Pedagogisch werker Kinderopvang Crebo: 92620 Niveau 3 BOL Cohort 2013-2016 Startdatum: augustus 2013
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 1 van 46
Inhoudsopgave 1 Woord vooraf .............................................................................................................................................. 3 2 Leeswijzer ................................................................................................................................................... 4 3 Alles over het beroep.................................................................................................................................. 5 3.1 Wat doet een Pedagogisch medewerker Kinderopvang N3? .............................................................. 5 3.2 Wat kun je na je opleiding doen? ......................................................................................................... 6 ONDERWIJS ................................................................................................................................................. 7 4. Alles over de opleiding .............................................................................................................................. 7 4.1 Wat ga je leren? ................................................................................................................................... 7 A. Het Beroep ......................................................................................................................................... 7 B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen ................................................................................. 9 C. Loopbaan en burgerschap ............................................................................................................... 10 4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld? ........................................................................................................... 11 4.3 Alles over de beroepspraktijkvorming ................................................................................................ 22 4.4 Studiebelasting .................................................................................................................................. 23 5 Alles over de begeleiding ......................................................................................................................... 24 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding ........................................................................................... 24 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering .................................................................... 24 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie ............................................................................. 24 5.4 Klachten ............................................................................................................................................. 25 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd ............................................................ 25 6 Alles over de beoordeling ......................................................................................................................... 26 6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen ....................................................................................................... 26 6.2 Beroepsgerichte beoordelingen PW3 ................................................................................................ 27 Loopbaan & Burgerschap .................................................................................................................. 27 Beroepsspecifiek ................................................................................................................................ 28 Nederlands en rekenen ...................................................................................................................... 31 6.3 Studievoortgang ................................................................................................................................. 33 EXAMINERING ........................................................................................................................................... 36 7. Kwalificerend beoordelen ........................................................................................................................ 36 7.1 Examenplan ....................................................................................................................................... 36 A. Specifiek (beroepsgericht) ............................................................................................................... 36 B. Generiek: Nederlands en rekenen ................................................................................................... 39 C. Loopbaan & Burgerschap ................................................................................................................ 40 7.2 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? ....................................................................... 43 7.3 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? ................................................................................. 43 7.5 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? ................................................... 44 7.6 Inspectie ............................................................................................................................................. 44 8 Wijzigingsblad ........................................................................................................................................... 44 Bijlage 2: Diverse documenten op de website ......................................................................................... 46
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 2 van 46
1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis college! Beste student(e), Je hebt gekozen voor de opleiding Pedagogisch medewerker Kinderopvang N3. Elke opleiding kent een Onderwijs- en Examenregeling. We korten dit af tot OER. Met deze OER willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijs overeenkomst die je met het ROC West-Brabant en dus met het Vitalis college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Meer voor elkaar. Bij het Vitalis college draait het om de meerwaarde die jij als student te bieden hebt aan de maatschappij. Wij leiden op voor beroepen die een sterk dienstverlenend karakter hebben, beroepen waarbij je iets voor een ander betekent. Je leert tijdens de opleiding de mens in zijn woon-, werk- en leefomgeving centraal te stellen. Vandaar de lijfspreuk van het Vitalis college: Meer voor elkaar.
Ik wens je veel succes met je studie en vooral een fijne tijd bij het Vitalis college!
Marc van Campenhout Directeur Vitalis college
Clustermanager Frans van de Linden
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 3 van 46
2 Leeswijzer Inleiding De opleiding kent een drievoudige kwalificatie. Naast de voorbereiding op het beroep richt de opleiding zich ook op jouw algemene vorming, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk functioneren. Dat betekent dat de opleiding bestaat uit drie algemene onderdelen: 1. je wordt opgeleid voor het beroep, 2. je moet voldoen aan algemene eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen waarbij het opleidingsniveau bepaalt aan welke eisen je moet voldoen, 3. je wordt voorbereid op een loopbaan én een plek in de maatschappij. Om het diploma te behalen moet je als student voldoen aan de drie bovenstaande kwalificatie-eisen. In de OER vind je informatie over de manier waarop dit in het onderwijs en de examinering aan bod komt. Wat kun je vinden in deze OER? Deze OER bestaat uit twee delen onderwijs en examinering. In het deel Onderwijs staat beschreven wat je tijdens de opleiding leert en lees je over onze werkwijze. Ook krijg je informatie over het beroep en over hoe de opleiding is ingericht. In het hoofdstuk Examinering staat hoe en wanneer beoordeeld wordt of je voldoende geleerd hebt. Als blijkt dat je aan alle eisen voldoet, krijg je het diploma. Het laatste stuk van de OER gaat dan ook over de organisatie van de examinering. Samengevat, zijn de volgende onderwerpen opgenomen in de OER: Een korte beschrijving van het beroep. Een overzicht van de opleiding die je gaat volgen. De manier waarop de opleiding en het onderwijs op school geregeld is. De manier waarop jouw vorming in de beroepspraktijk geregeld is. De begeleiding bij je studieloopbaan. De wijze van beoordelen en informatie over de organisatie van examens. Achter in de OER vind je een aantal bijlagen: Bijlage 1 bevat de onderwijsprogrammering (het IDOP model) van de opleiding. Deze programmering geeft aan hoe de opleiding er uit ziet qua inhoud, onderwijsvormen en tijdsbesteding. In bijlage 2 staat waar je informatie kunt vinden over regels en procedures die voor jou als student belangrijk zijn. Als zich belangrijke wijzigingen in de OER voordoen, word je daar met behulp van een wijzigingsblad van op de hoogte gesteld. De meest actuele versie (OER en wijzigingsblad) is te vinden op www.vitaliscollege.nl. Geldigheid OER Deze OER is geldig voor het cohort dat op de voorkant vermeld staat. Een cohort is een groep studenten die in hetzelfde studiejaar aan een bepaalde opleiding begint en op basis van hetzelfde kwalificatiedossier en hetzelfde examenplan examen aflegt. Aanvullende informatie Op de afgeschermde internetsite (portal), waar je als student van het Vitalis college toegang toe hebt, staat nog meer informatie over jouw opleiding. Belangrijke algemene informatie over bijv. klachtenregelingen, examenreglementen kun je vinden op www.vitaliscollege.nl.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 4 van 46
3 Alles over het beroep Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier Pedagogisch medewerker Kinderopvang 2012-2013. Dit kwalificatiedossier is opgesteld door het kenniscentrum waar jouw opleiding onder valt. Calibris http://www.calibris.nl Het kwalificatiedossier is leidend voor het beroepsgerichte gedeelte van jouw opleiding. Het kwalificatie dossier beschrijft wat het beroep inhoudt én welke competenties, kennis en vaardigheden een beginnende beroepsoefenaar nodig heeft.
3.1 Wat doet een Pedagogisch medewerker Kinderopvang N3? Jouw baan Je werkt als groepsleider of woonbegeleider jeugd bij een organisatie voor kinderopvang of een instelling voor jeugdzorg. Denk bij kinderopvang aan een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. De kinderopvang biedt groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar. Meestal werk je met collega's in een team. In de jeugdzorg kun je bijvoorbeeld werken in residentiële opvang waar kinderen (tijdelijk) wonen en begeleid worden. Er zijn ook projecten voor jongeren die begeleid (zelfstandig) wonen. Je begeleidt kinderen of jongeren tot 23 jaar. Je werkt met: • Kinderen die buiten huis opgevangen worden, van zowel werkende als niet-werkende ouders. • Kinderen of jongeren met gedrags-, ontwikkelings- of opvoedingsproblemen. • Kinderen of jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen. Jouw werk • Je biedt dagelijkse opvang aan baby's, peuters, kinderen en jongeren. • Je draagt bij aan hun opvoeding en verzorging en ondersteunt hen daarbij. • Je zorgt voor een veilige, gezellige en stimulerende leefomgeving. • Je stimuleert en begeleidt kinderen en jongeren om deel te nemen aan de groep. Daarbij zorg je voor een leuke interactie in de groep, voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. • Je stimuleert (spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van een kind en zijn taalbeheersing. • Kinderopvang gebeurt volgens een dagindeling, die je meestal zelf opstelt. • Je zorgt voor activiteiten die de ontwikkeling van kinderen en jongeren met en zonder specifieke begeleidingsvraag stimuleert. Die activiteiten sluiten aan bij hun wensen en mogelijkheden en zijn uitdagend. Je houdt daarbij rekening met leeftijd, ontwikkelingsniveau en interesse. • Ook houd je in de gaten wat er is afgesproken over de opvang en de begeleiding en wat vastligt in het plan van aanpak. • Je begeleidt het kind/de jongere bij de inrichting van zijn of haar dagelijks leven: vrije tijd, onderwijs, werk en relaties. • Je hebt veel contact met ouders en vervangende opvoeders. Bij de kennismaking bespreek je hun wensen bij de opvang van hun kind. Bij het halen en brengen wissel je informatie met ze uit en informeer je ze over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. • Je werkt volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie en volgens protocollen. • Je signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind en je speelt informatie door aan je collega’s en leidinggevende.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 5 van 46
Jouw kwaliteiten Deze interesses en eigenschappen komen in dit beroep goed van pas: • Je wilt werken met kinderen en jongeren. • Je werkt graag met groepen kinderen en jongeren, omdat er sociaal gezien veel gebeurt en je moet omgaan met onverwachte gebeurtenissen, wisselende situaties en stemmingen. • Je houdt je graag bezig met de ontwikkeling van kinderen/jongeren: kwaliteiten, talenten en mogelijkheden zien, waarderen en ‘prikkelen'. • Je bent goed in de omgang met ouders en je houdt rekening met hun verwachtingen en wensen. Je bent klantgericht. • Je kunt goed communiceren en je verplaatsen in de leef- en belevingswereld van een kind/jongere en hun ouders/vervangende opvoeders. • Je bent betrouwbaar en weet hoe je warmte en geborgenheid kunt geven. • Je bent flexibel in de omgang met kinderen, jongeren en ouders, maar weet daarbij de regels te handhaven en kinderen en jongeren daarop aan te spreken. Je weet dat strengere maatregelen soms in het belang van een kind of jongere kunnen zijn. • Je kunt een band met het kind/de jongere opbouwen, maar je weet ook professionele afstand te houden. • Je weet van aanpakken als de ontwikkeling niet soepel of niet volgens verwachting verloopt.
