Klimaatactieplan Zemst 2015-2020
Klimaatactieplan Zemst: realistisch ambitieus Gezien en goedgekeurd door gemeenteraad van Zemst d.d. 26-11-2015 i.o. gemeentesecretaris Burgemeester
Jocelyn Bruggeman
Bart Coopman
Klimaatactieplan Zemst 1/37
COLOFON Redactie: gemeente Zemst Bron: Dit klimaatactieplan is gebaseerd op het model gemeentelijk klimaatactieplan van 'VlaamsBrabant Klimaatneutraal' en past in het Europese Burgemeestersconvenant. De provincie Vlaams-Brabant is door de EU erkend als coördinator voor Burgemeestersconvenant. Ze ondersteunen de Vlaams-Brabantse gemeentebesturen
het
Klimaatactieplan Zemst 2/37
Inhoud 1. Kader: Burgemeestersconvenant .............................................................................. 5 2. Doel ..................................................................................................................... 6
2.1. Algemene uitgangspunten ........................................................................................................... 6 2.2. Ambitie en visie van de gemeente ............................................................................................... 7 3. ALGEMENE STRATEGIE ............................................................................................ 7 4. Huidige situatie ...................................................................................................... 9
4.1. Algemeen...................................................................................................................................... 9 4.2. Gemeentelijke nulmeting ............................................................................................................. 9 5. Maatregelentool en Business as Usual-scenario 2020 (BAU 2020) .................................11
5.1. Maatregelentool mobiliteit ........................................................................................................ 12 5.2. Maatregelentool huishoudens ................................................................................................... 14 5.3. Maatregelentool lokale energieproductie ................................................................................. 15 5.4. Algemene conclusie maatregelentools ...................................................................................... 15 6. Participatieve aanpak ............................................................................................. 16
6.1. Intern .......................................................................................................................................... 16 6.2. Extern ......................................................................................................................................... 16 6.3. Resultaten van de participatieve aanpak ................................................................................... 18 7. Geplande acties en maatregelen .............................................................................. 19
7.1. Gebouwen, installaties en voorzieningen .................................................................................. 19 7.2. Mobiliteit .................................................................................................................................... 23 7.3. Hernieuwbare energie................................................................................................................ 26 7.4. Ruimtelijke ordening .................................................................................................................. 28 7.5. Adaptatie via de domeinen natuur, biodiversiteit en water ...................................................... 30 7.6. Duurzame consumptie ............................................................................................................... 33 8. Instrumenten ........................................................................................................34
8.1. Directe instrumenten: eigen investeringen ............................................................................... 34 8.2. Juridische instrumenten ............................................................................................................. 34 8.3. Economische instrumenten........................................................................................................ 34 8.4. Sociaal-communicatieve instrumenten...................................................................................... 34
Klimaatactieplan Zemst 3/37
8.5. Netwerking, arena’s, niches en experimenten .......................................................................... 35 9. Financieel ............................................................................................................. 35 10. Rapportering en monitoring ................................................................................... 37 11. Contacten ...........................................................................................................37
Klimaatactieplan Zemst 4/37
1. KADER: BURGEMEESTERSCONVENANT Liefst 80% van het energiegebruik en de CO2-uitstoot is het gevolg van stedelijke activiteiten, en CO2 is met voorsprong het belangrijkste broeikasgas. Lokale overheden staan dicht bij de bevolking en spelen daarom een cruciale rol bij het afremmen van de klimaatverandering. Hét instrument hiervoor is het Covenant of Mayors of het Burgemeestersconvenant. Gemeenten en steden die dit convenant ondertekenen, engageren zich om concrete maatregelen te nemen om hun CO2-uitstoot tegen 2020 met minstens 20% terug te dringen. Europa werkte hiervoor een stappenplan uit dat elke gemeente kan gebruiken. De provincie Vlaams-Brabant en Interleuven treden op als ‘Coördinator van het Convenant’ en staan de gemeenten bij. Stap 1: Nulmeting Om te weten hoeveel CO2 er bespaard moet worden, moet de gemeente eerst een nulmeting uitvoeren. Deze nulmeting gaat voor verschillende sectoren - huishoudens, transport, industrie, openbare verlichting - na hoeveel CO2 ze uitstoten. Het basisjaar voor de nulmeting is 2011. VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, werkte in opdracht van de Vlaamse Overheid een handige Excel-tool uit die de gemeente met eigen gegevens kan aanvullen. Stap 2: Opstellen klimaatactieplan De gemeente moet na de ondertekening een klimaatactieplan opstellen en indienen bij de Europese Commissie. Dit klimaatactieplan bevat een opsomming van de maatregelen die de gemeente zal nemen om de CO2-reductie (20% of meer) te bereiken. Stap 3: Uitvoering De maatregelen worden omgezet in de praktijk. Stap 4: Rapportering en monitoring Elke twee jaar na het indienen van het klimaatactieplan dient de gemeente een implementatierapport in bij de Europese Commissie met daarin een stand van zaken en tussentijdse resultaten. Elke 4 jaar moet een nieuwe CO2-meting (monitoring) gebeuren. De gemeente kan hiervoor beroep doen op de cijfers die worden aangeleverd door VITO en de Vlaamse overheid.
Klimaatactieplan Zemst 5/37
2. DOEL 2.1. Algemene uitgangspunten De gemeente zet zowel in op korte termijnwinsten als op Energetica is daarbij het uitgangspunt: de gemeente energievraag te verminderen (stap 1), om duurzame energie (stap 2) en om aan de resterende (fossiele) energievraag te technieken (stap 3).
lange termijnacties. De Trias onderneemt stappen om de op te wekken en te gebruiken voldoen met efficiënte, schone
Figuur 1: model Trias Energetica
Daarbij hanteert de gemeente drie belangrijke principes: 1) De gemeente geeft het goede voorbeeld De gemeente speelt op verschillende vlakken dienstverlener, planner, adviseur, initiator…
een
voorbeeldrol:
als
consument,
2) Samen aan de slag De gemeente betrekt bedrijven, organisaties, burgers en kennisinstellingen bij de opmaak en de uitvoering van het gemeentelijk klimaatbeleid. En ze neemt deel aan initiatieven die worden georganiseerd in het kader van ‘Vlaams-Brabant klimaatneutraal’. 3) Klimaatbeleid is dynamisch beleid Kennis over klimaat is in volle evolutie. Ook het gemeentelijk klimaatplan is geen vaststaand gegeven, maar kan steeds bijgestuurd worden. Een gemeentelijk klimaatbeleid gaat verder dan het verminderen van het energieverbruik en de CO2-uitstoot alleen. De economische en sociale aspecten, binnen het breder kader van duurzame ontwikkeling, mogen hierbij niet uit het oog verloren worden. Een sterk
Klimaatactieplan Zemst 6/37
klimaatbeleid zal bovendien plaats moeten krijgen in alle beleidsdomeinen (bouwen en wonen, integraal waterbeheer, ruimtelijke ordening, mobiliteit, biodiversiteit, kansarmoede,…).
2.2. Ambitie en visie van de gemeente Met dit klimaatplan engageert de gemeente zich om tegen 2020 de CO2-uitstoot te verminderen met minstens 20 procent. Ze doet dat door energie te besparen, energieefficiëntie te verhogen en het inzetten van duurzame energiebronnen.
3. ALGEMENE STRATEGIE
Dit klimaatactieplan is een belangrijk document dat toont hoe de gemeente Zemst haar engagement tegen 2020 wil bereiken. Het maakt gebruik van de resultaten van de nulmeting om de meest geschikte acties te vinden voor de CO2-reductie. Dit plan stelt hiervoor concrete maatregelen voor, samen met de nodige budgetten, verantwoordelijke uitvoerders en timing. Beschouw het klimaatactieplan niet als een strak document: omstandigheden veranderen en het is aangewezen om het plan geregeld te herzien. De maatregelen in het klimaatactieplan moeten de CO2-uitstoot en het energieverbruik door eindgebruikers verminderen. De engagementen hebben betrekking op het geografische grondgebied van de gemeente. Daarom bevat het plan acties voor zowel de publieke als de private sector (bedrijven, burgers, middenveld, scholen …). De rol van de gemeente is dat zij het voorbeeld geeft, duidelijke maatregelen neemt en haar inwoners stimuleert om zelf actie te ondernemen. Het streefjaar is 2020. Daarom bevat het plan een duidelijke schets van de acties die de gemeente zal ondernemen om haar streefdoel in 2020 te bereiken. Maar een langetermijnstrategie en -visie is ook belangrijk. De complexiteit van het klimaatprobleem is dermate hoog dat relatief kleine correcties doorvoeren onvoldoende is om de doelstellingen te bereiken. Hiervoor is een duurzaamheidstransitie noodzakelijk. Dergelijke duurzaamheidstransitie is een doorlopend proces van maatschappelijke verandering, waarbij de structuur van de maatschappij fundamenteel verandert. We zullen in het bijzonder onze systemen van bouwen en wonen, energie, ruimtelijke ordening, landbouw en voeding, productie en consumptie en mobiliteit structureel moeten aanpassen om op lange termijn klimaatneutraliteit na te streven.
