xi. Ontbrekende gegevens …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Aanvullende bemerkingen / ‘In scope’ / ‘Out of scope’ : …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… xii. Algemene doelstellingen …………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… xiii. Concrete streefdoelen en ingeschat effect (kwalitatief en kwantitatief)
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… xiv. Wat is er nu reeds gaande
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… xv. Welke initiatieven zijn piloot / in studiefase
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… xvi. Welke initiatieven zullen worden genomen op korte termijn AGSL neemt initiatieven om papierverbruik (hoofdzakelijk door printen) intern te minimaliseren: • Sensibilisatie rond printen • Hergebruik papier aanmoedigen • PC’s standaard instellen op dubbelzijdig printen • Printtargets per persoon bepalen • Loonbrieven digitaal verstrekken AGSL organiseeert de verkoop van streekproducten, seizoensgroenten etc. of sluit zich hiervoor aan bij de initiatieven bij de stad Leuven. AGSL biedt lunchdozen aan aan haar personeel ter vervanging van wegwerpmateriaal (vb. aluminiumfolie, plastiek zakjes…) AGSL onderzoekt de mogelijkheid om flessenwater in de vergaderzalen van het stadskantoor (en bij uitbreiding alle dienstencentra) te vervangen door kraantjeswater.
30
AGSL onderzoekt de mogelijkheden tot optimalisatie van de afvalstromen in dienstencentra Girafant en het politiehuis. AGSL zal criteria inzake duurzaamheid meenemen bij het opstellen van raamcontracten (zowel bij leveranciers van werken, diensten als producten). Zo zullen onder meer de afstanden tot distributiecentra, de organisatie van de interne werking, milieuaspecten, inspanningen op gebied van duurzaamheid, verplaatsingswijzen etc. worden beoordeeld. xvii. Welke initiatieven zullen worden genomen op middellange termijn
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… xviii. Welke initiatieven zullen worden genomen op lange termijn
………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
31
C.
Out of scope - acties
AGSL heeft verder nog een aantal acties geformuleerd die niet eenduidig kunnen ondergebracht worden onder scope 1, 2 of 3 of scopeoverschrijdend zijn. Deze acties dragen bovendien niet altijd rechtstreeks bij tot een reductie van broeikasgasemissies, maar hebben eerder een ondersteunend karakter of als doel de gevolgen van klimaatveranderingen te ondervangen : •
AGSL hanteert minimum de (al dan niet wettelijke) duurzaamheidsambities die door de stad Leuven worden gesteld in haar beleid en beleidsinstrumenten. AGSL waakt erover dat haar projecten in overeenstemming zijn met het overkoepelend beleid dat de stad Leuven zal uitwerken en is in deze dan ook afhankelijk van de stappen die de stad Leuven zal zetten om tot een coherent duurzaam beleid te komen. Concreet betekent dit dat AGSL – net als elke andere ontwikkelaar – uitvoering zal moeten geven aan onderstaande acties van de stad Leuven, die er vooral toe moeten bijdragen dat de burger in Leuven gefaciliteerd wordt in zijn bijdrage aan Leuven Klimaatneutraal: o Conform het nieuwe ruimtelijk structuurplan o Conform het mobiliteitsplan en MOBER (inclusief openbaar vervoersplan) o Conform het beleid om de nood aan bijkomende woningen op te vangen via verdichting in het bestaande weefsel en via compact bouwen en het meervoudig gebruik van ruimten en infrastructuur o Nieuwe grootschalige ontwikkelingen kunnen enkel gepland worden indien ze op een andere manier uitdrukkelijk bijdragen aan de evolutie naar klimaatneutraliteit o Verdichting combineren met vergroening en/of het toegankelijk maken van voldoende groen in de woonkernen o AGSL ondersteunt de stad in haar onderzoek naar welke rol haar project kan spelen in de hernieuwbare energievoorziening voor het eigen project en/of een ruimere omgeving o AGSL integreert in haar projecten steeds een combinatie van stedelijk wonen, werken en voorzieningen teneinde de mobiliteitsbehoefte te minimaliseren
•
Aansluitend bij de visie op het thema ‘voorzieningen’ in het ruimtelijk structuurplan, het streven naar multi-inzetbare infrastructuur en de screening en de valorisatie van het stadspatrimonium, wordt een ‘ruimteruilplatform’ georganiseerd. Dit is een platform waar de vraag naar en het aanbod van ruimte voor allerlei activiteiten (vergaderen, repeteren, leren, spelen, sporten, feesten, …) binnen de Leuvense gemeenschap optimaal op mekaar kunnen worden afgestemd. Doordat niet langer voor elke activiteit een afzonderlijke infrastructuur moet worden gebouwd en onderhouden kunnen ruimte, materialen, energie en kosten worden bespaard, en kunnen samenwerkingen en synergieën tot stand komen tussen allerlei organisaties, instellingen en anderen (naar het voorbeeld van het concept van de ‘stadsbrede school’). Het AGSL kan een sleutelrol vervullen bij het opzetten en operationeel functioneren van het platform.
