Nr. 59 mrt.’97
Ben jij nog zeeziek geweest ?
Inhouds opgave Driemaal is scheepsrecht Gelukstelegrammen Sorbet Royal 1996 In Memoriam Honderd meter onder water wachten op hulp Overkant bootsman Negentig jaar ‘Oren en ogen van de vloot’ Orginele wapenschilden Ingezonden brieven Rectificatie Extra - 90 jaar Onderzeedienst (los bijgevoegd)
—1—
Blz. 3 3 4 5 6 8 10 11 12 12
Samenstelling bestuur H.W. van Vliet
Voorzitter
Korteweg 8 3054 AS Rotterdam 010-4611514
D. Heij
Secretaris
Bennekomseweg 68 6871 KG Renkum 0317-317063
W. den Boer
Redactie KVO
Pluto 219 1785 AZ Den Helder 0223-630242
W.P.P. Falkmann
Redactie KVO
Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
A. Prins
Penningmeester
Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455
M. van Dwingelen
2e Penningmeester
D.Abbesteelaan 16 1785 GN Den Helder 0223-632809
LTZ2oc A.G. Wegman
Vertegenwoordiger OZD
Onderzeedienst / BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
Erelid van de vereniging : de heer J.H. van Rede Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d, is de tweede penningmeester M. van Dwingelen. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit “Klaar voor Onderwater” is toegestaan na verkregen toestemming van de redactie.
Contributie 1997 Zij die de contributie voor 1996 nog niet betaald hebben ontvangen hiervoor een herinnering. Degene die met girotel betalen of met een ander gironummer dan vorig jaar, worden verzocht niet alleen hun naam, maar ook hun woonplaats te vermelden De minimale contributie bedraagt fl. 10,00 per jaar Gironummer vereniging : 392 84 64 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder
—2—
25
amsterdam 10 februari 1971 secretaris president
jan pietersz sweelinck
de nederlandsche bank
VIJF EN TWINTIG GULDEN
25
Ofschoon wij getracht hebben zo tijdig mogelijk een datum voor de viering van het 90-jarig bestaan van de Onderrzeedienst voor U in de agenda vast te leggen, heeft de Commandant Onderzeedienst met het schaamrood op de kaken gemeld dat de laatst vastgestelde datum van 12 juni 1997 toch ook weer niet haalbaar is gebleken. Zoals U al eerder bekend gesteld, wordt het flexibel opvangen van veranderingen in de operationele programma’s met in totaal slechts 4 onderzeeboten beschikbaar steeds moeilijker. Teneinde zoveel mogelijk onderzeedienstmensen ‘binnen’ te hebben is daarom besloten de negentigste verjaardag van de Onderzeedienst (tegelijk met de reüie 1997 van de Onderzeedienst reünisten) te vieren op vrijdag 20 juni 1997 bij de Onderzeedienst te Den Helder.Wij hebben de overtuiging dat deze datum nu echt definitief is. Onze excuses voor eventueel veroorzaakt ongemak. `
de Voorzitter
Gelukstelegram Aflever datum : Adres :
21 december 1996 BEVELHEBBER DER ZEESTRIJDKRACHTEN Van der Burchlaan 31 2597 PC ’S-GRAVENHAGE
Tekst :
De OZD reünistenvereniging wenst U van harte geluk met het 90-jarig bestaan van de ONDERZEEDIENST en spreekt de wens uit dat de KM nog vele jaren van haar waardevolle diensten gebruik zal kunnen maken. QUAMVIS PATIENS ACRIS ! H.W. van Vliet voorzitter
Bovenstaand telegram werd tevens verzonden aan : Commandant Zeemacht Nederland Het nieuwe diep 5 1781 AC Den Helder
Commandant Onderzeedienst Vogelzand 2222 1788 GB Den Helder —3—
an 7-14 juni nam Hr. Ms. Walrus deel aan de internationale onderzeeboot reddings en ontsnappingsoefening Sorbet Royal 96 in de Noorse Vestfjord (nabij Narvik). Andere deelnemende landen waren:
ngeland met het reddingsvaartuig LR 5, het moederschip Nordica (een Finse ijsbreker), de afstand bestuurbare mini onderzeeboot Scorpio en leden van de Submarine Parachute Assistance group (SPAG).
weden met hun nieuwste onderzeeboot Gotland (uitgerust met luchtonafhankelijke voortstuwing - AIP) van de Gotland-klasse, het reddingsvaartuig URF (Undervanns Rednings Farkost) en het moederschip Belos.
