Jaarverslag 2012
Leidse instrumentmakers School
Inhoud 1
2
Toelichting op onderdelen van het jaarverslag ............................................................ 3 1.1
Voorwoord Directie ................................................................................................ 3
1.2
Jaarverslag Bestuur .............................................................................................. 4
1.3
Verslag van de Raad van Toezicht ........................................................................ 8
Directieverslag .............................................................................................................10 2.1
Algemene instellingsgegevens ..............................................................................10
2.2
Studenten ..............................................................................................................11
2.3
Personeel ...............................................................................................................13
2.4
Onderwijs ..............................................................................................................14
2.5
Meerjarenbeleid ....................................................................................................14
2.6
Kwaliteitsmetingen ..............................................................................................14
2.7
Markante gebeurtenissen .....................................................................................15
2.8
Publiek private arrangementen en helderheid BVE ...........................................15
2.9
Financiën ..............................................................................................................17
3
Begroting 2013 .............................................................................................................19
4
Jaarrekeningen ............................................................................................................19
2
Leidse instrumentmakers School
1 Toelichting op onderdelen van het jaarverslag 1.1 Voorwoord Directie Beste lezer, Het is mooi om een school te leiden waar alles lijkt mee te zitten, maar dit succes heeft ook effecten waar we niet zo heel goed op voorbereid waren. Zo is de belangstelling voor onze school enorm gegroeid, zowel bij aspirant studenten die een carrière in de techniek zoeken, als bij allerlei belangengroepen. Dit heeft ons kleine schooltje en vooral de leiding ervan voor uitdagingen gesteld die soms voor iets teveel werk gezorgd hebben en wat minder aandacht voor de primaire processen in de school. En juist door de groei vroegen die vooral administratieve processen nu om extra aandacht. Het is dus de komende tijd belangrijk om de aandacht meer naar binnen dan naar buiten te richten. Een ander probleem voor de LiS, is dat de rijksbijdrage gebaseerd is op de studentenaantallen van twee jaar eerder; dit is niet gunstig voor een sterk groeiende school. Ondanks een mooie bijdrage van OC&W, welke de LiS in dank aanvaard heeft, sluiten we dit jaar voor de 2e maal op rij niet positief af en dat vinden wij een buitengewoon onprettige situatie. De noodzakelijke investeringen in het machinepark en de opleiding van het personeel, gecombineerd met achterblijvende omzet van het interne leerbedrijf, hebben dit gat helaas verder vergroot. Wij hebben er echter vertrouwen in, dat er in de komende jaren, vooral door de intensivering van publiek-private samenwerking in het Centrum voor Innovatief Vakmanschap, een gezondere financiële positie zal ontstaan. De minister heeft de LiS in december 2012 verblijd met het vooruitzicht om in vijf jaren tijd, € 1,9 miljoen extra financiën te verwerven en te investeren in de techniek van Life Sciences & Health (medische techniek). Ook al moeten we hier nog heel hard voor werken, het is een hele mooie stimulans! Succes kent overigens vele vaders. Dat is bij de LiS niet anders, maar dan gaat het niet zozeer om de cynische kant van dit spreekwoord. Er hebben namelijk zeer veel mensen hard meegewerkt aan het bereiken van dit resultaat. Zowel het bestuur als leden van de Raad van Toezicht, en niet te vergeten veel jong aanstormend talent in onze mooie school, hebben een onschatbare bijdrage geleverd. We mogen daar denk ik terecht heel trots op zijn!
ing. DW Harms Directeur Leidse Instrumentmakers school
3
Leidse instrumentmakers School
1.2 Jaarverslag Bestuur 1.2.1 Inleiding Een hoogtepunt voor de LiS in 2012 was de honorering van de aanvraag door de LiS voor een Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) binnen het topgebied “Life Sciences & Health”. Na een oproep in april 2012 om voorstellen in te dienen heeft de LiS een “Business Case” voor dit CIV voorgelegd aan het Platform Bèta Techniek. Nadat een expert commissie dit voorstel als “zeer kansrijk” had beoordeeld is in oktober van hetzelfde jaar het uitgewerkte Business Plan voor dit CIV ingediend, dat in een competitie met 15 voorstellen van andere MBO vakscholen en ROC’s, op de eerste plaats is geëindigd. In een speciale bijeenkomst op 13 december 2012, georganiseerd door het Platform Bèta Techniek op het Scheepvaart en Transport College (STC) in Brielle, heeft de Minister van OC&W, mevrouw Dr J. Bussemaker, de daaraan verbonden cheque van € 1.900.000 officieel overhandigd aan Dick Harms, de directeur van de LiS. Het opstellen en uitwerken van het voorstel is mede mogelijk geweest door de activiteiten ontplooid door ir. E. Knol. Het bestuur is zeer erkentelijk voor zijn inzet. Het CIV zal worden ingericht onder de naam LiS TOP, en in dit verslag zullen wij deze naam gebruiken. Naast de inspanningen die gepaard gingen met de aanvraag van LiS TOP heeft het bestuur zich wederom intensief bezig gehouden met een groot aantal zaken die betrekking hebben op de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs. Gelukkig zijn er een aantal positieve ontwikkelingen te melden zoals zal blijken uit de onderstaande verslaglegging. Ten eerste bespreken wij de voortgang van het competentiegerichte onderwijs, dat in september 2010 van start is gegaan. Ten tweede de uitbreiding van het aanbod van moderne bewerkingstechnieken. Ten derde de voortgaande groei van het aantal studenten met de daaraan verbonden problemen wat betreft het onderwijsprogramma, de onderwijsmiddelen en de huisvesting. Ten vierde de ontwikkelingen die mogelijk gaan leiden tot een HBO opleiding Precisietechnologie. Ten vijfde de voorbereiding en organisatie van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap. 1.2.2 Competentiegericht Onderwijs (CGO) In 2012 volgden de studenten in het 1e, 2e, en 3e jaar het Competentie Gerichte Onderwijs. De resultaten van deze jaargangen zijn ronduit goed. Van de 68 studenten in het eerste jaar, gestart in september 2011, moest een zestal de eerste klas doubleren; in voorgaande jaren was dit aantal twee keer zo hoog. De invoering van “intakegesprekken”, door twee docenten volgens een vastgelegd protocol, heeft vrucht gedragen. Deze gesprekken doordringen de aspirant-studenten (en hun ouders!) er van dat een intensief onderwijsprogramma wordt aangeboden van hoog niveau en dat van de kant van de studenten een grote inzet wordt verwacht. De resultaten van de studenten die het 2e jaar hebben doorlopen zijn ook tevredenstellend, een totaalpercentage van 73% van de 2e jaars studenten is zonder problemen doorgestroomd naar het derde leerjaar. De studenten die in september 2012 het derde leerjaar zijn ingegaan, bevatten zowel studenten uit de eindtermgerichte stroom (13), als doorstromers uit de competentiegerichte stroom (29). De verwachting is, dat aan het eind van cursusjaar 2013-2014 alle eindtermgerichte studenten de school met een diploma kunnen verlaten. Volgens de afspraak met de inspectie is in 2012 een beroepenveldcommissie ingesteld bestaande uit 5 experts uit het afnemend veld. Deze commissie heeft tot taak de door de 4
Leidse instrumentmakers School LiS ontwikkelde onderwijs- en examenprogrammering voor het CGO, die is gebaseerd op het door Kenteq in zeer algemene termen opgestelde kwalificatiedossier, te toetsen. Tot grote tevredenheid van het bestuur heeft deze commissie een zeer positief rapport uitgebracht over de door de LiS ontwikkelde programma’s voor de eerste twee leerjaren. In het bijzonder wordt daarin gezegd dat deze programma’s voldoen aan de eisen van de afnemers, waardoor het vertrouwen is ontstaan dat het CGO op de LiS goed is geïmplementeerd. In 2013 zal deze beroepenveldcommissie opnieuw bijeenkomen om het onderwijs- en examenprogramma van het 3e en 4e leerjaar onder de loep te nemen. 1.2.3 Uitbreiding en modernisering van het onderwijsaanbod Zoals vermeld in het verslag van het vorig jaar is het streven van het bestuur er op gericht om het aanbod van onderwijs in bewerkingstechnieken systematisch te verbreden. Zo is bijvoorbeeld ingevoerd dat ook de studenten in de opleiding “Glas, Keramiek, Optiek” een opleiding CNC technieken volgen. Dit is van belang om hen voor te bereiden op verdere bekwaming in bewerkingstechnieken van keramische materialen. Opnieuw is gebleken hoe belangrijk het is om alle studenten vanaf het eerste leerjaar kennis te laten maken met de grondbeginselen van mechatronica in de vorm van gecombineerd theorie- en praktijkonderwijs. Door deze aanpak worden ze er op voorbereid om in het 4e jaar in kleine groepjes van 3-4 studenten complete mechatronische opdrachten succesvol uit te voeren, onder begeleiding van docenten en/of externe deskundigen. De gemoderniseerde module laserbewerkingstechnieken, die in 2010 is ingevoerd, blijft een groot succes. Deze module bestaat uit een combinatie van theoretisch en praktisch onderwijs, waarin de studenten eerst de basisbegrippen van de optica leren, en deze vervolgens gebruiken voor de praktijk van laserbewerkingstechnieken, zoals lasersnijden, -lassen en -graveren. In 2012 hebben 13 studenten bijzondere afstudeerprojecten uitgevoerd in het vierde jaar. Dit zijn projecten waarvoor gecombineerde kennis wordt vereist van verschillende technieken zoals mechanica, elektronica, en optische en glas/keramische bewerkingstechnieken. Deze projecten voldoen aan de aanbevelingen van de visitatiecommissie van 2010 en zijn gebaseerd op concrete problemen aangedragen vanuit het bedrijfsleven. Naast projecten uitgevoerd in samenwerking met, en onder supervisie van, medewerkers van het ingenieursbureau Settels en van Amelsfoort uit Eindhoven zijn nu ook projecten aangepakt in samenwerking met het TNO instituut in Delft. Het komend jaar zal het aantal afstudeerders naar verwachting verdubbelen en dient de noodzaak zich aan nog meer instituten en bedrijven te vinden waarvan de medewerkers dit soort complexe opdrachten kunnen en willen begeleiden. Tot onze grote tevredenheid is de toezegging verkregen dat afstudeerders van de LiS kunnen participeren in “Master” projecten van de Faculteit Werktuigbouw van de TU-Delft. Deze Faculteit, en in het bijzonder de afdeling “Biomechanical Engineering” onder leiding van professor mw. J Dankelman, is één van de partners in LiS TOP. De verwachting is dat de andere partners van LiS TOP het komend jaar ook zullen gaan participeren in vergelijkbare projecten.