•
AGSL ondersteunt de stad door mogelijke nieuwe vormen van compact wonen als cohousing, zorgwonen, gemeenschapswonen te evalueren d.m.v. haalbaarheidsstudies en het proefproject Geldenaaksebaan.
•
AGSL stimuleert toekomstige eigenaars tot het verwerven van een klimaatvriendelijkere woning door het ontwikkelen (al dan niet in samenwerking met projectontwikkelaars) van ambitieuze bouwprojecten die vervolgens te koop worden aangeboden.
32
•
AGSL stimuleert haar bouwpartners tot toetreding tot de vzw LKN en minstens tot aanvaarding van dezelfde principes ter bevordering van de klimaatneutraliteit.
•
AGSL en de stad Leuven werken samen aan de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de stad, zoals vastgelegd in het strategisch meerjarenplan 2014-2019. De stad kan het AGSL steeds om beleidsvoorbereidende studies en adviezen vragen inzake stadsontwikkeling, vastgoed en facilitair beheer. Zo kan de stad vragen dat het AGSL, parallel met lopende planningsprocessen zoals de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Leuven, prospectie doet naar potentiële toekomstige projecten, en ontwikkelings- en beheersformules en andere instrumenten onderzoekt die uitvoering kunnen geven aan deze beleidsplannen en – doelstellingen, onder meer inzake betaalbaar wonen, klimaatneutraliteit en multiinzetbare infrastructuur. Op vraag van de stad Leuven zal AGSL beleidsvoorbereidende studies inzake klimaatneutraliteit uitvoeren en hierin adviseren. Indien nodig stelt het AGSL hiertoe de nodige klimaatexperten aan om: o Het AGSL te ondersteunen in deze studies en de formulering van het advies o Te onderhandelen met potentiële investeerders over hun energieconcept o Het overzicht te houden over het hele gebied inzake klimaatneutraliteit o De voorgestelde energieconcepten van de verschillende deelpartners te evalueren o De compatibiliteit tussen verschillende energieconcepten onderzoeken o Mogelijke synergiën tussen verschillende deelprojecten opsporen
•
Het AGSL coördineert het onderzoek naar het optimaliseren van de subsidiewerving door de stad. Dit onderzoek beoogt het proces van de subsidiewerving zo effectief en efficiënt mogelijk te organiseren en structureel in te bedden in de organisatie. AGSL en de stad Leuven werken samen aan het werven en beheren van Europese, Vlaamse en andere subsidies inzake stadsontwikkeling, vastgoed en facilitair beheer. In het kader van Leuven Klimaatneutraal 2030 gaat AGSL actief op zoek -i.s.m. de stad Leuven- naar subsidiemogelijkheden voor proeftuinprojecten voor nieuwe concepten van energiebesparende maatregelen en productie van hernieuwbare energie in de grote woonontwikkelingen.
•
In de beheersovereenkomst heeft AGSL ook de taak toebedeeld gekregen om een aantal gebiedsontwikkelingen te coördineren. Binnen deze opdracht is het in eerste instantie de taak van de coördinator gebiedsontwikkeling om de stad Leuven te ondersteunen door een sterke coördinatie te voeren tussen verschillende stadsdiensten en/of tussen stad en andere partners in uitvoeringsfase, eerder dan een inhoudelijke rol te vervullen in de planningsfase. De inhoudelijke randvoorwaarden (en dus ook de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit) worden namelijk al in planningsfase bepaald op stadsniveau en meegegeven met de coördinator gebiedsontwikkeling. De acties die AGSL inzake klimaatneutraliteit binnen gebiedsontwikkeling kan nemen binnen haar huidige takenpakket zijn met andere woorden hoofdzakelijk bedoeld om derden te faciliteren en beperkt tot: o Algemeen project/proces management: bijkomende randvoorwaarden en gerelateerde procedures inbedden in de procesvoering van een gebiedsontwikkeling. o Aanspreekpunt: begeleiding van stadsdiensten, private en publieke partners, initiatiefnemers en andere actoren die actief zijn in deze gebieden, hen
33
o
o
informeren over doelstellingen stad Leuven inzake klimaatneutraliteit en overleg terzake tussen verschillende partners organiseren. Financieel: AGSL ondersteunt de stad Leuven in haar zoektocht en aanvragen naar subsidiemogelijkheden voor proeftuinprojecten voor nieuwe concepten van energiebesparende maatregelen en productie van hernieuwbare energie in de grote ontwikkelingsgebieden. Op expliciete vraag van de stad Leuven kan AGSL vanuit haar coördinerende rol in de gebiedsontwikkeling inhoudelijk advies verlenen en/of toezicht houden over de tegemoetkoming aan de doelstellingen en de uitvoering van de belangen en de gedefinieerde acties van de stad Leuven in het kader van haar actieplan LKN 2030 in de gehele gebiedsontwikkeling. Indien nodig stelt het AGSL hiertoe de nodige deskundigen aan om het AGSL te ondersteunen in deze opdracht. Deze deskundigen kunnen onder meer gevraagd worden om: Te onderhandelen met potentiële investeerders over hun energieconcept Het overzicht te houden over het hele gebied inzake klimaatneutraliteit De voorgestelde energieconcepten van de verschillende deelpartners te evalueren De compatibiliteit tussen verschillende energieconcepten onderzoeken
34
D.
