Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus 2014-2017
Inhoud: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1. Contactgegevens 2.2. Onderwijsvisie / schoolconcept 3. Basisondersteuning 3.1. Begripsomschrijving 3.2. Preventieve en lichte curatieve interventies 3.2.1 Vroegtijdige signalering van leer-, opgroei-, en opvoedingsproblemen. 3.2.2 Zorg voor veilig schoolklimaat 3.2.3 Aanpak gericht op sociale veiligheid 3.2.4 Aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie 3.2.5 Afgestemd aanbod voor kinderen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie 3.2.6 Documentatie 3.2.7 Toegankelijkheid schoolgebouw 3.2.8 Calamiteiten 3.3. Onderwijsondersteuningsstructuur 3.3.1 Overzicht van samenwerkingsrelaties van de school 3.3.2 Expertise binnen de school 3.4. Planmatig werken op basis van de 1-zorgroute 4. Extra ondersteuning: Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1. Deskundigheid 4.2. Voorzieningen 4.3. Aandacht en tijd 4.4. Gebouw 4.5. Samenwerking met partners 5. Grenzen aan het onderwijs 6. Conclusie en ambities
Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
1
1. Inleiding Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van Brede school Omnibus. Dit is het beleidsplan waarin omschreven wordt welke mogelijkheden onze school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. In de systematiek van Passend Onderwijs wordt geld vrijgemaakt voor het voorzien in onderwijsbehoeften. Dat betekent dat het onderwijsaanbod voor specifieke onderwijsbehoeften in kaart gebracht moet worden. In welke ondersteuning zijn wij goed en willen we ons blijvend professionaliseren is de leidende vraag. De inhoud van dit document kenmerkt zich daarom door een handelingsgerichte werkwijze, gebaseerd op de laatste inzichten met betrekking tot leerling ondersteuning. Vanuit de volgende centrale vragen is dit document opgesteld: - Hoe past het aanbod van onze school bij de onderwijsbehoefte van een leerling; welke aanvullende ondersteuning is nodig? - Valt de inspanning van onze school onder extra ondersteuning en komt die in aanmerking voor middelen uit het ondersteuningsbudget? De vraag van de leerling staat centraal binnen de context van de school- (de klas/groep) en thuissituatie. Dit is een document dat gebruikt wordt om als school kritisch te kijken of onze school voldoet aan de basisondersteuning en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning er zijn. Professionalisering van de school zal mede bepaald worden op grond van de ambities die zij zichzelf stelt.
Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
2
2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens: Brede School Omnibus Pandora 8 1183 KK Amstelveen Tel. nr. 020 6419271 Directeur: Anne-Marie de Smalen
[email protected] Intern begeleider: Niesje van Mourik
[email protected] 2.2 Visie van Brede school Omnibus In de Nederlandse samenleving leven veel culturen en geloven in vrijheid naast elkaar. Ook in de wijk Kostverloren/Bankras in Amstelveen, waar Brede School Omnibus staat, is dit het geval. De kinderen op onze school zijn kinderen uit de buurt. Zij hebben heel verschillende achtergronden. Wij willen hen allemaal maximaal mogelijkheden tot ontwikkeling bieden en hen prikkelen nieuwsgierig te zijn en te leren door te ontdekken. Kinderen in Nederland krijgen op jonge leeftijd te maken met veel keuzemogelijkheden. Zij worden ongeacht hun achtergrond steeds meer beïnvloed door technische vernieuwingen, media en anderen. Ook hebben veel ouders een druk bestaan, waarbij zij voor hun kinderen gebruik maken van opvang. In deze omgeving is Brede School Omnibus een school, die niet alleen kwalitatief goed en uitdagend onderwijs biedt en inspeelt op vernieuwingen, maar ook bijdraagt aan de opvoeding en vorming van kinderen. In samenwerking met de partners van onze brede school leren wij de kinderen in deze drukke moderne wereld door middel van rust, regelmaat en duidelijkheid overzicht te houden. Het ontwikkelen van een eigen verantwoordelijkheid en het besef van de consequenties bij gemaakte keuzes hoort hierbij. Wij staan voor: Samen in de brede school (onderwijs en opvang) vanuit betrokkenheid de kinderen maximaal ontwikkelingskansen bieden, zorgen voor hun welzijn, hen uitdagen nieuwsgierig te zijn en te willen ontdekken, verantwoording te nemen voor eigen ontwikkeling en eigen keuzes met respect voor elkaar. Brede School Omnibus is een kleine school, waar de kinderen, de leerkrachten en de ouders elkaar goed kennen. De school biedt een basis, waarbij kinderen geborgenheid, rust en zekerheid ervaren en zich individueel en ook samen met hun groepsgenootjes kunnen ontwikkelen tot gelukkige en zelfstandige volwassenen. De betrokkenheid van de ouders bij de school is uit dit oogpunt van groot belang.
