Jeugdgezondheidszorg
Lastige eters
Veel kinderen hebben wel eens een periode dat ze weinig willen eten. Met name groenten geven problemen. Als ouder kun je het daar knap lastig mee hebben. De meeste lastige eters zijn tussen de vijf en acht jaar. Daarna gaan de meeste kinderen beter eten. Maar wat doe je als elk boontje een discussiepunt vormt en elk hapje brood een hevige strijd wordt? In deze folder staan tips hoe daarmee om te gaan.
Een kind “weet” zelf de hoeveelheid Elk kind heeft een eigen behoefte aan eten. Het ene kind is een gulzige eter, het andere een trage en matige eter. De hersenen regelen de behoefte aan eten - ‘ik heb honger, en nu heb ik genoeg gehad’ en zo eet een kind van nature voldoende voor groei, energie en weerstand. Hoe gek het misschien ook klinkt, je hoeft niet zo snel bezorgd te zijn over de hoeveelheid eten. Het is wel belangrijk in de gaten te houden dat je kind alle belangrijke voedingsstoffen binnen krijgt.
Enkele algemene tips • Vaste eettijden, voldoende tijd en een ontspannen sfeer aan tafel kunnen de maaltijd plezierig maken. • Gevarieerd eten is belangrijk. Niet alleen voor de gezondheid maar ook om de dagelijks terugkerende maaltijden niet eentonig te maken. Bovendien moet je sommige dingen leren eten. • Neem je kind mee als je boodschappen gaat doen en laat je kind mee kiezen in het eten. • Betrek je kind bij de bereiding van de maaltijd. • Laat vriendjes en vriendinnetjes eens mee eten.
Tips voor weinig-eters • Wanneer je kind niet wil eten, besteed daar dan niet te veel aandacht aan. Je houdt er zelf een slecht humeur aan over. Probeer wel de oorzaak op te sporen: - Is er iets akeligs gebeurd? - Voelt je kind zich niet lekker? - Probeert je kind aandacht te trekken van vader of moeder, bijvoorbeeld als er een broertje of een zusje bijgekomen is? - Heeft je kind al veel tussendoortjes gegeten? - Heeft je kind veel te vertellen? - Zit je kind in een zogenaamde ‘nee-periode’ en wil het niets? • Niet te laat eten en ook niet te lang aan tafel blijven zitten. Een half uur moet voldoende zijn. • Geef geen grote porties. Daar ziet een moeilijke eter letterlijk als een berg tegenop. • Laat je kind zelf eens opscheppen, ook de borden van de andere gezinsleden. Dit betrekt je kind meer bij de maaltijd. • Hou rekening met voorkeuren, maar ga niet altijd apart koken voor je kind. Vraag wel om een paar hapjes te nemen van iets dat ze niet lusten; ze hoeven niet alles lekker te vinden. • Kies magere producten, deze remmen de eetlust
minder. Laat om die reden ook het voorgerecht (bijvoorbeeld soep) vervallen. • Dwing niet tot eten. Maak van eten geen machtsstrijd. Dus: ‘Geen trek? Nou ja, dan niet!’ Al is het bord niet leeg, toch de tafel afruimen als de anderen wel klaar zijn met eten. ‘Volgende keer beter’. • Als je kind niet heeft willen eten, geef het dan niet bij het eerste hongergevoel (bijvoorbeeld half uur na de maaltijd) snoep, koek of brood. • Als je toch tussendoortjes geeft, zorg dan voor een gezond tussendoortje: een stukje fruit, bakje yoghurt, een wortel, glas melk of vruchtensap, een mueslibol, of krentenbol.
Als je kind weinig groenten eet Als je kind met name weinig groenten eet dan kun je extra fruit geven. Ook vruchtensappen bevatten veel vitamines. Net als groente bevatten volkoren brood en bijvoorbeeld zilvervliesrijst ijzer, vezels en vitamines B. Verder zijn rijst- en pastagerechten erg geschikt om te mengen met groenten.
Vragen? Neem contact op met de GGD Hollands Midden, Jeugdgezondheidszorg
Postbus 121, 2300 AC Leiden
T 088 - 254 23 84 (CJG) www.ggdhm.nl Regio Zuid-Holland Noord (Leiden en omstreken, Rijnstreek en Duin- en Bollenstreek) E
[email protected]
Informatie over opvoeden en opgroeien:
www.cjgzuidhollandnoord.nl en de jongerensite
www.hoezitdat.info Regio Midden-Holland (Gouda en omstreken) E
[email protected]
Informatie over opvoeden en opgroeien:
www.cjgmiddenholland.nl
April 2013/F13031/wachtkamer/2-12/HM