Lectoraat Green Logistics
www.stenden.com
slimme oplossingen voor rendabele en duurzame logistieke activiteiten
Lectoraat Green Logistics slimme oplossingen voor rendabele en duurzame logistieke activiteiten
Stenden Hogeschool Leeuwarden, juni 2014 Colofon Uitgave van Stenden Hogeschool • Redactie: Fred de Bruijn, Jan Steenmeijer en Fokko Bosker Teksten: Fokko Bosker, Bosker tekstwerk Foto’s: Met dank aan René Dale van Oldenburger|Fritom, Gerard Smakman, Fatma Saçli, Jan Stegeman, Peter van der Meij en Erik Jonker (Noorderpoort) Vormgeving: Visser en de Graef communicatie Druk: Copyservice Leeuwarden Oplage: 250
2 / w w w.ste nde n.co m
Inhoud Voorwoord
3
Inleiding: Wat vooraf ging en routekaart lectoraat ‘green logistics’
5
1 ‘Noorden kan zich profileren met logistieke specialisaties’
7
2 Terugblik op eerste Human Capital Tafel Logistiek Stenden Hogeschool
9
3 ‘Logistiek reikt tot diep in de haarvaten van de regionale economie’
11
4 De motor die Noord-Nederland draaiende houdt
13
5 Komst biobased economy uitdagende puzzel voor logistiek
15
6 Topman logistiek steunt aanvraag lectoraat Stenden Hogeschool Emmen
17
7 ‘Bij logistiek denkt vrijwel niemand aan Noordoost-Nederland’
19
8 Flexibel inzetten van combinaties van vervoersmiddelen wint aan belang
23
9 Centrum innovatief vakmanschap exemplarisch voor uitdagingen lectoraat
25
In het najaar van 2014 start Stenden Hogeschool in Emmen een nieuw lectoraat voor Noordoost-Nederland. De focus van het lectoraat ligt op ‘green logistics’, slimme oplossingen voor rendabele en duurzame logistieke activiteiten. De regio mikt op een transitie naar een duurzame economie waarin biomassa en hernieuwbare energie belangrijke speerpunten zijn. Deze omslag zal niet lukken zonder hoogwaardige logistieke oplossingen. Het lectoraat beoogt daar met nieuwe kennis en toegepast onderzoek aan bij te dragen. Het lectoraat ‘Green Logistics’ richt zich op de verduurzaming van de bedrijfsvoering en de vergroening van de supply chain bij logistieke bedrijven. Er wordt nadrukkelijk aangehaakt bij de ontwikkeling en realisatie van een ‘biobased economy’ die hoog op de beleidsagenda van de noordelijke provincies prijkt. Het handelt daarbij om de vraag hoe je op een slimme en duurzame manier ketens tot stand kunt brengen, waarde kunt toevoegen aan grondstoffen en afvalstromen gaat gebruiken voor energiedoelen. Binnen zo’n keten is logistiek essentieel. Onderzoek naar het duurzaam inrichten van de logistieke dienstverlening heeft bijvoorbeeld betrekking op een verbetering van de samenwerking tussen verschillende logistieke ketens, de zogenaamde cross chain cooperation, waardoor onnodig en inefficiënte vervoersstromen worden geminimaliseerd.
Illustratie Logistiek Noord-Nederland op de kaart van Jeroen Hartsuiker, beleidsadviseur Vervoerseconomie provincie Drenthe.
3 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
Voorwoord
4 / w w w.ste nde n.co m
Het beoogde lectoraat logistiek past binnen de economische beleidsagenda van de provincie Drenthe en haakt aan bij het noordelijk speerpunten beleid en het Sectorplan Noord-Nederland 2010-2015 dat de vier noordelijke hogescholen samen hebben opgesteld. Een of meerder lectoraten op het gebied van duurzame logistiek, internationale logistiek en logistiek in transitiesamenlevingen worden daarin al genoemd als onderzoeksthema’s die versterking behoeven. Het lectoraat ‘green logistics’ haakt in op de intenties van het Sectorplan Noord-Nederland en sluit aan op de onderzoeksgebieden bij de overige KennisDC’s logistiek die elders in het land zijn ingericht. Het lectoraat geeft inhoud aan en leidt tot een kwaliteitsslag in het onderwijs en bevordert innovaties in het bedrijfsleven door het verder uitbouwen van de kennisinfrastructuur. Dat creëert een wisselwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De Human Capital Tafel Logistiek 2 staat in het teken van de ambities van het lectoraat en de uitdaging waar onderwijs, overheden en bedrijven samen voor staan. De bijeenkomst is een vervolg op de eerdere presentatie van de uitkomsten van een uitgebreide verkenning naar het profiel van het lectoraat en de uitwisseling van daarop gebaseerde plannen en reacties daarop in oktober 2013. Tijdens dit vervolg staat het ontwikkelen centraal van zo concreet en gedragen mogelijke onderzoeksthema’s op het gebied van ‘energy service logistics’ en ‘biobased economy’. Het lectoraat onderscheidt zich van de onderzoeksagenda’s van lectoraten bij andere hogescholen en sluit aan bij de agenda van de Topsector Logistiek. De afgelopen tijd is, mede door input van betrokkenen en in goede afstemming met het Kennisdistributiecentrum Logistiek, KennisDC Noordoost, van Hogeschool Windesheim, inhoud gegeven aan het profiel van het lectoraat. Het lectoraat kiest bewust voor die onderzoeksthema’s die de kansen en uitdagingen van de noordelijke regio helpen realiseren en die aanvullend zijn op de onderzoeksthema’s van andere KennisDC’s in Nederland. De benoemde onderzoeksgebieden vormen een welkome aanvulling op de andere logistieke speerpunten die bij de overige KennisDC’s zijn ondergebracht en zijn geworteld in de rijke voedingsbodem die het noorden biedt. Deze uitgave dient als inhoudelijk achtergronddocument bij het verder invullen van de domeinen waarop het Lectoraat Green Logistics zich nadrukkelijk wil gaan toeleggen. Het is een verdiepende routekaart die bij het verder inkleuren van de beoogde doelen behulpzaam is. In dit themacahier gaan diverse logistieke routeplanners in op de positionering van het lectoraat en de beoogde specifieke onderzoeksgebieden ‘energy service logistics’ en ‘biobased economy’. Ann Mannen, Head School of Business, Stenden Hogeschool juni 2014
Stenden Hogeschool en de provincie Drenthe hebben elkaar enkele jaren geleden gevonden in de wens om een lectoraat Logistiek te realiseren. Op de campus van Stenden in Emmen wordt de enige hbo bachelor opleiding Logistiek in Noord-Nederland aangeboden. ‘Zo’n lectoraat helpt om het toegepast onderzoek in het hbo een stevige impuls te geven’, aldus Kees Elbers, Academic Dean van de School of Business. ‘We zijn hier al jaren mee bezig, mooi dat het er nu er van gaat komen. Wat dat betreft zijn die langjarige inspanningen daarmee beloond. Logistiek geldt als topsector. Daarin moet Noord-Nederland ook meedoen. Het is goed dat wij ons op enkele specifieke logistieke terreinen profileren.’ Het vergroot de slagkracht. De hogeschool Windesheim heeft al twee lectoraten binnen het KennisDC Noordoost Nederland, maar noordelijke provinciale bestuurders, ondernemers, onderwijsveld en deskundigen op het gebied van de logistiek menen dat er behoefte is aan nog een lectoraat dat zich toelegt op enkele specifieke terreinen die voor de regio van belang zijn. De focus van het lectoraat is ‘green logistics’, de transitie van Noord-Nederland naar een duurzame economie waarin biomassa en hernieuwbare energie belangrijke speerpunten zijn. In het kader van nationaal en regionaal innovatiebeleid wordt de kennisinfrastructuur - en het hbo in het bijzonder - geduid als cruciale factor voor het stimuleren van innovaties in het bedrijfsleven. De verwachting van Stenden, het bedrijfsleven en het provinciaal bestuur in Drenthe is dat een lectoraat de logistieke sector aanzienlijk versterkt. Daaraan is dringend behoefte. Tevens bevordert zo’n kennisinstituut de ontwikkeling van regionale economische sectoren en speerpunten zoals op het gebied van energie, agribusiness en chemie. Vooral de overgang naar een biobased economy is kansrijk en noodzakelijk. Het lectoraat bedient nadrukkelijk de hele regio, te weten Noord-Nederland en het aangrenzende Duitse achterland. ‘Je moet als Hogeschool echt zelf zo’n lectoraat hebben, om ook landelijk mee te kunnen praten en kennis uit toegepast onderzoek met elkaar te delen’, constateert Elbers. Inmiddels is als kwartiermaker Fred de Bruijn volop aan de slag. De expert op het gebied van lectoraatsonderzoek bij het gerenommeerde adviesbureau Hobéon heeft op basis van gesprekken met alle actoren in het veld het profiel van het lectoraat scherp gesteld. Tevens is hij nauw betrokken bij de werving en selectie van een geschikte kandidaat. Alles is er op gericht dat er in het nieuwe onderwijsseizoen een lector is benoemd die aan de slag kan met het verder afbakenen van het werk- en onderzoeksterrein. Duidelijk is dat het lectoraat moet aansluiten bij de wensen en behoeften van de regio, maar evenzeer bij de agenda en ambities van de Topsector Logistiek. Nauwe samenwerking met het KennisDC (KDC) Logistiek bij Hogeschool Windesheim is geboden. De bestaande kennisinfrastructuur bij Stenden op het gebied van de Biobased Economy en duurzame, groene, chemie draagt ertoe bij de noordelijke economische steunpilaren verder te versterken. Het lectoraat vervult een voorbeeldfunctie bij de versterking van de samenwerking tussen bedrijven onderling, met het onderwijs (hbo en mbo) en overheden. Bundeling van logistieke kennis komt de hele sector ten goede, zo is de mening van betrokkenen.
