Les Siècles 19 APR. 16. music. Amandine Beyer leiding en viool direction et violon Grote Zaal Henry Le Bœuf Grande Salle Henry Le Bœuf

centre for fine arts brussels

Les Siècles music

19 APR. ’16 Amandine Beyer leiding en viool · direction et violon Grote Zaal Henry Le Bœuf · Grande Salle Henry Le Bœuf

Paleis voor Schone Kunsten Brussel Palais des Beaux-Arts Bruxelles

„Worin aber besteht der gute Vortrag? In nichts anderem als der Fertigkeit, musikalische Gedancken nach ihrem wahren Inhalte und Affect singend oder spielend dem Gehöre empfindlich zu machen.“ “Waarin bestaat een goede uitvoering? In niets anders dan de vaardigheid om zingend of spelend het gehoor gevoelig te maken voor muzikale gedachten, naar hun ware inhoud en affect.” « En quoi consiste une bonne exécution ? En rien d’autre que cette faculté, que ce soit en chantant ou en jouant, de rendre l’oreille sensible à des pensées musicales, selon leur véritable contenu et affect. » Carl Philipp Emanuel Bach

Programma · Programme, p. 2 Toelichting, p. 4 Clé d’écoute, p. 8 Biografieën · Biographies, p. 12 The Space between the Notes, p. 15 1

Les Siècles Amandine Beyer, leiding en viool · direction et violon

Juan Marcolini 1760-70

bloeitijd · floraison

Ouverture uit · de La dicha en la desgracia y vida campestre

Carl Philipp Emanuel Bach 1714-1788

Sinfonia, in e · en mi mineur, Wq. 178 (1756) —— Allegro assai —— Andante moderato —— Allegro

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791

Concerto voor viool nr. 1 in Bes · Concerto pour violon n° 1 en si bémol majeur, KV 207 (1773) —— Allegro moderato —— Adagio —— Presto

pauze · pause Johann Adolf Hasse 1699-1783

Sinfonia a quattro, in g · en sol mineur, op. 5/6 —— Allegro —— Andante sempre —— Allegro

2

Niccolò Jommelli 1714-1774 Periodical Overture

Carl Philipp Emanuel Bach

Concerto voor fluit/klavecimbel, in d · Concerto pour flûte/ clavecin en ré mineur, Wq. 22 (1747) (arr. voor viool · pour violon: Olivier Fourés) —— Allegro —— Un poco andante —— Allegro di molto 21:45 Einde van het concert · Fin du concert

Les Siècles Hoofdsponsor · Mécène principal: Mécénat Musical Société Générale Gecontracteerd door · Conventionné par: Ministère de la Culture et de la Communication et la DRAC Picardie Steun · Soutien: Conseil Départemental de l’Aisne Département des Hauts-de-Seine Ville de Nanterre Artiest in residentie · Artiste en résidence: Théâtre-Sénart Geassocieerd artiest · Artiste associé: Théâtre de Nîmes, Festival Les Musicales de Normandie, Festival Berlioz (La Côte Saint-André) Ondersteund door · Soutenu par: ART MENTOR FOUNDATION, Palazzetto Bru Zane Centre de musique romantique française, Echanges et Bibliothèques 

Rechtstreekse uitzending · Diffusion en direct Concert Classicarte Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel je gsm of elektronisch uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en opnames te maken. Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones portables, montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer et enregistrer.

3

toelichting

Preklassieke meesterwerken Tussen circa 1720 en 1780, de overgangstijd tussen de barok en de classicistische periode, vonden enkele belangrijke muzikale ontwikkelingen plaats. Men heeft het over de galante stijl of de preklassieke stijl, gekenmerkt door een terugkeer naar eenvoud, naar een directe aantrekkingskracht, weg van de complexiteit van de late barok. Deze stijl onderscheidt zich onder meer door eenvoudigere, zangerige melodieën, korte, zich herhalende zinnen en een beperktere harmonische muziektaal. In Duitsland spreekt men eerder van de empfindsamer Stil (gevoelige stijl), waarin de componist ernaar streeft om persoonlijke gevoelens en emoties uit te drukken door het gebruik van onder meer plotse contrasten in dynamiek en tempo, en overwachte accenten. Violiste Amandine Beyer heeft samen met Les Siècles een briljant programma uitgewerkt dat enkele meesterwerken uit deze preklassieke periode belicht, waarin de invloed van de Italiaanse stijl op de Duitse muziek duidelijk wordt.

Juan Marcolini Ouverture uit La dicha en la desgracia y vida campestre Er is bijna niets bekend over de 18e-eeuwse Spaanse componist Juan Marcolini. Zijn La dicha en la desgracia y vida campestre (Geluk bij tegenslag en plattelandsleven) is een zarzuela, zoals de Spaanse operavorm wordt genoemd.

4

Het werk vormt een interessante getuigenis van de heropleving van het genre in de laatste dertig jaar van de 18e eeuw, die te danken is aan de Spaanse dramaturg en dichter Juan Ramón de la Cruz. In zijn zarzuela verbindt Marcolini elementen uit de Italiaanse opera buffa met traditionele Spaanse klanken. In de kleurrijke en pittige ouverture tot het stuk worden de fluiten, hobo’s en hoorns extra in de verf gezet.

Carl Philipp Emanuel Bach Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) was de tweede in leven gebleven zoon van Johann Sebastian. Op zijn negende was hij leerling aan de Thomasschule in Leipzig, waar zijn vader de functie van Kantor bekleedde. Carl Philipp bleek al snel een talentvolle en actieve klavierspeler en componist te zijn. In 1738 werd hij klavecinist aan het Berlijnse hof van de muziekminnende koning Frederik II van Pruisen, die zelf een verdienstelijke dwarsfluitist en componist was. C.Ph.E. Bach zou deze functie bijna dertig jaar lang uitoefenen, tot in 1767. Toen volgde hij Telemann op als directeur van de kerkmuziek in Hamburg. Behalve als componist en uitvoerder genoot C.Ph.E. Bach een grote reputatie vanwege zijn muziekpedagogische geschrift Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen (Essay over de juiste manier om op het klavier te spelen). Hij voer uit

