LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

LESBRIEF

Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Samenvatting: Er bestaan verjaardagsfeestjes, dansfeestjes, eetfeestjes, pakjesfeestjes, nieuwjaarsfeestjes, geboortefeestjes … maar ben jij al eens uitgenodigd voor een neuzenfeest?

Een vrolijk boek voor iedereen die van partijtjes houdt. Kinderen vanaf 3 jaar mogen komen rondneuzen. Auteur & Illustrator: Guido van Genechten

Bij dit boek horen diverse bijlagen: • • • •

logische volgorde uitnodigingen kaarten ‘getallen 1 t/m 12’ kaarten ‘hoeveelheden’

thema’s: • feest • verjaardag • verkleden

Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF


Leeshulpvragen Elke lesbrief van Clavis Uitgeverij bevat vragen om tijdens, voor of na het lezen te stellen. Deze leeshulpvragen zijn, voor uw gemak, van tevoren bedacht. U kunt dan de tijd nemen om de kinderen te observeren: houd alles bij op een groot vel.

• Bekijken ze de afbeeldingen? • Reageren ze op de tekst?

Geven ze bijvoorbeeld antwoord als er een vraag wordt gesteld?

• Begrijpen ze waarom het jongetje

(nog) niet naar het neuzenfeest kan?

Pagina 1-2

Pagina 3-4

Ik ben wel eens

Ben jij ooit

naar een hoedjesfeest geweest.

feest naar een neuzen

geweest?

Een heel

leuk feest,

met slingers en co nfe tt i.

Kijk, ik heb

dje nog.

mijn hoe

Een ne

uzenfee st? Nee, no g nooit .

Straks is er een reuzefeest in de straat.

Een neuzenfeest, staat in de uitnodiging die vanochtend in de brievenbus gevallen

is.

• Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest? • Wat zou een neuzenfeest zijn? • Heb je weleens een uitnodiging gehad?

• Kun je de slingers en de confetti aanwijzen

Pagina 5-6

Pagina 7-8

op de plaat? • Kun je de slingers ook tekenen in de lucht? • Wat voor kleren heeft het jongetje aan?

Mag ik zo mee?

Een heel

Nee, zo kun je niet

luidruchtig feest, met vlaggetjes en priklimonade.

naar een neuzenfeest.

ht, Wac

ik ben ook

eens

naar een toeterfeest geweest

• Naar wat voor feest gaat dit jongetje? Hoe zie je dat? • Waarom kan hij niet naar een neuzenfeest? • Naar wie zou het jongetje kijken, denk je?

• Wat is ‘luidruchtig’? • Welke kleuren hebben de vlaggetjes? • Hoeveel bekertjes kun je tellen?

LESBRIEF


Pagina 9-10

Pagina 11-12

O, ik ben ook

ET TO TO E O E

een keer .

feest geweest nenkoeken

naar een pan

Een echt

T!

Mag ik zo mee?

smulfeest, met bruine suiker, appelstroop en grote bekers warme chocola.

Nee, zo kun je echt niet naar een neuzenfeest.

• Naar wat voor feest kan het jongetje nu gaan? • Kun jij ook doen alsof je op een toeter speelt?

• Hoeveel pannenkoeken denk je dat er op

Laat maar eens zien. • Het jongetje blaast heel hard, hoe kun je dat zien?

de stapel liggen? • Wat doe jij altijd op je pannenkoek? • Wat vind jij nog meer om te smullen op een feest?

Pagina 13-14

Pagina 15-16

Maar ik ben ook eens een keer

Mag ik zo mee dan?

Nee, zo kun

naar een pyamafeest geweest.

je absoluut

niet

naar een neuzenfeest.

ig zell

l ge

ee en h

E

ss t ku

me

t,

fees

n hte

c eve eng

s. hip

kac apri

en

he tisc

en p zakk

n

giga

• Naar wat voor feesten kan het jongetje

• Wat betekent ‘gigantische’? Hoe groot zou dat zijn? • Wat doe je allemaal op een pyjamafeestje? • Wat is een kussengevecht?

Pagina 17-18

Pagina 19-20

allemaal gaan? • Wat heeft het jongetje in zijn handen? • Wat kun je daarmee doen?

Nee! Het is een

neuzenfeest! Naar een neuzenfeest o misschien mee? Mag ik z

neem je een neus mee.

Maar ik héb toch

een neus?

Dat is je gewone neus

voor elke dag. Naar een neuzenfeest neem je een feestneus

• Wat heeft het jongetje allemaal bij zich? • Wat ligt er allemaal op de grond? Waar komt dat vandaan? • Is het jongetje blij of verdrietig?

mee.

• Kun je je neus aanwijzen?

Kun je dat ook met je ogen dicht? • Kun je ook een lange neus maken, met je vingers? • Je hebt maar één neus, waarvan heb je er twee?

LESBRIEF


Pagina 21-22

Pagina 23-24 Zo, mag ik dan nu alsjeblieft

O ja?

Wacht, ik maak er

naar het neuzenfees

t?

een.

Jazeker! Met zo’n feestelijke neus ben je er helemaal klaar voor.

• Wat heeft het jongetje allemaal nodig om een neus

te maken? • Hoeveel potloden tel je op de plaat? • Is het jongetje nu blij of verdrietig? Hoe weet je dat?

Pagina 25-26 ’n

Met zo

op al vaak t Ben je uzenfees een neweest? ge

Echt? ige neus? ! prachteen je niet Dat m

Wat een

leuk hoedje heb jij op!

ook Er zijn eken, enko pann ens! jong

Nee, dit is de eerst e keer.

En paprikachips.

.

En priklimonade

l reuze, Echt we zenzo’n neu feest!