Parallel lopende onderzoeksprogramma’s Het lectoraat kent twee parallel lopende onderzoeksprogramma’s: zowel aansluiten bij de actuele vragen om draagvlak te creëren in het veld als voor de langere termijn de regio ondersteunen met de implementatie van ‘groenere’ keuzes. Thema’s daarbinnen zijn de eerder genoemde biobased economy op het gebied van ‘energy, food, feed, biomassa’ en ‘energy service logistics’. Dit tweede spoor is landelijk onderscheidend en kan daarmee van toegevoegde waarde zijn binnen de Topsector Logistiek. Uit de verkenning door Hobéon uitmondend in een adviesrapport blijkt duidelijk
5 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
Inleiding: Wat vooraf ging en routekaart lectoraat ‘green logistics’
6 / w w w.ste nde n.co m
de urgentie die de regio voelt om de voor Noord-Nederland al zo belangrijke logistieke sector een krachtige impuls te geven. Elbers stelt dat van de lector verwacht mag worden dat die niet aan de zijlijn opereert, maar het middelpunt vormt in de geïntensiveerde samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. ‘De lector is een intermediair. Bij een lectoraat hoort een kenniskring waarin docenten zijn vertegenwoordigd. Studenten zijn betrokken bij het toegepast onderzoek op basis van vragen uit het bedrijfsleven.’ Dat vereist van een lector dat die partijen weet te binden. Samenvattend: ‘Hij of zij moet een onderwijshart hebben, goed zijn in toegepast onderzoek en de verbinding met het bedrijfsleven weten te vinden.’ Elbers verwacht dat Noord-Nederland veel profijt heeft van een lectoraat ‘green logistics’. ‘De komende maanden gaan we daar in samenspraak met bedrijfsleven, brancheorganisaties en betrokken overheden meer gestalte aan geven. De HCTL 2 en de benoeming van een lector vormen de opmaat naar een mooie toekomst.’ Duurzame logistiek krijgt een aanspreekpunt in Emmen. En een eigen gezicht. Een langgekoesterde wens gaat daarmee in vervulling.
Er is in Noord-Nederland behoefte aan een kenniscentrum waar het logistieke bedrijfsleven prangende vragen kan wegzetten. Het provinciaal bestuur van Drenthe merkt tijdens ontmoetingen met ondernemers dat zij regelmatig vragen om ondersteuning bij het vinden van innovatieve oplossingen die de branche versterken en vernieuwen. Het op te richten lectoraat ‘Green Logistics’ verbonden aan Stenden Hogeschool Emmen kan die spilfunctie volgens gedeputeerde Ard van der Tuuk (PvdA) gaan vervullen. ‘Ondernemers ondersteunen om tot nieuwe innovaties te komen, draagt uiteindelijk ook bij aan een structurele groei van de werkgelegenheid en tot versterking van de noordelijke concurrentiekracht.’ Het onderzoeksprogramma van het lectoraat zal zich focussen op de logistieke uitdagingen verbonden aan de sectoren energie en agribusiness.‘Deze sectoren zijn van nature sterk aanwezig in het Noorden. Bovendien zien we structurele veranderingen binnen deze sectoren die vragen om nieuwe logistieke oplossingen’. Het provinciaal bestuur maakte twee jaar geleden kennis met de ambities van Stenden Hogeschool om een lectoraat logistiek aan de opleiding Logistiek en Economie te verbinden. ‘Dat had een zetje nodig. Om die reden hebben wij een onderzoek naar de haalbaarheid van een lectoraat voor Noord-Nederland gefinancierd, uitgevoerd door adviesbureau Hobéon.’ De provincie heeft er baat bij dat het scholingsniveau binnen de logistieke sector wordt verhoogd en gelijktijdig het nijpend tekort aan goed personeel structureel aan te pakken. Van der Tuuk: ‘Wij verachten dat een lectoraat er toe bijdraagt dat studenten en hoger opgeleide werknemers vanuit een logistieke studie of baan beter aan de regio kunnen worden gebonden’. Het voornemen van Stenden en de provincie Drenthe past uitstekend in het landelijk beleid van de topsector logistiek. Als oud-topman in de logistieke sector en lid van het strategisch platform logistiek en klankbord voor de onderwijswereld is Peter van der Meij in een vroeg stadium betrokken bij de planvorming. ‘Er is bewust gezocht waar Noord-Nederland iets kan toevoegen aan de logistieke speerpunten in de verschillende regio’s. De aandachtsgebieden energie- en de agribusiness waren nog niet ingevuld, terwijl dat juist thema’s zijn waarop Noord-Nederland zich verder wil profileren. ‘We zijn al de ‘energy valley’ van Nederland en de aanwezigheid van aan de landbouw en voeding gerelateerde bedrijvigheid is voor de regio een vanzelfsprekendheid. Strategisch is het handig ons daar nog sterker op te focussen.’ De energie-industrie behoeft veel onderhoud aan grote installaties zoals boorplatformen, windmolens en energiecentrales waarvan er drie in de Eemshaven verrijzen, daarnaast komen bij de olie-industrie en gaswinning complexe logistieke vragen om de hoek kijken. Mogelijk dat de Eemshaven in de nabije toekomst een belangrijk aanlandingspunt voor LNG wordt, ook dat vraagt om slimme oplossingen in het transport. En ook binnen de voedingssector zien we dat logistieke ketens steeds complexer worden en een versterking van de horizontale samenwerking binnen vanuit een integrale ketenbenadering aan belang wint. ‘Een lectoraat kan individuele ondernemers bij hun vragen helpen en versterkt tegelijk de hele sector’, verwacht Van der Tuuk. Het is zaak dat het onderwijs niet alleen de grote thema’s oppakt om innovaties op gang te brengen en te implementeren in bedrijven, maar ook ondernemers helpt bij problemen waar ze in de dagelijkse bedrijfsvoering tegenaan lopen. ‘Het gaat zowel om ondersteuning op de korte als op de lange termijn.’
Samenwerkende lectoraten versterken elkaar De samenwerking en afstemming tussen de hogescholen Windesheim en Stenden Hogeschool passen naadloos in de visie van Drenthe. Het lectoraat in Zwolle richt zich op Supply Chain Finance, de financiële ondersteuning van de
7 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
1 ‘Noorden kan zich profileren met logistieke specialisaties’
8 / w w w.ste nde n.co m
logistieke sector, Zorg Logistiek en Netwerk ontwikkeling. Van der Tuuk: ‘Er is voldoende ruimte in Noord-Nederland voor twee hogescholen met specifieke lectoraten die naast elkaar bestaan. Dat versterkt elkaar.’ De lectoraten kunnen daarmee ook in de toekomst ondernemers met onderzoeksvragen die op elkaars terrein liggen doorverwijzen. ‘Strategisch is dat handig. Je moet elkaar goed weten te vinden.’ Een voordeel is dat Stenden Hogeschool vestigingen heeft in zowel Friesland, Groningen als Drenthe. ‘Voor ondernemers in Noord-Nederland is het daarmee een ideaal en voordehand liggend eerste aanspreekpunt.’ De koppeling aan de vestiging van Stenden in Emmen sluit aan op het regionale DNA. De regio Emmen-Coevorden herbergt de grootste industriële cluster van Noord-Nederland en heeft met Dryport Emmen-Coevorden als logistiek knooppunt op de grens van Nederland en Duitsland een belangrijke troef in handen. ‘Er is veel in- en output voor het productieproces. Daarvan is logistiek een afgeleide. Een koppeling aan het cluster is om die reden logisch.’ Een hechtere samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs in het lectoraat leidt er ook toe dat de scholen meer inspiratie binnenhalen omdat studenten aan praktijkproblemen mogen werken. Gelijktijdig helpen de aangedragen oplossingen vervolgens het bedrijfsleven zich verder te ontwikkelen.