3. Basisondersteuning Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
3
De basisondersteuning bestaat uit een aantal aspecten, waarover binnen het samenwerkingsverband Amstelronde inhoudelijke afspraken zijn gemaakt. Wij maken deel uit van dit samenwerkingsverband. Alle leerlingen op Brede School Omnibus verdienen onze volledige ondersteuning en aandacht. Ieder kind heeft zijn unieke persoonlijkheid en een eigen behoefte om te spelen en te leren. De meeste leerlingen leren op een regelmatige, gemiddelde manier. Sommige leerlingen hebben een langere tijd nodig om iets te kunnen leren. Er zijn ook leerlingen die maar weinig uitleg nodig hebben om grote leerstappen te kunnen maken. Wij hebben als taak om ons onderwijs zo in te richten dat elk kind zo goed mogelijk tot zijn/haar recht komt, ongeacht de verschillende leermogelijkheden van onze leerlingen. Wij willen uw kind goed ondersteunen. Dit doen wij door de sfeer in onze klas zo te maken, dat elk kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Wij zien dit als een voorwaarde om tot leren te komen. Daarnaast stellen we alles in het werk om ons vak als leerkracht zo goed mogelijk te doen. Voor sommige kinderen is dit niet genoeg. Zij vragen meer van ons dan helder onderwijs, zij vragen extra ondersteuning. Wij willen zoveel mogelijk (binnen onze mogelijkheden) tegemoet komen aan deze ondersteuning. In dit ondersteuningsplan willen wij graag duidelijk maken hoe wij de ondersteuning vormgeven. In onderwijsland worden veel termen en afkortingen gehanteerd, die mogelijk onduidelijk voor u als ouder kunnen zijn. Wij hopen in dit ondersteuningsprofiel enige duidelijkheid te scheppen en zullen dan ook één en ander uitleggen. Hieronder volgt gelijk een korte toelichting op vier partijen binnen de school: de leerkracht, de intern begeleider, de ouder en de directeur. 3.1 Begripsomschrijving De leerkracht De belangrijkste taak binnen onze school is weggelegd voor de leerkracht. Hij/zij draagt zorg voor de ontwikkeling van de leerlingen binnen zijn/haar groep. De leerkracht stemt voortdurend zijn/haar handelen af op wat de leerling van hem/haar vraagt. In onderwijstermen: de leerkracht stelt de onderwijsbehoeften van de leerling vast en past zijn eigen handelingsrepertoire hierop aan. De intern begeleider (IB-er) De IB-er heeft de coördinatie van de ondersteuning in handen. Een leerkracht, ouder en/of kind kunnen de IB-er met vragen benaderen als ze zich zorgen maken over een bepaalde leersituatie. Daarnaast is de IB-er de schakel tussen de school en de externe ondersteuning. De ouders Binnen de school zien wij de ouders als een belangrijke partner. Ouders zijn ervaringsdeskundigen wat betreft hun kind en kunnen ons als onderwijsdeskundigen belangrijke, aanvullende informatie geven. De directeur De directeur is eindverantwoordelijke voor wat er in de school gebeurt, dus ook voor de leerlingenzorg binnen de school. De directeur wordt in een structureel overleg geïnformeerd door de IB-er over de stand van zaken binnen de leerlingenzorg. 3.2
Preventie en lichte curatieve interventies
Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die Brede School Omnibus biedt, al dan niet in samenwerking met onderwijspartners. In dit hoofdstuk wordt een opsomming gegeven van interventies die bij de basisondersteuning horen. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
4
3.2.1
Vroegtijdige signalering van leer-, opgroei- en opvoedingsproblemen.