3.2 Wat kun je na je opleiding doen? Op niveau 3 word je opgeleid tot pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Het diploma Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang geeft recht op doorstroom naar de opleidingen Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang en Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Ook kun je doorstromen naar andere MBO-opleidingen op niveau 4: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen, Sociaal cultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaal-maatschappelijk dienstverlener, MBO-verpleegkundige of Praktijkopleider.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 6 van 46
ONDERWIJS 4. Alles over de opleiding Het onderwijs binnen het Vitalis college gaat uit van drievoudige kwalificatie: 1) het beroep, 2) taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. In paragraaf 4.1 kun je hier meer over lezen. Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Bij competentiegericht onderwijs sluit het onderwijs nauw aan bij de beroepspraktijk. Op school werkt je bijvoorbeeld aan een opdracht die je ook tegen kunt komen in de praktijk. Daarnaast is het leren in de praktijk een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dit noemen we de beroepspraktijkvorming (BPV). In paragraaf 4.2 en 4.3 staat hoe het leren op school en in de beroepspraktijk vorm krijgt. Ten slotte kun je in paragraaf 4.4 lezen hoeveel tijd je gemiddeld kwijt bent met je studie. Het onderwijs is zoveel mogelijk afgestemd op jouw specifieke kennis en ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Dit betekent dat: jij als student gestimuleerd wordt om een actieve rol te nemen in je leerproces. jij en je studieloopbaan centraal staan. jouw leerervaringen in de beroepspraktijk een grote rol spelen Het onderwijsprogramma is afgeleid van de beroepspraktijk. de kerntaken, werkprocessen, bijbehorende beroepsproducten en competenties het uitgangspunt vormen voor het beroepsgerichte deel van het opleidingsprogramma. er geleerd wordt in de context van de beroepspraktijk. er geïntegreerd beoordeeld wordt in de context van de beroepspraktijk. Niet alleen na afloop maar ook tijdens je leerproces. vooraf bekend is waar je op beoordeeld wordt en welke eisen hiervoor gehanteerd worden.
4.1 Wat ga je leren? De opleiding voldoet aan een aantal wettelijke eisen voor wat betreft beroep, algemene vorming én loopbaan en burgerschap: De eisen van het beroep staan beschreven in het kwalificatiedossier. In dat dossier staan ook de specifieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep. Naast specifieke eisen bestaan er ook algemene of generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Moderne vreemde taal. Deze eisen zijn afhankelijk van het opleidingsniveau. Verder krijg je te maken met wettelijke eisen voor Loopbaan en burgerschap. Bovenstaande onderdelen zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je voldoen aan de eisen van het kwalificatiedossier, de algemene eisen voor taal en rekenen én de eisen voor Loopbaan en burgerschap.
A. Het Beroep Bij competentiegericht onderwijs ligt het accent op de taken die horen bij het beroep. Voor het goed uitvoeren van deze taken heb je competenties nodig. Deze competenties bestaan uit een combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag. In het kwalificatiedossier staat welke competenties een beginnende beroepsbeoefenaar moet beheersen. Belangrijke begrippen van het kwalificatiedossier zijn kerntaken, werkprocessen en competenties.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 7 van 46
Kerntaak Kerntaken geven de belangrijkste werkzaamheden van de beroepsoefenaar weer. Deze taken zijn kenmerkend voor het beroep waarvoor jij wordt opgeleid. In het geval van de Pedagogisch werker Kinderopvang N3 is er bijvoorbeeld de kerntaak “Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere”. Werkproces Een werkproces bestaat uit een aantal samenhangende activiteiten die horen bij een kerntaak. Die activiteiten hebben een begin, een eind en leiden tot een duidelijk resultaat. Een voorbeeld van een werkproces is: biedt het kind/ de jongere persoonlijke verzorging. Overzicht kerntaken en werkprocessen Voor jouw opleiding ziet het overzicht van de kerntaken en werkprocessen er als volgt uit:
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 8 van 46
Competentie Je werkt aan de kerntaken en werkprocessen met behulp van competenties. Een competentie is het vermogen om in de beroepspraktijk je werk goed te doen. Dit vermogen bestaat uit een combinatie van kennis, houding en vaardigheden. Voor het MBO gelden 25 competenties (zie de tabel hieronder). Welke competenties binnen jouw opleiding aan bod komen, is afhankelijk van het opleidingsniveau en het beroep. A
Beslissen en activiteiten initiëren
N
Onderzoeken
B
Aansturen
O
Creëren en innoveren
C
Begeleiden
P
Leren
D
Aandacht en begrip tonen
Q
Plannen en organiseren
E
Samenwerken en overleggen
F
Ethisch en integer handelen
R
Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
G
Relaties bouwen en netwerken
S
Kwaliteit leveren
H
Overtuigen en beïnvloeden
T
Instructies en procedures opvolgen
I
Presenteren
U
Omgaan met verandering en aanpassen
J
Formuleren en rapporteren
V
Met druk en tegenslag omgaan
K
Vakdeskundigheid toepassen
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
L
Materialen en middelen inzetten
X
Ondernemend en commercieel handelen
M
Analyseren
Y
Bedrijfsmatig handelen
B. Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen Voor alle opleidingen geldt dat je in je beroep te maken krijgt met werkzaamheden waar een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal voor nodig is. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het schrijven van een rapportage. Deze eisen staan in het kwalificatiedossier genoemd. Dit noem je generieke eisen. Er staan ook generieke eisen voor rekenen en Engels bij niveau 4 opleidingen vermeld. Voor wat betreft Nederlands, rekenen en Moderne vreemde talen (MVT) wordt er een onderscheid tussen generieke en specifieke (beroepsgerichte) kwalificatie-eisen gemaakt. Specifieke kwalificatie-eisen Bij een aantal opleidingen staan in het kwalificatie dossier ook specifieke eisen voor rekenen en MVT genoemd. In deze opleidingen waar Nederlands, rekenen en MVT deel uitmaken van het beroep, worden deze vaardigheden ontwikkeld en geëxamineerd. Generieke kwalificatie-eisen Bij generieke kwalificatie-eisen voor Nederlands, rekenen en MVT gaat het dus om eisen die algemeen gelden voor een bepaald opleidingsniveau. Het gaat daarbij om basiskennis en –vaardigheden die voor alle studenten van belang zijn. Voor de kwalificatie-eisen van Nederlands en rekenen wordt er gewerkt met het referentiekader van Meijerink (1F, 2F, 3F en 4F) die een opklimmende graad van moeilijkheid aangeven. Voor elk referentieniveau is aangegeven wat studenten paraat hebben (weten), functioneel kunnen gebruiken (toepassen) en wat ze begrijpen (weten waarom). Voor MVT wordt gebruik gemaakt van het Europese Referentiekader (ERK). Bij MVT wordt bij elke vaardigheid de taalniveaus A1, A2, B1 en B2 beschreven.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 9 van 46
Examinering Alle generieke eisen worden geëxamineerd. De verdere examinerings- eisen staan verder in hoofdstuk 7. In het examenplan ( § 7.1) staat welke onderdelen van Nederlands, rekenen en MVT getoetst worden en aan welke eisen jij moet voldoen. Bij de start van de opleiding wordt je beginniveau voor taal en rekenen met een toets bepaald, waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding ontwikkel jij deze vaardigheden tot het vereiste niveau.
