Leefbaarheid en veiligheid beheergebied MFC Verslag van de 0-meting
Arnhem, maart 2004
Leefbaarheid en veiligheid beheergebied MFC Verslag van de 0-meting
Uitgebracht aan: Gemeente Nijmegen Seinpost Adviesbureau b v drs. C.M. Ossewaarde drs. D.G.Horst drs. L.J.M. van Lieshout
Projectnummer: 23085
© Seinpost Adviesbureau. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Arnhem, maart 2004
Inhoudsopgave 1
2
Inleiding
1
1.1 1.2 1.3 1.4
1 2 3 4
Algemene schets beheergebied MFC 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
3
De buurt als woonbuurt De buurt als werkomgeving De buurt voor bezoekers
Het openbaar gebied: schoon en heel 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
Inleiding Het beheergebied De bewoners Bedrijven en instellingen Voorzieningen Verkeer en parkeren Evenementen (Verslaafde) daklozen Beleid gemeente en politie
Het woon-, leef- en werkklimaat 3.1 3.2 3.3
4
Aanleiding voor de 0-meting Wat wordt gemeten Hoe wordt gemeten Opzet van de rapportage
Objectieve cijfers Het openbaar gebied door de ogen van de bewoners Het openbaar gebied door de ogen van ondernemers Het openbaar gebied door de ogen van de bezoekers De leefbaarheidsschouw Het openbaar gebied door de ogen van professionals
Resultaten 0-meting: veilig 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Objectieve cijfers Veilig in de ogen van bewoners Veilig in de ogen van ondernemers Veilig in de ogen van de bezoekers De leefbaarheidsschouw Veilig in de ogen van de professionals
5 5 5 6 8 9 10 11 11 12
15 15 17 19
21 21 22 23 24 24 26
27 27 29 31 33 34 35
6
Resultaten 0-meting: verwachtingen MFC 6.1 6.2 6.3
7
37
Inleiding De komst van het MFC Beeldvorming omtrent daklozen
37 37 39
Resultaten 0-meting: conclusies
41
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Inleiding Overlast: aard, omvang en veroorzakers Hotspots Hangplekken en looproutes (verslaafde) daklozen Beoordeling woon-, leef- en werkklimaat Tot slot
41 41 43 45 46 47
0-meting MFC
1
Seinpost Adviesbureau BV
Inleiding 1.1 Aanleiding voor de 0-meting Op 1 maart 2004 werd in het voormalig Stedelijk Gymnasium aan de Van Schevichavenstraat in Nijmegen een Multi Functioneel Centrum (MFC) voor de opvang van verslaafden en daklozen geopend. Het MFC krijgt een dagopvang (70 plaatsen), nachtopvang (40 plaatsen) en gebruikersruimte (17 plaatsen). Het MFC zal ook voorzien in methadonverstrekking en medische zorg en zal gelegenheid bieden voor dagbesteding/resocialisatie. In het MFC worden bestaande opvangvoorzieningen opgenomen. Het inloopcentrum aan de Mr. Franckenstraat wordt gesloten. De capaciteit van een andere nachtvoorziening wordt verminderd. De diverse belanghebbenden in de omgeving van het MFC hebben verontrust gereageerd op de aangekondigde opening van het MFC. Dit omdat men negatieve gevolgen voor de omgeving niet uitsluit. De burgemeester van Nijmegen heeft hierop toegezegd dat de bestaande en eventueel nieuwe overlast in een vast te stellen beheergebied rondom het MFC zal worden gemeten. Ook de aanleidingen voor de eventuele (toename van de) overlast zijn hierbij van belang, zodat het beleid en de te nemen maatregelen hierop aangepast kunnen worden. Bij onaanvaardbare overlast (als gevolg van het MFC) kan de burgemeester het MFC sluiten. Bewoners, ondernemers, (verslaafde) daklozen, uitvoerende instellingen, politie en gemeente hebben zich georganiseerd in de Buurt Beheer Groep (BBG). Doel is om (in overleg met belanghebbenden) overlast te voorkomen en te bestrijden. Hiertoe heeft de BBG een Buurt Beheer Plan (BBP) opgesteld. Een 0-meting, gericht op de leefbaarheid en veiligheid in het beheergebied in de periode voorafgaand aan de opening van het MFC, maakt onderdeel uit van het BBP. De gemeente Nijmegen heeft Seinpost Adviesbureau BV opdracht verleend tot het uitvoeren van deze 0-meting. Foto 1: Het MFC in aanbouw (Foto: Seinpost)
Pagina 1
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
1.2 Wat wordt gemeten De 0-meting geeft inzicht in de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving van het MFC in de periode voorafgaand aan de opening van de voorziening. Om ontwikkelingen in de leefbaarheid en veiligheid te kunnen bepalen alsook de mate waarin deze ontwikkelingen een gevolg zijn van de aanwezigheid van het MFC, zullen de resultaten van latere metingen vergeleken worden met die van de 0-meting. Als ‘omgeving van het MFC’ is een beheergebied vastgesteld, bestaande uit het centrum van Nijmegen (beneden- en bovenstad), en een deel van de buurten Bottendaal, Galgenveld, Altrade en Hunnerberg. Binnen het beheergebied worden twee deelgebieden onderscheiden, namelijk: • Deelgebied omgeving MFC: de verwachting is dat eventuele ontwikkelingen in de leefbaarheid en veiligheid vooral in dit deelgebied merkbaar zullen zijn. • Deelgebied omgeving huidige opvangvoorziening Mr. Franckenstraat: de verwachting is dat na opening van het MFC de overlast in dit gebied zal afnemen. Voor de deelgebieden kunnen op onderdelen meer gedetailleerde uitspraken worden gedaan. Daarnaast vormt het totale beheergebied het referentiekader voor de deelgebieden. Concreet geeft de 0-meting antwoord op de volgende vragen: • Wat is de aard, omvang en plek van de diverse soorten overlast in de periode voorafgaand aan de opening van het MFC, wie zijn de veroorzakers van deze overlast en door wie wordt de overlast ervaren: o In het beheergebied? o In het deelgebied MFC? o In het deelgebied Mr. Franckenstraat? • Kunnen in het beheergebied zogenaamde hotspots van overlast aangewezen worden? Zo ja welke, welk soort overlast doet zich hier voor, in welke mate en door wie wordt de overlast veroorzaakt? • Waar houden (verslaafde) daklozen zich op het moment op (binnen het beheergebied)? Veroorzaken zij hier overlast c.q. behoren deze plekken tot de zogenaamde hotspots? • Zijn er bepaalde looproutes van (verslaafde) daklozen? Zo ja, veroorzaken de (verslaafde) daklozen overlast op deze routes? Zo ja, welk soort overlast en in welke mate? • Hoe wordt op dit moment het woon-, werk- en leefklimaat in het beheergebied in haar totaliteit en in de diverse deelgebieden afzonderlijk beleefd en beoordeeld? Pagina 2
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
1.3 Hoe wordt gemeten Bij het monitoren van de leefbaarheid en veiligheid worden zowel objectieve gegevens (feiten) als subjectieve gegevens (meningen) gebruikt. Het combineren van deze gegevens en de beschrijving en interpretatie ervan leveren vervolgens de gewenste informatie op. Voor de 0-meting zijn de volgende onderzoeksmiddelen gebruikt: • Objectieve cijfers: o demografische, sociaal-economische en sociaal-maatschappelijke gegevens (gemeente Nijmegen); o gegevens met betrekking tot aantal en soort ondernemingen (Locatus); o registratie van aangiften (politie); o registratie bij de Bel- en herstellijn (gemeente Nijmegen). • Telefonische bewonersenquête over de leefbaarheid en veiligheid in het beheergebied rondom het MFC. In totaal is met 652 bewoners gesproken. • Schriftelijke ondernemersenquête over de leefbaarheid en veiligheid in de directe omgeving van het MFC (deelgebied 1, inclusief Molenpoortpassage). De enquête is verspreid onder ca. 400 ondernemers. 144 ondernemers hebben de enquête ingevuld en teruggestuurd. • Mondelinge passantenenquête over de leefbaarheid en veiligheid in de directe omgeving van het MFC. In totaal is met ca. 374 passanten op 5 verschillende locaties gesproken. • Leefbaarheidsschouw: een beoordeling van het gebied direct om het MFC (deelgebied 1) op de aspecten ‘schoon’, ‘heel’ en ‘veilig’. Tevens is hierbij gebruik gemaakt van een eerdere schouw door buurtbewoners en professionals. • Interviews met sleutelpersonen: o vertegenwoordigingen van buurtbewoners (hierbij gaat het om een groep actieve bewoners / vertegenwoordigers uit bewonersorganisaties); o vertegenwoordigingen van ondernemersverenigingen; o vertegenwoordiger van organisaties doelgroep; o De Grift / Arcuris; o politie (netwerker en milieupolitie); o Stadsbeheer gemeente Nijmegen; o opbouwwerker; o centrummanager;
Pagina 3
0-meting MFC
o
Seinpost Adviesbureau BV
1
enkele bezoekers MFC .
Voor een nadere omschrijving en verantwoording van de onderzoeksmiddelen verwijzen wij naar het bijlagenboek.
1.4 Opzet van de rapportage Deze rapportage geeft een beknopte weergave van de 0-meting. Onderlegger voor deze rapportage vormt het bijlagenboek, waarin gedetailleerd verslag wordt gedaan van de resultaten van de verschillende onderzoeksstappen. De rapportage is als volgt opgebouwd: • • • • • •
1
Hoofdstuk 2 geeft een algemene schets van het beheergebied en dient voor een juiste interpretatie van de 0-meting en van eventuele latere metingen. Hoofdstuk 3 gaat in op het woon-, werk- en leefklimaat in het beheergebied in haar algemeenheid. Hoofdstuk 4 bespreekt de resultaten wat betreft het openbaar gebied (schoon en heel). Hoofdstuk 5 geeft een beeld van de veiligheid in het beheergebied. Hoofdstuk 6 geeft de mening van diverse groepen ten aanzien van de komst van het MFC aan de Van Schevichavenstraat. Hoofdstuk 7 geeft de conclusies van de 0-meting. Deze conclusies zijn opgebouwd aan de hand van de deelvragen op pagina 2-3.
Doordat de doelgroep weinig bereid was om deel te nemen aan een gesprek heeft het gesprek pas 22-03-2004 kunnen
plaatsvinden. Hierdoor is er geen verslag in deze rapportage terug te vinden.
Pagina 4
0-meting MFC
2
Seinpost Adviesbureau BV
Algemene schets beheergebied MFC 2.1 Inleiding Het MFC is gerealiseerd in het voormalig Stedelijk Gymnasium aan de Van Schevichavenstraat. De locatie ligt in het centrum van Nijmegen, aan de rand van het kernwinkelgebied (zie paarse cirkel op kaart). In dit gebied houdt ook nu het merendeel van de (verslaafde) daklozen zich op. Het centrumgebied is tevens een gebied met veel verschillende functies en belanghebbenden (bewoners, ondernemers, bezoekers, bedrijven en instellingen, etc.). Onderstaande algemene schets van het beheergebied en haar functies dient als achtergrond voor de interpretatie van de 0-meting. Eventuele toekomstige wijzigingen ten aanzien van één of meerdere aspecten kunnen leiden tot een wijziging van (de beoordeling van) het schoon, heel en veilig zijn van het beheergebied.
2.2 Het beheergebied Het beheergebied omvat de wijken Centrum en Benedenstad in hun totaliteit. Daarnaast maken de 2 wijken Bottendaal , Galgenveld, Altrade en Hunnerberg gedeeltelijk onderdeel uit van het beheergebied. Het beheergebied is weergegeven in onderstaande kaart. In het bijlagenboek is een lijst opgenomen met alle straten in het beheergebied.
Kaart 1: Locatie MFC
Het deelgebied MFC ligt deels binnen het centrum van Nijmegen, deels binnen de wijk Altrade. Het deelgebied Mr. Franckenstraat ligt binnen de wijk Hunnerberg. Ook van de deelgebieden wordt in het bijlagenboek een lijst met straatnamen gegeven.
2
Slechts een zeer beperkt deel van Bottendaal maakt deel uit van het beheergebied. Indien in dit onderzoek cijfers van de
wijk Bottendaal gebruikt worden dient men zich ervan bewust te zijn dat deze slechts van zeer beperkte invloed zijn op het totale resultaat van het beheergebied.