Ouders kunnen hun kind aanmelden bij onze school. Zij zullen dan worden uitgenodigd door de directeur voor een kennismakingsgesprek. Ouders worden rondgeleid door de school, zodat zij een indruk krijgen van de school en hoe er gewerkt wordt. Ouders kunnen vragen stellen. Tevens kan de directeur aan ouders vragen stellen om relevante informatie over hun kind te krijgen. Bij definitieve inschrijving zal de nieuwe leerling uitgenodigd worden (5 /6 weken voordat hij/zij vier jaar wordt) om alvast eens te komen wennen. Vanaf de leeftijd van vier jaar gaat de leerling dan werkelijk naar school. Voor kinderen die vanuit De Stoel (kindcentrum) instromen, volgt dezelfde procedure als hierboven beschreven staat. Daarbij vindt er een interne overdracht plaats, die eerst met ouders is besproken. Bij leerlingen die op een latere leeftijd instromen, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing, wordt er naast een kennismakingsgesprek met ouders, ook door de intern begeleider met de leerling gewerkt. Dit is om een eerste indruk te krijgen van de onderwijsbehoeften van de leerling en indien nodig, op deze wijze in te kunnen schatten of wij als school hieraan tegemoet kunnen komen. Tevens zal er contact worden opgenomen met de oude school om informatie op te vragen. Zo krijgen wij een helder beeld van de beginsituatie van de leerling en kan er een goede start gemaakt worden. Als laatste kunnen er ook kinderen vanuit het buitenland binnen stromen, die het Nederlands (nog) niet beheersen. Bij hen wordt door de intern begeleider gekeken naar het rekenniveau. Uiteraard is ook de leeftijd een criterium om te kijken in welke groep deze leerling kan worden geplaatst. In de klas zal er een intensief taalaanbod zijn voor de leerling. In de meeste gevallen kan de leerling 2 dagen per week naar de externe nieuwkomersklas. Het doel is om de leerling zodanig te helpen dat hij/zij in staat zijn om het onderwijs succesvol te (ver)volgen. 3.2.2 Zorg voor veilig schoolklimaat Kinderen hebben recht op onderwijs en de school heeft de verplichting goed onderwijs te bieden. Een veilig schoolklimaat begint met een fysiek kindvriendelijk gebouw en geschikte leermiddelen. Brede School Omnibus wordt jaarlijks gecontroleerd op veiligheid. Er wordt gekeken naar onder andere brandveiligheid, veilige speeltoestellen, luchtklimaat. Dat is de letterlijke zin van een veilig klimaat. Met veilig klimaat wordt ook bedoeld dat kinderen zich veilig voelen en zichzelf durven en kunnen zijn door onze pedagogische- en didactische werkwijze. Wanneer kinderen het naar hun zin hebben en zich dus gerespecteerd en geaccepteerd voelen, komen ze het beste tot ontplooiing. Dit is een voorwaarde om tot leren te komen. Onze didactiek is gericht op het jaarklassensysteem met daarbinnen drie leerniveaus. Het directe instructie model is leidend en het klassenmanagement is hierop afgestemd. We werken met groepsplannen voor de verschillende vakken. In de schoolgids kunt u hierover meer informatie vinden. Onze pedagogiek is gebaseerd op De Vreedzame School. Onder punt 3.2.3 leest u daar meer over. 3.2.3 Aanpak gericht op sociale veiligheid Vanaf augustus 2013 voeren wij de aanpak De Vreedzame School in. Samen met de buitenschoolse opvang (BSO) en het kinderdagverblijf (KDV) werken wij aan democratisch burgerschap. Het is belangrijk om van jongs af aan al te leren hoe je goed met elkaar om Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
5
kunt gaan waarbij respect en acceptatie een grote rol spelen. De Omnibus is een oefenplaats, goed burgerschap kun je leren! 3.2.4 Aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie Dyslexie In groep 2 t/m 4 volgen we het protocol Leesproblemen en Dyslexie. We volgen dus gericht de leesontwikkeling en wanneer een leerling achterblijft, dan kan in groep 4 gedacht worden aan een dyslexie-onderzoek. Dyslexie wordt vastgesteld naar aanleiding van een (extern) onderzoek en daarbij kan er een dyslexie-verklaring worden afgegeven. In overleg met ouders bespreken we welke ondersteuning de leerling nodig heeft. Met deze verklaring kan de leerling gebruik maken van enkele faciliteiten bij bepaalde toetsen. Dyscalculie Dyscalculie is het hardnekkig problemen hebben met rekenen (rekenstoornis), waarbij het niets te maken heeft met een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. Net als dyslexie wordt ook dyscalculie doormiddel van (extern) onderzoek vastgesteld. Er wordt bij ons op school gekeken wat nodig is voor de leerling en is er geen standaard maatwerk. We kunnen hulpmiddelen inzetten. 