Klimaatactieplan Zemst 7/37
De systemen bouwen en wonen, ruimtelijke ordening en mobiliteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Momenteel is ons (historisch gegroeid) ruimtelijke ordening niet duurzaam omdat het verspreide bebouwing in de Daardoor maken de mensen ook niet-duurzame keuzes op vlak van wonen, transportsysteem overmatig onder druk.
daarenboven systeem van hand werkt. en staat ons
Daarmee komen we tot volgende beleidsaanbevelingen: 1) Integratie van het klimaatthema in het totale gemeentelijke beleidsveld. Het klimaatbeleid is een transversaal thema dat zich over alle beleidsdomeinen heen uitstrekt. Niet alleen voor de hand liggende beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening en mobiliteit komen daarbij in beeld maar ook economie, handel en werkgelegenheid, wonen en huisvesting, landbouw, natuur, noord-zuid, toerisme en vrije tijd, patrimoniumbeheer … 2) Gemeente als aanjager van onderuit (bottom up) ontstaan groter draagvlak voor het beleidsniveaus. Gemeenten zijn uitgelezen speler.
hogere overheden: alle klimaatinitiatieven die van verhogen het draagvlak voor het klimaatbeleid. Een klimaatbeleid verhoogt de druk op de hogere als beleidsniveau dat het dichtst bij de burger staat de
3) Gemeente als voorbeeld: wil de gemeente een voor haar inwoners geloofwaardig klimaatbeleid voeren zal zij uiteraard zelf het goede voorbeeld moeten geven. Dit komt aan bod doorheen alle beleidsthema’s, bv.: door het verhogen van de energieefficiëntie van het eigen gebouwenpatrimonium, door bij verbouwingen of bouwen rekening te houden met duurzaam bouwen (bv. BEN-normen nastreven), door haar eigen wagenpark te vergroenen ….
Klimaatactieplan Zemst 8/37
4. HUIDIGE SITUATIE 4.1. Algemeen Om doelstellingen te formuleren en de effecten van het klimaatbeleid op te volgen, moet je de grootte en de bronnen van de huidige CO2-uitstoot kennen. Daarom heeft de gemeente een nulmeting uitgevoerd. Deze meting geeft van elke sector het aandeel in de totale CO2-uitstoot weer. Het referentiejaar is 2011 want vanaf dat jaar zijn volledige cijfers voor de nulmeting beschikbaar. De inventaris werd gemaakt met de generieke tool1 die VITO ontwikkelde in opdracht van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid en aangevuld met data die specifiek zijn voor de gemeente. 4.2. Gemeentelijke nulmeting Uit de emissie-inventaris blijkt dat in het jaar 2011 79.530 ton aan CO2 werd uitgestoten.
Figuur 2: Taartdiagram gemeentelijke nulmeting
Bespreking en analyse nulmeting: - De grootste bron van CO2-uitstoot in Zemst is afkomstig van het energieverbruik van de huishoudens (47%), gevolgd door particulier en commercieel vervoer (37%). - Onder tertiaire sector wordt verstaan: handel, kantoren en administraties, horeca, gezondheidszorg en andere gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening. 1
Tool is terug te vinden op aps.vlaanderen.be/lokaal/burgemeestersconvenant/burgemeestersconvenant.htm.
Klimaatactieplan Zemst 9/37
-
Bij de CO2-uistoot uit het verkeer, werden de voertuigkilometers over de E19 niet in rekening gebracht, omwille van de verwaarloosbare impact van gemeentelijke initiatieven op bovenlokaal verkeer over de autosnelweg.
Figuur 3: Grafiek vergelijking gemeente – gemiddelde Vlaams-Brabantse gemeente
Bespreking: - Onder bebouwde omgeving wordt beschouwd de uitstoot van huishoudens, gemeentelijke en tertiaire gebouwen (handel, dienstverlening) en de openbare verlichting. -
Als je de gemeente vergelijkt met een gemiddelde Vlaams-Brabantse gemeente met een gelijkaardig aantal inwoners, dan blijkt dat gemeente Zemst een lagere C02uitstoot heeft voor het domein ‘bebouwde omgeving’. Dit zou dit deels kunnen verklaard worden door het relatief hoog aandeel geïsoleerde gebouwen in Zemst. De gunstige gemeentelijke aanvullende premies voor dakisolatie, muurisolatie en hoogrendementsbeglazing van de voorbije 10 jaar speelt hierin vermoedelijk een belangrijke rol.
Klimaatactieplan Zemst 10/37
5. MAATREGELENTOOL EN BUSINESS AS USUAL-SCENARIO 2020 (BAU 2020) VITO heeft in opdracht van LNE een maatregelentool2 opgemaakt. Die geeft voor tien voorbeeldmaatregelen een indicatie van de impact op het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Het gaat om acties die burgers, handelaars of bedrijven kunnen nemen. Zoals: huishoudens: muurisolatie, dakisolatie, betere beglazing, warmtepompen, zonneboilers tertiair: cluster van diverse maatregelen (zoals relighting, efficiëntere gasketels, natuurlijke ventilatie, installatie warmtepompen) om vraag en verbruik te laten dalen bij verwarming, ventilatie, koeling en verlichting transport: shift van auto naar fiets voor korte ritten, shift naar elektrische voertuigen lokale elektriciteitsproductie: PV
CO2-emissies (in ton) 45000
40000
37529
35000
30865
30000
25000 20000 15000 8579
10000 5000 40676
8250
340 340
1316
1316
902 902
openbare verlichting
landbouw
industrie
23515
0
0
0 huishoudens
tertiair
2011
transport
eigen organisatie
2020
Figuur 4: Grafiek Business-as-Usual scenario 2020
De besparingen zijn berekend in vergelijking met het referentiejaar 2011 en het ‘BAU’scenario in het jaar 2020. Het BAU (“business as usual”) scenario geeft een inschatting van het energieverbruik en de gerelateerde CO2-emissies voor 2020, indien geen bijkomende acties door de lokale overheden worden genomen. Het scenario houdt wel rekening met autonome evoluties en beslist Europees beleid.
2
zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/burgemeestersconvenant/burgemeestersconvenant.htm
Klimaatactieplan Zemst 11/37
In totaal kunnen we volgens bovenstaande berekening veronderstellen dat de C02uistoot in Zemst zou afnemen met 6 % bij autonome evolutie door demografische groei, autonome vervanging en Europees beleid (BAU-scenario). Achtergrondinfo: - Voor bestaande woningen brengt VITO in het BAU scenario enkel de vervanging van verwarmingsinstallaties op einde van hun levensduur (autonome vervanging) in rekening. Ze brengen sloop niet in rekening want is beperkt in Vlaanderen. Nieuwbouw wordt bepaald op basis van de toename in het aantal huishoudens tussen 2011 en 2020. - Voor particulier en commercieel vervoer over de weg wordt het brandstofverbruik voor het BAU scenario 2020 geschat op basis van aannames over verwachte evolutie voertuigkilometers en brandstof technologieën op grondgebied van de gemeente. Het BAU scenario houdt niet alleen rekening met gekend Europees beleid zoals euronormen voor personenwagens, bestelwagens en vrachtwagens en CO2 grenzen voor personenwagens (130 g CO2 vanaf 2015) maar ook geplande infrastructuurwerken.
5.1. Maatregelentool mobiliteit Op het vlak van mobiliteit wordt een vermindering van CO2-uitstoot berekend van 8 %, bij het BAU-scenario (Business As Usual, verder zetten huidig beleid). Hierbij werden volgende ramingen toegepast: in 2020 gebeurt 1% van het aantal voertuigkilometers door elektrische voertuigen, 1% door CNG en 6% door hybridewagens. Deze raming houdt rekening met gepland en vastgelegd Europees beleid zoals Euronormen voor personenwagens, bestelwagens en vrachtwagens en CO2 grenzen voor personenwagens (130 g CO2 vanaf 2015). Naast het BAU-scenario, werd ook een scenario berekend met zogenaamde modal shift. Bij dit scenario wordt de impact van bijkomende maatrelen in rekening gebracht, bovenop de evoluties volgens het BAU-scenario. Streefdoel in Zemst: Tegen 2020 wordt 5% extra van de kilometers met personenwagen gereden door elektrische wagen. Dit zou een bijkomende besparing met 1.500 ton CO2 ten opzichte van het BAU-scenario betekenen. We doelen hier voornamelijk op het vervangen van een dieselpersonenwagen. Naast hun relatief hoge kostprijs, worstelen elektrische voertuigen ook met het nadeel van hun beperkte autonomie. Van beide nadelen wordt verwacht dat ze met de tijd zullen afnemen. Men kan dus best niet te snel overgaan tot een grootschalige ontplooiing. In afwachting van een grootschalige ontplooiing kunnen pilootprojecten zinnig zijn om ervaring op te doen.