5
Leidse instrumentmakers School 1.2.4 Groei van het aantal studenten Zoals al vermeld in het verslag van 2011 vertoont het aantal ingeschreven studenten sinds 2009 een verheugende groei. In 2009 was het aantal nieuw ingeschreven 1e-jaars nog 52, in 2010 was het 58, 68 in 2011 en 84 in 2012! Dit aantal overschreed de capaciteit van de 1e-jaars praktijklokalen. Dankzij een speciale subsidie van € 200.000 van het Ministerie van OC&W was het mogelijk, door een verbouwing en herinrichting van deze lokalen, alle 84 eerstejaars studenten op te nemen. Het bestuur wil graag zijn erkentelijkheid uitspreken voor deze subsidie. Ook wil het bestuur de betrokken docenten complimenteren die bijna de hele vakantieperiode hebben doorgewerkt om deze verbouwing en herinrichting op tijd, d.w.z. vóór 1 september 2012, klaar te hebben. In de laatste twee jaar is de groei van het aantal 1e-jaars studenten gestimuleerd door PR-acties, die mogelijk zijn geworden door een subsidie van de gemeente Leiden en de Provincie Zuid-Holland. Aan het einde van het 2012 waren er tekenen dat deze groei in het cursusjaar 2013-2014 zal doorzetten. Dit hangt mogelijk ook samen met het groeiend besef in onze samenleving dat er een groot tekort dreigt aan geschoolde technici. 1.2.5 Hogere beroepsopleiding precisietechnologie Het afgelopen jaar heeft het bestuur zich opnieuw bezig gehouden met een hogere beroepsopleiding Precisietechnologie in aansluiting op de huidige middelbare beroepsopleiding Researchinstrumentmaker die de LiS nu aanbiedt. Het besluit is genomen voorlopig af te zien van de ontwikkeling van een volwaardige hogere beroepsopleiding op basis van de beschrijving die door dr. P.F. Verbeek en dr. A.J. van Strien is uitgewerkt. In plaats daarvan zal worden onderzocht of cursussen en modules kunnen worden opgezet in het kader van LiS TOP, die later kunnen worden opgenomen in een hogere beroepsopleiding Precisietechnologie LiS TOP. LiS TOP zal zich gaan profileren onder de namen LiS Academy en LiS Engineering. De LiS Academy zal zich gaan richten op ontwikkelen van na- en bijscholingscursussen, die in het LiS HBO-curriculum kunnen worden opgenomen of direct door de LiS Academy kunnen worden aangeboden. LiS Engineering zal zich gaan richten op ontwikkelingsprojecten die zullen worden uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen de LiS en een 25tal bedrijven en kennisinstituten die als partners betrokken zijn bij het centrum. De bedoeling is dat studenten van de LiS in het derde en vierde jaar van hun opleiding betrokken raken bij ontwikkelingsprojecten met de volgende doelstellingen:
verdere verhoging van de kwaliteit van het onderwijs vergroting van de aantrekkingskracht voor toekomstige techniek studenten vergroting van het innovatieve vermogen van het bedrijfsleven
Speciale cursussen, te geven door medewerkers van de partnerbedrijven, zullen verder bijdragen aan de kwaliteit en verdieping van het onderwijs. Daarnaast is de bedoeling dat zomercursussen worden gestart om medewerkers van bedrijven bij te scholen. Ir. E.Knol is aangetrokken om de ontwikkeling en bestendiging van LiS TOP te begeleiden. 1.2.6 Bestuurlijke organisatie. In 2012 hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de samenstelling van het bestuur. In dit jaar hebben zes gezamenlijke vergaderingen plaatsgevonden van het bestuur en de Raad van Toezicht. Daarnaast is er elke twee/drie weken een overleg
6
Leidse instrumentmakers School tussen het bestuur en de directeur om de lopende zaken te bespreken en om besluiten in de gezamenlijke vergaderingen van bestuur en Raad van Toezicht voor te bereiden. Daarnaast vergaderen regelmatig “taakcommissies” samengesteld uit leden van het bestuur en de RvT. Voorbeelden zijn benoemingsadviescommissies voor de aanstelling van nieuwe docenten, de commissies ter voorbereiding van het CIV, van de investeringen in bewerkingsmachines, aanpassingen van het gebouw in verband met de groei van het aantal studenten en eventuele nieuwbouw. 1.2.7 Tenslotte Op het moment van schrijven van dit jaarverslag zijn er een aantal gebeurtenissen voorgevallen die zo belangwekkend zijn dat we ze al in dit verslag willen vermelden. In de eerste plaats heeft de studiegids voor het MBO, die op 31 januari 2013 verscheen, de LiS uitgeroepen tot de beste vakopleiding in Nederland. Kort daarop, op 28 februari, hebben de ministers Bussemaker (OC&W) en Kamp (EZ) in gezelschap van André Kuipers de LiS bezocht om het startschot te geven voor het Techniekpact. Deze twee evenementen veroorzaakten veel publiciteit en hebben er mede toe geleid dat al begin maart het aantal inschrijvingen voor het eerste jaar het aantal van 90 bereikte. Het bestuur stelt zich op het standpunt dat allen die zich aanmelden en voldoen aan de criteria, zoals de juiste vooropleiding en de motivatie voor studie op de LiS, dienen te worden toegelaten. Gezien het record aantal inschrijvingen in maart 2013 is het duidelijk dat de LiS afstevent op een aantal eerstejaars voor het cursusjaar 2013-2014, dat ver zal uitstijgen boven het maximaal aantal van 90 dat in het 1e-jaar kan worden opgenomen. De consequentie van een instroom van 90 1e-jaars in de komende jaren is dat in 2015 het totaal aantal studenten ongeveer 300 zal bedragen. Door middel van aanpassingen van het huidige gebouw en een zeer strikte onderwijsprogrammering is het mogelijk dit aantal te accommoderen. Bij een overschrijding van het aantal van 90 1e-jaars zal vanaf 2015 nieuwbouw noodzakelijk zijn. Omdat er voorlopig geen uitzicht is op een investeringsbudget dat deze nieuwbouw in de komende 2-3 jaar mogelijk zal maken, heeft het bestuur in maart 2013 besloten het maximaal aantal toe te laten studenten in het 1e cursusjaar 2013-2014 voorlopig op 90 te stellen. De grote belangstelling voor de opleiding die de LiS aanbiedt is een geweldige beloning voor de inspanning die het hele team van docenten, directeur en bestuur de afgelopen jaren hebben geleverd. De schaduwzijde is dat het bestuur het besluit heeft moeten nemen om al vanaf maart 2013 studenten die zich willen inschrijven op een wachtlijst te plaatsen. Het bestuur zoekt naar oplossingen om alsnog meer studenten op te vangen. Ook dit jaar wil ik mijn collega bestuurders mijn erkentelijkheid uitspreken om als voorzitter te mogen fungeren. Deze erkentelijkheid voel ik ook naar de Raad van Toezicht. De LiS bevindt zich in de uitzonderlijke situatie dat het hele bestuur, en de Raad van Toezicht, bestaat uit vrijwilligers die hun bestuurstaak uitvoeren, zonder financiële vergoeding, uit toewijding voor het onderwijs en voor de LiS in het bijzonder. Bij alle leden van het bestuur en de Raad van Toezicht bestaat de overtuiging dat kwalitatief hoog MBO onderwijs een voorwaarde is voor een gezonde ontwikkeling, zowel economisch als sociaal, van de huidige en toekomstige generatie studenten. Mede namens het bestuur van de LiS, Prof.dr. J. Schmidt, Voorzitter
7
Leidse instrumentmakers School
1.3 Verslag van de Raad van Toezicht 2012 was het 3e jaar waarin de RvT conform de governance code voor het Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie functioneerde. De RvT heeft 2 keer vergaderd op externe locaties t.w. bij Cellro BV in Veenendaal en bij Madern International BV in Vlaardingen. Bij deze laatste vergadering was dhr. G. Wammes (secretaris van het Platform voor de Raden van Toezicht) als gastspreker uitgenodigd. De RvT vindt het belangrijk om contact te houden met ons afnemend veld; vandaar dat er voor externe locaties wordt gekozen. Verder waren er in 2012 de vastgelegde vergaderingen met bestuur en directie. In 2012 is toegetreden tot de RvT dhr. drs. I. Molenaar als opvolger van dhr. drs. J.J.M. Vissers. Verder zullen per 1 januari 2013 de heren drs. R. Nefkens en dr. E.E.W. Bruins toetreden. Tevens heeft J.W. van Vessem te kennen gegeven dat hij na een 11-jarige bestuursperiode bij de LiS zijn functie als voorzitter wil neerleggen. Unaniem werd besloten (na voordracht) dhr. mr. J.E. van der Boon (lid van de RvT) per 1 januari 2013 tot voorzitter te benoemen. Het streven van de RvT om een dusdanige samenstelling te hebben dat veel expertises vertegenwoordigd zijn, onderwijs, financieel, juridisch, afnemend veld, blijft door deze benoemingen gewaarborgd. 1.3.1 Terugblik 2012 2012 was een zeer bijzonder jaar in het meer dan 100 jarige bestaan van de LiS. Voor het eerst in de geschiedenis waren er bijna 200 studenten, als gevolg van veel nieuwe aanmeldingen. De plannen die zijn opgesteld in 2011/2012 door RvT, bestuur en directie hebben duidelijk een positief effect gehad gezien de hogere instroom. De LiS groeit! Door deze toename was een verbouwing en herindeling van het huidige gebouw noodzakelijk. Door een aanzienlijke subsidie van het Ministerie van OC&W is het mogelijk geweest om niet alleen extra theorielokalen te creëren maar ook de praktijklokalen voor het eerste jaar uit te bouwen en te voorzien van nieuwe inventaris. Een andere memorabele gebeurtenis was dat het door de LiS ingediende Business Plan om te komen tot een Centrum voor Innovatief Vakmanschap op het gebied van Life Sciences & Health positief is beoordeeld door de expertcommissie ingesteld door het Platform Bèta Techniek. Het Ministerie van OC&W heeft dit voorstel in december 2012 gehonoreerd. Door het toekennen van een jaarlijkse subsidie van 380 k€ gedurende een periode van 5 jaar is het mogelijk deze voor Nederland unieke samenwerking met externe partners te starten. Een compliment voor de “architecten” hiervan, de heren A.J. van Strien (bestuur) D. Harms (directie) en E. Knol (extern), is hier meer dan op zijn plaats. Duidelijk is dat een goede invulling van deze nieuwe mogelijkheden ook verbonden is met een strakke begrotingsdiscipline en financiële verslaglegging. In 2012 is helaas een negatief exploitatieresultaat gerealiseerd. RvT en bestuur hebben direct maatregelen genomen om in 2013 te komen tot een sluitende exploitatie. Ook een groeiende instroom van nieuwe studenten en een toename van ontwikkel- en contractopdrachten aan de LiS TOP zal een steeds belangrijker bijdrage gaan leveren aan een positieve exploitatie. 1.3.2 Een vooruitblik. Dagelijks worden wij in Nederland geconfronteerd met zwakke economische voortuitzichten maar dit geldt niet voor die Nederlandse bedrijven die op een zeer hoog technologisch niveau “globaal” opereren. Hier is en blijft een structureel tekort aan hoog 8
Leidse instrumentmakers School opgeleide technici. Opmerkelijk is dat de grote toeleveranciers de z.g. Original Equipment Manufacturers (OEM) hun productie steeds meer uitbesteden aan z.g. kleinere zeer gespecialiseerde toeleveranciers de z.g. “second tier suppliers”. Deze bedrijven gaan steeds meer de basis vormen voor de Nederlandse hightech toeleveringsindustrie. Ook hier zijn volop mogelijkheden voor onze studenten. Duidelijk is dat de LiS alleen niet de mogelijkheid heeft om aan deze grote vraag te voldoen, maar dat hiervoor gezamenlijk met regering, werknemers- en werkgeversorganisaties gewerkt moet worden aan een landelijke keten van hooggekwalificeerde gespecialiseerde opleidingsinstituten. De LiS gaat hier de komende jaren steeds meer aan bijdragen door het verder uitbouwen van de LiS TOP, de afdeling waar organisaties en bedrijfsleven hun ontwikkelopdrachten kunnen onderbrengen en van de LiS Academy waar specifieke op technische toepassingen toegesneden opleidingen worden gegeven. Duidelijk is dat deze nieuwe uitdagingen een zware wissel trekken op de gehele organisatie. Daarom zijn er in 2012 al gesprekken gestart door de RvT met bestuur en directie om mogelijk te komen tot een andere bestuurlijke opzet om datgene wat nu bereikt is in nog betere banen te leiden en waar noodzakelijk te consolideren. Ik wil afsluiten met een woord van dank namens de gehele RvT voor de grote inzet van bestuur, directie, docenten en medewerkers in 2012. Namens de Raad van Toezicht, Jacques W. van Vessem, Voorzitter