Pagina 5
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Kaart 2: Beheergebied met deelgebieden
2.3 De bewoners Huishoudens Het totale beheergebied heeft ruim 12.000 inwoners verdeeld over ca. 5.250 huishoudens. Het grootste deel van de huishoudens bestaat uit alleenwonenden, te 3 weten 45% . In Nijmegen in haar totaliteit is dit 35%. Het aandeel gezinnen in het beheergebied (13%) is daarentegen in vergelijking met Nijmegen (30%) laag. In het beheergebied zijn relatief veel ‘vrij huis’ woningen aanwezig. Dit zijn bijvoorbeeld studentenwoningen of woongroepen. Dit geldt zeker voor het deelgebied MFC, waar maar liefst een kwart van de huishoudens in een vrij huis woont. Het deelgebied MFC is dus wat betreft gezinssamenstelling niet geheel vergelijkbaar met het totale beheergebied. In totaal zijn er ca. 680 huishoudens (ca. 2.025 inwoners). Het merendeel is alleenwonend, maar dit aandeel ligt lager dan in het totale beheergebied. 3
Zie ook bijlagenboek: paragraaf 1.4, tabel 1.1
Pagina 6
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Ook het aandeel echtparen/samenwonenden ligt fors lager. In het deelgebied Mr. Franckenstraat zijn er ruim 1.000 huishoudens (ca. 2.420 inwoners). Ook hier ligt het aandeel alleenwonenden lager dan in het totale beheergebied. Het aandeel echtparen/samenwonenden ligt echter iets hoger, evenals het aandeel gezinnen. Het aandeel vrije huizen is vergelijkbaar.
Grafiek 2.3: gezinssamenstelling
Nijmegen
Beheergebied
Mr Frankenstraat
MFC
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
alleenwonend
vrij huis
echtpaar/samenwon.
1-ouder-gezin
2-ouder-gezin
anders
100%
Leeftijdsopbouw De leeftijdsopbouw van de bewoners is niet berekend voor het totale beheergebied en 4 deelgebieden. Omdat de gegevens op wijkniveau weergegeven worden , kunnen slechts voor de wijken Centrum en Benedenstad harde uitspraken gedaan worden; overigens vormen deze het grootste deel van het beheergebied. Voor het deel van het beheergebied dat binnen delen van de overige wijken valt, kunnen slechts inschattingen gegeven worden.
44
Zie ook bijlagenboek: paragraaf 1.4, tabel 1. 2
Pagina 7
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
In het Centrum wonen relatief weinig kinderen. Ook het aandeel 50-plussers is niet hoog. De leeftijdscategorie 15-49 jaar is er relatief goed vertegenwoordigd. Het aandeel kinderen in de Benedenstad ligt hoger dan in het Centrum, evenals het aandeel van de leeftijdscategorieën 25-49 jaar en 65-plus; deze leeftijdscategorieën liggen op een met de overige wijken vergelijkbaar niveau. In de Benedenstad wonen relatief weinig 15-24jarigen en relatief veel 50-64-jarigen. De overige wijken geven een redelijk gemiddeld beeld te zien, zij het dat in Bottendaal en Altrade relatief erg weinig ouderen wonen en in Hunnerberg juist relatief veel. Inkomensniveau en herkomst Ook het inkomensniveau en de herkomst van de bewoners zijn enkel op wijkniveau bekend. Zowel in het Centrum als in de Benedenstad wonen relatief veel mensen met een laag inkomen. De hoge inkomens zijn hier slechts in geringe mate vertegenwoordigd. In Bottendaal is sprake van een vergelijkbare inkomensverdeling. Het gemiddelde inkomensniveau in Altrade en Galgenveld ligt iets boven dit niveau. In Hunnerberg is sprake van een redelijk evenwichtige inkomensverdeling. Het aandeel bewoners van buitenlandse herkomst verschilt niet erg veel per wijk. In de Benedenstad en Bottendaal wonen met 22% de meeste mensen van buitenlandse herkomst. De meeste bewoners van buitenlandse herkomst komen uit de zogenaamde A2-landen en overige B-landen. In Bottendaal wonen ook relatief veel mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst. In het Centrum en Oud Oost is het aantal bewoners van buitenlandse afkomst in vergelijking met heel Nijmegen gering.
2.4 Bedrijven en instellingen Het beheergebied heeft een belangrijke functie voor de werkgelegenheid. In de 5 wijken die geheel of gedeeltelijk binnen het beheergebied vallen zijn 2.285 bedrijven gevestigd. Meer dan de helft hiervan is in het centrum gevestigd. In totaal zijn in het Nijmeegse centrum 19.500 arbeidsplaatsen aanwezig. In het deelgebied MFC zijn in totaal ongeveer 400 bedrijven gevestigd, waarvan 164 aan de centrumzijde (binnen Singels). Hierbij gaat het met name om detailhandel en diensten. Naast de detailhandel en horeca zijn ook de commerciële diensten sterk vertegenwoordigd. Een vierde grote categorie is de milieu-, cultuur- en recreatiebranche.
Pagina 8
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Uit gesprekken blijkt dat, evenals elders in Nederland, ook de Nijmeegse ondernemers het op het moment zwaar hebben: ‘zij moeten knokken voor voldoende omzet’. Ook de invoering van de chippas voor de parkeerautomaten lijkt nog steeds een nadelig effect te hebben op bezoekersaantallen (en omzetten), zo wordt aangegeven. De verwachting is dat veel ondernemingen in zowel de detailhandel als de horeca over 2003 een dalende omzet laten zien. Dit geldt zowel voor de ondernemingen in het kernwinkelgebied als het gebied hieromheen. Dit beeld wordt bevestigd door de ondernemersenquête: bijna 40% van de ondernemers in het centrumgebied verwacht over 2003 een omzetdaling te realiseren. De ondernemingen die buiten de Oranjesingel zijn gevestigd, zijn iets positiever: hier verwacht 18% een omzetdaling.
2.5 Voorzieningen Winkels In het beheergebied zijn meer dan 500 winkels gevestigd. Deze trekken consumenten uit een brede regio aan, tot in Duitsland toe (bron: Retailverkenner, referentieset Nijmegen 2001). Een aanzienlijk deel van deze winkels ligt in het deelgebied MFC (Ziekerstraat, Tweede Walstraat, Van Welderenstraat, Van Broekhuysenstraat en de Van Schevichavenstraat). Het hoofdpostkantoor is aan de Van Schevichavenstraat gelegen. Horeca Binnen het beheergebied is een breed horeca-aanbod aanwezig. In vergelijking met enkele grote steden in de regio zijn in het centrum van Nijmegen veel cafés gevestigd (zie ook bijlagenboek). Daarnaast is aan de Waalkade het Casino gelegen. Cultuur Nijmegen kent ook tal van culturele instellingen, waarvan een groot deel binnen het beheergebied is gelegen, zoals bijvoorbeeld 4 bioscopen (waarvan 1 binnen het deelgebied MFC), Concertgebouw De Vereeniging, De Stadsschouwburg, Museum Valkhof en de bibliotheek. Parken en pleinen Parken en pleinen zijn naast recreatie- en ontmoetingsplekken ook vaak plekken waar verslaafden en daklozen zich ophouden. In het beheergebied liggen de volgende parken: park Keizer Karelplein, Van Schaek Mathonsingel, Kronenburgerpark, Valkhof, Hunnerpark en het Julianapark. Dit laatste park ligt in het deelgebied MFC. Enkele
Pagina 9
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
belangrijke pleinen in het beheergebied zijn: Plein 44, De Markt, Kelfkensbos en het Stationsplein. Openbaar vervoer In het beheergebied bevinden zich onderstaande openbaarvervoersknooppunten: • NS-station Nijmegen Centraal (Stationsplein) • Busstation Nijmegen Centraal (Stationsplein) • Busstation Plein 44 Onderwijs In het beheergebied zijn zowel basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs gevestigd. Daarnaast zijn er diverse kinderdagverblijven. In het deelgebied MFC zijn de volgende scholen en kinderdagverblijf gevestigd: • Vrije School Meander • Karel de Grote College • Islamitische Basisschool Abibakr • Kinderopvang Primo
2.6 Verkeer en parkeren Het beheergebied omvat een aantal belangrijke stedelijke verkeersaders (in meer of mindere mate): Canisiussingel, Oranjesingel, St. Annastraat, Graafseweg, Van Schaeck Mathonsingel en de Burgemeester Hustinxstraat. Al deze straten komen uit op het Keizer Karelplein. De vele verkeersbewegingen op deze wegen leiden met name in de spits (en dan vooral op de donderdag) en op de zaterdag tot filevorming. Het kernwinkelgebied is autovrij. In het beheergebied zijn de belangrijkste parkeerplaatsen en parkeergarages voor bezoekers en werknemers van het centrum gelegen. Deze parkeerlocaties zijn aangegeven op de kaart van het beheergebied (p.6). Daarnaast wordt in de straten rondom het kernwinkelgebied veel langgeparkeerd. In de directe omgeving van het MFC zijn de volgende grote parkeerlocaties aanwezig: Bijleveldsingel (Wedren), Prins Bernhardstraat, Oranjesingel (langparkeren), Molenpoortpassage en Marienburg (overdekt). De routes van deze grote parkeerlocaties naar het kernwinkelgebied zijn vanzelfsprekend belangrijke aanlooproutes naar het centrum. Zo is de Van Schevichavenstraat een belangrijke aanlooproute van de Bijleveldsingel/Prins Pagina 10
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Bernhardstraat en Oranjesingel naar het centrum. Ook de route NS-station - Van Schaek Mathonsingel - Keizer Karelplein – Molenstraat is een belangrijke aanlooproute naar het centrum.
2.7 Evenementen In (het centrum van) Nijmegen worden elk jaar tal van evenementen georganiseerd. Deze evenementen trekken veel publiek, maar kunnen ook een bron van overlast zijn. De Zomerfeesten (Nijmeegse Vierdaagse) vormen het grootste evenement, maar daarnaast zijn er tal van andere activiteiten, zoals 2 keer per jaar kermis, diverse muziekfestivals, markten, thuiswedstrijden van NEC, etc. In het bijlagenboek, paragraaf 1.5, wordt een overzicht gegeven van alle evenementen in 2003.
2.8 (Verslaafde) daklozen Naar schatting zijn er op dit moment ca. 190 daklozen in het centrum van Nijmegen, waarvan er ca. 17 vrouw zijn. De daklozen hebben te kampen met diverse problemen, variërend van een verslaving (drugs, alcohol), psychiatrische problematiek tot een 5 combinatie hiervan . Relatief veel daklozen zijn aan drugs verslaafd (43%). Voorheen gebruikte deze groep vooral heroïne, wat leidde tot een in zichzelf gekeerd gedrag bij de gebruiker. Nu wordt vooral crack, in combinatie met andere middelen, gebruikt. Gebruikers van crack, in combinatie met andere middelen, worden vaak hyperactief, luidruchtig en agressief; zij zijn op deze manier zeer aanwezig in het straatbeeld. Ongeveer 130 van de (verslaafde) daklozen veroorzaken regelmatig overlast en/of vertonen crimineel gedrag, aldus de politie. Diverse betrokkenen constateren een toename van het aantal (verslaafde) daklozen. Deze daklozen komen vooral uit Nijmegen zelf en omgeving. Het veranderde drugsgebruik samen met de toename van het aantal verslaafden leidt tot een in het straatbeeld meer zichtbare groep.
5
Zie ook bijlagenboek (bb): paragraaf 1.6
Pagina 11
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
In de periode voorafgaand aan de opening van het MFC waren de volgende voorzieningen voor (verslaafde) daklozen operationeel: • inloopcentrum en gebruikersruimte, Mr. Franckenstraat (voldoet overigens niet aan de eisen van een gebruikersruimte); • opvangvoorziening Nachtopvang Uit Noodzaak Nijmegen (NUNN), In de Betouwstraat: 33 nachtopvangplaatsen, waarvan 10 in de beheerderswoning; • opvangvoorziening Nieuwe Dukenburgseweg (Arcuris): 24 nachtopvangplaatsen; • dagopvangvoorziening voor niet-drugsverslaafden Het Kasteel, Bijleveldsingel (Arcuris): 30-35 dagopvangplaatsen. Een deel van de (verslaafde) daklozen heeft een eigen netwerk, waar zij met name in de wintermaanden gebruik van maakt. Niet elke dakloze slaapt dus elke nacht op straat. In de maand oktober 2003 sliepen gemiddeld zo’n 100 daklozen op straat, aldus Arcuris.