Interne/intra* communicatie - acties die het personeel bij de doelstellingen van Leuven Klimaatneutraal 2030 betrekken : X Intranet Brochures Interne publicaties Nieuwsbrief X Prikborden Voorlichtingscampagne Enquête X Werkgroep klimaat
X Structureel overleg
Lavanet (intern en intra stad Leuven) …………………………………………………… …………………………………………………… …………………………………………………… (intern en intra stad Leuven) …………………………………………………… …………………………………………………… intern: werkgroep LKN 2030 intra stad Leuven: werkgroep interne milieuzorg (i.s.m. stad Leuven) intra stad Leuven: • overleg AGSL – RO (stad Leuven) voor afstemming actieplannen en duurzaamheidsbeleid • technische werkgroepen projecten (waarin stadsdiensten vertegenwoordigd zijn) • rapportage aan stuurgroepen projecten
Ideeënbus Stimuleringsprogramma Verloningsbeleid X Infosessies eigen personeel X Rapportage
…………………………………………………… …………………………………………………… …………………………………………………… (intern) intern: aan Directiecomité en Raad van Bestuur intra stad Leuven: Kennisgeving aan College van Burgemeester en Schepen intra vzw: rapportage aan RvB vzw LKN 2030 X Integratie LKN2030 in events (vb. personeelsdag…)
Nadere toelichting van bovenvermelde communicatie – acties : *Intra communicatie: • AGSL is een 100% dochterbedrijf van de stad Leuven. Communicatie tussen AGSL en stad Leuven wordt dus niet volledig als ‘intern’ beschouwd, maar is ook wel vertrouwelijker dan externe communicatie. Vandaar de term ‘intra stad Leuven’. • Om dezelfde reden wordt onder ‘intra’-communicatie ook de communicatie naar de vzw LKN 2030 verstaan. Vandaar de term ‘intra vzw’.
35
E.
Externe communicatie - acties die de doelgroep van de eigen organisatie/corebusiness (de klanten, studenten, leerlingen, burgers,…) op de hoogte stellen van het engagement in LKN2030 en aansporen om hier aan mee te helpen :
X X X X X X X X X X
X X X X X X
Geformateerde klimaatreporting Geformateerde CSR reporting Internet Actiedagen Persberichten Brochures Nieuwsbrief
…………………………………………… …………………………………………… www.agsl.be en www.leuven.be vb. Centrale Werkplaatsen op zondag… i.s.m. infohuis stad Leuven
algemene nieuwsbrief: via website nieuwsbrief voor huurders Activiteitenverslag publiek raadpleegbaar Werfborden / signalisatie op projectsite, parken, dienstencentra… Advertenties, immo-sites… Bord ‘verkocht’ met melding renovatieplicht Samenwerkingsovereenkomsten met projectpartners One-stop-shop voor ontwikkelaars en projectpartners voor vragen, opmerkingen, engagementen, voorstellen m.b.t. acties en projecten i.h.k.v. LKN2030 Aanspreekpunt voor huurders en kopers voor vragen m.b.t. energie en milieubewust wonen Infosessies voor huurders/kopers over LKN 2030, gerelateerde (bouw)projecten en tips & tricks Handleiding gebruik gebouw en installaties voor huurders en kopers Digitale infoschermen in dienstencentra m.b.t. verbruik en CO2-uitstoot Infomomenten voor klanten dienstencentra Werkgroep parkmanagement (met derde partners in parksite)
Nadere toelichting van bovenvermelde communicatie – acties : ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….
36
6. MONITORING Om de uitvoering van de maatregelen en de CO2-reductie op te volgen, wordt er voorzien in monitoring en rapportage. De vzw Leuven Klimaatneutraal biedt hierin ondersteuning. AGSL zal op regelmatige basis rapporteren over de voortgang van het hierboven toegelichte klimaatbeleid : -
Jaarlijks wordt de vooruitgang van bovenvermelde acties gekwantificeerd; Jaarlijks wordt het actieprogramma voor de twee komende jaren geupdated;
37
7. ENGAGEMENT
………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………….
X AGSL zal een procedure opstellen, invoeren en handhaven voor het jaarlijks monitoren en meten van haar CO2-emissies en haar energieverbruik (elektriciteit, gas, water). (niet van toepassing)
AGSL zal voorliggend klimaatactieplan integreren in het jaarlijkse beleidsplan van de eigen organisatie.
AGSL geeft hierbij de toestemming aan de vzw Leuven Klimaatneutraal 2030 om voorliggend klimaatactieplan openbaar te maken.
AGSL beschikt over een publiek beschikbare schriftelijke formele engagementsverklaring van de directie in de vorm van een “climate change policy”.
Leuven, 18 november 2014 Voor AGSL
Voorzitter van de Raad van Bestuur Mohamed Ridouani
……………………………………………..
38
8. BIJLAGEN a. SCOPE AFBAKENING
39