Activiteiten leesvoorwaarden
LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF Omschrijving van de activiteit De leerlingen geven elkaar mondelinge instructies om met hun lichaam letters en korte woordjes te vormen; andere leerlingen moeten telkens raden om welke letters en woorden het gaat. Fase Ontluikende geletterdheid Taaldoelen en leesvoorwaarden Taaldoel 9. De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau vragen en instructies mondeling formuleren Concreet: de leerlingen kunnen mondelinge instructies met betrekking tot een bewegingsopdracht formuleren voor medeleerlingen, zodat deze de opdracht succesvol kunnen uitvoeren. Leesvoorwaarde B. Taalbewustzijn 4. De leerlingen herkennen letters en kunnen deze benoemen Competenties 1. Sociale competenties 1.5. Samenwerken De leerling werkt aan een gezamenlijk resultaat Duur 2 of 3 lesuren Lesschema Fase 1
Organisatie klassikaal
2
groepjes van twee tot vier personen
Activiteit de leerlingen herhalen hun letterkennis en maken kennis met het principe van ‘human banners’ de leerlingen vormen letters en korte woorden met hun lichaam;
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Materiaal alfabetten kopieerblad op hard papier gekleefd afbeeldingen kopieerbladen
strookjes met letters en woorden op hard papier kopieerbladen; digitaal fototoestel.
Activiteiten leesvoorwaarden
ze volgen hiervoor de mondelinge instructies van medeleerlingen klassikaal
3
klassikaal
de leerlingen vormen namen van de klas op basis van mondelinge instructies van medeleerlingen de leerlingen bespreken de resultaten en lezen woordjes en zinnetjes gevormd door de letters en woordjes van hun eigen foto’s
afdrukken van de foto’s van letters en woordjes nieuwe woordjes gevormd door de letters of zinnetjes gevormd door de woordjes eventueel een fotobewerkingsprogramma
kopieerbladen blz x met andere alfabetten
Voorbereiding Kopieer het Latijns alfabet zie kopieerblad en kleef het op hard papier. Knip de letterreeksen en woordjes zie kopieerbladen ook uit en kleef deze op hard papier. Stop ze eventueel in 2 enveloppen (één per groep). Reserveer de turnzaal of zorg dat de leerlingen de activiteit bij droog weer op de speelplaats of in een tuin of park kunnen uitvoeren. Zorg dat de leerlingen gepaste kleding (loszittend, eventueel turngerief) aanhebben en laat hen schrijfgerei meenemen naar de locatie. Voorzie een digitaal fototoestel om de letters te fotograferen. Als de leerlingen op de grond liggen om de letters te vormen, moet het fotograferen vanaf een zekere hoogte gebeuren (trapje of iets dergelijks voorzien). De opdracht is zo opgevat dat alle letters 1 x aan bod komen, zodat de klas haar eigen alfabet heeft. Vergeet niet ook het voorbeeld – de letter T – te fotograferen. Lesverloop Fase 1 (voorgesprek – vooractiviteit) Deze fase kan in de gewone klas doorgaan. Pols bij de leerlingen naar hun kennis van de letters van het alfabet. Laat hen enkele letters opsommen of het hele alfabet als ze dit al kunnen.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Toon de afbeeldingen zie kopieerblad, waarop mensen een ‘human banner’ maken: een boodschap die gevormd wordt door hun lichaam. Vraag de leerlingen of ze zien wat dit voorstelt. Stel vragen als: Herken je letters van het alfabet; welke? Hoe zijn die letters gemaakt? Waarom zouden mensen zoiets doen (om op te vallen; als signaal in nood)? Toon vervolgens de prent zie kopieerblad waar te zien is hoe enkele jongeren op een strand de letters van het alfabet vormen met hun lichaam. Vertel de leerlingen dat zij dit ook gaan doen. Ze zullen alle letters van het alfabet vormen om daarna hun eigen klasalfabet op foto te hebben. Fase 2 (uitvoering mits ondersteuning) Begeleid de leerlingen naar de turnzaal. Begin eventueel met enkele oefeningen om het lichaam los te maken. Maak duidelijke afspraken over het samenwerken: de leerlingen mogen niet duwen en trekken en moeten de instructies mondeling geven. Begin met een voorbeeld: de letter T. Pik twee of meer kinderen uit de klas en geef mondelinge instructies om de letter T te vormen, bijvoorbeeld: Ga met twee achter elkaar liggen op een lijn. Lig op je rug. Lig met jullie hoofd naar mij. De derde moet dwars gaan liggen aan het hoofd van de bovenste persoon. Lig met je buik boven het hoofd van de twee andere. Een beetje meer naar links opschuiven, alsjeblieft. Laat de leerlingen proberen te raden om welke letter het gaat. Ze mogen eventueel kijken op het blad met het alfabet en de juiste letter tonen. Vraag de leerlingen of ze vinden dat de letter goed is gemaakt. Laat hen eventueel woorden opsommen die met de letter t beginnen. Deel vervolgens de klas in