2.9 Beleid gemeente en politie Stadsbeheer (gemeente) Voor het stadscentrum wordt het hoogste verzorgingsniveau nagestreefd. Om dit te kunnen bereiken wordt via de volgende lijnen gewerkt: • Dagelijks draagt een team zorg voor de schoonmaak van de binnenstad. Het team start om 06.00 uur op de Waalkade en trekt vervolgens de stad door richting Keizer Karel Plein. • Huismeesters: deze zorgen voor een ‘continu-reiniging’. Zij opereren in teams van 2 personen ’s middags, op koopavonden en koopzondagen. Overal waar vervuiling wordt geconstateerd wordt direct actie ondernomen. Tevens hebben zij een opvoedkundige en signalerende rol. • Parkeergarages worden wekelijks schoongemaakt door de DAR. • Het onderhoudsprogramma voor het groen gaat uit van het zo kort mogelijk houden van de struiken. Politie Het beleid van de politie ten aanzien van het centrum van Nijmegen is als volgt: • De politie surveilleert 24 uur per dag in het centrum. Op de donderdag-, vrijdag- en zaterdagavonden worden extra mensen ingezet in verband met het uitgaanspubliek. Op deze avonden is een team van 27 mensen op straat aanwezig. In totaal bestaat het team voor het centrum uit 51 personen. • Op de maandag en zaterdag is er een mobiel steunpunt aanwezig op de markt. Op de donderdagavond is er een mobiel steunpunt in de Molenstraat. Dit Pagina 12
0-meting MFC
•
Seinpost Adviesbureau BV
betreft een structurele extra inzet. Met betrekking tot daklozen en verslaafden reageert de politie enkel op meldingen van overlast. Er vinden geen zogenaamde schoonveegacties plaats op eigen initiatief.
Pagina 13
0-meting MFC
Pagina 14
Seinpost Adviesbureau BV
0-meting MFC
3
Seinpost Adviesbureau BV
Het woon-, leef- en werkklimaat 3.1 De buurt als woonbuurt Algemene beoordeling 6 Bijna alle bewoners vinden hun buurt prettig tot zeer prettig om in te wonen (bb: tabel 5.5). Dit geldt voor het totale beheergebied maar ook voor beide deelgebieden. Deze positieve beoordeling komt ook tot uiting in de gemiddelde rapportcijfers voor de woonomgeving, woning en voorzieningen in de buurt. Deze cijfers fluctueren tussen 7,2 en 7,9 op een schaal van 10 (bb: tabel 5.7). Aan de hand van een aantal stellingen (bb: tabel 5.5) kan een beeld worden verkregen van de algemene beoordeling van de buurt. De beoordeling van bewoners van het totale beheergebied en het deelgebied MFC is redelijk met elkaar vergelijkbaar. Op onderdelen scoort het deelgebied MFC iets minder goed. De algemene beoordeling van het deelgebied Mr. Franckenstraat ligt hoger dan die van het totale beheergebied. Opvallend is dat in alle drie gebieden veel bewoners vinden dat hun buurt in het afgelopen jaar gelijk is gebleven of zelfs achteruit is gegaan (bb: tabel 5.8). Slechts weinig bewoners zien een vooruitgang van hun buurt. De bewoners van het deelgebied Mr. Franckenstraat zijn het minst positief over de ontwikkeling van hun buurt; bijna 50% van de gevraagden vindt dat de buurt in het afgelopen jaar achteruit is gegaan. Bovenstaand beeld over de Mr. Franckenstraat komt ook naar voren in het gesprek met bewoners. De bewoners geven aan dat de buurt achteruit is gegaan vanwege de (toename van) drugsoverlast, de opening van de inloopvoorziening in de Mr. Franckenstraat (1998), het hier niet mogen spuiten (met als gevolg dat dit op straat gebeurt), het groter worden van de groep drugsverslaafden en het elders in de stad wegdrukken van de drugsverslaafden (waterbedeffect). Verhuisgeneigdheid 50% van de bewoners in het totale beheergebied woont minder dan 5 jaar op het huidige adres; 16% zelfs minder dan 2 jaar (bb: tabel 5.9). In vergelijking met het totale 6
Wanneer wij spreken van ‘bewoners’, ‘ondernemers’ e.d. bedoelen wij de respondenten binnen betreffende groepen. De tabellen voor deze paragraaf staan in paragraaf 5.2 en 5.3 in het bijlagenboek. In de tekst staan tussen haakjes de tabelnummers uit het bijlagenboek (bb) vermeld.
Pagina 15
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
beheergebied is de gemiddelde woonduur in het deelgebied Mr. Franckenstraat duidelijk langer. De gemiddelde woonduur in het deelgebied MFC is juist iets korter dan in het totale beheergebied. Bovengeschetst mutatiebeeld kan niet volledig doorgetrokken worden naar het beeld van de verhuisgeneigdheid (% bewoners dat binnen 2 jaar wil verhuizen). De verhuisgeneigdheid in het totale beheergebied en het deelgebied Mr. Franckenstraat komt namelijk met 16% resp. 17% nagenoeg overeen (bb: tabel 5.10). De verhuisgeneigdheid in het deelgebied MFC ligt fors hoger (29%). Het blijkt dat de jongeren tot 30 jaar het meest geneigd zijn om te verhuizen. Ouderen daarentegen hebben minder vaak verhuisplannen. De omvang van de woning is in zowel het totale beheergebied als de twee deelgebieden de voornaamste reden om te willen verhuizen, gevolgd door persoonlijke redenen. Het in een rustige buurt willen wonen, speelt zowel in het totale beheergebied als in het deelgebied MFC een kleinere rol. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid De helft van de bewoners in het totale beheergebied geeft aan dat de mensen in hun buurt elkaar nauwelijks kennen. Wel geven de meeste bewoners aan dat de mensen op een prettige manier met elkaar omgaan. Hieruit spreekt een stedelijke context. Deze stedelijke context komt nog duidelijker tot uiting in het deelgebied MFC. Meer mensen geven aan dat de bewoners elkaar nauwelijks kennen en minder mensen geven aan dat de mensen prettig met elkaar omgaan. Het deelgebied Mr. Franckenstraat heeft meer de kenmerken van een woonbuurt: juist minder mensen geven aan dat men elkaar niet kent en juist meer mensen geven aan dat bewoners op een prettige manier met elkaar omgaan. In het beheergebied zijn de bewoners in een sterke mate gehecht aan hun buurt; 85% geeft aan gehecht tot zeer gehecht te zijn aan de buurt (bb: tabel 5.6). In het deelgebied Mr. Franckenstraat ligt dit percentage iets hoger, namelijk 90%. Ook het medeverantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt ligt hier iets hoger. In dit opzicht is het opvallend dat de bewoners in het deelgebied MFC iets vaker actief zijn geweest in het kader van de leefbaarheid van de buurt. Dit kan te maken hebben met het project ‘Onze Buurt Aan Zet’, de actieve Bewonersraad Binnenstad en / of de komst van het MFC,
Pagina 16
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Ervaren problematiek en overlast In het beheergebied noemt het merendeel van de bewoners problemen die dringend aangepakt moeten worden (bb: tabel 5.11). De aanpak van drugsoverlast, daklozenproblematiek en criminaliteit wordt in elk gebied genoemd. Echter: in de deelgebieden geven duidelijk veel meer bewoners prioriteit aan de aanpak van de drugsoverlast, gevolgd door de daklozenproblematiek, dan in het totale beheergebied. Daarnaast vinden de bewoners in het deelgebied MFC ook de aanpak van de parkeerproblematiek belangrijk. In vergelijking met beide deelgebieden hebben bewoners van het totale beheergebied meer aandacht voor de vervuiling op straat. De mate waarin bewoners overlast ervaren, is voor het deelgebied MFC ongeveer gelijk aan het totale beheergebied (bb: tabel 5.12). De bewoners ervaren de meeste overlast van: parkeren, dronken mensen op straat, drugsgebruik, wildplassen en –poepen en geluidsoverlast. In het deelgebied Mr. Franckenstraat wordt over het algemeen minder overlast ervaren, met uitzondering van de overlast gerelateerd aan daklozen en verslaafden. De mate waarin deze overlast wordt ervaren is ongeveer gelijk aan het totale beheergebied en het deelgebied MFC. Parkeeroverlast wordt in het deelgebied Mr. Franckenstraat in een zelfde mate ervaren als in het totale beheergebied.
3.2 De buurt als werkomgeving 7 Algemene beoordeling De meeste ondernemers geven aan de buurt prettig tot zeer prettig te vinden om in te werken (bb: tabel 6.5). Wel is hierbij een verschil te constateren tussen ondernemers in het centrumgebied en ondernemers hierbuiten. De ondernemers buiten het centrumgebied zijn positiever over de buurt dan de ondernemers in het centrumgebied. Bijna 80% van de ondernemers geeft aan gehecht tot zeer gehecht te zijn aan de buurt. Een nog groter deel geeft aan zich ook medeverantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving. Ondernemers buiten het centrumgebied zijn meer gehecht aan hun buurt dan de ondernemers in het centrumgebied. Zij voelen zich echter niet per definitie ook meer verantwoordelijk. 7
Deze paragraaf heeft geen betrekking op het totale beheergebied, maar enkel op het deelgebied MFC, inclusief de
Molenpoortpassage.
Pagina 17
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Opvallend is dat de ondernemers de ontwikkeling van de buurt bijna precies hetzelfde beoordelen als de bewoners van het deelgebied MFC. Ook een grote meerderheid van de ondernemers constateert dat de buurt in het afgelopen jaar gelijk is gebleven (43%) of achteruit (35%) is gegaan (bb: tabel 6.6). Ondernemers in het centrumgebied geven in vergelijking met de ondernemers buiten het centrumgebied zowel vaker aan dat de buurt achteruit is gegaan, alsook dat de buurt vooruit is gegaan. Ervaren problematiek en overlast De meeste ondernemers (85%) zien problemen in hun buurt, die met prioriteit aangepakt zouden moeten worden (bb: tabel 6.7). Meer dan de helft van hen vindt de aanpak van de parkeerproblematiek het belangrijkste. Maar ook de aanpak van het daklozenprobleem en de drugsoverlast staat hoog op het prioriteitenlijstje van de ondernemers. Meer dan driekwart van de ondernemers heeft in het afgelopen jaar soms tot vaak overlast ondervonden van (groepen) mensen (bb: tabel 6.8). Deze overlast uitte zich vooral in ‘rondhangen’, drugsoverlast en ‘bedelen’, maar ook ‘wildplassen/poepen’ en het aanbrengen van vernielingen worden genoemd. De ondernemers in het centrumgebied ondervonden vaker overlast dan de ondernemers buiten het centrumgebied. De ondernemers zien de daklozen en verslaafden als de belangrijkste veroorzakers van de overlast, op grote afstand gevolgd door groepen jongeren en dronken mensen. In het gesprek met de ondernemers in het deelgebied MFC werd het postkantoor aan de Van Schevichavenstraat genoemd als specifieke locatie waar overlast ervaren wordt van (verslaafde) daklozen. Zij zitten op de trappen en met name in de wintermaanden proberen zij binnen beschutting te zoeken. Ook noemen ondernemers de opvangvoorziening aan de In de Betouwstraat (NUNN) als overlastgevend. Er werden geen andere specifieke locaties genoemd door de ondernemers. Ondernemers in de Mr. Franckenstraat lijken eind 2003 weinig tot geen overlast meer te ervaren van (verslaafde) daklozen. Een toename van het toezicht heeft de situatie hier verbeterd, aldus één van de ondernemers: “’s avonds is er geen overlast, overdag komt slechts af en toe een (verslaafde) dakloze de winkel binnen”. Er hebben zich in het gebied Mr. Franckenstraat sinds de komst van de inloopvoorziening geen wijzigingen in het ondernemingenbestand voorgedaan.