Een luisterend oor voor de noden van ondernemers De toekomstige lector speelt in de optiek van Drenthe een belangrijke rol in de afstemming tussen onderwijs en het logistieke werkveld. Bij de zoektocht naar een geschikte kandidaat mag wat Van der Tuuk betreft de lat behoorlijk hoog liggen. ‘Het is zaak de criteria niet zo omvattend vast te leggen dat alles is dichtgetimmerd. De lector moet ruimte hebben om het lectoraat op eigen wijze in te kleuren. De vaardigheid om mensen te kunnen binden en oor te hebben voor de wensen van ondernemers heeft wel onze voorkeur.’ Doordat Stenden Hogeschool in Emmen ook een Associate Degree in Logistiek en Economie aanbiedt, kan het lectoraat bijdragen aan het realiseren van aanvullende en doorlopende leerlijnen. Tevens kan het aanhaken bij wetenschappelijk onderzoek dat de logistieke wetenschappers verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen uitvoeren en helpen bij de vertaalslag daarvan naar de dagelijkse praktijk van de ondernemer. ‘Door samen te werken en ons te specialiseren op enkele onderscheidende terreinen, kunnen we een belangrijke stap zetten in de positionering van onze regio. Het maakt Noord-Nederland sterker en dat geeft een krachtige economische impuls.’ Het aangaan van strategische allianties met partners in de aangrenzende deelstaten in Duitsland past bij de noordelijke bestuurlijke ambities. ‘Het is nu zaak tempo te maken.’ Als het aan Drenthe ligt, begint het lectoraat direct bij aanvang van het nieuwe schooljaar.
Het lectoraat logistiek Noord-Nederland verdient een vliegende start. De ongeveer vijftig deelnemers aan de eerste Human Capital Tafel Logistiek die najaar 2013 in Emmen bijeenkwamen vonden elkaar in de noodzaak concrete stappen te zetten en haast te maken met de komst van het lectoraat. Onder de deelnemers waren opvallend veel ondernemers die inzetten op innovatie. Een gezamenlijke aanpak voor de drie noordelijke provincies met overheid, ondernemers en onderwijs heeft hun sterke voorkeur. De klankbordfunctie van de Human Capital Tafel bewees volgens de aanwezigen dat Stenden een juiste koers vaart. Voor alles heeft de regio behoefte aan een goede samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheden, vonden de gesprekspartners. Het lectoraat fungeert daarin als een ideale draaischijf en regisseur. Het lectoraat kan een belangrijke rol spelen als onafhankelijke partij om meerdere partijen tot een gezamenlijke aanpak en betere logistieke prestaties te verleiden. Nu is de huiver om klant- en marktspecifieke informatie te delen soms een obstakel om tot slimmere oplossingen te komen. Er is duidelijk vraag naar een innovatief model voor ‘supply chain management 2.0’ om kostenreducties te bewerkstelligen. Ook de speerpunten in Noord-Nederland op het gebied van biobased economy en energie bieden aanknopingspunten. De nieuwe kennis moet vooral landen in het mkb. Rond de 75 procent van de bedrijven heeft minder dan twintig werknemers. De ervaring leert dat deze bedrijven nogal eens de verkeerde keuzen maken door gebrek aan kennis of sterke oriëntatie op korte termijn en/of op louter kostenreductie. Voor het doorvoeren van vernieuwingen is steun nodig. Vooral een goede samenwerking vanuit mbo en hbo is dringend gewenst en de creatie van een doorgaande leerlijn die aansluit op de leidende thema’s. Op korte termijn is er een groeiende vraag naar goed geschoolde mbo’ers die hun vak verstaan. Voor de toekomst van de logistiek in Noord-Nederland is het echter ook wenselijk om de keten slimmer te organiseren en in de logistiek kosten te besparen. Meer met minder mensen, is een trend en noodzaak die zich onmiskenbaar aftekenen. Daarvoor zijn managers nodig die minimaal op hbo-niveau kunnen werken en denken. ‘Die mensen zijn moeilijk te vinden’, verzuchtte een van de deelnemers. ‘Alles moet efficiënter en effectiever, maar intern ontbreekt de knowhow om dat logistiek goed te organiseren.’ De ontwikkelingen van de biobased economy worden voor Noord-Nederland zeker kansrijk geacht. Integrale beheersing van de gehele logistieke keten staat daarin centraal. Het toekomstige lectoraat zou idealiter de rol kunnen spelen van aanjager van nieuwe kennis. De Tafelgenoten onderstreepten de noodzaak om te komen tot versnelde opleidingsroutes zoals mogelijk is in een Associate Degree. Ook na- en bijscholing via trainingen en cursussen en het toerusten van zij-instromers naar een baan in de logistiek is wenselijk. Op die manier wordt de logistieke kennis veel beter gespreid. Voor Noord-Nederland is het van groot belang mensen te binden in de regio, een lectoraat draagt een belangrijk steentje bij aan het bieden van een uitdagende werkomgeving waarin innovaties redelijk vlot hun weg vinden.
9 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
2 Terugblik op eerste Human Capital Tafel Logistiek Stenden Hogeschool
10 / w w w.ste nde n.co m
Het is erop of eronder voor vrachtvervoerders in Noord-Nederland, schetst Bouwe de Boer. De ambtenaar van de gemeente Leeuwarden is al zeker twintig jaar nauw betrokken bij de duurzame agenda in de Friese hoofdstad en de provincie Fryslân. Hij voorspelt een groene revolutie op gebied van brandstoffen, vervoersstromen en in de diverse productieketens. ‘Logistieke bedrijven moeten mee in de race, anders zijn ze binnen tien jaar weg. Wie voorop loopt maakt de muziek.’ Overheden, ondernemers en onderwijs moeten in dit dossier intensiever samenwerken met het oog op behoud van werkgelegenheid en bedrijvigheid. ‘Logistiek reikt tot diep in de haarvaten van de regionale economie’, aldus De Boer. De gemeente Leeuwarden was begin jaren negentig van het vorige millennium een van de eerste gemeenten in Nederland die inzag dat een duurzame toekomst gloorde. Het groene beleid werd toegespitst op de hoofdthema’s energie, water en voedsel. Binnen het aandachtsgebied energie vond een uitsplitsing plaats op de accenten mobiliteit, groen gas, zonne-energie en gebouwde omgeving. Onder mobiliteit valt logistieke en de hele logistieke vervoerswereld. De strategie om verandering te bewerkstelligen was er op gericht om bedrijven, burgers en overheden tot een gezamenlijke agenda te verleiden. De Boer: ‘Het is nu niet bepaald een gebied waarin Nederland internationaal voorop loopt. Maar Noord-Nederland marcheert inmiddels wel een paar stappen voor de Hollandse fanfare uit.’ Bij de overgang naar niet-fossiele brandstoffen heeft Fryslân vooral ingezet op groen gas en het promoten en faciliteren van het elektrisch rijden. ‘Dat lukt alleen als de verschillende betrokken partijen samenwerken. Je moet het ‘kip en ei’ dilemma op een of andere manier zien te doorbreken’, schetst de ambtenaar. Door dealers, pomphouders en potentiële belangstellenden om de tafel te noden, wisten Leeuwarden en de later aangehaakte provincie de patstellingen te doorbreken. Er werd een vriendenclub groen gas rijders opgetuigd en de overheid stelde een subsidie voor het rijden op groen gas en voor de oprichting van tankstations in het leven. Dealers legden eveneens geld in voor effectievere voorlichting. Er zijn in de afgelopen zeven jaar vijftien groen gas tankstations gerealiseerd en er rijden meer dan duizend wagens, waaronder ook bussen en vrachtauto’s, op groen gas in de provincie. Volgens de betrokken overheden is de ‘kritische massa’ inmiddels dusdanig dat de subsidies niet langer nodig zijn. ‘De markt mag nu zijn werk doen’, aldus De Boer. Hij wijst er op dat een dergelijk proces van jaren dus kennelijk wel tijd en volharding vergt. Ook het elektrisch rijden is gestimuleerd. Dat heeft ertoe geleid dat er inmiddels alleen in Friesland al enkele tientallen oplaadpunten zijn. Inmiddels dient zich op schone brandstofterrein een nieuwe ontwikkeling aan, namelijk LNG als alternatief voor met name vrachtvervoer. Het gekoelde vloeibare gas maakt het mogelijk dat vrachtwagens een veel grotere actieradius hebben op een tank. Dat vergt wel totaal andere vrachtwagens en vereist een goede infrastructuur. LNG zou in het gedroomde scenario van De Boer een tussenstap zijn naar het rijden op bio LNG.
Logistieke keten vergroent in rap tempo De Boer voorziet dat groen vloeibaar aardgas een stevige impuls krijgt doordat met name vanuit de zuivel- en voedingsindustrie verduurzaming van de keten hoog op de prioriteitenlijst staat. ‘FrieslandCampina wil bio LNG gebruiken omdat zij het bedrijf in sneltreinvaart willen vergroenen. Zij hebben een sterke verbinding met de boeren. Dat betekent dat zij direct hun leden kunnen stimuleren meer biogas op het bedrijf te produceren.’ De trend die de ambtenaar waarneemt is dat steeds meer organisaties en ondernemingen groene brandstof willen maken in hun eigen omgeving. Hij noemt afvalinzamelaar Omrin en Wetterskip Fryslân als voorbeelden. Overheden en bedrijven zoals
11 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
3 ‘Logistiek reikt tot diep in de haarvaten van de regionale economie’
12 / w w w.ste nde n.co m
FrieslandCampina zullen van vervoerders verlangen dat zij hun bedrijf ook groener maken. ‘Bij FrieslandCampina levert de logistiek het leeuwendeel van de CO2 afdruk. Zij willen daarom hun koolstofemissie sterk verlagen.’ Vrachtbedrijven zullen mee moeten in de race willen ze het hoofd in de toekomst boven water houden, voorspelt De Boer. FrieslandCampina heeft inmiddels drie vrachtauto’s aangeschaft die op LNG kunnen rijden en op diesel. ‘Dat vereist dan wel weer dat wij als overheden na gaan denken over en meewerken aan de realisatie van voldoende tankstations voor LNG.’ Begin juni schuiven vijftien betrokken partijen die baat hebben bij de voorgenomen transitie aan tafel om stappen te zetten. ‘Het is heel belangrijk dat we begrip hebben voor elkaars belang en positie. Doel is dat we er gezamenlijk voor zorgen dat we in de richting van zelfvoorzienend gaan.’ Als het lukt op regionale schaal ketens te sluiten, waarbij bijvoorbeeld de afvalinzamelaar rijdt op gas gewonnen uit het eigen vuil, betekent dit dat de geldstromen ook in het eigen gebied blijven. ‘Het vloeit dan niet naar multinationale energiebedrijven. Als boeren door verwerking van de eigen mest FrieslandCampina op schone brandstof laten rijden, blijft het geld in de eigen organisatie. Dat is goed voor de lokale werkgelegenheid.’