9
Leidse instrumentmakers School
2 Directieverslag 2.1 Algemene instellingsgegevens 2.1.1 Missie De Leidse Instrumentmakers Stichting beheert de Leidse instrumentmakers School die studenten opleidt voor het diploma Research Instrumentmaker (RI) op MBO-niveau 4 (BOL). De school wil door de sectoren waar afgestudeerden gaan werken beschouwd worden als de nationale topschool, zowel op inhoudelijk als op organisatorisch gebied. De opleiding positioneert zich als zelfstandige opleiding met een sterke oriëntatie op de sectoren wetenschap en precisietechniek. Het onderwijs op de school wordt gegeven zonder onderscheid naar ras, sekse of nationaliteit en met respect voor de godsdienst of levensovertuiging van de studenten of hun ouders en van de docenten. 2.1.2 Kernactiviteiten De Leidse instrumentmakers School (LiS) is een MBO vakschool voor precisietechnologie waar alle studenten de opleiding Research Instrumentmaker volgen. De LiS streeft er naar zich op nieuwe terreinen te richten, nl. vooral betrekking hebbende op Life Sciences & Health (medische en biotechnologische wetenschappen). De LiS is in kringen van natuurkundig wetenschappelijk onderzoek al ruim 110 jaar een begrip. Research laboratoria maken op ruime schaal gebruik van vakmensen die deze opleiding hebben gevolgd. Ook de industrie, die telkens op zoek is naar nieuwe producten of productiemethoden, doet een beroep op de kennis en vaardigheden van onze studenten en afgestudeerden. Door theoretisch en praktisch onderwijs wekelijks op het lesrooster te plaatsen is de LiS in staat haar studenten verder te interesseren in precisietechniek en op te leiden tot gewilde specialisten voor de fijnmechanische- en precisie-industrie. 2.1.3 Juridische structuur De Leidse Instrumentmakers Stichting is een stichting naar Nederlands recht; ze is in 2009 opgericht om te voldoen aan moderne eisen betreffende goed bestuur, en aan haar is op 1 januari 2010 het beheer van de school samen met alle bezittingen en schulden overgedragen door de Vereniging tot Bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker in Leiden, opgericht in 1901. Deze Vereniging bestaat nog steeds en dient nu als contactorgaan voor allen, bedrijven en personen, die zich betrokken voelen bij het wel en wee van de LiS. 2.1.4 Samenstelling bestuurlijke organisatie De Stichting kent een onbezoldigd Bestuur en Raad van Toezicht. Voor de dagelijkse leiding van de school is een directeur in loondienst benoemd. In 2012 bestond het Bestuur uit de volgende personen:
Prof. Dr. J. Schmidt (voorzitter) Prof. Dr. P.H. Kes (penningmeester) Dr. J.K. Katgert-Merkelijn (secretaris) Dr. A.J. van Strien (vicevoorzitter) 10
Leidse instrumentmakers School De Raad van Toezicht bestond uit de volgende personen:
J.W. van Vessem (oud-CEO Esmeijer B.V) , voorzitter RvT en tevens voorzitter Stichting Vrienden van de LiS mr. J.E. van der Boon (directeur bedrijfsvoering Universiteit Leiden) Drs. I. Molenaar (Directeur kenniscentrum Hout en Meubilering) R. van de Brink (teamleader assembly & integration Dutch Space) Ing. R. Kok (technical supply manager ASML). Drs H.G.M. Coolen oud- directeur ABN-Amro) Dr. H.G.C. Werij (Director of Research Technical Sciences TNO)
De Vereniging kent een bestuur en een ledenraad. Het bestuur van de Leidse instrumentmakers Stichting treedt tevens op als bestuur van de Vereniging.
2.2 Studenten 2.2.1 Aantal ingeschreven studenten Bij aanvang van het schooljaar 2012-2013 had de LiS een totaal van 202 studenten, waardoor de school voor het eerst in haar geschiedenis meer dan 200 inschrijvingen telde. Een viertal studenten heeft de school na herkansingen in september/oktober verlaten, waarvan drie met een diploma. Hierdoor betrof het totaal aantal studenten op de teldatum van 1 oktober 2012 198. Een ander record betreft het aantal 1e jaars dat voor het eerst de 80 gepasseerd is. Het aantal meisjes, normaal 2 à 3, was ook hoger dan ooit namelijk 8. De ontwikkeling in het aantal studenten bij de LiS vertoont vanaf 2009 een stijgende lijn, zoals in onderstaande tabel zichtbaar gemaakt is.
Aantal studenten Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
2012
2011
2010
2009
198 82 49 57 10
194 68 53 50 23
185 66 54 48 17
183 61 51 50 21
De arbeidsmarkt laat een onveranderd grote vraag zien naar technische vaklieden en de economische malaise is kennelijk in onze sector van zeer beperkte invloed. Een factor van betekenis is de vergrijzing die in de komende vijf jaar in vele bedrijven en instellingen duidelijk voor personeelstekorten dreigt te gaan zorgen. Door gerichte promotieactiviteiten, die de LiS heeft kunnen uitvoeren dankzij een subsidie van de provincie Zuid-Holland, is er nu een ruimere bekendheid van de goede arbeidsperspectieven van een LiS opleiding. Dit leidt tot de verwachting dat er in het cursusjaar 2013-2014 ca. 230 studenten zullen zijn, en in het cursusjaar 2014-2015 mogelijk zelfs 270. De arbeidsmarkt zal gezien voornoemde vraag naar afgestudeerden erg gelukkig zijn met deze ontwikkeling. De intakegesprekken zijn zeer belangrijk gebleken voor het succes van de opleiding. 11
Leidse instrumentmakers School In 2012 zijn er aan het eind van het 1e jaar meer studenten vertrokken dan voorzien, vooral omdat bleek dat deze kandidaten niet goed nagedacht hadden over de zwaarte van de opleiding en de daarvoor benodigde motivatie. De intakegesprekken waren door omstandigheden minder intensief ter hand genomen, wat helaas direct effect had. Voor schooljaar 2012-2013 en 2013-2014 is een vernieuwde procedure ingevoerd, waarbij telkens twee ervaren docenten naar achtergrond en motivatie van nieuwe studenten kijken en advies uitbrengen over inschrijving. De eerste ervaringen hiermee zijn veelbelovend, dus het intakegesprek zal ook in volgende jaren een vast onderdeel van de toelatingsprocedure zijn. 2.2.2 Succes van de opleiding In onderstaande tabel is het resultaat van onze school vastgelegd. In vergelijking met het totale MBO heeft onze school met een slagingspercentage van ca. 69% ongeveer op het landelijk gemiddeld gepresteerd. Dit lijkt onder de maat, maar de cijfers worden nadelig beïnvloed door de uitstroom op niveau 2 en 3, welke voor de LiS als “zijuitgangen” wordt beschouwd. Omdat de LiS alle studenten inschrijft op niveau 4, wordt diplomeren op niveau 2 of 3 door OC&W gezien als “voortijdig schoolverlaten”. Leidse instrumentmakers School Slagingspercentage Aantal 100 % 8 100 % 6 69 % 49
Kwalificatiedossier (cp-code) Niveau Fijnmechanische techniek 2 (ken37) 3 4
In de afgelopen jaren is het succes enigszins wisselend geweest, met een dip in 2010. In de onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het diplomaresultaat weergegeven.
2.2.3 Vroegtijdig schoolverlaten Het eerste jaar van de opleiding is altijd doorslaggevend geweest voor het resultaat van de opleiding. Als de studenten in dat jaar hun motivatie weten te behouden lukt het ze meestal om de opleiding, zij het soms met vertraging, te doorlopen. In 2012 zijn er helaas meer studenten in het 1e jaar gestopt dan we gewend zijn, een onaangename verrassing voor de school. Na analyse bleek dat een merendeel van de vertrekkende studenten de opleiding hoog waardeerden, maar dat zij het niveau niet goed hadden ingeschat. De schoolleiding heeft naar aanleiding hiervan de intakeprocedure op het punt van motivatie en instapniveau bijgesteld. 12
Leidse instrumentmakers School 2.2.4 Prognose studentenaantallen De komende jaren voorziet de LiS een groei in het aantal studenten, zoals eerder vermeld. Onderstaande tabel geeft de prognose van het aantal studenten bij de start van het schooljaar.
Aantal studenten Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
2012
2013
2014
2015
2016
2017
198
240
265
275
281
288
82 49 57 10
90 70 50 30
90 75 65 35
90 77 68 40
90 78 73 40
90 78 75 45
2.3 Personeel 2.3.1 Kwantitatieve formatieontwikkeling In 2012 is de formatie iets gekrompen doordat er op een TOA-post (Technisch Onderwijs Assistent) een stagiair heeft gewerkt. De loonkosten zijn hierdoor, tevens door een lagere inhuur van derden, zelfs licht gedaald ten opzichte van 2011. Het percentage direct onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel is met 85% van de totale formatie nog steeds buitengewoon hoog. In 2012 is de invulling van functiedifferentiatie verder doorgevoerd met de aanstelling van twee coördinerend docenten. De gevolgen voor de salariëring bedragen door deze en in voorgaande jaren in gang gezette functiedifferentiatie een verhoging van in totaal circa €15.000 per jaar structureel, waardoor de LiS de maximale aanspraak op de bijdrage uit de salarismix kan opvoeren.
Medewerkers (FTE) NOP (niet onderwijzend personeel) OP (onderwijzend personeel) OOP (onderwijs ondersteunend personeel, TOA)
2012
2011
2010
23,6 3,5 15,3 4,8
24,3 3,5 13,1 7,7
24,2 2,7 12,4 9,1
2.3.2 Leeftijdsopbouw personeel De LiS onderging in de afgelopen jaren een verjongingskuur. Dat is te zien aan onderstaande cijfers over de jaren 2009-2012, waarin een aanhoudende groei van het aantal personeelsleden onder de 30 te zien is. De categorie boven de 50 loopt terug. De verwachting is dat deze tendens zich in de komende jaren gaat doorzetten.
Totaal aantal medewerkers Tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar Boven 60 jaar 13
2012
2011
2010
30 11 3 7 6 3
30 10 3 7 6 4
29 8 2 6 10 3
Leidse instrumentmakers School 2.3.3 Verdeling man/vrouw. Vrouwen, vooral in de onderwijsgevende banen, zijn bij de LiS veruit in de minderheid. Door het voorziene verloop in de komende jaren, verwachten wij dat deze verhouding er waarschijnlijk niet veel beter op zal worden.
Medewerkers (aantal) Mannen Vrouwen
2012
2011
2010
30 24 6
30 25 5
28 24 5
2.3.4 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim was in 2012 niet hoger dan 1%. De procedures voor het registreren van ziekmelden zijn niet 100% sluitend, waardoor wellicht enkele ziektedagen gemist zijn. Dit is echter niet van significante invloed op het eindpercentage. In het komend jaar zal de registratie in het kader van professionalisering van onze administratieve procedures worden verbeterd.
2.4 Onderwijs In het jaar 2012 waren drie leerjaren van de LiS ingericht volgens het competentiegerichte dossier, waarvan het derde leerjaar in een experimentele tussenvorm en leerjaar 1 en 2 geheel opgebouwd volgens het nieuwe dossier. Er zijn zeer goede ervaringen opgedaan met het omzetten van de gebruikelijke praktijktoetsen van de LiS naar “proeven van bekwaamheid”, Deze wijze van tentaminering past uitstekend bij het praktijkgerichte onderwijs op de LiS. Het onderwijs bij de LiS is al jaren zeer intensief en de onderwijstijd ligt ruim boven de landelijk verplichte norm van 850 uren. Het aantal uren bedroeg voor leerjaar 1 bijna 1000 uren en voor leerjaar 2-4 circa 1250 uren. Dit intensieve onderwijs is nodig voor het bereiken van de vereiste precisiegraad, maar vereist een hoger dan gemiddeld aantal begeleiders. In de praktijk is de verhouding één docent of TOA op circa 10 studenten. Gestimuleerd door de extra financiering, is er in 2012 extra formatie gezet op taal- en rekenonderwijs. Vooral het vak Nederlands heeft meer aandacht gekregen.