C. Loopbaan en burgerschap Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling is een volledig onderdeel van de opleiding. Dit onderdeel komt onder meer terug tijdens de studieloopbaan begeleiding (SLB). Het gaat daarbij om het vinden van een goede aansluiting tussen jouw kwaliteiten en interesses én de mogelijkheden die het beroepenveld kan bieden. Loopbaanoriëntatie en –ontwikkeling bestaat uit de volgende elementen: Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing Netwerken Burgerschap De beschrijving van burgerschap verwoordt de eisen die de multiculturele Nederlandse samenleving aan haar burgers en inwoners stelt. De leerlijn Burgerschap is samengesteld uit vier dimensies: politiek-juridische dimensie economische dimensie deelname aan het arbeidsproces en consumentisme sociaal-maatschappelijke dimensie vitaal burgerschap Uitleg van de elementen en dimensies vind je in § 7.1, deel C. Op de website www.kwalificatiesMBO.nl/Overige thema’s vind je meer informatie over Loopbaan en Burgerschap.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 10 van 46
4.2 Hoe is je opleiding ingedeeld? In de opleiding gaat het om leren in de beroepspraktijk en leren op school. Deze twee vormen van leren staan niet los van elkaar maar vormen een eenheid. In deze paragraaf kun je lezen hoe het onderwijs op school eruit ziet. In de volgende paragraaf (§ 4.3) staat hoe de beroepspraktijkvorming wordt aangeboden. Het jaar is verdeeld in 4 perioden van 9 weken. Elke periode bestaat uit 7 lesweken, week 8 en 1 toetsweek. In de lesweken volg je alle onderwijsactiviteiten volgens een vast rooster. In week 8 en de toetsweek zijn activiteiten gepland op de schooldagen, bijv. themadagen, SLB-gesprekken, voortgangsbeoordelingen, inhaalmomenten, enz. Hiervoor wordt (indien nodig) tijdig een rooster bekend gemaakt. De onderwijsactiviteiten die gepland zijn in de lesweken, kun je vinden in de voorbeeldroosters van betreffende periode en leerjaar in de bijlagen. In alle studiejaren zal je lesweek bestaan uit een aantal vergelijkbare onderdelen: je voert opdrachten in de beroepspraktijk uit, je oefent op school o.a. vaardigheden en je krijgt theorie. Het IDOP-model (Invuldocument onderwijsprogrammering) laat zien hoeveel tijd je op school en in de BPV gaat besteden aan je studie. Het IDOP-model vind je in de bijlage. Je kunt hierin o.a. aflezen hoeveel tijd je • begeleid en onbegeleid leert, • zelfstandig individueel of samenwerkend leert • in de beroepspraktijk leert.
Leerlijnen Het onderwijs is opgebouwd middels leerlijnen, die het leren, de begeleiding en de beoordeling vorm geven. De integrale leerlijn is de centrale leerlijn, de andere leerlijnen zijn ondersteunend aan de integrale leerlijn.
Leerlijn
Het leren is gericht op
Leeractiviteiten
Integrale lijn of BPV-leerlijn
het ontwerpen of maken van een beroepsproduct of het verlenen van een dienst, zoals in de reële beroepspraktijk voorkomt het construeren van kennis door probleemsituaties te analyseren aan de hand van een stappenplan. het aanleren van vaardigheden en deelvaardigheden in samenhang met de conceptuele leerlijn. het reflecteren op leersituaties. Doel: het beroepsmatig handelen voortdurend te verbeteren.
Werken aan beroepsprestaties in de BPV Werken aan integrale opdrachten
Conceptuele leerlijn
Vaardigheden leerlijn
Studieloopbaan of reflectielijn
Vakkennis, college, Workshops Werken aan opdrachten en webquests Workshops Vaardigheidstraining
Studieloopbaanbegeleiding Leerdoelen formuleren (POP en PAP) Competentieontwikkeling zichtbaar maken in je portfolio.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 11 van 46
De leerlijnen zijn terug te vinden in het onderwijsplan, het rooster en het ontwikkelingsgericht toetsplan. In de leerlijnen vindt doorlopend beoordeling plaats. Deze beoordeling is gericht op je ontwikkeling. (beoordelen om te leren, ontwikkelingsgericht beoordelen) Consortiummethodiek We werken met de methodiek van Stichting Consortium Zorg en Welzijn. In deze methode zijn de kerntaken van het kwalificatiedossier verwerkt tot beroepsprestaties. Deze vormen de BPV- leerlijn. Het studieprogramma is ingericht volgens en met behulp van deze beroepsprestaties. Onderwijsactiviteiten (Vakkennis, vaardigheid, Workshops, College, integrale opdrachten, webquests) zijn ondersteunend aan de beroepsprestaties. Fasen in de methodiek van het Consortium De methodiek van het Consortium is verdeeld in drie fasen, waarbinnen een aantal beroepsprestaties sturend is. Hierin zijn alle kerntaken van het kwalificatiedossier verwerkt. Een aantal beroepsprestaties wordt ontwikkelingsgericht afgesloten, de overige zijn kwalificerend. Deze prestaties dekken het kwalificatiedossier volledig. Meer hierover is te lezen bij ‘Beoordelen’. Bij de indeling van de fasen staat de toenemende mate van complexiteit en het vereiste beheersingsniveau van de competenties / componenten en prestatie- indicatoren binnen werkprocessen centraal. Op www.consortiumbo.nl kun je meer informatie vinden over de Consortiummethode. Beroepsprestaties PW N3 De kwalificerende beroepsprestaties zijn vetgedrukt.
Fase 1 BP-P-1.1
BP-P-1.2
BP-P-1.3
BP-P-1.4
BP-P-1.5
BP-P-1.6
Fase 2 BP-P-2.1
Titel
Kerntaken en werkprocessen
Competenties
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging Onderhouden van spel- en speelmateriaal en ruimte Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten
WP 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
C, F, K, R, T
WP 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden
C, L, T
WP 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang WP 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan WP 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden WP 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
E, Q B, C, D, E, U. C, L, Q
WP 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden
C, L, T
WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang WP 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
B, C, D, E, U. C, L, Q
Werken volgens methodische stappen
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving. Samenwerken met ouders
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
N, R E, J, D, J, M E, Q C, F, K, R, T
Pagina 12 van 46
BP-P-2.2
BP-P-2.3
BP-P-2.4
Fase 3 BP-P-3.1
BP-P-3.2
Deskundigheid op peil houden
Planmatig werken
Begeleiden bij specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten. Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding
Professionaliseren
WP 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep WP 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg WP 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden WP 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang WP 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
K
WP 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden WP 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep WP 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
X, R
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
T N, R E, J E, Q J, M E, Q B, C, D, E, U. C, L, Q
C,E, J, M B, C, D, E, U E, Q D, J, M K
T
Pagina 13 van 46
Hoe ziet een lesweek eruit? (Let op: dit zijn voorbeeldroosters. Het rooster van jouw klas kan er anders uitzien) Periode 1 PWN3 Cohort 2013 Schooljaar 2013-2014
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 - 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Maandag Workshop
Vaardigheid Skills
Dinsdag SLB Alg.
Woensdag Donderdag Pravo Rekenen 60 min. 60 min 90 min. Verwerking rekenen 120 min BW/Pravo 60 min. 60 min. Nederlands 90 min. Vakkennis 60 min. Pravo 60 min. Verwerking NL 60 min. 60 min. IL-Lessenreeks 120 min 60 min. .
60 min. BW/college 60 min. Webquest
120 min. SLB Alg. 120 min.
De student volgt 2 workshops per periode. 1x themadag in week 8 en 1x themadag in week 9.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Vrijdag College
Pagina 14 van 46
Periode 2 PWN3 Cohort 2013 Schooljaar 2013-2014
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 - 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Maandag Workshop
Vaardigheid Skills
Dinsdag SLB Alg.
Woensdag Donderdag Vrijdag Pravo Rekenen Webquest 60 min. 60 min 90 min. Verwerking rekenen 120 min BW/Pravo 60 min. 120 min. 60 min. Nederlands 90 min. Vakkennis SLB Alg. 60 min. Pravo 60 min. Verwerking NL 60 min. 60 min. 120 min 120 min. .