a. Het was de eerste keer dat een onderzeeboot van de Walrus-klasse een z.g. bottom procedure uitvoerde (op de zeebodem liggen van de boot).
ankrijk met FS Agosta, een onderzeeboot van de Agosta-klasse. orwegen met de onderzeeboten Kobben (Kobben-klasse) en Uredd (Ula-klasse). erenigde Staten met USS Sand Lance (Sturgeon-klasse) en het reddingsvaartuig Avalon, Deep Submerged Rescue Vehicle nr. 2 (DSRV 2). De onderzeeboot treedt op als moederschip voor het DSRV. itsland met het ondersteuningsschip Fehmarn en Dräger NEWT SUIT een duikerspak waarmee tot 300 meter diepte kan worden gedoken.
r. Ms. Walrus zorgde voor een tweetal primeurs:
b. Het was de eerste keer dat reddingsvaartuigen onderwater een koppeling uitvoerden met een Walrus-klasse onderzeeboot (tot nu toe was dit alleen met Zwaardvis-klasse boten uitgevoerd). et de veiligheid van onderzeeboten loopt het wel los en om de kans op een catastrofe zo klein mogelijk te houden is de laatste generatie onderzeeboten volgestouwd met allerlei voorzieningen. Veel systemen zijn dubbel of zelfs in veelvo ud uitgevoerd. aar ofschoon die veiligheden calamiteiten vrijwel uitsluiten, kunnen zaken als aanvaring en brand wel degelijk fatale gevolgen hebben. Onderzeediensten realiseren zich dit maar al te goed; een reden temeer om op gezette tijden de reddingsdiensten en het materiaal in de praktijk te oefenen en te testen. Dit gebeurt tijdens oefening Sorbet Royal. De procedures om een grootschalige reddingsactie bij een onderzeeboot ongeval te starten en uit te voeren worden door de diverse hoofdkwartieren beoefend tijdens de papieren oefening (paper play)
—4—
Phoenix. entraal tijdens Sorbet Royal staat het daadwerkelijk aankoppelen van de reddingsvaartuigen met de onderzeeboot. Dit gebeurt tijdens de praktijkweek met onderzeeboten die op zo'n 80 meter diepte liggen. LR5 kan tot 365 meter diepte mensen reden. Voor hun bemanningen vormt Sorbet Royal een goede gelegenheid om op te werken en de reddingssystemen aan boord te beproeven. In de haven van Henningsvaer wordt het overdrukpak, waarmee vanaf 200 meter ontsnapt kan worden, gedemonstreerd. ‘Wanneer je omhoog gaat, is het alsof je als een torpedo wordt afgeschoten’ zegt kapitein ter zee John Milnes. Hij is voorzitter van de Standing Committee of Submarine Escape and Rescue. taande in de ontsnappingstoren pomp je je pak op, de druk wordt gelijkgemaakt aan de buitenboordsdruk, het luik boven je hoofd gaat open en je schiet omhoog. Op weg naar de oppervlakte is het zaak goed te blijven uitademen, anders heb je kans dat je longen beschadigen doordat de waterdruk afneemt.’
an de oppervlakte wordt de overlevende opgevangen door leden van de SPAG, hoog gekwalificeerd medisch en reddings personeel, dat per C-130 Hercules vliegtuig naar de plaats van het ongeval wordt vervoerd en met rubberboten en andere reddingsmiddelen ter plekke per parachute wordt afgeworpen. Er is 24 uur per dag een SPAG gereed om uit te rukken, want tijd speelt een belangrijke rol bij een onderzeeboot ongeval. Andere factoren die de overlevingskansen beïnvloeden zijn de hoeveelheid zuurstof en CO2 en de mogelijk dalende temperatuur in de boot. De meeste ongevallen vinden plaats op geringe diepte, reden waarom de Zweedse URF en de Engelse LR5 reddingen kunnen uitvoeren tot respectievelijk 460 en 365 meter. e Avalon gaat een flink stuk dieper: 1500 meter. Amerikaanse onderzeeboten
In Memoriam In de afgelopen tijd zijn de volgende leden van de vereniging overleden: 27 jun. 1996 18 nov. 1996 21 nov. 1996 2 jan. 1997 14 feb. 1997 17 feb. 1997
L. Lodder J. Kasten Huize Oostkant 92 jaar A. Westerduin 63 jaar P.H. Boomstra C.J.A.M. van Dongen 31 jaar J.A. Nestelaar 75 jaar