2.5 Meerjarenbeleid Het meerjarenbeleid is weergegeven in het verslag van het bestuur.
2.6 Kwaliteitsmetingen De LiS meet voortdurend de kwaliteit van de examinering, door het afnemen van enquêtes. Steekproefsgewijs worden de resultaten nader onderzocht en preventieve maatregelen genomen. Concrete klachten over examenopgaven/opdrachten worden door de examencommissie behandeld en kunnen leiden tot aanpassing van de cesuur. In 2012 is dit slechts één keer gebeurd in het geval van het in leerjaar drie afgenomen praktijktentamen INLAPO.
14
Leidse instrumentmakers School Voor overige kwaliteitsmetingen baseert de LiS zich op de enquête van JOB. Het valt echter op dat de respons aan de lage kant is, wat de statistische relevantie negatief beïnvloedt. Een eigen onderzoek zou overigens niet veel meer resultaten opleveren, want studenten zijn niet erg bereid om enquêtes in te vullen. In een kleine organisatie als de LiS zijn de lijnen naar het management echter zeer kort, waardoor problemen met kwaliteit snel opgelost worden. Ook over de tevredenheid van het personeel bestaat een goed beeld bij directie en bestuur, zonder dat hiervoor vragenlijsten benodigd zijn. Tijdens functioneringsgesprekken zijn kwaliteit en tevredenheid vaste onderwerpen. Het moreel bij de LiS is doorgaans zeer hoog; de werkdruk is dat echter ook.
2.7 Markante gebeurtenissen 2.7.1 Afscheid directeur generaal OC&W In juni werden wij verrast met de uitnodiging voor het afscheid van dhr R. Roborgh, directeur-generaal van het ministerie van OC&W. Wij zijn dhr. Roborgh veel dank verschuldigd, vooral vanwege de kans die hij ons namens het ministerie in 2009 gegeven heeft om de examenkwaliteit van de school op peil te brengen. Maar ook de speciale subsidie van € 200.000 die wij mochten ontvangen om de verhoogde instroom van nieuwe studenten te faciliteren hebben wij aan dhr. Roborgh te danken. Tijdens de afscheidsspeeches werd de naam van onze school diverse malen genoemd, wat onderstreept hoezeer dhr. Roborgh zich betrokken voelde bij de school. De LiS heeft hem op gepaste wijze bedankt. 2.7.2 LiS verwerft status “Centrum Innovatief Vakmanschap” (CIV) Op 13 december 2012 “valt de LiS een mooie prijs ten deel”. Althans, zo brengen de media het graag, maar de werkelijkheid is dat de LiS een zogenoemde “publiekprivate subsidie” van in totaal €1.900.000 kan ontvangen, mits de partners in dit samenwerkingsverband een equivalent van dit bedrag weten in te brengen. Voor de LiS betekent de honorering van deze subsidie een belangrijke financiële impuls, maar ook een noodzaak tot bestuurlijke herbezinning. De LiS heeft er namelijk voor gekozen het CIV niet los te zetten van de school, maar het er in te integreren. Op deze wijze brengt de LiS de innovaties uit het CIV, die gepositioneerd is in de topsector “Life Sciences & Health”, rechtstreeks ten goede aan het onderwijs. Op de foto van het gedenkwaardige moment neemt de directeur van de LiS de toekenning van de subsidie in ontvangst uit handen van minister Bussemaker.
2.8 Publiek private arrangementen en helderheid BVE In de notitie helderheid in bekostiging BVE (2004), worden een 8-tal thema’s vermeld waar de onderwijsinstelling mee te maken kan hebben. Onderstaand is per thema beschreven welke hiervan voor de LiS van toepassing zijn en in welke mate.
15
Leidse instrumentmakers School
1
2
3
4
5
Thema Uitbesteding
Investeringen van publieke middelen in private activiteiten Het verlenen van vrijstellingen
Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf In- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijk
LiS specifiek In het 1e jaar van de opleiding, doen de studenten een examen voor VCA (basisveiligheid). Dit examen wordt ingehuurd bij een instantie, die erkend is om certificaten hiervoor af te geven. De kosten van dit examen zijn voor rekening van de student. De tentamens voor het praktijkonderdeel CNC werden in 2012 uitbesteedt aan de firma Kenteq. De bekostiging hiervoor vindt plaats vanuit de lumpsum begroting. In 2012 is op geen enkele wijze met publiek geld geïnvesteerd in private activiteiten. Studenten met een HAVO/VWO of ander MBO diploma, kunnen voor delen van de opleiding vrijstellingen verkrijgen door hiertoe een verzoek in te dienen via de examencommissie. In 2012 zijn er aan in totaal 8 studenten vrijstellingen verleend. Voor de vakken Nederlands, rekenen en wiskunde hebben de studenten onderhoudsplicht en werden zij geacht middels deelname aan tentamens aan te tonen dat zij het vereiste niveau nog beheersen. Voor de lessen waren zij vrijgesteld, tenzij uit de resultaten van tentamens bleek dat het niveau het volgen van onderwijs noodzakelijk maakte. Er is geen sprake geweest van les- en cursusgelden, die door anderen dan de student zelf werden bekostigd. In 2012 hebben zich de volgende mutaties voorgedaan: Teldatum 1 februari 2012: Inschrijvingen: 0, uitschrijvingen 0 Teldatum 1 oktober 2012: Inschrijvingen: 72 Uitschrijvingen 67 Er doen zich bij de LiS géén inschrijvingen voor meer dan één opleiding voor. Alle nieuwe studenten worden ingeschreven voor de opleiding Research Instrumentmaker niv4, CREBO 94360. De LiS schrijft alle studenten in op de niveau 4 opleiding Research Instrumentmaker (CREBO 94360). Indien de student voortijdig uitstapt op een lager niveau, wordt de inschrijving omgezet naar het betreffende CREBO en vindt diplomering plaats indien voldaan is aan het vigerende afstroomprofiel. In 2012 is hier geen sprake van geweest bij de LiS.
6
De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
7
Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Buitenlandse Bij de LiS waren in 2012 geen buitenlandse studenten studenten ingeschreven.
8
16
Leidse instrumentmakers School
2.9 Financiën 2.9.1 Financiële situatie op balansdatum Het geconsolideerde resultaat van LiS, Stichting Vrienden (het leerbedrijf LiS TOP) en de Vereniging ter Bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker is in 2012 sterk achtergebleven bij de verwachtingen. In hoofdstuk 3 is een kort overzicht te vinden waarin de begroting voor 2013 vergeleken wordt met de begroting en uitkomsten 2012 en de resultaten 2011. In hoofdstuk 4 wordt de volledige jaarrekening gepresenteerd. Het leerbedrijf heeft een negatief resultaat behaald van -76 k€, terwijl de LiS het jaar afsloot met een verlies van -118 k€. Een analyse van de jaarcijfers wordt in de volgende paragraaf gegeven. Bij het bestuderen van de jaarcijfers dient men ermee rekening te houden dat de loon- en huisvestingslasten gerelateerd aan het leerbedrijf in eerste instantie door de LiS worden gedragen en later worden doorberekend aan LiS TOP. Daarom komen in de enkelvoudige jaarrekeningen deze kruisposten zowel aan de baten- als aan de lastenkant voor. De begroting voor 2013 laat zien dat een bescheiden positief resultaat mogelijk is, mits tegenvallers uitblijven. Wat opvalt, is de sterke stijging van de Rijksbijdrage in 2013. Hierin komt voor het eerst de groei tot uitdrukking van het aantal studenten van de laatste jaren. 2.9.2 Analyse van het exploitatiesaldo Bij het opstellen van de begroting 2012 was bekend dat als gevolg van een eenmalige diplomadip in 2010 de Rijksbekostiging in 2012 ca. 82 k€ lager zou uitvallen dan in 2011. (Uiteindelijk is de bekostiging in de loop van 2012 omhoog bijgesteld waardoor de afname tot 52 k€ beperkt is gebleven.) Verder wordt momenteel de samenwerkingsovereenkomst met de Universiteit Leiden in 4 jaar afgebouwd, wat tot 2015 elk jaar leidt tot een afname van 28 k€ in de overige baten. Verder komt bij “overige baten” een post voor van ruim 100 k€ die de leerlingenbijdrage weergeeft die geheel wordt aangewend voor de centrale aanschaf van o.a. gereedschapssets, veiligheidsmiddelen en readers. Deze kruisposten zijn te vinden bij de “overige instellingslasten”. Onder optimale omstandigheden zouden deze reducties in de baten te compenseren moeten zijn met hogere inkomsten bij het leerbedrijf. Door de slechte economie echter stonden de contractprijzen die kunnen worden gevraagd onder druk, terwijl ook het aantal opdrachten verminderde. De “opbrengsten werk derden” zijn dientengevolge 108 k€ lager uitgevallen dan begroot. De spectaculaire groei van het aantal leerlingen noopte tot een verbouwing van de werkplaats voor eerstejaars waardoor de capaciteit is gestegen van ca. 66 tot 90 leerlingen. Dankzij de unieke positie van de LiS en de plannen om een centrum voor innovatief vakmanschap op te richten binnen de topsector Life Sciences & Health werd de LiS door het ministerie van OC&W een eenmalige subsidie van 200 k€ toegekend om de verbouwing te faciliteren. Hiermee konden de bouw- en inrichtingskosten precies worden gedekt, maar de noodzakelijke aanstelling van een extra TOA kwam ten laste van de LiS voor ca. 30 k€. De totale salariskosten als fractie van de totale (nietfinanciële) lasten bedroeg 66% in 2012, een stijging van 2,5% ten opzichte van 2011. Als fractie van de totale rijksbekostiging bedragen de salarislasten een niet-geringe 78% in 2012 vergeleken bij 72% in 2011, een stijging van bijna 7%. Met het oplopen van de 17
Leidse instrumentmakers School rijksbekostiging zal deze stijging in de komende jaren vanzelf worden vereffend, maar dankzij het nadelige (t-2)-effect (vertraging in de bekostiging bij groei) moet de LiS opboksen tegen een structurele onderbekostiging. Deze voelt des te schrijnender aan, omdat er juist middelen nodig zijn om de groei te kunnen accommoderen. Ofschoon het grote tekort in 2012 dus redelijk te verklaren is, worden de financiële kengetallen er natuurlijk nadelig door beïnvloed, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Er wordt echter nergens een norm overschreden. De grote bijdrage van het leerbedrijf aan het tekort roept vragen op over het bestaansrecht van een leerbedrijf. De relatief hoge salarislasten die moeten worden doorbelast naar de private partij, leggen een groot beslag op de winstgevendheid. Dit heeft in de afgelopen jaren geleid tot een alsmaar groeiende schuld van het leerbedrijf aan de LiS, een schuld waarover zelfs rente moet worden betaald. Uit een nadere beschouwing van de doorbelastings-systematiek valt echter te concluderen dat in het verleden systematisch te veel is doorbelast. In 2013 zal deze onbalans worden gecorrigeerd. Kengetallen Rentabiliteit Solvabiliteit 1 Liquiditeit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
2012 -9,2% 38,5% 0,94 39,6% 49,9%
2011 -1,7% 40,5 % 1,25 47,9 % 55,5 %
2010 1,9 % 43,2 % 1,3 39,7 % 58,4 %
2009 0,6% 43,4% 1,0 29,7 56,8%
Toelichting bij bovenstaande tabel.