tegen gepolijste muziekuitvoeringen waarin elke emotie ontbrak, tegen muziek “die ons versteld doet staan door haar kundigheid zonder ooit een gevoelige snaar te raken”. Bach streefde er daarentegen naar om het zangerige naast het dramatische te plaatsen. Sinfonia in e, Wq. 178 Adolf Hasse, van wie verder in dit programma een werk wordt gespeeld, vond dat de Symfonie in e, Wq. 178 van C.Ph.E. Bach de beste was die hij ooit had gehoord. Ze dateert uit 1756 en is de enige Berlijnse symfonie die tijdens Bachs leven in druk ging. Vanaf het begin van de symfonie worden alle muzikale krachten ingezet voor een energieke, grootschalige uitwerking. Kleine cantabile inlassingen vormen, zoals zo vaak in Bachs snelle delen, korte momenten van bezinning. De componist trakteert ons ook op ‘verrassingen’. Dit ligt in de lijn van wat de toenmalige Duits-Deense componist en muziekcriticus Johann Adolf Scheibe als volgt beschreef: “Des te meer handige en onverwachte invallen en ideeën worden aangebracht, des te levendiger en aangenamer een dergelijke symfonie wordt.” Het Andante moderato wordt volledig gedomineerd door de melodie, een wiegend en met trillers versierd lied. Wat het slot-Allegro betreft, dat klinkt dansant en onderhoudend en laat ons reeds na enkele maten kennismaken met een interessant effect: de melodische beweging vervliegt in een pianissimo-akkoord.

5

Concerto voor fluit/klavecimbel, in d, Wq. 22 (arr. voor viool: Olivier Fourés) Van C.Ph.E. Bach zijn vijf fluitconcerti bewaard, waaronder het Concerto in d, Wq. 22 dat vermoedelijk uit 1747 dateert. Sommige van deze werken herschreef hij voor andere instrumenten, een gangbare praktijk die ook zijn vader toepaste. Bij die transcripties paste C.Ph.E. Bach steeds de virtuoze passages aan in functie van het solo-instrument. Hij noteerde zelf in zijn partituren de articulaties en liet uitgebreide aanwijzingen inzake de uitvoering na in zijn Versuch (zie hierboven). Bij zijn transcriptie voor viool van het Concerto in d, Wq. 22 vertrok de Franse musicoloog Olivier Fourés van beide gekende versies van Bach zelf: de (originele) versie voor traverso en die voor klavecimbel. De nieuwe versie voor viool volgt eerder die voor klavecimbel, die in de solopassages meer is uitgewerkt. Maar waar de passages duidelijk voor een klavierinstrument zijn bestemd, wordt de versie voor fluit gevolgd. Meerdere secties, met name die met arpeggio’s, werden aan de techniek van de viool aangepast, hetzij om de muziek beweeglijker te maken, hetzij om de mogelijkheden van het instrument in de verf te zetten.

Wolfgang Amadeus Mozart

Johann Adolf Hasse

Concerto voor viool nr. 1 in Bes, KV 207

De Duitse componist Johann Adolf Hasse (1699-1783) was vanaf de jaren 1730 de belangrijkste vertegenwoordiger van de Italiaanse opera: hij schreef er tweeënzestig! Hij werd geboren in Hamburg en studeerde bij Nicola Porpora en Alessandro Scarlatti. Hij werkte met de beroemde dichter en librettist Metastasio en huwde met de mezzo Faustina Bordoni, een van de beste zangers van haar tijd. In 1731 werd hij Kapellmeister aan het hof van Dresden, wat niet belet dat het koppel bleef reizen, voornamelijk naar Venetië en Wenen, waar de twee nieuwe opera’s voorstelden. Ze traden ook op voor Frederik de Grote in Berlijn. In 1773 trokken ze zich terug in Venetië, gebukt onder financiële moeilijkheden en al enigszins in de vergetelheid geraakt. Over deze Sinfonia op. 5/6 uit 1744 zegt Amandine Beyer zelf: “Ik heb dit stuk speciaal uitgekozen omdat het om een levendige compositie gaat die het orkest goed tot zijn recht laat komen. Hasse draagt het duidelijk op aan Venetië, en je herkent er makkelijk Vivaldi of Albinoni in. Zowel qua vorm als omvang klinkt het stuk preklassiek. Het lijkt me de perfecte illustratie van de stilistische ommezwaai die de muziek rond de helft van de 18e eeuw kenmerkt.”

Mozart was nog heel jong wanneer hij zijn vijf concerti voor viool schreef: ze dateren alle vijf van vóór december 1775. De werken zijn in de galante stijl gecomponeerd, die toen in zwang was. Ze geven blijk van een helderheid en een gemakkelijkheid die in contrast staan met de durf en de complexiteit die al heel vroeg Mozarts pianoconcerti kenmerken. De componist zou trouwens later geen vioolconcerti meer schrijven maar zich toeleggen op onder meer het pianoconcerto. Op de autograaf van het Concerto KV 207 staat de datum van 14 april 1775, maar wellicht verwijst deze naar het moment waarop enkele veranderingen werden aangebracht. De werkelijke compositiedatum zou 14 april 1773 zijn. Bijgevolg zou dit vioolconcerto het allereerste zijn van de componist, die toen zeventien jaar oud was. Hij zou het werk niet voor zichzelf maar voor Antonio Brunetti hebben geschreven, een violist uit Salzburg. In dit concerto komen de typische karakteristieken van de galante stijl aan bod: de thema’s zijn talrijk en ongekunsteld, en Mozart lijkt zich niet te bekommeren om de instrumentatie, wat niet betekent dat hij de rol van het orkest verwaarloost. De virtuositeit maakt plaats voor de zangerige kwaliteiten van de solopartij, waarbij Mozart zijn melodische vindingrijkheid duidelijk laat uitkomen.