3.2.5 Afgestemd aanbod voor kinderen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie Uit (extern) onderzoek kan blijken dat een leerling meer- of hoogbegaafd is. Dit betekent onder andere dat hij/zij een IQ (intelligentie quotiënt) heeft van 130 of hoger. Deze leerlingen kunnen gemakkelijk de lesstof aan en hebben verdiepende en verbrede leerstof nodig. Dit wordt zo veel mogelijk gegeven binnen de eigen groep van deze leerling. Mocht blijken dat op verschillende gebieden (sociaal-emotioneel, cognitief, werkhouding) de leerling meer dan een jaar voorsprong heeft, dan kan worden overwogen of de leerling beter op zijn plek is in de volgende groep. Er zou dan een mogelijkheid tot versnellen kunnen zijn. Dit overleggen we altijd met ouders. Een leerling die hoge intellectuele capaciteiten heeft, gecombineerd met een grote mate van creativiteit, een groot doorzettingsvermogen en een grote exploratiedrang heeft soms een andere begeleiding nodig. Kenmerken van hoogbegaafde leerlingen zijn onder andere een grote verbale vaardigheid, een sterk analytisch vermogen, vindingrijkheid bij het vinden van oplossingen, een goed geheugen, een hoog leertempo en een grote algemene ontwikkeling. In bovenstaande gaan we er vanuit dat de leerling evenwichtig ontwikkelt. Meer- en hoogbegaafde leerlingen die onderpresteren, leerstoornissen hebben of op een andere manier zich niet naar verwachting ontwikkelen, krijgen expliciet aandacht. Versnellen Zoals hierboven al beschreven kan er sprake zijn van versnellen als de leerling op verschillende gebieden (sociaal-emotioneel, cognitief, werkhouding) meer dan een jaar voorsprong heeft. Naast dit criterium wordt ook gekeken naar de desbetreffende omstandigheden van dat moment, zoals bijvoorbeeld de schoolorganisatie( hoeveel leerlingen met extra ondersteuning zitten er al in de groep), leerling kenmerken (is de leerling flexibel genoeg om in een nieuwe groep te starten) en eventueel gezinssamenstelling (zit er al broer of zus in de klas). In overleg met ouders worden de afwegingen benoemd en maakt de school een beslissing. Plusgroep Wanneer meerbegaafde kinderen een grotere/andere leerbehoefte hebben dan in de groep geboden kan worden, kan er een overweging gemaakt worden om in een plusgroep te komen. In een plusgroep wordt extra uitdaging geboden in lesstof aan leerlingen die meer nodig hebben dan alleen de lesstof in de reguliere groep. De leerkracht geeft, na overleg met Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
6
ouders, in overleg met IB-er en directeur aan of leerlingen in aanmerking komen voor de plusgroep. Daarna zoeken we met elkaar naar de juiste begeleiding. Extra onderwijsbehoefte binnen de reguliere leerstof Leerlingen die een extra ondersteuningsbehoefte binnen de reguliere leerstof hebben, worden tijdens de dagelijkse lessen begeleid door de groepsleerkracht. Door het klassenmanagement goed uit te voeren, is er mogelijkheid tot directe effectieve instructie in een kleinere groep. Doubleren Een leerling doubleert wanneer hij sociaal-emotioneel niet goed kan functioneren met leeftijdsgenootjes, een leerachterstand van meer dan een half jaar heeft en de verwachting bestaat dat met een extra jaar de achterstand wordt ingelopen en de leerling de volgende jaren goed kan doorlopen. Er wordt naar de leerling in zijn geheel gekeken (cognitief, sociaal-emotioneel, werkhouding, interactie met omgeving, motorische ontwikkeling), dus de leeftijd is niet bepalend. De leerkracht en de intern begeleider overleggen uitgebreid met ouders en samen komen we tot de juiste beslissing. Een leerling doubleert maximaal één keer in de schoolloopbaan. Aanpassingen die in de schoolloopbaan nodig zijn, worden in een ontwikkelingsperspectief vastgelegd (zie hieronder). Ontwikkelingsperspectief (OPP) Een leerling doubleert niet als blijkt dat de zwakke leerprestaties overeenstemmen met de beperkte capaciteiten van de leerling. Doubleren zou op de lange termijn geen meerwaarde hebben. Wanneer er binnen de groep, ondanks de beperkte capaciteiten van deze leerling, wel kan worden voldaan aan de onderwijsbehoeften en de leerling dus niet naar het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO) hoeft worden verwezen, wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld (OOP). Dit is een individueel plan (zoals het individueel handelingsplan, maar dan voor de langere termijn) met de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde, langere periode (maximaal een jaar). Een OPP wordt opgesteld als de inschatting is dat de leerling niet het niveau van eind groep 7 gaat halen voor één of meerdere vakken. In de voorgaande jaren is met ouders besproken dat hun kind een leerachterstand heeft en zijn er in ieder geval individuele handelingsplannen gemaakt. Vaak is er ook een onderzoek verricht, waaruit is gebleken dat de leerling over