De rentabiliteit geeft aan de verhouding tussen het resultaat van de organisatie en de baten. De solvabiliteit geeft aan in welke mate een organisatie op langere termijn in staat is om aan haar verplichtingen tegenover derden te kunnen voldoen. Indien het eigen vermogen wordt uitgedrukt in een verhouding tot het totale vermogen geldt dat de norm 33 1/3% (of meer) moet zijn. De liquiditeit van een organisatie wordt uitgedrukt in een verhoudingscijfer, waarbij de vlottende activa worden gedeeld door de kortlopende schulden. Dit cijfer geeft aan in welke mate op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan zonder dat de continuïteit van de organisatie in gevaar wordt gebracht. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (exclusief gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten (inclusief rentebaten). Als signaleringsgrens voor kleine scholen wordt hierbij een bovengrens van 60% afgegeven. Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de stichting in financieel opzicht in staat is om haar lopende bedrijfsactiviteiten voort te kunnen zetten en aan haar verplichtingen, het verzorgen van onderwijs, te voldoen. Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen te delen door de totale baten inclusief de rente-inkomsten.
18
Leidse instrumentmakers School 2.9.3 Treasury beleid De LiS heeft door haar kleine omvang en relatief arbeidsintensief onderwijs weinig financiële speelruimte, zoals uit de analyse van het exploitatiesaldo volgt. Voor zover de liquiditeitspositie het toelaat worden gelden weggezet op renterekeningen. Vanuit het verleden (het restant van het zogenaamde Jansenfonds) bezat de Vereniging een solide belegging in het BNP P Euro Obligatiefonds met een nominale waarde van ca. € 11.000. Bij de overdracht van de bezittingen van de Vereniging naar de Stichting LiS per 1 januari 2010 had deze belegging naar het donatiefonds van de Stichting Vrienden moeten gaan, wat nog niet was geëffectueerd. Vanwege de hoge kosten is besloten om de aandelen te verkopen en de opbrengst via de LiS naar het donatiefonds over te maken. Dit is begin 2013 uitgevoerd.
3 Begroting 2013 Alle bedragen in Euro
Baten
Begroting 2013
Resultaat 2012
Begroting 2012
Resultaat 2011
2.388.811
2.097.552
2.138.034
2.233.766
1.848.111
1.729.610
1.700.046
1.781.927
5.000
3.060
2.000
6.450
Opbrengst werk derden
227.500
143.797
251.403
72.368
Overige baten
308.200
221.085
184.585
373.021
2.347.859
2.241.722
2.067.704
2.220.497
1.431.659
1.464.057
1.426.383
1.406.398
Afschrijvingen
178.400
171.484
159.716
172.446
Huisvestingslasten
245.500
253.184
201.000
264.807
Overige instellingslasten
492.300
352.997
280.605
376.846
40.952
-144.170
70.330
13.269
Financiële baten
3.700
1.640
3.500
3.090
Financiële lasten
32.600
50.185
60.100
55.247
-28.900
-48.545
-56.600
-52.157
12.052
-192.715
13.730
-38.888
Rijksbijdragen Les- en examengelden
Lasten Personele lasten
Saldo baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten Resultaat
4 Jaarrekeningen (De gewaarmerkte originelen zijn ter inzage beschikbaar bij de directie.)
19
B
Jaarrekening
B0
Juridische structuur, Bestuur en Raad van Toezicht. Juridische structuur Per 1 januari 2010 is het Bevoegd Gezag en daarmee de exploitatie van de school overgedragen aan de "Leidse Instrumentmakers Stichting". Naast die stichting is een tweede partij betrokken, de Stichting Vrienden van de LIS, met de status van erkend leerbedrijf. De Stichting Vrienden beheert de contractactiviteiten van de Vereniging, per januari 2012 onder de handelsnaam LisTop. Beide juridische eenheden, alsmede de Vereniging tot bevordering van de opleiding tot Instrumentmaker, wordt geconsolideerd.
Bestuurssamenstelling Het bestuur van de Leidse Instrumentmakers Stichting, is op 31 december 2012 als volgt samengesteld. Prof. Dr. J Schmidt (voorzitter) Dr. A. J. van Strien (plaatsvervangend voorzitter) Mw Dr. J.K. Katgert - Merkelijn (secretaris) Prof. Dr. P.H. Kes (penningmeester) De Raad van Toezicht van de Leidse Instrumentmakers Stichting bestaat op 31 december 2012 uit 8 leden.
B1
Grondslagen voor de jaarrekening Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Vreemde Valuta Voorzover van toepassing worden activa en passiva omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Koersverschillen welke ontstaan bij de omrekening worden aangemerkt als resultaat. Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva Algemeen Alle activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde , tenzij anders vermeld. Materiële vaste activa Gebouwen en Terreinen: De gebouwen en terreinen, waarvan in het kader van de OKF operatie het economisch claimrecht is verkregen zijn op het moment van overdracht (ingebruikname) gewaardeerd tegen de nominatieve restwaarde, zoals deze is bepaald bij de uitvoering van de OKF. Voor wat betreft de gebouwen is deze waarde verhoogd met de investeringen uit eigen middelen. De gebouwen en terreinen worden in de balans opgenomen volgens genoemde waardering onder aftrek van de jaarlijks toegepaste afschrijvingen van 3,33% voor gebouwen. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Inventaris en apparatuur: De aanwezige inventaris en apparatuur worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van de jaarlijks toegepaste afschrijvingen die zijn afgestemd op de geschatte levensduur van de betreffende activa en tijdsevenredig worden berekend. Als activeringsgrens voor de onder dit hoofd te plegen investeringen geldt vanaf 1 januari 2004 een bedrag van € 750,- per eenheid. De jaarlijkse afschrijvingspercentages bedragen voor: Automatisering, hard- en software Gereedschappen en meubilair Inventaris / verbouwing Machines t/m 2010 Machines vanaf 2011
% 33.33 20 10 6.66 5.00
Financiële vaste activa Deelneming: De deelneming in de Stichting Vrienden van de Leidse Instrumentmakerschool is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Bij deze deelneming worden overeenkomstige grondslagen van waardering en resultaatbepaling toegepast. De activiteiten van de deelneming bestaan uit de verkoop aan derden van gereedschappen en instrumenten die door cursisten van de Leidse Instrumentmakerschool in het kader van hun opleiding zijn vervaardigd. De kosten van huisvesting, materialen en van arbeid worden aan de Stichting Vrienden van de LiS doorbelast.
B1
Vlottende activa Liquide middelen: De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting. Passiva Personeelsbeloningen/pensioenen:
Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. Voorzieningen: Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening wordt aangehouden ter egalisatie van (grote) uitgaven in het kader van onderhoud aan het pand en de zich daarin bevindende installaties. Egalisatievoorziening: Uit ontvangen subsidies zijn machines gekocht, welke deels in 15 en deels in 20 jaar wordt afgschreven. De ontvangen subsidie valt, evenredig aan de afschrijving, vrij ten gunste van het resultaat. Grondslagen voor de resultaatbepaling Het exploitatiesaldo wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten. De baten en lasten worden, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde algemene grondslagen en grondslagen voor de waardering van activa en passiva, toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden slechts verantwoord voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in aanmerking genomen zodra deze voorzienbaar zijn. Grondslagen voor de consolidatie Tot en met 2009 werd de school geëxploiteerd door de Vereniging bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker en werd van die vereniging de enkelvoudige balans geconsolideerd. Met ingang van 1 januari 2010 wordt de school geëxploiteerd door de Leidse Instrumentmakers Stichting. beide zijn in de consolidatie opgenomen.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd. De deelnemingen zijn integraal geconsolideerd.
B2
B2
Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
1
Activa
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
Vaste activa 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
1.3.6
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Overige
1,893,933 423,920 50,732
1,990,614 469,540 61,622 2,368,585
2,521,776
0
12,674
2,368,585
2,534,450
Financiële vaste activa Effecten
Totaal vaste activa
Vlottende activa 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.8
1.7
Vorderingen Debiteuren Kortlopende vorderingen op OCW Omzetbelasting Overlopende activa
11,224 45,222 0 67,451
52,788 45,222 23,918 92,082 123,897
214,010
Liquide middelen
232,918
313,834
Totaal vlottende activa
356,815
527,844
2,725,400
3,062,294
Totaal activa
2
Passiva
2.1 2.1.1 2.1.2
Eigen vermogen Algemene reserve (publiek) Algemene reserve (privaat)
2012-12-31 EUR
1,044,187 4,187
Voorzieningen Onderhoud Voorziening egalisatie
2.4 2.4.3
Langlopende schulden Kredietinstellingen
1,238,088 3,001 1,048,374
Totaal vermogen
2.3 2.3.3 2.3.3
2011-12-31 EUR
371,288 111,481
1,241,089
354,899 126,033 482,769
813,929
480,932 918,060
813,929 2.5 2.5.1 2.5.3 2.5.4 2.5.7 2.5.8 2.5.10
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Ministerie van OCW Belastingen en premies soc verzekeringen Pensioenschulden Overlopende passiva
104,131 36,542 24,273 75,369 19,005 121,008
Totaal passiva
B3
918,060 104,131 37,667 21,685 66,252 16,257 176,221
380,328
422,213
2,725,400 1
3,062,294
B3
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2012 Uitkomst 2012 EUR
3 3.1 3.3 3.4 3.5
Baten Rijksbijdragen Les en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
1,729,610 3,060 143,797 221,085
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
1,464,057 171,484 253,184 352,997
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5 5.1 5.5
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo fin. baten en lasten
1,700,046 2,000 251,403 218,305 2,097,552
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Begroting 2012 EUR
Uitkomst 2011 EUR 1,781,927 6,450 72,368 373,021
2,171,754
1,414,703 159,716 201,000 280,600
2,233,766
1,406,398 172,446 264,807 376,846
2,241,722
2,056,019
2,220,497
-144,170
115,735
13,269
1,640 -50,185
3,500 -57,850
3,090 -55,247
-48,545
-54,350
-52,157
Resultaat
-192,715
61,385
-38,888
Nettoresultaat
-192,715
61,385
-38,888
Leidse Instrumentmakers Stichting, Namens de Raad van Toezicht,
Namens het bestuur,
J.W. van Vessem
Prof. Dr. P.H. Kes, Penningmeester.
B4
B4
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 2012 EUR
2011 EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Overige mutaties EV
Afschrijvingen (excl opbrengst bij verkoop) Mutaties egalisatierekening Mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen - Voorraden - Vorderingen - Kortlopende schulden
-192,715 0 -192,715
-38,888 0 -38,888
175,986 -14,552 16,389 177,823
172,446 106,483 35,239 314,168
0 90,113 -41,885 48,228
0 -22,959 11,764 -11,195 33,336
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
0 -22,795 12,674
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopend schulden Mutatie overige langlopende schulden
-104,131 0
0 -281,115 -523 -10,121
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
264,085
-99,131 80,000 -104,131
-19,131
-80,916
-36,684
313,834 -80,916
Eindstand liquide middelen
350,518 -36,684
232,918 232,918
B5
-281,638
313,834
B5
Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans per 31 december 2012
1.2
Materiële vaste activa
1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen Verbouwing
3,204,132 292,234 69,057
1,512,030 0 62,779
1,692,102 292,234 6,278
0 0 10,723
0 0 0
105,773 0 1,631
1,586,329 292,234 15,370
Totaal
3,565,423
1,574,809
1,990,614
10,723
0
107,404
1,893,933
Inventaris en apparatuur Machines Hardware Software
1,203,421 244,164 67,343
766,794 211,251 67,343
436,627 32,913 0
7,000 0 4,147
0 0 0
48,445 7,432 890
395,182 25,481 3,257
Totaal
1,514,928
1,045,388
469,540
11,147
0
56,767
423,920
Overige
461,290
399,666
61,622
925
0
11,815
50,732
5,541,641
3,019,863
2,521,776
22,795
0
175,986
2,368,585
1.2.2 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
1.2.3
Totaal materiële vaste activa
1.2.a
OZB en verzekerde waarden gebouwen
1.2.a.1 1.2.a.2
OZB waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen
1.3
Financiële vaste activa
Mutaties 2012 Aanschaf- Afschrijvin Boekwaarde Investerin Desinvest Afschrijving Boekwaard Afschrijvi waarde t/m g t/m 31-12- 31-12-2011 g 2012 e-ring 2012 e ng 2011 2011 2012 31-12-2012 percentag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR %
Boekwaard e 31-122011 EUR 1.3.6
Peildatum
Bedrag EUR 5,746,000 5,609,500
1 januari 2012 1 januari 2012
Investering 2012
EUR
Desinves- Herbelegd Boekwaarde tering dividend 31-12-2012 2012 EUR
EUR
EUR
Obligaties
12,674
0
12,674
0
0
Totaal
12,674
0
12,674
0
0
De effectenportefeuille is in 2012 verkocht. Hierbij is een voordelig resultaat van € 8.292 gerealiseerd, welk resultaat is opgenomen onder de overige baten.