Pagina 18
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
3.3 De buurt voor bezoekers 25% van de bezoekers ondervindt soms tot vaak overlast van (groepen) mensen. In vergelijking met de mate waarin ondernemers overlast ervaren is dit een laag aantal. De bezoekers noemen ‘rondhangen’, ‘bedelen’, en ‘het lastig vallen’ als de belangrijkste vormen van overlast van (groepen) mensen. De meeste bezoekers (59%) die overlast ervaren, noemen de daklozen en verslaafden als de belangrijkste veroorzakers van de overlast. Daarnaast noemen ook nogal wat bezoekers groepen jongeren en dronken mensen als veroorzakers (33% resp. 28%). e
De Ziekerstraat, Van Schevichavenstraat, 2 Walstraat/Molenpoortpassage en de Van Welderenstraat worden het vaakst genoemd als straten waar deze overlast door 8 (groepen) mensen voorkomt .
8
Opvallend is dat, met uitzondering van de Van Welderenstraat, deze straten tot de locaties behoren waar geënquêteerd
is. Mogelijk hebben de ondervraagde passanten zich laten leiden door de locatie waar zij werden ondervraagd. Dit geldt e
overigens niet voor de locaties Wedren en 2 Walstraat ter hoogte van Calypso.
Pagina 19
0-meting MFC
Pagina 20
Seinpost Adviesbureau BV
0-meting MFC
4
Seinpost Adviesbureau BV
Het openbaar gebied: schoon en heel 4.1 Objectieve cijfers Bewoners e.a. kunnen klachten over het openbaar gebied melden bij de Bel- en herstellijn van de gemeente Nijmegen (bb: H3). De registratie van deze klachten vindt per wijk plaats; het is niet mogelijk om voor het totale beheergebied en de afzonderlijke deelgebieden exacte uitspraken te doen. Aantal klachten In 2003 hadden verreweg de meeste klachten per 1.000 inwoners betrekking op het Centrum, en in iets mindere mate op de Benedenstad. Dit is op zich niet verwonderlijk. Zo is hier niet alleen het aantal potentiële klachtenmelders groter dan enkel de bewonerspopulatie (denk aan winkeliers, winkelend en uitgaanspubliek), maar zijn ook veel meer bronnen van overlast aanwezig. In beide gebieden valt wel de sterke daling van het aantal klachten per 1.000 inwoners op. Zo daalde in het Centrum het aantal klachten per 1.000 inwoners van ruim 600 in 2001 naar ca. 300 klachten in 2003. Het aantal klachten / meldingen in het systeem kan echter afhankelijk zijn van het aantal klachten die door toezichthouders worden doorgegeven. De daling in de cijfers betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de buurtbewoners ook minder klachten hebben doorgegeven. Het aantal klachten per 1.000 inwoners in de overige wijken waarbinnen het beheergebied valt, alsook de ontwikkeling hiervan, is vergelijkbaar met Nijmegen in haar totaliteit. Met uitzondering van Hunnerberg is in deze wijken na 2002 eveneens sprake van een afname van het aantal klachten per 1.000 inwoners. Soort klachten De meeste klachten in het Centrum hadden in 2003 betrekking op de categorie ‘onderhoud openbaar gebied’. Met name ten aanzien van het onderhoud van het straatmeubilair, de verlichting en het onderhoud van de bestrating werden klachten geuit. Daarnaast vormden ook de stalling van fietsen en het lozen/storten/vervuilen (binnen de categorie stort/vervuiling) een bron van ergernis. De sterke daling van het aantal klachten in het Centrum in de afgelopen jaren heeft zich ten aanzien van alle soorten klachten voorgedaan, maar met name ten aanzien van het aantal meldingen ten aanzien van toezicht. Een uitzondering hierop vormt het aantal klachten over verlichting.
Pagina 21
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Ook in de Benedenstad hadden de meeste klachten betrekking op de categorie ‘onderhoud openbaar gebied’. Het verschil met de overige categorieën klachten is echter minder groot dan in het Centrum. In de Benedenstad werd het meest geklaagd ten aanzien van de verlichting, het lozen/storten/vervuilen, de straatreiniging, de stalling van fietsen en het onderhoud van de bestrating. De daling van het totaal aantal klachten in de afgelopen jaren laat overigens per categorie een diffuus beeld zien; er zijn zowel ‘stijgers’ als ‘dalers’ bij de diverse soorten klachten. Met uitzondering van Bottendaal worden ook in de overige wijken de meeste klachten geuit ten aanzien van de categorie ‘onderhoud openbaar gebied’. In Bottendaal werden de meeste klachten geuit binnen de categorie ‘stort/vervuiling’.
4.2 Het openbaar gebied door de ogen van de bewoners In het totale beheergebied en het deelgebied MFC geven de bewoners gemiddeld het 9 rapportcijfer 6,6 aan het schoon en heel zijn van hun buurt . De bewoners in het deelgebied Mr. Franckenstraat geven met een 6,3 een iets lagere beoordeling (bb: tabel 5.18). In het totale beheergebied geeft 41% van de bewoners aan vaak last te hebben van vervuiling. 17% heeft soms last van vervuiling. In het deelgebied MFC lijken de bewoners iets minder vaak last van vervuiling te hebben, in het deelgebied Mr. Franckenstraat juist iets meer. De verschillen zijn echter gering (bb: tabel 5.16). In het beheergebied wordt het vervuilende gedrag van bezoekers als belangrijkste oorzaak gezien voor de vervuiling, op afstand gevolgd door het vervuilende gedrag van bewoners, (verslaafde) daklozen en jongeren. Daarnaast wordt vooral ook het te weinig schoonmaken door de gemeente genoemd. Slechts een gering aantal van de bewoners (20%) heeft ook daadwerkelijk een klacht ingediend. Dit doet men met name bij de (milieu)politie, gemeente of Bel- en herstellijn. Van hen was de helft tevreden tot zeer tevreden over de afhandeling van de klacht. Zij die minder tevreden waren (40%), waren dit vaak omdat de klacht uiteindelijk niet werd opgelost. Andere genoemde redenen voor ontevredenheid zijn het uitblijven van een 9
Gemiddelde beoordeling voor ‘het schoon zijn van straten, stoepen en fietspaden’, ‘onderhoud van straten, stoepen en
fietspaden’, ‘onkruidbestrijding’ en ‘onderhoud openbaar groen’. De tabellen van deze paragraaf zijn terug te vinden in het bijlagenboek, paragraaf 5.5.
Pagina 22
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
reactie en de lange tijdsperiode die het verhelpen van de klacht met zich meebracht. De meeste bewoners hebben geen klacht ingediend omdat zij geen reden tot klagen hebben. Andere redenen zijn dat bewoners van mening zijn dat klagen geen zin heeft of dat het voorval niet ernstig genoeg is om een klacht in te dienen. Bewoners in het deelgebied MFC wijzen er in gesprekken op dat de gemeente in het centrumgebied meer onderhoud pleegt dan in het gebied buiten de singels. Wel wordt sinds medio 2003 het Julianapark (c.q. het openbaar gebied in zijn algemeenheid) goed onderhouden, zo vinden de bewoners. Hierbij uiten zij wel twijfels ten aanzien van het structurele karakter ervan. Bewoners van het deelgebied Mr. Franckenstraat geven aan dat hier door de gemeente te weinig wordt schoongemaakt.
4.3 Het openbaar gebied door de ogen van ondernemers De ondernemers geven gemiddeld een 5,9 aan het schoon en heel zijn van het openbaar gebied (bb: tabel 6.17). Met name de rapportcijfers voor het onderhoud en het schoon zijn van de straten, stoepen en fietspaden liggen iets lager dan dit gemiddelde. 39% van de ondernemers geeft aan vaak last te hebben van vervuiling (bb: tabel 6.15). Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage bewoners dat aangaf vaak last te hebben van vervuiling. Dit kan niet gezegd worden van het aandeel ondernemers dat aangeeft soms last te hebben van vervuiling. Dit percentage ligt met 48% veel hoger. Van de ondernemers die soms tot vaak overlast ervaren, storen de meesten zich aan het zwerfvuil op straat (89%), op afstand gevolgd door bekladding van muren (37%) en 10 zwerfvuil in het groen en parken (24%) . De ondernemers wijzen de bezoekers van het centrum van Nijmegen aan als de belangrijkste veroorzakers van vervuiling. Daarnaast wordt ook het vervuilend gedrag van daklozen/verslaafden en jongeren genoemd als belangrijke bron van vervuiling. In vergelijking met de bewoners hebben relatief veel ondernemers een klacht ingediend bij de DAR, Bel- en herstellijn en (milieu)politie (34%) (bb: tabel 6.16). Van hen die een 10
Uit het gesprek met ondernemers uit het deelgebied MFC en uit de In de Betouwstraat komt een ander beeld naar
voren: “wij hebben geen tot nauwelijks last van zwerfvuil; de gemeente veegt hier elke morgen”.
Pagina 23
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
klacht hebben ingediend geeft 23% aan niet tevreden te zijn met de afhandeling van de klacht. Redenen die genoemd worden zijn dat de klacht niet werd opgelost, dat er geen communicatie over de afhandeling plaatsvond en dat de tijd tussen bellen en afhandelen te lang was. Ondernemers die geen klacht hebben ingediend geven aan dit niet gedaan te hebben omdat de klacht niet ernstig genoeg was, omdat men van mening is dat dit geen zin heeft of omdat het er niet van gekomen is.
4.4 Het openbaar gebied door de ogen van de bezoekers Bezoekers beoordelen zowel het schoon zijn als het onderhoud van straten, pleinen en fietspaden gemiddeld met een 6,6 (bb: tabel 7.7). Bezoekers hebben minder vaak last van vervuiling dan bewoners en ondernemers. Dit is op zich niet verwonderlijk: bewoners en ondernemers verblijven immers dagelijks en hele dagen in het gebied. Bezoekers verlaten het centrum na verloop van tijd weer. 13% van de bezoekers geeft aan vaak last te hebben van vervuiling, 21% heeft soms last van vervuiling. Wederom stoort men zich het meest aan zwerfvuil; deze vorm van vervuiling wordt door 75% van de bezoekers die soms tot vaak overlast ervaren, genoemd. Ook hondenpoep en bekladding van muren leidt bij nogal wat bezoekers tot ergernis. De straten waar volgens de bezoekers de meeste vervuiling voorkomt zijn de e e Ziekerstraat en de 2 Walstraat/Molenpoortpassage, gevolgd door 2 e Walstraat/Vlaamsegas, 2 Walstraat/Calypso en de Van Schevichavenstraat.
4.5 De leefbaarheidsschouw Tijdens de leefbaarheidsschouw zijn vijf locaties binnen het deelgebied MFC onder andere beoordeeld op het schoon en heel zijn. De complete analyse van de schouw staat in het bijlagenboek, hoofdstuk 8. Hieronder een korte samenvatting. Parkeerplaats Wedren Deze locatie scoort op bijna alle beoordeelde punten goed. De geplaatste opmerkingen hebben betrekking op de aanwezigheid van glas en blik, rommel bij en op de plakzuil en de geringe Pagina 24
Foto 2: Plakpaal Wedren
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
verlichting langs de bebouwing. Deze twee laatste punten werden ook genoemd tijdens de schouw die eerder door de gemeente is uitgevoerd. Van Schevichavenstraat De Van Schevichavenstraat geeft een wisselend beeld. Zo zijn de bestrating, panden, gevels en muren, de verkeersmiddelen zowel (redelijk) schoon als goed onderhouden. Het straatmeubilair en de openbare verlichting is technisch goed onderhouden en voldoende maar maakt een vuile indruk. Geparkeerde fietsen geven een rommelig beeld. Ook de gemeentelijke schouw maakt melding van slecht en vuil straatmeubilair, naast de aanwezigheid van zwerfvuil. De gemeente constateerde dat de locatie door de aanwezigheid van bomen donker is; mogelijk speelt het jaargetijde (wel/geen bladeren aan de bomen) hierbij een rol.
Foto 3: Papier/afval hoek Van Welderenstraat
e
2 Walstraat, achterkant Molenpoortpassage Ook deze locatie geeft een wisselend beeld. Enkel de verlichting krijgt zowel op het schoon zijn als het onderhoud een positieve beoordeling; de verlichting is voldoende. De bestrating en het meubilair zijn schoon, maar niet heel. De panden, gevels en muren en de verkeersmiddelen zijn weliswaar goed onderhouden, maar zijn niet schoon. Op de locatie en in de omgeving is vuil aanwezig: zwerfvuil, afgebladderde aanplakbiljetten, en onkruid tussen de tegels. De opmerkingen komen overeen met de opmerkingen gemaakt tijdens de gemeentelijke schouw. Ziekerstraat, ter hoogte van Molenpoortpassage Vanwege de bouwactiviteiten in verband met de realisering van de Verlengde Marikenstraat is de straat op het moment van de leefbaarheidsschouw rommelig. Dit rommelige beeld wordt versterkt door geparkeerde fietsen; dit werd ook door de gemeente al geconstateerd. De bestrating, het meubilair, de openbare verlichting en de panden, gevels en muren krijgen echter een positieve beoordeling, zowel op het schoon als het heel zijn. Plein Mariënburg Bestrating, meubilair, openbare verlichting, openbaar groen, panden, gevels en muren en verkeersmiddelen zijn zowel (redelijk) schoon als (redelijk) onderhouden. Er wordt geen vuil op straat geconstateerd.