beperkte capaciteiten beschikt. Deze uitslag betekent zeker niet altijd doorverwijzing naar het SBO of SO. Leerlingen met een OPP stromen vaak uit naar het voorgezet onderwijs in de richtingen Praktijkonderwijs of een beroepsgerichte leerweg VMBO met eventueel leerwegondersteuning (LWOO). Medische indicatie Er zijn leerlingen met een medische indicatie op Brede School Omnibus. Per leerling wordt gekeken of hij/zij voldoende zelfredzaam is en in hoeverre medische zorg nodig is. Het moet bovenal veilig zijn voor de leerling op onze school. Eveneens wordt gekeken naar kindfactoren (leervermogen, gedrag, werkhouding, motoriek) om te kunnen beslissen of wij de leerling kunnen plaatsen. Daarnaast wordt gekeken naar praktische zaken. Er is geen lift in ons gebouw, maar wel bijvoorbeeld een invalidentoilet. 3.2.6 Documentatie Ter verantwoording naar onszelf, maar ook naar ouders en inspectie, is Brede School Omnibus verplicht om de ontwikkeling van haar leerlingen te documenteren. Dit gebeurt tweeledig: op papier (het dossier) en elektronisch via het computerprogramma Esis. Het dossier Op school wordt van iedere leerling een papieren dossier gevormd. Hierin staan zaken als de algemene leerling gegevens, kopie van het rapport van de leerling, verslaglegging van Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
7
bijvoorbeeld een leerlingenbespreking, een oudergesprek, eventuele onderzoeksverslagen en handelingsplannen. Het dossier dient als een soort back up van wat er in de schoolloopbaan van de leerling gebeurd is. De school is verplicht om de dossiers minimaal 3 jaar nadat de leerlingen de school hebben verlaten te bewaren. Ouders kunnen het dossier inzien nadat zij een afspraak met de IB-er hebben gemaakt. Esis Eveneens wordt er van iedere leerling een elektronisch dossier gevormd. Binnen ons bestuur wordt gewerkt met het computerprogramma Esis. Hierin zijn eveneens dezelfde kopjes te vinden zoals algemene leerling gegevens, verslaglegging en een individueel handelingsplan. Echter, een digitaal programma heeft meer mogelijkheden en biedt meerdere toepassingen. Zo worden ook alle leerresultaten van de leerlingen hierin ingevoerd. Dit wordt het leerlingvolgsysteem genoemd en speelt een belangrijke rol binnen het onderwijs. Leerlingvolgsysteem (LVS) Zoals hierboven omschreven worden in een LVS alle leerresultaten van een leerling geregistreerd. Hiermee kan feitelijk worden bekeken hoe de ontwikkeling van de leerling verloopt op de verschillende leergebieden. Met het LVS kunnen gemakkelijk analyses en grafieken worden getoond, waardoor snel inzichtelijk wordt gemaakt hoe de ontwikkeling verloopt. Tevens biedt het LVS de mogelijkheid voor de school om op groeps- en schoolniveau te kijken naar de resultaten. Hieruit kunnen conclusies worden getrokken, die aanpassingen in het onderwijs kunnen betekenen. 3.2.7 Toegankelijkheid schoolgebouw Het gebouw van de Omnibus is niet geschikt voor het gebruik van rolstoelen i.v.m. een verdieping en een trap. 3.2.8 Calamiteiten Op school is een calamiteitenplan aanwezig. Dit plan bevat o.a. protocol rouwverwerking ontruimingsplan pestprotocol protocol medicijnverstrekking gezondheidsrisico’s op de basisschool (uitgave van de GG&GD) afspraken over communicatie bij noodsituaties 3.2 Onderwijs ondersteuningsstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die we op Brede School Omnibus hebben om ondersteuning te bieden. U leest in dit hoofdstuk hoe dat georganiseerd is en met welke onderwijs partners dat georganiseerd wordt. Binnen onze school proberen we zo veel mogelijk te werken volgens de uitgangspunten van handelingsgericht werken. 1. Onderwijsbehoeften staan centraal; wat heeft de leerling nodig om te kunnen leren? 2. We handelen planmatig en transparant. Daarnaast is er verslaglegging en communicatie tussen de betrokkenen belangrijk. 3. Doelgericht werken; waar willen we naartoe, wat is ons doel en wat hebben we nodig om dat te bereiken? 4. Kinderen ontwikkelen zich in een context( school, thuis, buiten). 5. Samenwerken is belangrijk; ouders, school en kind zijn betrokken bij het onderwijs. 6. Aandacht voor positieve kenmerken; aandacht voor positieve aspecten. Deze structuur van ondersteuning wordt de 1-zorgroute genoemd. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
8
3.3.1 Overzicht van samenwerkingsrelaties van de school Bureau Jeugdzorg Adres: Tel:
Mr. P.J.M. Aalberselaan 4 1181 XJ Amstelveen 020-5435 300
Schoolmaatschappelijk werk/Altra Brede School Omnibus wordt ondersteund door de schoolmaatschappelijk werker mevrouw Naime Akar. Mevrouw Naime Akar is meerdere dagen in de maand op school aanwezig. Voor verder contact kunt u bij de intern begeleider een afspraak maken.