6

Sinfonia a quattro, in g, op. 5/6

Niccolò Jommelli Periodical Overture De Italiaanse componist Niccolò Jommelli (1714-1774) studeerde in Napels, waar hij onder andere de invloed van Hasse onderging. Hij was achtereenvolgens actief in Venetie als maestro di cappella van het Ospedale degli Incurabili, en in Rome als maestro coadiutore bij de Pauselijke Kapel. In 1753 werd hij Ober-Kapellmeister van de Hertog van Württemberg in Stuttgart, waar het hoftheater bijzonder goed uitgebouwd was. Problemen met de hertog leidden ertoe dat hij uiteindelijk terugkeerde naar Napels. Net als Hasse was ook Jommelli een invloedrijke operacomponist. Metastasio bewonderde zijn welluidende en expressieve melodieën. Nieuw was vooral dat Jommelli opera’s schreef die ‘complete’ artistieke realisaties waren en niet enkel een voorwendsel om sterzangers aan ‘het woord’ te laten. Zijn Periodical Overture is een rariteit: Olivier Fourés denkt dat de Engelse titel een knipoog is naar de grote Händel, of een verkooptruc voor de Engelse markt...

7

clé d’écoute

CHEFS-D’ŒUVRE PRÉCLASSIQUES L’époque de transition entre le baroque et la période classique, entre 1720 environ et 1780, vit se produire certains développements musicaux importants. Ce « style galant » ou « style préclassique » est caractérisé par un retour à la simplicité, à une attraction directe, loin des complexités du baroque tardif. Il se distingue notamment par des mélodies plus simples, chantantes, des phrases courtes et répétitives et un langage harmonique plus limité. En Allemagne, on parle plutôt d’empfindsamer Stil (style sensible), avec lequel le compositeur cherche à exprimer des émotions et des sentiments personnels notamment par l’usage de brusques contrastes dynamiques et de tempos ainsi que par des accents inattendus. Aujourd’hui, l’ensemble Les Siècles retrouve la violoniste Amandine Beyer dans un programme qu’elle a conçu. Brillant, celui-ci fait la part belle à des chefs-d’œuvre préclassiques du XVIIIe siècle, illustrant bien l’influence du style italien sur la musique germanique.

JUAN MARCOLINI Ouverture de La dicha en la desgracia y vida campestre On ne sait presque rien du compositeur du XVIIIe siècle Juan Marcolini. La dicha en la desgracia y vida campestre (Le bonheur dans l’adversité et la vie rurale)

8

est une zarzuela, ainsi qu’on appelle la forme espagnole de l’opéra. L’œuvre constitue un témoignage intéressant de la renaissance du genre au cours des trente dernières années du XVIIIe siècle, due à l’auteur dramatique et poète espagnol Juan Ramón de la Cruz. Marcolini mêle ici des éléments de l’opera buffa italien et des sonorités espagnoles traditionnelles. Dans l’ouverture colorée et enlevée de la pièce, les flûtes, les hautbois et les cors viennent s’ajouter au tableau.

CARL PHILIPP EMANUEL BACH Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) est le deuxième fils resté en vie de Johann Sebastian. À 9 ans, il est élève à la Thomasschule de Leipzig, où son père occupe le poste de cantor. Il semble rapidement montrer des prédispositions pour le clavier et la composition. En 1738, il est claveciniste à la cour berlinoise du roi Frédéric II de Prusse, lui-même amoureux de musique, bon flûtiste et compositeur. Il exercera cette fonction durant près de trente ans, jusqu’en 1767. Il succédera alors à Telemann comme directeur de la musique d’église à Hambourg. Outre pour ses qualités de compositeur et d’interprète, Carl Philipp Emanuel Bach jouit d’une grande réputation grâce à son traité Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen (Essai sur la véritable manière de jouer des instruments à clavier).

Il s’y insurge contre les interprétations policées desquelles toute émotion est effacée, contre la musique « qui nous impressionne par son savoir-faire sans jamais toucher une corde sensible ». À l’inverse, Bach cherche à placer sur le même pied l’aspect chantant et l’aspect dramatique. Sinfonia en mi mineur, Wq. 178 Jamais Adolf Hasse, que nous entendrons également dans ce programme, n’avait entendu aussi bonne symphonie que la Symphonie en mi mineur, Wq. 178 de Carl Philipp Emanuel Bach. Datant de 1756, elle est la seule symphonie berlinoise à avoir été imprimée du vivant du compositeur. Dès le début de l’œuvre, toutes les forces musicales sont engagées dans une large élaboration énergique. De petites insertions cantabile, comme souvent dans les mouvements rapides de Carl Philipp Emanuel, forment de courts moments de réflexion. Le compositeur nous régale aussi de « surprises ». Ainsi que le décrit le compositeur et critique musical germano-danois Johann Adolf Scheibe : « Plus habiles et inattendues sont les idées, plus animée et charmante est la symphonie. » L’Andante moderato est totalement dominé par la mélodie, une berceuse agrémentée de trilles. L’Allegro final est dansant et amusant et, après quelques mesures seulement, il nous permet de faire l’expérience d’un effet intéressant : le mouvement mélodique s’évapore dans un accord pianissimo.

9

Concerto pour flûte/clavecin en ré mineur, Wq. 22 (arr. pour violon : Olivier Fourés) Cinq concertos pour flûte de Carl Philipp Emanuel Bach ont été conservés, parmi lesquels le Concerto en ré mineur, Wq. 22, qui date probablement de 1747. Le compositeur en a réécrit certains pour d’autres instruments, une pratique courante à l’époque dont son père était également familier. Carl Philipp Emanuel y adapte toujours les passages virtuoses en fonction de l’instrument soliste. Il note les articulations dans les partitions et son Versuch offre des instructions détaillées concernant l’interprétation (voyez ci-dessus). Dans sa transcription pour violon du Concerto en ré mineur, Wq. 22, le musicologue français Olivier Fourés s’est basé sur les deux versions connues de Bach lui-même : celle pour flûte traversière (originale) et celle pour clavecin. La nouvelle version pour violon suit plutôt la version pour clavecin, plus élaborée dans les solos, mais reprend celle pour flûte dans les passages trop clairement destinés au clavier. Plusieurs sections, notamment les sections d’arpèges, ont été adaptées à la technique du violon, soit pour les rendre plus agiles, soit pour mettre en valeur les possibilités de l’instrument.