West Sussex England Noord Scharwoude Spijkenisse Uden Den Helder Bleiswijk
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken
—5—
In het ijskoude water bij het Noorse Svövaer ligt de onderzeeboot Hr. Ms. Walrus op circa honderd meter diepte op de bodem. De schrik van alle oppervlakteschepen is gezonken en de vijftig bemanningsleden wachten op hulp.Nauwelijks hoorbaar zuigt het Zweedse reddingsvaartuig URF zich vast op het ontsnappingsluik van de Walrus. Even later gaat het luik open. ’Hi there’, klinkt het met een Zweeds accent. p het met electronische apparatuur volgepropte platform van de walrus, waar de onderzeeboot wordt gecommandeerd, houdt de commandant LTZ1 van Zaalen, de operatie nauwlettend in de gaten. Prins Willem Alexander kijkt geïnteresseerd toe. De bemanning is gespannen.Deze zeelieden ho uden er niet van ver onderwater luiken te openen. Dat is tegennatuurlijk. Op deze diepte heerst een waterdruk van elf atmosfeer en dan kan een piepklein foutje eindigen in een ramp. p papier is allang bekend dat de matrozen van een verongelukte onderzeeboot kunnen worden gered door futuristisch ogende ‘mini subjes’. Maar de praktijk, daar komt het op aan. De Navo oefening Sorbet Royal, die deze week in de Westfjorden ten zuiden van de eilandengroep Lofoten werd gehouden, moest aantonen dat het inderdaad kan. De Walrus deed namens Nederland aan deze oefening boven de poolcirkel mee. Kroonprins Willem Alexander
woon-de een deel bij en bracht de nacht door op de Walrus. Hoewel hij bij de marine heeft gediend is het zijn eerste reis op een onderzeeboot. ngelukken waarbij onderzeeboten zijn betrokken zijn mondjesmaat bekend. De koers en de locatie waar de ‘sub’ zich bevindt is omkleed met de grootst mogelijke geheimhouding. Daar gaat de meeste dreiging van uit. Toch zijn er in deze eeuw in
De smalle doorgang naar de toren van de Walrus
—6—
Prins Willem Alexander in gesprek met de bestuurder van URF. vredestijd zeker 170 onderzeeboten door ongelukken, brand, botsingen en menselijke fouten gezonken of zwaar beschadigd geraakt. Over bijna ongelukken wordt nooit gerept. en van de mogelijkheden is ontsnappen met behulp van speciaal ontworpen mini onderzeeërs die zeer diep kunnen duiken, zelfs tot 1500 meter. De Fransen, Britten, Amerikanen en Zweden bezitten dergelijke vaartuigen. Grootste probleem is echter dat het enkele dagen duurt voordat deze ‘subjes’ ter plaatse zijn. De kans dat de in nood verkerende bemanning dan al een zeemansgraf gekregen heeft, is vrij groot.
aandoende ‘ontsnappingspijpen’ van waaruit een bemanningslid zelf op 180 meter diepte kan ontsnappen. Een speciaal pak zorgt voor enige bescherming. ‘Je trekt zo'n pak aan en stapt in het ontsnappingscompartiment. Dit laat men vollopen met water en daarna gaat het laatste luik open. De zuurstof in je pak zorgt ervoor dat je pijlsnel naar de oppervlakte schiet’, legt de HWD, LTZE2oc Walraven uit.
e Walrus beschikt ook over claustrofobisch —7—
Overpeinzingen van een Onderzeedienst Waalhaven man, oftewel even terug in het verleden, naar de Onderzeedienst in Rotterdam en een reünie die jammer genoeg niet doorging. Onderstaand verhaal is de redactie toegestuurd door dhr Arie (Peuk) Westerduin met het verzoek het in KVO te plaatsen. Arie is enkele weken na het opsturen van dit
iermaal daags: De eerste naoorlogse jaren heb ik niet meegemaakt als marineman, omdat ik daarvoor nog te jong was. Maar ik was als jochie overal bekend en ook de Waalhaven had voor mij geen geheimen. In april 1950 kwam ik, na de opleiding, bij de Onderzeedienst. Viermaal daags liep je van de ene naar de andere kant en groette je terwijl je zei: ‘Overkant bootsman’. Iedereen: van puppes drie tot en met korporaal, de kwartiermeesters niet uitgezonderd.