VLOTTENDE ACTIVA 1.5
Vorderingen
2012-12-31 EUR
1.5.1 1.5.9
Debiteuren Af: Voorziening dubieuze debiteuren
15,774 -4,550
52,788 0
Totaal debiteuren
11,224
52,788
1.5.2 1.5.2.1
Kortlopende vorderingen op OCW Vakantietoelage
45,222
45,222
1.5.8
Overlopende activa 0
23,918
Omzetbelasting Overige overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Salarissen Te ontvangen leerlingbijdragen Nog te factureren (onderhanden werk) van Dijk incasso leerlingen Overige
2011-12-31 EUR
7,214 0 26,548 31,115 1,875 700
Totaal vorderingen
B6
6,050 400 0 36,230 27,978 21,424 67,452
92,082
123,898
214,010
3.33 0.00 20.00
div 33.33 33.33
div
1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Bank en girorekeningen
1,719 231,199
370 313,464
Totaal liquide middelen
232,918
313,834
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
Mutaties Bestemmi Overige ng Mutaties EUR EUR
Saldo 31-12-2011 EUR 2.1.1 2.1.2
Saldo 31-12-2012 EUR
Algemene reserve (publiek) Algemene reserve (privaat)
1,238,088 3,001
-193,901 1,186
0 0
1,044,187 4,187
Totaal algemene reserve
1,241,089
-192,715
0
1,048,374
Met ingang van 2008 dienen reserves en fondsen, naar de aard van de verkrijging, gesplitst te worden in Publieke- en Private gelden. Het eigen vermogen van de Vereniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker, is vanaf 2011 privaat.
2.3
Voorzieningen
Mutaties Dotaties Onttrekki 2012 ng 2012 EUR EUR
Saldo 31-12EUR 2.3.3.1 2.3.3.1
Vrijval Saldo 2012 31-12-2012 EUR EUR
Onderhoudsvoorziening Egalisatie Inventaris
354,899 126,033
60,000 0
43,611 4,352
0 10,200
371,288 111,481
Totaal voorzieningen
480,932
60,000
47,963
10,200
482,769
Onderhoudsvoorziening Ultimo 2010 is komen vast te staan dat de eerder geprognostiseerde herinirichting van het terrein waarop de LiS is gesitueerd wordt uitgesteld. Hierdoor is herziening van de onderhoudsvoorziening noodzakelijk aangezien het pand langer zal worden gebruikt dan eerst werd aangenomen. Volgens het in het onderhoudsplan 2007 opgenomen onderhoud, zal de dotatie tenminste € 60.000 per jaar moeten bedragen. Die dotatie heeft plaatsgevonden ten laste van de huisvestingskosten. Egalisatie Inventaris In de periode 2009-2011 zijn uit ontvangen subsidies machines gekocht. De ontvangen subsidie valt, evenredig aan de afschijving, vrij ten gunste van het resultaat. Van deze voorziening heeft ca € 55.000 betrekking op een periode langer dan 5 jaar in de toekomst. 2.4
Langlopende schulden
2.4.3
Kredietinstellingen
Mutaties Aangegane Aflossing lening o/g 2012 2012 EUR EUR
Saldo 31-122011 EUR
Bedrag boekwaar de 31-12EUR
Hypothecaire lening Rabobank Lening Rabobank
853,060 65,000
0 0
84,131 20,000
768,929 45,000
Totaal langlopende schulden
918,060
0
104,131
813,929
Inzake de financiering van het vereveningsbedrag, in het kader van de OKF betaald aan het ministerie van OCW, heeft de LIS op 20 februari 1998 een geldlening afgesloten bij de Rabobank Leiderdorp voor een bedrag van € 2.101.002,-. De lening heeft een looptijd van 25 jaar. De aflossing heeft plaats in 299 maandelijkse termijnen van € 7.010,90 en een slottermijn in 2023. Het aflossingsbestanddeel over 2013 ad € 84.131,- is gerubriceerd onder de kortlopende schulden. Per 1 april 2009 is de rente van deze hypotheek, middels een swap constructie gefixeerd op 4,19%, welke wordt verhoogd met een debiteuren opslag van 1,0%, met een looptijd tot april 2013. Per 1 april 2013 is de jaarrente vastgesteld op 1,29% (betaling per maand) met een maandelijks vast te stellen opslag, welke per 1 april 2013 is vastgesteld op 1,6% (betaling per kwartaal achteraf). In 2011 is een lening afgesloten van € 100.000 ter financiering van bij de Stichting Vrienden van de LIS aangeschafte machines. Aflossing in gelijke termijnen per kwartaal in 5 jaar, met een rente [rentevast periode 1 jaar] van 3,5% in 2012, thans 3,4%. De aflosing voor het komend boekjaar ad € 20.000 is opgenomen onder de kortlopende schulden.
B7
2.5
Kortlopende schulden
2.5.1
Kredietinstellingen
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
104,131
104,131
36,542
37,671
24,273
21,685
Dit betreft de aflossing van de hypotheek, alsmede aflossing van de lening in komend boekjaar 2.5.3
Crediteuren De post crediteuren bestaat uit handelscrediteuren.
2.5.4
Ministerie van OCW Vooruitontvangen subsidie
2.5.7 2.5.7.1 2.5.7.2
Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffingen Omzetbelasting
2.5.8
Pensioenschulden (ABP)
2.5.10
Overlopende passiva Te betalen adm/accountantskosten Vakantie- en bindingstoelage PZH Project Vooruitontvangen subsidie Vooruitontvangen tbv Donatiefonds Vrienden Overige
70,022 5,347
66,252 0 75,369
66,252
19,005
16,257
12,025 50,667 1,503 0 40,000 16,814
12,025 46,493 15,604 20,000 40,000 42,097 121,008
B8
176,221
B6
Niet uit de balans blijkende rechten, verplichtingen en regelingen. Huurovereenkomsten De instelling heeft een tweetal huurcontracten afgesloten met looptijden varierend van 3 tot 5 jaar. De jaarlijkse huurverplichting bedraagt ca € 3.000,-. Kredietfaciliteit In mei 2012 is met de Rabobank een financieringsovereenkomst aangegaan met een kredietplafond van maximaal € 10.000,-. De hiervoor jegens de bank afgegeven zekerheden betreffen: Verpanding van de inventaris alsmede een positieve/negatieve hypotheekverklaring. Omzetbelasting Aangezien de instelling deel uitmaakt van een fiscale eenheid voor de Omzetbelasting is zij hoofdelijk aansprakelijk voor de gezamenlijke belastingschuld van de in de fiscale eenheid opgenomen instellingen. Vennootschapsbelasting In 2009 is met de belastingdienst overeengekomen dat eens per 3 jaar aangifte Vennootschapsbelasting gedaan behoeft te worden, voor het eerst in 2012. Er is vrijstelling van het betalen van Vpb verleend. Voorziening BAPO Berekeningen middels het voorgeschreven model geven aan dat geen voorziening Bapo noodzakelijk is. Stichting Waarborgfonds BVE De instelling heeft in september 1997 een overeenkomst gesloten met de Stichting Waarborgfonds BVE, gevestigd te De Bilt. Uit de overeenkomst vloeit een latente verplichting van de instelling jegens het fonds voort van maximaal 2% van de in dat jaar ontvangen rijksbijdrage.
Lening Ter financiering van in 2011 aangekochte machines, is begin 2011 een lening afgesloten, groot € 100.000 bij de Rabobank. De aflossing vindt in gelijke kwartaal termijnen in 5 jaar plaats. De rente (één jaar vast) is voor 2012 vastgesteld op 3,5%, voor 2013 op 3,4%. Ter meerdere zekerstelling zijn de machines als onderpand verstrekt.
B7
Overzicht verbonden partijen Beslissende zeggenschap Juridische vorm
Statutaire zetel
Code aktiviteit
Eigen vermogen
Resultaat 2012
Stichting Vrienden van de LIS
Stichting
Leiden
1
138,366
-76,200
Vereniging tot bevordering van de opl tot Instrumentmaker
Vereniging
Leiden
1
4,187
1,186
In het verslagjaar hebben verder geen transacties met andere verbonden partijen plaats gevonden.