De student volgt 2 workshops per periode. 1x themadag in week 8 en 1x themadag in week 9.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 15 van 46
Periode 3 PWN3 Cohort 2013 Schooljaar 2013-2014
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 - 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Maandag Workshop
Dinsdag SLB Alg.
Woensdag
Vrijdag
. 90 min
90 min. Vaardigheid
Donderdag
BP
120 min BW/BP 60 min. Nederlands
60 min Praktijkdag 60 min. College 60 min. Verwerking NL 60 min. Rekenen 60 min. BW/college 60 min Vakkennis 60 min. Verwerking rekenen Webquest 60 min. . SLB Alg. 150 min 120 min . 120 min
Praktijkdag
Skills
480 min.
De student volgt 2 workshops per periode. 1x themadag in week 8
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 16 van 46
480 min.
Periode 4 PWN3 Cohort 2013 Schooljaar 2013-2014
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 - 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Maandag Workshop
Dinsdag SLB Alg.
Woensdag
Vrijdag
. 90 min
90 min. Vaardigheid
Donderdag
BP
120 min BW/BP 60 min. Nederlands
60 min. Webquest 60 min. Verwerking NL Rekenen 60 min. 60 min Vakkennis Verwerking rekenen 60 min. SLB Alg. 150 min . 120 min
60 min Praktijkdag
Praktijkdag
Skills
120 min. 420 min.
De student volgt 2 workshops per periode. 1x themadag in week 8
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 17 van 46
420 min.
Periode 5 PWN3 Cohort 2012 Schooljaar 2013-2014
Maandag
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 – 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Rekenen Nederlands 60 min. 60 min Verwerking rekenen Verwerking Ned BP 60 min. 60 min. 60 min. TIVO aansturing SLB Alg. BW/BP 60 min. . Praktijkdag Praktijkdag 60 min BW/TIVO Integrale opdracht 60 min. BW/IO 120 min 60 min TIVO-tk . 480 min. 480 min. IO Rapportage en 60 min. 240 min training . 90 min.
De student volgt 1 themadag in week 8
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 18 van 46
Periode 6 PWN3 Cohort 2012 Schooljaar 2013-2014
Maandag
1
08.30 - 09.00
2
09.00 - 09.30
3
09.30 - 10.00
4
10.00 - 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8
12.45 – 13.15
9
13.15 – 13.45
10 11
13.45 – 14.15 14.30 – 15.00
12
15.00 -15.30
13
15.30 – 16.00
14
16.00 - 16.30
15
16.30 - 17.00
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Rekenen Nederlands 60 min. 60 min Verwerking rekenen Verwerking Ned BP 60 min. 60 min. 60 min. Project SLB Alg. BW/BP 60 min. . Praktijkdag Praktijkdag 60 min BW/project Integrale opdracht 60 min. BW/IO 120 min 60 min Project 480 min. 480 min. IO Rapportage en 60 min. 240 min training . 90 min.
De student volgt 1 themadag in week 8.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 19 van 46
Periode 7-8 PWN3 Cohort 2012 Schooljaar 2013-2014
BOL
Maandag
Dinsdag
Woensdag
1
08.30 – 09.00
SLB - Werken aan
2
09.00 – 09.30
BP en Loopbaan
3
09.30 – 10.00
4
10.00 – 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8 9
12.45 – 13.15 13.15 – 13.45
10 13.45 – 14.15
Donderdag
Vrijdag
Praktijkdag
Praktijkdag
120 min. Praktijkdag
Praktijkdag
Integrale opdracht 60 min BW/IO 90 min
450 min
450 min Integrale opdracht
11 14.30 – 15.00 12 15.00 – 15.30
60 min Nederlands
13 15.30 – 16.00 14 16.00 – 16.30 15 16.30 – 17.00
450 min
60 min. Rekenen 60 min
De student volgt 1 themadag in week 8 van periode 7 De student volgt 1 themadag in week 8 in periode 8.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 20 van 46
450 min
Periode 9-10 PWN3 Cohort 2011 Schooljaar 2013-2014
BOL
Maandag
Dinsdag
Woensdag
1
08.30 – 09.00
SLB - Werken aan
2
09.00 – 09.30
BP en Loopbaan
3
09.30 – 10.00
4
10.00 – 10.30
5
10.45 – 11.15
6
11.15 – 11.45
7
11.45 – 12.15
8 9
12.45 – 13.15 13.15 – 13.45
10 13.45 – 14.15
Donderdag
Vrijdag
Praktijkdag
Praktijkdag
120 min. Praktijkdag
Praktijkdag
Integrale opdracht 60 min BW/IO 90 min
450 min
450 min Integrale opdracht
11 14.30 – 15.00 12 15.00 – 15.30
450 min
60 min PGI
13 15.30 – 16.00 14 16.00 – 16.30
90 min
15 16.30 – 17.00 De student volgt 1 burgerschapsthemadag in week 8 van periode 9
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 21 van 46
450 min
4.3 Alles over de beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming wordt ook wel BPV of stage genoemd. In deze paragraaf kun je lezen hoe de beroepspraktijkvorming vorm heeft gekregen binnen jouw opleiding. Gedurende de gehele opleiding is het schoolse leren en het leren in de praktijk gecombineerd. In periode 3 start je met twee praktijkdagen, ter oriëntatie op het beroep. Vanaf periode 3 start je met de beroep specifieke opdrachten of prestaties in de praktijk. Vanaf periode 7 (halverwege het tweede studiejaar) start de BPV en ga je vier dagen naar de praktijk. De school zorgt voor een praktijkplaats. Praktijkovereenkomst (POK) In de Praktijkovereenkomst (POK.) worden alle rechten en plichten van de student, de praktijkbegeleider van de instelling en het Vitalis college vastgelegd. De POK wordt ondertekend door alle drie de partijen. Bij aanvang van iedere nieuwe BPV-periode wordt er een nieuwe POK gemaakt. In de POK staat de BPV- uren-eis vermeld waar je als BOL-student aan moet voldoen. Aan deze uren-eis moet voldaan worden om in aanmerking te komen voor diplomering. Registratie, het bijhouden van de daadwerkelijk gemaakte BPV-uren is daarom erg belangrijk voor de BOL- student. In de Praktijkovereenkomst (POK.) wordt vastgelegd waar je de praktijk uitvoert en voor welke periode. Begeleiding Tijdens de schooldagen zijn ondersteunende lessen en SLB gepland volgens rooster. In de praktijk werk je aan de beroepsprestaties. Door de koppeling van school en praktijk, kun je steeds het geleerde meteen toepassen in de praktijk. Leren in de praktijk en leren op school zijn gekoppeld. Je kunt de opleiding alleen volgen in combinatie met een praktijkovereenkomst In de Praktijkovereenkomst (P.O.K.) wordt vastgelegd waar je de praktijk uitvoert en voor welke periode. In de praktijk wordt je begeleidt door de beroepskracht. De pedagogisch medewerker. Internationale stage In principe biedt het Vitalis college de gelegenheid om een internationale stage te volgen. Informeer naar de mogelijkheden voor jouw opleiding bij je SLB-er.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 22 van 46
4.4 Studiebelasting Een opleiding kent een minimaal aantal contacturen per leerjaar. Voor alle studenten ligt de wettelijke eis op 850 uren. Deze contacturen worden bestaan uit begeleide onderwijstijd en beroepspraktijkvorming, ook wel stage genoemd. Het Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering (bijlage 1) geeft een overzicht van het aantal uren per leerjaar. Daarin staat dat het aantal uren en de verdeling daarvan voldoen aan de wettelijke eisen en de normen van het Vitalis college.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 23 van 46
5 Alles over de begeleiding 5.1 Begeleiding bij het leren op de opleiding Onder studieloopbaanbegeleiding (SLB) verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om studenten te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Je krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen met wie je de resultaten en ontwikkeling van jouw leerroute bespreekt. Deze studieloopbaanbegeleider heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in je studieloopbaanplanning. Je wordt begeleid om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je studieloopbaan. Je wordt begeleid op het persoonlijk vlak. Je gaat dus: gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep. inzicht krijgen in de eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. bovenstaande informatie over opleiding, beroep en eigen persoon eigen maken en op grond daarvan keuzes maken. reflecteren op evaluaties en beoordelingen en daar vervolgens acties aan verbinden. zorgen voor een gevuld (digitaal ) portfolio en een Plan van Aanpak waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt. de bewijzen uit je portfolio laten zien aan de studieloopbaanbegeleider. Deze zijn voorwaarde om aan examens te kunnen deelnemen. De SLB begeleider heeft hierin een adviserende rol. Individuele begeleiding krijg je van de studieloopbaanbegeleider en je BPV-begeleider op stage. Voorbeelden van individuele begeleiding zijn: je beginsituatie helder krijgen, individuele leervorderingen bespreken, bewijsstukken portfolio checken, stage-ervaringen bespreken, feedback geven op persoonlijke leerdoelen en acties. Groepsbegeleiding van de SLB-er vindt plaats in een groep en is gericht op begeleiding die voor alle studenten min of meer gelijk is.