groepjes van drie of vier. Vertel dat er altijd een kapitein moet zijn die de andere leerlingen instructies geeft. Bij elke opdracht wisselt de kapitein. Ronde 1. Laat de groepjes elk in een andere hoek van de zaal werken of een eindje van elkaar af. Elke groep moet bij jou een letter trekken. Vervolgens moet de kapitein van de ploeg aan de groepsleden de nodige instructies geven om de letter zo goed mogelijk met het lichaam na te bootsen. De leerlingen moeten bovendien onthouden hoe ze de letter hebben gevormd. Laat de groepjes bij elkaar komen in het midden van de zaal. Vraag om de letter onder leiding van de kapitein opnieuw te vormen. De andere groepjes moeten raden om welke letter het gaat. Laat de leerlingen vervolgens telkens woorden opsommen die met deze letter beginnen. Misschien zijn er kinderen waarvan de naam met deze letter begint? Neem telkens een foto van de letter die door de leerlingen werd gevormd. Ronde 2. Zelfde werkwijze, maar nu met woordjes die bestaan uit twee letters.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
De groepjes moeten van elkaar het woordje proberen te ‘lezen’. Neem telkens van alle letters en woordjes foto’s. Ronde 3. Zelfde werkwijze, maar nu met woordjes die bestaan uit drie letters. De groepjes moeten van elkaar het woordje proberen te ‘lezen’. Neem telkens van alle letters en woordjes foto’s. Ronde 4. Laat alle groepjes eens samenwerken. Laat de leerlingen met z’n allen enkele namen van de klas vormen. Kies korte namen. Laat de leerlingen met de lange namen kapitein spelen: zij moeten hun klasgenoten opdrachten geven zodat deze de namen kunnen vormen met hun lichaam. Bijvoorbeeld: Fatoumata en Achmed zijn kapiteins. De namen die worden gevormd zijn: Jiman, Rand en Murat. Neem foto’s. Ondersteun de groepjes telkens bij het uitvoeren van de opdracht, eventueel in samenwerking met de turnleerkracht. Stimuleer de leerlingen om mondelinge instructies te geven en stuur bij, bijvoorbeeld: Omar, je mag niet trekken aan Murat. Hoe wil je dat hij gaat liggen? Met zijn armen gebogen? Daar klopt toch nog iets niet; moet Murat niet wat schuiner gaan liggen? Fase 3 (nabespreking – afsluitende activiteit) Als de opdracht op de hierboven beschreven wijze wordt uitgevoerd, is elke letter van het alfabet door de leerlingen uitgebeeld. Met de foto’s van de letters kan je nu alle woordjes vormen. Met de foto’s van de woordjes kan je al eenvoudige zinnen vormen, bvb. ‘Rand is de zus van Omar’ of ‘Ik ben de juf van Jiman.’ Wie goed is met een programma voor fotobewerking, zoals photoshop, kan de foto’s verder bewerken door enkel de contouren van de lichamen te behouden. Zo ontstaat een uniek alfabet van de alfaklas. Maak hier mooie afdrukken van of gebruik de letters om woordjes mee te vormen. Laat de leerlingen ook even vertellen over andere alfabetten. Toon afbeeldingen zie kopieerbladen met het Cyrillisch en het Arabisch alfabet. Zijn er leerlingen die deze alfabetten kennen? Of misschien nog andere? Laat eventueel enkele leerlingen nog een teken uit deze alfabetten nabootsen met het lichaam. Differentiatie / ondersteuning Laat de leerlingen het alfabet op hard papier als geheugensteun gebruiken. Zorg dat de leerlingen al een beetje geoefend zijn in het geven van mondelinge instructies met betrekking tot het lichaam, bijvoorbeeld door de oefening ‘standbeeld’ waarbij ze elkaar een bepaalde houding en uitdrukking geven. Differentiatie / aanpassing - / + Beperk het aantal letters en woorden. Het is wel jammer als je niet van alle letters van het alfabet foto’s hebt.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Tip Voor sommige leerlingen is het moeilijk om zich lang te concentreren of rustig te blijven bij dit soort oefeningen. Verdeel daarom de verschillende opdrachten best over verschillende lessen. Werk eventueel samen met de turnleerkracht. Las tussen de oefeningen door rustige momenten in, waarbij de leerlingen in een kring gaan zitten en de opdracht bespreken of andere spelletjes spelen rond letterkennis. Bijvoorbeeld: één leerling zegt een woord en gooit een bal naar een andere leerling; deze moet een woord zoeken dat begint met de letter waarmee het vorige woord eindigde. Check vooraf of de leerlingen gefotografeerd mogen worden; maak duidelijk dat het voor intern gebruik is.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
KOPIEERBLADEN: LETTERS MET JE LIJF
A F K P U Z
B G L Q V
C D E H I J M N O R S T W XY
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
1.
L
R
W
C
H
G
M
X
Y
Q
2.
IK DE IS OP 3.
BEN ZUS JUF VAN
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten leesvoorwaarden
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs