Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO – technologie – maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de social profit sector Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de interactieve tentoonstelling van Het Beroepenhuis over verschillende technische beroepen.
Eindtermen leergebied wereldoriëntatie: 1 Wereldoriëntatie - Natuur Gezondheidseducatie 1.14 kunnen gezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam en ze weten dat bepaalde ziekteverschijnselen of handicaps niet altijd kunnen worden vermeden. Milieueducatie 1.18 tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met papier, water, afval en energie. 1.19 kunnen met concrete voorbeelden uit hun eigen omgeving illustreren hoe mensen op negatieve maar ook op positieve wijze omgaan met het milieu en dat aan een milieuprobleem vaak tegengestelde belangen ten grondslag liggen. 2 Wereldoriëntatie - Technologie
1
Technisch proces 2.4 kunnen van een bestaande constructie en van een constructie die ze zelf willen maken, zeggen aan welke eisen ze moeten voldoen. 2.5 kunnen materialenkennis en kennis van constructie- en bewegingsprincipes aanwenden bij het plannen en maken van een eigen constructie. 2.6 kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap juist en veilig uitvoeren. 2.7 kunnen bij het monteren/demonteren van een constructie hun materialenkennis en hun kennis van constructie- en bewegingsprincipes functioneel toepassen. 2.8 kunnen eigen werkwijzen vergelijken met andere werkwijzen en een oordeel geven daarover. Attitudes 2.10 tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor hun gereedschap. 4 Wereldorientatie - Maatschappij Sociaal-economische verschijnselen 4.1 kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden. Sociaal-culturele verschijnselen 4.9 kunnen voorbeelden geven van mogelijkheden die in onze samenleving bestaan voor de zorg en opvang van bejaarden en mensen met een handicap. 4.10 weten dat ze in het contact met mensen met een handicap attent moeten zijn voor de noden en verwachtingen van deze mensen. 5 Wereldoriëntatie - Tijd Dagelijkse tijd 5.3 kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken. 7 Brongebruik 7 De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.
2
Leergebiedoverschrijdende eindtermen: ICT 1 2 6
hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
Leren leren 2 5
De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: • hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren • hun eigen leerproces controleren en bijsturen
6
Houdingen en overtuigingen De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: • nauwkeurigheid • efficiëntie • wil tot zelfstandigheid • voldoende zelfvertrouwen • houding van openheid • kritische zin
Sociale vaardigheden 1 Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen 1.2 1.3 1.4 1.6 1.9
De leerlingen kunnen De leerlingen kunnen De leerlingen kunnen De leerlingen kunnen De leerlingen kunnen
in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. zorg opbrengen voor iets of iemand anders. hulp vragen en zich laten helpen. kritisch zijn en een eigen mening formuleren. ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.
3
2 Sociale vaardigheden - domein gespreksconventies 2. De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven. 3 Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
Lesverloop (activiteit leerkracht en leerlingen)
Leerinhouden
1. Inleidende fase -
-
-
Leerlingen voeren een kringgesprek over verschillende technische beroepen en beroepskeuze. De leerkracht noteert alle genoemde beroepen op het bord. De leerlingen krijgen een blad (bijlage 1) met een overzicht van sectoren en de beroepen die daarbij horen. De leerlingen plaatsen de beroepen op het bord bij de juiste sector. Leerlingen kunnen vooraf ook zelf op zoek gaan naar beroepssectoren, technische beroepen en opleidingen door de opgegeven websites te raadplegen. (bijlage 2)
Bijlage 1 (overzicht sectoren en beroepen) Bijlage 2 (lijst met nuttige websites Bijlage 3 (lijst met de verschillende beroepen in de sector social profit) Er zijn zodanig veel beroepen dat het handig is om ze in groepen te verdelen. Die groepen noemen we sectoren. Toch zijn er beroepen die in meer dan één sector te vinden zijn. Een laborant werkt bijvoorbeeld in de medische sector maar ook in de sector voedingsindustrie en de sector chemie en kunststoffen.
2. Klassikale voorbereiding activiteit
4
-
-
Leerlingen kunnen zelf op zoek gaan naar beroepen in de social profit sector via de website: http://www.vivosocialprofit.org/vivo.php?va r=80 Leerlingen en leerkracht voeren een vraaggesprek over beroepen in de social profit sector. Leerlingen sommen op welke beroepen ze kennen. De leerkracht vult aan met minder bekende beroepen.
Welke mensen werken in een ziekenhuis?
3. Activiteiten: GROEPSWERK 1. Groepswerken (totaal: 40 minuten) De klas is onderverdeeld in 4 groepen, elke groep voert 4 opdrachten uit. Er wordt elke 10 minuten doorgeschoven, zodat alle activiteiten op ongeveer 40 minuten kunnen afgerond zijn. Vooraf overloopt de leerkracht de 4 opdrachten en de daarbij horende beroepen. De leerlingen zullen in groep de instructies volgen van een leerlingenbundel.
Ervaringsgericht leren: de leerlingen verplaatsen zich in de huid van een… - Begeleider in de kinderopvang - Optieker - Radioloog - Verpleegkundige - Sociocultureel werker
In een handleiding voor de leerkracht worden de opdrachten en de benodigdheden gedetailleerd beschreven. Bijlage 4: leerlingenbundel Bijlage 5: handleiding leerkracht
5
De 4 opdrachten: - A: Begeleider in de kinderopvang: een luier verversen. - B: Optieker: de oogtest. - C: Radioloog: gebroken of niet? Verpleegkundige: spalken en inpakken! - D: Sociocultureel werker: animatieproject uitwerken.
2. Evaluatie (maximaal 10 minuten) a. Leerlingen en leerkracht bespreken de verschillende deelactiviteiten en gaan na welke kwaliteiten een persoon moet hebben om de job van begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige en sociocultureel werker uit te voeren. b. Leerlingen gaan bij zichzelf na of ze die kwaliteiten bezitten en of één van de jobs bij hen zou passen.
Kwaliteiten: Begeleider in de kinderopvang - veel liefde voor kinderen - inlevingsvermogen - creativiteit - organisatietalent - flexibiliteit - verantwoordelijkheidszin Optieker - een luisterend oor - communicatief vaardig - handig - geduldig - oog voor mode/trends
6
Radioloog - nauwkeurig zijn - systematisch kunnen werken - technisch inzicht - communicatieve vaardigheden - kritisch zijn - nieuwsgierige en leergierige houding Verpleegkundige - interesse in mensen - betrokken zijn - handig en precies zijn - stressbestendig zijn Sociocultureel werker - leiding kunnen geven - empathisch zijn - samenwerken - creatief zijn - flexibel zijn - organisatievermogen bezitten
7