Klimaatactieplan Zemst 12/37
Streefdoel in dit klimaatplan: 5 % van de kilometers met personenwagen wordt tegen 2020 vervangen door fiets/te voet. Dit zou een bijkomende besparing met 2.400 ton CO2 ten opzichte van het BAU-scenario betekenen. Dergelijke modal shift kan op verschillende manieren bekomen worden, door investeren in zowel infrastructuur (fietssnelweg, fietspaden, fietsbruggen …) als in fietscultuur (subsidies elektrische fietsen, fietsherstelpunten, sensibilisatiecampagnes …). VITO berekende dat 15% van de autokilometers gemiddeld gezien wordt afgelegd voor een rit die korter is dan 8 km . Door in te zetten op een groei aandeel elektrische wagens met 5% en toename in gebruik van fiets met 10 % (in beide gevallen ter vervanging van kilometers gereden met dieselvoertuigen) kan in Zemst een besparing van 12% C02-uitstoot worden bekomen ten opzichte van de situatie in 2011. Bijkomende besparingen zijn mogelijk door in te zetten op openbaar vervoer, autodelen, hybride wagens, … Samenvatting impact op C02-uitstoot van bovenstaande streefdoelen:
Transport= particulier, commercieel en openbaar vervoer
Nulmeting 2011
BAU 2020
BAU 2020 + mod.shift
30.865
23.515
21.510
-24%
-9%
Emissies CO2 in 2020 [ton] volgens … %reductie CO2 t.o.v. BAU in 2020 %reductie CO2 t.o.v. nulmeting in 2011
-30%
Klimaatactieplan Zemst 13/37
5.2. Maatregelentool huishoudens Streefdoelen in Zemst - 40 % van de huishoudens (HH), ofwel 1.883 huishoudens, hebben in 2020 dakisolatie geplaatst tussen 2011-2020 - 100 HH hebben in 2020 warmtepomp geplaatst tussen 2011-2020 - 55 % van de HH hebben in 2020 hebben hoogrendementsglas geplaatst tussen 20112020 - 35 % van de HH in 2020 hebben muurisolatie geplaatst tussen 2011-2020 - 500 HH in 2020 hebben een zonneboiler geplaatst tussen 2011-2020 Samenvatting impact op C02-uitstoot van bovenstaande streefdoelen:
Nulmeting 2011
BAU 2020
BAU 2020 + Dakisolatie
BAU 2020 + Muurisolatie
BAU 2020 + Betere beglazing
37.529
40.676
36.883
37.177
37.176
%reductie CO2 t.o.v. BAU in 2020
-9%
-9%
-9%
%reductie CO2 t.o.v. nulmeting in 2011
-2%
-1%
-1%
Emissies CO2 in 2020 [ton] volgens …
Klimaatactieplan Zemst 14/37
5.3. Maatregelentool lokale energieproductie Streefdoel Zemst: 40% van de huishoudens (2.825 huishoudens) hebben fotovoltaïsche panelen (kleiner of gelijk aan 10 kWpiek) geplaatst tussen 2011-2020 Samenvatting impact op C02-uitstoot van bovenstaande streefdoel:
Nulmeting 2011
BAU 2020
BAU 2020 + PV
37.529
40.676
37.302
Emissies CO2 in 2020 [ton] volgens … %reductie CO2 t.o.v. BAU in 2020
-8%
%reductie CO2 t.o.v. nulmeting in 2011
-1%
5.4. Algemene conclusie maatregelentools Afzonderlijke klimaatacties hebben elk op zich onvoldoende impact op de globale CO2-uitstoot. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken is een duurzaamheidstransitie noodzakelijk. Dit klimaatactieplan heeft als doel de duurzaamheidstransitie in Zemst te versnellen, onder meer door bestaande klimaatacties te ondersteunen en nieuwe acties op te starten.
Klimaatactieplan Zemst 15/37
6. PARTICIPATIEVE AANPAK Het is belangrijk om een groot draagvlak te creëren. De gemeente betrekt daarom zowel intern als extern zo veel mogelijk mensen en organisaties. 6.1. Intern Bij de opmaak van dit klimaatactieplan, vond op geregelde tijdstippen interne participatie plaats, ofwel rechtstreeks met de betrokken diensten en mandatarissen, ofwel via het diensthoofdenoverleg. Het klimaatbeleid moet verankerd worden binnen het bestuur en wordt daarom mee opgenomen in de meerjarenbeleidsplanning. Om de klimaatproblematiek aan te pakken, zijn traditionele beleidsconcepten en instrumenten niet genoeg. Er is aanvullend beleid nodig dat gericht is op structurele veranderingen op lange termijn.
6.2. Extern Extern wordt de gemeente ondersteund door een breed partnerschap, waaronder de Vlaamse overheid, VITO, de distributienetbeheerders, externe experten en lokale verenigingen. De provincie Vlaams-Brabant biedt als coördinator inhoudelijke, technische en administratieve ondersteuning aan. Een externe klankbordgroep onder leiding van de voorzitter van de milieuraad, kwam tijdens de opmaak van het klimaatplan twee maal bijeen. Op 26 mei 2015 werd een Klimaatcafé 2020 in café De Semse gehouden. Naast gerichte uitnodigingen - onder meer naar de voorzitters van alle Zemstse verenigingen - werd ook het brede publiek hierop uitgenodigd via een oproep in het gemeentelijk infoblad. Er waren 18 deelnemers. Na een algemene uiteenzetting door de voorzitter van de milieuraad, werd de groep in twee gedeeld met als doel te brainstormen over mogelijke klimaatacties. Dit heeft geleid tot ruim 100 acties over de thema’s mobiliteit, energie, afval en voeding. Via e-mail stuurden zij ons een top 5 door, wat uiteindelijk tot een lijst met 10 meest aangevinkte acties heeft geleid. Ideeën (en betrokkenheid) werden ook verzameld op de Klimaatstand op de Fair Trade Knabbel- en Babbelfietstocht op 14 juni 2015 en tijdens het Wereldfeest op 6 september 2015. De ruim 400 deelnemers aan de fietstocht kregen tijdens een hapje en drankje een kort woordje uitleg over klimaatplan, en de mogelijkheid om ‘hun idee voor minder CO2’ op papier te zetten. Het ontwerp van het klimaatactieplan werd nog voor een laatste participatieve ronde gegooid op de gemeenteraadscommissie van 15 oktober 2015, het diensthoofdenoverleg van
Klimaatactieplan Zemst 16/37
20 oktober (namiddag) en de open milieuraad van 20 oktober 2015 (avond). Bij deze laatste ronde stonden drie vragen centraal: 1. Kunnen wij volgens jou met de voorgestelde acties het verschil maken? 2. Zijn er volgens jou belangrijke acties/thema’s die ontbreken? 3. Wat is voor jou de prioritaire actie? Het ontwerpplan, aangevuld met de bemerkingen uit de laatste participatieve ronde, werd ter bespreking voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen op maandag 16 november 2015. Op basis daarvan werd het klimaatactieplan gefinaliseerd.
Klimaatactieplan Zemst 17/37
6.3. Resultaten van de participatieve aanpak De gemeente heeft een actief participatietraject opgezet met verschillende gemeentelijke stakeholders. Doel van dit participatieproces is om de gemeentelijke doelgroepen mee te laten nadenken over het gemeentelijk klimaatbeleid, input te krijgen voor het klimaatactieplan en de voorgestelde maatregelen te toetsen op hun haalbaarheid. Zo wil de gemeente komen tot een gedragen klimaatplan en –beleid en een actieve medewerking bij de uitvoering ervan. Dit is de algemene top 10 van de voorstellen uit deze participatieve aanpak: 1) Blijven investeren in veilige fietsverbindingen en fietssnelwegen. 2) Ecologische straatverlichting (aanpasbaar, Ledverlichting) 3) Een wijkgerichte totaalaanpak organiseren: begeleiding, energieadvies, samenaankopen, concept klimaatwijken 4) Gemeentelijk wagenpark vergroenen 5) Ledverlichting promoten, oude lampen vervangen door ledverlichting 6) Groepsaankopen organiseren rond energiebesparende maatregelen (elektrische fietsen, groene energie, dakisolatie, zonnepanelen …) 7) Bewust consumeren stimuleren = seizoensgebonden, lokaal en/of bio, minder vlees 8) Meer bomen en bossen, meer natuur (zowel op openbare gronden als in tuinen) 9) STOP-principe hanteren: meer stappen en trappen, dan openbaar vervoer en pas daarna personenwagens 10) Meer aandacht voor ruilen en delen. In het bijzonder ook het concept 'autodelen' bekend maken en faciliteren Dit zijn de prioritaire acties uit de laatste participatieronde van eind oktober 2015: 1) Energiezuinig wonen en (ver)bouwen, met nadruk op het ontzorgen van de inwoners en het beter bekend maken van de mogelijkheden. Ook extra aandacht voor sociale doelgroepen. 2) Kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur, inclusief veilige en comfortabele fietsenstallingen. 3) Sensibilisatie van alle inwoners: werken aan het klimaat vergt een mentaliteitswijziging van ieder van ons. Ofwel via klimaatambassadeurs per wijk, of via een online gemeenschap … 4) Een goed uitgewerkt openbaar vervoersnetwerk. 5) Gemeentelijke projecten/aankopen steeds toetsen aan klimaat en andere milieuthema’s. 6) Prioriteit bij de uitvoering van de actie: dit document mag geen dode letter zijn.