Wie voorop loopt maakt de muziek Als het lukt om meer lokaal opgewekte en geproduceerde brandstoffen in te zetten, betekent dit tevens dat het aantal transportbewegingen vermindert. Ook dat is gunstig voor het dichterbij brengen van een emissieloze samenleving. ‘De logistieke wereld is zich op dit moment volledig opnieuw aan het ontwikkelen’, schetst De Boer. Groen gas, waterstof, brandstofcellen of biodiesel zijn brandstoffen van de toekomst. ‘Er vormt zich een nieuwe keten. Logistiek Nederland is een van de belangrijkste en toonaangevende speler binnen Europa. Het is goed om die voortrekkersrol te nemen zodat het vervoer steeds schoner wordt. Wie voorop loopt zal uiteindelijk de muziek gaan maken. De snelheid is bepalend voor wie de race uiteindelijk gaat winnen.’ Een lectoraat logistiek kan hierin een belangrijke rol opeisen. De Boer wijst er op dat hoewel de drie noordelijke provincies en de gemeenten in grote lijnen dezelfde ambities delen, het beleid nog wel meer onderlinge afstemming verdient. ‘Een hogeschool met een eigen lectoraat op het gebied van ‘green logistics’ kan hierin veel betekenen.’ Hij denkt aan onderzoek welke beleidsinstrumenten de juiste prikkels geven en hoe gemeenten en provincies daarin het best gezamenlijk kunnen optrekken. ‘Voorop lopen is wezenlijk, anders verwacht ik grote rampen. Onderwijs speelt daarin een grote rol.’
Productie verlangt transport en zonder transport geen productie. Logistiek is de crux van een hoogwaardige economie. Het is een krachtige motor die Noord-Nederland draaiende houdt. Geen wonder dat ondernemersvereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN) Regio Noord (Groningen, Friesland en Drenthe) de komst van een lectoraat duurzame logistiek aan Stenden Hogeschool Emmen toejuicht. ‘Er is grote behoefte aan een kennisloket waar kleine- en grote ondernemers met praktische problemen terecht kunnen om hun bedrijfsvoering te verbeteren. Voor de sector is het welslagen heel belangrijk’, aldus Pim Olthof van TLN Noord-Nederland. Uit hoofde van zijn werkzaamheden voor de ondernemersvereniging heeft Olthof ook zitting in de Raad van Advies van de logistieke opleiding van Stenden Hogeschool in Emmen. Hij is dus bekend met de langjarige hartenwens van het Drentse hbo een lectoraat te verbinden aan de logistieke opleiding. Landelijk is TLN nauw betrokken geweest bij het HBO Kennisakkoord Logistiek dat met het hoger beroepsonderwijs is gesloten en de oprichting van zes KennisDistributieCentra logistiek. De Kennis DC Noordoost Nederland is gekoppeld aan Windesheim met als zwaartepunten Supply Chain Finance, Knooppunten en interregionale netwerken en Logistiek in de Zorg. TLN steunt het initiatief van Stenden Hogeschool Emmen als partner in het Kennis DC Noordoost Nederland om de behoefte aan ondersteuning vanuit onderwijsinstellingen in Noord-Nederland te verbeteren. Met haar vestigingen in de drie noordelijke provincies is Stenden Hogeschool volgens Olthof een voor de hand liggende gesprekspartner. Die zienswijze sluit aan bij de logistieke speerpunten die het strategisch platform logistiek voor heel Nederland heeft aanbevolen. Windesheim vooral als specialisatie voor de financiële ondersteuning van de logistieke sector, terwijl het lectoraat van Stenden Hogeschool in Emmen zich met name zou moeten toeleggen op ‘energy service logistics’ en de ‘biobased economy’ met de daarbij behorende onderzoeksvragen. ‘Zo’n groene richting, daar kunnen we ons goed in vinden. Bedrijven ontkomen niet aan verdere verduurzaming.’
Directe behoefte aan praktische ondersteuning Olthof benadrukt dat de ‘groene’ specialisatie als landelijk affiche voor het lectoraat niet ten koste mag gaan van de directe behoefte van met name kleinere ondernemers aan praktische ondersteuning. Het merendeel van de kleine achthonderd bij TLN aangesloten leden valt onder de categorie klein tot middelgroot. ‘Die ondernemers leven van dag tot dag. Als gevolg van de aanhoudende financiële crisis in de sector zijn ze vaak letterlijk aan het overleven en hebben hulp nodig bij de automatisering, slimmer werken, het op orde krijgen en houden van de administratie, het aantrekken van goed opgeleide mensen en het vergroenen van hun logistieke keten. Zij weten de weg naar kennisinstellingen vaak moeilijk te vinden, toch moet het lectoraat hen ook op korte termijn kunnen helpen bij hun dagelijkse problemen.’ Logistiek is een belangrijke schakel in de economie, maar uiteindelijk staat of valt een florerende branche met een gezonde productie-industrie. Het sluiten of wegtrekken van grote productiebedrijven trekken een zware wissel op de logistieke toeleveranciers en distributiebedrijven. ‘Als er productie is, vindt er transport plaats. Zo simpel is het. De sector kan niet alleen leven van boeren en de producten uit veeteelt of landbouw, hoe belangrijk die ook zijn.’ Een mooie ontwikkeling is de keuze van enkele wereldspelers op zuivelgebied om hun kaasfabrieken te bouwen in Heerenveen. ‘Het is gelukkig niet alleen kommer en kwel.’ Toch laat de financiële crisis diepe sporen na.
Supply chain moet groener worden Het lectoraat zal volgens Olthof naast de gespecialiseerde lange termijn onderzoeksterreinen ook open moeten staan voor generieke vragen. Om het hoofd boven water te houden moeten de kleine- en middelgrote bedrijven mee met de maatschappelijke- en economische trends. Ze ontkomen niet aan een transparante boekhouding, de implementatie van
13 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
4 De motor die Noord-Nederland draaiende houdt
14 / w w w.ste nde n.co m
kwaliteitskeurmerken en een verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering. ‘De supply chain zal hoe dan ook groener moeten worden. Dat het lectoraat dat als speerpunt neemt, past bij de regio.’ Bij de verdeling van lectoraten en de toewijzing van kennisdistributiecentra is het van belang rekening te houden met de specifieke regionale achtergrond. ‘Om succes te boeken moet je iets toevoegen, het liefst met langlopende onderzoeken die de logistiek in NoordNederland vooruit helpen. Het regionale karakter blijft heel belangrijk.’ Hij hoopt dat de komst van het lectoraat in Emmen er toe leidt dat bedrijfsleven, gemeenten en provincies nauwer met het onderwijs optrekken. En dat de toekomstige lector zich ontvankelijk toon voor de problemen waarmee ondernemers worstelen. Veel vragen zullen mogelijk ook vanuit het mbo kunnen worden opgepakt. Samenwerking in een doorlopende leer- en onderzoekslijn vanaf middelbaar- en hoger beroepsonderwijs tot aan het wetenschappelijk onderwijs ligt dan ook voor de hand. ‘Voor veel ondernemers zijn thema’s als alternatieve brandstoffen, multimodaliteit en synchromodaliteit waarbij in de logistieke keten ook gebruik wordt gemaakt van vervoer over het spoor of via de binnenvaart, stadsdistributie, het tekort aan personeel en innovatieve it-oplossingen heel belangrijk.’ Hij kan zich bijvoorbeeld goed voorstellen dat het lectoraat samen met ondernemers, docenten en studenten een quick scan ontwikkelt hoe de mkb-bedrijven zich kunnen vergroenen. ‘Daar is behoefte aan.’