5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering Een indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Servicecentrum Studie & Beroep) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen en/of buitenschools. De aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Waarbij in acht wordt genomen dat de student tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren.
5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kan je soms tot de conclusie komen dat de opleiding die je gekozen hebt niet haalbaar is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider. Deze verwijst je door naar het Onderwijsservicebureau Zorg (OSB Zorg). De Trajectbegeleider Zorg van het OSB Zorg gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar de te nemen vervolg stappen. Tevens bestaat de mogelijkheid tot doore verwijzen naar de 3 lijn zorg.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 24 van 46
5.4 Klachten Binnen het Vitalis college is er een bezwaar- en klachtenregeling van kracht. Deze kan op diverse momenten in werking gaan. De bezwaar- en klachtenregeling staat op de website van het Vitalis college onder de keuzeknop “studenten”: Link: www.vitaliscollege.nl. De bezwaar- en klachtenregelingen zijn gebaseerd op het deelnemersstatuut, waarin de rechten en plichten van studenten zijn vastgelegd. Het deelnemersstatuur kun je op dezelfde plaats vinden als de bezwaar- en klachtenregelingen.
5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaanbegeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau plaats vinden. Je kunt ook zelfstandig contact zoeken met de vertrouwenspersoon. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen. Dit gebeurt zonder de naam van de melder.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 25 van 46
6 Alles over de beoordeling De opleiding kent twee soorten beoordelingen: Ontwikkelingsgericht beoordelen; beoordelen om te leren. Deze beoordelingen zijn onderdeel van het opleidingsprogramma. Kwalificerend beoordelen; beoordelen om te kijken of je voldoet aan de eisen voor een diploma. Deze beoordelingen vind je in het examenplan. Voor wat betreft het kwalificerend beoordelen zijn alle partijen gebonden aan de regels van het Examenreglement Competentiegericht Onderwijs (CGO) van het ROC West-Brabant, het handboek examinering van het Vitalis college en de aanvullende regels van het cluster. Deze zijn te vinden op de website van het Vitalis college. In bijlage 2 zijn hiervoor de links opgenomen.
6.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen 0-metingen, ontwikkelingsgerichte toetsen, voortgangstoetsen, diagnostische toetsen. Het zijn allemaal toetsen die bedoeld zijn om je te informeren waar je staat in je ontwikkeling. De resultaten van je toets worden met je doorgenomen door de docent die de les verzorgt. Het geheel van je studieresultaten wordt studievoortgang genoemd. Deze wordt regelmatig met je besproken door je studieloopbaanbegeleider. In § 6.2 studievoortgang gaat het over de studievoortgangsregeling van je opleiding. De “GO” voor kwalificerende examinering heeft een adviserende waarde: de studieloopbaanbegeleider heeft op basis van je studievoortgang ingeschat dat je een redelijke kans maakt om succesvol aan de kwalificerende examinering deel te nemen. Bij een “NO GO” is op basis van je studievoortgang ingeschat dat je kansen hiervoor beduidend minder zijn. Omdat elke student recht heeft op deelname aan de kwalificerende examinering, staat het elke student vrij om het ontvangen advies op te volgen. Een student kan zich dus ook in geval van een “NO GO” aanmelden voor kwalificerende examens.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 26 van 46
6.2 Beroepsgerichte beoordelingen PW3 In dit plan staat alleen het onderwijs met ev. de ontwikkelingsgerichte toetsen. Kwalificeren staat in het examenplan
Loopbaan & Burgerschap Code:
Toets
Inhoud
VT-LB1 BOL
Theorie toets digitaal met meerkeuze vragen.
VT-LB2 BOL
Theorie toets digitaal met meerkeuze vragen.
Alle L&B Theorie uit de Vakkennis/ VAA en COL van P1. Zie raamwerk P1. Alle L&B Theorie uit de Vakkennis en VAA van P2. Zie raamwerk P2. Beroepshouding
LW-1
Toetsvorm
Duur
D
30 min.
Cesuur Weging Zie toets
D
30 min.
Zie toets
Aantal kansen 2
2
Beoordeling items M n.v.t.. Item 1-15 min 2 houdingsaspecten. voldoende LW-2 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten. LW-3 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-4 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-5 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-6 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-7 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-8 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-9 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LW-10 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 houdingsaspecten LO-LB Lesopdrachten L & B Verwerking van de lessen. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. ** Item 1-15 van de LW-lijst moet voldoende zijn aangetoond. Voorwaardelijk voor BOL om in P2 met praktijkleren te kunnen starten. *Voor de VT staat 30 min voor een toets van 30 vragen. Indien er meer of minder vragen zijn wordt de toetstijd aangepast.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 27 van 46
Period e 1*
2
1 ** 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1-10
Beroepsspecifiek Fase 1: Code van de beoordeling: Oefen-VV-F1
Ondersteunend aan
Inhoud
Digitale toets met meerkeuze vragen. Digitale toets met meerkeuze vragen. Digitale toets met meerkeuze vragen. Digitale toets met meerkeuze vragen.
Duur
Cesuur
Periode
Plaats
3
School
2
4
School
n.v.t.
M
15 min. 30 min. 30 min
>60%
2
P3
School**
>60%
2
P3
School
30 min
>60%
2
P4
School
30 min
>60%
2
P5
School
WP 2.2
Theorie uit ondersteunende lessen BP1.1. Theorie uit ondersteunende lessen BP1.2. Theorie uit ondersteunende lessen BP1.3. Theorie uit ondersteunende lessen BP1.4. Zie Consortium methodiek
-
70%
2
P3
BPV
BP-P-1.2
C,F,K,R,T WP 2.3
Zie Consortium methodiek
-
70%
2
P3-4
BPV
BP-P-1.3
C,L,T WP 1.2, 2.1, 2.4
Zie Consortium methodiek
-
70%
2
P3-4
BPV
BP-P-1.4
E,Q, B, C, D,E, U, L WP 1.1 1.3 3.3 3.8
Zie Consortium methodiek
-
70%
2
P4-5
BPV
VT-P-1.1 BOL VT-P-1.2 BOL VT-P-1.3 BOL VT-P-1.4 BOL BP-P-1.1
WP 2.2 WP 2.3 WP 1.2, 2.1, 2.4 WP 1.1 1.3 3.3 3.8
Zie beoordelingsformulier Zie beoordelings-formulier
Kansen 2
S
Oefen-AG-F1
Oefenverantwoordingsverslag BP-P-1.1 Oefenassessmentgesprek BP-P-1.1
Soort / vorm beoordeling: Ontwikkeling P1-3 WP 2.2 R en T Ontwikkeling P1-3 WP2.2 C en F
N,R LO-F1
Lesopdrachten Fase 1
Actieve deelname en n.v.t. n.v.t. P5* School n.v.t. verwerking van de lessen. *Om BP’s af te ronden dienen de opdrachten uit ondersteunende lessen van BP1.1 t/m 1.4 te zijn afgerond en aangetoond. Beoordelingen LW en VT vinden plaats op school. BP’s worden beoordeeld in de BPV, afronding vindt plaats op school. Weging in de beoordelingen: Alle beoordelingen tellen 1x. Compensatie: 100 % van de items moeten behaald zijn.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 28 van 46
Details van de opdracht en beoordeling van elke beroepsprestatie is te vinden in de methode van het Consortium Z&W. Per beroepsprestatie is daarin aangegeven: o Opdracht met resultatenlijst o Context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd o Beoordelingslijst met prestatie-indicatoren met norm- of ontwikkelscore die behaald moet worden. o Cesuuraanduiding. Per fase zijn details aangegeven van Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek met scores, prestatie-indicatoren en cesuur. De Competentie scoretabel geeft overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties. **Voor de VT staat 30 min voor een toets van 30 vragen. Indien er meer of minder vragen zijn wordt de toetstijd aangepast.