G.G.D. Amstelland en de Meerlanden Adres: Laan van de Helende Meesters 4 Postadres: Postbus 752 1180 AT Amstelveen Jaarlijks worden de leerlingen uit groep 1/2 opgeroepen voor een screening van ogen, oren, lengte en gewicht. Leerlingen uit groep 7 krijgen een PGO (Preventief Gezondheids Onderzoek). Hierbij wordt gelet op: lichamelijke groei en ontwikkeling, gezondheid, opvoeding en sociale contacten. Wat biedt de GGD ? - advies bij lichamelijke problemen, zorgelijk gedrag en vragen over opvoeding - indien nodig verwijzing naar de schoolarts Voor onze school is de contactpersoon: Mevr. Marissa Schlick (Sociaal verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg) Kinderfysiotherapie Voor kinderen met stoornissen in de zowel grove als de fijne motorische ontwikkeling verwijst de schoolarts naar een instituut voor fysiotherapie. De kinderen worden daar geobserveerd en als het nodig is wordt een functietrainingsprogramma geadviseerd. Logopedie In overleg met de leerkracht en de intern begeleider kan er een logopedische screening aangevraagd worden. Dit geldt niet voor leerlingen die al bij een logopediste behandeld worden. Onderwijsinspectie Het adres van de inspectie is: Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl School advies- en begeleidingdienst Onze school wordt, m.b.t. onderwijskundige zaken en leerling-zorg, begeleid door Onderwijs Advies. De begeleiding bestaat o.a. uit het verzorgen van cursussen, teambegeleiding bij het invoeren van nieuwe projecten en advies en onderzoek van leerlingen. Het adres is: Onderwijs Advies Planetenweg 115 2132HL Hoofddorp telefoon 023 - 5100000 Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
9
Elke school heeft een eigen schoolbegeleider. Onze schoolbegeleider is mevrouw Chantal Smit. 3.3.2 Expertise binnen de school Binnen Brede School Omnibus zijn verschillende expertises. Door de grote aanwezigheid van leerlingen met een andere moedertaal dan de Nederlandse hebben we ons gespecialiseerd op taal. Ons taalaanbod is gericht op het uitbreiden van de woordenschat. We betrekken indien mogelijk ouders en/of verzorgers bij ons onderwijs. Er is een VVE coördinator, een taalspecialist die de taalwerkgroep aanstuurt en een rekenspecialist voor de werkgroep rekenen. De Vreedzame School Met ons team en de medewerkers van De Stoel volgen we een twee jarig traject om de pedagogische leerlijn van De Vreedzame School te implementeren. VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie wordt vormgegeven door de leerlijn Ko Totaal, een taalprogramma van peuter tot en met groep 2. Verteltassen Verteltassen worden ingezet ter bevordering van de taalontwikkeling en ouderbetrokkenheid. De verteltassen worden ingezet van peuter t/m groep 3. Taalspecialist Een taalbeleidsplan is opgezet in het schooljaar 2014-2015 o.l.v. de taalcoördinator in samenwerking met de taalwerkgroep. Zo zorgen we aan een doorgaande lijn op taal, woordenschat, spelling en lezen. Dit schooljaar zijn we gestart met Estafette lezen, groepsdoorbrekend. Het kan betekenen dat een leerling van gr 3, 4 en 5 bij elkaar zitten en instructie krijgen over een leesaspect. We volgen de nieuwe ontwikkelingen op taalgebied. Rekenwerkgroep De rekenwerkgroep houdt zicht op het rekenonderwijs. Ieder jaar wordt er beoordeeld of alle afspraken rond de nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen goed toegepast worden. 3.4 Planmatig werken op basis van de 1-zorgroute Het team van Brede School Omnibus werkt planmatig. Dat betekent dat we op school een goede manier hanteren om na te gaan welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben, daarop een passend onderwijsaanbod organiseren en dat wordt regelmatig geëvalueerd. Als het nodig is kunnen we extern expertise inschakelen. In dit hoofdstuk leest u welke stappen de school doorloopt om tot de juiste ondersteuning te komen. Stap 1: Cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht Zoals al eerder genoemd, de belangrijkste taak binnen onze school is weggelegd voor de leerkracht. Hij/zij draagt zorg voor de ontwikkeling van de leerlingen binnen zijn/haar groep. De leerkracht stemt voortdurend zijn/haar handelen af op wat de leerling van hem/haar vraagt. Dit is dus een continu proces van signaleren bij iedere leerling. Hierbij gebruikt de leerkracht observatiegegevens en toetsgegevens. Vervolgens worden vanuit de signalen de onderwijsbehoeften benoemd. Vaak is het zo dat er in een klas meerdere leerlingen zitten die dezelfde onderwijsbehoefte hebben. De leerkracht kan dan deze leerlingen clusteren in een groepsplan, waarin dezelfde doelen worden gesteld. Als laatste voert de leerkracht het groepsplan uit en registreert de voortgang en evalueert de aanpak en stelt de doelen bij. De cyclus wordt opnieuw doorlopen. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
10