• Hoeveel kinderen tel je op het feest? • Hebben ze allemaal een feestneus op? • Wat zie je nog meer op de plaat?


• Wat voor neus heeft het jongetje gemaakt? • Mag hij nu naar het neuzenfeest? • Hoeveel potloden tel je nu nog? Hoeveel zijn er weg?

LESBRIEF


Suggesties voor na het lezen van het boek Knutselen • Neem een groot vel papier, krijtjes, kurken en verf op een bordje. Laat de kinderen slingers tekenen met krijtjes. De kurken kunnen ze vervolgens in de verf dopen, om confetti te stempelen. Hang de feestelijke tekeningen op tijdens een verjaardag of feest. • Geef de kinderen een grote hoeveelheid kartonnen bekertjes en laat ze daar torens mee bouwen. Ze kunnen de bekers opstapelen of een beker op twee andere bekers zetten. Geef ze ook eens stevige kartonnen platen, zodat ze verdiepingen kunnen bouwen. • Neem een eierdoos en knip daar voor elk kind een dopje af. Laat de kinderen hun dopje versieren met verf. Maak in de zijkanten gaatjes en rijg er een touwtje doorheen: de kinderen hebben hun eigen feestneus! • Laat de kinderen rietjes in verschillende kleuren in stukken knippen. Geef ze daarna een touwtje of een veter en laat ze de stukjes rietjes aan elkaar rijgen. Zo maken ze een mooie ketting. • Met een luciferdoosje kun je een leuk neuzenspelletje spelen. Haal het hoesje van het luciferdoosje af, en schuif het op de neus van een kind. Het kind moet nu de handen op de rug doen en proberen het doosje door te geven aan de volgende neus. Dit is een leuk spel voor tijdens een verjaardag! • Spreek met de kinderen af welk feest gevierd gaat worden. Dit kan bijvoorbeeld ‘het rode feest’ zijn. Iedereen draagt zo veel mogelijk rode kleren, drinkt rode ranja en eet rode aardbeien. De gasten kunnen knutselen met rood papier en rode verf. Er hangen alleen maar rode ballonnen.


LESBRIEF


Taal en schrijven

• Druk de bijlage ‘logische volgorde’ af en knip de plaatjes uit. Laat de kinderen deze in de goede volgorde leggen. Zien ze dat er steeds een voorwerp bij komt? • Laat de kinderen het verhaal navertellen door naar de platen van de vorige activiteit te kijken. Weten ze nog naar welke feesten het jongetje is geweest? • Laat de kinderen de kaarten in de juiste volgorde aan een waslijn hangen met behulp van knijpers. Niet alleen oefenen ze zo nog even weer de volgorde van het verhaal, het is ook een goede oefening voor de fijne motoriek!

Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com © 2014 Clavis Uitgeverij Hasselt-Amsterdam-New York, illustraties uit Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?, Guido van Genechten, isbn 978 90 448 2238 0

LESBRIEF


Taal en schrijven • Print de bijlage ‘uitnodigingen’. Schrijf daarna samen met de kinderen een uitnodiging. Nodig bijvoorbeeld een kind uit om te komen spelen, of maak uitnodigingen voor een kinderfeestje. Bedenk samen met de kinderen wat erop moet komen te staan. • Geef de kinderen ook eens een stapeltje lege uitnodigingen en laat ze zelf schrijven. Dit kan goed, ook al kunnen ze nog niet ‘echt’ schrijven! Geef ze bijvoorbeeld gelpennen om feestelijke brieven mee te schrijven.

© 2014 Clavis Uitgeverij Hasselt-Amsterdam-New York, illustraties uit Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?, Guido van Genechten, isbn 978 90 448 2238 0

LESBRIEF


Tellen en getallen • Print de getalkaarten en hoeveelheidskaarten twee keer uit. Knip alle kaarten uit. Hiermee kan een telspel gespeeld worden. Je geeft aan hoeveel gasten er op het feest komen door een getalkaart te laten zien. Kies hierbij een getal dat het kind kent. Het kind telt nu evenveel feesthoedjes, bekers, pannenkoeken en feestneuzen uit. Als het klopt, mag hij een nieuw getal kiezen. • De vorige activiteit kan natuurlijk ook met echte materialen worden gedaan. Laat de getalkaarten in de goede volgorde op de grond leggen, en laat het kind er steeds evenveel voorwerpen bij leggen. Denk hierbij aan: rietjes, plastic bekers, ballonnen, knikkers … • Leg twee keer een aantal hoeveelheidskaarten neer. Bijvoorbeeld: 6 hoedjes en 4 bekers ranja. Stel nu vragen als: Is het evenveel? Waarvan zijn er meer? Waar liggen er minder? Wat is meer: 6 of 4? Hoeveel moeten er nog bij om evenveel te maken? • Met twee dobbelstenen en de getalkaarten kunnen kinderen ook een rekenspel spelen. Ze gooien met de dobbelstenen, tellen de stippen bij elkaar op en pakken de juiste getalkaart van de tafel. Dit gaat net zo lang door tot alle kaartjes op zijn. Wie heeft de meeste kaartjes? • Kent het kind de getallen nog niet zo goed, of kan het kind nog niet zo goed rekenen? Laat dan met één dobbelsteen gooien. Het kind telt de stippen en zoekt daar het juiste getal bij. • Speel memory met de getalkaarten en hoeveelheidskaarten. Plak hiervoor alle kaarten op een stuk karton en knip ze uit. Leg alle kaarten (of alleen de kaarten tot een bepaald getal) omgekeerd op de tafel. De spelers mogen steeds twee kaarten omdraaien. Klopt het getal met de hoeveelheid? Dan mag het paar van tafel genomen worden!

LESBRIEF



LESBRIEF



LESBRIEF



LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Recommend Documents