JOHANN ADOLF HASSE

NICCOLÒ JOMMELLI

Sinfonia a quattro en sol mineur, op. 5/6

Periodical Overture

Dès les années 1730, le compositeur allemand Johann Adolf Hasse (16991783) s’impose comme le grand représentant de l’opéra italien : il en écrit 62 ! Il naît à Hambourg et étudie auprès de Nicola Porpora et Alessandro Scarlatti. Il travaille avec le célèbre poète et librettiste Metastasio et se marie à la mezzo Faustina Bordoni, l’une des plus grandes chanteuses de son époque. En 1731, il est nommé maître de chapelle à la cour de Dresde, ce qui n’empêche pas le couple de continuer à voyager, principalement à Venise et à Vienne, où ils proposent de nouveaux opéras. Ils jouent pour Frédéric le Grand à Berlin. En 1773, ils se retirent à Venise, accablés par des difficultés financières et déjà quelque peu tombés dans l’oubli. Voici ce qu’Amandine Beyer dit au sujet de la Sinfonia, op. 5/6 (1744) : « J’ai expressément choisi cette pièce car c’est une composition mouvementée qui met bien en valeur l’orchestre. Hasse la dédie clairement à Venise et on y reconnaît facilement Vivaldi ou Albinoni. Elle développe à la fois une forme et une envergure déjà préclassiques qui me semblent parfaitement illustrer le basculement stylistique qui s’opère en musique vers la moitié du XVIIIe siècle. »

Le compositeur italien Niccolò Jommelli (1714-1774) étudie à Naples, où il est notamment influencé par Hasse. Il est successivement actif à Venise comme maestro di cappella de l’Ospedale degli Incurabili et à Rome comme maestro coadiutore à la chapelle papale. En 1753, il devient Ober-Kapellmeister du duc de Württemberg à Stuttgart, où le théâtre de cour est particulièrement développé. Des problèmes avec le duc le conduisent finalement à retourner à Naples. Tout comme Hasse, Jommelli est un compositeur d’opéra influent. Metastasio admire ses mélodies harmonieuses et expressives. Ce qui est nouveau chez Jommelli, c’est qu’il écrit des opéras qui sont des réalisations artistiques « complètes » et pas seulement un prétexte pour « laisser la parole » aux chanteurs vedettes. Sa Periodical Overture est une rareté : selon Olivier Fourés, le titre anglais est un clin d’œil au grand Händel ou une astuce marketing destinée au marché anglais…

10

11 © Oscar Vazquez

biografieën · biographies

Amandine Beyer leiding en viool · direction et violon NL Studeerde moderne viool aan het Conservatoire National Supérieur de Musique (Parijs) en vervolgens historische viool bij de barokvioliste Ch. Banchini aan de Schola Cantorum Basiliensis (Basel). Kwam in contact met grote figuren als H. Smith, Chr. Coin en J. Tubéry. Speelde als soliste op festivals en in concertzalen over de hele wereld. Is thans actief bij o.m. Les Cornets Noirs, in duo met P. Hantaï en K. Bezuidenhout, en bij Gli Incogniti en L. Beyer. Uitgebreide, bekroonde discografie, met o.m. Bachs Sonatas & Partitas, BWV 1001-1006 (Zig-Zag Territoires, 2011), de Vivaldi-cd’s Nuova Stagione (Zig-Zag Territoires, 2012) en Teatro alla Moda (Harmonia Mundi, 2015), allebei met Gli Incogniti. Onderwijst aan de Muziekhogeschool van Porto (ESMAE) en aan de Schola Cantorum Basiliensis, waar ze Chiara Banchini opvolgde. Geeft wereldwijd masterclasses.

FR A étudié le violon moderne au Conservatoire National Supérieur de Musique (Paris) puis le violon historique auprès de Ch. Banchini à la Schola Cantorum Basiliensis (Bâle). A été mise en contact avec des figures majeures comme H. Smith, Chr. Coin et J. Tubéry. Prestations comme soliste dans des festivals et des salles de concert du monde entier. Est à présent active auprès, notamment, des Cornets Noirs, en duo avec P. Hantaï et K. Bezuidenhout, et auprès de Gli Incogniti et de L. Beyer. Vaste discographie couronnée, dont les Sonatas & Partitas, BWV 1001-1006 de Bach (Zig-Zag Territoires, 2011), le CD consacré à Vivaldi Nuova Stagione (Zig-Zag Territoires, 2012) et Teatro alla Moda (Harmonia Mundi, 2015), tous deux avec Gli Incogniti. Enseigne à la Haute école de musique de Porto (ESMAE) et à la Schola Cantorum Basiliensis, où elle a succédé à Chiara Banchini. Anime des master classes à travers le monde.

Les Siècles NL Frans ensemble, in 2003 opgericht door François-Xavier Roth, dat contrastrijke muziekprogramma’s vertolkt op zowel moderne als historische instrumenten. In residentie bij de Cité de la Musique in Soissons (Departement van de Aisne). Treedt vaak op in Parijs (Philharmonie de Paris, Opéra-Comique), Nîmes, Caen, Royaumont, Aix-en-Provence, Metz, en

12

op internationale podia in Londen (BBC Proms, Royal Festival Hall), Amsterdam (Concertgebouw), Berlijn, Brussel, Keulen, Luxemburg, Tokyo... Uitgebreide, bekroonde discografie. Recente uitgaven op het label van het ensemble, Les Siècles Live: Debussy. La mer: Suite d’orchestre (2013), Stravinsky. Le sacre du printemps - Pétrouchka (2014) en de cd France-Espagne, met werk van

Chabrier, Ravel, Massenet en Debussy (2015, Choc de Classica). Is ook op pedagogisch vlak actief, in scholen, ziekenhuizen en gevangenissen. FR Ensemble français, créé en 2003 par François-Xavier Roth, interprétant des répertoires contrastés sur des instruments modernes ou historiques. En résidence à la Cité de la Musique de Soissons (Département de l’Aisne). Se produit régulièrement à Paris (Philharmonie de Paris, OpéraComique), Nîmes, Caen, Royaumont, Aix-en-Provence, Metz, et sur les scènes internationales de Londres

eerste viool · premier violon François-Marie Drieux Amaryllis Billet Ian Orawiec Jérôme Mathieu Laetitia Ringeval Matilde Pais Charles Quentin de Gromard tweede viool · second violon Martial Gauthier Julie Friez Caroline Florenville Matthieu Kasolter Rachel Rowntree Catherine Jacquet altviool · alto Sébastien Levy Vincent Debruyne Lucie Uzzeni Carole Dauphin Catherine Demonchy