Klimaatactieplan Zemst 18/37
7. GEPLANDE ACTIES EN MAATREGELEN Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de geplande acties en maatregelen tot 2020. De nulmeting geeft een kijk op de situatie in 2011, hoeveel van de CO2-uitstoot er kan verminderd worden en welke de prioritaire sectoren zijn. Op basis daarvan heeft de gemeente een pakket van maatregelen samengesteld die hierop inspelen. In het kader van de nulmeting en de opvolging van de C02-uitstoot, zijn er drie grote blokken, waar we het grootste verschil kunnen maken: 1) Huisvesting 2) Mobiliteit 3) Lokale energieproductie Daarnaast zijn er de sectoren met een belangrijke, maar weliswaar moeilijker te becijferen invloed op de CO2-uistoot. Bedoeling is om dit te laten verankeren in de bestaande beleidsdomeinen of om sensibilisatieacties hierrond op te zetten passend binnen de eerder aangehaalde na te streven duurzaamheidstransitie als doorlopend proces van maatschappelijke verandering: 4) Ruimtelijke ordening 5) Adaptatie via domeinen natuur, biodiversiteit en water 6) Duurzame consumptie
7.1. Gebouwen, installaties en voorzieningen Gebouwen, installaties en voorzieningen zijn goed voor 47% van de CO2-uitstoot in onze gemeente. Deze sector is één van de belangrijkste sectoren om de broeikasgasuitstoot te doen dalen. De gemeente kiest voor duurzaam en energiezuinig bouwen. Niet alleen voor haar eigen patrimonium, maar ook voor het gebouwenpark op het grondgebied van de gemeente. Via sensibilisatie en het promoten van duurzaam (ver)bouwen, wil de gemeente ook de residentiële en tertiaire gebouwen duurzamer maken. Duurzaam bouwen? Dat is een manier van bouwen waarbij de milieu- en gezondheidseffecten over de volledige levensduur van het bouwproject tot een minimum worden beperkt. Hierbij verliezen we het economische optimum niet uit het oog en gaan we uit van de volgende principes: Bouwen over generaties heen. Niet alleen door duurzame materialen te gebruiken, maar ook door comfortabele leefomgevingen te creëren waar mensen graag vertoeven. Efficiënt ruimtegebruik. Hoe dichter mensen bij elkaar wonen, hoe minder oppervlakte er bebouwd wordt en hoe meer natuur behouden blijft. Een dichte bebouwing beperkt de verplaatsingsafstand. Het vergemakkelijkt een efficiënte infrastructuur en openbaar vervoer.
Klimaatactieplan Zemst 19/37
Rationeel energiegebruik, zowel tijdens het bouwproces als tijdens de levensduur van de woning. Voorwaarden hiervoor zijn compact en zuid georiënteerd bouwen, een luchtdichte afwerking, grondig isoleren, efficiënte verwarmingsinstallatie op hernieuwbare energie … Het gebruik van duurzame materialen met een zo laag mogelijke milieu-impact, waarbij de volledige levenscyclus in acht wordt genomen. Een goede waterhuishouding. Deze principes passen we toe voor gemeentelijke gebouwen en openbare verlichting, maar even goed voor residentiële woningbouw, industrie- en kantoorgebouwen, zorgsector, schoolgebouwen en zo meer.
Doelstellingen
van de gemeente: 20 % reductie CO2 –uitstoot bij bestaande woningen 20 % nieuwbouwwoningen wordt passief of bijna energieneutraal 20 % energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen 20 % energiebesparing bij openbare verlichting 10 % reductie CO2 – uitstoot bij tertiaire gebouwen
Wat doet de gemeente nu al in deze sector en zal worden voortgezet? Organiseren van infoavonden over diverse thema’s van duurzaam bouwen en wonen. Subsidies verlenen bovenop de subsidies van de netbeheerder voor muurisolatie, dakisolatie en hoogrendementsglas. Duurzaam bouwadvies van het Steunpunt Duurzaam Bouwen promoten bij de inwoners. De inwoners informeren en sensibiliseren over duurzaam bouwen en verbouwen via het woonloket in de gemeente. Het promoten van energiescans voor sociale doelgroepen. Voortzetten van een doelgroepenwerking via OCMW. De gemeente ondersteunt en werkt samen met OCMW en andere organisaties die kwetsbare gezinnen als doelgroep hebben, met het oog op sensibilisatie en het nemen van maatregelen om hun energiekost te verlagen. Een energieboekhouding van de gemeentelijke gebouwen. Een opvolging van een energieboekhouding is essentieel voor nodeloze energieverbruiken op te sporen en de impact van verbetermaatregelen vast te stellen. Voortzetten van de samenwerking met distributienetbeheerder Eandis. Ondersteuning door de dienst Energiebegeleiding van het Steunpunt Duurzaam Bouwen voor het energiezuinig maken en verduurzamen van de eigen gemeentelijke gebouwen en/of gebouwen van gemeenschapsvoorzieningen. Isoleren van gemeentelijke gebouwen. Opmaak van een lichtplan voor openbare verlichting. Jaarlijkse deelname aan Nacht van de Duisternis en Earth Hour. Sinds begin 2015 worden in alle gemeentelijke gebouwen de TL-lampen systematisch bij defecten vervangen door Ledverlichting. Vernieuwen regeling van verwarming in gemeentelijke gebouwen. Sinds kort beschikken de drie gemeentescholen over een nieuw sturingssysteem voor de verwarming. Hiermee kan van op een afstand de regeling van verwarming worden ingesteld en opgevolgd.
Klimaatactieplan Zemst 20/37
Op welke nieuwe maatregelen zal de gemeente inzetten op korte, middellange en lange termijn?
De gemeente organiseert in januari 2016 vijf Warming Up Home party’s, binnen het klimaatproject ‘Samen Energiek’. In vijf Zemstse particuliere woningen wordt met een warmtecamera nagegaan waar er warmteverliezen optreden en welke de energievreters er zijn in het huis. Bedoeling is om de aanwezige buren, vrienden, familie,… warm te maken om ook een energiescan van hun woning te laten uitvoeren en energiebesparende maatregelen te nemen.
Gemeente Zemst stapt mee in het project ‘Kyoto in de wijk’ van 3Wplus en plant de uitvoering van drie collectieve wijkrenovatieprojecten verspreid over drie jaar tijd. De bedoeling is om de energievraag in zowat alle woningen van dergelijke wijken terug te dringen. De eigenaars van deze woningen doorlopen tegelijkertijd eenzelfde renovatietraject. Een gezamenlijke aanpak zorgt daarbij voor financiële voordelen omwille van de schaalvergroting (groepsaankopen) en organisatorische voordelen door centrale coördinatie, zowel in de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase. De bewoners worden daarbij zoveel mogelijk ontzorgd.
De gemeente en het OCMW nemen deel aan project Save@Work als voorbeeld naar inwoners toe: via aangepast gedrag van personeel en mandatarissen wordt een energiebesparing nagestreefd. Hiertoe wordt een energieteam samengesteld.
De gemeente neemt deel aan de groepsaankoop dakisolatie van 3Wplus en ondersteunt ook de organisatie van daarop volgende groepsaankoop van 3Wplus in provincie Vlaams-Brabant.
De gemeente sensibiliseert de inwoners, handelaars, dienstenleveranciers, KMO’s en landbouwers,… met het oog op de verhoging van de bewustwording rond het belang van duurzaam bouwen, verbouwen, het nemen van concrete maatregelen ter bevordering van de energie-efficiëntie en rationeel energiegebruik.
De gemeente stimuleert verder een daling van het energieverbruik door verlichting. Hiervoor kunnen relightingprojecten uitgevoerd, bevorderd en ondersteund worden. Specifieke kansen liggen voor de gemeente bij de openbare verlichting en eigen verlichting in het gemeentelijk patrimonium.