B9
Omzet 2012
Verklaring art 2:403 BW
Consolidatie
139,379
nee
ja
1,330
nee
ja
B8
Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten 2012
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 3.1.2
(Normatieve) Rijksbijdrage OCW - BVE Overige subsidies OCW
Uitkomst 2012 EUR 1,597,427 132,183 1,729,610
Begroting 2012 EUR 1,567,885 132,161
Uitkomst 2011 EUR 1,677,162 104,765 1,781,927
1,729,610
1,700,046
1,781,927
Totaal rijksbijdragen OCW
De Rijksbijdrage OCW-BVE is conform de met de beschikking van 20 september 2011, kenmerk 375989-1, toegekende rijksbijdrage, inclusief latere (prijs) aanpassingen 3.3
Les- en Examengelden
3.3.5
Examengelden
Uitkomst 2012 EUR 3,060
Begroting 2012 EUR 2,000
Uitkomst 2010 EUR 6,450
3,060 Totaal les en examengelden
3,060
6,450
2,000
3.4
Opbrengst werk derden
3.4.1
Gefactureerde werkzaamheden Nog te factureren op 1 januari
148,912 -36,230
113,900 -77,762
Nog te factureren op 31 december
112,682 31,115
36,138 36,230
Totaal opbrengst werk derden
143,797
3.5
Overige baten
3.5.5 3.5.6 3.5.6.2 3.5.6.2 3.5.6.3 3.5.6.4 3.5.6.5 3.5.6.6
Leerlingen (ouderbijdragen) Overige Doorberekende salariskosten Subsidie Universiteit Leiden Contributie vereniging Vrijval egalisatierekening inventaris Verkoop gereedschap /opbrengst leermiddelen Overige opbrengsten
Uitkomst 2012 EUR
6,450
Begroting 2012 EUR
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR
B10
72,368
Uitkomst 2011 EUR
2,168
11,550
18,450
218,917
0 70,000 0 6,000 118,555 12,200 206,755
14,203 97,900 1,305 10,552 120,435 110,176 354,571
221,085
218,305
373,021
0 69,900 1,330 14,552 92,502 40,633
Totaal overige baten
251,403
Uitkomst 2011 EUR
4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.2
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.3 4.1.3.2 4.1.3.3
Overige personele lasten Uitzendkrachten en inleners Overige personeelslasten Totaal overige personele lasten
4.1.4
Uitkomst 2012 EUR
1,392,203
1,064,738 117,181 129,498 1,311,417
80,703
12,500 10,000 22,500
53,722 41,259 94,981
0
0
0
1,464,057
1,414,703
1,406,398
33,159 47,544
Totaal personele lasten
Personele lasten naar kostendragers
4.1.a.1 4.1.a.2 4.1.a.3
DIR OP OOP
Uitkomst 2011 EUR
1,108,945 130,569 143,840 1,383,354
Uitkeringen (-/-)
4.1.a
Begroting 2012 EUR
2012 aantal FTE bedrag 1.0 97,375 10.1 917,944 12.9 368,035 24.0 1,383,354
2011 aantal FTE bedrag 1.0 93,167 10.9 810,616 11.4 407,634 23.3 1,311,417
Er zijn geen personen die in het kader van de "Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens" gemeld dienen te worden. 4.2
Afschrijvingen
4.2.2 4.2.2.1 4.2.3 4.2.4
Gebouwen Verbouwingen Inventaris en Apparatuur Overige materiële vaste activa Opbrengst verkopen machines
105,773 1,631 68,582 0 -4,502
105,700 0 54,016 0 0
105,780 1,197 48,191 17,278 0
Totaal afschrijvingen
171,484
159,716
172,446
4.3
Huisvestingslasten
4.3.2 4.3.3.1 4.3.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Verzekeringen Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Totaaal onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR 14,566
B11
Uitkomst 2011 EUR
14,000 40,000 20,000
14,016 60,000 33,321
90,907 69,905 37,057 40,750
75,000 12,000 40,000
71,913 44,623 40,934
253,184
201,000
264,807
60,000 30,907
Totaal huisvestingslasten
Uitkomst 2011 EUR
4.4
Overige instellingslasten
4.4.1
Administratie- en beheerslasten Accountant en administratiekantoor Overige beheerslasten Verzekeringen Kosten salarisadministratie Automatiseringskosten Contributies en abonnementen Examenkosten Kantoorkosten Huur apparaten Telecommunincatie Drukwerk / kopieerkosten Onderhoud machines Advieskosten 0
4.4.2
4.4.3
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Materialen Veiligheidsmiddelen Overige leerlingkosten
Overige Reklamekosten Representatiekosten Toevoeging Dubieuze Debiteuren / afboeking Kantinekosten Incassokosten bijdragen leerlingen Overige
Uitkomst 2012 EUR 28,667 5,679
Financiële baten en lasten
5.1 5.1.1 5.1.2
Financiële baten Rentebaten Overige financiële baten
5.5 5.5.1 5.5.2
Financiële lasten Rentelasten Overige financiële lasten
155,646
27,795 6,380 2,396 2,941 18,122 9,487 14,121 21,259 19,042 6,607 24,657 54,870 1,413 0 209,090
114,354
59,900 11,550 11,550 83,000
103,602 17,174 6,182 126,958
48,651
13,000 3,000 0 5,000 4,000 12,300 37,300
8,989 12,255 0 8,348 8,742 2,464 40,798
352,997
280,600
376,846
81,799 21,675 10,880
21,620 5,916 4,550 8,824 0 7,741
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR
9,622 0
Uitkomst 2011 EUR
9,622
3,500 0 3,500
2,811 279 3,090
58,167
57,350 500 57,850
53,732 1515 55,247
-48,545
-54,350
-52,157
57,279 888
Saldo financiële baten en lasten (last)
Uitkomst 2011 EUR
29,000 2,000 1,500 2,700 10,000 5,000 8,000 4,500 20,000 9,500 23,100 45,000 0 0 160,300
3,284 3,368 15,806 13,254 13,129 10,105 24,546 9,538 20,636 40,634 1,347 0
Totaal overige instellingslasten
5
Begroting 2012 EUR
Leidse Instrumentmakers Stichting Namens de Raad van Toezicht, Namens het bestuur,
J.W. van Vessem
Prof. Dr. P.H. Kes, Penningmeester.
B12
B9
Enkelvoudige balans per 31 december 2012
1
Activa
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
Vaste activa
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Overige
1,893,932 47,589 50,733
1,990,611 59,181 61,623 1,992,254
1.3 1.3.1 1.3.6
Financiële vaste activa Deelneming Effecten
142,553 0
Totaal vaste activa
2,111,415
217,567 12,674 142,553
230,241
2,134,807
2,341,656
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.8
Debiteuren Kortlopende vorderingen op OCW Verbonden partijen Overlopende activa
1.7
3,060 45,222 153,125 36,337
5,300 45,222 174,957 55,852 237,744
281,331
Liquide middelen
133,382
203,200
Totaal vlottende activa
371,125
484,531
2,505,932
2,826,187
Totaal activa
2
Passiva
2.1 2.1.1 2.1.2
Eigen vermogen Algemene reserve (Publiek) Algemene reserve (Privaat)
2012-12-31 EUR
1,044,187 4,187
Voorzieningen Onderhoud Overige voorzieningen
2.4 2.4.3
Langlopende schulden Kredietinstellingen
1,238,088 3,001 1,048,374
Totaal vermogen
2.3 2.3.3.1 2.3.3.2
2011-12-31 EUR
371,288 33,150
1,241,089
354,899 43,350 404,438
768,929
398,249 853,060
768,929 2.5 2.5.1 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.7 2.5.8 2.5.10
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Ministerie van OCW Verbonden partijen Belastingen en premies soc verzekeringen Pensioenschulden Overlopende passiva
84,131 20,020 24,273 0 70,022 19,005 66,740
Totaal passiva
B13
853,060 84,131 11,952 21,685 0 66,252 16,257 133,512
284,191
333,789
2,505,932
2,826,187
B10
Enkelvoudige staat van baten en lasten 2012
2012 EUR 3 3.1 3.3 3.5
Baten Rijksbijdragen Les en Examengelden Overige baten
1,729,610 3,060 287,991
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
1,464,057 134,958 237,839 262,047
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5 5.1 5.5
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo fin. baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 5.2
Resultaat deelnemingen
Exploitatieresultaat
2011 EUR
1,700,046 2,000 292,985 2,020,661
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
2012 EUR
1,781,927 6,450 388,508 1,995,031
1,385,983 142,700 159,445 204,305
2,176,885
1,405,822 139,954 261,313 289,809
2,098,901
1,892,433
2,096,898
-78,240
102,598
79,987
7,982 -47,443
1,500 -57,750
3,000 -51,786
-39,461
-56,250
-48,786
-117,701
46,348
31,201
-75,014
15,037
-70,089
-192,715
61,385
-38,888
B14
B11
Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans per 31 december 2012
1.2
Materiële vaste activa
1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen Verbouwing
3,204,132 292,234 69,057
1,512,030 0 62,779
1,692,101 292,234 6,278
0 0 10,723
0 0 0
105,773 0 1,631
1,586,328 292,234 15,370
Totaal
3,565,423
1,574,809
1,990,611
10,723
0
107,404
1,893,932
Inventaris en apparatuur Machines Hardware Software
559,699 244,164 67,343
533,431 211,251 67,343
26,268 32,913 0
0 0 4,147
0 0 0
7,417 7,432 890
18,851 25,481 3,257
Totaal
871,206
812,025
59,181
4,147
0
15,739
47,589
Overige
461,290
399,666
61,623
925
0
11,815
50,733
4,897,919
2,786,500
2,111,415
15,795
0
134,958
1,992,254
1.2.2 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
1.2.3
Totaal materiële vaste activa
Mutaties 2012 Aanschaf- Afschrijvin Boekwaarde Investerin Desinves- Afschrijving Boekwaard Afschrijvi waarde t/m g t/m 31-12- 31-12-2011 g 2012 tering 2012 e ng 2011 2011 2012 31-12-2012 percentag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR %
In het verslagjaar heeft een hergroepering van de activa plaats gevonden, waardoor de vergelijkende cijfers 2011 afwijken van de jaarrekening 2011. 1.2.a
OZB en verzekerde waarden gebouwen
1.2.a.1 1.2.a.2
OZB waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen
1.3
Financiële vaste activa Deelneming
1.3.1 1.3.1
Peildatum 1 januari 2012 aanslagjaar 2013 1 januari 2012
Boekwaard Investeringe Desinves- Resultaat Boekwaarde e n teringen 2012 31-12-2012 31-122012 2012 EUR EUR EUR EUR EUR
Deelneming Stichting Vrienden van de LIS Deelneming Ver. bev. opl. instrumentmakers
214,566 3,001
0 0
0 0
-76,200 1,186
138,366 4,187
Totaal
217,567
0
0
-75,014
142,553
Effecten
1.3.5 1.3.5.1
Bedrag EUR 5,746,000 5,609,500
Boekwaard e 31-12EUR
Investering Desinves- Herbelegd Boekwaarde 2012 tering dividend 31-12-2012 2012 EUR EUR EUR EUR
Effecten Obligaties
12,674
0
12,674
0
0
Totaal
12,674
0
12,674
0
0
De effectenportefeuille is in 2012 verkocht. Hierbij is een voordelig resultaat van € 8.292 gerealiseerd, welk resultaat is opgenomen onder de overige baten.