Foto 4:
Pagina 25
Graffiti 2e Walstraat richting Ziekerstraat
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
4.6 Het openbaar gebied door de ogen van professionals Het centrumgebied heeft de hoogste prioriteit wat betreft het voorkomen en aanpakken van vervuiling en het plegen van onderhoud. De bezoekers lijken de grootste veroorzakers van de vervuiling in de stad. Bovendien is de vervuiling door deze groep aanzienlijk toegenomen na de herinrichting van de binnenstad. Er zijn hierbij minder afvalbakken teruggeplaatst op minder zichtbare plekken. Ook bewoners en bedrijven zijn steeds meer veroorzakers van vervuiling, zo geven de professionals aan. De vervuiling veroorzaakt door daklozen en verslaafden is plekgericht (in tegenstelling tot vervuiling door bezoekers die een spoor door de stad trekken). Het enige spoor dat daklozen en verslaafden trekken is wanneer zij afvalbakken leeghalen op zoek naar eten. De ervaren overlast is in de zomer vele malen groter dan in de winter; in de winter verblijven daklozen en verslaafden op beschutte plekken, zoals parkeergarages. Aangegeven wordt dat zeker niet alle daklozen en verslaafden vervuilend gedrag vertonen. Specifieke aandachtsgebieden in de zomer en het najaar van 2003 waren respectievelijk het Kronenburgerpark en de stationsomgeving; hier hielden zich veel daklozen en verslaafden op. Qua schoon en heel uitte dit zich in een redelijke vervuiling: blikjes, drankflessen, karton, gebruiksmiddelen en wildplassen/poepen. Parkeergarages zijn in hun algemeenheid aantrekkelijke verblijfplaatsen voor daklozen en verslaafden. Andere aandachtsgebieden binnen het totale beheergebied zijn: Karthuizerhof, Valkhof, Hunnerpark, Spinthuisplaats, In de Betouwstraat (NUNN) en onder de Waalbrug. Door professionals genoemde aandachtsgebieden binnen het deelgebied MFC zijn het Julianapark (waar daklozen en verslaafden overnachten) en de Bijleveldsingel. Na de renovatie van de parkeerplaats De Wedren, waarbij de openheid en verlichting zijn verbeterd, zijn er hier geen problemen meer gemeld. Uit de bewonersenquête zou kunnen worden geconcludeerd dat het deelgebied Mr. Franckenstraat slechter scoort ten aanzien van het schoon en heel zijn van het gebied. Professionals geven aan dat dit niet het geval is. Ondanks dat er enkele plekken genoemd kunnen worden die aandacht behoeven, spreken zij van een ‘net gebied’.
Pagina 26
0-meting MFC
5
Seinpost Adviesbureau BV
Resultaten 0-meting: veilig 5.1 Objectieve cijfers 11 Aangiften In het eerste halfjaar van 2003 werden in het totale beheergebied in totaal 2.022 aangiften gedaan. Per 1.000 inwoners zijn dit 331 aangiften. In het deelgebied MFC werden in totaal 424 aangiften gedaan, zijnde 287 aangiften per 1.000 inwoners. In het deelgebied Mr. Franckenstraat was het totale aantal aangiften in dezelfde periode 188 (131 per 1.000 inwoners). Het aantal aangiften per 1.000 inwoners ligt in het gehele beheergebied aanzienlijk hoger dan in de rest van Nijmegen. In Nijmegen zijn over heel 2003 in totaal 86 aangiften per 1.000 inwoners gedaan. De verschillen tussen de gebieden lijken grotendeels te verklaren uit het feit dat het aantal potentiële slachtoffers van een delict in het centrumgebied (waartoe een groot deel van het totale beheergebied behoort alsook het deelgebied MFC) vele malen groter is dan enkel de bewonerspopulatie alsook dat hier meer delictplegers aanwezig zijn. In onderstaande tabel is per gebied de top 5 van het aantal aangiften weergegeven.
Top 5 aangiften januari – juni 2003 (in absolute aantallen) Totale beheergebied
Deelgebied MFC
Deelgebied Mr. Franckenstr.
1. diefstal (brom)fietsen (571)
1. auto-inbraak (156)
1. diefstal (brom)fietsen (42)
2. auto-inbraak (416)
2. diefstal (brom)fietsen (121)
2. auto-inbraak (27)
3. zakkenrollerij (238)
3. autodiefstal (34)
3. verkeersongevallen (19)
4. vernieling en schade (167)
4. vernieling en schade (32)
4. parkeeroverlast (17)
5. winkeldiefstal (144)
5. diefstal uit bedrijven (22)
5. overlast buren (15) diefstal uit bedrijven (15)
11
Op het moment van schrijven waren voor 2003 enkel de cijfers over de periode januari – juni bekend. Vergelijking met
voorgaande jaren wordt interessant bij eventuele latere metingen; dan kan immers bezien worden of sprake is van trendbreuken. Voor de 0-meting hebben wij er voor gekozen enkel de cijfers voor 2003 weer te geven. Het complete overzicht is te vinden in paragraaf 2.2 en 2.3 van het bijlagenboek.
Pagina 27
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Het valt op dat in het binnenstedelijk gebied (waarin totale beheergebied en deelgebied MFC deels vallen) de aangiften met name betrekking hadden op diefstallen, gevolgd door vernieling en het aanbrengen van schade aan andermans eigendommen. In het deelgebied Mr. Franckenstraat spelen, met uitzondering van diefstal van (brom)fietsen en autoinbraken, andersoortige delicten een rol. Dit beeld is redelijk vergelijkbaar met de aangiftecijfers over de gehele stad. Ook hier scoren fietsdiefstal en auto-inbraken erg hoog in vergelijking met andere delicten. Hoewel dit uit voorgaande tabel niet direct naar voren komt, merken wij hier nog op dat ook agressie, zich uitend in mishandeling, bedreiging, straatroof en zedenmisdrijven, regelmatig voorkomt in het totale beheergebied. In onderstaande tabel wordt de top 5 van straten weergegeven waar in de periode januari – juni 2003 de meeste delicten (waarvan aangifte is gedaan) werden gepleegd. Top 5 straten januari - juni 2003 (in absolute aantallen) Totale beheergebied
Deelgebied MFC
Deelgebied Mr. Franckenstraat
1. Stationsplein (153)
1. Oranjesingel (64)
1. Dominicanenstraat (12)
2. Burchtstraat (126)
2. Bijleveldsingel (56)
2. St. Canisiussingel (8)
3. Molenstraat (105)
3. Van Welderenstraat (28)
Berg en Dalseweg (8)
4. Marienburg (101)
4. Tweede Walstraat (25)
Van Nispenstraat (8)
5. Plein 1944 (73)
5. Julianaplein (18)
5. Jacob Canisstraat (7)
Grote Markt (73)
Alle straten die in het totale beheergebied tot de top 5 behoren, liggen buiten beide deelgebieden. Met uitzondering van het Stationsplein liggen zij in het kernwinkelgebied. Meldingen Van lang niet alle meldingen wordt uiteindelijk een proces-verbaal opgemaakt (aangifte), bijvoorbeeld omdat men het voorval niet ernstig genoeg vindt, of omdat het een overlastsituatie betreft. In het kader van onderliggend onderzoek zijn juist deze overlastsituaties interessant. Top 5 meldingen januari – juni 2003 (in absolute aantallen) Totale beheergebied
Deelgebied MFC
Deelgebied Mr. Franckenstraat
1. verkeersongevallen (261)
1. auto-inbraak (60)
1. verkeersongevallen (19)
2. drugsoverlast (202)
2. diefstal (brom)fietsen (65)
2. parkeeroverlast (17)
3. parkeeroverlast (149)
3. verkeersongevallen (60)
3. overlast buren (15)
4. winkeldiefstal (134)
4. parkeeroverlast (40)
4. diefstal (brom)fietsen (14)
5. vernieling en schade (133) agressie (mishandeling) (133)
5. drugsoverlast (26)
5. auto-inbraken (10)
Pagina 28
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
De meldingen geven een gevarieerder beeld dan enkel de aangiften. Zo blijkt dat relatief vaak melding gemaakt wordt van verkeersongevallen, parkeeroverlast en drugsoverlast. In het deelgebied Mr. Franckenstraat, waar op dit moment een inloopvoorziening voor verslaafden is gevestigd, werden 8 meldingen van drugsoverlast gemaakt in het eerste halfjaar van 2003. In het totale beheergebied hadden in het eerste halfjaar van 2003 de meeste meldingen van drugsoverlast betrekking op het Stationsplein (20), Piersonstraat (16), Karthuizerhof (13), van Schaek Mathonsingel (12) en de Nieuwe Marktstraat (9). Geen van deze straten ligt in één van de deelgebieden. In het deelgebied MFC werden de meeste meldingen van drugsoverlast gemaakt ten aanzien van de Tweede Walstraat (5), het Julianaplein (3), Bijleveldsingel (3), Van Welderenstraat (3), Marienbug (2) en Waldeck Pyrmontsingel (2).
5.2 Veilig in de ogen van bewoners Enquête Het gemiddelde rapportcijfer dat bewoners aan de veiligheid in de buurt geven is voor het totale beheergebied en het deelgebied Mr. Franckenstraat gelijk: 6,7. Het deelgebied MFC scoort met een 6,6 slechts een fractie lager (bb: tabel 5.13). De mate waarin de bewoners zich (on)veilig voelen verschilt per (deel)gebied slechts in geringe mate. In het totale beheergebied voelt 24% van de bewoners zich soms tot vaak onveilig. In het deelgebied Mr. Franckenstraat is dit 26% en in het deelgebied MFC is dit 29%. De bewoners in het deelgebied MFC geven vaker aan slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf dan de bewoners in het totale beheergebied en het deelgebied Mr. Franckenstraat. Fietsendiefstal wordt hierbij in alle gebieden vaak genoemd, met name in het deelgebied Mr. Franckenstraat. Vernieling van de auto, diefstal uit de auto, beschadiging en woninginbraak (al dan niet met diefstal) zijn andere misdrijven waarvan men relatief vaak het slachtoffer is geweest. Het slachtofferschap werkt duidelijk door in de perceptie van mensen ten aanzien van het voorkomen van bepaalde delicten in hun omgeving (bb: tabel 5.14). Zo geven de bewoners in alle gebieden aan de indruk te hebben dat bovenstaande misdrijven vaak
Pagina 29
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
voorkomen. Daarnaast komen in de beleving van de bewoners van met name het totale beheergebied en het deelgebied MFC ook gewelddelicten, bedreiging en tasjesroof vaak voor (zij het minder vaak). De bewoners ervaren vooral de volgende locaties als onveilig. Onveilige plekken Overig beheergebied
Deelgebied MFC
Deelgebied Mr. Franckenstr.