Fase 2: Code van de beoordeling:
BP-P- 2.1 BP-P-2.2
Ondersteunend aan:
Soort / vorm beoordeling:
WP 2.1, 2.4 B, C, D, E, U. WP 3.1, 3.2 K,T
Inhoud
Duur
Zie Consortium methodiek
-
70%
Aanta l kans en 2
Zie Consortium methodiek
-
70%
2
LO-F2
Cesuur
Lesopdrachten Fase Actieve deelname en divers n.v.t. n.v.t. 2 verwerking van de lessen. * Om BP’s af te kunnen ronden dienen de opdrachten uit ondersteunende lessen van BP2.1 en 2.2 te zijn afgerond en aangetoond. BP 2.3 en 2.4 worden kwalificerend beoordeeld. ** Item 1-15 van de LW-lijst moet voldoende zijn aangetoond.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 29 van 46
Periode
Plaats
P6 P7
BPV
P5 - 8*
School
Fase 3: Code:
Toets
WP/competenties Toetsvorm Duur Cesuur KanPeriode Inhoud sen LO-F3 Lesopdrachten Fase 3 Actieve deelname en divers n.v.t. n.v.t. 9-10 n.v.t. verwerking van de lessen. *Om BP’s af te kunnen ronden dienen de opdrachten uit ondersteunende lessen van BP3.1 en 3.2 en 3.3 te zijn afgerond en aangetoond. BP 3.1. 3.2 en 3.3 worden kwalificerend beoordeeld.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 30 van 46
Plaats School
Nederlands en rekenen In dit plan staat alleen het onderwijs met ev. de ontwikkelingsgerichte toetsen. Kwalificeren staat in het examenplan Nederlands Ontwikkelingsgericht Code beoordeling Ne-lu-0m
Toets
vorm beoordeling:
Inhoud
Duur
Cesuur
Digitaal 0-meting TOA
Luisteren
25 min in les
TOA
Ne-le-0m
Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid
Digitaal 0-meting TOA
Lezen
25 min in les
TOA
1
1
Ne-sc-0m
Schrijfvaardigheid
Schrijven 0-meting
60 min in les
2F < 80%
1
1-2
Ne-tv-0m
Taalverzorging en taalbeschouwing
Digitaal 0-meting Spelling
schrijfopdracht in de les 1 Taalverzorging spelling
30 min in les
TOA
1
1-2
Ne-lu-TTm
Mondelinge taalvaardigheid
Opdracht
Luisteropdracht
60 min. in les
2F
1
4
Ne-le-TTm
Leesvaardigheid
Opdracht
Lezenopdracht
60 min. in les
2F
1
4
Ne-sc-TTm
Schrijfvaardigheid
Opdracht
Schrijfopdracht
60 min. in les
2F
1
4
Ne-ge-TTm
Mondelinge taalvaardigheid
Mondeling tijdens les
Tijdens slb groepsbijeenkomst?
20 min. per 4 studenten
2F
1
4
Ne-sp-TTm
Mondelinge taalvaardigheid
Mondeling tijdens les
Tijdens webquest?
10 min. per student
2F
1
4
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 31 van 46
Aantal kansen 1
periode 1
Code:
Toets
Inhoud
Toetsvorm
Duur
RE-0m
TOA 0-meting 1F-2F3F
RE-TTm1
Niveau bepaling 1F-2F
RE-TTm2
Niveau bepaling 1F-2F
Bepaling startniveau
D
60 min*
Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden
D
60 min*
Zie TOA 2F
D
60 min*
Zie TOA 2F
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Cesuur Weging Zie TOA
Pagina 32 van 46
Aantal kansen 1
Plaats
Periode
School
1
1
School
3
1
School
6
6.3 Studievoortgang De Studieloopbaanbegeleider (SLB-er) begeleidt de student bij het leerproces. De studievoortgang wordt door de SLB-er besproken met de student. Bij vertraging zal de SLB-er naast een gesprek met de student, ook contact opnemen met de coördinator studievoortgang. Een studiecontract kan worden opgesteld indien dit nodig is i.v.m. studietempo, gedrag of niet nakomen van afspraken. Op It's learning is duidelijk te zien bij 'status en follow up' hoe ver de student is met de lesopdrachten en ontwikkelingsgerichte en kwalificerende beroepsprestaties in hun digitale portfolio. Zowel student als docent hebben inzicht in de voortgang op It's learning.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 33 van 46
Studievoortgangsregeling PW3 BOL Regeling Leer- en Werkhouding: Leer- en werkhouding behaald*? (Deze wordt iedere lesperiode beoordeeld)
Ja Prima, ga zo door!
Nee Opstellen studieplan met slb’er. Repareren van ‘onvoldoende’ items binnen één lesperiode.
‘Onvoldoende items’ gerepareerd en 100% aangetoond?
Ja Prima, ga zo door!
Nee 2de niet-behaalde leer- en werkhouding = 1e bindend negatief studieadvies**. Slb’er: Stuurt brief met advies naar student; Neemt contact op met ouders (bij meerderjarige leerling na toestemming) Slb’er bespreekt consequentie van 2de bindend negatief studieadvies met student.
*Wat verstaan we onder een behaalde Leer- en werkhouding? Lesopdrachten uit desbetreffende lesperiode 80% ingeleverd en 70% beoordeeld met ‘Aangetoond’; Periode 1-2: item 1 t/m 15 van de LWH-lijst (school) moet voldoende zijn. Periode 3 t/m 10: alle items van de LWH-lijst (school én praktijk) moeten voldoende zijn; 2/3 van de beroepsprestaties uit desbetreffende lesperiode moeten met een ‘voldoende’ afgerond zijn.
**Negatief studieadvies: Tweede niet-behaalde Leer- en werkhouding = 1e negatief studieadvies Vierde niet-behaalde Leer- en werkhouding = 2de negatief studieadvies.
Regeling voortgangstoetsen (kennis) n.a.v. voorstel ontw. Gericht toetsen clusterverlaten’. Pedagogie 8-3-2012 Bij 2de bindend procedure negatief studieadvies moet student de ‘opleiding Verlaten opleiding betekent niet ‘verlaten school’. Een student die de opleiding verlaat kan een maattraject volgen, waarin er in samenspraak met de student gezocht wordt naar een ander leertraject. Verplicht voor minderjarige leerling.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 34 van 46
VT-toets voldoende? (Deze wordt lesperiode 1 t/m 5 digitaal afgenomen
Ja
Nee Prima, ga zo door!
2de digitale gelegenheid. Student schrijft zich in voor herkansing in volgende toetsweek. Dit gebeurt op It’s learning. (Kijk vervolgens op je rooster wanneer en waar je moet toetsen)
2de gelegenheid gehaald?
Ja Prima, Ga zo door!
Nee Student maakt afspraak met slb’er; Student laat zien wat hij heeft bestudeerd en toetsuitslag wordt besproken; Er wordt een afspraak gemaakt hoe de student de kennis alsnog kan aantonen. Dit gebeurt d.m.v. een mondeling (VTM) en wordt door de slb’er afgenomen. Resultaat wordt door slb’er vastgelegd in Its learning.
Overgang leerjaar 1 naar leerjaar 2 Behaalde (gerepareerde) Leer- en werkhouding (P1 t/m 4) Fase 0 moet ‘aangetoond’ zijn: Lesopdrachten fase 0, verantwoordingsverslag en assessmentgesprek beoordeeld met 100% aangetoond. 3 van de 5 VT-toetsen moeten behaald zijn. 2 van de 3 BP’s moeten behaald zijn. Overgang leerjaar 2 naar leerjaar 3 Behaalde (gerepareerde) Leer- en werkhouding (P5 t/m 8) Fase 2 moet ‘aangetoond’ zijn: Lesopdrachten fase 2, verantwoordingverslag en assessmentgesprek beoordeeld met 100 % aangetoond. Alle 5 de VT-toetsen moeten behaald zijn.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 35 van 46
EXAMINERING 7. Kwalificerend beoordelen 7.1 Examenplan In het examenplan komt de drievoudige kwalificering naar voren. Examinering richt zich op: 1) het beroep, 2) algemene vorming voor taal en rekenen en 3) loopbaan en burgerschap. Voor elk onderdeel is er in deze paragraaf een examenplan opgenomen.
A.