Grensoverschrijdend karakter Daarnaast acht Olthof het wijs om ook de Duitse deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen te betrekken bij het lectoraat. ‘In Noord-Nederland ontkomen we niet aan het grensoverschrijdend karakter van de logistiek. In Duitsland zit veel werk voor ons, er vindt al enorm veel vrachtvervoer plaats, maar er liggen ook nog volop kansen.’ Juist omdat de opleiding Internationale Logistiek in Emmen voor Duitse studenten aantrekkelijk is, ziet hij goede kansen voor het verder aanhalen van de relatie. ‘Het is cruciaal dat het lectoraat er in slaagt het bedrijfsleven oplossingen aan te reiken waar ze iets aan hebben.’ Aan de slagvaardigheid richting bedrijven meet de ondernemersvereniging het toekomstig succes af. ‘Er kunnen mooie dingen uit zo’n lectoraat voortkomen als de lector goed oog en oor heeft voor de noden en wensen van ondernemers.’ De wijze waarop de sector totnogtoe betrokken is bij de realisatie, sterkt hem in het vertrouwen dat onderwijs, werkveld en overheden een gezamenlijk belang voorstaan. ‘Het lectoraat voegt iets toe. Ik zie uit naar het moment dat het lectoraat definitief vorm krijgt, er een lector is benoemd en wij met elkaar van start kunnen.’ De logistieke sector in Noord-Nederland kan die ondersteuning goed gebruiken.
Een ding is zeker: De economie gebaseerd op fossiele grondstoffen is eindig. Onderzoeker Gerard Smakman houdt zich bezig met de ontwikkeling van bedrijfsmodellen waarin biomassa als toekomstige motor fungeert voor een duurzame economie. Hij twijfelt niet aan de komst van een Biobased Economy. Logistiek is een van de thema’s die daarin een belangrijke voorwaarde scheppende rol vervult. ‘Het gaat uiteindelijk om de vraag hoe je op een slimme manier ketens tot stand kunt brengen, waarde toevoegt aan grondstoffen en afvalstromen gebruikt voor energiedoelen. Binnen zo’n keten is logistiek altijd essentieel.’ Smakman is werkzaam bij ACRRES een toepassingscentrum voor duurzame energie en groene grondstoffen in Lelystad, een onderdeel van Wageningen University & Research centre (UR). Het onderzoekscentrum ligt treffend te midden van biljartlaken groene akkers in de Flevopolder. Vanuit het WUR houdt hij zich bezig met de logistieke vraagstukken en uitdagingen die zich aandienen als de biobased economy vaste voet aan de grond krijgt. Het gaat in zo’n groene economie die draait op biomassa om het gebruik daarvan voor niet-voedsel toepassingen. Te denken valt aan de toepassing van biologische grondstoffen voor inhoudsstoffen, chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen, elektriciteit en warmte. In december 2013 publiceerde Smakman samen met een collega op verzoek van de provincie Drenthe zijn bevindingen over de mogelijkheden voor biomassahubs in de regio Emmen - Coevorden. Een biomassahub verbindt de leveranciers van biologische of organische grondstoffen met de verwerkende industrie. Daarbij worden de grondstoffen dusdanig aangeboden dat de industrie ze rechtstreeks en op een efficiënte manier kan toepassen in hun halffabricaten of eindproducten. Een belangrijk kenmerk is de mogelijkheid om door middel van raffinagetechnieken ruwe grondstoffen te splitsen in componenten en deze allemaal voor een nuttige toepassing aan te wenden, waardoor vrijwel geen onbruikbare restproducten meer voorkomen. ‘Door vraag en aanbod op slimme wijze bij elkaar te brengen ontstaan nieuwe kansen’, vat Smakman de bevindingen samen. Het brengt de agribusiness die in Noord-Nederland nu al sterk is ontwikkeld op een hoger plan door nieuwe non-food topassingen voor bestaande gewassen. Nu al onderzoeken AVEBE en Suiker Unie de mogelijkheden om respectievelijk zetmeelaardappelen en suikerbieten voor meerdere toepassingen te gebruiken zoals voor de productie van hoogwaardig eiwit of in het geval van suikers als bouwstof voor de chemie. ‘Zo’n keten begint bij het ruwe materiaal en eindigt als hoogwaardig product. Daarbij ontstaan ook vaak afvalstromen die weer benut kunnen worden in de energiesfeer’, schildert de onderzoeker. Suikerbieten kunnen dienen als basisgrondstof voor kunststoffen gemaakt van biopolymeren. En als het AVEBE lukt om winstgevend eiwitten te extraheren is dat interessant voor de diervoeder industrie. Als plek waar een aantal van dat soort activiteiten samen kunnen komen, wijst Smakman nadrukkelijk naar het Europark bij Coevorden. Bedrijven als Graaco beschikken over gunstige op- en overslagmogelijkheden van biomassa voor het Duitse achterland en de veelbelovende Oost-Europese markt en kunnen vanuit die positie een rol spelen bij verschillende bioraffinage processen.
Nieuw landbouwbeleid speelt Europapark in de kaart Het nieuwe landbouwbeleid dat de Europese Unie gestalte geeft speelt een dergelijke ontwikkeling in de kaart voorziet Wageningen UR. ‘Er is de intentie om veel meer met Europese soja te gaan doen als alternatief voor de genetisch gemodificeerde soja uit Zuid-Amerika. Zo’n gewas maakt Europa veel minder afhankelijk en stelt ons in staat een eigen diervoeder kringloop te ontwikkelen.’ Voor de Veenkoloniën zou dit een uitstekend vierde gewas kunnen zijn, maar landbouwgronden in Hongarije en Polen lenen zich mogelijk beter voor grootschalige verbouw door lagere grondprijzen
15 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
5 Komst biobased economy uitdagende puzzel voor logistiek
16 / w w w.ste nde n.co m
en geringere arbeidskosten. ‘Europark beschikt over uitstekende verbindingen over spoor met Oost-Europa. In Coevorden kan de soja gemalen worden en aangewend voor raffinage. Het sojaschroot is een bijproduct van de oliebereiding en vindt zijn weg in diervoeder, terwijl de olie eventueel als basisgrondstof voor de chemie kan worden gebruikt. Hennep en vlas lenen zich vooral als grondstof voor verschillende biomaterialen zoals bouwmateriaal en lichtgewicht biocomposieten. Deze gewassen staan volgens Smakman aan de vooravond van een grotere doorbraak. ‘Ook daar bestaat de neiging om de teelt naar Oost-Europa te verplaatsen. Het is zonneklaar dat er een grote behoefte aan transport is. Er zijn hele mooie combinaties denkbaar. De tijden dat we dachten dat we alles konden oplossen in een regionale kringloop zijn voorbij. Bij bulkgoederen moet je echt op Europese schaal denken. Tegelijk moeten we constateren dat iedere regio een rol van betekenis wil spelen in de biobased economy en werkgelegenheid en economische ontwikkeling tot stand wil brengen.’ In dat verband wijst Smakman er op dat het nog niet zo gek zou zijn als zich in Drenthe een fabriek zou vestigen voor de productie van polymelkzuur, een belangrijke biokunststof, die wereldwijd aan een forse opmars bezig is. ‘Er is een groot suikeraanbod in Noord-Nederland en een aantal grote spelers, die in een dergelijk initiatief zouden kunnen participeren. Dan heb je echt iets leuks te pakken met een grote spin-off, zeker ook op logistiek gebied.’ Bij veel van dergelijke ontwikkelingen is het lonend gelijktijdig te kijken naar de aanwending van afvalstromen voor de opwekking van duurzame energie. ‘Dat betaalt momenteel het best vanwege de subsidies. De Europese- en nationale overheden zetten alles op alles om de afhankelijkheid van fossiele energie te verkleinen.’ In dit alles is de logistieke component essentieel, doceert de onderzoeker. ‘Je moet al die biomassastromen bij elkaar zien te krijgen en op een efficiënte manier laten bewerken. Logistiek maakt de puzzel compleet. Het is een kwestie van slim combineren. Er moet iets worden toegevoegd aan de stromen wat nog niet eerder is gedaan. Dat is voor de regio interessant.’
Regio moet voorsorteren op mogelijkheden In Noord-Nederland zijn grote hoeveelheden bietenloof, bermgras en andere reststromen aanwezig die zich lenen voor de productie van eiwitrijke deelstromen, basisgrondstoffen voor de chemie en energie. Attero in Wijster, deelnemer van het ACCRES-bedrijvennetwerk is volop in de weer om deze reststromen een hogere toegevoegde waarde te geven. ‘Hoewel er bijvoorbeeld nog geen grootschalige teelt van een Europese sojasoort plaatsvindt, is het wel goed om als regio alvast voor te sorteren op de mogelijkheden die zich ongetwijfeld gaan aandienen. Dat biedt kansen aan zowel telers als de mengvoederindustrie.’ Zijn voorspelling klinkt zonder een spoor van twijfel: ‘Dat moment gaat zeker komen.’ Voor de biobased economy is er geen weg terug. ‘Het is een nieuwe bedrijfstak waar in de toekomst voor bedrijven geld valt te verdienen. Het is goed als een lectoraat Logistiek hier op inspeelt en zich een eigen plek als kenniscentrum bevecht.’ Smakman wijst er op dat bijvoorbeeld de opslag van bietenloof of gras voor biologische raffinage nog ingewikkelde onderzoeksthema’s met zich mee brengt. ‘Moet je het drogen of inkuilen en hoe kun je optimaal de biologische activiteit in de biomassa benutten.’ De handel in en het transport van bulkgoederen speelt zich bij uitstek op wereldschaal af. ‘Hoe kun je in dat geweld als regio een positie claimen?’, is een van de onderzoeksvragen die mooi op het bordje van een lector logistiek in Emmen kan worden geparkeerd meent hij. Daarnaast ligt een goede samenwerking met Stenden PRE als kenniscentrum op het gebied van groene kunststoffen voor de hand, meent hij.