Stap 2: De groepsbespreking Een leerlingbespreking wordt 3x per jaar gehouden, waarbij de leerkracht en IB-er alle leerlingen van de groep doornemen. De analyse van resultaten van de leerlingen door de leerkracht staat centraal. De volgende vragen komen naar voren: Hoe is de sfeer in de groep? Hoe hebben de leerlingen zich ontwikkeld de afgelopen periode? Hebben de leerlingen geprofiteerd van de aanpak? Welke signalen heeft de leerkracht opgevangen en welke onderwijsbehoeften hebben de leerlingen? De oudercontacten Binnen het schooljaar zijn er twee vaste momenten waarop u als ouder wordt geïnformeerd over de voortgang van uw kind. Dit zijn de 10-minutengesprekken n.a.v. de eerste twee rapporten. Indien de ouders na het 3e rapport nog een gesprek met de leerkracht willen, kunnen zij dit aangeven. Uiteraard is het altijd mogelijk om tussendoor de leerkracht te spreken. In de 10-minutengesprekken geeft de leerkracht aan wat er goed gaat en wat nog aandachtspunten zijn. Tevens kunnen ouders vragen stellen over de ontwikkeling van hun kind. Bovenstaande geldt voor alle leerlingen. Er zijn in bepaalde jaargroepen nog specifieke, extra onderdelen van kracht. Groep 1 In groep 1 wordt er een huisbezoek door de leerkracht afgelegd. De leerkracht maakt in overleg met de ouder een afspraak. Daarnaast bespreekt de leerkracht na 6 weken met de ouder hoe het met de leerling gaat op school. Groep 7 Tussen april en juni wordt de Entree-toets afgenomen. Met de Entree-toets worden de basisvaardigheden van de leerlingen op de onderdelen Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden gemeten. De ouders krijgen in een gesprek uitleg over de uitslag. Eind groep 7 wordt het voorlopige basisschooladvies door de leerkracht opgesteld, in overleg met de IB-er en de directeur en met de vorige leerkracht(en) van de leerling. Het advies wordt gevormd op basis van de observaties van de leerkracht en de toetsgegevens (waaronder ook de Entree-toets) van de leerling gedurende de schoolloopbaan. Groep 8 De laatste groep staat voornamelijk in het teken van de overgang naar het voortgezet onderwijs. In januari volgt een definitief basisschooladvies, dat wordt opgesteld door de leerkracht, de intern begeleider en de directeur. Leerlingen kunnen zich in maart aanmelden bij de school van hun keuze. Vervolgens maken de leerlingen in april de Eindtoets. Op basis van het basisschooladvies wordt er door ouders en leerling een school in het voortgezet onderwijs gekozen. Stap 3: De individuele leerlingbespreking tussen leerkracht en IB Wanneer de leerkracht signaleert dat een leerling zich niet ontwikkelt zoals verwacht wordt, bespreekt de leerkracht dit met de IB-er. Samen met ouders wordt gekeken hoe wij de leerling kunnen begeleiden. Stap 4: Individueel handelingsplan / groepsplan Als aan de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen het basisaanbod kan worden voldaan, dan kunnen ouders, leerkracht en IB-er besluiten dat de leerling een intensief aanbod krijgt. Voor een enkele leerling geldt dat er specifieke doelen voor hem/haar worden gesteld voor een bepaald vak en voor een bepaalde periode (6 weken).
Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
11
Stap 5: Extern handelen Heel af en toe blijkt deze extra ondersteuning, zoals hierboven beschreven, niet voldoende. Het gaat dan om een complexe begeleiding en er is meer nodig om in de onderwijsbehoefte van de leerling te voorzien. We kunnen dan besluiten om specialisten in te schakelen. Deze specialisten zijn niet gehuisvest in de school. Wanneer hier een beroep op gedaan wordt, spreken we dan ook van extern handelen. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden te noemen, die hieronder worden besproken. Het ondersteuningsteam ( OT) Het externe ondersteuningsteam overlegt eveneens als het interne ZAT 3 à 4 keer per schooljaar. Deelnemers aan dit overleg zijn de IB-er, de schoolmaatschappelijk werker (Altra), de sociaal jeugdverpleegkundige (GGD) en de leerplichtambtenaar. In dit overleg wordt naar de individuele leerling gekeken, daarnaast wordt ook altijd breder gekeken. Gedragskenmerken, cognitieve mogelijkheden, sterke/zwakke kanten van de leerling, de thuissituatie en schoolsituatie. Wanneer een leerling in het OT wordt besproken, wordt aan ouders eerst toestemming gevraagd. We kunnen besluiten om de leerling aan te melden bij het Sociale team. Dan wordt er met elkaar gezocht naar de juiste ondersteuning voor een leerling of voor het gezin. Samenwerkingsverband Amstelronde Alle scholen in Amstelveen, Ouderkerk, Uithoorn en Aalsmeer maken deel uit van het samenwerkingsverband Amstelronde. Het betekent dat we kennis kunnen delen, advies kunnen vragen en met elkaar beslissingen nemen over ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen. Bij het samenwerkingsverband zijn ook drie scholen voor Speciaal Basisonderwijs (SBO) en een Speciaal Onderwijs school (SO) aangesloten. Jeugdriagg Hier kunnen ouders en jongeren terecht met hun vragen over gezondheid, opgroeien en opvoeden. De Jeugdriagg biedt advies, ondersteuning en hulp op maat en is laagdrempelig bedoeld. Een verwijzing gaat altijd via de huisarts. 3.5 Basiskwaliteit van het onderwijs Het onderwijs in Nederland wordt door de inspectie gecontroleerd. Zij beoordeelt namens de overheid of de kwaliteit van het gegeven onderwijs voldoende is. Een belangrijk onderdeel van de onderwijskwaliteit zijn de leerresultaten van de leerlingen.
4. Extra ondersteuning In dit hoofdstuk wordt omschreven welke extra mogelijkheden Brede School Omnibus kan inzetten. We zullen de ondersteuningsmogelijkheden op leerlingkenmerken omschrijven. 4.1 Deskundigheid 4.2 Voorzieningen 4.3 Aandacht en tijd 4.4 Gebouw 4.5 Samenwerking met partners Het aanbod voor ondersteuning bestaat uit meerdere onderdelen, namelijk expertise, aandacht en tijd, voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en de samenwerking met partners. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
12
4.1 Deskundigheid De omschrijving van de huidige situatie: Veld Setting Binnen de klas Deskundigheid De leerkrachten hebben kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften Er is meer onderwijstijd en aandacht voor taal.