Specifiek (beroepsgericht)
Opleidingsnaam: Uitstroom: Crebocode:
Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang Niv.3 92620
Kwalificerend gedeelte
Cesuur
O Gezondheidszorg O Welzijnszorg
Plaats examen
Aantal beoordela ars
Examen
C, F, K, R, T
Voldoende
2
X
5
2
X
WP 2.3
C, L, T
Voldoende
2
X
6
2
X
WP 2.2
R
Voldoende
2
X
6
2
X
WP 2.2 WP 2.3
C, K C
Voldoende
2
X
6
2
X
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 36 van 46
Uitbestedi ng
WP 2.2
Zelf
Competenties
Inkoop
Kerntaak/ Werkprocessen
Beoordela ar school
KAG-P-F1
O Economie O Pedagogie
Beoordela ars BPV Periode
KVV-P-F1
onderdeel van ROC West Brabant
School
KBP-P-1.6
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving. Verantwoordingsverslag Fase 1 Assessmentgesprek fase 1
O BOL O BBL
BPV
KBP-P-1.5
Vitalis college
Aantal kansen
Kwalificatiedossier: 2012 Kwalificatie-eisen loopbaan 2012 & burgerschap: Ex. Examenproduct Code
Cohort: 2013-2014
KBP-P-2.3
Planmatig werken
KBP-P-2.4
KVV-P-F2
Begeleiden bij specifieke ontwikke-lingsgerichte activiteiten. Verantwoordingsverslag fase 2
KAG-P-F2
Assessmentgesprek fase 2
KBP-P-3.1
Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding
KBP-P-3.2
Professionaliseren
KVV-P-F3
Verantwoordingsverslag fase 3
KAG-P-F3
Assessmentgesprek fase 3
WP 1.1 WP 1.3 WP 3.3 WP 3.8 WP 1.2 WP 2.1 WP 2.4
N, R E, J E, Q D, J, M E, Q B, C, D, E, U. C, L, Q
Voldoende
2
X
7-8
2
X
Voldoende
2
X
7-8
2
X
WP 2.1 WP 2.4 WP 1.3 WP 2.1 WP 3.3
D C E C, U E
Voldoende
2
X
8
2
X
Voldoende
2
X
8
2
X
WP 1.1 WP 1.3 WP 2.1 WP 3.3 WP 3.8 WP 3.1 WP 3.2
N, R E, J B, C, D, E, U E, Q D, J, M K T
Voldoende
2
X
910
2
X
Voldoende
2
X
2
X
WP 1.1 WP 3.8 WP 2.1 WP 3.1 WP 3.8
N M C K D
Voldoende
2
X
910 10
Voldoende
2
X
10
2
X
2
X
Weging in de beoordelingen: Alle beoordelingen tellen 1x. Compensatie: er is geen compensatie. Details van de opdracht en beoordeling van elke beroepsprestatie is te vinden in de methode van het Consortium Z&W. Per beroepsprestatie is daarin aangegeven: o Opdracht met resultatenlijst o Context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd o Beoordelingslijst met prestatie-indicatoren met norm- of ontwikkelscore die behaald moet worden. o Cesuuraanduiding. Per fase zijn details aangegeven van Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek met scores, prestatie-indicatoren en cesuur. De Competentie scoretabel geeft overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties. In de toetsweek van P6, P8 en P10 staat een assessmentgesprek gepland. Dit is kwalificerend en wordt afgenomen door 2 onafhankelijke assessoren.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 37 van 46
De KBP-P- examenonderdelen zijn voorwaardelijk aan de KVV-P-F en AG-P-F examenonderdelen. Dit betekent: De examenonderdelen KBP-P-1.5 en KBP-P-1.6 moeten beiden zijn aangetoond om deel te mogen nemen aan de beoordeling van het verantwoordingsverslag (KVV-P-F1) en het assessmentgesprek (KAG-P-F1) over fase 1. De examenonderdelen KBP-P-2.3 en KBP-P-2.4 moeten beiden zijn aangetoond om deel te mogen nemen aan de beoordeling van het verantwoordingsverslag (KVV-P-F2) en het assessmentgesprek (KAG-P-F2) over fase 2. De examenonderdelen KBP-P-3.1 en KBP-P-3.2 moeten beiden zijn aangetoond om deel te mogen nemen aan de beoordeling van het verantwoordingsverslag (KVV-P-F3) en het assessmentgesprek (KAG-P-F3) over fase 3. In de studievoortgangsregeling op It’s Learning, kan je terugvinden hoeveel (examen)onderdelen je moet behalen om met een positief studieadvies over te gaan naar het volgende leerjaar.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 38 van 46
B. Generiek: Nederlands en rekenen Aantal kansen
Toets vorm
Periode
Vereist niveau vaardigheid
Aantal beoordelaars
Vaardighedenexam en
Duur
Code:
Weging examen
Eindcijfer met slaag-/zakbeslissing
Nederlands KN-le
Lezen Luisteren
KN-lu KN-sc
KN-ge
KN-sp
KR-1
Schrijven, incl. taalverzorging Gesprekken voeren
2F
60 min
Digitaal
60 min
Schriftelijk
60 min
Mondeling
10 min. per student
2F
Mondeling
10 min. per student
2
2F
Digitaal
90 min
n.v.t.
2F 2F 2F
gecombineerd met:
Spreken
Rekenen Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden
n.v.t. Digitaal
n.v.t. 2
mrt/apr 2015
2
mrt/apr 2015
2
8
2
8
2
8
2
1 cijfer 50%
1 cijfer 50%
2
mrt/apr 2015
1 cijfer (100%) 2
- Verplichte centrale examens voor Lezen en Luisteren - Instellingsexamens voor Schrijven, Spreken en Gesprekken. - Voor Nederlands wordt het eindcijfer voor het centraal examen (= 1 eindcijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot 1 héél eindcijfer (van 1-10.) Dit is het cijfer voor het onderdeel Nederlands. **Behaalde resultaten hebben wel invloed op de slaag-/ zakregeling Resultaat wordt vermeld op het diploma.; Pilotexamen rekenen ***Behaalde resultaten hebben GEEN invloed op de slaag-/ zakregeling Resultaat wordt vermeld op een bijlage bij het diploma.
** Uitwerking slaag- en zakregeling Nederlands: Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn. Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering. *** Uitwerking slaag- en zakregeling rekenen: Studenten moeten altijd examen doen, ook al gelden de resultaten niet voor de slaag-, en zakregeling. Het diploma wordt pas uitgereikt wanneer er examen is gedaan op het vereiste niveau. Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden, geldt de slaag-, zakregeling van dat studiejaar van diplomering.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 39 van 46
C. Loopbaan & Burgerschap LOOPBAAN Je moet voldoen aan de kwalificatie eisen van het beroep, de generieke eisen én aan de kwalificatie eisen voor loopbaan (en burgerschap). Binnen het onderdeel loopbaan onderzoek je wat je kunt, wat je wilt, wat je nodig hebt om een plaats in de maatschappij te vinden die bij je past en aansluit op je mogelijkheden. Het onderdeel Loopbaan is opgenomen in de leerlijn studieloopbaanbegeleiding. Loopbaan omvat de volgende onderdelen:
en zoeken die mij kunnen helpen om planning loopbaan uit te voeren) Weging: de resultaten van alle 5 loopbaan elementen wegen even zwaar. Elementen Activiteiten Inspanning student, wordt beoordeeld Codering en naam resultaat Capaciteitenreflectie
Studieloopbaanbegeleiding
KL-Capaciteitenreflectie Actieve deelname Presentatie opdracht ‘wie ben ik’
P1-10
KL-Capaciteitenreflectie Actieve deelname KL-Capaciteitenreflectie Actieve deelname KL-Capaciteitenreflectie Actieve deelname KL-Capaciteitenreflectie Actieve deelname
P1
Lessen Vakkennis: Ontwikkeling zelfbeeld; Beroepshouding
KL-Motievenreflectie Actieve deelname
P1
Vaardigheidslessen: Zelfbeeld 1 & 2
KL-Motievenreflectie Actieve deelname Verwerkingsopdrachten KL-Motievenreflectie Actieve deelname
P1
WS Drama basis WS Assertiviteit WS Drama rollenspel Vaardigheidslessen: Waarnemen; Observatie basis; Mondeling rapporteren; Assertiviteit; Feedback; Conflicthantering 1 & 2 Motievenreflectie
Periode
Studieloopbaanbegeleiding
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 40 van 46
P1
P1 P2 P2
P1-10
Werkexploratie
College: Beeld van welzijn; Werkveld OA, JZ, SCW & PW.