(BBC Proms, Royal Festival Hall), Amsterdam (Concertgebouw), Berlin, Bruxelles, Cologne, Luxembourg, Tokyo... Discographie abondante et souvent récompensée. Parutions récentes sur le label de l’ensemble Les Siècles Live : Debussy. La mer : Suite d’orchestre (2013), Stravinsky. Le sacre du printemps - Pétrouchka (2014) et le CD France-Espagne, réunissant des œuvres de Chabrier, Ravel, Massenet et Debussy (2015, Choc de Classica). Propose régulièrement des actions pédagogiques dans les écoles, les hôpitaux ou encore les prisons.

cello · violoncelle Robin Michael Emilie Wallyn Jennifer Hardy Guillaume François contrabas · contrebasse Damien Guffroy Marion Mallevaes fluit · flûte Marion Ralincourt Gionata Sgambaro hobo · hautbois Hélène Mourot Stéphane Morvan fagot · basson Antoine Pecqueur hoorn · cor Matthieu Siegrist Pierre Rougerie klavecimbel · clavecin Meisel Marc

13

the space between the notes Schrijvers over muziek De la musique et des mots

Nathalie Skowronek Elisabeth Leonskaja BOZAR vroeg 10 auteurs een tekst te schrijven over een concert dat dit seizoen in het Paleis voor Schone Kunsten plaatsvindt. De literaire hommages aan hun favoriete componisten en muzikanten zijn elke maand te lezen in de concertprogrammaboekjes. De teksten worden ook gebundeld in een aparte publicatie: The Space between the Notes. Nathalie Skowronek schreef over Elisabeth Leonskaja naar aanleiding van een concert van de muzikante op 22 april 2016. BOZAR a demandé à 10 écrivains de rédiger un texte sur un concert organisé durant cette saison au Palais des Beaux-Arts. Chaque mois, vous découvrez dans nos programmes l’hommage que chacun rend à son compositeur et musicien préféré. Ces textes font également l’objet du recueil The Space between the Notes. Nathalie Skowronek partage sa passion pour Elisabeth Leonskaja à l’occasion du concert de la musicienne le 22 avril 2016.

15

Mijn Poolse levens Ik hoef de naam ‘Elisabeth Leonskaja’ maar op het programmaboekje van een concert, op een cd-hoesje of in een krantenartikel te zien staan en het is alsof ik een wachtwoord krijg. Ik lees haar naam, Elisabeth Leonskaja, als een fotografisch beeld, zoals we vroeger onze eerste woordjes leerden te ontcijferen: een kluwen letters in zijn geheel, we gaan niet in op de afzonderlijke lettergrepen, en meteen rijst een hele wereld op, met zijn eigen beelden en de bonte herinneringen die ze opwekken. Ik lees Elisabeth Leonskaja en op slag komen ze aan de oppervlakte, als ontsnapt uit de buik van de piano, als waterdamp, gaswasems, de vele uren waarop ik, hoofdtelefoon om de oren, telkens opnieuw de integrale uitvoering van de Nocturnes van Chopin beluisterde. Dubbelalbum, lichte cover, een gezicht in potlood, misschien een sanguine, en in het klein, haar naam, de naam van de pianiste. Is zij het, Elisabeth Leonskaja die me, met haar hand in de mijne verstrengeld, naar Chopin en zijn Nocturnes leidt, of komt Chopin zelf me halen en herinnert hij me eraan dat ik de Poolse ziel, de onbekende, lyrische, gekwelde, duistere en broze ziel waarmee ik geen enkele voeling zou hebben, niet mag vergeten: zij is de ander, zij is het gevaar, zij is het die met een vinger over haar keel strijkt om de slachtoffers, die nog geen weet hebben van het nakende onheil, te beduiden dat ze zullen sterven; zij is het die toekijkt, toeschouwster gevangen in het verschrikkelijke schouwspel van al die in treinen opeengepakte mannen, vrouwen en kinderen die worden gebracht naar waar? Naar Polen, alweer, vervloekt en verdoemd, laatste

16

halte voor de finale uitstrooiing, in rook opgaan, vreselijke uitdrukking, om kort te gaan – niets aan te doen, je schippert niet met je verleden, te diepe wonden, onverzoenbare herinneringen – die ziel dus waarmee ik niets te maken zou hebben. Maar Chopin nu. En toch, ja. Ik voel me diep geroerd door deze banneling uit een smartelijk vaderland. Hij spreekt tot me in een taal die niet de mijne is, ik van wie de voorouders huilden en lachten in het Jiddisch van de sjtetls, een vreemde taal, beïnvloed door Poolse melodieën en Slavische nostalgie, gebracht in kerken en toegejuicht in salons, en toch fluistert zijn taal me een lied toe dat me volledig vertrouwd in de oren klinkt. Iets van mezelf, iets van de mijnen, wat men er ook over zegt, wat ik er ook over denk, komt daarvandaan. Zoals mijn hoge jukbeenderen of de duidelijk Slavische klank van mijn naam. Eigenschappen die me soms dwingen de puntjes op de i te zetten: nee, nee, vergis je niet, zij zijn zij, ik ben ik. Maar wie vergist zich hier? De muziek heel zeker niet. Op zijn twintigste verliet Chopin Warschau voor altijd. Een definitief vaarwel, geen terugkeer, behalve dat hij zijn zus Ludwika bij wijze van laatste wil vroeg om zijn hart, het orgaan in de letterlijke betekenis van het woord, post mortem de reis in omgekeerde richting te laten maken. Met andere woorden, dat hier zijn lichaam rust en dat ginds zijn ziel brandt, een symbolische weergave van de vele ondergrondse vertakkingen van onze geesteswereld. Vertaald uit het Frans door Katelijne De Vuyst