De gemeente maakt een centraal gebouwtechnisch dossier op van elk gemeentelijk gebouw. Een goede inventaris van de bestaande toestand van het gebouwenpark is een noodzakelijke basis voor het opstellen van een gedegen actieplan met de juiste prioriteiten.
Nieuwe gebouwen worden bijna-energieneutrale gebouwen (BEN)
Klimaatactieplan Zemst 21/37
Nr.
Actie (omschrijving)
1.
De gemeente werkt mee aan de groepsaankoop dakisolatie georganiseerd door 3Wplus
2.
Binnen het project Kyoto in de wijk plant de gemeente drie collectieve wijkrenovatieprojecten
3.
De gemeente organiseert in januari 2016 Warming Up Home party’s: in 5 woningen wordt met een warmtecamera nagegaan waar er warmteverliezen optreden en welke energievreters er zijn.
4.
De gemeente houdt bij de uitbreiding van de gemeenteschool De Waterleest en De Pimpernel rekening met de BEN-eisen.
5.
De gemeente en het OCMW nemen deel aan project Save@Work als voorbeeld naar inwoners toe: via aangepast gedrag wordt een energiebesparing nagestreefd.
6.
De gemeente onderzoekt de mogelijkheid van Energy Performance Contracting voor de eigen gemeentelijke gebouwen.
7.
De gemeente organiseert een bouw- en verbouwmarkt met lokale aannemers, architecten, infostand gemeente, infostand Steunpunt DuBo, .....…
8.
De gemeente vraagt kosteloos projectadvies aan bij Eandis voor de stookplaatsen en de regeling van verwarming van alle gemeentelijke gebouwen.
9.
De gemeente organiseert opleidingen voor vrijwilligers die kleinschalige groepsaankopen rond energie-efficiënte producten willen organiseren
10.
De gemeente verhoogt het subsidiepercentage voor verenigingen voor energiezuinige aanpassingen aan hun gebouwen.
11.
Bij de heraanleg van wegen wordt de openbare verlichting vervangen door meer energiezuinige ledverlichting.
12.
De gemeente maakt een centraal gebouwtechnisch dossier op van elk gemeentelijk gebouw.
13.
De gemeente promoot gratis energiescans voor KMO.
Verwachte CO2-reductie Met deze maatregelen verwacht de gemeente voor de sector gebouwen een CO2-reductie van 8.000 ton te bereiken tegen 2020.
Klimaatactieplan Zemst 22/37
7.2. Mobiliteit Duurzame mobiliteit zoekt het evenwicht tussen bereikbaarheid, economie, leefmilieu en klimaat. Het draagt ook bij aan een betere luchtkwaliteit (fijn stof, NO2 …), hogere verkeersveiligheid, minder geluidsoverlast, meer beschikbare open ruimte en economische winst. Als strategie past de gemeente het STOP-principe toe: voetgangers (Stappen), fietsers (Trappen) en Openbaar vervoer krijgen voorrang. Het autoverkeer (Privé-vervoer) wordt verminderd. Zowel woon-werkverkeer, vrijetijdsverkeer als logistiek verkeer zijn aandachtspunten. Ruimtelijke planning is van cruciaal belang om een kentering in het mobiliteitsbeleid te realiseren. Verkeersgenererende functies koppelen we aan het openbaar vervoersnetwerk en fietsnetwerk. Een verbetering van het aanbod van het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur zijn daarbij belangrijk. Ook nieuwe voertuigen die minder of niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, zijn een mogelijkheid. Het is nog onduidelijk welke aandrijftechnologieën in de toekomst de klassieke verbrandingsmotor op benzine of diesel zullen opvolgen. De doorbraak van waterstof is hierbij nog onzeker. Daardoor ligt de focus nu op elektrische auto’s, maar dit kan snel veranderen. Verplaatsingen te voet, per fiets of via collectief vervoer krijgen voorrang op de wagen. Voor verplaatsingen die toch nog met de wagen gebeuren, kan er gekeken worden naar een wagenpark met een lagere uitstoot. De elektrische auto als volwaardig alternatief voor de auto op fossiele brandstoffen komt waarschijnlijk pas over een aantal jaar op de markt. Een substantieel aandeel elektrische wagens in het totale wagenpark is mogelijk niet te verwachten voor 2020. Provincies, intercommunales en gemeenten kunnen deze overgang versnellen. Voor de overschakeling naar elektrische auto’s of auto’s op CNG moet er een slim laadnet beschikbaar zijn. Doelstellingen van de gemeente: realiseren van minder autokilometers via goede planning de nood aan de auto verminderen energiezuinig rijden promoten als je toch de wagen neemt versnelde introductie van plug-in hybride en elektrische voertuigen duurzame logistiek ingang doen vinden in de gemeente Wat doet de gemeente nu al in deze sector en zal worden voortgezet? Uitvoeren en bijsturen van het gemeentelijk mobiliteitsplan Het gemeentebestuur hecht veel belang aan de verbetering van de fietsinfrastructuur om het fietsgebruik te bevorderen. Naast de uitbreiding van het fietspadennetwerk is ook de kwaliteit van de gemeentelijke fietspaden van groot belang om de burgers op de fiets te krijgen en te
Klimaatactieplan Zemst 23/37
houden. De gemeente onderhoudt de fietspaden daarom goed. Nieuwe fietspaden worden standaard in asfalt aangelegd, omdat dit het meeste comfort biedt aan de fietser. Organiseren of ondersteunen van acties op school met als doel het STOP-principe te promoten (bv. strapdag, sam de verkeersslang, fietsexamen, fietscontroles,….) Organiseren van de actie Met Belgerinkel naar de Winkel. Jaarlijkse deelname aan de Week van de Mobiliteit Uitwerken provinciale subsidiedossiers verkeersveilige schoolomgevingen. Organisatie opleiding gemachtigde opzichters. Inventarisatie, onderhoud en beheer van bestaande trage wegen 100% terugbetaling woon-werkverkeer met het openbaar vervoer voor gemeentepersoneel Fietsvergoeding voor gemeentepersoneel De gemeente organiseert opleidingen ecodriving (ecologisch rijgedrag) voor inwoners en gemeentepersoneel De gemeente stimuleert en ondersteunt scholen die het concept ‘schoolstraten’ willen uitvoeren. Bij schoolstraten wordt inkomend gemotoriseerd verkeer geweerd uit de schoolomgeving tijdens de schoolpieken. De gemeente neemt deel aan het project Elektrische Voertuigen in Actie (EVA) en heeft inmiddels twee elektrische voertuigen uitgetest.
Op welke nieuwe maatregelen zal de gemeente inzetten op korte, middellange en lange termijn? De gemeente breidt het aanbod aan veilige en comfortabele fietsparkings uit. Dit zowel in de kernen als bv. aan de van de openbaar vervoersassen.
Het functioneel en recreatief fietsroutenetwerk wordt verder uitgebouwd.
De gemeente gaat na welke straten kunnen worden ingericht als fietsstraten.
De gemeente stimuleert de modal shift in de richting van openbaar vervoer en fiets door het autogebruik te ontmoedigen.
Om de modal shift te stimuleren, sensibiliseert de gemeente in samenwerking met LOGO Zenneland over de link tussen verkeer en gezondheid. De gezondheidseffecten van verkeer door luchtverontreiniging en geluidsoverlast staan onomstotelijk vast. Tegelijk wordt benadrukt dat de gezondheidswinst van fietsen groter is dan de mogelijke gezondheidsrisico’s ten gevolge van de verhoogde blootstelling aan vervuilde lucht. Hieraan wordt onder meer een campagne gelinkt tegen het onnodig en hinderlijk stationair laten draaien van de motor, voor auto’s die geparkeerd staan aan schoolpoorten en handelszaken.
De gemeente voert ook aanpassingswerken uit ten gunste van de voetganger.
Klimaatactieplan Zemst 24/37
De gemeente zet samen met de politiezone Kastze in op verhoogde verkeersveiligheid voor stappers en fietsers, onder meer door het invoeren van snelheidsremmende maatregelen.
De gemeente bevordert en ondersteunt de technologische shift naar elektrische voertuigen, onder meer door zelf het goede voorbeeld te geven.
De gemeente analyseert via de MobiSCan van Eandis het gemeentelijk wagenpark.
De gemeente maakt het aanbod van openbaar vervoer en van de Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer beter bekend.
De gemeente onderzoekt de inzet van alternatieve leerlingenvervoer, afvalophaling of werkzaamheden.
De gemeente maakt een digitaal schoolrouteplan op tegen eind schooljaar 2015-2016.
vervoersmiddelen
voor
Nr.
Actie (omschrijving)
1.
De gemeente hanteert bij mobiliteitsprojecten het STOP-principe: meer stappen en trappen, dan openbaar vervoer en pas daarna personenwagens.