1. Kronenburgerpark 2. Molenstraat 3. Hezelpoort / J. Ivensplein
1. Julianapark 2 2e Walstraat / Vlaamsegas 3. 2e Walstraat / Molenpoort
1. Mariaplein 2. Berg en Dalseweg 3. Mr. Franckenstraat
Gesprekken De bewoners van het deelgebied MFC onderschrijven de resultaten van de enquête. Ook zij geven aan dat er relatief veel inbraken, autokraken en fietsendiefstallen worden gepleegd in de omgeving van het MFC. Hoewel een deel van de delicten gepleegd zal worden door (verslaafde) daklozen, wijzen zij er ten zeerste op dat de groep van veroorzakers van overlast en plegers van delicten breder is dan enkel deze groep. Zij noemen hier vooral het uitgaanspubliek. Dit beeld wordt bevestigd door professionals. “De onoverzichtelijke inrichting van het openbaar gebied draagt daarnaast bij aan een onveilig gevoel”, aldus de bewoners. Dit gevoel wordt versterkt door de aanwezigheid e van coffeeshops en (rondrijdende) dealers en klanten in de omgeving van de 2 Walstraat. Bovendien wonen er veel studenten in de omgeving; deze studenten hebben over het algemeen minder aandacht voor wat er in hun omgeving gebeurt (minder sociale controle). (Verslaafde) daklozen vergroten het gevoel van onveiligheid vooral in de directe omgeving van het postkantoor. Daklozen hangen hier vooral overdag op de trappen rond; bewoners (en anderen) durven hierdoor minder gebruik van de pinautomaten te maken. De bewoners van het deelgebied MFC geven aan dat de overlast vanuit het Julianapark meevalt. Wel veroorzaken alcoholverslaafden hier in de zomermaanden geluidsoverlast en wordt er wel eens gedeald (vanuit telefooncel). Op de Bijleveldsingel wordt echter meer overlast van (verslaafde) daklozen ervaren, zo geven de bewoners aan. Ook de bewoners van het deelgebied Mr. Franckenstraat wijzen op de drugsoverlast als gevolg van de aanwezigheid van (verslaafde) daklozen in hun woonomgeving c.q. de aanwezigheid van de inloopvoorziening. Zij merken bovendien op dat de groep drugsverslaafden groter wordt en dat drugsverslaafden elders in de stad worden
Pagina 30
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
weggedrukt (waterbedeffect). In de tweede helft van 2003 werd overigens door de politie meer gepatrouilleerd, zo hebben de bewoners ervaren. Specifieke locaties in het deelgebied Mr. Franckenstraat die door bewoners als overlastgevend worden genoemd zijn: • Graadt van Roggenstraat • Achterzijde Haskoning (ook jongeren) • Basisschool De Buut • Tuin verpleeghuis Margriet • Hunnerpark • Beschutte plekken (portieken, struiken e.d.).
5.3 Veilig in de ogen van ondernemers Enquête Slechts 4% van de ondernemers (en personeel) voelt zich vaak onveilig in het bedrijfspand zelf. Daarentegen geeft 45% aan zich hier soms onveilig te voelen. In het centrumgebied voelen ondernemers zich vaker onveilig dan hierbuiten. Zij voelen zich vooral onveilig in de situatie wanneer men als enige in het pand is, als er personen binnen zijn waarvan een dreiging uitgaat en bij het afsluiten van het pand. Ook in de omgeving van het bedrijfspand voelt slechts een zeer gering aantal ondernemers zich vaak onveilig (1%). 53% van de ondernemers voelt zich soms onveilig in de omgeving van het bedrijfspand. Opvallend is dat ondernemers buiten het centrumgebied zich ongeveer even vaak onveilig voelen in de omgeving van hun bedrijf als de ondernemers in het centrumgebied. Van de ondernemers die aangeven zich wel eens onveilig te voelen, geven de meesten aan dat dit vooral ’s avonds is; dit geldt echter in versterkte mate voor de ondernemers buiten het centrumgebied. Ondernemers in het centrumgebied voelen zich in vergelijking met hun collega’s buiten het centrum ook vaak overdag en ’s nachts onveilig. Veel ondernemers in beide deelgebieden voelen zich daarnaast op wisselende tijden onveilig. Een groot deel van de ondernemers (46%) heeft in het afgelopen jaar te maken gehad met een misdrijf in of rondom de onderneming. Ook hierbij geldt weer dat de ondernemers in het centrumgebied hier iets vaker mee te maken hadden dan de ondernemers buiten het centrumgebied. Het merendeel van de misdrijven had
Pagina 31
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
betrekking op fietsendiefstal, vernieling van auto’s, overige beschadiging of vernieling, (poging tot) winkeldiefstal en bedreiging of intimidatie in de winkel. Deze laatste twee misdrijven kwamen (vanzelfsprekend) vaker voor in het centrum (kernwinkelgebied). De meeste ondernemers hebben geen aangifte gedaan van het misdrijf, met name omdat men van mening is dat dit geen zin heeft. 52% van de ondernemers vindt dat de veiligheid in de buurt het afgelopen jaar is verslechterd, terwijl slechts 1% aangeeft dat deze verbeterd is. De ondernemers buiten de Oranjesingel zijn iets positiever over de ontwikkeling; iets minder ondernemers geven aan dat de veiligheid is verslechterd, iets meer ondernemers geven aan dat de veiligheid gelijk is gebleven. Onderstaande locaties worden door de ondernemers als meest onveilig ervaren: • Tweede Walstraat / Vlaamsegas • Tweede Walstraat / Molenpoort • Van Schevichavenstraat • Parkeerterrein Bijleveldsingel (Wedren). Gesprekken In diverse gesprekken met ondernemers (en centrummanager) worden aan bovenstaande locaties de volgende straten als aandachtsgebied toegevoegd: Van Welderenstraat, Mariënburgpassage, Hertogstraat, Oranjesingel, Bloemerstraat, Karregas, Bisschop Hamerstraat, In de Betouwstraat, Arkeestraat, Staringstraat, Julianapark, Smetiusstraat, diverse parken, Stadsschouwburg en de omgeving van het Centraal Station. De ondernemers merken op dat de (verslaafde) daklozen zeer in het oog springen. “Klanten storen zich aan het zich permanent vestigen van verslaafden en daklozen in de binnenstad. Vooral het gedrag van (verslaafde) daklozen vinden zij storend: bedelen, aanspreken, zichtbaar gebruiken e.d.”. Daarnaast plegen zij veel fietsendiefstallen en auto-inbraken, aldus de ondernemers. Ondernemers zelf ondervinden de meeste overlast van de vele winkeldiefstallen; ingeschat wordt dat ca. 80% van de winkeldiefstallen gepleegd wordt door (verslaafde) daklozen. Deze winkeldiefstallen vinden vooral in het kernwinkelgebied (kledingwinkels, warenhuizen) plaats en minder in de randgebieden.
Pagina 32
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
(Verslaafde) daklozen zijn echter niet de enige veroorzakers van overlast, zo blijkt uit de gesprekken. Andere vormen van overlast zijn: • Dealers, vooral in het stationsgebied: opdringerig en intimiderend gedrag, aanspreken van passanten e.d. Buiten het stationsgebied hebben bezoekers minder last van dealers omdat deze hun activiteiten met name op de stillere plekken uitvoeren (parken e.d.). Ondernemers worden regelmatig met dealers geconfronteerd op de particuliere parkeerplaatsen achter de bedrijfspanden (bijvoorbeeld Karregas). Dit geeft ondernemers een zeer onveilig gevoel. • Agressie in winkels; slechts een deel hiervan lijkt veroorzaakt te worden door (verslaafde) daklozen. • Uitgaanspubliek (ook de scholieren die op vrijdagmiddag rond de cafés in de Bloemerstraat hangen): vernielingen, hanggedrag, verkeerd geparkeerde fietsen. • Hangjongeren (m.n. in de Broerstraat); deze zorgen voor een onaangename beleving. • Skateboarders.
5.4 Veilig in de ogen van de bezoekers De bezoekers geven gemiddeld een 6,8 aan de veiligheid in de omgeving van het MFC. 6% van de bezoekers voelt zich vaak onveilig, 26% soms. Bezoekers voelen zich vooral onveilig in de avond- en nachtelijke uren. Belangrijkste vormen van overlast zijn: rondhangen, bedelen, het lastig worden gevallen en geluidsoverlast. Veroorzakers van overlast zijn volgens de bezoekers vooral daklozen (door 40% van de gevraagden genoemd), groepen jongeren (33%), verslaafden (31%) en dronken mensen (28%). De volgende locaties zijn in de beleving van de bezoekers onveilig: • Tweede Walstraat / Molenpoort • Tweede Walstraat / Vlaamsegas • Tweede Walstraat / Calypso • Van Schevichavenstraat. 13% van de bezoekers is één of meerdere keren slachtoffer van een misdrijf geweest in de omgeving van het MFC. Deze misdrijven vonden vooral plaats in de Ziekerstraat, op de Wedren en in de Van Schevichavenstraat. Bezoekers werden vooral slachtoffer van fietsendiefstal, auto-inbraak en vernieling van de auto.
Pagina 33
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Ook waren bezoekers regelmatig getuige van een misdrijf. Naast fietsendiefstal en diefstal uit de auto zag men dat de portemonnee gestolen werd. Ook deze misdrijven werden voor een relatief groot deel in de Ziekerstraat en de Van Schevichavenstraat gepleegd, naast de Tweede Walstraat / Vlaamsegas.
5.5 De leefbaarheidsschouw Tijdens de leefbaarheidsschouw zijn 5 locaties binnen het deelgebied MFC onder andere beoordeeld op de veiligheid. Hieronder volgt per locatie een korte samenvatting. Parkeerplaats Wedren Deze plek geeft een veilig gevoel, al is de verlichting niet op alle plekken voldoende. Door de drukte op het kruispunt kunnen zich onveilige verkeerssituaties voordoen. De gemeente constateert daarnaast in haar schouw dat plekken onder de balkons en achter muurtjes mogelijk aantrekkelijk zijn voor daklozen (slaapplaats). Van Schevichavenstraat Deze plek geeft niet altijd een veilig gevoel. Er hangen daklozen (bij pinautomaten) en ‘ongure types’ rond die door klanten van het postkantoor en passanten als bedreigend ervaren kunnen worden. Er is voldoende verlichting, hoewel de bomen een donkere indruk kunnen geven. De verkeersveiligheid is niet optimaal doordat er veel verkeer kruist. e
2 Walstraat, achterkant Molenpoortpassage Deze plek geeft geen veilig gevoel, dit geldt vooral in het donker. Er hangen veel “ongure” types rond, zeker op de hoek bij Vlaamse Gas. Ook is het een straat die “achterkant” uitstraalt en niet uitnodigend is. Ziekerstraat, ter hoogte van Molenpoortpassage Deze plek geeft door de drukte een veilig gevoel. Door de bouwactiviteiten is de verkeerssituatie op dit moment onduidelijk. Plein Mariënburg Het plein geeft door de aanwezige kantoren en winkelvoorzieningen een veilig gevoel. Er is voldoende verlichting aanwezig. Het plein is recentelijk opgeknapt en de komst van de stadswinkel heeft de situatie sterk verbeterd.
Pagina 34
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
5.6 Veilig in de ogen van de professionals De politie noemt twee soorten overlast die in het centrumgebied in het oog springen. Ten eerste is dit de overlast als gevolg van de horeca. De overlast van uitgaanspubliek is er vooral donderdagavond (uitgaansavond studenten), vrijdagmiddag vanaf ca. 15.00 uur (scholieren) en zaterdagavond (uitgaansavond heel Nijmegen). De overlast van het uitgaanspubliek betreft vooral geluidsoverlast, geweld en vernielingen. Daarnaast noemt de politie de overlast als gevolg van verslaafden en daklozen. De overlast van verslaafden en daklozen uit zich vooral in agressie, vermogensdelicten en vervuiling. Van de vermogensdelicten is het lastig aan te geven welke vorm het meest voorkomt; dit kan per periode zeer verschillen. Door de politie worden de volgende aandachtsgebieden genoemd: • Nieuwe Markt / Karthuizerhof • Julianapark • In de Betouwstraat • Bijleveldsingel • Onder de Waalbrug • Achterkant Haskoning • Stadhuis • Stationsomgeving en spoorzone • Parkeergarages • Kronenburgerpark De politie geeft aan dat er looproutes van (verslaafde) daklozen zijn. Deze kunnen echter in de loop van enkele weken gemakkelijk wijzigen, bijvoorbeeld omdat de politie op een bepaalde plek optreedt of wanneer een dealer zijn aanbiedingsplek wijzigt. Een dealer werkt vaak 1 tot 2 weken vanaf een vaste locatie en verplaatst vervolgens zijn activiteiten weer. De politie geeft aan dat bewoners van het beheergebied gewend zijn geraakt aan de aanwezigheid van daklozen en verslaafden en aan de hiermee gepaard gaande overlast. De bewoners in het deelgebied MFC zijn na het bekend worden van de locatie zeer alert op de aanwezigheid van verslaafden en daklozen. De bewoners van het deelgebied Mr. Franckenstraat hebben reeds zeer veel jaren te maken met overlast van verslaafden, zo wordt aangegeven. In de binnenstad van Nijmegen doet zich naast bovengenoemde overlast ook andere overlast voor. Deze is echter minder in het oog springend. Genoemd kunnen worden overlast van hangjongeren en coffeeshops.