B15
3.33 10.00
6.67 33.33 20.00
div
VLOTTENDE ACTIVA 1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren Conform sub administratie
3,060
5,300
Totaal debiteuren
3,060
5,300
45,222
45,222
137,557 15,568 153,125
158,302 16,655 174,957
1.5.2 1.5.2.1
Kortlopende vorderingen op OCW Vakantietoelage
1.5.3
Verbonden partijen Stg Vrienden van de LIS Vereniging bev. Opl. Instrumentmakers
1.5.6
Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Provincie Zuid Holland Salarissen Boekhandel van Dijk Overige
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
7,214 26,548 0 1,875 700
Totaal vorderingen
6,050 0 400 27,978 21,424 36,337
55,852
237,744
123,029
1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Banken
1,719 131,663
370 202,830
Totaal liquide middelen
133,382
203,200
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
Mutaties 2012 Bestemming Resultaat Resultaat deelnemingen EUR EUR
Saldo 31-12-2011 EUR 2.1.1 2.1.2
2.3
EUR
Algemene reserve Publiek Algemene reserve Privaat
1,238,088 3,001
-117,701
-76,200 1,186
1,044,187 4,187
Totaal algemene reserve
1,241,089
-117,701
-75,014
1,048,374
Voorzieningen Saldo 31-12-2011 EUR
2.3.3.1 2.3.3.2
Saldo 31-12-2012
Dotaties 2012
Mutaties 2012 Onttrekking 2012
EUR
Vrijval 2012
EUR
EUR
Saldo 31-12-2012 EUR
Onderhoudsvoorziening Egalisatie Inventaris
354,899 43,350
60,000 0
43,611 0
0 10,200
371,288 33,150
Totaal voorzieningen
398,249
60,000
43,611
10,200
404,438
B16
Onderhoudsvoorziening Ultimo 2010 is komen vast te staan dat de eerder geprognostiseerde herinirichting van het terrein waarop de LiS is gesitueerd wordt uitgesteld. Hierdoor is herziening van de onderhoudsvoorziening noodzakelijk aangezien het pand langer zal worden gebruikt dan eerst werd aangenomen. Volgens het in het onderhoudsplan 2007 opgenomen onderhoud, zal de dotatie tenminste € 60.000 per jaar moeten bedragen. Die dotatie heeft plaatsgevonden ten laste van de huisvestingskosten. Egalisatie Inventaris In de periode 2009-2011 zijn uit ontvangen subsidies machines gekocht. De ontvangen subsidie valt, evenredig aan de afschijving, vrij ten gunste van het resultaat. Van deze voorziening heeft ca € 55.000 betrekking op een periode langer dan 5 jaar in de toekomst. 2.4
Langlopende schulden
2.4.3
Kredietinstellingen Saldo 31-12-2011 EUR Hypothecaire lening Rabobank
Mutaties 2012 Aangegane Aflossing lening o/g 2012 2012 EUR EUR
853,060
0
84,131
Saldo 31-1220112 EUR 768,929
Rente %
Looptijd
5.19
11 jaar
Inzake de financiering van het vereveningsbedrag, in het kader van de OKF betaald aan het ministerie van OCW, heeft de LIS op 20 februari 1998 een geldlening afgesloten bij de Rabobank Leiderdorp voor een bedrag van € 2.101.002,-. De lening heeft een looptijd van 25 jaar. De aflossing heeft plaats in 299 maandelijkse termijnen van € 7.010,90 en een slottermijn in 2023. Het aflossingsbestanddeel over 2013 ad € 84.131,- is gerubriceerd onder de kortlopende schulden. Per 1 april 2009 is de rente van deze hypotheek, middels een swap constructie gefixeerd op 4,19%, welke wordt verhoogd met een debiteuren opslag van 1,0%, met een looptijd tot april 2013. Per 1 april 2013 is de jaarrente vastgesteld op 1,29% (betaling per maand) met een maandelijks vast te stellen opslag, welke per 1 april 2013 is vastgesteld op 1,6% (betaling per kwartaal achteraf). Dezeovereenkomst loopt tot april 2020. 2.5
Kortlopende schulden
2012-12-31 EUR
2011-12-31 EUR
2.5.1
Kredietinstellingen Dit betreft de aflossing van de hypotheek in komend boekjaar
84,131
84,131
2.5.3
Crediteuren
20,020
11,952
24,273
21,685
De post crediteuren bestaat uit handelscrediteuren. 2.5.4
Ministerie van OCW Overlopende subsidie, conform model G
2.5.7 2.5.7.1 2.5.7.2
Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffingen Omzetbelasting
2.5.8
Pensioenschulden (ABP)
2.5.10
Overlopende passiva Te betalen adm/accountantskosten Vakantie- en bindingstoelage PZH Project Vooruitontvangen subsidie Overige
70,022 0
66,252 0 70,022
66,252
19,005
16,257
9,500 50,667 1,503 0 5,070
9,500 46,493 15,604 20,000 41,915 66,740
B17
133,512
B12
Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1
(Normatieve) Rijksbijdrage OCW Wachtgeld in rijksbijdrage
3.1.2
Overige subsidies OCW
Uitkomst 2012 EUR 1,597,427 0 1,597,427 132,183 1,729,610
Begroting 2012 EUR 1,567,885
1,729,610
1,700,046
Totaal rijksbijdragen OCW
1,567,885 132,161
Uitkomst 2011 EUR 1,623,270 53,892 1,677,162 104,765 1,781,927
1,781,927
De Rijksbijdrage OCW-BVE is conform de met de beschikking van 20 september 2011, kenmerk 375989-1, toegekende rijksbijdrage, inclusief latere (prijs) aanpassingen 3.1.2
Overige subsidies OCW
Uitkomst
Begroting
Uitkomst
2012 EUR
2012 EUR
2011 EUR
Omschrijving: Innovatiebox 2006-2011 Wachtgeld 2012 LGF - Rugzakfinanciering Salarismix Taal en rekenen Bekwaamheid en Professionalisering
0 52,144 6,000 45,401 17,000 11,638
Totaal overige subsidies OCW
3.3
Les- en Examengelden
3.3.5
Examengelden
132,183
Uitkomst 2012 EUR 3,060
53,760 3,000
75,401
132,161
Begroting 2012 EUR 2,000
34,975 0 8,597 55,253 5,940 0 0 104,765
Uitkomst 2011 EUR 6,450
3,060
Totaal les en examengelden
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.8 3.5.8.2 3.5.8.2 3.5.8.3 3.5.8.4 3.5.8.5 3.5.8.6
Ouder- en deelnemersbijdragen Overige Doorberekende salariskosten Subsidie Universiteit Leiden PZH project Vrijval voorzieningen Doorberekend aan leerlingen Overige opbrengsten
3,060
Uitkomst 2012 EUR
6,450
Begroting 2012 EUR 2,168
63,818 69,900 -106 10,200 92,502 49,509
74,680 70,000 6,000 118,555 12,200
287,991
B18
Uitkomst 2011 EUR
11,550
285,823
Totaal overige baten
6,450
2,000
18,450 104,015 97,900 0 6,200 120,435 41,508 370,058
292,985
388,508
4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.1.1
Lonen en salarissen Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2
4.1.3
Overige personele lasten Uitzendkrachten en inleners Overige personeelslasten Opleidingen Totaal overige personele lasten
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR
1,108,944 130,569 143,841 1,383,354 33,159 17,548 29,996
1,064,738 117,181 129,498 1,311,417
1,340,483 1,340,483
80,703
23,000 12,500 10,000 45,500
0
0
0
1,464,057
1,385,983
1,405,822
Uitkeringen (-/-)
Totaal personele lasten
Uitkomst 2011 EUR
Afschrijvingen
4.2.2 4.2.2.1 4.2.2.2 4.2.2.3
Gebouwen Verbouwingen Inventaris en Apparatuur Overige materiële vaste activa Herwaardering inventaris
105,773 1,631 27,554 0
105,700 0 37,000 0
105,780 1,197 15,699 17,278
Totaal afschrijvingen
134,958
142,700
139,954
Huisvestingslasten
4.3.2 4.3.3.1 4.3.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Verzekeringen Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Totaaal onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Doorbelaste huisvestingskosten
Begroting 2012 EUR
94,405
4.2
4.3
Uitkomst 2012 EUR
53,722 19,377 21,306
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR 14,566
60,000 30,907
Totaal huisvestingslasten
B19
14,000 40,000 20,000
Uitkomst 2011 EUR
Uitkomst 2011 EUR 14,016 60,000 33,321
90,907 69,905 37,057 40,750 -15,346
75,000 12,000 40,000 -41,555
93,321 71,913 44,623 40,934 -3,494
237,839
159,445
261,313
4.4
Overige instellingslasten
4.4.1
Administratie- en beheerslasten Accountant en administratiekantoor Overige beheerslasten Verzekeringen Kosten salarisadministratie Automatiseringskosten Contributies en abonnementen Examenkosten Kantoorkosten Huur apparaten Telecommunincatie Drukwerk / kopieerkosten Onderhoud machines Advieskosten
4.4.2
4.4.4
Uitkomst 2012 EUR 22,561 5,673 3,284 3,368 15,806 13,254 13,129 9,499 10,961 9,538 20,636 9,571 1,347
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Materialen Veiligheidsmiddelen Overige leerlingkosten
Overige Reklamekosten Representatiekosten Kantinekosten Incassokosten bijdragen leerlingen Overige
Financiële baten en lasten
5.1 5.1.1 5.1.2
Financiële baten Rentebaten Overige financiële baten
5.5 5.5.1 5.5.2
5.2
71,053 17,174 6,182
86,400
8,000 3,000 5,000 4,000
5,432 12,255 8,348 8,742 0
133,271
94,409
37,021
20,000
34,777
262,047
204,305
289,809
Begroting 2012 EUR
1,500
7,982 0 7,982
1,500
47,443
57,250 500 57,750
-39,461
-56,250
46,682 761
Resultaat deelnemingen
2,396 2,941 18,122 9,460 14,121 20,714 3,987 6,607 24,657 28,853 1,413
58,905 11,550 11,550 82,005
Uitkomst 2012 EUR
Saldo financiële baten en lasten
21,172 6,180
102,300
21,476 5,916 8,824 0 805
Financiële lasten Rentelasten Overige lasten
21,000 2,000 1,500 2,700 10,000 5,000 8,000 4,500 5,000 9,500 23,100 10,000 0
Uitkomst 2011 EUR
110,392
53,845 21,675 10,880
Totaal overige instellingslasten
5
Begroting 2012 EUR
Uitkomst 2012 EUR
Begroting 2012 EUR
Uitkomst 2011 EUR
2,721 279 3,000
50,860 926 51,786
-48,786
Uitkomst 2011 EUR
Resultaat Stichting Vrienden van de LIS
Publiek
-76,200
15,037
-71,055
Resultaat Vereniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker
Privaat
1,186
0
966
-75,014
15,037
-70,089
B20
C1
Controleverklaring
B21
pagina 2 invoegen
B22
C2
(Voorstel) Bestemming van het exploitatiesaldo Voorgesteld wordt het negatieve exploitatiesaldo als volgt te muteren in het eigen vermogen: Publiek 2012 EUR
Privaat 2012 EUR
Eigen vermogen per aanvang boekjaar Verrekening exploitatiesaldo
1,238,088 -193,901
3,001 1,186
1,241,089 -192,715
Eigen vermogen per ultimo boekjaar
1,044,187
4,187
1,048,374
Dit voorstel, dat nog goedgekeurd dient te worden door het bestuur, is voorshands in de jaarrrekening verwerkt. C3
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen te vermelden gebeurtenissen na balansdatum.
D
Totaal 2012 EUR
Gegevens over de rechtspersoon
Bestuursnummer Naam instelling
2012 41894 Leidse Instrumentmakers Stichting
Adres Postcode / Plaats Telefoon Fax E-mail Internet-site
Einsteinweg 61 2333 CC Leiden 071-5681169 071-5681160
[email protected] http://www.lis-mbo.nl/
Contactpersoon Telefoon Fax E-mail
De heer ing. D.W. Harms (Directeur) 071-5681169 071-5681160
[email protected]
Brin Naam Sector
02OV Leidse Instrumentmakers School BVE
B23
G.
Geoormerkte doelsubsidies OCW.
1
Geoormerkt en aflopend op 31-12-2012. Omschrijving
LGF 2011/2012
Jaar en kenmerk
BEK-11/52143
Salarismix 2012 bek11/79639 Bekwaamheid en prof. 466988-1 Prestbeurs schoolverlaters 483849-1 Extra groeisubsidie
OND/ODB12/45843U
Totaal aflopend 2
Besteed t/m 2011
Saldo Ontvange 01-01- n in 2012 2012 EUR EUR
T.b.v. exploitatie
T.b.v. invest.
EUR
EUR
Saldo 31-122012 EUR
EUR
EUR
EUR
11,991
11,991
5,991
6,000
0
6,000
0
0
45,401 11,638 10,000
0 0 0
0 0 0
0 0 0
45,401 11,638 10,000
45,401 11,638 0
0 0 0
0 0 10,000
200,000
0
0
0
200,000
200,000
0
279,030
11,991
5,991
6,000
267,039
63,039
200,000
10,000
Bedrag Ontvangen toewijzing t/m 2011
Besteed t/m 2011
Saldo Ontvange 01-01- n in 2012 2012 EUR EUR
T.b.v. exploitatie
T.b.v. invest.
EUR
EUR
Saldo 31-122012 EUR
Geoormerkt en doorlopend na 2012 Omschrijving
Taal en rekenen 2010 Taal en rekenen 2011 Taal en rekenen 2012 Totaal doorlopend
3
Jaar en kenmerk
BEK09/133303 BEK-10/90541 BEK-11/79639
Samenvatting
1 2
H.
Bedrag Ontvangen toewijzing t/m 2011
EUR
EUR
EUR
0
16,626
15,716
910
0
910
0
0
14,775
14,775
0
14,775
0
502
0
14,273
15,588 30,363
0 31,401
0 15,716
0 15,685
15,588 15,588
15,588 17,000
0 0
0 14,273
Bedrag Ontvangen toewijzing t/m 2010
Besteed t/m 2010
Saldo Ontvange 01-01- n in 2011 2011 EUR EUR
T.b.v. exploitatie
T.b.v. invest.
EUR
EUR
Saldo 31-122011 EUR
EUR
EUR
EUR
Aflopend Doorlopend
279,030 30,363
11,991 31,401
5,991 15,716
6,000 15,685
267,039 15,588
63,039 17,000
200,000 0
10,000 14,273
Totaal
309,393
43,392
21,707
21,685
282,627
80,039
200,000
24,273
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders. Uitkomst 2012 EUR Directie ing. D.W. Harms, directeur
Begroting 2012 EUR 97,375
Bestuur en Raad van Toezicht Geen beloningen.
B24
96,762
Uitkomst 2011 EUR 93,167