2.
De gemeente maakt het concept autodelen beter bekend.
3.
De gemeente zet in op een kwaliteitsvolle fietssnelweg doorheen Zemst.
4.
De gemeente investeert in een uitbreiding aan veilige en comfortabele fietsstallingen aan scholen, kernen en openbaar vervoersassen.
5.
De gemeente onderzoekt de mogelijk tot invoering van publieke fietsdeelsystemen aan NMBSstations.
6.
De gemeente voorziet in een eigen, veilige en comfortabele fietsenparking voor haar personeel.
7.
De gemeente onderzoekt de mogelijkheid van uitbreiden autoluwe zones.
8.
De gemeente onderzoekt de mogelijkheid tot plaatsen van laadpalen bij haar eigen gebouwen, te beginnen bij cultuurcentrum De Melkerij.
9.
Bij de aankoop van nieuwe dienstwagens, geeft de gemeenten de voorkeur aan elektrische voertuigen, tenzij voor dat type wagen er nog geen gelijkwaardige elektrisch alternatief bestaat.
10.
De gemeente koopt elektrische dienstfietsen aan voor gebruik bij grotere afstanden.
11.
De gemeente maakt een digitale schoolroutekaart tegen juni 2016: via welke (trage) wegen geraakt de leerling het veiligst te voet of met de fiets naar de school. Tegelijk worden de knelpunten in de schoolomgevingen zo veel mogelijk weggewerkt.
12.
De gemeente lanceert een campagne tegen het onnodig en hinderlijk stationair laten draaien van de motor, voor auto’s die geparkeerd staan bij de bakker, de school,…
13.
De gemeente organiseert in juni 2016 in samenwerking met LOGO Zenneland een interactieve workshop rond het thema verkeer en gezondheid om op een participatieve manier knelpunten en oplossingen naar voor te brengen en tegelijk de modal shift naar fietsen te stimuleren.
14.
De gemeente maakt in samenwerking met de provincie een tragewegenplan op. Prioriteit wordt gegeven aan trage wegen rond attractiepolen (scholen, sportverenigingen, dorpskernen,…)
15.
De gemeente analyseert via de MobiSCan van Eandis het gemeentelijk wagenpark.
Verwachte CO2-reductie Met deze maatregelen verwacht de gemeente voor de sector mobiliteit een CO2- reductie van 5000 ton te bereiken tegen 2020.
Klimaatactieplan Zemst 25/37
7.3. Hernieuwbare energie Een doordacht klimaatbeleid vraagt om een duurzame energieproductie, met nadruk op hernieuwbare energiebronnen. Hernieuwbare energie is energie die gewonnen wordt uit onuitputtelijke bronnen, zoals onder meer zon, water en wind. Er bestaan verschillende technieken om de beschikbare hernieuwbare energie te winnen. Bijvoorbeeld een thermische zonnecollector, fotovoltaïsche zonnecellen, vergisting van biomassa tot biogas, persing van pure plantaardige olie. Deze technieken leveren ook verschillende energiedragers op: warmte of elektriciteit. Elke hernieuwbare energiebron en omzettingstechniek heeft haar eigen kenmerken, zodat een effectief beleid per bron en zelfs per techniek moet worden bepaald. De gemeente zet initiatieven op voor zowel haar eigen infrastructuur als voor andere doelgroepen. Doelstellingen van de gemeente: 20 % van het elektriciteitsverbruik op grondgebied van de gemeente is afkomstig van hernieuwbare energie. 40 % van de huishoudens beschikt over PV-panelen en/of zonneboiler. Wat doet de gemeente nu al in deze sector en zal worden voortgezet? 100% van het energieverbruik in de gemeentelijke gebouwen is afkomstig van hernieuwbare energie. Plaatsing van hernieuwbare energietoepassingen in gemeentelijke gebouwen, bv. warmtepomp in De Melkerij. Op welke nieuwe maatregelen zal de gemeente inzetten op korte, middellange en lange termijn?
De gemeente vormt energieprojecten.
partnerschappen
met
investeerders
voor
hernieuwbare
De gemeente werkt mee aan de verhoging van het maatschappelijk draagvlak voor hernieuwbare energieprojecten. De gemeente kan het maatschappelijk draagvlak verhogen door de coöperatieve ondernemingsvorm te verkiezen bij partnerschappen bij projecten rond hernieuwbare energie.
De gemeente stimuleert de installatie van PV-panelen door middel van informatie, sensibilisatie en het ondersteunen van groepsaankopen.
De gemeente vraagt kosteloos projectadvies aan bij Eandis rond het bepalen van geschiktheid van de gemeentelijke gebouwen voor het plaatsen van zonnepanelen.
De gemeente organiseert infoavonden over hernieuwbare energie.
Klimaatactieplan Zemst 26/37
Nr.
Actie (omschrijving)
1.
Het gemeentebestuur stelt een visienota op om projecten rond duurzame energie te promoten en te coördineren.
2.
De gemeente ondersteunt organisaties die een groepsaankoop voor pv-panelen of zonneboilers organiseren.
3.
De gemeente vraagt kosteloos projectadvies aan bij Eandis rond het bepalen van geschiktheid van gemeentelijke gebouwen voor het plaatsen van zonnepanelen.
4.
De gemeente stimuleert of neemt deel aan pilootprojecten met andere partners die de mogelijkheden van duurzame energieproductie nagaan.
5.
De gemeente organiseert infoavonden over hernieuwbare energie.
Verwachte CO2-reductie In 2011 was er voor 2.743 MWh aan fotovoltaïsche energie geproduceerd. Met deze maatregelen verwacht de gemeente voor de sector hernieuwbare energieproductie een CO2-reductie 1.800 ton te bereiken tegen 2020.
Klimaatactieplan Zemst 27/37
7.4. Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening wordt niet als een afzonderlijke sector beschouwd, maar als geïntegreerd in de andere sectoren. Maatregelen op dit domein hebben immers zelden een rechtstreeks aantoonbare invloed hebben op de CO2-uitstoot, maar zijn wel basisvoorwaarde om een CO2-reductie mogelijk te maken. We beperken ons bij dit domein daarom tot algemene aanbevelingen die we graag verankerd zien worden in het ruimtelijk ordeningsbeleid. Kernversterking heeft oog voor inbreiding en het bundelen van diverse activiteiten zoals wonen, werken, winkelen, schoolgaan, zorg …. in een aantrekkelijke leefomgeving. Nabijheid van dagelijkse voorzieningen, herwaardering van kernen die goed ontsloten zijn door openbaar vervoer, slimme verdichting met aandacht voor groen, natuur en biodiversiteit, inzetten op CO2-reductie via energie-efficiëntie en lokale energie leggen de basis voor een klimaatvriendelijke gemeente. Het concentreren van onze activiteiten (wonen, werken, ontspannen, winkelen) in dorpskernen langsheen hoogwaardige openbaar vervoers- en fietsassen is nodig om tot een systeemverandering te komen op vlak van mobiliteit en ruimtelijke ordening. Verder van deze assen zouden we activiteiten moeten afbouwen en een beroep doen op aangepast voor- en navervoer. Door het wonen te concentreren in stads- en dorpskernen wordt lintbebouwing tegengegaan. Bij de voor 2016 geplande herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) wordt een visie geformuleerd over de bouwmogelijkheden op lange termijn in de gemeente Zemst. Op basis van een actuele woonbehoeftestudie werd nagegaan of Zemst in de nabije toekomst voldoende bouwmogelijkheden biedt. De studie toont aan dat er zeker tot 2027 voldoende bouw- en woonaanbod is. Tot 2027 stelt het schepencollege daarom aan de gemeenteraad voor om een ‘bevriezingsperiode’ in te lassen. Tijdens die bevriezingsperiode mag geen extra woongebied worden gecreëerd. Op deze bevriezingsregel gelden drie uitzonderingen: een nieuwe woonbehoeftestudie zou aantonen dat de reële behoefte sneller groeit dan voorzien; dan moet de gemeenteraad eventueel haar beslissing herzien. een hogere overheid zou de gemeente opleggen om extra woonaanbod te creëren; bij planologische ruil van slecht gelegen woongebieden met goed gelegen nietwoongebieden. Bij de laatste uitzondering wordt er in feite geen ‘bijkomend’ woongebied gecreëerd; er wordt enkel bestaand woongebied verplaatst of, nog beter gezegd, ‘geruild’. Uit de participatierondes bij de opmaak van dit klimaatactieplan, komt zowel de behoefte naar samenhuisprojecten naar voor, als de onwetendheid hierover. Daarom organiseert de gemeente eind 2015 hierover een vorming in samenwerking met Samenhuizen vzw. Deze vorming richt zich naar geïnteresseerde bewoners en in het bijzonder ook naar ambtenaren, gemeenteraadsleden en GECORO-leden.