Peter van der Meij, lid van het strategisch platform logistiek is enthousiast over het lectoraat dat Stenden Hogeschool aan de vestiging in Emmen wil verbinden. ‘De beoogde specialisatie op het gebied van service logistics voor de procesindustrie en energieopwekking en agro-logistiek sluit direct aan op het topsectoren beleid dat is uitgezet om Nederland op logistiek gebied weer tot wereldspeler te maken.’ Hij is positief over het effect voor de BV Nederland. ‘Een belangrijke ondersteuning voor de nieuwe economie.’ Van der Meij heeft zijn sporen in de vervoerssector verdiend met een imposante carrière die na zijn studie Vervoerswetenschappen in 1972 begon bij de Landmacht als beroepsofficier waar hij zich met name richtte op logistieke klussen. Na een korte periode als adjunct directeur bij OAD Reizen, was hij twintig jaar verantwoordelijk voor operationele processen, infrastructuur, IT en innovatie bij de Intexogroep in Veghel met ruim 3200 medewerkers. Na een overname door Exel en DHL werd hij lid van de Nederlandse directie van DHL Supply Chain. Als lid van het strategisch platform logistiek is hij betrokken bij de implementatie van innovatieve thema’s gekoppeld aan het topsectoren beleid
Peter van der Meij
van Economische Zaken en fungeert hij daarbij als inspirator en klankbord voor de onderwijswereld, zowel het bekostigd als het volwassenen onderwijs. ‘Onze ambities zijn hoog.’ Het platform heeft logistieke speerpunten per regio gedefinieerd die aansluiten bij de werkgelegenheid en economische groeikansen in de streek. ‘Logistiek moet de hulpmotor van de economie blijven. Nederland was haar koppositie in de wereld op dit vlak kwijtgeraakt en afgezakt naar een vijfde plek. Gelukkig zijn we door alle inspanningen de laatste jaren inmiddels weer terug op de tweede plaats.’ De aandacht richt zich vooral op de versterking van het midden- en kleinbedrijf omdat het de ruggengraat van de economie is. Grote multinationals redden zich doorgaans wel op eigen kracht en behoeven geen steuntje in de rug. ‘Kleinere ondernemers hebben samenwerking nodig om een vuist te kunnen maken en nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten. Wij voorzien bovenop de bestaande logistieke producten een groei in nieuwe activiteiten van 3 miljard euro omzet nu, naar 10 miljard euro omzet binnen een aantal jaren. Veelal op het gebied van de regievoering.’ De sleutel daartoe ligt zeker ook bij het onderwijs. Door specialisatie en diversificatie krijgen de opleiding een belangrijke rol in het opleiden van de vakkrachten van de toekomst. De proeftuinen moeten resulteren in relevante projecten voor het werkveld. ‘We moeten niet als een aap in een roestig horloge blijven kijken, dan hebben we de boot gemist’, aldus Peter. Noordoost Nederland zou op het gebied van supply chain finance dat zich specifiek richt op de financiële ondersteuning van de logistieke sector, en energie- en procesindustrie kunnen excelleren. ‘Het lectoraat van Stenden past daar goed in.’
17 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
6 Topman logistiek steunt aanvraag lectoraat Stenden Hogeschool Emmen
18 / w w w.ste nde n.co m
Relevant opleiden is noodzaak ‘Onderhoud van grote installaties zoals boorplatformen, windmolens en energiecentrales is een extreem complex logistieke aangelegenheid. Wanneer is wat, waar aan onderhoud toe en hoe richt je logistieke stromen daar zo slim en efficiënt mogelijk op in? Knooppuntenbeleid en Cross Border Management zijn eveneens aantrekkelijk voor de regio.’ Hij wijst er op dat, hoe Stenden de opleiding Logistiek ook verder uitbouwt en vorm geeft, het belangrijk is rekening te houden met de wensen van het bedrijfsleven. ‘We moeten relevant opleiden, anders leidt het tot verspilling van talent en middelen. Er moet toegevoegde waarde zijn.’ De wildgroei aan exotische opleidingen van de afgelopen jaren zal, als het aan het strategisch platform logistiek ligt, worden beteugeld ten faveure van een heldere profilering per regio. Samenwerking met Windesheim en de RUG op het gebied van logistiek ligt volgens Peter voor de hand, zeker om het fundamentele onderzoek in Groningen steviger in te bedden. ‘Niet langer afstuderen in wat leuk is, maar in wat relevant is’, meent de logistieke strateeg. Afstudeeronderzoeken door studenten moeten ook veel meer worden gestapeld zodat het werkelijk tot kennisvermeerdering leidt in plaats van tien nauwelijks overlappende afstudeeropdrachten waar nooit meer naar wordt omgekeken. Nee, dat is volgens hem niet de weg. Er zal verder moeten worden gegaan waar een ander is gebleven en dit dient landelijk geborgd te zijn en gemakkelijk toegankelijk te zijn voor het MKB. ‘De lat moet hoger.’ Daarbij past een de ontwikkeling van specifieke expertisegebieden. ‘We moeten het sterke versterken en niet het zwakke ontwikkelen. Ondernemers hebben support nodig om logistiek te excelleren. Lectoraten kunnen door de landelijke dekking naar elkaar doorverwijzen, op zo’n manier kunnen we de ontwikkeling van de ‘brains’ van de logistiek faciliteren. Het sectorenbeleid Logistiek kent vijf innovatieve thema’s, elke regio kan zich toespitsen op een specifieke kennisontwikkeling en toepassing van onderzoek voor het bedrijfsleven.’
De kunst van het slim organiseren Logistiek definieert hij als de kunst van het slim organiseren. Met Energy Valley en de sterke agro industrie zet NoordNederland in op twee uiterst relevante economische sectoren. Van der Meij meent dat bij samenwerking tussen Stenden en Windesheim het goed mogelijk is dat een noordelijk Centre of Expertise aanspraak kan maken op de beschikbare gelden. De rijksoverheid heeft 6 miljoen euro beschikbaar voor deze privaat publieke samenwerking met het onderwijs. ‘Zo kan het hoger onderwijs zich verder profileren en is het ook voor studenten en docenten interessanter zich te verdiepen in een segment van het vakgebied. Ga met elkaar praten en afstemmen binnen deze mooie landelijke spreiding.’ Als het maar bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van de logistiek. Dat is zijn grootste zorg. ‘We moeten ons laten leiden door regionale kansen in mondiale ketens.’
Een vreemde gewaarwording is het wel, vindt Jan Stegeman. In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het ministerie van infrastructuur en ruimte is Noordoost-Nederland een witte vlek. ‘Iedereen kijkt gelijk naar Rotterdam en de haven, vervolgens volgen op gepaste afstand Amsterdam en Schiphol en NoordBrabant.’ Noord-Nederland is logistiek gezien terra incognita. ‘Terwijl er in de praktijk genoeg gebeurt.’ Als projectleider van het KennisDistributieCentrum Logistiek Noordoost-Nederland beschouwt hij het als zijn taak die leemtes in de beeldvorming weg te nemen. ‘De logistiek moet op de kaart.’ Hogeschool Windesheim in Zwolle meldde zich al enkele jaren geleden als geïnteresseerde voor de opzet van een Kennis Distributiecentrum. Het idee kwam voort uit het tweede Kennisakkoord Logistiek dat in 2011 tussen het logistieke onderwijs en het bedrijfsleven werd gesloten. Zo’n kennisdistributiecentrum zorgt ervoor dat bedrijven en instellingen direct bij vragen en problemen hulp krijgen uit het onderwijs met toegepaste kennis. Het is de spil in een regionale logistieke gemeenschap. De nieuwe kennis en de toepassingen vinden vervolgens idealiter hun weg naar het bedrijfsleven. Inmiddels zijn er zes van zulke kennishubs. Stegeman is sinds vorig jaar projectleider KennisDC Logistiek Noordoost-Nederland
Jan Stegeman
bij Windesheim. Gedurende het eerste jaar werd volgens de projectleider duidelijk dat voor het optimaal functioneren van een KennisDC die is aangehaakt bij de opleiding Logistiek het wenselijk is ook lectoraten te hebben die kennis ontwikkelen. ‘Dat helpt om relevante speerpunten te ontwikkelen.’ In het landelijk overleg tussen de KennisDC’s bleek Zwolle de beste plek voor de specialisatie Supply Chain Finance en het onderzoeksgebied ‘logistieke knooppunten en interregionale netwerken’. Er vindt veel fysieke distributie plaats in de regio en op het terrein van financiële dienstverlening staat Windesheim al goed aangeschreven. Dr. Fatma Saçli startte in augustus vorig jaar als associate lector om een onderzoeksprogramma te ontwikkelen met een focus op vraagstukken gerelateerd aan logistieke knooppunten en interregionale netwerken in Noordoost-Nederland. Enkele maanden later werd de vacature voor het lectoraat Supply Chain Finance ingevuld met de komst van drs. Michiel Steeman. Hij richt zich met zijn onderzoeken met name op de ketenfinanciering. Welke rol hebben grote bedrijven in de organisatie van de financiële keten, welke oplossingen dienen hiervoor te worden ontwikkeld en op welke manier kunnen mkb-ondernemingen hiervan profiteren?