Binnen de school De intern begeleider heeft kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften. Er is een VVE-coördinator. De intern begeleider is gedragsspecialist.
4.2 Voorzieningen De omschrijving van de huidige situatie: Veld Setting Binnen de klas Voorzieningen Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Binnen de school Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar in de orthotheek. Zo kunnen we leerstof aanbieden die passend is voor individuele leerlingen.
4.3 Aandacht en tijd De omschrijving van de huidige situatie: Veld Setting Binnen de klas 1. Er is één paar handen in Hoeveelheid de klas, de leerkracht aandacht en zorgt voor pre-teaching en tijd werkt aan de instructietafel met kleine groepen. Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 20-25 leerlingen).
Binnen de school Er wordt een beroep gedaan op vrijwilligers met een onderwijs achtergrond. In groep 3 is op drie ochtenden een onderwijsassistent. Er zijn jaarlijks gemotiveerde stagiaires aanwezig in de groepen. We zijn een officieel gecertificeerde opleidingsschool.
4.4 Gebouw De omschrijving van de huidige situatie: Veld Setting Binnen de klas Gebouw Er is een aparte plek waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een groepje leerlingen kan plaatsvinden. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
Binnen de school Er zijn verschillende ruimtes waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een groepje leerlingen kan plaatsvinden.
13
Een lokaal kan ook door de BSO worden gebruikt. 4.5 Samenwerking met partners De omschrijving van de huidige situatie: Veld Setting Binnen de klas Samenwerking De leerkrachten onderhouden contacten met de intern begeleider om op de hoogte te blijven over samenwerking met instanties.
Binnen de school Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit speciaal basis onderwijs en de verschillende zorginstellingen.
De behoefte aan samenwerking met andere instanties groeit met de aanwezigheid op school van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De school heeft door de brede school organisatie contacten met KDV en BSO, in het kader van de doorgaande lijn (VVE, intern ZTO-overleg). Ook zijn er contacten met de SBO, Onderwijs Advies, jeugdhulpverlening (MOC ‘t Kabouterhuis, Altra, GGD, Jeugd-Riagg, de Bascule), logopedie. 5. Grenzen aan het onderwijs Tot op heden is Brede School Omnibus een school die aan veel onderwijsbehoeften tegemoet wil komen. Dit heeft in de afgelopen jaren tot gevolg gehad dat het team zich breed heeft ontwikkeld. Een voor de hand liggende keuze is onze expertise op taal toe te spitsen. Op het gebied van taal is namelijk al een grote deskundigheidsontwikkeling aanwezig; er is een VVE-traject (met VVE-coördinator), studiedagen omtrent taal zijn gerealiseerd, er ligt een grote nadruk op taalonderwijs, er zijn verteltassen gemaakt. Onze school heeft ervaring opgedaan met het begeleiden van kinderen met gedragsproblemen en een specifieke ondersteuningsbehoefte. We willen alle leerlingen uit de buurt op onze school een plaats bieden. Er zal altijd gekeken worden in overleg met ouders of het hanteerbaar is voor de leerkrachten om de juiste begeleiding te geven en hierbij staat de veiligheid van zowel uw kind, de klas en de leerkracht voorop. Bij instroom en aanname wordt door ons als school per individuele leerling met een onderwijsbehoefte op gedrag gekeken of onze school de passende plek is voor de leerling of dat de leerling beter op een andere school binnen het samenwerkingsverband zou passen. Er zijn ook leerlingen met een medische indicatie op onze school. Per leerling wordt gekeken of hij/zij voldoende zelfredzaam is en in hoeverre medische zorg nodig is. Het moet bovenal veilig zijn voor de leerling op school. 6. Conclusie en ambities Samenvattend kan worden gesteld dat de teamleden van Brede School Omnibus in de afgelopen jaren veel ervaring hebben opgedaan met het bieden van onderwijs aan de verschillende onderwijsbehoefte van kinderen. Met dit schoolondersteuningsprofiel willen we duidelijk maken dat we voor ieder kind een passende school proberen te zijn. Echter, er zijn grenzen aan ons onderwijs. Daarom zal altijd bij ieder kind afgewogen worden of we dit kind kunnen bieden wat hij/zij nodig heeft. Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
14
Onze ambities zijn om ons verder te specialiseren in taalonderwijs. Hier is al heel wat ervaring mee opgedaan en dit willen we verder uitbreiden. Daarnaast is onze ambitie voor Passend Onderwijs dat ieder kind instructie krijgt op zijn/haar niveau. Dit gaan we in het komende schooljaar verder uitbreiden.
Schoolondersteuningsprofiel Brede School Omnibus Februari 2015
15