Mes vies polonaises C’est comme si la seule lecture de son nom, Elisabeth Leonskaja, aperçu sur un programme de concert, une couverture de CD, un article de journal, faisait office de mot de passe. Je lis son nom, Elisabeth Leonskaja, lecture photographique comme jadis on apprenait à déchiffrer nos premiers mots : une grappe de lettres dans son entièreté, on n’entre pas dans le détail des syllabes, et c’est un monde qui apparaît, avec ses propres images et son lot désorganisé de souvenirs. Je lis Elisabeth Leonskaja et remontent à la surface, comme échappées du ventre du piano, vapeur d’eau, effluves de gaz, les heures passées à écouter en boucle, un casque sur la tête, l’intégrale des Nocturnes de Chopin. Double boîtier, couverture claire, un visage au crayon, peut-être une sanguine, et en plus petit, son nom à elle, le nom de la pianiste. Est-ce elle, Elisabeth Leonskaja, sa main nouée dans la mienne, qui m’emmène vers Chopin et ses Nocturnes, ou Chopin lui-même qui vient me chercher et me rappelle que l’âme polonaise, cette inconnue, lyrique, tourmentée, sombre et fragile, celle avec laquelle je serais supposée n’avoir aucune affinité, ne pas oublier : elle est l’autre, elle est le danger, elle est celle qui, un doigt au travers de la gorge pour signifier la mort à ceux qui n’ont pas encore compris le martyre à venir, regarde, spectatrice prise au piège d’un spectacle terrible, ces hommes, ces femmes, ces enfants entassés dans des trains, qui les emmènent où ? En Pologne, encore, maudite pour maudite, dernière halte avant la dispersion finale, partir en fumée, expression épouvantable, donc cette âme avec

17

laquelle, rien à faire, on ne transige pas avec son histoire, blessures trop profondes, mémoires inconciliables, je n’aurais rien à voir. Or, Chopin. Et pourtant, si. Il me touche au cœur, cet exilé à la patrie douloureuse. Il me parle une langue qui n’est pas la mienne, moi dont les ancêtres pleuraient et riaient dans le yiddish des shtetls, une langue étrange qui emprunte aux mélodies polonaises et à la nostalgie slave, elle se joue dans les églises, elle s’applaudit dans les salons, et pourtant sa langue me murmure à l’oreille un chant que je sais parfaitement familier. Quelque chose de moi, quelque chose des miens, quoi qu’on en dise, quoi que j’en pense, vient de là. Comme mes pommettes hautes ou la sonorité très identifiable de mon patronyme. Lesquels attributs m’obligent parfois à préciser : non, non, ne vous y trompez pas, eux c’est eux, moi c’est moi. Mais qui se trompe ? Sûrement pas la musique. Chopin quitte définitivement Varsovie à vingt ans. Adieu final, nul retour en arrière, si ce n’est qu’il demande à Ludwika, sa soeur, en guise de dernière volonté, que son coeur, l’organe, à prendre au sens littéral, fasse, post mortem, le voyage en sens inverse. Autrement dit, qu’ici repose le corps et que là-bas brûle l’âme, une façon symbolique de rendre compte des ramifications multiples et souterraines de nos imaginaires.

© GR/DR

Nathalie Skowronek is geboren in 1973 in Brussel. Ze heeft twee romans gepubliceerd, Karen et moi in 2011 en Max, en apparence in 2013. In 2015 verscheen het korte essay La Shoah de Monsieur Durand. Karen et moi gaat over de fascinatie van een vrouw voor de Deense schrijfster Karen Blixen. Het boek maakte deel uit van de selectie van meerdere prijzen.

18

Nathalie Skowronek est née en 1973 à Bruxelles. Elle a publié deux romans aux éditions Arléa, Karen et moi en 2011 et Max, en apparence en 2013. Un bref essai, La Shoah de Monsieur Durand, est paru en 2015 aux éditions Gallimard. Karen et moi raconte la fascination d’une femme pour l’écrivaine danoise Karen Blixen. Il a été sélectionné pour de nombreux prix.

centre for fine arts brussels In aller haast iets eten voor een concert hoeft niet meer. In de BOZARBRASSERIE kun je vanaf 18 uur rustig genieten van een verfijnde keuken en toch op tijd in de concertzaal aankomen. Plus besoin de manger en vitesse avant un concert. La BOZARBRASSERIE vous permet dès 18 h de goûter aux plaisirs d’une cuisine raffinée avant de vous rendre au spectacle en toute sérénité.