19 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
7 ‘Bij logistiek denkt vrijwel niemand aan NoordoostNederl and’
20 / w w w.ste nde n.co m
Als projectleider is er Stegeman veel aan gelegen de rest van Nederland te laten zien dat er in ‘het hoge noorden’ het nodige gebeurt op logistiek gebied. Het lectoraat in oprichting op het gebied van ‘green logistics’ en het samenwerken met het KennisDC van Windesheim door Stenden Hogeschool vereist volgens hem vooral een praktische invulling. Het lijkt hem wenselijk dat het toekomstige lectoraat niet op fysieke distributie gaat zitten, want dat gebeurt al vanuit Zwolle. ‘Bovendien is Noordoost-Nederland daar niet groot genoeg voor’. Maar als er (stage-)opdrachten zijn in Emmen die uitgevoerd kunnen worden door studenten moet dat vooral praktisch worden ingevuld. ‘Daar moeten we in goed overleg uit zien te komen’. Als het Stenden lukt een expert op het gebied van green logistics als lector aan te trekken, kan die werkelijk iets betekenen voor de kennisvalorisatie die het KDC beoogt.’ De onderzoeken en aangedragen oplossingen moeten vervolgens ook elders toepasbaar zijn, zodat bij wijze van spreken ook in Maastricht of Rotterdam de specifieke kennis bruikbaar is. Het KennisDC Logistiek werpt inmiddels zijn vruchten af, zo merkt Stegeman. ‘Er is een platform in Noordoost-Nederland gecreëerd waar iedereen die iets met logistiek heeft kennis kan halen en kan brengen. Er gebeuren mooie dingen zoals een Community of Practice met twaalf bedrijven die problemen en oplossingen met elkaar delen.’ Dat heeft al geleid tot drie concrete onderzoeksopdrachten waar studenten hun tanden in kunnen zetten. Vooruitkijkend: ‘Bij Stenden en Windesheim zijn in totaal zeshonderd studenten logistiek actief. Als Hogescholen kunnen we hele leuke opdrachten uitvoeren, als het bedrijfsleven ons ook de mogelijkheid daartoe geeft door met ons samen te werken.’ Het mes snijdt aan twee kanten. De studenten zijn beter voorbereid op de beroepspraktijk en de logistieke ondernemers verrijken zich met nieuwe inzichten en toepassingen. ‘Ik zie dat het werkt en dat bedrijven er baat bij hebben.’
Logistiek en economisch profiel gaan hand in hand Dr. Fatma Saçli werkt als associate lector Logistiek binnen het Lectoraat Area Development, en is verbonden aan het KennisDistributieCentrum. Haar onderzoeksgebied ‘logistieke knooppunten en interregionale netwerken’ richt zich houdt zich op beleidsvraagstukken op lokaal en regionaal niveau. Hoe kan de aanwezige infrastructuur beter worden benut voor het goederenvervoer, wat zijn voorwaarden voor economische ontplooiing van een regio? ‘Het logistieke profiel van een regio is nauw verbonden aan het economisch profiel: Als je een logistiek profiel wilt opstellen moet je eerst het economisch profiel goed in beeld brengen.’ Speciaal gaat haar aandacht uit naar aanwezige of potentiële knooppunten in Noord- en Oost-Nederland. Zo voorziet de Rotterdamse haven een aanzienlijke stijging van het containervervoer vanuit de haven naar het Europese achterland. ‘Het aantal transitgoederen neemt toe. Het is interessant voor Noorden Oost-Nederland een deel van die transportstromen te verwerken en er liefst ook waarde aan toe te voegen door overslag en verpakking of opnieuw te labelen. Anders is het economisch effect Dr. Fatma Saçli
beeld te brengen. ‘Er is genoeg dynamiek.’ In samenwerking met de provincies Overijssel, Drenthe, Groningen, Friesland en Flevoland Overijssel leidt Saçli een onderzoeksproject dat het logistieke profiel van Noord- en Oost-Nederland in beeld brengt. ‘Het onderzoek bestaat uit een verkenning van de economische potentie van de regio en hoe goederenstromen in en door de regio verlopen. Het landsdeel kan zich sterker profileren als gebied met een logistieke potentie.’ In een tweede onderzoek kijkt ze naar het gebruik van het kanaal tussen Almelo en Coevorden voor transportdoeleinden. De vaarweg is de afgelopen jaren verbreed en uitgediept en enkele bruggen zijn aangepast om het geschikt te maken voor schepen tot maximaal 700 ton. De opwaardering heeft ruim 18 miljoen euro gekost. De provincie Overijssel wil graag weten wat de mogelijkheden van het gebruik van het kanaal zijn voor goederenvervoer en wat de behoeftes zijn van de bedrijven in de buurt van het kanaal. Onder bedrijven met economische activiteiten waarvoor het kanaal Almelo-Coevorden mogelijk relevant is, is een enquête uitgezet. Studenten Techniek helpen mee in het onderzoek. ‘Met een breed uitgezette enquête en verdiepende interviews kunnen we de mogelijkheden van het kanaal beter benoemen en inzichtelijk maken zodat de provincie de conclusies en aanbevelingen kan gebruiken.’ Saçli vindt de thematische focus op ‘biomassa en hernieuwbare energie’ waar het lectoraat Green Logistics zich op richt zeer interessant. ‘Het is goed dat Stenden voor deze duidelijke profilering kiest. Het is complementair aan ons onderzoek naar logistieke knooppunten & interregionale netwerken. We zullen elkaar kunnen versterken door waar nodig en wenselijk samen te werken en vooral ook onze eigen specialisaties verder uit te bouwen.’
21 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
beperkt.’ Zij beschouwt het mede als haar taak om door onderzoek de potentie van de regio duidelijker in Nederland in
22 / w w w.ste nde n.co m
De logistiek is volop in beweging. Professor Dr. Iris Vis van de Rijksuniversiteit Groningen ziet dan ook alle aanleiding nieuwe inzichten door te vertalen naar de sector. Als hoogleraar is zij betrokken bij het onderzoek naar het belang van ‘synchromodaal’ transport. Het flexibel kunnen inzetten van combinaties van vervoersmiddelen is van belang voor het adequaat kunnen inspelen op elke vervoersvraag onder alle omstandigheden. Het initiatief van Stenden Hogeschool te komen tot een lectoraat logistiek verbonden aan de opleiding Logistiek en Economie in Emmen mag op de steun van de hoogleraar rekenen. Zij constateert dat het noorden volop insteekt op innovaties op het gebied van energie, landbouw en verduurzaming. Vis: ‘Er gebeurt veel in deze regio. En de genoemde innovaties leveren ook weer kansen voor logistieke innovaties. Zie bijvoorbeeld de ontwikkelingen in Dryport EmmenCoevorden en de kansen voor gesloten netwerken voor bijvoorbeeld de biobased industry.’ Een lectoraat op Stenden kan een natuurlijk aanspreekpunt vormen voor contacten tussen het noordelijke bedrijfsleven en het hbo. Vis is als hoogleraar ook programmadirecteur van de masteropleidingen Technology and Operations Management en Supply Chain Management. Ook is zij lid van het RuG topsectorenoverleg en was zij lid van de NWO verkenningsgroep Duurzame Logistiek. Tevens is zij betrokken als projectleider bij het Dinalogproject ‘Design of LNG networks’. Zij ziet goede mogelijkheden voor het toekomstige lectoraat Logistiek van Stenden Hogeschool om samen te werken met de groep onderzoekers op het gebied van logistiek bij de RuG. Professor Vis vat logistiek samen als het organiseren, plannen, besturen en beheersen van de goederenstroom, diensten en informatie. Om Nederland concurrerend te houden als doorvoerland is de wisselwerking tussen wetenschap en de sector in gezamenlijke onderzoeksprojecten een pre. Op het gebied van maritieme logistiek valt bijvoorbeeld te denken aan het ontwikkelen van nieuwe technieken voor optimalisatie van logistieke processen om zo het verblijf van een vrachtschip in de haven te bekorten. Dit is van groot belang voor de concurrentiepositie van Nederlandse havens. Ook een betere onderlinge samenwerking tussen de havens kan daaraan bijdragen, zowel richting voor- als achterland. ‘Synchromodaliteit lijkt een duidelijk gunstig economisch perspectief en volop kansen te bieden als de betrokken partijen dit concept omarmen.