Pagina 35
0-meting MFC
Pagina 36
Seinpost Adviesbureau BV
0-meting MFC
6
Seinpost Adviesbureau BV
Resultaten 0-meting: verwachtingen MFC 6.1 Inleiding Begin maart 2004 is het MFC voor de opvang van verslaafden en daklozen geopend. De voorziening heeft een dagopvang, nachtopvang en gebruikersruimte. Het MFC zal ook voorzien in methadonverstrekking en medische zorg en zal gelegenheid bieden voor dagbesteding/resocialisatie. In het onderzoek hebben we getracht een beeld te krijgen van de verwachtingen onder bewoners, ondernemers en professionals ten aanzien van de komst van het MFC. Hierbij hebben we ook gekeken naar de beeldvorming omtrent daklozen en verslaafden.
6.2 De komst van het MFC De enquêtes 78% van de bewoners van het totale beheergebied is op de hoogte van de komst van het MFC aan de Van Schevichavenstraat. In de deelgebieden MFC en Mr. Franckenstraat is de bekendheid echter hoger (88% resp. 87%). Dit geldt zeker ook voor de ondernemers in het deelgebied MFC: 97% van hen is op de hoogte van de komst van de voorziening. De meeste bewoners in het totale beheergebied zijn voorstander van het initiatief (62%). Het aantal voorstanders in het deelgebied MFC ligt echter aanzienlijk lager; hier geeft 44% van de bewoners aan voorstander te zijn, De ondernemers hebben een duidelijk andere mening dan de bewoners. Bijna de helft van hen is tegenstander van het project en maar 17% voorstander. Hierbij doen zich slechts geringe verschillen voor tussen de ondernemers in het centrumgebied en de ondernemers buiten de Oranjesingel. De ondernemers buiten de Oranjesingel zijn iets positiever. De voordelen van de komst van de voorziening worden zowel bij bewoners als ondernemers vooral gezocht in het beter opvangen van de daklozen en de professionele hulp die men zal ontvangen. Met name de ondernemers verwachten echter vooral negatieve gevolgen zoals meer (drugs)overlast en een verminderde veiligheid. Daarnaast valt op dat een noemenswaardig deel van de geënquêteerde ondernemers en bewoners aangeeft dat men de locatie niet goed vindt.
Pagina 37
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Een groot deel van de bewoners (38%) en ondernemers (43%) weet ten tijde van de enquête niet waar men eventuele overlast van (bezoekers van) het MFC kan melden. Zij die dit wel weten, geven aan eventuele klachten vooral bij de gemeente en politie te zullen melden. Slechts één op de tien bewoners is van plan zijn of haar eventuele klacht rechtstreeks bij de voorziening te melden. De ondernemers zullen deze stap sneller zetten. Arcuris en De Grift zijn voor slechts een kleine groep in beeld als instantie waar je met een klacht terecht kunt. Gesprekken met bewoners, ondernemers en professionals Uit het voorgaande blijkt dat er verschillend gedacht wordt over de opening van het MFC aan de Van Schevichavenstraat. De gesprekken met de betrokkenen hebben dit bevestigd. Er kunnen drie meningen worden onderscheiden: • Men is het niet eens met de locatie aan de Van Schevichavenstraat. De verwachting is dat deze locatie een grote concentratie van problemen in dit deel van het centrum oplevert. • Men kan zich vinden in de beslissing maar stelt wel heel duidelijk dat toezicht en controle goed en structureel geregeld moeten zijn. Deze groep voelt zich actief betrokken bij de komst van het MFC. • Men legt zich neer bij de beslissing en geeft het project vooralsnog het voordeel van de twijfel. De groep heeft een meer passieve houding. De vertegenwoordigers van de doelgroep denken dat het MFC voor de doelgroep een verbetering is ten opzichte van de huidige situatie. Wel worden vraagtekens gezet bij de opvangcapaciteit van de voorziening. Deze is mogelijk te gering. Ook andere professionals uiten deze twijfels. Daarbij wordt opgemerkt dat de groep (verslaafde) daklozen bovendien groeiende is. De verwachting is dat vooral overlastgevers geen plek krijgen in de opvangvoorziening. De (verslaafde) daklozen geven aan ongewenst gedrag onderling te corrigeren. De meningen en verwachtingen van bewoners zijn divers. Een deel van de bewoners geeft aan een concentratie van problemen en overlast te verwachten in de omgeving van het MFC: “wat binnen niet is toegestaan zal buiten gebeuren, zoals dealen”. Hierbij worden onder meer de Wedren en het Julianapark genoemd. Andere bewoners verwachten juist dat de veiligheid in de omgeving zal toenemen. Bewoners van het deelgebied Mr. Franckenstraat verwachten dat de overlast hier zal verminderen. Ook ondernemers hebben verschillende verwachtingen ten aanzien van het MFC en de invloed hiervan op de omgeving. Enerzijds wordt de verwachting uitgesproken dat in de directe omgeving van het MFC de nu ervaren overlast zal afnemen door meer toezicht. Pagina 38
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Juist in de wijdere omgeving zal de overlast gaan toenemen. De politie verwacht eveneens een toenemende overlast in gebieden die verder van het MFC zijn gelegen. Dit omdat het toezicht hier geringer zal zijn. Dit geldt ook voor overlast als gevolg van vervuiling. Andere ondernemers spreken wel hun zorg uit ten aanzien van de overlast in de directe omgeving van het MFC: “Er is een kans dat het aantal ondernemingen in de eerste ring rondom het MFC zal teruglopen. De beginfase van het project zal echter bepalend zijn, ook voor de beeldvorming bij klanten. De beginfase zal uiterst goed moeten verlopen”, zo wordt opgemerkt. Ondernemers verwachten meer overlast als gevolg van drugshandel, samenscholing, aantrekkende werking uit de omgeving, honden van (verslaafde) daklozen, etc. Daarnaast zal het aantal vermogensdelicten door (verslaafde) daklozen vooralsnog niet afnemen, zo is de verwachting: “Zij zullen immers toch aan geld voor hun verslaving moeten zien te komen”. Ondernemers spreken tot slot hun zorg uit over het structurele karakter van het toezicht: “De kans is groot dat wanneer na een jaar blijkt dat er geen overlast is, het toezicht wordt teruggeschroefd. De overlast zal echter dan pas ontstaan c.q. toenemen”.
6.3 Beeldvorming omtrent daklozen De enquêtes Uit de enquêtes blijkt dat veruit de meeste bewoners en ondernemers daklozen zien in het beheergebied. Slechts een klein deel geeft aan zelden of nooit daklozen te zien (16%). De komst van het MFC zal dus geen nieuw verschijnsel in de buurt introduceren. Dit blijkt ook uit het feit dat bewoners en ondernemers ook nu reeds overlast ondervinden van daklozen in hun omgeving (80%). De ondernemers storen zich met name aan het opdringerige gedrag (bij bedelen), het vervuilende gedrag en het lawaai op straat. Bewoners ondervinden veel minder vaak overlast van daklozen (38%) dan de ondernemers. Wel zijn er verschillen tussen de deelgebieden te constateren. In vergelijking met de andere gebieden scoort het deelgebied MFC minder goed (47%). De bewoners die overlast ondervinden, hebben van dezelfde zaken last als de ondernemers. Opvallend is dat het gevoel van onveiligheid bij de ondernemers een grotere rol speelt dan bij bewoners.
Pagina 39
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Aan de hand van een zestal stellingen is de beeldvorming omtrent daklozen in kaart gebracht. Ook hieruit blijkt dat meer ondernemers dan bewoners een negatieve beeldvorming over daklozen hebben. De ondernemers zijn het vaker eens met negatieve stellingen en minder vaak met (positieve) stellingen over opvang. De meeste bewoners en ondernemers vinden dat het een taak is van de gemeente om opvang te bieden aan daklozen. Een veel kleiner deel hiervan vindt echter dat deze opvang plaats moet vinden in de wijk. Ongeveer eenzelfde deel van de mensen verwacht dat de daklozen door opvang minder op straat zullen rondhangen.
Grafiek 6.3: Meningen bewoners en ondernemers* als daklozen en verslaafden opgevangen worden hangen zij niet meer op straat rond.
daklozen en verslaafden vergroten de onveiligheid in de buurt.
er zijn te veel daklozen en verslaafden in Nijmegen.
Ondernemers Bewoners
daklozen en verslaafden veroorzaken vervuiling.
daklozen en verslaafden moeten opvangplak in de wijk krijgen.
Ondernemers Bewoners
taak van gemeente om daklozen en verslaafden opvang te bieden
0%
20%
40%
* % (helemaal)mee eens
Pagina 40
60%
80%
100%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
0-meting MFC
7
Seinpost Adviesbureau BV
Resultaten 0-meting: conclusies 7.1 Inleiding De 0-meting dient inzicht te geven in de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving van het MFC in de periode voorafgaand aan de opening van de voorziening. Om tot een concreet antwoord te komen is in hoofdstuk 1 een aantal vragen geformuleerd. Aan de hand van de in voorgaande hoofdstukken beschreven resultaten worden in dit afsluitende hoofdstuk deze vragen beantwoord.
7.2 Overlast: aard, omvang en veroorzakers Overlast in brede zin Bewoners en ondernemers ervaren het beheergebied over het algemeen als prettig om in te wonen en te werken. Toch ondervinden zij regelmatig overlast van diverse groepen. Ook bezoekers van het centrum van Nijmegen ondervinden regelmatig overlast. Bewoners ondervinden vooral
Ondernemers ondervinden
Bezoekers ondervinden vooral
overlast van:
vooral overlast van:
overlast van:
• Parkeren
•
Rondhangen
• Rondhangen
• Dronken mensen op straat
•
Drugsoverlast
• Bedelen
• Drugsoverlast
•
Bedelen
• Lastig vallen
• Wildplassen en –poepen
•
Wildplassen en –poepen
• Geluid
•
Vernielingen
In de gesprekken met bewoners, ondernemers en professionals komen vooral de aan het uitgaanspubliek gerelateerde vormen van overlast (vernielingen, geluidsoverlast, hangen, verkeerd geparkeerde fietsen) en de aan de (verslaafde) daklozen gerelateerde overlast (bedelen, aanspreken, onveiligheidsgevoelens, diefstal) naar voren. Criminaliteit In het centrumgebied (waartoe een groot deel van het totale beheergebed alsook het deelgebied MFC behoort) worden relatief veel aangiften gedaan. Deze hebben voornamelijk betrekking op vermogensdelicten. In het deelgebied Mr. Franckenstraat
Pagina 41
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
komen daarentegen ook andersoortige delicten naar voren, zoals verkeersongevallen en burenoverlast. Bewoners geven aan vaak slachtoffer te zijn van fietsendiefstal, vernieling van auto, autoinbraak, beschadiging en woninginbraak. Met name de bewoners van het deelgebied MFC zijn relatief vaak slachtoffer. Ook relatief veel ondernemers zijn in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van een misdrijf. Ook hier worden met name fietsendiefstal, vernieling van auto’s, beschadiging genoemd, aangevuld met winkeldiefstal en intimidatie in de winkel. Vervuiling en onderhoud Bewoners en anderen hebben in het afgelopen jaar vooral klachten ten aanzien van het onderhoud van de openbare ruimte gemeld. Hierbij ging het vooral om klachten ten aanzien van het straatmeubilair, de verlichting en de bestrating. Klachten ten aanzien van vervuiling hebben vooral betrekking op huisvuilzakken, lozing/storting van vuil en de aanwezigheid van fietsen(wrakken). Het Centrum en de Benedenstad kennen een in vergelijking met andere wijken hoog niveau van klachten; in deze gebieden bevinden zich veel mogelijke overlastsituaties. Uit de bewonersenquête blijkt dat 58% van de inwoners van het beheergebied wel eens last heeft van vervuiling. Van de ondernemers geeft een veel groter deel aan wel eens last van vervuiling te hebben, namelijk 87%. Bezoekers van het centrum van Nijmegen lijken nauwelijks tot geen last te hebben van vervuiling. Zwerfvuil is de vorm van vervuiling waaraan men zich het meest stoort. Veroorzakers overlast In het beheergebied veroorzaken verschillende groepen verschillende soorten overlast. Daarbij is het vaak niet mogelijk om een bepaalde vorm van overlast in zijn geheel toe te schrijven aan één enkele groep. In onderstaande worden dan ook vooral de meest in het oog springende resultaten genoemd. De bezoekers van het centrum worden door zowel de bewoners als ondernemers als de grootste veroorzakers van de vervuiling van de stad gezien, op afstand gevolgd door (verslaafde) daklozen. Uitzondering hierop vormt het deelgebied Mr. Franckenstraat: hier ziet men de (verslaafde) daklozen als grootste veroorzakers van vervuiling. Professionals geven eveneens aan dat bezoekers de grootste vervuilers van de binnenstad zijn. Bewoners en bedrijven vervuilen echter steeds meer, zo geven zij aan. Professionals geven aan dat vervuiling veroorzaakt door daklozen/verslaafden locatiegebonden en seizoengebonden is. Pagina 42
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Het uitgaanspubliek lijkt verantwoordelijk te zijn voor het grootste deel van de veroorzaakte geluidsoverlast, geweld en vernielingen. Daarnaast bestaat er ook overlast als gevolg van verslaafden/daklozen. Hierbij moet vooral gedacht worden aan het zeer aanwezig zijn (aanspreken, bedelen), agressie, vermogensdelicten en vervuiling. Andere overlast is minder in het oog springend (dealers, hangjongeren, coffeeshops). Prioriteiten Bewoners en ondernemers hebben aangegeven welke problemen met de grootste prioriteit aangepakt zouden moeten worden. Bewoners vinden met name de volgende vraagstukken belangrijk: • Drugsoverlast • Criminaliteit • Daklozen Bewoners in de deelgebieden MFC en Mr. Franckenstraat geven hierbij meer prioriteit aan de problematiek omtrent daklozen dan in het overige deel van het beheergebied. In het overige deel van het beheergebied vormt ‘vuil op straat’ een groot issue. Ondernemers vragen vooral aandacht voor de volgende problemen: • Parkeerproblematiek • Daklozen • Drugsoverlast
7.3 Hotspots Uit de verschillende bronnen komen meerdere locaties naar voren waar meer overlast dan elders wordt ervaren. Deze zogenaamde hotspots kunnen worden onderverdeeld naar “schoon en heel” en “veilig”. Schoon en heel Er is een duidelijk verschil waar te nemen tussen het centrum (en de benedenstad) en de twee deelgebieden. Dit uit zich met name in een hoger aantal klachten per 1.000 inwoners bij de Bel- en herstellijn en in een hogere prioriteit die men aan het aanpakken van het schoon en heel geeft.