RESERVERING AANBEVOLEN RÉSERVATION SOUHAITÉE + 32 (0)2 503 00 00

Paleis voor schone Kunsten brussel Palais des beaux-arts bruxelles

Rue Ravensteinstraat 23 1000 Brussels +32 2 507 82 00 / bozar.be

© Blueclic.com/g.miclotte

Wij danken onze bozar PATRONS voor hun trouwe steun

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Geneviève Alsteens • Madame Marie-Louise Angenent • Monsieur et Madame Etienne d’Argembeau • Comte et Comtesse Christian d’Armand de Chateauvieux • Monsieur Laurent Arnauts • Duchesse d’Audiffret Pasquier • Monsieur et Madame Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt • Monsieur Erard de Becker • Monsieur et Madame Roger Begault • Madame Marie Bégault • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer Stefaan Bettens • De Heer en Mevrouw Carl Bevernage • Madame Bia • Mevrouw Liliane Bienfet • Professor en Mevrouw Roger Blanpain • Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Bernard Boon Falleur • Monsieur Vincent Boone • Monsieur Thierry Bouckaert • De Heer Harry Boukes • Monsieur Olivier Bourgois et Madame Alice Goldet • De Heer en Mevrouw Alfons Brenninkmeijer • Ambassadeur Dr. Günther Burghardt en Mevrouw Rita BurghardtByl • Mevrouw Helena Bussers • Comte et Comtesse Buysse • Madame Marie Anne Carbonez • Baron Cardon de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel Carlier • Monsieur et Madame Hervé de Carmoy • Mevrouw Ingrid Ceusters-Luyten • Monsieur et Madame Jean-Charles Charki • Monsieur Robert Chatin • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur et Madame Christian Chéruy • Madame Marianne Claes • Monsieur Nicolas Clarembeaux • Monsieur Jim Cloos • Madame Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock de Rameyen • Comtesse Michel Cornet d’Elzius • Monsieur et Madame Patrice Crouan • De Heer Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Monsieur et Madame Bernard Darty • Vicomte Davignon • De Heer en Mevrouw Philippe De Baere • De Heer en Mevrouw Philippe Declercq • Monsieur Pascal De Graer • De heer en Mevrouw Bert De Graeve • Baron Andreas De Leenheer • Monsieur Michel Delloye • Monsieur Jean-Marie Delwart • Monsieur et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • Monsieur Laurent Desseille • Monsieur Eric Devos • Monsieur Régis D’Hondt • De Heer en Mevrouw Xavier D’Hulst-Struyven • Monsieur et Madame Thierry R. Dillard-Desjonquères • Monsieur Michel Doret • Monsieur Jean-Baptiste Douville de Franssu • M. Bruce Dresbach et Dr. Corinne Lewis • Monsieur Alain Dromer • De Heer en Mevrouw Bernard Dubois • Madame Sylvie Dubois • Monsieur et Madame Pierre Dumolard-Balthazard • Monsieur et Madame Paul Dupuy • Mr. Graham Edwards • Madame Jacques E. François • Madame Monique Fritz • Madame Sophie de Galbert • De heer en Mevrouw Marnix Galle Sioen • Madame Marie-Christine Gennart • Monsieur Oscar Geyer • Monsieur et Madame Léo Goldschmidt • Madame Sylvia Goldschmidt • De heer André Gordts • Comtesse Nadine le Grelle •Monsieur et Madame Pierre Guilbert • Madame Bernard Guttman • Monsieur et Madame Regnier Haegelsteen • Monsieur et Madame John van der Hagen • Monsieur Paul Haine • Monsieur et Madame Bernard Hanotiau • De Heer en Mevrouw Philippe Haspeslagh • Monsieur Thierry Hazevoets • De Heer en Mevrouw Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De Heer Xavier Hufkens • Madame Christine Huvelin • Mevrouw Bonno H. Hylkema • Monsieur Fernand Jacquet • Monsieur Maxime Jadot • Monsieur et Madame Jean-François Jans • Barones Janssen • Baron et Baronne Paul-Emmanuel Janssen • Monsieur et Madame Mathieu Janssens van der Maelen • Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen • De Heer en Mevrouw Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur Claude Kandiyoti • Madame Harold t’Kint de Roodenbeke • Monsieur Peter Klein et Madame Susanne Hinrichs • Dr. et Madame Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz • Madame JeanJacques Kreglinger • Monsieur et Madame Charles Kriwin • Madame Marleen Lammerant • Mademoiselle Alexandra et Monsieur Ludovic van Laethem • Mevrouw Hilde Laga • Monsieur et Madame Francis-Charles Lang • Monsieur et Madame Richard Laub • Madame Brigitte de Laubarede • Comte et Comtesse Yvan de Launoit • Chevalier et Madame Laurent Josi • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Laurent Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Monsieur Mark Le Jeune • Monsieur et Madame Gérald Leprince Jungbluth • Madame Dominique Leroy • De Heer en Mevrouw Thomas Leysen • De Heer en Mevrouw Paul Lievevrouw – Van der Wee • Madame

20

Nous remercions nos bozar PATRONS pour leur soutien précieux

Florence Lippens • Madame Daphné Lippitt • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur Manfred Loeb • Madame Marguerite de Longeville • Comte et Comtesse Jean-Baptiste de Looz-Corswarem • Monsieur et Madame Thierry Lorang • De Heer Peter Maenhout • Madame Oscar Mairlot • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën • Notaris Luc L. R. Marroyen • De Heer en Mevrouw Frederic Martens • Monsieur et Madame Yves-Loïc Martin • De Heer en Mevrouw Paul Maselis • Monsieur et Madame Dominique MathieuDefforey • Madame Luc Mikolajczak • De Heer en Mevrouw Frank Monstrey-Noé • Baron et Baronne Dominique Moorkens • Madame Jean Moureau-Stoclet • Madame Nelson • De Heer en Mevrouw Robert van Oordt • Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur Laurent Pampfer • Monsieur Jean-Philippe Parain • Comte et Comtesse Baudouin du Parc Locmaria • Madame Jessica Parser • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Olivier Périer • Monsieur Frédéric Peyré • Madame Florence Pierre • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Suzanne de Potter • Madame Marie-Neige Prignon • Monsieur et Madame André Querton • Madame Hermine Rédélé Siegrist • Madame Agnès Rein – Bollack • De Heer Hendrik Reychler • Madame Olivia Nicole Robinet-Mahé • De Heer en Mevrouw Anton van Rossum • Monsieur et Madame Bernard Ruiz Picasso • Monsieur et Madame Jean Russotto • Monsieur et Madame Dominique de Saint-Rapt • Monsieur et Madame Frederic Samama • Mevrouw Anne-Marie Saquet • Monsieur Jean-Pierre Schaeken-Willemaers • Monsieur Eric-Emmanuel Schmitt • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Madame Ingrid Schwaiger • Chevalier Alec de Selliers de Moranville • Chevalier Baudouin de Selliers de Moranville • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist Mendelssohn • Madame Valérie Siegrist du Couëdic • Monsieur Sergio Gondim Simao • Messieurs Bernard Slegten et Olivier Toegemann • Mr. & Mrs. Trevor Soames • Monsieur Patrick Solvay • Madame Mario Spandre • Monsieur Eric Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch • Monsieur Bernard Steyaert et Madame Wivine de Traux • De Heer en Mevrouw Jan Steyaert • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur et Madame Stoclet • Baron et Baronne Hugues van der Straten • Monsieur et Madame Julien Struyven • De Heer en Mevrouw Frank Sweerts • De Heer Coen Teulings • Monsieur Daniel Thierry • Monsieur Gilbert Tornel • Madame Astrid Ullens de Schooten • Madame Brigitte Ullens de Schooten • Monsieur Marc Urban • De Heer Marc Vandecandelaere • De heren Pascal van der Kelen en Patrick Haemelinck • Monsieur et Madame Bruno Vanderschelden • Mevrouw Greet Van de Velde • De heer Jan Van Doninck • Madame Nadine van Havre • Madame Lizzie Van Nieuwenhuyse • Mevrouw Ludo Van Thillo • De Heer Johan Van Wassenhove • Baron et Baronne de Vaucleroy • Baronne Velge • De Heer Eric Verbeeck • Monsieur et Madame Denis Vergé • Monsieur et Madame Bernard Vergnes • Monsieur et Madame Alexis Verougstraete • Mevrouw Eddy Vermeersch • De Heer en Mevrouw Axel Vervoordt • Monsieur Guy Vieillevigne • De Heer en Mevrouw Karel Vinck • Vrienden van het Zoute • Monsieur Alain Vulihman • Madame Gabriel Waucquez • Monsieur et Madame Peter Wilhelm • Monsieur et Madame Luc Willame • Monsieur Robert Willocx • Madame Véronique Wilmot • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters d’Oplinter • Baron Guy de Wouters d’Oplinter†• Mr. Johan Ysewyn & Ms Georgia Brooks • Zeno X Gallery – Antwerp • Monsieur et Madame Jacques Zucker •

corporate patrons ABN AMRO · Edmond de Rothschild (Europe) · Bird & Bird · BKCP · KBC Bank Nv · EDF Luminus · LHOIST · Linklaters · LOmbard oDier · NH HotelEs · Puilaetco dewaay private bankers s.a. · société fédérale de participations et d’investissements s.a. · Federale participatie en investeringsmaatschappij nv · Contact : 02 507 84 21 ou 02 507 84 01 - [email protected]