Actieve rol als kennishub In de context van logistiek in Drenthe lijkt aandacht voor de ontwikkelingen met Dryport aannemelijk, daarnaast kan het lectoraat zich focussen op het grensoverschrijdend karakter van samenwerking en innovaties in de biobased economy. Het lectoraat kan volgens Vis een actieve rol spelen als kennishub. Het liefst in samenwerking met de onderzoeksgroep van de RuG en het KennisDC van Windesheim. De beoogde samenwerking met de ROC’s is van belang voor het realiseren van een doorlopende leerlijn logistiek. Dat vergroot naar haar mening de haalbaarheid van het lectoraat aanzienlijk en bevordert het succesvol inbedden in de bestaande netwerken van de Topsector. ‘Een goede aansluiting op grotere onderzoekslijnen is inhoudelijk en strategisch van groot belang.’ Gaandeweg zal het lectoraat zich ook duidelijker profileren, verwacht Vis. ‘Ik zie een focus op de strategie of juist met de voeten in de modder concreet werken aan verdienmodellen en businesscases.’ De keuze voor duurzaamheid als leidend thema is interessant. ‘Duurzaamheid nu en in de komende jaren is een verbindend thema binnen het logistiek onderzoek.’
23 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
8 Flexibel inzet ten van combinaties van vervoersmiddelen wint aan bel ang
24 / w w w.ste nde n.co m
Een lectoraat bedenken en vormgeven is een ding, er daadwerkelijk een succes van maken op het snijvlak van bedrijfsleven, onderwijs en overheden vereist voortdurende alertheid. In de praktijk zijn het nogal uiteenlopende werelden die van de samenwerking meerwaarde en innovaties verwachten. Ron van Helvoirt spreekt als projectdirecteur van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Energie - Eemsdelta uit ervaring. ‘Je loopt hoe dan ook tegen grote cultuurverschillen aan. Dat levert een spanningsveld op’, waarschuwt hij. Toch kan de uiteindelijke opbrengst de inspanningen meer dan waard zijn. ‘Het geef een enorme boost.’ Van Helvoirt staat met een been in het bedrijfsleven en met het andere in het onderwijs. Jarenlang was hij directeur van uiteenlopende technische bedrijven van klein tot groot. In 2009 was hij als leidinggevende van een productiebedrijf een van de kanshebbers op de Groninger Ondernemersprijs. Hij heeft jaren hbo-studenten lesgegeven om ze te leren hoe je in bij voortdurend wisselende omstandigheden, ondernemerschap én openbaar leiderschap kunt ontwikkelen. Sinds december 2013 is hij drie dagen in de week werkzaam als projectdirecteur van het CIV Energie - Eemsdelta. Zo’n CIV is een uitvloeisel van het platform Bèta Techniek dat landelijk is opgetuigd om door publiekprivate samenwerking (pps) de kwaliteit van het technische onderwijs te bevorderen. Noorderpoort heeft zich daarbij toegelegd op energie in het algemeen en meer in het bijzonder op windenergieonderwijs. De verwachting is dat in Noord-Nederland de komende jaren veel windparken verrijzen, zowel op land als op zee. De sector staat hoe dan ook voor een spectaculaire groei, gezien de noodzaak om in toenemende mate de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen drastisch te verminderen. Het CIV is verbonden aan de vestiging van Noorderpoort in Delfzijl. Door aan te sluiten bij de regionale kennisinfrastructuur vanuit de topsector Energie moet het centrum een grote rol spelen in het op gang brengen en versnellen van innovaties op het gebied van windenergie in de regio. Een van de eerste zaken die Van Helvoirt aanpakte was het zoeken van geschikte partners in het bedrijfsleven die niet alleen een bijdrage konden leveren aan de financiering van het CIV, maar tevens belang hadden bij het inbrengen van kennis en vaardigheden in het curriculum van de opleiding tot Allround Operationeel Technicus (AOT) niveau 4. ‘Businesspartners moeten niet alleen wat komen halen, maar dienen ook iets in te brengen. Dat is de kunst.’ Hij wijst er op dat er genoeg bedrijven zijn die willen aanhaken omdat ze daarmee verwachten mee te kunnen liften op subsidies. Goede schifting van partners op verwachtingen en intenties is in zo’n startfase daarom volgens de projectdirecteur een harde voorwaarde. Het is een pre dat hij zelf in hart en nieren ondernemer is en zich daardoor goed kan verplaatsen in de manier van denken. ‘Partners ruiken business, die willen vooruit, snelheid maken. Dat terwijl een school een cultuur heeft waarin het primaat bij de uitvoering ligt en commercie not done is. Zie daar maar eens een zelfstandige commerciële onderneming van te maken. Dat vraagt om meer dan een aangepast organogram. Ik snap inmiddels dat onderwijs niet zo snel kan schakelen, anderzijds moet je wel kansen pakken. In dat spanningsveld opereer ik als projectdirecteur.’
Nieuwe specialisatie windturbinetechnicus slaat aan Voorwaarde voor het welslagen van een pps is dat binnen zo’n centrum voor innovatief vakmanschap gerenommeerde partijen zijn vertegenwoordigd. Van Helvoirt is er in geslaagd om de Deense windturbinebouwer Nordex, Northern Netherlands Offshore Wind (NNOW), opleidingsinstituut Quercus, het Instituut voor Veiligheid en Milieu (IVM), het Bildungszentrum fur Erneuerbare Energien (BZEE) en MTC international aan het initiatief te verbinden. Daarnaast zijn ook de provincie Groningen en NHL Hogeschool belangrijke gesprekspartners. ‘Waar je wel voor moet waken is dat er
25 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
9 Centrum innovatief vakmanschap exempl arisch voor uitdagingen lectoraat
26 / w w w.ste nde n.co m
teveel partijen bij betrokken raken. Voor je het weet zitten er twintig mensen aan tafel en dat leidt doorgaans nergens toe. Je moet proberen het zo klein mogelijk te houden en vooral concrete stappen te zetten.’ Een van de eerste opbrengsten van Energie - Eemsdelta is de introductiecursus windturbinetechnicus voor zowel on-shore als off-shore. Het keuzemoduul wordt aangeboden in het vierde leerjaar van de reguliere AOT opleiding, daarnaast kunnen werknemers uit het bedrijfsleven een opleiding op maat volgen binnen het eigen bedrijf of in deeltijd. Alle private partners verzorgen een onderdeel van de technische praktijktraining. Van Helvoirt: ‘Het geeft een prachtig doorkijkje aan studenten wat zij mogen verwachten van het toekomstige werk.’ Uit de eerste voorlichtingsavonden blijkt dat er veel belangstelling in de regio is voor een dergelijke specialistische opleiding, zowel bij ouderen die zich willen laten omscholen als bij jonge mbo-studenten die begrijpen dat het een vak betreft waar toekomst in zit. Er zijn inmiddels ook goede contacten met Siemens. Die multinational gaat de windturbines bouwen en voor vijftien jaar onderhouden voor het toekomstige windmolenpark Gemini in de Noordzee boven Schiermonnikoog.
Samenwerking verder intensiveren ‘De uitdaging is nu om de samenwerking verder te intensiveren’, schetst Van Helvoirt. Als zulke grote wereldspelers aan boord komen, betekent dit wel dat het speelveld verandert omdat dergelijke bedrijven ook eisen stellen aan de scholing. Het moet passen binnen hun operationele structuren en aanpak. ‘Noorderpoort is daarin een verbindende factor. Zo’n rol is ook nog wennen. Die bedrijven hebben op redelijk korte termijn veel mensen nodig, als wij die met onze opleiding niet kunnen leveren pakken ze het gewoon zelf op. Zij moeten door.’ De keuze voor een innovatief centrum waarin onderwijs en bedrijfsleven samen optrekken brengt volgens de projectdirecteur nu eenmaal met zich mee dat de onderwijsrol verandert. ‘Er moet een transitie plaatsvinden naar ‘vraag gestuurd’ onderwijs waarbij in relatief korte tijd modules worden gebouwd die aansluiten op de praktijk. Een cyclus van vier jaar werkt hier niet meer.’ Hij verwacht dat de ervaringen die het CIV in korte tijd heeft opgedaan exemplarisch zijn voor het lectoraat Logistiek dat Stenden Hogeschool realiseert in Emmen. ‘Ik kan aangeven waar je tegen aan gaat lopen als je zo’n lectoraat gaat starten en wat het aangaan van samenwerkingsverbanden met zich mee brengt. Een
regulier onderwijs en commerciële partijen samen. Dat biedt kansen, maar levert ook wrijving op.’ Hij verwacht dat een lectoraat op het gebied van Green Logistics voor Noord-Nederland toegevoegde waarde kan hebben. ‘Als kenniscentrum zul je een lange adem moeten hebben, want de windsector is toch zo’n cluster van ons kent ons. Die heel erg op zichzelf is. Een beetje vergelijkbaar met de olie- en gasindustrie in het begin. Een pioniersmentaliteit bij bedrijven die het liefst alles zelf regelen. Dat betekent dat je er bovenop moet zitten want voor dat soort ondernemingen ben je als centrum toch een beetje het vijfde wiel aan de wagen. Dat vereist nog al wat van een lector, in feite moet die toch een beetje een halve ondernemer zijn.’
27 / Green Lo g is tics slimme o plo ssinge n v o o r re nda be le e n d u u r z a m e log is t ie ke a c t iv ite ite n | j u n i 2 0 1 4 S te n de n H og e sch o o l
‘best practice’. Er zijn altijd grijze gebieden waar je oplossingen voor moet vinden. Als innovatief centrum breng je
458/9379