De waalhaven anno 1945 artikel helaas overleden. Waalhaven: Het is alweer een halve eeuw geleden dat de Waalhaven in gebruik genomen werd door de Onderzeedienst. 1946....De Onderzeedienst kwam vanuit Dundee naar Rotterdam. In januari van dat jaar kwamen eerst de nodige kwartiermakers en in dezelfde tijd werden aan die bewuste overkant de barakken hersteld. Wat eerst de barakken van de bezetters waren, werd later gebruikt door de Engelse bevrijders en toen die vertrokken, werden de barakken door de buurtbewoners grondig geplunderd. De rijksgebouwendienst had haar handen vol om er weer iets bruikbaars van te maken. De bunker was een overblijfsel van de Duitse bezetter, die er een z.g. schnellboot basis in had ondergebracht.
Rotterdammer: Iedereen die van buiten Rotterdam kwam herinnert zich het station. Eerst heette het D.P. wat Delftse Poort betekende, later werd het C.S.: Centraal Station. Als je ervoor stond, met je rug naar het station, was de halte van tramlijn 2 aan de rechterkant. Lijn 2 bracht je via de Maasbrug en Koningsbrug naar Rotterdam Zuid en via de Oranjeboomstraat, Putselaan, Brielselaan naar Charlois, vanwaar je de Waalhaven opliep. Dat is voor een Rotterdammer ‘naar de overkant gaan’. Katendrecht: Het uitgaansleven was, zeker voor die tijd, grand ioos te noemen. Wie heeft niet één van de vele, teveel om op te noemen, café's bezocht in de bekende uitgaansstraten zoals: de Beierlandselaan, Kruiskade en Hudson-straat. Niet te vergeten de ‘Kaap’ met het Deliplein en de Atjehstraat. Rechts van Katendrecht lag de Wilhelmina-pier. Verschillende van ons zullen zich deze pier nog herinneren, het was het vertrekpunt naar de
—8—
Verenigde Staten waar Hr. Ms. Walrus en Zeeleeuw werden opgehaald. Daarvoor gingen we naar de andere kant, dus ‘overkant’. Salonboot: Het is wel veranderd in Rotterdam. Dit hadden wij de ‘Waalhavengangers’ van toen willen laten zien. Wij, dat zijn dhr. J. van Nie uwenhuizen en ondergetekende. Wij hadden in begin 1995 het idee om een reünie te houden. Met een salonboot Prins Bernhard bezoekt de Waalhaven door de haven, langs allerlei lokaties bij varen en al die herinneringen ophalen: de vroede RDM als bij Wilton Feyenoord een afdeling gere Onderzeedienst, ‘Nieuwbouw de RDM, het vroegere HAL gebouw (het veronderzeeboten’. Aan de Baan was tijdens trekpunt toen we naar de e mobilisatie een depôt ingericht voor uitgave USA gingen) en de nieuwe bruggen. Alles gaat uniformen nu over de Erasmusbrug naar Rotterdam Zuid, aan personeel dat moest opkomen. maar ook de metro en tramlijn 20 brengen je naar de kop van zuid. Nieuwe wegen leiden Reünie: Dit en nog veel meer naar en van het centrum. hadden wij jullie willen laten zien, met als motWaar vroeger het Marine depôt was in het geto: ‘De bouw ‘Japan’ aan de Onderzeedienst Waalhaven, 50 jaar nadien’. Rijnhaven, staan nu prachtige huizen en kantoOp verzoek ren. van dhr. van Nieuwenhuizen heb ik het toenmalige bestuur hiervan op Nieuwbouw Onderzeeboten: Slechts weinide hoogte gesteld. Wij stelden ons beschikbaar gen weten dat er nog meer in om vanuit het gebruik was door de Koninklijke Marine. Rotterdamse hand en span diensten te verric hNaast het pand ‘Japan’ ten. Omdat ikzelf waren er: Westplein 2, het aanmeld ingscentrum wegens een ziekte/ongeval was uitgevallen, is tevens het niet opgepakt. hoofdkwartier van het Korps Mariniers, aan de Jammer, het had een reünie moeten worden die Coolhaven, onder de Pieter de het Rotterdam van nu Hooghbrug, was de centrale bottelarij aan de had getoond. Schravendijkwal was een afdeling speciale dienst, waarbij de sociaal Nasihap: Tot voor het werkster was ongeval hadden mijn vrouw en ik het genoeondergebracht, op de Heyplaat, tussen pier gen het voorzitterschap 7 en 8 bevond zich de degaussing, een post van de Marineclub Rotterdam te bekleden. Elke waar schepen eerste werden gedemagnetiseerd, tevens was er zowel vrijdag van de maand kwamen we bij elkaar op
—9—
De datum zal niet iedereen bij de Onderzeedienst gelijk doen opwippen van zijn stoel. Misschien dat bij het horen van het jaartal bij de meesten een lampje gaat branden. Want 21 december 1996 was het precies negentig jaar geleden dat de eerste onderzeeboot bij de Koninklijke Marine te water werd gelaten. Met de Hr. Ms. O1, een simpele aanduiding voor de eerste onderzeese torpedoboot, was het ontstaan van de Onderzeedienst een
De tweede Dolfijn (te water in ‘59 en afge`voerd in ‘85), rijp voor de sloop De eerste Dolfijn (te water in ‘42 en afgevoerd in ‘50).
Grondlegger Onderzeedienst De eerste Onderzeese torpedoboot werd door de Koninklijke Maatschappij De Schelde gebouwd en heette voor de indienststelling bij de koninklijke marine nog Luctor et Emergo. De onderzeeboot werd ingevaren door P. Koster, waarna jhr.G. Schorer als eerste het commando op Hr. Ms. O1 overnam. Schorer is de grondlegger van de Onderzeedienst geweest. Gedurende de 25 jaar dat hij voor de Onderzeedienst heeft gewerkt, heeft hij op de ontwikkeling van de dienst zijn stempel gedrukt. Destijds heeft hij de lange en harde strijd om het bestaansrecht van de onderzeeboot oorlogswapen te bewijzen gewonnen. In de periode van 1916 tot 1946 heeft de Onderzeedienst een basis in NederlandsIndië gehad. Gedurende de Tweede Wereldoorlog hebben de Nederlandse onderzeeboten voornamelijk onder Brits Operationeel bevel gevaren. Zeven van de toen omstreeks twintig onderzeeërs zijn destijds verloren gegaan. In 1946 is de Onderzeedienst naar Rotterdam gekomen om in september 1961 te verhuizen naar Den Helder.
egentig jaar Onderzeedienst. Geen reden voor 'n uitbundig feest. Over tien jaar weer, wanneer het eeuwfeest van de dienst wordt gevierd. Er wordt helemaal niet stilgestaan bij het jaarfeest. Zo vlak voor de feestdagen en het kerstverlof van de marine, wordt dat een beetje lastig. Vandaar dat het al jaren gebruikelijk is om alleen het ontstaan van de Onderzeedienst te herdenken. Negentig jaar Onderzeedienst wordt derhalve gevierd op 19 en 20 juni. Met een reünie voor oudgedienden en een besloten viering voor genodigden en het zittend personeel. „Het wordt geen knalfeest”, weet Gideon van Beek, sinds juli commandant van de Onderzeedienst. „Dat bewaren we voor het honderdjarig bestaan.” r. Ms. O1 was het begin van de Onderzeedienst. Het torretje van deze eerste Nederlandse Onderzeeboot is bewaard gebleven en heeft een plekke gevo nden voor het gebouw van de Onderzeedienst op het Nieuwe Haven terrein. De O1 was gebaseerd op een Amerikaans ontwerp, van de hand van ene meneer Holland. Een bootje van twintig meter lang, met plek voor zo'n tien bema nningsleden. Kosten 430.000 gulden. Een flink bedrag voor die tijd. Maar de eerste onderzeeboten zijn niet te vergelijken met de
—10—
huidige klasse: zeventig meter lang, plek voor ruim vijftig bemanningsleden met een prijskaartje van 500 miljoen gulden. l mag het uiterlijk van de onderzeeboten ve randerd zijn, het principe van de dieselelectrische voortstuwing is al die jaren gelijk gebleven. Toch zijn op dat gebied volop nieuwe ontwikkelingen gaande. Onderzeeboten die voor hun voortstuwing niet afhankelijk zijn van de buitenlucht en derhalve niet naar de zeespiegel hoeven om zuurstof ‘op te snuiven’. Door simpel gezegd zuurstof op te slaan in de onderzeeboot zelf, kan langdurig diep onderwater worden gevaren waardoor de kans ontdekt te worden, wordt verkleind. n het niet ontdekt worden is juist de kracht van een onderzeeboot. „De oren van de vloot” noemt Van Beek de onderzeeërs. Ondanks alle radar en sonarapparatuur aan boord van ‘bovenwaterschepen’ blijft het moeilijk een onderzeeboot onder water op te sporen. „Dat lukt alleen door een andere onderzeeër of als er te veel herrie wordt gemaakt.”
et zou volgens Van Beek in de toekomst heel goed mogelijk zijn dat de vier huidige, Nederlandse onderzeeboten deels worden uitgerust met een buitenlucht ona fhankelijke installatie. et kan niet ontkend worden. Rond de onderzeeboten van welk jaar of type dan ook, hangt iets van geheimzinnigheid. Met een kleine club mensen diep onder water doorbrengen, dat schept een bepaalde band. Een hechte reünistenvereniging met zo'n vijfhonderd leden is daar het levende bewijs van. „Je moet onder moeilijke omstandigheden samen werken. De saamhorigheid onderscheidt zich sterk”, vindt Van Beek. „Iedereen is verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord, is op elkaar aangewezen. De een kan niet zonder de ander. We zijn een aparte dienst. Loyaal, trots op datgene waar we mee bezig zijn.” Deze mentaliteit is door de jaren heen niet veranderd. „Dat zie je wereldwijd. Mensen van de Onderzeedienst spreken dezelfde taal, weten waar je over praat.” (Bron: Helderse Courant van 20 december 1996)
van de
Koninklijke Marine van schepen waarop u ooit heeft gevaren en walplaatsingen alwaar u ooit heeft gediend Van verleden tot heden
f. 47,50 PER STUK F.E. SPRENGER tel. 0223-632671
—11—
Noordwijk 19 dec ‘96 Aan Redactie KVO Gezien ‘driemaal naar de haaien’ in KVO nr. 58, wil ik nog opmerken dat ik op de noodlottige dag als oudste off. van de ‘O-9’ in de formatie voor de ‘O-11’ varend en aanwezig op de brug de gevaarlijke en van weinig zeemanschap getuigende manoeuvre van de Amsterdam zag aankomen. De sleepboot trachtte namelijk met uitgaand tij in het Marsdiep het Nieuwediep vanaf het westen binnen te varen i.p.v. bovenstrooms de ingang te nemen. Hij trachtte nog de fout te corrigeren, maar dat was onmogelijk. Ik vernam direct na het ongeluk dat LTZ 3 Steinmetz en OMSD 3 Gestel zich door de toren in de centrale lieten vallen en onmiddellijk de waterdichte deur naar het VBC en de schotkleppen van de ventilatie sloten. Volle lof daarvoor ! Zodra de boot op het Kuitje droogstond ging ik met enige collega’s aan boord kijken, wel geïntimideerd door de sterke chloorlucht van de batterij. R.W. van Lynden
Oegstgeest jan ‘97 Aan de Redactie KVO Ruim een jaar geleden is bij Malakka in de Zuid Chinese Zee de ‘ O-16’ teruggevonden, die op 15 december 1941 op een Japanse mijn is gelopen (die nog voor het uitbreken van de Pacific oorlog door de Japanse Marine is gelegd). Omdat er sindsdien vele onjuiste berichten over de ‘O-16’, ook in de buitenlandse literatuur (Prof. S. E. Morison) zijn verschenen en vele nieuwe feiten naar boven zijn gekomen, is besloten een boek over de ‘O-16’ te publiceren. Ook aan de ‘K-XVII’ die eveneens het slachtoffer is geworden van onjuiste berichtgeving en eveneens zijn einde heeft gevonden in hetzelfde mijnenveld, zal aandacht worden besteed. Bij de voorbereiding van het boek is gebleken dat de ‘O-16’ de eerste operationele onderzeeboot ter wereld was die was uitgerust met een snuiver (snorkel). Deze snuiver moet zijn aangebracht vlak voordat de ‘O-16’ naar het voormalige Nederlands-Indië vertrok in april 1939. Een foto van de ‘O-16’ met snuiver is echter, voor zover mij bekend, niet beschikbaar bij de Marine. In Indië werden de onderzeeboten zwart geschilderd, zodat, mocht er nog een foto beschikbaar zijn deze de ‘O-16’ in zwart zal weergeven. Indien iemand nog de beschikking heeft over een foto van de ‘O-16’ met snuiver wordt hem verzocht kontakt op te nemen met een zoon van de commandant van de ‘O-16’, een van de schrijvers van het boek.
Rectificatie KVO Nr. 58 Op blz 5 is een foutje geslopen in de wapenspreuk van de OZD, deze moet natuurlijk zijn QUAMVIS PATIENS ACRIS (in plaats van quamvis patience acris). Op blz 13 is het bankrekening nummer van de Hr. Falkmann niet goed afgedrukt. Zij die videobanden willen bestellen dienen de kosten over te maken naar rekening nummer 84.09.19.514. —12—