Klimaatactieplan Zemst 28/37
Nr.
Actie (omschrijving)
1.
Bij de herziening van de ruimtelijke structuurplan in 2016 houdt de gemeente rekening met het principe van het concentreren van activiteiten dorpskernen langs hoogwaardige openbaar vervoers- en fietsassen.
2.
De gemeente houdt bij het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden rekening met bovenstaand principe.
3.
De gemeente gaat na hoe in de bestaande duurzaamheidsaspecten kunnen opgenomen worden.
4.
De gemeente start een nieuw project op rond kleinschalig wonen.
5.
De gemeente organiseert een infosessie over samenhuizen voor personeel en mandatarissen
stedenbouwkundige
verordening
Klimaatactieplan Zemst 29/37
7.5. Adaptatie via de domeinen natuur, biodiversiteit en water De klimaatverandering vraagt dringend actie op twee niveaus: 1. Klimaatmitigatie: maatregelen die de uitstoot van broeikasgassen beperken zodat de temperatuurstijging onder een gevaarlijke kritische grens wordt gehouden. Het Europese Burgemeestersconvenant richt zich in eerste instantie op deze maatregelen. 2. Klimaatadaptatie: maatregelen die de effecten van de klimaatverandering milderen of voorkomen zodat de schade ervan binnen de perken blijft, of maatregelen die inspelen op kansen die zich voordoen door de klimaatverandering. Biodiversiteit en natuurlijke ecosystemen spelen een belangrijke rol in de hele klimaatproblematiek. Ze maken mensen, soorten en populaties veerkrachtiger zodat ze zich beter kunnen aanpassen aan de klimaatverandering. Hoe groter de verscheidenheid van dieren en planten, hoe meer ecosystemen de schokken van de klimaatsveranderingen zullen overleven. Wanneer biodiversiteit en ecosystemen niet efficiënt beschermd worden, zal het klimaat nog sneller veranderen en zullen de gevolgen groter zijn. Biodiversiteit en ecosystemen zijn immers belangrijk voor klimaatregulering: veengebieden, moerassen, bodems, bossen en oceanen zorgen voor de opname en opslag van koolstof. De uitstoot van broeikasgassen kan teruggedrongen worden door deze ecosystemen gezond te houden en beschadigde milieus te herstellen. Zoals het opnieuw aanplanten van bossen. Bossen zuiveren de lucht, slaan koolstof op en nemen water op als een spons waardoor overstromingen worden beperkt en water wordt opgeslagen voor drogere periodes. Ook half natuurlijke en door de mens beheerde ecosystemen, waaronder landbouwgebieden, leggen koolstof vast en halen CO2 uit de lucht. Onze klimaatstrategieën afstemmen op de natuur heeft dus veel voordelen: - We zorgen dat de mens en zijn bestaansmiddelen minder kwetsbaar worden voor deze klimaatverandering. - Het is een kostenefficiënte aanpak: ecosystemen zorgen voor koolstofopslag tegen een lage kost. Enkele concrete voorbeelden hiervan: Klimaatimpact
Ecosysteemgebaseerde aanpassing
Meer droogte
Pas de juiste landbouw- en bosbouwpraktijken toe om de wateropslagcapaciteit te verhogen en droogte tegen te gaan
Warmte-extremen
Verhoog het aantal groene (natuur) en blauwe (water) zones in steden om het microklimaat en de luchtkwaliteit te verbeteren
Rivieroverstromingen
Onderhoud en herstel broekgebieden en rivierbeddingen die kunnen dienen als natuurlijke buffers tegen overstromingen
Klimaatactieplan Zemst 30/37
Verhoogd brandrisico
Plant gemengde bossen, want zij zijn immuun tegen ziekten en plagen en hebben een lager brandrisico
Conclusie: het behoud of herstel van ecosystemen helpt om klimaatverandering tegen te gaan én om ons beter te wapenen tegen de klimaatsverandering.
Doelstellingen van de gemeente: bosareaal minimaal behouden realiseren van meer natuur en groen versnippering van de natuur tegengaan Wat doet de gemeente nu al in deze sector en zal worden voort gezet? Stimuleren van verhoging van CO2-captatie door aanplant en beter beheer van bossen en beperken van de areaalafname van bos Aankoop en aanplant van inheemse of autochtoon plantgoed en sensibilisatie naar inwoners en bedrijven. De gemeente beheert de bossen door gebruik te maken van de intergemeentelijke natuur- en landschapsteams (INL-teams). De gemeente maakt gebruik van de intergemeentelijke natuur- en landschapsteams om hagen en bomen aan te planten. De gemeente organiseert jaarlijks in samenwerking met het Regionaal Landschap Groene Corridor vzw haag- en boomplantacties. De gemeente is lid van de Bosgroep Groene Corridor vzw. De gemeente schenkt een geboorteboom aan gezinnen met pasgeboren kinderen. De gemeente subsidieert planten en onderhoud knotwilgen, poelen, houtkanten en ecologisch waardevolle graslanden Gemeentelijke subsidie voor regenwaterputten bij renovatie. Aankoopsubsidies voor natuurgebieden. Op welke nieuwe maatregelen zal de gemeente inzetten op korte, middellange en lange termijn? De gemeente realiseert een veerkrachtig watersysteem door ook in andere beleidsdomeinen zoals het ruimtelijk ordeningsbeleid en waterlopenbeleid rekening te houden met klimaatadaptatie.
De gemeente voorziet bij herinrichting van wegen of bij aanleg van nieuwe wegen enkel verharde voetgangerszones binnen de bebouwde kom. Daarbuiten worden groene bermen behouden.
Trage wegen met een aangelegd.
De gemeente sensibiliseert over bodembewerkingstechnieken met verhoogde C02captatie door bodem als doel.
hoofdzakelijk recreatieve functie worden niet verhard
Klimaatactieplan Zemst 31/37
De gemeente stapt mee in het klimaatproject van Bosgroep Groene Corridor vzw rond het duurzaam beheer van populierenbestanden. Met dit project worden eigenaars van populierenbossen aangemoedigd om kaprijpe populieren te laten kappen en een herbebossing uit te voeren. Populierenbestanden nemen meer CO2 op dan ze vrijgeven. Eén hectare bos kan tot 450 m³ hout of 315 ton CO2-opslag betekenen. Wanneer deze CO2 kan worden weggenomen uit de cyclus door verwerking van het hout tot duurzaam product, kan worden gesproken van een win-winsituatie: 1) de ingreep mildert de CO2-problematiek en broeikaseffect; 2) de herbebossing kan zorgen voor een aanrijking van de biodiversiteit; 3) onveilige situaties die mogelijk veroorzaakt worden door onstabiele kaprijpe bomen worden aangepakt.
Nr.
Actie (omschrijving)
1.
Voorzien van vegetatie in de kernen vermindert het hitte-eilandeffect: bomen worden aangeplant, aanplant van gevelgroen wordt gestimuleerd (onder meer via prikkelpremie voor gevelrenovatie)
2.
Een groen wandelnetwerk wordt verder uitgebouwd (trage wegenproject) als natuurverbinding.
3.
De fietssnelweg van Antwerpen/Mechelen naar Vilvoorde/Brussel doorheen Zemst wordt ingericht als blauwgroene ader doorheen Zemst.
5.
De gemeente bebost gemeentelijke restgronden.
6.
De gemeente stapt mee in het klimaatproject van Bosgroep Groene Corridor vzw rond het duurzaam beheer van populierenbestanden.
7.
De watertoets wordt streng en consequent uitgevoerd.
8.
De gemeente neemt maatregelen voor het openleggen van waterlopen en waterberging.
9.
De gemeente voorziet in haar bouwcode bepalingen (en past deze ook zelf toe bij gemeentelijke projecten) over de aanleg van onverharde oppervlakten voor parkings
10.
Natuurvriendelijke tuinen worden gestimuleerd, onder meer door het organiseren van vormingen.
Klimaatactieplan Zemst 32/37
7.6. Duurzame consumptie Zemst is Fair Trade Gemeente en zet zich in voor een duurzame productie en consumptie in het zuiden én het noorden. De Fair Trade trekkersgroep wijst op parallellen tussen de landbouwproblematiek van het zuiden en noorden. De gemeente sensibiliseert tegelijk over lokale duurzame consumptie: streekproducten, verminderen van vleesconsumptie, voedselverspilling tegengaan, zelfoogstboerderij, voedselteams, seizoensgroenten, tegengaan energieverspilling… De werkgroep Fair Trade wordt in 2016 werkgroep ‘duurzame voeding’ en zoekt ook nieuwe leden in het bijzonder bij de landbouwraad. Wat doet de gemeente nu al in deze sector en zal worden voortgezet? In samenwerking met Incovo organiseert de gemeente jaarlijks een gratis opleiding kringlooptuinieren en composteren. De Zemstse kringloopkrachten houden maandelijks een open demotuindag, met tips rond kringlooptuinieren en composteren. Op welke nieuwe maatregelen zal de gemeente inzetten op korte, middellange en lange termijn? De gemeente stimuleert goede praktijken van duurzame landbouwproductie De gemeente stimuleert korte-ketenlandbouw De gemeente organiseert en ondersteunt sensibiliserende acties voor de bevolking. De gemeente organiseert of ondersteunt concrete acties of initiatieven die duurzame consumptie als doel hebben. De gemeente stimuleert aankopen in de gemeente via aankoopbonnen. De gemeente sensibiliseert over de impact van verre vliegtuigreizen op de CO2uitstoot. Nr.