Pagina 43
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
In het beheergebied zijn door de professionals verschillende locaties aangeduid als probleemlocaties. Hierbij gaat het om: -
Stationsomgeving
-
Parkeergarages Parken (Valkhof, Kronenburgerpark, Hunnerpark) Karthuizerhof
-
Spinthuisplaats
-
In de Betouwstraat Waalbrug
-
Julianapark
-
Bijleveldsingel
Uit het passantenonderzoek en de schouw, die gehouden zijn in het deelgebied MFC, blijkt dat hier met name de Tweede Walstraat en de Van Schevichavenstraat minder goed worden beoordeeld als het gaat om het schoon en heel. Wat betreft de Van Schevichavenstraat moet hierbij worden opgemerkt dat men ten tijde van het onderzoek bezig was met de verbouwing van het MFC, wat mogelijk tot meer vervuiling geleid heeft. Veilig De aangiften en meldingen bij de politie geven een beeld van de locaties waar veel delicten en overlast voorkomen. Het blijkt dat met name locaties waar veel reizigers en consumenten passeren veel aangiften kennen. Hierbij gaat het om de straten: -
Stationsplein Burchtstraat Molenstraat Plein 1944 Grote Markt
Daarnaast scoren de straten met een sterke verkeers- en / of parkeerfunctie negatief: -
Pagina 44
Mariënburgpassage Oranjesingel (MFC) Bijleveldsingel (MFC)
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Naast deze ‘harde’ cijfers hebben de enquêtes informatie opgeleverd over locaties die door bewoners, ondernemers en passanten als onveilig worden ervaren. De volgende straten kwamen meer dan één keer in negatieve zin in de enquêtes naar voren (hierbij noemen wij enkel de straten in het deelgebied MFC, aangezien enkel hier alle drie de enquêtes zijn uitgevoerd): -
Van Schevichavenstraat 2e Walstraat/Molenpoort 2e Walstraat / Vlaamsegas Ziekerstraat
Met name de bewoners in het beheergebied MFC vinden het Julianapark onveilig. Kijken we enkel naar de bewonersenquête, die over het gehele beheergebied is afgenomen, dan blijkt dat ook straten/plekken buiten het deelgebied MFC door de bewoners als onveilig worden ervaren, namelijk: -
Kronenburgerpark Molenstraat Omgeving Hezelpoort / J. Ivensplein Mariaplein
Vergelijken we het gevoel van de bewoners met de daadwerkelijke cijfers dan valt op dat de plekken niet overeenkomen met de locaties waar daadwerkelijk veel delicten worden gepleegd.
7.4 Hangplekken en looproutes (verslaafde) daklozen In de gegevens van de politie zijn ook meldingen van overlast door verslaafden en of daklozen opgenomen. Op de volgende straten zijn in het eerste halfjaar van 2003 5 of 12 meer meldingen binnengekomen : 12
Stationsplein Piersonstraat Karthuizerhof Van Schaek Mathonsingel
Hierbij gaat het om de melding ‘daklozen’ in het BPS, eerste halfjaar 2003.
Pagina 45
0-meting MFC
-
Seinpost Adviesbureau BV
Nieuwe Marktstraat 2e Walstraat
Opvallend is dat de hiervoor genoemde plekken meer overeenkomen met de locaties waar de bewoners zich onveilig voelen dan de locaties die blijken uit de aangiftecijfers. Uit het gesprek met de politie kwamen deze locaties ook grotendeels naar voren. De politie voegt hieraan de volgende locaties toe: -
Kronenburgerpark Bijleveldsingel Julianapark Achterkant Haskoning In de Betouwstraat Waalbrug Achter het stadhuis Parkeergarages
Op deze locaties houden de (verslaafde) daklozen zich volgens de politie regelmatig op. Gezien het geringe aantal overlastmeldingen op deze locaties veroorzaken de (verslaafde) daklozen hier nauwelijks tot geen overlast. (Verslaafde) daklozen maken gebruik van looproutes. Deze wisselen echter zeer regelmatig, als gevolg van wijzigingen in de plek waar gedeald wordt, politieoptreden, slaapplekken etc.
7.5 Beoordeling woon-, leef- en werkklimaat Bewoners Het beheergebied wordt door de bewoners als een prettige woonbuurt gezien. Het overgrote deel van de bewoners is dan ook gehecht aan de buurt. Dit geldt voor alle deelgebieden, al zijn er op aspecten verschillen waarneembaar. Relatief veel bewoners hebben aangegeven dat hun buurt in het afgelopen jaar achteruit is gegaan. Dit geldt met name ook voor het deelgebied Mr. Franckenstraat, waar bijna de helft van de bewoners dit aangeeft.
Pagina 46
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Ondernemers Ook de ondernemers in het deelgebied MFC beoordelen de buurt c.q. hun werkomgeving, als prettig. Zij zijn voor het overgrote deel gehecht aan de buurt. De ondernemers zijn echter negatief ten aanzien van de ontwikkeling van hun buurt: in vergelijking met het aantal ondernemers dat vindt dat de buurt in het afgelopen jaar vooruit is gegaan, geven ruim twee keer zoveel ondernemers aan dat de buurt in het afgelopen jaar achteruit is gegaan.
7.6 Tot slot Algemene doelstelling van de 0- en vervolgmetingen is een beeld te krijgen van de (eventuele) effecten van het MFC op de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving van het MFC. Met het verkregen beeld wil de gemeente Nijmegen te zijner tijd tevens kunnen onderbouwen of bijsturing van het project vanuit overlastoptiek gewenst is, en zo ja, ten aanzien van welke onderdelen. Onderliggende 0-meting geeft een beeld van het niveau van de leefbaarheid en veiligheid in het beheergebied rondom het MFC, in de periode voorafgaand aan de opening ervan. Door middel van objectieve cijfers en subjectieve informatie is een foto gemaakt van het gebied. De gevolgde methode en de hier weergegeven resultaten vormen de basis voor vervolgmetingen. De resultaten van de vervolgmetingen dienen vergeleken te worden met de resultaten van deze 0-meting, waarna ontwikkelingen in de leefbaarheid en veiligheid kunnen worden bepaald. Om een goede vergelijking te kunnen maken dienen vervolgmetingen op een zelfde wijze (methodiek) en met gebruikmaking van dezelfde soort gegevens te worden uitgevoerd. Om aan bovengenoemde algemene doelstelling te kunnen voldoen, dienen bij vervolgmetingen in elk geval de volgende indicatoren gemeten en vergeleken te worden.
Pagina 47
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
Statistieken:
Aangiften bij politie (met name vermogensdelicten) - Ontwikkelingen naar aard en omvang - Ontwikkelingen in straten Meldingen bij politie (met name over drugsoverlast) - Ontwikkelingen naar aard en omvang - Ontwikkelingen in straten Meldingen Bel- & herstellijn - Ontwikkelingen naar aard en omvang - Ontwikkelingen in straten Meldingen bij MFC - Ontwikkelingen naar aard en omvang - Ontwikkelingen in straten
Enquêtes:
Mening bewoners, ondernemers en / of passanten: - Woon- of werkomgeving - Aard, omvang en locaties van: o Problemen en overlast o Veiligheid (en perceptie) o Schoon en heel - Mening ten aanzien van komst / aanwezigheid MFC - Beeldvorming (verslaafde) daklozen
Leefbaarheidsschouw Ontwikkelingen aangaande schoon, heel en veilig van specifieke locaties in de directe omgeving van het MFC Interviews:
Ontwikkelingen aangaande: - Problemen en overlast - Veiligheid (en perceptie) - Schoon en heel - Locaties en routes - Functioneren MFC - Verklarende factoren (veranderingen in beleid / aanpak)
Uit ervaringen met soortgelijke onderzoeken in andere steden blijkt dat het aantonen van daderschap van delicten of overlast vaak zeer lastig is. Registraties geven hier zelden uitsluitsel over. Daarnaast blijkt, óók uit onderliggend rapport, dat ten aanzien van de verschillende aspecten van leefbaarheid en veiligheid, de feiten en/of meningen uiteen kunnen lopen. Om toch tot heldere uitspraken te kunnen komen over ontwikkelingen in de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving van het MFC en de eventuele relatie hiervan Pagina 48
0-meting MFC
Seinpost Adviesbureau BV
met het MFC, moeten bij vervolgmetingen door de onderzoekers de volgende acties worden uitgevoerd: • Door middel van diepte-interviews en enquêtes dient inzicht gekregen te worden in achterliggende factoren die de ontwikkelingen in de leefbaarheid en veiligheid mogelijk kunnen verklaren (wat is de oorzaak van een ontwikkeling?). • Er dient sprake te zijn van een gezamenlijke interpretatie van de resultaten door betrokkenen. • In overleg met de beheergroep en de ondersteunende ambtenaren, dienen de onderzoekers inzicht te krijgen in de waarde die aan ontwikkelingen wordt gehecht. Dit proces zal na vergaring van de informatie moeten worden opgestart. (bijvoorbeeld: vinden betrokkenen een stijging/daling van het aantal aangiften belangrijker dan een stijging/daling van het aantal klachten over vervuiling of niet?). Slechts wanneer sprake is van een gezamenlijk gedragen beeld van de leefbaarheid en veiligheid is sprake van een goede basis voor vervolgmetingen en kunnen discussies in de toekomst worden voorkomen. Gesprekken met betrokkenen, de werkgroep 0-meting en de Buurt Beheer Groep spelen hierbij een zeer belangrijke rol. Maar ook de enquêtes kunnen zorgen voor een nuancering van het verkregen beeld. Eind 2004 zal opnieuw een meting van de leefbaarheid en veiligheid in het beheergebied rondom het MFC moeten worden uitgevoerd (de 1-meting); gegevens zullen opnieuw moeten worden verzameld, op een zelfde wijze en een zelfde tijdstip (om seizoeninvloeden te voorkomen). In mei 2004 zullen de voorbereidingen vanuit de gemeente worden opgestart. De uitvoering zal in september van start moeten gaan. Het totale aantal te houden metingen is afhankelijk van de uitkomsten van de vervolgmeting(en).
Pagina 49