21

onze partners · nos partenaires · our partners

Overheidssteun · Soutien public · Public partners KONINKRIJK BELGIË Federale Overheidsdienst

Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

ROYAUME DE BELGIQUE Service public fédéral

Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement

Federale Regering · Gouvernement Fédéral Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleidscoördinatie · Services du Premier Ministre, Cellule de coordination générale de la politique · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Emploi, de l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de la Coopération au développement, de l’Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste · Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales · Diensten van de Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij · Services du Ministre du Budget, chargé de la Loterie nationale · Diensten van de Minister van Financiën · Services du Ministre des Finances Vlaamse Gemeenschap Kabinet van de Minister-president en Minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed · Kabinet van de Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Communauté Française Cabinet du Ministre-Président · Cabinet de la Vice-Présidente et Ministre de l’Education, de la Petite enfance, des Crèches et de la Culture · Cabinet du Ministre de l’Aide à la jeunesse, des Maisons de justice et de la Promotion de Bruxelles Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens Kabinett des Ministerpräsidenten Région Wallonne Cabinet du Ministre-Président Brussels Hoofdstedelijk Gewest · Région de Bruxelles-Capitale Kabinet van de Minister-President · Cabinet du Ministre-Président · Kabinet van de Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking · Cabinet du Ministre des Finances, du Budget, des Relations extérieures et de la Coopération au Développement Vlaamse Gemeenschapscommissie Commission Communautaire Française Stad Brussel · Ville de Bruxelles 22

Internationale partners · Partenaires internationaux · International partners European Concert Hall Organisation: Concertgebouw Amsterdam · Gesellschaft der Musikfreunde in Wien · Wiener Konzerthausgesellschaft · Cité de la Musique Paris · Barbican Centre London · Town Hall & Symphony Hall Birmingham · Kölner Philharmonie · The Athens Concert Hall Organization · Konserthuset Stockholm · Festspielhaus Baden-Baden · Théâtre des Champs-élysées Paris · Salle de concerts Grande-Duchesse Joséphine-Charlotte de Luxembourg · Paleis voor Schone Kunsten Brussel/Palais des Beaux-Arts de Bruxelles · The Sage Gateshead · Palace of Art Budapest · L’Auditori Barcelona · Elbphilharmonie Hamburg · Casa da Música Porto · Calouste Gulbenkian Foundation Lisboa · Palau de la Música Catalana Barcelona · Konzerthaus Dortmund

Institutionele partners · Partenaires institutionnels · Institutional partners

Structurele partners · Partenaires structurels · Structural partners

Media partners · Partenaires médias

Bevoorrechte partners · Partenaires privilégiés · Privileged partners BOZAR

EXPO PHOTO

Stichtingen · Foundations

Promotiepartners · Partenaires promotionnels

Officiële leveranciers · Fournisseurs officiels

23

MUSIC

Enthousiast over dit concert? Neem nu een abonnement ‘Klassieke orkesten’ (OR4) voor het seizoen 2016-2017. Vous avez aimé ce concert ? Commandez dès à présent votre abonnement « Orchestres classiques » (OR4) pour la saison 2016-2017.   10.10.2016   · HLB Academy of St Martin in the Fields Sir Neville Marriner, leiding · direction Kit Armstrong, piano Sergei Prokofiev, Symfonie · Symphonie Nr. 1, op. 25 “Klassieke · Classique” Wolfgang Amadeus Mozart, Konzert für Klavier und Orchester Nr. 22, KV 482; Symphonie Nr. 39, KV 543   13.11.2016   · HLB Les Musiciens du Louvre Grenoble Marc Minkowski, leiding · direction Pyotr Tchaikovsky, De notenkraker · Casse-noisette, op. 71   17.01.2017   · HLB Anima Eterna Brugge Jos van Immerseel, leiding, piano · direction, piano Claire Chevallier, piano Lisa Shklyaver, klarinet · clarinette Camille Saint-Saëns, Le carnaval des animaux; Sonate pour clarinette et piano, op. 167; Danse macabre, op. 40 (version pour deux pianos); Wedding Cake, op. 76; Variations sur un thème de Beethoven, op. 35; Septuor, op. 65 (uittreksels · extraits)

  15.02.2017   · HLB Irish Chamber Orchestra Jörg Widmann, klarinet, leiding · clarinette, direction Felix Mendelssohn-Bartholdy, Die Hebriden, Ouverture, op. 26, “La Grotte de Fingal” Jörg Widmann, 180 beats per minute; Drei Schattentänze Carl Maria von Weber, Konzert für Klarinette und Orchester Nr. 1, op. 73 Wolfgang Amadeus Mozart, Symphonie Nr. 41, KV 551, “Jupiter”   07.05.2017   · HLB Orchestre des Champs-Elysées Die Kunst der Fuge · L’Art de la Fugue Philippe Herreweghe, leiding · direction Kristian Bezuidenhout, piano Johann Sebastian Bach, Die Kunst der Fuge, BWV 1080 (uittreksels · extraits) Wolfgang Amadeus Mozart, Konzert für Klavier und Orchester Nr. 24, KV 491 Ludwig van Beethoven, Symphonie Nr. 3, op. 55, “Eroica”

Raadpleeg de brochure Subscriptions ’16-’17 die te vinden is op · Consultez la brochure Subscriptions ’16-’17 disponible sur www.bozar.be. 24