Actie (omschrijving)
1.
De gemeente organiseert infomomenten over duurzame landbouwproductie tijdens een open landbouwraad.
2.
De gemeente organiseert campagnes rond bewust consumeren (seizoensgebonden, lokaal en/of bio, minder vlees)
3.
De gemeente plaatst informatie over de voordelen van lokale producten en waar deze te krijgen zijn op haar website, in het gemeentelijke infoblad…
4.
De gemeente organiseert met Vredeseilanden een gezamenlijke actie rond de landbouwproblematiek in noord en zuid.
5.
In samenwerking met de Vlaamse overheid organiseert afvalintercommunale Incovo de campagne ‘Dertig dagen voedselwinst’ om voedselverspilling tegen te gaan.
6.
Knabbel- en babbelfietstocht in juni 2017 rond duurzame voeding.
7.
De gemeente onderzoekt de mogelijkheid tot inrichten van volkstuintjes of deeltuinen.
8.
De gemeente ondersteunt concrete acties of initiatieven rond duurzame consumptie zoals: Repair cafés, Community supported agriculture of zelfoogstboerderijen.
Klimaatactieplan Zemst 33/37
8. INSTRUMENTEN Zoals bij elk beleidsdomein dient bij de uitvoering van het klimaatbeleid gebruik gemaakt te worden van verschillende instrumenten. Deze instrumenten zijn terug te vinden doorheen bovenstaande maatregelen, maar worden in dit hoofdstuk nog even samengevat.
8.1. Directe instrumenten: eigen investeringen
De gemeente houdt bij de bouw van nieuwe gemeentelijke gebouwen rekening met de BEN-eisen. De gemeente onderzoekt de mogelijkheid om een EPC-contract af te sluiten voor een duurzame renovatie van haar gebouwenpatrimonium.
8.2. Juridische instrumenten Tot de juridische instrumenten behoren vergunningen, verordeningen, reglementen. De invoering van de omgevingsvergunning biedt de gemeente een uitgelezen kans om klimaatcriteria te laten meetellen in het kader van alle vergunningsaanvragen, uiteraard binnen de bepalingen van de Vlaamse wetgeving (Vlarem). De gemeente neemt klimaatcriteria op in haar haar stedenbouwkundige verordeningen (bv. materiaalgebruik van verhardingen). 8.3. Economische instrumenten De gemeente versterkt haar klimaatbeleid door middel van ‘slimme’ subsidies. Deze kunnen zowel geregeld zijn via een subsidiereglement als via nominatieve subsidies De gemeente screent al haar subsidiereglementen waarbij de opportuniteiten voor vergroening geïdentificeerd worden. De gemeente onderzoekt de mogelijkheid van bijkomende subsidiereglementen Een ander economisch instrument zijn belastingen. Een groene taxshift is noodzakelijk om het klimaatbeleid te laten slagen en is een voorbeeld van een financieel-economisch beleidsinstrument. Dergelijke groene taxshift situeert zich voornamelijk op de hogere beleidsniveaus, maar ook gemeenten kunnen dit opnemen. Deze zouden kunnen aangepast worden met het oog op het stimuleren van een gedrag dat leidt tot een verminderde CO 2uittsoot. Een voorbeeld hiervan is het invoeren van een belasting op leegstand/krotten.
8.4. Sociaal-communicatieve instrumenten
De gemeente sensibiliseert de bevolking via haar communicatiekanalen: gemeentelijk infoblad, website en andere. De gemeente organiseert of neemt deel aan sensibiliseringscampagnes.
Klimaatactieplan Zemst 34/37
8.5. Netwerking, arena’s, niches en experimenten
De gemeente werkt samen met het OCMW bij het streven naar haar klimaatdoelstellingen De gemeente participeert in en werkt nauw samen met de intergemeentelijke woonprojecten (wooninfopunten). De gemeente participeert in en werkt nauw samen met de intergemeentelijke afvalcommunale Incovo. De gemeente werkt nauw samen met distributienetbeheerder Eandis. De gemeente werkt nauw samen met politiezone Kastze (verkeersveiligheid als basis voor de modal shift naar meer fietsen en stappen). De gemeente zetelt in de bestuursorganen van een aantal organisaties. Door deze vertegenwoordiging kan de gemeente proberen klimaataccenten te leggen in de werking van de betrokken organisaties op haar grondgebied.
9. FINANCIEEL De komende jaren zijn er extra financiële inspanningen nodig om de ambities en doelstellingen te verwezenlijken. Het budget om dit klimaatactieplan te realiseren bestaat uit: Gemeentepersoneel voor de coördinatie van gemeentelijke acties. Gemeentelijke investeringen in het eigen patrimonium en het wagenpark om de voorbeeldfunctie uit te oefenen. Daarnaast investeert de gemeente ook in andere acties. Tabel 1 geeft een overzicht van de budgetten die de gemeente op dit moment in haar meerjarenbegroting hiervoor voorziet. Externe subsidiemogelijkheden of financiële structuren worden onderzocht, bijvoorbeeld Europese, Federale of Vlaamse subsidies, of Energy Performance Contracting (EPC)
2015
2016
2018
2019
Actie 1.1.2.4. De gemeente stimuleert jongeren tot solidaire wereldburgers die duurzame keuzes nemen.
€ 1000
€ 1000
€ 1000
€ 1000
6.1.1.1. De gemeente waardeert dorpskernen – en pleinen op
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
6.1.5.1. De gemeente werkt gemeentelijke natuurprojecten uit.
€ 74.000
€ 74.000
€ 74.000
€ 74.000
Klimaatactieplan Zemst 35/37
7.1.4.4. Evaluatie afstemming schoolinfrastructuur op toekomstige noden.
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
8.1.2.1. De gemeente schenkt aandacht aan een fijnmazig netwerk van trage wegen en voetwegen in samenspraak met de inwoners.
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
8.1.2.4. De gemeente onderzoekt bijkomende aanleg en optimalisering van fietspaden.
€ 500.000
€ 500.000
€ 500.000
€ 500.000
8.1.4.1. De gemeente organiseert en neemt deel aan acties in het kader van duurzame mobiliteit.
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
9.1.4.1. Het bestaande gemeentehuis wordt intern aangepast.
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
3.1.5.4. De gemeente sensibiliseert en behoudt subsidies inzake duurzaam watergebruik
€ 8.000
€ 8.000
€ 8.000
€ 8.000
ACT-1 Klimaat en energie
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
€ 30.000
3.1.3.2. De gemeente organiseert actieve sensibilisatiecampagnes
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
3.1.4.3. De gemeente organiseert en ondersteunt afvalpreventieprojecten.
€ 4.500
€ 4.500
€ 4.500
€ 4.500
3.2.2.1. De gemeente voert een conditiemeting van de gemeentelijke eigendommen (gebouwen) uit en evalueert dit.
€ 1.800
€ 1.800
€ 1.800
€ 1.800
Tabel 1: overzicht van de voorziene provisie in de meerjarenbegroting (niet volledig)
Klimaatactieplan Zemst 36/37
10. RAPPORTERING EN MONITORING De gemeente zal op regelmatige basis rapporteren over de voortgang van het gemeentelijk klimaatbeleid. Om de twee jaar moet de gemeente bij de Europese Commissie rapporteren over de uitgevoerde acties (voortgangsrapport). Hierna kan het actieplan en de uitvoering worden bijgesteld om de doelstelling te halen. Om de vier jaar bezorgt de gemeente bovendien een geüpdatete inventarisatie van de CO2uitstoot (monitoringrapport). Die evaluatie kan leiden tot het bijstellen van het klimaatactieplan.
Jaar
Soort rapport
2017
Voortgangsrapport
2019
Monitoringrapport
2021
Voortgangsrapport
2023
Monitoringrapport
11. CONTACTEN Burgemeester: Bart Coopman Schepen van leefmilieu en duurzaamheid: Koen Vandermeiren Secretaris: Jocelyn Bruggeman Contactpersoon: Katleen Delbeke, duurzaamheidsambtenaar
Klimaatactieplan Zemst 37/37