KL- Werkexploratie Actieve deelname
P1
PRAVO
KL-Werkexploratie Actieve deelname Eindopdrachten periode 1 en 2 KL-Werkexploratie Actieve deelname
P1 en P2
College: Loopbaan & burgerschap; Communicatie
KL-Loopbaansturing Actieve deelname
P1
Webquest: Informatievaardigheden; Leerstijlen & Leervaardigheden Studieloopbaanbegeleiding
KL-Loopbaansturing Opdracht(en) + presentatie
P1
KL-Loopbaansturing Actieve deelname Verslag SLB & BPV gesprek + leerdoelen vastleggen in POP
P1-10
KL-Netwerken Actieve deelname
P1
KL-Netwerken Actieve deelname Opdracht: Oriëntatie op de praktijk
P1-10
Studieloopbaanbegeleiding
Loopbaansturing
Netwerken
Vaardigheidslessen: Gesprekstechnieken 1 & 2; Interview; Presenteren 1 & 2. Studieloopbaanbegeleiding
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 41 van 46
P1-10
P4
P3
BURGERSCHAP Je moet voldoen aan de kwalificatie eisen van het beroep, de generieke eisen én aan de kwalificatie eisen voor (loopbaan en) burgerschap. Burgerschap omvat de volgende onderdelen: Politiek juridische dimensie Economische dimensie Sociaal maatschappelijke dimensie Vitaal burgerschap dimensie Tijdens de opleiding besteed je aandacht aan alle dimensies. Wij spelen daarbij in op de actualiteit. Weging: alle 4 dimensies wegen even zwaar. Dimensies, Activiteiten Inspanning student, wordt beoordeeld. Periode is ook afhankelijk de Codering en naam resultaat actualiteit waar aandacht aan besteed wordt. Politiek juridisch
Themadag Politiek
Vitaal Burgerschap
Themadag EHBO Lessen Vakkennis: Verslaving; Verliesverwerking Themadag ‘Lang leve de liefde’
Economisch
Themadag ‘Professionaliseren’
Sociaal-maatschappelijk
Lessen Vakkennis: Samenlevingsvormen; Groepen in de samenleving; Groepsrollen; Brede school; Handicaps; Discriminatie; Pesten; Religies; Ethiek Themadag Sociaal-maatschappelijk
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
TD-Politiek-juridische dimensie: Actieve deelname Reflectieverslag KL-Vitaal burgerschap dimensie: Actieve deelname KL-Vitaal burgerschap dimensie: Actieve deelname KL-Vitaal burgerschap dimensie: Actieve deelname aan workshops
P1
KL-Economische dimensie: Actieve deelname aan gastlessen Verwerkingsopdracht in groepje Reflectieverslag KB-Sociaal-maatschappelijke dimensie: Actieve deelname
P7
KB-Sociaal-maatschappelijke dimensie: Actieve deelname Verwerkingsopdracht
P9
Pagina 42 van 46
P1 P2 P2
P1 en P2
7.2 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? Binnen het cluster Pedagogie regelt het cluster examenbureau de organisatie van examens, de registratie van beoordelingen/ resultaten en het uitschrijven van diploma’s. In het examenplan zijn de examens vastgelegd. Het cluster examenbureau legt van iedere student een examendossier aan. Dit blijft eigendom van het examenbureau. Er is een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de website van het Vitalis college (www.vitaliscollege.nl) onder studenten, regeling en procedures. In deze regeling zijn de examenrechten van studenten vastgelegd We adviseren je dit document aandachtig door te nemen. De clusterexamencommissie Pedagogie bestaat uit: Voorzitter: Secretaris: Team PW3BOL Team OA: Team PW4/SCW
Frans van de Linden Bart Pluer Piron Moolenaar Nelleke Leijs Alet Broertjes
Informatie aan de student over examinering Uitslag examenresultaten De voorlopige uitslag van elke toets c.q. examenonderdeel wordt door de examinator na afname van de toets/het examenonderdeel bekend gemaakt. De definitieve uitslag wordt door de examencommissie binnen 15 werkdagen bekend gemaakt, tenzij er sprake is van door externen gehouden en beoordeelde examenonderdelen. Inzagerecht, bewaartermijn en bespreekrecht Gedurende 6 maanden na de uitslag van de betreffende examenonderdeel hebben studenten recht op inzage van het werk. Gedurende 10 dagen na de voorlopige uitslag is er voor belanghebbenden bovendien recht op bespreking van het materiaal met de examinator met motivering van de beoordeling.
7.3 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? Het examenbureau bewaart gedurende 1 jaar voor de inspectie en voor jouw zekerheid in je examendossier de volgende kwalificerende bewijsstukken (examenproducten).Deze horen bij de examenonderdelen van het examenplan: Voorbeelden van bewijsstukken zijn: Beoordelingslijsten proeven / beroepsprestaties Verantwoordingsverslag + beoordeling Assessmentverslag + beoordelingslijst Kennisexamen Vaardighedenexamen
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 43 van 46
De vaststelling van je resultaten wordt verwerkt in een digitaal leerlingvolgsysteem Het cluster examenbureau controleert aan het einde van je opleiding of je aan alle eisen voor diplomering hebt voldaan. Pas als alles in orde is kan tot diplomering worden overgegaan. Na diplomering bewaren we een kopie van je diploma.
7.4 Wat moet je zelf bewaren? Het examenbureau zal je verzoeken om een verklaring te ondertekenen dat je zelf alle onderliggende bewijsstukken van de proeven / beroepsprestaties tot ten minste 1 jaar na de diplomering bewaart.
7.5 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Je dient dan binnen 14 dagen na bekendmaking van de uitslag je bezwaar schriftelijk te melden bij de secretaris van de cluster examencommissie. Dit geldt alleen voor de kwalificerende beoordeling (de examens), dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens je studieloopbaan. Voor die gevallen ga je naar je studieloopbaanbegeleider. Het bezwaarformulier vind je op de website van het Vitalis college (www.vitaliscollege.nl) onder studenten, regeling en procedures. Ben je het niet eens met de uitspraak van de clusterexamencommissie dan kun je een beroepsschrift opsturen naar de Commissie van Beroep Examens ROC West Brabant, Secretariaat Raad van Bestuur, Trivium 76, 4873 LP Etten-Leur.
7.6 Inspectie De inspectie van het onderwijs is belast met de kwaliteitscontroles op de examens. De inspectie bepaalt jaarlijks welke examens van welke opleidingen zij onderzoekt. Resultaten van inspectiebeoordelingen worden gepubliceerd op de website van de inspectie.
8 Wijzigingsblad Tussentijdse wijzigingen van een OER worden bekend gemaakt via een wijzigingsblad. Zodra de wijziging is vastgesteld wordt deze bekendgemaakt. De studieloopbaanbegeleider bespreekt de wijziging met de betreffende studenten en het wijzigingsblad wordt in Itslearning gepubliceerd.
Bijlagen 1. Verantwoordingsblad onderwijsprogrammering 2. Diverse documenten op de website www.vitaliscollege.nl
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 44 van 46
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 45 van 46
Bijlage 2: Diverse documenten op de website Op de website van het Vitalis college: www.vitaliscollege.nl staan onder de keuze knop ‘Studenten’ verschillende documenten waarin belangrijke aanvullende informatie wordt gegeven. In sommige gevallen wordt in het OER naar deze documenten verwezen. Per document wordt hierna een korte omschrijving gegeven. Onderwijsovereenkomst (afkorting OOK)
Dit document bevat de juridische tekst en een uitleg over je onderwijs overeen komst en je praktijk overeen komst.
Praktijkovereenkomst (afkorting POK)
Voor je Beroepspraktijkvorming (ook BPV of stage genoemd), teken je een praktijkovereenkomst. In deze overeenkomst staan de gedragsregels, verlof, praktijktijd, aansprakelijkheid, eindtermen en verzekeringen beschreven. De praktijkovereenkomst is een afspraak tussen jou, Vitalis college / ROC West-Brabant en het praktijkbedrijf.
Deelnemersstatuut MBO
Het deelnemersstatuut is onderdeel van je Onderwijsovereenkomst en bevat regels, rechten en plichten voor jou als student van Vitalis college / ROC West-Brabant. Ook staat in het statuut hoe je moet handelen bij eventuele conflicten met medestudenten en docenten.
Onderwijs- en examenregeling (afkorting OER)
OER staat voor onderwijs- en examenregeling. Voor ieder opleiding is een OER opgesteld. In zo'n document is vermeld hoe het onderwijs en de examens van de desbetreffende opleiding zijn ingericht.
Bezwaar en klachtenregelingen
Wanneer mensen intensief met elkaar samenwerken, kan er ook wel eens iets niet zo lekker lopen. Voor klachten van studenten of ouders / verzorgers bestaat een speciale regeling. Deze regeling is er op gericht om klachten samen op te lossen.
Procedure bij fraude
In de procedure bij fraude wordt toegelicht wat onder fraude of plagiaat wordt verstaan tijdens examens of andere beoordelingssituaties in het kader van een opleiding en welke procedure wordt gevolgd als dit wordt geconstateerd.
Examenreglement ROC WestBrabant
Het examenreglement bevat algemeen geldende regels met betrekking tot de examinering. Deze zijn ook van toepassing op de examinering bij het Vitalis college. Het reglement heeft o.a. betrekking op: inschrijving examens, vrijstellingen, afwijkende examinering bij specifieke doelgroepen, onregelmatigheden, aanwezigheid, bekendmaking van de examenuitslag, inzagerecht, bezwaar en beroep.
92620, Pedagogisch medewerker Kinderopvang, BOL, NV3, versie 1.0, cohort 2013
Pagina 46 van 46